Inspectierapport St. Peuterspeelzaal Kiekeboe (PSZ) Kerkweg 9 2974LH BRANDWIJK
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Dienst Gezondheid en Jeugd Molenwaard 10-12-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 08-02-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen .................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 7 Inspectie-items................................................................................................................ 8 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 12
2 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal Kiekeboe is sinds augustus 2011 officieel geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Kiekeboe, is gehuisvest in een eigen groepsruimte aan de Kerkweg in Brandwijk.
Inspectiegeschiedenis In 2014 zijn er tekortkomingen geconstateerd binnen het domein personeel en groepen, binnen het domein veiligheid en gezondheid en binnen het domein ouderrecht. In 2015 nader onderzoek waarbij de geconstateerde tekortkomingen in 2014 zijn opgelost. Huidige inspectie Tijdens deze inspectie zijn niet alle voorwaarden uit het rapport meegenomen in de beoordeling. Het onderzoek heeft zich gericht op de kernzaken uit de wet- en regelgeving en is dan ook met name gebaseerd op een observatie op de groep. Tijdens de pedagogische observatie is zichtbaar dat de kinderen zich vertrouwd voelen bij de opvang. De beroepskrachten stimuleren het contact tussen de kinderen. Ze benoemen ook wat ze zien gebeuren. Kinderen worden in gelegenheid gesteld zelf te ontdekken en vrij te spelen. De beroepskrachten geven aan normen en waarden belangrijk te vinden binnen hun opvang. Ze dragen naar de kinderen uit om respect voor elkaar te hebben. Er is met de houder besproken om extra aandacht te geven aan de persoonlijke hygiëne namelijk het handen wassen van de kinderen ook vóór het eten. Aan alle getoetste voorwaarden is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Er is geobserveerd op de peutergroep tijdens het vrij spelen en de kring. Uit de observatie blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. De peuterspeelzaal voldoet hieraan door het bieden van emotionele veiligheid, stimulans van de persoonlijke en sociale vaardigheden, en door de overdracht van waarden en normen. Waarborgen van de emotionele veiligheid Kinderen worden door de ouders naar binnen gebracht en er vindt een overdrachtsgesprek plaats. De beroepskracht begeleidt de kinderen waar nodig bij het afscheid nemen. Als alle kinderen binnen zijn gaan ze gezamenlijk naar de andere ruimte en in de kring zitten. De namen van de kinderen worden hardop genoemd. In de kring vertelt de beroepskracht dat ze straks een kerststukje gaan maken. Ze betrekt de kinderen erbij door te vragen; “wie heeft er al een gemaakt?“ De kinderen die er al een hebben gemaakt vertellen waar het kerststukje in huis staat. Dan zegt de beroepskracht "we gaan nog wat kerstliedjes zingen en daarna weer spelen". De beroepskracht sluit aan bij de behoeftes van de kinderen. Ze zingen twee kerstliedjes. De kinderen kennen deze liedjes nog niet goed en daarom stelt de beroepskracht voor ook nog andere liedjes te zingen. Kinderen voelen zich op hun gemak en spelen vrij door de ruimte, het is zichtbaar dat ze zich vertrouwd voelen bij de beroepskrachten. De sfeer is rustig en gezellig en kinderen kunnen goed zelfstandig spelen. Beroepskrachten zijn alert op wat kinderen doen en zeggen en reageren daar op. De beroepskrachten geven veel individuele aandacht. Als een kindje met de fiets valt en even moet huilen dan wordt ze direct geholpen en getroost. Stimuleren van de sociale competenties De beroepskrachten stimuleren het contact tussen de kinderen. Ze benoemen ook wat ze zien gebeuren. Twee kindjes hebben het even niet fijn tijdens het samen spelen. Ze bemiddelt tussen de kinderen en vraagt wat er aan de hand is. De beroepskracht probeert ook de kinderen onderling op elkaar te betrekken Tijdens het eten en drinken gaan de kinderen aan tafel zitten. Ze wachten op elkaar en zingen een liedje. Daarna wordt er ook verhaaltje voor gelezen. De kinderen doen goed de gebaren mee tijdens het zingen van de liedjes. Stimuleren van de persoonlijke competenties Kinderen worden in gelegenheid gesteld zelf te ontdekken en vrij te spelen. Een kind maakt samen met de beroepskracht een puzzel of ze speelt mee in het fantasiespel van een kind. Tijdens het opruimen worden er gerichte opdrachten geven aan elk individueel kind. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten geven aan normen en waarden belangrijk te vinden binnen hun opvang. Ze dragen naar de kinderen uit om respect voor elkaar te hebben en benoemen de woorden "alsjeblieft" en "dank je wel". Er zijn regels en afspraken. En waar nodig legt de beroepskracht de afspraak uit of begeleidt de kinderen naar ander gedrag. Beroepskrachten vinden ook het contact met ouders van belang en daarom worden zij ook regelmatig uitgenodigd om een ochtend bij te wonen.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesproken de leidinggevende mevrouw M. de • Wit) • Interview anderen (gesproken met de vrijwilligster) 4 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
•
Observaties (tijdens het vrij spelen en de kring)
5 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten en vrijwilligers zijn ingezien op de locatie.
Passende beroepskwalificatie Beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn ingezien op de locatie. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is voldaan.
Opvang in groepen Op peuterspeelzaal Kiekeboe vindt de opvang plaats in vaste peuterspeelzaalgroepen van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar. Elke groep wordt geleid door een vaste beroepskracht die dagelijks werkzaam is op de openingstijden van deze groep. Elk kind ziet zodoende een vaste beroepskracht en vaste vrijwilliger op de dagdelen dat hij of komt. Op basis van steekproeven uit de planningslijsten en de daadwerkelijke bezettingslijsten is de verhouding tussen het aantal kinderen en de ingezette beroepskrachten en vrijwilligers als voldoende beoordeeld.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Ten tijde van de inspectie zijn er niet meer dan 8 kinderen met één beroepskracht en één vrijwilligster op de groep en dit voldoet.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met de vrijwilligster) • Observaties (tijdens het vrij spelen en de kring) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • Pedagogisch beleidsplan
6 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd door de houder van peuterspeelzaal Kiekeboe in november 2015. Het model dat gebruikt wordt is Risicomonitor. In de risico-inventarisaties zijn de wettelijk verplichte thema's zoals vergiftiging, vallen, botsen, steken en snijden beschreven. Ook zijn risico's samenhangend met ziektekiemen, binnen- en buitenmilieu en medisch handelen opgenomen. De houder draagt zorg voor de actieplannen. Naar aanleiding van de laatste risico-inventarisaties zullen er nog acties worden uitgezet en maatregelen en/of afspraken extra worden beschreven in het beleid veiligheid en gezondheid. Een formulier voor de registratie van ongevallen is aanwezig. In de ruimte zijn drie gedeeltes. De groepsruimte met verschillende speelhoeken, het eetgedeelte en een binnenspeelruimte waar ook gefietst mag worden. De kinderen mogen in twee ruimtes vrij spelen. De eetruimte is afgesloten. Er wordt tussen september en maart niet buiten gespeeld. De beroepskracht legt uit dat het buitenplein aan een open hoek ligt waardoor er vaak erge koude wind staat. Het buitenspeelmateraal wordt jaarlijks schoon gemaakt, het de onkruid aan de randen verwijderd en het zand ververst. Met de houder is besproken nader te onderzoeken of onder het speeltoestel met glijbaan voldoende rubberen tegels aan valbescherming ligt. Wat betreft afspraken rondom de persoonlijke hygiëne wassen de kinderen standaard na het toiletgebruik de handen echter niet vóór het eten. De beroepskracht geeft aan dat ze soms gebruik van een weggooiwashandje maar niet consequent. Ook extra alertheid om ook na snuiten van de neuzen de handen te wassen. Er is met de houder besproken om extra aandacht te geven aan de persoonlijke hygiëne namelijk het handen wassen van de kinderen ook vóór het eten.
Meldcode kindermishandeling Peuterspeelzaal Kiekeboe heeft de landelijk verplichte meldcode vastgesteld voor de eigen organisatie. De sociale kaart is toegevoegd aan het model en tevens is deze geschreven op de peuterspeelzaal. De houder is verplicht de kennis en het gebruik hiervan te bevorderen. Aangezien de houder zelf tevens beroepskracht is op de groep, is hier ten dele al in voorzien. De overdracht van kennis en gebruik van de meldcode bij de vrijwilligers vindt plaats in werkoverleg.
Vierogenprincipe Gedurende de opvang zijn er altijd twee personeelsleden aanwezig namelijk de beroepskracht en de vrijwilligster. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met de vrijwilligster) • Observaties (tijdens het vrij spelen en de kring) • Risico-inventarisatie veiligheid (nov. 2015) • Risico-inventarisatie gezondheid (nov. 2015) • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid • Meldcode kindermishandeling • Pedagogisch beleidsplan
7 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een peuterspeelzaal, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a lid 1, 2, 3, en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b en 2.9c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder van een peuterspeelzaal organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht, de beroepskracht in opleiding of de werkzame vrijwilliger, de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: St. Peuterspeelzaal Kiekeboe : 16 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe Kerkweg 9 2974LH BRANDWIJK 41118100 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Dienst Gezondheid en Jeugd Postbus 166 3300AD DORDRECHT 078-7708500 Mw. S. Graus
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Molenwaard : Melkwegplein 1 : 2971VR BLESKENSGRAAF CA
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
10-12-2015 28-01-2016 08-02-2016 08-02-2016 08-02-2016 08-02-2016
: 29-02-2016
11 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 10-12-2015
St. Peuterspeelzaal Kiekeboe te BRANDWIJK