Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Wad (PSZ) Midlumerlaan 13 8861 JE HARLINGEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân HARLINGEN 08-05-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ruimte en inrichting......................................................................................................... 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................17 Gegevens toezicht ..............................................................................................................17 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal............................................................................18
2 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op verzoek van de Gemeente Harlingen heeft GGD Fryslân op 08 mei 2014 een onaangekondigde reguliere inspectie uitgevoerd bij peuterspeelzaal 't Wad te Harlingen. De peuterspeelzaal valt onder de koepelorganisatie Stichting Peuterspeelzalen Harlingen. De reeds bestaande peuterspeelzaalgroep Duimelot is per mei 2013 verhuisd naar basisschool 't Wad en heeft daarmee ook de naam aangenomen van de school. Peuterspeelzaal 't Wad biedt plaats aan maximaal 14 gelijktijdig aanwezige kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Iedere ochtend is de peuterspeelzaal geopend van 8.30 tot 11.30 uur, 's middags (behalve vrijdagmiddag) van 12.00 tot 14.00 uur. De middaggroep luncht met de beroepskrachten op de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaal beschikte sinds mei 2013 eerste instantie over een eigen groepsruimte met eigen sanitaire voorziening voor de kinderen. Deze ruimte is inmiddels in gebruik genomen door het kinderdagverblijf 't Wad en per februari 2014 maakt de peuterspeelzaal 't Wad gebruik van de groepsruimte van de buitenschoolse opvang. De buitenruimte wordt gedeeld met het kinderdagverblijf en de kleutergroepen. Op de groep wordt er per dagdeel gewerkt door twee leidsters waarvan één tutor. De peuterspeelzaal werkt met het VVE-programma 'Piramide'.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Bij PSZ 't Wad wordt verzorging en opvoeding geboden en er wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop ze kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Gebruikte bronnen: www.registerkinderopvang.nl www.peuterspeelzalenharlingen.nl
4 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Pedagogisch klimaat Stichting Peuterspeelzalen Harlingen werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin de doelstellingen en uitgangspunten worden weergegeven ten aanzien de omgang met de kinderen en de functie van de peuterspeelzalen. Tevens bevat het algemene informatie over onder andere inrichting, ouderbeleid, medezeggenschap en klachtenregeling. Er is ook een algemeen pedagogisch werkplan, waarin wordt beschreven hoe de uitgangspunten uit het beleid vorm krijgen in de praktijk. Hierin is per locatie een kort beschrijvend stukje over de locatie opgenomen. Iedere peuterspeelzaal van Stichting Peuterspeelzalen Harlingen biedt VVE.
Pedagogisch beleid In zowel het pedagogisch beleidsplan als het pedagogisch werkplan staan de vier pedagogische uitgangspunten beschreven in hoofdstukken zoals bijvoorbeeld 'ontwikkeling en behoeften' en 'opvoeding in de peuterspeelzalen'. Tevens komen onderwerpen als dagindeling, inrichting, taalbeleid, hygiëne en veiligheid, klachtenregeling, observatie, signalering en doorverwijzing in genoemde documenten aan de orde. In het pedagogisch werkplan is inmiddels ook de achterwachtregeling omschreven voor het geval slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. Pedagogische praktijk Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. De pedagogische observatie onderschrijft dit. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk zijn er 10 kinderen, 2 beroepskrachten en een stagiaire aanwezig. Er is gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en aangevuld met voorbeelden uit de observatie. Emotionele veiligheid Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij ‘beurtwisselen’: beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek (dialoog). Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen. De beroepskrachten begroeten ieder kind bij binnenkomst. Als afscheid nemen wat moeite kost, wordt dit proces door de beroepskracht begeleid. Gedurende de middag maar vooral ook tijdens de lunch vinden er gesprekken plaats over bijvoorbeeld de zonnebloemzaadjes die de kinderen mee naar huis hebben gekregen. Er is steeds ruimte en belangstelling als kinderen iets vertellen. Kinderen voelen zich vrij om keuzes te maken (meedoen met activiteit, zelf speelgoed pakken) en om hun eigen gang te gaan. Persoonlijke competenties Beroepskrachten stimuleren actief en planmatig het verkennen en verleggen van grenzen van een kind. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. De kinderen hebben een kadootje voor moederdag gemaakt en mogen dat nu zelf inpakken; zij krijgen ieder een stuk kadopapier en de beroepskrachten helpen alleen met dichtplakken. Er is een echt zeil en de beroepskracht laat de kinderen vertellen wat het is. Ze legt het zelf ook nog uit en gebruikt daarbij een speelgoedboot om uit te leggen waar het zeil voor is. De kinderen mogen het zeil verven met hun handen (afdruk) of met een kwast. Sommige kinderen willen niet, anderen komen later en sommigen verven een hele poos.
5 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Sociale competenties De beroepskrachten beoordelen eerst hoe de situatie in elkaar zit en geven de kinderen de ruimte om het zelf op te lossen en grijpen dan pas in. Kinderen krijgen de kans voor ‘hoor en wederhoor’ De beroepskrachten helpen kinderen om sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen. Bv. conflicten uitpraten i.p.v. vechten of pesten. Tijdens vrij spel huilt een kind. De beroepskracht knielt en vraagt wat er is gebeurd. Het blijkt dat een ander kind tikkertje wilde spelen maar dit werd verkeerd begrepen en gevoeld als opzettelijk duwen. De beroepskracht legt de kinderen uit dat het beter is om de ander eerst te vragen om een spelletje met je te doen zodat die persoon er niet opeens van zal schrikken. Normen en waarden Beroepskrachten zijn consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf handelen in de omgang met kinderen. Zij zijn zich bewust van hun gedrag als ‘rolmodel’. De beroepskrachten zijn respectvol, luisteren, praten op rustige toon te gen elkaar en de kinderen, oordelen niet en maken geen onderscheid. Zij zorgen voor een prettige sfeer ondanks dat ze de dag van het inspectiebezoek een druk 'programma' hebben.
Voorschoolse educatie De Stichting Peuterspeelzalen Harlingen heeft een apart beleidsplan voor Voorschoolse Educatie opgesteld, dit functioneert naast het bestaande Pedagogisch Werkplan en Pedagogisch Beleidsplan. Op alle locaties wordt er gewerkt met het VVE programma Piramide. Peuterspeelzaal 't Wad is gedurende vijf ochtenden en 4 vier middagen per week geopend, dat is een totaal van 23 uur per week waarin ook VVE wordt geboden. De beroepskrachten beschikken over VVE-certificaten. Gedurende openingstijden wordt er altijd door twee beroepskrachten gewerkt waarvan één de leidster en één de ‘tutor’ is (ambitieniveau 2). Zij geeft extra aandacht en ondersteuning aan kinderen die dit nodig hebben, zodat zij beter de thema activiteiten kunnen volgen in de groep, bijv. in de kring (pre- teaching). Ook toetst de tutor twee keer per jaar alle kinderen vanaf 3 jaar door middel van Cito toetsen. Binnen de Stichting Peuterspeelzalen Harlingen is één beroepskracht aangesteld als VVE coördinator. Zij stelt voor het gehele schooljaar een rooster met tijdsplanning op van de te volgen thema’s. In het leidsteroverleg voorafgaand aan het betreffende thema bespreekt zij het thema, de ontwikkelingsgebieden en de uitwerking van het thema. De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (gesprek met leidinggevende) • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) Observaties (gedurende ontvangst van de kinderen, vrij spel, lunch en creatieve activiteit) • • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan (februari 2014) • VVE-certificaten (Op locatie ingezien)
6 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Daarmee wordt continue getoetst of werkzame personen relevante strafbare feiten hebben gepleegd. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. Op locatie zijn de VOG's van alle beroepskrachten en de stagiaires ingezien, deze voldoen aan de voorwaarden. Het bestuur beschikt over een VOG rechtspersonen dat ook in 2013 is verstrekt. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken ieder over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen. Vrijwilligersbeleid Stichting Peuterspeelzalen Harlingen beschikt over een 'Protocol vrijwilligers'. Hierin is omschreven aan welke eisen een vrijwillig(st)er dient te voldoen en welke taken en verantwoordelijkheden zij hebben. De Stichting Peuterspeelzalen Harlingen heeft middels een Collectieve Aansprakelijkheidsverzekering Kinderopvang tevens de vrijwilligers verzekerd. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Gedurende openingstijden zijn er altijd twee beroepskrachten werkzaam. Dit blijkt uit observatie, roosters en gesprekken met de beroepskrachten. Vaak worden zij bijgestaan door stagiaires en in het geval van calamiteiten zijn er altijd andere volwassenen in het schoolgebouw aanwezig. Opvang in groepen Peuterspeelzaal 't Wad bestaat uit één groep per dagdeel van maximaal 14 gelijktijdig aanwezige kinderen. Uit het rooster blijkt dat de beroepskrachten een vaste combinatie van dagdelen werken (bijvoorbeeld dinsdagmorgen en donderdagmiddag). Deze combinaties van dagdelen worden door een vaste groep kinderen bezocht.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) • Verklaringen omtrent het gedrag (ingezien op locatie) • Diploma's beroepskrachten (ingezien op locatie) • Vrijwilligersbeleid (ontvangen 16 februari 2013) • Plaatsingslijsten (ingezien op locatie) • Presentielijsten (ingezien op locatie) Personeelsrooster (ingezien op locatie) •
7 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Veiligheid en gezondheid Stichting Peuterspeelzalen Harlingen maakt voor de risico-inventarisaties gebruik van de modellen van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid en van de Stichting Consument en Veiligheid. De coördinator voert de inventarisaties op alle locaties zelf uit en betrekt de beroepskrachten door hen vragen te stellen.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De coördinator verzorgt steeds de uitvoering van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. In september 2013 is deze door haar uitgevoerd en in april 2014 herhaald. De resultaten van de meest recente risico-inventarisatie zijn ten tijde van het inspectiebezoek nog niet bekend bij de beroepskrachten, de coördinator geeft aan dat deze in een volgend teamoverleg besproken gaan worden. In de praktijk is geobserveerd dat de beroepskrachten zich bewust zijn van mogelijke risico's en consequent omgaan met passende maatregelen en afspraken om de risico's te reduceren (bijvoorbeeld: kinderen mogen niet zonder begeleiding de groepsruimte verlaten, handen wassen na toiletbezoek, handgel voor het eten). Er is een ongevallenregistratiesysteem. Er hebben zich op de locatie geen ongevallen voorgedaan. Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. Stichting Peuterspeelzalen Harlingen gebruikt de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' voor de branche kinderopvang versie juli 2013. De meldcode is digitaal op de locatie in te zien en door de coördinator met de beroepskrachten besproken waardoor zij inhoudelijk op de hoogte zijn en weten hoe te handelen bij een vermoeden van kindermishandeling.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (april 2014) • • Risico-inventarisatie gezondheid (april 2014) • Actieplan veiligheid (april 2014) • Actieplan gezondheid (pril 2014) Meldcode kindermishandeling (Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling - versie juli • 2013)
8 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Ruimte en inrichting
Binnenruimte PSZ 't Wad beschikt over een eigen groepsruimte binnen de gelijknamige basisschool, deze ruimte wordt na schooltijd en gedurende schoolvrije dagen ook gebruikt door de buitenschoolse opvang van een andere kinderopvangorganisatie. De groepsruimte beschikt over 67 m2 binnenruimte, dit is voldoende voor het aantal van 14 gelijktijdig op te vangen kinderen. De groepsruimte is een hoge ruimte met veel daglicht. Via een tussendeur is het gymlokaal rechtstreeks toegankelijk. De toiletten voor de kinderen en de beroepskrachten bevinden zich naast de toegangsdeur. De groepsruimte is met verschillende herkenbare activiteitenhoeken ingericht. Sommige hoeken worden door middel van kleurige kasten van elkaar gescheiden. Er is onder andere een winkel/huishoek, een autohoek met speelkleed en een leeshoek met grote kussens en een boekenkast. Voor de buitenschoolse opvang is er achter een hoge kast nog een hoek met eigen spelmateriaal en een bank en televisie, deze hoek is voor de peuters 'afgesloten' met een houten bankje; zij weten dat ze er niet mogen komen. Er is voldoende en divers materiaal aanwezig voor de verschillende leeftijden en ontwikkelingsgebieden. Buitenspeelruimte Er is een apart schoolplein dat zowel de peuters, het kinderdagverblijf en de kleuters wordt gebruikt. Het geheel is omheind en betegeld. De peuters moeten een korte afstand door de school afleggen en via de entree naar de buitenruimte. Er is een grote zandbak en een laag klimtoestel met glijbaantje. Los en rollend buitenmateriaal bevindt zich in een schuur, de houder geeft aan dat de peuterspeelzaal ook van het materiaal van de school gebruik kan maken.
9 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Ouderrecht Peuterspeelzaal 't Wad wordt gesubsidieerd. De medezeggenschap op gesubsidieerde peuterspeelzalen is geregeld in de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen. De GGD beoordeelt deze vorm van medezeggenschap bij peuterspeelzalen niet.
Informatie Ouders worden geïnformeerd middels een informatieboekje, bij het intake gesprek en via de website www.peuterspeelzalenharlingen.nl. Op de website bevinden zich links waarmee onder andere het pedagogisch beleidsplan (beknopte versie) en het klachtenreglement zijn te downloaden. Documenten zoals de protocollen veiligheid en gezondheid en de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn op locatie via de aanwezige laptop in te zien voor ouders, dit staat vermeld in het informatieboekje en de website. De bevestiging van plaatsing vindt middels een brief aan de ouders plaats, hierin wordt aangegeven in welke groep en op welke dagdelen het kind wordt geplaatst. Op de website en in het informatieboekje kan worden ingezien welke beroepskrachten er per dagdeel werkzaam zijn. Aandachtspunt: De houder dient er zorg voor te dragen dat op de website steeds in ieder geval het meest recente inspectierapport inzichtelijk is.
Klachten Iedere houder dient een klachtenregeling te hebben voor de ouders waarin de mogelijkheid tot klagen staat beschreven. Stichting Peuterspeelzalen Harlingen is voor de externe klachtencommissie aangesloten bij de SKK. De klachtenregeling is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan en is vermeld op de website. Het openbaar klachtenverslag 2013 voldoet aan de eisen en is tijdig (februari 2014) door GGD Fryslân ontvangen. Er zijn door de externe klachtencommissie geen klachten ontvangen van ouders.
Gebruikte bronnen: • Informatiemateriaal voor ouders (informatieboekje) • Website (www.peuterspeelzalenharlingen.nl ) • Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (ontvangen februari 2014) •
10 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
12 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
16 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
't Wad 000022543570 14 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Peuterspeelzalen Harlingen F. Domela Nieuwenhuisstraat 81 8862 WC HARLINGEN www.peuterspeelzalenharlingen.nl 41000052
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw M. Verkerk
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HARLINGEN : Postbus 10000 : 8860 HA HARLINGEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
08-05-2014 28-05-2014 05-06-2014 05-06-2014 05-06-2014
: 26-06-2014
17 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
18 van 18 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-05-2014 't Wad te HARLINGEN