Inspectierapport Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover (PSZ) Biggekruid 7 5721RB ASTEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Asten 27-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 13-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 6 Personeel en groepen ...................................................................................................... 11 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 13 Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 14 Ouderrecht .................................................................................................................... 15 Inspectie-items .................................................................................................................. 16 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 21 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 21 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 22
2 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het betreft een jaarlijks onderzoek. Het onderzoek heeft zich gericht op alle voorwaarden uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De Stichting peuterspeelzalen Pinkeltje wordt gesubsidieerd door de gemeente. Om die reden wordt binnen het domein Ouderrecht de oudercommissie niet beoordeeld. Gesubsidieerde peuterspeelzalen, zijn verplicht vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning tot het instellen van een cliëntenraad op organisatieniveau. Beschouwing Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover is onderdeel van Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje. De Stichting peuterspeelzaal "Pinkeltje" is in 1972 opgericht. De Stichting beschikt over vijf peuterspeelzalen, waarvan: drie in Asten, één in Ommel en één in Asten-Heusden. De peuterspeelzaal is gevestigd in een pand met de Dalton basisschool Het Lover. Er wordt ook voorschoolse en tussenschoolse opvang geboden. De locatie beschikt over één groepsruimte in het gebouw. Gedurende de week zijn er in deze ruimte in totaal 3 groepen van maximaal 15 kinderen (2-4 jarigen) aanwezig. Elke groep heeft een aanbod van een ochtend en een middag. De kinderen met een indicatie voor Voorschoolse Educatie komen 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal. De locatie biedt formeel Voorschoolse Educatie (VE) aan. De locatie maakt gebruik van de VVE methode Puk&Ko. Daarnaast gaan zij werken met de observatiemethode KIJK. Uit het gesprek met de houder blijkt dat er al nauwe samenwerking is met de basisschool en de samenwerking nog volop in ontwikkeling is. Er wordt op het moment gewerkt aan een gezamenlijke visie, zodat het beleid van de peuterspeelzaal locatie specifiek beschreven kan worden. Inspectiegeschiedenis Sinds 14 maart 2014 is een peutergroep verhuisd van de Ceresstraat naar het Biggekruid. Op het Biggekruid staat een nieuwbouw van de brede school Lover aan het Biggekruid. Onderzoek voor registratie op 6 februari 2014 en onderzoek na aanvang van exploitatie op 2 juni 2014 Het kindercentrum is in 2014 tweemaal bezocht vanwege het starten van een nieuwe kindercentrum. Tijdens het eerste bezoek is onderzocht of de peuterspeelzaal redelijkerwijs ging voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij het tweede bezoek voldeed de peuterspeelzaal aan alle kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Jaarlijkse inspectie op 27 maart 2015 Tijdens de huidige inspectie is gesproken met de vaste medewerkers en de coördinator van de locatie. De beroepskrachten werken al geruime tijd bij Stichting peuterspeelzalen Pinkeltje. De samenwerking tussen de beroepskrachten verloopt soepel. Binnen de Stichting peuterspeelzalen Pinkeltje worden geen vrijwilligers ingezet. Voor het schooljaar 2014/ 2015 zijn er geen aanvragen voor een stageplaats binnengekomen. In 2012 is de peuterspeelzaal voor de eerste keer bezocht door de Inspectie onderwijs. In 2015 is de peuterspeelzaal opnieuw aan de beurt voor een bezoek. Tijdens de observatie is gezien dat de meeste kinderen plezier hebben in het spelen en daarvoor alle speelhoeken gebruiken. Het beleid veiligheid en gezondheid en de uitvoering er van is een cyclisch proces. Jaarlijks wordt de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd door de beroepskrachten. De laatste risico-inventarisaties, plan van aanpak, huisregels en ontruimingsplan staan op de website.
3 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Conclusie De peuterspeelzaal voldoet aan de wettelijk verplichte items van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Inleiding In dit hoofdstuk wordt getoetst of het peuterspeelzaalwerk wordt georganiseerd volgens de Wettelijke kwaliteitseisen kinderopvang en peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet In de peuterspeelzaal wordt opvang geboden aan kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. S.Friesen) Interview anderen (Beroepskrachten)
5 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Pedagogisch klimaat Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het "Pedagogisch klimaat". Binnen de praktijkobservatie zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum 0-4 jaar. De inspectiebevindingen van het domein "pedagogisch klimaat" zijn per aspect beschreven met praktijkvoorbeelden. Elk onderdeel eindigt met een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleid opgesteld, waarin de visie over het peuterspeelzaalwerk beschreven is. De kenmerkend visie is het creëren van optimale ontwikkelingskansen in een sfeer van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen. Het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de minimale voorwaarden. Het beleid bestaat uit de volgende documenten: Algemeen speelplan/beleidsplan van organisatie Pinkeltje, maart 2012 (aangepast in november 2013) Info boekje (januari 2013) Bijlage beleid Lover (geen datum) In de bijlage van het speelplan/beleidsdocumenten worden onderstaande onderdelen beschreven: De maximale groepsgrootte van 15 kinderen en incidenteel tijdelijk 16 kinderen in een groep te plaatsen. Het verloop van de ochtend/middag in de peuterspeelzaal De samenwerking met school De achterwachtregeling Het vierogenprincipe Aandachtspunt vier competenties WKO In het pedagogisch beleidsplan wordt in hoofdstuk 6 de volgende ontwikkelingsaspecten aangegeven: 1. Sociale en emotionele ontwikkeling 2. Motorische en zintuiglijke ontwikkeling 3. Taalontwikkeling 4. Verstandelijke ontwikkeling 5. Ontluikende gecijferdheid In een pedagogisch beleidsplan moet volgens de wet Kinderopvang en peuterspeelzalen in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven staan: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Met de coördinator is besproken bij de herziening van het pedagogisch beleidsplan de vier competenties van de wet Kinderopvang duidelijker op te nemen in het pedagogisch beleidsplan. Activiteiten buiten de stamgroep Het komt incidenteel voor dat er activiteiten zijn gepland buiten de speelzaalruimte, namelijk een brede school activiteiten, gebruik van het speellokaal of een wandeling.
6 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Signaleren en doorverwijzen Bij de peuterspeelzaal wordt gebruik gemaakt van een observatiesysteem gericht op verschillende ontwikkelingsgebieden. In het beleid staat beschreven hoe ermee wordt omgegaan als een kind extra zorg of uitzonderlijke zorg vraagt. Daarnaast wordt ingegaan op de samenwerkingspartners als jeugdgezondheidszorg en de meldcode kindermishandeling. In de loop van 2015 wordt de methode “Kijk” ingevoerd.
Pedagogische praktijk Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie heeft plaatsgevonden op maandag 27 maart 2015. Er waren12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten en een ouder. Het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Er wordt binnen en buiten gespeeld. Kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Er wordt voldaan aan de 4 basisdoelen. Emotionele ontwikkeling 'Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen'. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar'. Veldinstrument Observatie: 'De beroepskrachten communiceren met de kinderen' Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst. De beroepskrachten kennen ieder kind bij naam en weten bijzonderheden, zoals karakter, gezondheid en ontwikkeling. In het contact met het kind wordt deze kennis gebruikt. Beroepskrachten gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. Beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie van de individuele kinderen. Enkele voorbeelden: Kinderen komen met de ouder binnen en leggen het meegebrachte fruit in een plastic bak. Beroepskrachten begroetten de kinderen en maken een praatje met de ouders. In de kring worden kinderen verwelkomd en mogen ze wat vertellen. De beroepskracht ligt toe welk speelgoed vandaag op de tafels liggen. Daarnaast wordt gezocht naar het kind dat de koekjes uit mag delen door hem te beschrijven: “hij heeft een bruine broek en een trui met strepen”. De beroepskracht neemt het ochtend programma aan de hand van de dagritmekaarten door. Het hulpje van de dag mag de dagritmekaarten omdraaien die al voorbij zijn. Conclusie In het kindercentrum wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Observatie instrument: Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting' Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Kinderen hebben er plezier in en krijgen leer- en ervaringskansen. Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn specifieke speelhoeken. Enkele voorbeelden: Aan het begin van de ochtend ligt er speelgoed klaar op de hoge en de lage tafel. Op de hoge tafel ligt een groot bord om noppers in te steken en enkele puzzels. Op de lage tafel ligt nieuw ontwikkelingsmateriaal , namelijk construct. Beroepskrachten stimuleren het spel van de 7 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
kinderen op een positieve manier door samenspel met de kinderen, zoals in de huishoek met poppen, in de bouwhoek met de rails en een puzzel maken. In de kring wordt nog ingegaan op het logeren van “Puk” bij een van de kinderen en wordt het “logeerschriftje” voorgelezen. Het kind mag de kring rondgaan om de foto’s van Puk te laten zien. De beroepskracht noemt de naam van het kind , dat aan de beurt is om Puk te laten logeren. Na de kring wordt rond 9 uur de activiteit geïntroduceerd, namelijk een voorbereidende oefening voor het schrijven . Kinderen oefenen een lied “Mijn berg is groot” door met de armen grote kringen in de lucht te maken. Vervolgens bukken de kinderen en mogen op de grond slaan met de handen. Inmiddels zijn drie lage tafels klaargezet en krijgen kinderen een schort aan. Op de tafels wordt scheerschuim gespoten en kinderen mogen opnieuw draaiende bewegingen maken in de scheerschuim. Enkele kinderen aarzelen maar na verloop van tijd zijn alle kinderen enthousiast in de scheerschuim rondjes aan het draaien en voelen. De groep bestaat uit kinderen van 2 - 4 jaar waardoor de kinderen tenminste twee kinderen van het eigen ontwikkelingsniveau hebben en er gelegenheid is voor spel in kleine groepjes.
Conclusie In het kindercentrum wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie 'De interacties met leeftijdgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale kennis en vaardigheden. Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen'. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar' Observatie instrument: 'De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen'. Er is een herkenbare dagindeling waarbij er ruimte is nieuwe en spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo van het kind. De beroepskrachten helpen de kinderen in het contact met andere kinderen. Enkele voorbeelden: Enkele kinderen nemen afscheid van de ouder en zwaaien hen uit, terwijl de beroepskracht op afstand toekijkt. Na het uitzwaaien krijgen kinderen een compliment of een aai over de bol. De beroepskracht bukt bij het kind en vraagt “Is het gelukt met uitzwaaien?” en gaat samen met het kind een puzzel maken. Tijdens de activiteit helpen de beroepskrachten de kinderen om rondjes te draaien. Ze verwoorden daarbij de emotie, zoals “
vind het spannend.” Een ander kind wil al snel stoppen met de activiteit. Beroepskracht verwoord “Wil je niet meer, zullen we dat nog een keer samen rondjes maken?” Het kind vind het goed en even later is hij zelf weer rondjes aan het draaien en vervolgt het spel. Er is veel samenspel gezien van de kinderen onderling. Enkele kinderen spelen en overleggen over de auto’s. Andere kinderen zijn een tafel aan het “repareren”. In de huishoek wordt “gekookt” en poppen in bed gelegd. Een kind begint te huilen omdat het meespelen even niet lukt. De beroepskracht verwoord de emotie van het kind en bespreekt dit met het andere kind. Het kind neemt even een moment van rust en gaat zitten duimen, terwijl hij in een kist zit. Even later speelt hij weer enthousiast mee. Conclusie In het kindercentrum wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
8 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Overdracht van waarden en normen 'Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie'. Bron: 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar' Observatie instrument: 'Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen'. De beroepskrachten zijn zich bewust van een professionele voorbeeldrol. Zij gedragen zich volgens de waarden en normen die in het pedagogisch beleidsplan en huisregels vermeld staan. Enkele voorbeelden: Rond 9.00 uur geven de beroepskrachten aan dat er opgeruimd gaat worden voordat de activiteit start. Voor het fruit moment gaan kinderen in een rijtje voor de wastrog staan zodat de handen gewassen kunnen worden. Vervolgens gaan ze in de kring zitten en zingen het fruit lied “Appel, peer” Later op de ochtend wordt opnieuw opgeruimd en wordt het “opruimlied” aangezet, de kinderen zingen het lied mee en weten dat er vervolgens opgeruimd gaat worden. De meeste kinderen helpen mee een enkel kind blijft doorspelen. Conclusie In het kindercentrum worden de waarden en normen voldoende gewaarborgd. Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat zes dagdelen van in totaal 15 uur per week . De speelzaal is geopend voor drie groepen van 15 kinderen. In de ochtenden worden de kinderen gebracht tussen 8.30 uur en 8.45 uur en opgehaald tussen 12.15 uur en 12.30 uur. In de middag worden de kinderen gebracht tussen 13.00 en 13.15 uur en opgehaald tussen 15.00 en 15.15 uur. De drie groepen zijn geopend op: Maandagmorgen en donderdagmiddag Maandagmiddag en donderdagmorgen Dinsdagmiddag en vrijdagmorgen Kinderen met indicatie In de maand maart 2015 zijn er negen "doelgroep" kinderen, die de peuterspeelzaal vier dagdelen per week bezoeken of een combinatie hebben met een andere peuterspeelzaal. De indicaties zijn weinig/ geen Nederlands, ontwikkelingsachterstand en risicogezinnen. Opleidingseisen beroepskrachten voorschoolse educatie Alle beroepskrachten voorschoolse educatie beschikken over een beroepskwalificatie conform de cao kinderopvang. Daarnaast heeft iedere beroepskracht een scholing VVE gevolgd. In 2014/2015 hebben de beroepskrachten de scholing gevolgd ontrent de observatiemethode "Kijk". De certificaten waren nog niet voorhanden.
9 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Beroepskracht 1
VVE scholing
Jaar
Puk & Ko Vversterk, basis Ko-totaal Verdiepingsmodule Vversterk
2004 2008 2009 2011
Vversterk, basis Puk & Ko Ko-totaal Verdiepingsmodule Vversterk
2008 2009 2010 2011
Verdiepingsmodule Vversterk Puk & Ko
2011 2011
2
3
Opleidingsplan voorschoolse educatie Er is een opleidingsplan 2014/2015 waarin de volgende onderwerpen i9nhoudelijk en financieel uitgewerkt zijn: Doorgaande lijn Ouderbetrokkenheid Kwaliteitszorg en ontwikkeling Begeleiding en zorg ICT. Methode voorschoolse educatie Peuterspeelzaal Pinkeltje werkt volgens de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) methode Puk & Ko. De methode stimuleert jonge kinderen door een combinatie van spelen, werken en leren op een speelse manier in hun ontwikkeling. Vanuit de methode wordt er gewerkt met projectthema's, zoals de thema's: 'Hoera een baby', 'Welkom Puk' etc. Tijdens de inspectie is het thema: 'wat heb jij aan vandaag?' De beroepskrachten werken met projectthema's. Elk projectthema heeft een duur van 4 tot 6 weken, waarbij de eerste week in het teken staat van de introductie en er in week 2 t/m 6 verdiepingsactiviteiten plaatsvinden. Per schooljaar worden er ongeveer 4 projectthema's vanuit het methodeboek Puk& Ko uitgevoerd. Daarnaast worden er zelf ontwikkelde projectthema's met activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd, zoals de thema's: Sinterklaas, lente, herfst etc. De locatie verantwoordelijke geeft aan dat de observatie methode KIJK geïmplementeerd wordt binnen organisatie Pinkeltje om de ontwikkeling van kinderen te volgen. Deze observatie methode wordt gemeente Asten breed geïmplementeerd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. S.Friesen) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Vrijdag 27 maart 2015 van 8.30 t/m 11.00 uur) Website (www.peuterspeelzalenpinkeltje.nl) Pedagogisch beleidsplan (website) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (ontvangen 31 maart 2015)
10 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Personeel en groepen Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". De medewerkers worden gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 is getoetst of de medewerkers een VOG hebben dat is opgenomen in de continue screening. Vanaf 2015 worden alleen de nieuwe medewerkers, vrijwilligers en stagiaires getoetst. Daarnaast wordt getoetst of de houder voldoende personeel inzet. Pere aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de voorgaande inspectie zijn de Verklaringen omtrent het gedrag (VOG's), die in het kader van de continue screening zijn aangevraagd, ingezien van bestuur, beroepskrachten en stagiaires. Het screeningsprofiel voor de beroepskrachten was 84 en 86. De VOG's van het bestuur is afgegeven voor "rechtspersoon" . Er zijn 5 bestuursleden bij de Stichting peuterspeelzalen Pinkeltje. Pinkeltje maakt in 2015 geen gebruik van stagiaires. Er hebben geen wijzigingen plaatsgevonden in de inzet van personeel voor deze locatie. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De peuterspeelzaal bestaat ieder dagdeel uit één stamgroep met maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Er zijn gedurende de week drie verschillende vaste groepen in de ruimte aanwezig. Groep
Openingsdagen
Groep
Maximaal aantal kinderen 15
Bezetting maand maart 2015 15 kinderen
15
13 kinderen
15
14 kinderen
Maandagmorgen en donderdagmiddag Groep Dinsdagmiddag en vrijdagmorgen Maandagmiddag en donderdagmorgen Groep
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het team bestaat uit drie vaste beroepskrachten, die volgens een vast schema met elkaar samenwerken. Bij ziekte of afwezigheid vervangen de beroepskrachten elkaar. Elke groep heeft twee vaste beroepskrachten.De kinderen zijn bekend met het team.
11 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en in de peuterspeelzaal wordt Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. S.Friesen) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Vrijdag 27 maart 2015 van 8.30 t/m 11.00 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (inzage op lokatie) Presentielijsten (inzage op lokatie) Personeelsrooster (inzage op lokatie)
12 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Veiligheid en gezondheid Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Veiligheid en gezondheid". De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid worden getoetst op inhoud en volledigheid. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten over het beleid veiligheid en gezondheid. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. In 2016 gaat het vierogenprincipe ook getoetst worden voor peuterspeelzalen.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft in april 2014 en maart 2015 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd in de ruimtes van de peuterspeelzaal. Hiervoor is gebruik gemaakt van een format, die afgeleid is van de risico-inventarisatie veiligheid ontwikkeld door de stichting Consument en Veiligheid en de risico-inventarisatie gezondheid ontwikkeld door Landelijk centrum voor Hygiëne en veiligheid. De beroepskrachten voeren de risico-inventarisatie uit. In een teamoverleg worden de taken verdeeld en de gedragsafspraken nagelopen en bijgesteld. De gedragsafspraken zijn vertaald naar de huisregels van de peuterspeelzaal. Uit de gesprekken blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleid veiligheid en gezondheid. Meldcode kindermishandeling De Stichting peuterspeelzalen Pinkeltje gebruikt de meldcode voor de kinderopvang, versie juli 2013, die is gebaseerd op de basis meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang). Deze meld code bevat een sociale kaart met o.a de gegevens van de vertrouwensinspecteur. Aandachtspunt Er is geen aandachtfunctionaris aangesteld. Met de coördinator is besproken zich te oriënteren op een opleiding voor Aandachtfunctionaris om de kennis en gebruik van de meld code binnen de organisatie goed te borgen. De meld code kan nog aangevuld worden met een Handleiding en signaallijsten 0-4 jarigen.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. S.Friesen) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Vrijdag 27 maart 2015 van 8.30 t/m 11.00 uur) Risico-inventarisatie veiligheid (website) Risico-inventarisatie gezondheid (website) Actieplan veiligheid (website) Actieplan gezondheid (website) Huisregels/groepsregels (website) Meldcode kindermishandeling (website, versie juli 2013)
13 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Ruimte en inrichting Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Accommodatie en inrichting". Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Binnenruimte Er is ruim voldoende binnenspeelruimte aanwezig voor 15 kinderen. Binnenruimte Groepsruimte
m² 84 m²
Aantal kinderen 15
Beschikbare 5,6 m²
Inrichting De ruimte groepsruimte is ingericht in verschillende speelhoeken. Zo is er een huishoek, waar kinderen zich terug kunnen trekken, een bouwhoek, leeshoek en een themahoek. Er is veel vrije ruimte voor bewegingsactiviteiten van de kinderen. Er zijn zowel lage- als hoge meubels in de groepsruimte aanwezig. Er is een aparte aangrenzende toiletruimte met twee peutertoiletjes en een verschoonmeubel. Buitenspeelruimte De peuterspeelzaal heeft een ruime buitenruimte van 575 m² aan de achterzijde van het gebouw. Er staat een boom, zodat er wat schaduw gecreëerd wordt. Vanuit de groepsruimte kunnen de kinderen direct naar de buitenruimte. De ruimte is volledig omheind met een hekwerk. De ruimte bestaat voornamelijk uit een grasveld en een gedeeltelijk is betegeld. In de buitenruimte is een zandbak en een wipelement aanwezig. Verder zijn er losse speelelementen aanwezig, zoals fietsen en zandbak materiaal.
Gebruikte bronnen: Observaties (Vrijdag 27 maart 2015 van 8.30 t/m 11.00 uur)
14 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Ouderrecht Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen van twee aspecten van het domein "Ouderrecht", namelijk informatie en klachten. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Informatie De
houder informeert ouders via: de informatieboekje, de website www.peuterspeelzaalpinkeltje.nl het intakegesprek telefonisch mondeling
De houder heeft het inspectierapport van de GGD gepubliceerd op de website onder de link 'Formuleren en rapporten'. Klachten Stichting Peuterspeelzalen Pinkeltje heeft is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Klachtenjaarverslag De houder heeft het klachtenjaarverslag 2014 en de klachtenvrijbrief op 27 januari 2015 naar de GGD gemaild. Deze voldoet aan de gestelde eisen. In 2014 zijn er geen interne en/of externe klachten behandeld.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. S.Friesen) Interview anderen (Beroepskrachten) Informatiemateriaal voor ouders (website) Website (www.peuterspeelzalenpinkeltje.nl) Klachtenregeling (website) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (23 januari 2015) Klachtenvrijbrief, relatienummer 335, 22 januari 2015
15 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
17 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
18 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
19 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
20 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover http://www.peuterspeelzaalpinkeltje.nl 15 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje Postbus 62 5720AB ASTEN 41088344
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Mirjam van den Brand
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Asten : Postbus 290 : 5720AG ASTEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
27-03-2015 31-03-2015 16-04-2015 13-04-2015 17-04-2015
: 17-04-2015 : 04-05-2015
21 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 2 april 2015 is onderstaande zienswijze per e-mail ontvangen. Er heeft geeen telefonische hoor en wederhoor plaatsgevonden. Zienswijze betreffende peuterspeelzaal Pinkeltje, Het Lover Beste mevrouw van den Brand, Werkpunten die uit het verslag naar voren zijn gekomen zijn: Pedagogische klimaat Voor 2016 wordt ons beleidsplan herzien. Hierin zullen de vier competenties van de wet kinderopvang duidelijker opgenomen worden. Staan nu wel al beschreven in ons beleidsplan maar staan door elkaar. Actie loopt: zal in de periode van september tot december 2015 uitgewerkt worden.
Er is geen aandachtfunctionaris aangesteld. De coördinator gaat zich oriënteren op een opleiding voor Aandachtfunctionaris om de kennis en gebruik van de meld code binnen de organisatie goed te borgen. Voor zover als ik heb kunnen achterhalen is dit geen wettelijke verplichting. Ik vindt het in het belang van onze peuters wel een goede zaak waar ik me graag extra voor wil inzetten. Actie loopt: De meld code zal aangevuld worden met een signaallijsten 0-4 jarigen. Actie is afgerond: Meldcode is aangevuld met een signalenlijst. Eerst volgende leidsters vergadering zal deze besproken worden. Blz. 3 Cereslaan dient Ceresstraat te zijn. Verder stonden er geen bijzonderheden in het verslag. Fijn om te horen dat de GGD zo enthousiast is over onze speelzaal. We werken er als team ook hard aan om dit niveau te behouden en daar waar nodig te verbeteren. U mag het verslag definitief maken zodat ik het op onze site kan publiceren. Met vriendelijke groet, Susanne Friesen Coördinator peuterspeelzaal Pinkeltje
22 van 22 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-03-2015
Peuterspeelzaal Pinkeltje Het Lover te ASTEN