Inspectierapport Pinkeltje (PSZ) Zichthof 10 1445HC PURMEREND
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zaanstreek-Waterland Purmerend 18-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 07-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 12
2 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD ’en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. In dit inspectierapport zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Algemene kenmerken Peuterspeelzaal Pinkeltje te Purmerend biedt peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie in een peutergroep van max 16 kinderen. Er is een groep voor -en vroegschoolse educatie en een reguliere middaggroep. De peuterspeelzaal werkt nauw samen met de basisschool. Er werken dagelijks 2 vaste beroepskrachten ondersteund door stagiaires. Inspectiehistorie In 2014 heeft de GGD een reguliere inspectie uitgevoerd bij Pinkeltje. Aan alle voorwaarden werd voldaan. In 2014 heeft de GGD een reguliere inspectie uitgevoerd. Vanwege de tekortkomingen heeft de GGD begin 2014 een naderonderzoeken gedaan naar deze tekortkomingen. Conclusie Tijdens de huidige risico-gestuurde inspectie van 16 juni 2015 wordt niet geheel voldaan aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen. De VOG van een van de beroepskrachten is wanneer zij start met haar werkzaamheden ouder dan 2 maanden. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan de volgende voorwaarde: 3.1.3 De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. In een mail van 28 juni 2015 toont de houder aan dat de beroepskracht een VOG heeft ontvangen op 22 juni 2015.
3 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein ''Pedagogisch klimaat'' is de pedagogische praktijk geobserveerd. Hierbij is naast de uitvoering van het pedagogisch beleid gelet op de volgende pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang: -Emotionele veiligheid -Persoonlijke competentie -Sociale competentie -Overdracht van normen en waarden Pedagogische praktijk De praktijkobservatie vindt plaats op de groep. Er is 1 groep van max 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Het gaat om een VVE groep. De groep wordt begeleid door 2 vaste beroepskrachten met VVE certificaat. Daarnaast zijn er verschillende stagiaires. Op het moment van de inspectie wordt er een verjaardag gevierd van een jongetje dat naar school gaat. Er wordt gezongen en getrakteerd. De beroepskrachten handelen naar het pedagogisch beleid van de organisatie. Ze bespreken hun handelen op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum versie 1 jan 2015. Onderstaande schuingedrukte beschrijvingen van de praktijk zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbaar vertrouwde volgorde. Observatie: Er wordt gewerkt met een VVE-programma Startblokken. Het dagprogramma is duidelijk voor de kinderen. Er hangen pictogrammen aan de muur. Er wordt gewerkt met verschillende thema's. Dit is duidelijk te zien in de ruimte. Ook wanneer er een verjaardag wordt gevierd gaat dit volgens een vaste routine. De jarige wordt met verschillende liedjes toegezongen. De kinderen kennen de liedjes, ze zingen uit volle borst mee. Wanneer een ander kind, als de jarige even van z'n troon is opgestaan, op de troon wil gaan zitten, roepen andere kinderen uit de groep dat je daar niet op mag gaan zitten, dat is de stoel van de jarige. Persoonlijke competentie De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Observatie: Tijdens de verjaardagviering zegt een kind opeens "ik heb buiten gespeeld, Juf". Een van de beroepskrachten reageert met "Oh ja? Wat heb je daar gedaan". Als het kind nadenkt over een antwoord, valt de andere beroepskracht hem bij met "Nou, je ging heel hard achter me aan rennen, toch?". Het kind knikt. Het jarige kind zit op de daarvoor bedoelde troon. De beroepskracht wil hem zn verjaardagskroon op doen. Maar het kind laat duidelijk merken dat hij dat niet wil. Na nog wat motiverende woorden, zegt de beroepskracht "Nou, dan zet ik 'm toch op!" Conclusie De houder draagt voldoende zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de stimulering van de persoonlijke en sociale competentie en het overdragen van normen en waarden. Er wordt voldaan aan de getoetste eisen uit de Wet Kinderopvang met betrekking tot de pedagogische praktijk. 4 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Voorschoolse educatie Per week besteedt de houder 10 uur aan voorschoolse educatie. Alle kinderen hebben een VVEindicatie. De meeste kinderen gaan 4 ochtenden naar de peutergroep. De groep wordt begeleid door 2 gediplomeerde beroepskrachten die in de praktijk uiting geven aan het VVE programma Startblokken. Er is goed overleg met school en aandacht voor een goede overdracht. De beroepskrachten hebben onlangs nog een verdiepingscursus (VVE sterk) gedaan en een taaltoets in het kader van het jaarlijkse opleidingsplan. Opmerking: Een van de 2 beroepskrachten heeft net haar VVE-opleiding afgerond en haar certificaat ontvangen. Zij was in januari 2015 begonnen met de opleiding. Zij staat echter ook al sinds januari op de groep. Zij is dan nog in opleiding. De houder geeft aan dat de gemeente haar toestemming heeft gegeven de beroepskracht al in te zetten als ze nog in opleiding is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Observaties (In de ochtend op de groep) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Personeel en groepen Personeel Binnen dit domein is bij pedagogisch medewerkers (middels een steekproef) gecontroleerd op de aanwezigheid van een passende beroepskwalificatie en verklaring omtrent het gedrag (VOG). Ook bij andere personen werkzaam bij het kindercentrum is de VOG (middels een steekproef) gecontroleerd. Groepen Dit domein is beoordeeld aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Hierbij is onder andere bekeken of de opvang plaatsvindt in vaste groepen, of er voldoende beroepskrachten worden ingezet in verhouding tot het aantal kinderen per groep (beroepskracht-kindratio) en of er niet langer dan de toegestane periode is afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Verklaring omtrent het gedrag De houder (tevens beroepskracht), beroepskrachten en stagiaires zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag (VOG). Echter, van een van de beroepskrachten is de VOG ouder dan 2 maanden wanneer zij start met haar werkzaamheden. De beroepskracht is gestart in januari 2015 op deze groep. Haar VOG dateert van november 2013. De houder geeft aan dat ze direct een nieuwe VOG gaat aanvragen voor deze beroepskracht. In een mail van 28 juni 2015 toont de houder aan dat de beroepskracht een nieuwe VOG heeft ontvangen op 22 juni 2015. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepkwalificatie. Daarnaast zijn de 2 vaste beroepskrachten in het bezit van een VVE-certificaat. Opvang in groepen Peuterspeelzaal Pinkeltje heeft 1 peuterspeelzaalgroep van maximaal 16 kinderen. Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot Opvang in groepen uit de Wet kinderopvang. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Er worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aanwezige aantal kinderen. Er zijn dagelijks 16 kinderen aanwezig. Er worden 2 vaste beroepskrachten ingezet omdat het een VVEgroep betreft. Er wordt voldaan aan de eisen uit de Wet kinderopvang met betrekking tot de beroepskrachtkindratio. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Arbeidscontracten Plaatsingslijsten (Mei, Juni 2015) Presentielijsten (Mei, Juni 2015) Personeelsrooster (Mei, Juni 2015)
7 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is het beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid beoordeeld. Een houder is volgens de Wet Kinderopvang verplicht om minimaal één keer per jaar een risico-inventarisatie op het gebied van veiligheid en gezondheid uit te voeren op de locatie. Dit houdt in dat (eventuele) aanwezige risico's in kaart worden gebracht. Met betrekking tot deze geïnventariseerde risico's dient een houder vervolgens effectieve en adequate maatregelen om de risico’s te beperken te beschrijven in een plan van aanpak. De beschreven maatregelen dienen in de praktijk uitgevoerd te worden, zodat bestaande risico’s kunnen worden beperkt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid op. De meest recente risico-inventarisatie is van januari 2015. De inventarisatie ligt op de groep en is inzichtelijk voor alle beroepskrachten en stagiaires. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Risico-inventarisatie veiligheid (Jan 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (Jan 2015) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid
8 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Pinkeltje : 16 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Beheer Peuterspeelzaal Pinkeltje Gruttostraat 99 1444AG PURMEREND 37120585
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 Nienke Huizenga
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Purmerend : Postbus 15 : 1440AA PURMEREND
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
18-06-2015 22-06-2015 28-06-2015 07-07-2015 07-07-2015 07-07-2015
: 28-07-2015
11 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Stichting Beheer PSZ Pinkeltje Pagina 3 inspectie rapport: Conclusie Tijdens de huidige risico-gestuurde inspectie van 16 juni 2015 wordt niet geheel voldaan aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen. De VOG van een van de beroepskrachten is wanneer zij start met haar werkzaamheden ouder dan 2 maanden. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan de volgende voorwaarde: 3.1.3 De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De opmerking van de inspecteur is terecht. Personeelslid Mej. A. van der Keur (tevens lid dagelijks bestuur) was reeds werkzaam op basis van een 0 uren contract en hield zich m.n. bezig met administratieve werkzaamheden. Haar VOG is in ons bezit en voldeed aan werkprofiel van destijds. Daarnaast maakt A van der Keur deel uit van de VOG 12 november 2014 als bestuurslid van de rechtspersoon Stichting Beheer PSZ Pinkeltje. Met ingang van januari 2015 startte mej. van der Keur echter als leidster en op basis van deze aanstelling, hadden wij een VOG verklaring met een permanente screening moeten aanvragen. De inspectie vond plaats op donderdag 18 juni 2015, dezelfde avond hebben wij de omissie recht gezet en direct een VOG aangevraagd. Op donderdag 25 juni hebben wij deze ontvangen en doen wij u hierbij een ingescande kopie toekomen. Het origineel zal op uw verzoek bewaard worden op de peuterspeelzaal (Zichthof) Met excuus voor de gemaakte fout, maar wij hopen het hierbij adequaat te hebben opgelost. Pagina 5 inspectie rapport: Voorschoolse educatie Per week besteedt de houder 10 uur aan voorschoolse educatie. Alle kinderen hebben een VVEindicatie. De meeste kinderen gaan 4 ochtenden naar de peutergroep. De groep wordt begeleid door 2 gediplomeerde beroepskrachten die in de praktijk uiting geven aan het VVE programma Startblokken. Er is goed overleg met school en aandacht voor een goede overdracht. De beroepskrachten hebben onlangs nog een verdiepingscursus (VVE sterk) gedaan en een taaltoets in het kader van het jaarlijkse opleidingsplan. Opmerking: Een van de 2 beroepskrachten heeft net haar VVE-opleiding afgerond en haar certificaat ontvangen. Zij was in januari 2015 begonnen met de opleiding. Zij staat echter ook al sinds januari op de groep. Zij is dan nog in opleiding. De houder geeft aan dat de gemeente haar toestemming heeft gegeven de beroepskracht al in te zetten als ze nog in opleiding is. Goedemiddag meneer Van der Keur, Op 22 december 2014 belde u mij met onderstaand ‘probleem’ en de vraag hoe dit op te lossen. In januari gaat de psz aan de Jachtwagenstraat open. Irma gaat hier ingezet worden. Dit betekent dat op het Zichthof maar 1 beroepskracht met VVE papieren staat. De tweede beroepskracht die in januari op het Zichthof gaat beginnen, heeft deze papieren namelijk nog niet. Pas eind januari/begin februari kan de nieuwe beroepskracht aan de VVE-opleiding beginnen (Sterk – duurt ca. 4 maanden). De verwachting is dat de beroepskracht dan het diploma heeft en dus ingezet kan worden voor VVE. In de tussentijd (januari – juni) zou er dus te weinig (qua aantal) gekwalificeerd (VVE) personeel op de groep staan. Tijdelijk iemand inhuren die wel alle papieren heeft, kost veel geld, geld dat er niet is. De toestemming voor subsidie en dus start van de opleiding heeft lang op zich laten wachten, daarom begint de nieuwe medewerker in januari nog zonder VVE papieren. Als de GGD op inspectie komt, is de peuterspeelzaal in overtreding…
12 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND
Het is goed om te horen dat u het belang in ziet van goed geschoold en gekwalificeerd personeel en dat u maatregelen treft om aan de voorwaarden te voldoen. Als de GGD op inspectie komt, is er inderdaad sprake van een overtreding op het punt dat niet alle beroepskrachten een opleiding hebben gevolgd gericht op het werken met VVE. We kunnen de GGD niet vragen om dit punt niet te inspecteren, noch om iets goed te keuren wat volgens de wet niet goed is. Bij een advies tot handhaving van de GGD zullen wij een aantal punten meenemen in onze afweging over de wijze waarop we gaan handhaven. We gaan er vanuit dat de wel-VVE-gekwalificeerde-beroepskracht de VVE-werkwijze blijft toepassen zoals is vastgelegd. Daarnaast moet u bij de inspectie aan kunnen tonen dat de nieuwe medewerker met de opleiding is gestart (of gaat starten) en aangeven wanneer deze medewerker de opleiding voor VVE zal hebben afgerond. Ik ga er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Bianca Luiten
13 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 18-06-2015
Pinkeltje te PURMEREND