Inspectierapport PSZ Boemerang (PSZ) Rijperkerkstraat 4 5035BR TILBURG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Tilburg 04-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 27-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 14
2 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Peuterspeelzaal Boemerang is samen met het KDV, de BSO en de basisschool gevestigd in een pand aan de rand van Tilburg in de wijk Reeshof. De omgeving bestaat voor een groot deel uit groen en weiland. Het dagverblijf, de BSO en de peuterspeelzaal beschikken over een eigen ingang en zijn onderdeel van de Kinderopvanggroep Tilburg. Alle groepsruimtes zijn gesitueerd aan de rechterkant van de gang. Aan de linkerkant bevinden zich diverse kantoortjes, bergingen, de keuken en het washok. De eerste groepsruimte na binnenkomst is gereserveerd voor de peuterspeelzaal. Er worden maximaal 15 kinderen per dagdeel opgevangen. De peuterspeelzaal is 10 dagdelen per week geopend. Inspectiegeschiedenis: Tijdens de jaarlijkse inspectie van 15 april 2013 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen . Tijdens de jaarlijkse inspectie van 19 februari 2014 stelt de toezichthouder een overtreding vast binnen de beroepskracht-kindratio. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Aandachtspunt blijft de vele wisselingen van locatiedirecteur. Tijdens het nader onderzoek van 13 mei 2014 stelt de toezichthouder vast dat de geconstateerde overtreding tijdens de inspectie van februari 2014 is opgelost. Tijdens de huidige inspectie stelt de toezichthouder een overtreding vast binnen het domein: beroepskracht-kindratio De toezichthouder past overleg en overreding toe op het plaatsen van het inspectierapport op de website. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor verdere uitleg verwijs ik u naar de inhoud van het rapport.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen volgens uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. Zij weten waarom zij zo handelen en wat de bedoeling ervan is in relatie tot de vier pedagogische basisdoelen. Emotionele veiligheid De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Voorbeeld Een kind loopt door de ruimte, hij heeft zijn "tut" in de hand. De beroepskracht loopt naar het kind en zegt dat ze samen de "tut" in de tas van het kind gaan stoppen want dat hij zo niet fijn kan spelen. Het kind zegt dat hij wil gaan slapen. De beroepskracht zegt dat dat mag, maar dat eerst de "tut" in de tas gaat en dat de jongen dan als hij wil op de bank mag gaan slapen. De jongen loopt mee naar de tas en stopt zijn knuffel in de tas. De beroepskracht zegt dat hij de knuffel goed heeft opgeborgen en ze vraagt aan de jongen wat hij wil gaan doen. De jongen zegt dat hij bij de boekjes wil gaan kijken. De beroepskracht loopt met hem mee.Even later speelt de jongen met 2 andere kinderen in de boekenhoek. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn, ze geven complimentjes, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Voorbeeld De kinderen en de beroepskrachten zitten in de kring. De beroepskracht laat de pictogrammen zien van de activiteiten van die dag. Ze zegt: "kijk en daarna gaan we een feestje vieren, weten jullie wie er vandaag zijn verjaardag viert?" De kinderen knikken en wijzen naar de jongen die zijn verjaardag viert. Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen bezig met hun spel. Conclusie Op peuterspeelzaal Boemerang wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. 4 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
De beroepskrachten en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid door samen te praten, naar elkaar te luisteren, plezier te maken, ervaringen te delen. Ieders inbreng draagt bij aan de wederzijdse relatie en interactie. Voorbeeld: De kinderen zitten in de kring, een kind heeft een kaart in de hand. De beroepskracht zegt: "kijk eens naar X, hij heeft wat gemaakt en wil dit aan ons laten zien". "Wat heb je gemaakt X"? De jongen houdt de kaart omhoog en zegt:"ik heb deze kaart zelf gemaakt". "Wat mooi", zeggen de beroepskrachten. Een meisje zegt:"dat heb jij mooi gemaakt X". Vervolgens begroet de beroepskracht een meisje in de kring:"goedemorgen M, wat fijn dat je er weer bent, jij bent op vakantie geweest hè, was het leuk"? Het meisje zegt dat ze naar zee is geweest en dat het erg leuk was. "We gaan nog een keer,zo leuk was het", zegt het meisje. De beroepskracht vraagt of zij dan ook mee mag. Het kind dat naast het meisje zit zegt:"mag ik dan ook mee", ze kijkt daarbij vragend naar het meisje. Het meisje zegt :"ik weet niet of iedereen mee mag van mama". Conclusie Op peuterspeelzaal Boemerang wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten moedigen interactie tussen groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen. Voorbeeld Een kind zegt tegen de beroepskracht dat hij graag met het "vis-spel" wil spelen. De beroepskracht pakt de doos voor hem en zet deze op tafel. Vervolgens helpt ze mee om het spel klaar te zetten. De beroepskracht vraagt aan het kind:"mag X ook met je meespelen, ik denk dat zij dat erg leuk vindt". De jongen zegt dat dat goed is. Het meisje komt erbij en krijgt ook een hengel. De beroepskracht geeft opdrachtjes, de kinderen gaan "vissen". De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wel de bedoeling is. Voorbeelden: Een kind pakt speelgoed af van een ander kind. Het andere kind begint te huilen, de beroepskracht heeft het ook gezien en grijpt in:"je mag geen speelgoed afpakken X, daar was Y mee aan het spelen. Jij bent met de boekjes aan het spelen". Even later zitten de kinderen aan tafel. Een kind stoot een ander kind tegen de arm, het andere kind kijkt boos maar zegt niets. De beroepskracht grijpt in:"M, niet doen, X vindt dat niet leuk". De jongen zegt:"ik doe het maar een klein beetje". De beroepskracht zegt: "ook niet een klein beetje, X vindt dit niet leuk". Vervolgens zegt het jongetje:"ik vind dat niet leuk, niet meer doen". De beroepskracht geeft een compliment:"dat heb je heel goed gezegd". Conclusie De sociale competentie wordt op peuterspeelzaal Boemerang voldoende gewaarborgd. Overdracht van waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig en worden indien nodig uitgelegd. Voorbeelden: "Je moet wel op je billen gaan zitten, anders val je van de bank". Een kind heeft geplast de beroepskracht vraagt: "heb je doorgetrokken". De jongen zegt dat hij dat heeft gedaan. De beroepskracht zegt: "doe het nog maar een keer want ik heb niets gehoord". Het kind trekt door. De beroepskracht zegt:"goed zo, nu heb ik het gehoord, ga je nu de handen wassen"? Tijdens het fruit eten zegt de beroepskracht tegen een kind: "weet je nog, we stoppen steeds een 1 stukje fruit in de mond en goed kauwen".
5 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Conclusie Op peuterspeelzaal Boemerang wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties
6 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. De vrijwilligster en beide stagiaires beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan 2 jaar. Conclusie De verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de eisen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passend diploma. Opvang in groepen De peuterspeelzaal is 10 dagdelen per week geopend. Per dagdeel worden er maximaal 15 kinderen opgevangen. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de eisen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Uit de presentielijsten en het rooster blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Op het moment van inspectie vierde een van de kinderen zijn 3e verjaardag. Er was met de moeder een afspraak gemaakt dat zij om 10.30 uur aanwezig zou zijn voor een oudergesprek en dat daarna de verjaardag van het kind in bijzijn van moeder gevierd zou worden. Tijdens het oudergesprek ging een beroepskracht met de kinderen naar buiten, de andere beroepskracht bleef in de groepsruimte om met moeder te praten. De beroepskracht was met 9 kinderen alleen buiten waardoor de beroepskracht-kindratio op dat moment niet voldeed. Na 12 minuten is de beroepskracht met de kinderen naar binnen gegaan, een van de kinderen had in zijn broek geplast. Het gesprek werd op dat moment afgebroken. De toezichthouder heeft aan de beroepskracht gevraagd of oudergesprekken altijd plaats vinden tijdens de peuterspeelzaaltijd. Volgens de beroepskracht is dit bijna altijd het geval. Oudergesprekken vinden plaats als kinderen 3 jaar en 4 jaar oud worden. Conclusie Op momenten dat oudergesprekken worden gehouden tijdens de tijden van de peuterspeelzaal is de beroepskracht-kindratio niet op orde.
7 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
8 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Ruimte en inrichting
Binnenruimte De groepsruimte heeft een oppervlakte van 58 m2. De groepsruimte is passend ingericht, er zijn diverse hoeken gecreëerd. In de groepsruimte zijn een commode, een keukenblok en 2 kindertoiletjes geplaatst. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de binnenruimte voldoen aan de eisen. Buitenspeelruimte De buitenruimte heeft een oppervlakte van 1234 m2. Deze speelruimte wordt ook gebruikt door de kinderen van het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf is van dezelfde houder. De buitenruimte is bereikbaar vanuit de groepsruimte. De buitenruimte is passend ingericht. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de buitenruimte voldoen aan de eisen. Gebruikte bronnen: Observaties
9 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Ouderrecht
Informatie Op de website van de peuterspeelzaal was het laatste rapport van het kinderdagverblijf geplaatst. Het rapport van de peuterspeelzaal was niet terug te vinden. De toezichthouder heeft contact opgenomen met de locatieverantwoordelijke en overleg en overreding toegepast. Dezelfde dag heeft de locatieverantwoordelijke het laatste rapport van de peuterspeelzaal op de website laten plaatsen. Conclusie Het laatste inspectierapport is terug te vinden op de website www.peuterspeelzalentilburg.nl Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Website (www.peuterspeelzalentilburg.nl)
10 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
PSZ Boemerang http://www.sbkinderopvang.nl 15 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077079
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
04-03-2015 13-03-2015 27-03-2015 27-03-2015 31-03-2015
: 31-03-2015 : 21-04-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Oudergesprekken doen we natuurlijk in principe buiten opvangtijd. Indien we bij uitzondering onder opvangtijd met ouders spreken vragen we ondersteuning van een collega van een andere groep. Zodat de activiteiten met de peuters gewoon door kunnen gaan. Het oudergesprek op de dag van de GGD-inspectie was afgesproken aan het einde van de ochtend om 11.30 uur, ná het vieren van het verjaardagsfeestje van het kindje van deze moeder. Moeder had aangegeven dat ze bij de verjaardag viering aanwezig wilde zijn. Moeder was ruim op tijd aanwezig en min of meer spontaan is het oudergesprek vooraf aan de viering gedaan.
14 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 04-03-2015
PSZ Boemerang te TILBURG