Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje (PSZ) Vlinderhei 12 5685 GZ BEST
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Brabant-Zuidoost BEST 27-05-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 6 Personeel en groepen ...................................................................................................... 10 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 12 Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 14 Ouderrecht .................................................................................................................... 15 Inspectie-items .................................................................................................................. 16 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 22 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 22 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 23
2 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek, waarbij alle items zijn getoetst. Beschouwing Peuterspeelzaal Heuvelhummeltje is een peuterspeelzaal verdeeld over 2 groepen. De groepen hebben de naam "Ernie" en "Bert". De groepen vallen onder de Stichting Peuterspeelzalen Best. Deze stichting coördineert, stelt algemene richtlijnen vast, onderhoudt de contacten met de gemeente en verzorgt de contacten naar buiten toe. De bestuursleden werken op vrijwillige basis. Er is een coördinator in loondienst. De stichting heeft ook een ouderraad. Deze ouderraad kent een afvaardiging van ouders van alle peuterspeelzalen. De ouderraad is adviserend zonder zeggenschap, zorgen voor ondersteuning van de leidsters en voor extra handen bij de praktische uitvoering van thema's. Peuterspeelzaal Heuvelhummeltje is in 2001 gestart op de huidige locatie aan de Vlinderhei. Deze straat ligt midden in een relatief jonge wijk Heuveleind. Naast deze wijk komen de peuters ook uit de wijk Heivelden. De peuterspeelzaal is gevestigd in basisschool ‘De Klimboom’. Er zijn 6 beroepskrachten werkzaam voor de 2 groepen en op sommige dagdelen is er ondersteuning van een vrijwilligster of stagiaire. De kinderen komen in 3 vaste groepen, in een vaste combinatie van 2 of 4 dagdelen (VVE-geïndiceerde kinderen) spelen. Daarnaast is er een groep op woensdagochtend, waar kinderen van 3 jaar uit de verschillende groepen een extra dagdeel komen. De ruimte van groep Bert wordt soms ook gebruikt voor de Buitenschoolse Opvang van Korein Kinderplein Vlinderhei Het activiteitenprogramma voor deze peuters is gebaseerd op Startblokken. Dit is een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). De programma´s hebben een ontwikkelingsgerichte aanpak. Inspectiegeschiedenis In maart 2012 is peuterspeelzaal Heuvelhummeltje voor de eerste maal geïnspecteerd op de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Er werden overtredingen geconstateerd op items: veiligheid en gezondheid, pedagogisch beleidsplan en klachtenrecht. In 2013 is geconstateerd dat de getoetste elementen allemaal voldeed aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Handhaving Naar aanleiding van het bezoek in 2012 heeft de gemeente Best d.d. 25-07-2012 een handhavingsbrief gestuurd. De GGD heeft een opdracht gekregen voor een nader onderzoek. Nader onderzoek Op 13-09-2012 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek wordt geconstateerd dat de peuterspeelzaal volledig voldoet aan kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen Huidige inspectie op 27-05-2014 Tijdens de inspectie heeft een observatie plaatsgevonden op twee groepen op een dinsdagochtend en -middag. De toezichthouder heeft gesproken met de beroepskrachten. De beroepskrachten stellen zich open en enthousiast op en beantwoorden de vragen van de toezichthouder op een heldere wijze. Tevens heeft een gesprek plaatsgevonden met de coördinator. Tijdens de inspectie is geconcludeerd dat het kindercentrum niet volledig voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor verdere toelichting zie daarvoor het onderstaand ‘advies aan College en B&W’. In het rapport staat een aandachtpunt vermeld (onder item veiligheid en gezondheid), waarop de houder een verbetertraject kan uitzetten.
3 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Conclusie: De peuterspeelzaal voldoet niet aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaal. Er zijn de volgende overtredingen geconstateerd:
Eén invalkracht heeft geen geldig diploma. -(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) -(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Eén invalkracht heeft geen VVE certificaat. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De vrijwilligers hebben een VOG ouder dan 2 jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke niet geheel voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Overleg en overreding Op 04-06-2014 is het aangepaste document meldcode door de toezichthouder ontvangen en beoordeeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de bovenstaande overtreding op meldcode kindermishandeling door de houder is opgelost en de GGD de gemeente adviseert op deze bovenstaande vierde overtreding niet te handhaven. Op 03-07-2014 vóór het opmaken van het definitieve rapport zijn de VOG’s van de vrijwilligers digitaal aangeleverd door de houder. De GGD heeft deze ingezien en alsnog kunnen beoordelen. De VOG’s voldoen aan de wettelijke norm. De GGD adviseert de gemeente niet te handhaven op bovenstaande derde overtreding.
4 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De toezichthouder toetst of het peuterspeelzaalwerk wordt georganiseerd volgens de Wettelijke kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Gebruikte bronnen: Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzalen Best, juni 2012 website: www.peuterspeelzalenbest.nl
5 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid • persoonlijke competentie • sociale competentie • overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Ook is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot het pedagogisch werkplan en de mogelijkheid om daarvan kennis te kunnen nemen. Pedagogisch beleid Stichting Peuterspeelzalen Best heeft een pedagogisch beleidsplan dat geldt voor al haar zes speelzalen. In de bijlage van het pedagogisch beleidsplan is een pedagogisch werkplan ontwikkeld dat voor iedere speelzaal geldt. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt, dat de houder er voor zorgt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Observatie van de pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. 'De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij 'beurt-wisselen': beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van de interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van het kind.' Observatie Tijdens een kringmoment is gezien dat er gezellig wordt gepraat. De beroepskracht vraagt aan de kinderen of zij nog weten waar Puk op vakantie is geweest. "Naar de zee!" roepen een aantal kinderen. Van daaruit ontwikkelt het gesprek zich naar aanleiding van dingen die de kinderen aandragen. De beroepskracht zorgt dat alle kinderen in het gesprek betrokken raken door hen bij naam te noemen en naar hun reactie te vragen. Daarbij verwijst zij ook naar de foto's die Puk heeft gemaakt van de vakantie. Alle kinderen lopen mee naar de foto wand en ook daar ontstaat gesprek over strand en zee.
6 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. 'De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk.' Observatie De beroepskracht legt uit dat de ochtend anders verloopt omdat er visite is. Er wordt nl. een feestje gevierd van een kind dat 4 jaar wordt en naar de basisschool gaat. Ze legt uit dat zij op een andere manier elkaar goedemorgen wensen: “We gaan elkaar allemaal tegelijk goedemorgen wensen, doen jullie mee? 1-2-3, goedemorgen allemaal!” Kinderen vinden het zichtbaar leuk om zo luid mogelijk mee te doen. Via de pictogrammen legt de beroepskracht het verdere verloop van de ochtend aan de kinderen uit. Daarna wordt direct met het feestje gestart. Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. 'Beroepskrachten hanteren afspraken, regels en omgangsnormen op een eenduidige en consequente wijze.’ Observatie Tijdens de observatie is gezien dat een beroepskracht een kind vriendelijk vraagt haar aan te kijken als zij iets aan haar wil vragen. Het gesprekje gaat verder, elkaar aankijkend en met aandacht voor elkaar. 'Beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen.' Observatie Eén beroepskracht neemt het voortouw om de jarige te feliciteren. Zij zorgt dat ze de aandacht krijgt van de kinderen en geeft aan: "Ik ga
een hand geven en feliciteren." Vervolgens feliciteert zij, benadrukt met taal. Daarna geven de andere collega’s ook het goede voorbeeld om het jarige kind te feliciteren. Conclusie Op basis van de observatie is geconstateerd dat de pedagogische praktijk voldoet.
7 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Voorschoolse educatie De Stichting Peuterspeelzalen Best werkt op alle locaties met het VVE-programma 'Startblokken van Basisontwikkeling'. Er wordt nauw samengewerkt met Zuidzorg en de basisscholen. Op dit moment zijn er op deze locatie 7 VVE-geïndiceerde kinderen. Aanbod Peuterspeelzaal Heuvelhummeltje is op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag in de ochtend en middag geopend. Daarnaast is de peuterspeelzaal een extra dagdeel, nl. woensdagochtend voor 3+ kinderen geopend. Inzet beroepskrachten De inzet van beroepskrachten in de groep bedraagt één beroepskracht per acht kinderen (2,5 – 4 jaar). Groepen In de praktijk worden maximaal 16 kinderen opgevangen. Passende beroepskwalificatie Niet alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Eén invalkracht heeft geen passend diploma. De beroepskrachten beschikken over het VVE certificaat Startblokken. Eén invalkracht beschikt niet over een VVE certificaat. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende 2 voorwaarden niet is voldaan: De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Opleidingsplan De houder heeft een opleidingsjaarplan opgesteld waarin o.a. het de volgende is opgenomen: -verdiepingscursus 'Kijk'; -terugkombijeenkomst VVE; -training “Peuters met opvallend gedrag”; -intervisiebijeenkomsten alle medewerkers van alle zalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 27-05-2014 van 08.30 - 10.00 uur en van 13.00 - 14.00 uur) Pedagogisch beleidsplan (2012) VVE-certificaten (van 6 beroepskrachten)
8 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Observatie: dinsdag 27-05-2014 Tijd: 08.30 - 10.00 uur, groep Ernie Aanwezige kinderen: 15 Aanwezige beroepskrachten: 2 Tijd: 13.00- 14.00 uur, groep Bert Aanwezige kinderen: 13 Aanwezige beroepskrachten: 2
9 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt getoetst of de VOG's zijn opgenomen in continue screening. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de nieuwe verklaringen omtrent gedrag (VOG's) van de beroepskrachten, de vrijwilligers en de coördinator in verband met de continue screening ingezien. Twee vrijwilligers werkzaam op deze locatie hebben een VOG ouder dan 2 jaar. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Niet alle beroepskrachten beschikken over een geldig diploma. Eén invalkracht heeft geen geldig diploma. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid opgesteld, dat in 2012 is herzien. In het beleid zijn de minimumeisen waar een vrijwilliger aan dient te voldoen en afspraken opgenomen. De taakomschrijving staat beschreven in de bijlage opgenomen profielschets. De houder heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De speelzaalgroepen van de stichting bestaan uit maximaal 16 kinderen. Opvang in groepen Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje heeft twee groepen. Groep Bert 1 2 3 4
Aanwezig op Maandagochtend en donderdagmiddag Maandagmiddag en donderdagochtend Dinsdagmiddag en vrijdagochtend Woensdagochtend ( 3+groep)
Max. aantal kinderen 16 16 16 16
10 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Groep Ernie 1 2 3
Aanwezig op Maandagmiddag en donderdagochtend Dinsdagochtend en vrijdagmiddag Dinsdagmiddag en vrijdagochtend
Max. aantal kinderen 16 16 16
Op de verschillende dagdelen-combinaties werken steeds twee dezelfde vaste beroepskrachten. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en in de peuterspeelzaal wordt Nederlands gesproken
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 27-05-2014 van 08.30 - 10.00 uur en van 13.00 - 14.00 uur) Verklaringen omtrent het gedrag (van 6 beroepskrachten, 2 vrijwilligers en coördinator) Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid (januari 2012, vrijwilligersstatuut, januari 2012) Plaatsingslijsten (mei 2014) Personeelsrooster (mei 2014)
11 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met het beleid veiligheid en gezondheid. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid De risico-inventarisatie veiligheid is in 2013 uitgevoerd. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd en in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Er zijn actuele acties opgenomen in de actielijst veiligheid. Risico-inventarisatie gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid is in 2013 uitgevoerd. De verplichte onderdelen, zoals: overdracht ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen zijn daarin meegenomen. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Op grond van gesprek met de beroepskrachten is geconcludeerd dat zij het beleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in de praktijk brengen. Er is een volgend aandachtspunt geconstateerd: De risico-inventarisaties zijn op locatie ingekeken. In de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid komt niet duidelijk naar voren wie de inventarisaties uitvoert, welke ruimtes er zijn en zijn meegenomen, of er een actieplan is opgesteld, of de huisregels zijn nagekeken en geactualiseerd en wanneer en hoe deze worden besproken met collega's, invalkrachten, vrijwilligers en stagiaires. Omdat er risico-inventarisaties aanwezig zijn en de beroepskrachten aangeven dat deze in juni 2013 zijn uitgevoerd en zij acties kunnen benoemen, wordt het nu als aandachtspunt beschouwd. Meldcode kindermishandeling De meldcode kindermishandeling die is opgesteld voldoet niet geheel aan de vastgestelde eisen. De verplichte aangifte naar de vertrouwenspersoon van Inspectie van Onderwijs bij een vermoeden van gewelds- en zededelict staat niet benoemd en is niet opgenomen in de sociale kaart. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Tijdens de inspectie heeft er Overleg en Overreding plaatsgevonden tussen de toezichthouder en de houder. De houder heeft aangegeven inspanningen te verrichten om de geconstateerde overtreding op inhoud meldcode kindermishandeling vóór 09-06-2014 op te lossen. De toezichthouder zal dan ook adviseren niet te handhaven op deze voorwaarde indien voldaan wordt aan de afspraak. Bij de telefonische hoor- en wederhoor zal dit met de houder besproken worden. Op grond van gesprek met de beroepskrachten is geconcludeerd dat zij het beleid minimaal kennen.
12 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (2013) Risico-inventarisatie gezondheid (2013) Actieplan veiligheid (2013 Actieplan gezondheid (2013) Ongevallenregistratie (op locatie ingezien) Huisregels/groepsregels (geen datum, op locatie ingezien) Meldcode kindermishandeling (2012, op 4-6-2014 aangepaste meldcode versie 2014 ontvangen)
13 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Ruimte en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind (3,5 m²; voor de binnenruimte en 3 m²; voor de buitenruimte) en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte De peuterspeelzaal heeft op deze locatie de beschikking over twee lokalen, eigen sanitaire ruimtes met peutertoiletjes en een aankleedmeubel. De peuterspeelzaal beschikt ruimschoots over de vierkante meters binnenspeelruimte. Groepsruimten: Bert Ernie
oppervlakte in m² 103,5 103,5
aantal kinderen 16 16
beschikbare m² per kind: 6,4 6,4
Deze twee lokalen zijn ingericht als groepsruimte en in verschillende speelhoeken verdeeld, zoals een poppenhoek en een bouwhoek en zijn er tafeltjes waar verschillende activiteiten kunnen gedaan worden. De open kasten zijn ruim voorzien van spel- en ontwikkelingsmateriaal voor de peuterleeftijd. Buitenspeelruimte Iedere groep heeft een aangrenzende afgesloten buitenspeelruimte van 150 m². De buitenspeelzaalruimte is gedeeltelijk betegeld en bevat o.a. een zandbak, een buitenspeeltoestel en een bank. Oppervlakte 150 m²
aantal kinderen 16
aantal m² per kind: 9 m²
Gebruikte bronnen: Observaties (dinsdag 27-05-2014 van 08.30 - 10.00 uur en van 13.00 - 14.00 uur)
14 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie De houder van de peuterspeelzaal informeert ouders via een infoboekje, de site www.peuterspeelzalenbest.nl, tijdens de intakegesprekken en op ouderavonden. Het inspectierapport is gepubliceerd op de eigen website. Klachten Stichting Peuterspeelzalen Best is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Tijdens de inspectie is het klachtenjaarverslag inclusief de klachtenvrijbrief van 't SKK ingezien.
Gebruikte bronnen: Informatiemateriaal voor ouders (Informatieboekje 2013-2014) Klachtenregeling (www.klachtkinderopvang.nl) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector ((april 2014, inclusief klachtenvrijbrief SKK) website: www.peuterspeelzalenbest.nl
15 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
18 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
19 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
20 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
21 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje http://www.peuterspeelzalenbest.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Lamers, M. Burgemeester Notermansstraat 29 5683 MA BEST www.peuterspeelzalenbest.nl
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605 KR EINDHOVEN 088 0031 377 H. Sol
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: BEST : Postbus 50 : 5680 AB BEST
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
27-05-2014 23-06-2014 10-07-2014 14-07-2014
: 14-07-2014 : 04-08-2014
22 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is digitaal op 02-07-2014 door de GGD ontvangen. Zienswijze SPB n.a.v. bevindingen GGD-inspectie. Locatie: ‘t Heuvelhummeltje Constatering GGD: •Eén invalkracht heeft geen geldig diploma. (1) •Eén invalkracht heeft geen VVE certificaat. (2) •De vrijwilligers hebben een VOG ouder dan 2 jaar. (3) •De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke niet geheel voldoet aan de beschreven eisen. (4) Ad (1) en (2). SPB heeft een invalpoule van 3 ervaren medewerkers die aan het begin van de overeenkomst nog niet over de benodigde kwalificaties beschikten. Eén van de invalmedewerkers is inmiddels volledig gekwalificeerd (medio juni 2014). De diploma’s zijn ter inzage aan de inspecteur aangeboden. Overleg en overreding. Een tweede invalkracht is inmiddels VVE-Startblokken gekwalificeerd (medio juni 2014) en zal eind van dit jaar haar gerichte MBO-kwalificatie behalen. Het betreft een invalkracht met een MBO-opleiding tot doktersassistente. Het is ons bekend dat dit geen CAO-goedgekeurde opleiding is. Betreffende medewerker is derhalve nu in de slotfase van de opleiding MBO-PW. De derde invalmedewerker is al geruime tijd VVE-Startblokken gekwalificeerd en zal daarnaast eveneens in het najaar de opleiding MBO-PW afronden. Ad (3) SPB heeft in maart kennis genomen van de nieuwe eisen betreffende de ‘houdbaarheidsdatum’ van VOG’s. De informatie die toen ter beschikking stond beschreef de noodzaak van nieuwe VOG’s voor vaste medewerkers en bestuursleden. Voor vrijwilligers werd een uitzondering gemaakt omdat deze nog niet opgenomen konden worden in de databank en dus ook niet gevolgd kunnen worden. Blijkbaar heeft voortschrijdende informatie hierover ons niet bereikt en waren wij niet op de hoogte van de eis dat nu ook vrijwilligers een VOG nodig hebben die niet ouder is dan twee jaar. Inmiddels is voor alle vrijwilligers een nieuwe VOG beschikbaar. Digitale versies daarvan zijn ter controle naar de inspecteur gestuurd. Ad (4) Het betrof het ontbreken van één zinsnede in de meldcode. Aanpassing heeft direct plaatsgevonden. Op 04-06-2014 is het aangepaste document meldcode door de toezichthouder ontvangen en beoordeeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de bovenstaande overtreding op meldcode kindermishandeling door de houder is opgelost en de GGD de gemeente adviseert op deze voorwaarde niet te handhaven. Een aandachtspunt betreffende risico-inventarisaties zal ter harte worden genomen en worden vertaald in een concreet plan van aanpak.
23 van 23 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-05-2014
Peuterspeelzaal 't Heuvelhummeltje te BEST