Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Speulhuus (PSZ) Staphorster Kerkweg 40 7951JS Staphorst
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland Staphorst 25-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 07-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting......................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening .........................................................................................................13 Gegevens toezicht ..............................................................................................................13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal............................................................................14
2 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemene kenmerken Peuterspeelzaal 't Speulhuus is in maart gestart in deze locatie. Voorheen was het elders gevestigd. Er is nu minder speeloppervlakte beschikbaar, zowel binnen als buiten. Dit was erg wennen voor de beroepskrachten. Ook worden er wel voordelen gezien. Alles is nieuwe en er is een samenwerking met de scholen mogelijk. Er zijn 5 groepen open, gedurende de week en een extra dagdeel voor doelgroep kinderen. Inspectiegeschiedenis Het afgelopen jaar is er een inspectie geweest op de oude locatie. Slechts de voorwaarden rondom VVE zijn open blijven staan als herstelpunten, naar aanleiding van deze inspectie. Daar wordt samen met de gemeente hard aan gewerkt. En recent is er een inspectie voor registratie op de nieuwe locatie uitgevoerd. Naar aanleiding van deze verhuizing is de inspectie nu uitgebreid met de risico-inventarisaties. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze inspectie zijn er geen nieuwe tekortkomingen aangetroffen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Een houder van een peuterspeelzaal dient zorg te dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid. Er is een beleidsplan opgesteld voor peuterspeelzaal 't Speulhuus. Daar komen een aantal aspecten in naar voren. Die aspecten maken onderdeel uit van de pedagogische observatie, die is uitgevoerd op beide groepen, op een donderdagochtend. Aspect 1: Waarborgen van emotionele veiligheid Er was een kindje aan het wennen. Moeder was erbij. Er werd veel uitleg aan de moeder en aan het kind gegeven. Het kind had de mogelijkheid om volop mee te doen, maar ook om de moeder op te zoeken als vast herkenningspunt. Er is een kind alleen aan het spelen. De beroepskracht houdt dit kind goed in de gaten en informeert een paar keer of het goed gaat, of de puzzel wil lukken. Daarbij is er een moment van gepast lichamelijk contact. Een arm op de schouder en een aai of het hoofd. Een meisje heeft een vinger bezeerd en huilt tranen met tuiten. De beroepskracht neem de tijd om dit kind te troosten en vervolgens weer aan het spelen te krijgen. Aspect 2: Ontwikkeling van persoonlijke competentie In beide groepen is een moment gezien van jassen aantrekken. De kinderen worden gestimuleerd om zelf de jas aan te doen, uitgelegd hoe het moet en ook aan het nadenken gezet hoe het toch met die rits moet. Als het lukt regent het complimenten. In het aantrekken van de jassen worden ook de kleuren van de jassen benoemd. In de rij bij het naar buiten gaan worden de begrippen 'vooraan' en 'achteraan' aangehaald. Er zijn momenten dat kinderen op hun beurt moeten wachten. Dat blijkt moeilijk te zijn. Toch wordt hen dit steeds weer opnieuw verteld, met heel veel geduld. Aspect 3: Ontwikkeling van sociale competentie Het jassen aantrekken is ook een leermoment op een ander punt. Rekening houden met elkaar. Als een kind de jas wil aantrekken in het looppad van de andere kinderen, wordt uitgelegd waarom dit onhandig is en wat een betere optie is. Tijdens het fruitmoment is er een mooi moment gezien. en kind vraagt aan de beroepskracht: 'Wil jij de schil voor mij in de vuilnis doen?' De beroepskracht reageert verrast door zoveel beleefdheid en becomplimenteerd dit. Een kind wil heel graag ergens mee spelen, maar dat past niet in dat moment. Het kind wordt boos, maar de beroepskracht neemt de tijd, gaat door de knieën en legt uit dat het erg moeilijk is, dat het ook leuk is om te spelen, maar dat het nu tijd is voor andere activiteiten. Uiteindelijk blijft het kind nog even boos, maar snapt wel wat er van hem gevraagd wordt en sluit zich aan bij de activiteit. Aspect 4: Overdracht van normen en waarden De houding van de beroepskracht en de vrijwilligers is een voorbeeld voor de kinderen. Regels zijn duidelijk of worden benoemd als het nodig is. Er wordt niet geschreeuwd. Alles gaat gepaard met uitleg en aanbod van alternatieven. Een kind zegt bijvoorbeeld (als hij iets niet verstaat) 'Huh?' De beroepskracht zegt dan eerst: 'Wat zeg je?' en geeft dan antwoord. Conclusie: Zo zijn er vele voorbeelden te benoemen of aan te halen die laten zien dat er ruimschoots voldaan wordt aan de getoetste items op het gebied van de pedagogische praktijk. Voorschoolse educatie Tijdens de inspectie van 2014 is tot 2 keer toe geconstateerd dat er niet voldaan wordt aan de eisen die gesteld worden aan voorschoolse educatie. Er kan 3 dagdelen afgenomen worden door ouders. 2 reguliere dagdelen en een woensdagmorgen in een kleine groep met alleen maar doelgroepkinderen. Daarmee wordt niet voldaan aan het aantal minimaal aan te bieden uren: 10. Er wordt gewerkt, op reguliere groepen, met een beroepskracht en een vrijwilliger. Op de woensdagochtend, de ochtend met alleen doelgroepkinderen, wordt er gewerkt met 2 4 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
beroepskrachten. Op dat moment voldoet de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep. Op de andere momenten niet. De beroepskrachten zijn wel gekwalificeerd. Er wordt gewerkt met de methodiek 'Doe meer met Bas'. Er is voor 2015 een opleidingsplan opgesteld, voor beide beroepskrachten. In het algemeen kan er gezegd worden dat de gemeente bezig is met alle peuterspeelzalen in de gemeente om de VVE voorwaarden goed ingevuld te krijgen. Daartoe is een traject ingezet, wat nog niet is afgerond. Conclusie: Er wordt niet voldaan aan de eisen die de wet stelt aan de voorschoolse educatie. De gemeente is eerder gevraagd handhavend op te treden. Echter is er, zoals eerder genoemd, een traject opgezet om aan de voorwaarden te gaan voldoen. Daar is de gemeente bij betrokken. Er wordt dan ook geen advies tot handhaving gegeven op dit punt. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Website Pedagogisch beleidsplan Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten, vrijwilligers en zorgcoördinator zijn gecontroleerd een voldoen aan de voorwaarden. Ook de verklaringen omtrent het gedrag van de andere vrijwilligers voldoen aan de voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie Conclusie: De beroepskrachten hebben een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Opvang in groepen Gedurende de week zijn er 5 combinatie-groepen open. Op de website staat duidelijk aangegeven welke momenten dat is. Daarnaast is er nog een groepje kinderen wat een derde dagdeel komt. De groepsgrootte is maximaal 16 kinderen. Conclusie: Daarmee wordt voldaan aan de gestelde eisen omtrent het item 'Opvang in groepen'.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Conclusie: Er wordt voldaan aan de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio. Er is altijd een beroepskracht en een vrijwilliger op de groep aanwezig. Deze getoetste normen staan los van de bezetting die er nodig is om aan de VVE-normen te voldoen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Personeelsrooster
6 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Ieder ruimte waar de kinderen komen moet geïnventariseerd zijn op risico's. De beide groepsruimten, de entree, de buitenspeelruimte en dergelijke zijn geïnventariseerd. De groepsruimten zijn identiek van inrichting en vorm. Daar is dan ook 1 inventarisatie voor gemaakt. Er zou gebruik gemaakt kunnen worden van een speellokaal. Indien dit daadwerkelijk gaat gebeuren, zal er een inventarisatie van risico's uitgevoerd gaan worden. De actiepunten die uit de genoemde inventarisatie gekomen zijn, zijn opgelost door maatregelen en worden zoveel mogelijk ook geborgd door het naleven van de huisregels die inzichtelijk zijn gemaakt. Conclusie: Er wordt voldaan aan de eisen rondom veiligheid en gezondheid. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Huisregels/groepsregels
7 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Ruimte en inrichting
Binnenruimte Conclusie: Er wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden. - Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. - De binnenruimtes zijn ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. - De binnenruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Conclusie: Er wordt voldaan aan de onderstaande voorwaarden. - Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. - De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. - De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. - De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal.
11 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
12 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peuterspeelzaal 't Speulhuus http://www.speulhuus.nl 32 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Peuterspeelzaal 't Speulhuus Staphorster Kerkweg 40 7951JS Staphorst 41022366
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 A de Boer
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Staphorst : Postbus 2 : 7950AA STAPHORST
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
25-06-2015 30-06-2015 06-07-2015 07-07-2015 07-07-2015 07-07-2015
: 21-07-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder gaat akkoord met de inhoud van dit rapport.
14 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 25-06-2015
Peuterspeelzaal 't Speulhuus te Staphorst