Inspectierapport PSZ Kleine Woud (PSZ) Groenewoudstraat 70 5022GE TILBURG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Tilburg 23-11-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 10-12-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 10
2 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal (psz) Kleine Woud valt onder Kinderstad Tilburg (Kinderopvang Tilburg BV), maakt deel uit van Brede school Groenewoud en werkt nauw samen met basisschool de Alm. De psz staat geregistreerd voor de opvang van 30 kinderen. Momenteel worden maximaal 15 kinderen opgevangen (leeftijd 2-4 jaar). Omdat de psz beschikt over twee groepsruimtes is het mogelijk om een tweede groep met maximaal 15 kinderen op te vangen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de inspectie van 26 februari 2013 wordt een overtredingen geconstateerd in het domein: Pedagogisch klimaat, met betrekking op de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Locatie het Kleine Woud beschikt niet over een VVE opleidingsplan. Tijdens de inspectie van 3 juni 2014 voldoet peuterspeelzaal het Kleine Woud aan alle getoetste voorwaarden. Huidige inspectie Tijdens de onaangekondigde inspectie op 23 november 2015 wordt de pedagogisch praktijk beoordeeld. De aanwezige beroepskrachten geven inzage in de gevraagde documenten en geven uitleg over het dagprogramma en de VVE methode Piramide. De ontbrekende documenten worden door de directeur nagestuurd. Er wordt één overtreding geconstateerd in het domein: Personeel en groepen, drie vrijwilligers beschikken niet over een VOG dat voldoet aan de gestelde eisen. Aan alle overige getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van alle inspectie-items die tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werkinstructies uit het pedagogisch beleidsplan van peuterspeelzaal Kleine Woud. Emotionele veiligheid Kinderen hebben op hun opvangdag altijd vaste andere kinderen in de groep. Praktijk: Peuterspeelzaal Kleine Woud werkt met vaste groepen. De kinderen komen op vaste dagdelen. Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Praktijk: Het dagprogramma heeft dagelijks terugkerende vaste onderdelen zoals bijvoorbeeld fruit eten en het kringgesprek. Deze vaste onderdelen worden op vaste tijden aangeboden en zijn herkenbaar door het uitvoeren van bepaalde rituelen. Bij het fruit eten wordt een liedje gezongen. Als de kinderen in de kring gaan mogen ze zelf een poefje pakken en op de rode stip in de kring zetten. Persoonlijke competentie Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen. Praktijk: Er wordt gewerkt met een vast dagprogramma. In het programma is ruimte voor vrij spel en geplande activiteiten. Vanuit het voor- en vroegschoolse educatieprogramma Piramide, worden verschillende thema's behandeld. Per thema wordt wekelijks een activiteitenprogramma uitgewerkt. In een kolom achter de activiteit wordt aangegeven welk ontwikkelingsgebied gestimuleerd wordt bij de betreffende activiteit. Om de kinderen te betrekken bij de activiteit, benadert de beroepskracht de kinderen persoonlijk. Ze vraagt bijvoorbeeld; 'A weet jij welke dag het is vandaag? Sociale competentie De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Praktijk: Kind A komt aan de beroepskracht vertellen dat kind B haar tasje heeft afgepakt. De beroepskracht knielt op de grond en spreekt de kinderen op ooghoogte toe. Ze vraagt aan kind B of het klopt wat kind A vertelt. Vervolgens vraagt ze aan B of ze het tasje wil teruggeven aan A. Als B dat heeft gedaan geeft ze B een compliment. Overdracht normen en waarden De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van een kind verwacht wordt. Praktijk: 4 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Regels en afspraken worden regelmatig herhaald en uitgelegd. De beroepskrachten leren de kinderen bijvoorbeeld op te ruimen voor ze aan een andere activiteit beginnen. Het opruimen wordt ondersteund door een liedje dat duidelijk maakt wat er van de kinderen verwacht wordt. Kinderen leren om naar elkaar te luisteren. Als de kinderen praten terwijl een ander kind wat vertelt legt de beroepskracht uit dat ze eerst moeten luisteren en daarna zelf iets mogen vertellen. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal Kleine Woud biedt VVE aan voor alle kinderen in de groep, kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, komen in aanmerking voor extra dagdelen (4 dagdelen per week). Het dagelijkse programma wordt ondersteund door de methode Piramide en bevat activiteiten gericht op de voorschoolse educatie. Er wordt spelenderwijs aandacht besteed aan taalontwikkeling, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Alle beroepskrachten die momenteel worden ingezet op het Kleine Woud hebben een VVE scholing gevolgd. Er is een opleidingsplan opgesteld voor het schooljaar 2015-2016 met daarin onder andere opgenomen de inzet van een HBO coach en het volgen van de training KIJK door alle medewerkers de HBO coach en de directeur. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Tijdens vrij spel, kringgesprek en voorlezen) Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch locatiebeleid van peuterspeelzaal 'het Kleine Woud', september 2015) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie Borgdocument VVE Peuterspeelzaal Het Kleine Woud 2014 Borgdocument VVE Peuterspeelzaal Het Kleine Woud in ontwikkeling 2015
5 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten en de houder beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Drie vrijwilligers zijn niet in het bezit van een geldige VOG. In de Wijzigingswet Kinderopvang 2013 is opgenomen dat sinds juli 2013 vrijwilligers voor aanvang van de werkzaamheden een VOG moeten overleggen, en vervolgens uiterlijk iedere twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent gedrag. De overlegde VOG’s van de vrijwilligers dateren van augustus 2013. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er zijn vaste groepen geformeerd met maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. De kinderen worden 2 of 4 dagdelen opgevangen in de volgende combinaties: 1. Maandagochtend - woensdagmiddag 2. Maandagmiddag - woensdagochtend 3. Dinsdagmiddag - donderdagochtend 4. Dinsdagochtend – donderdagmiddag Vier dagdelen: 1. Maandagmiddag – dinsdagochtend – woensdagochtend – donderdagmiddag 2. Maandagochtend – dinsdagmiddag – woensdagmiddag – donderdagochtend Per dagdeel is één groep aanwezig. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kind-ratio wordt nageleefd. Op het rooster is inzichtelijk dat er altijd twee beroepskrachten aanwezig zijn. Er worden maximaal 15 kinderen opgevangen per groep. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Directeur) Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
7 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
PSZ Kleine Woud http://www.sbkinderopvang.nl 30 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077079
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA Tilburg 088-3686845 B van Dommelen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
23-11-2015 30-11-2015 09-12-2015 10-12-2015 11-12-2015 11-12-2015
: 01-01-2016
9 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. “Nieuwe VOG’s zijn inmiddels aangevraagd en de betreffende vrijwilligers zullen pas weer op de groep komen ondersteunen als de VOG’s binnen zijn.”
10 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 23-11-2015
PSZ Kleine Woud te TILBURG