Inspectierapport PSZ Symfonie (PSZ) Eilenbergstraat 254 5011EC TILBURG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant TILBURG 19-03-2014 Regulier onderzoek Definitief 11-04-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 13
2 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Peuterspeelzaal Symfonie is gevestigd in een multifunctionele accommodatie. In het gebouw zijn ook de buitenschoolse opvang , Amarant, de Twern en twee basisscholen gehuisvest. Met ingang van augustus 2013 maken de beide groepen gebruik van de ruimtes die voorheen door het dagverblijf werden gebruikt. De peuterspeelzaal is nu gevestigd op de begane grond en heeft vanuit de groepsruimtes rechtstreeks toegang tot de buitenruimte. inspectiegeschiedenis:Inspectie september 2012:Het VVE programma en de risico-inventarisatie veiligheid voldoen niet. Inspectie november 2012. Dit betreft een nader onderzoek op de overtredingen vastgesteld tijdens de inspectie van september 2012. Tijdens deze inspectie wordt vastgesteld dat de risico-inventarisatie veiligheid inmiddels voldoet, er zijn huisregels gemaakt. De VVE methode voldoet niet. Inspectie april 2013:Tijdens deze inspectie wordt vastgesteld dat de VVE methode nog niet voldoet. Tevens staat het inspectierapport niet op de website. Inspectie 19 maart 2014: Tijdens deze inspectie stelt de toezichthouder vast dat de VVE methode niet voldoet en dat van een van de beroepskrachten geen certificaat VVE aanwezig is. Verder voldoet een verklaring omtrent het gedrag van een van de vrijwilligsters niet aan de wettelijke eisen. Er is Overleg en Overreding toegepast op het aanlevern van het VVE certificaat van een van de beroepskrachten. Tevens is er Overleg en Overreding toegepast op het plaatsen van het inspectierapport op de website. Dit is binnen de wettelijke termijn gebeurd. Tijdens de hoor/wederhoor geeft de locatieverantwoordelijke aan het eens te zijn met de inhoud van het rapport. Er volgt nog een zienswijze. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De beroepskrachten dragen actief bij aan het bijstellen van het pedagogisch beleidsplan. Hun ervaringen worden benut voor het evalueren en het verbeteren van het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid: Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten. Beroepskrachten nemen actief informatie in ontvangst bij het brengen van de kinderen en dragen actief informatie over aan ouders. Ouders krijgen antwoord op vragen. Voorbeeld: Een van de beroepskrachten staat bij de deur en begroet alle kinderen en de ouders persoonlijk. Met elk kind en ouder is contact. Ouders gaan met de kinderen naar binnen een spelen even met de kinderen mee. Het is waarneembaar dat ouders die nog wat kwijt willen aan de beroepskracht hiervoor de tijd krijgen. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Voorbeeld: In een groep zitten de kinderen aan tafel. De beroepskracht heeft de presentielijst op tafel liggen en leest om de beurt de namen op: "Goedemorgen..........". Het betreffende kind geeft een antwoord. "Goedemorgen juf......". Twee kinderen komen nog niet zo lang spelen bij de peuterspeelzaal, zij willen niet reageren, een kind draait zich om als haar naam genoemd wordt. De beroepskracht respecteert dit en benoemt dit: "Goedemorgen......., jij vindt het niet fijn als ik je naam zeg dat weet ik, fijn dat je er bent!". Als er een andere naam genoemd wordt draait het meisje weer terug en kijkt en luistert aandachtig naar de andere kinderen. Persoonlijke competentie:Er is aandacht voor leermomenten: Er zijn speelhoeken die goed en aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel. De peuterspeelzaal is sinds augustus 2013 gevestigd in de ruimtes waar voorheen de dagopvanggroepen gebruik van maakten. De slaapkamer is nu ingericht als speelhoek. Er staan kleine bankjes, tafeltjes en een keukentje in. Dit geeft het idee van een apart "huisje". Het is waarneembaar dat de kinderen graag in deze ruimte spelen. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen. De beroepskrachten stimuleren actief en planmatig het verkennen van grenzen van een kind. De beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. Voorbeeld:Een beroepskracht zit met 2 kinderen op de bank, zij leest een boek voor. Beide kinderen luisteren aandachtig. Spontaan roept een jongetje een rijmwoord op een woord dat door de beroepskracht wordt gezegd. De beroepskracht reageert; "goed zo, dat heet rijmen", en zij herhaalt de woordjes nog een keer. Vervolgens zegt de beroepskracht nog een woord en vraagt wat er op dat woord rijmt. De kinderen zoeken enthousiast naar diverse rijmwoorden. Sociale competentie:De beroepskrachten ondersteunende kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. De beroepskrachten moedigen interactie tussen groepsgenootjes actief aan. Zij richten de aandacht van kinderen op elkaar en helpen om de interactie in stand te houden. Voorbeeld:Een aantal kinderen zijn aan het verven. Een jongen doet dit heel enthousiast en is erg tevreden over zijn eigen werkstuk. Hij zegt regelmatig tegen de beroepskracht: "kijk eens wat ik al kan"! De beroepskracht reageert: "ik vind het echt heel knap, jij bent hard aan het werk". Als het jongetje klaar is met een kleur roept hij : "nou wil ik die kleur" wijst daarbij naar een jongetje en kijkt de beroepskracht aan."Dan moet je vragen of hij met je wil ruilen stelt de beroepskracht voor. Het jongetje spreekt het andere kind aan en vraagt" ik wil graag die kleur, wil jij met mij ruilen?" Het andere jongetje naar zijn eigen potje en dan naar het potje van het andere jongetje. "Dat is goed" zegt hij. Het eerste jongetje reageert heel blij: "kijk juf hij wil met mij ruilen" en roept "yeeeeehhhhhh". De beroepskracht juicht mee;" yeeeeehhhhh , fijn voor je". 4 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Vervolgens geeft hij zijn potje aan het andere jongetje: "dank je wel voor de oranje kleur, mag jij mijn potje hebben". Beide jongetjes verven weer verder. De beroepskracht geeft een compliment dat het zo goed is opgelost. Even later zegt het ene jongetje tegen het andere jongetje: "wij zijn superschilders!". Overdracht van waarden en normen Het is waarneembaar dat de beroepskrachten de afspraken en regels op een eenduidige en consequente manier uitdragen. In beide groepen gelden dezelfde regels. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal Symfonie bevindt zich in een overgangsfase wat de VVE methode betreft. Momenteel wordt de methode T3 gehanteerd. Deze methode voldoet niet aan de wettelijke eisen. Recent is de beslissing genomen om over te stappen naar Piramide. Deze methode voldoet wel aan de wettelijke eisen.Er is nog geen concrete datum bekend wanneer er gestart gaat worden. De verwachting is dat er na de zomervakantie gestart kan worden met de nieuwe methode. Het is de bedoeling om de scholing af te stemmen op de nieuwe methode. De toezichthouder heeft van de beroepskrachten die worden ingezet het VVE certificaat opgevraagd bij het hoofdkantoor. Een van de beroepskrachten gaf tijdens de inspectie aan wel een VVE opleiding gevolgd te hebben, dit certificaat bleek niet aanwezig te zijn op het hoofdkantoor. De toezichthouder heeft Overleg en Overreding toegepast. De houder heeft binnen de wettelijke termijn geen geldig VVE certificaat van deze beroepskracht kunnen laten zien waardoor deze voorwaarde negatief is beoordeeld. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties VVE-certificaten
5 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. De verklaring omtrent het gedrag van 1 van de aanwezige vrijwilligsters was van 2011 waardoor deze niet voldoet aan de wettelijke eisen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op elke groep worden 2 beroepskrachten ingezet. De vrijwilligsters worden boventallig ingezet. Opvang in groepen Momenteel zijn er 2 peutergroep ruimtes in gebruik. In groepsruimte 1 wordt 10 dagdelen per week opvang geboden, in de andere ruimte 4 dagdelen per week. Per dagdeel worden er per ruimte maximaal 15 kinderen opgevangen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd in augustus 2013. Met ingang van augustus 2013 zijn beide groepen verhuisd van de bovenverdieping naar de benedenverdieping. Er wordt nu gebruik gemaakt van 2 ruimtes die voorheen gebruikt werden door de dagopvang. Beide ruimtes zijn opgenomen in de risico-inventarisatie. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (augustus 2013) Risico-inventarisatie gezondheid (augustus 2013) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Veiligheidsverslag (augustus 2013) Gezondheidsverslag (augustus 2013) Huisregels/groepsregels
7 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Ruimte en inrichting Binnenruimte De beide peutergroepen zijn verhuisd naar de benedenverdieping en maken nu gebruik van 2 ruimtes waarin voorheen de dagopvang gevestigd was. De eerste groepsruimte heeft een oppervlakte van 63 m2, de tweede groepsruimte heeft een oppervlakte van 71 m2. Buitenspeelruimte De buitenruimte is vanuit beide groepsruimtes bereikbaar en heeft een oppervlakte van 500 m2. Deze buitenruimte werd voorheen ook al door de peuterspeelzaal gebruikt. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
11 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
PSZ Symfonie http://www.sbkinderopvang.nl 30 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077079
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
19-03-2014 04-04-2014 10-04-2014 11-04-2014 11-04-2014
: 11-04-2014 : 02-05-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze. VVE-certificaat Het VVE certificaat van één van de pedagogisch medewerkers, die overigens wel scholing heeft gevolgd is helaas niet terug gevonden. We gaan zorgen dat deze medewerker bij de eerstkomende VVE-scholing kan aansluiten om zo alsnog haar VVE-certificaat te behalen. Ter overbrugging hebben we in het personeelsdossier van deze medewerker een interne verklaring van VVE-scholing opgenomen. VOG De vrijwilliger met het verouderde VOG heeft direct na het inspectieonderzoek een VOG-aanvraag ingediend bij de gemeente. Door omstandigheden heeft zij in 2013 de digitale aanvraag met code vanuit onze organisatie niet ontvangen.
13 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 19-03-2014
PSZ Symfonie te TILBURG