Inspectierapport Pinkeltje (PSZ) Zichthof 10 1445HC PURMEREND
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zaanstreek-Waterland PURMEREND 06-06-2014 Regulier onderzoek Definitief 01-07-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Ruimte en inrichting......................................................................................................7 Ouderrecht..................................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 14 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 14 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 15
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
2 van 17
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 6 juni 2014 is er een onaangekondigd regulier inspectiebezoek gebracht aan PSZ Pinkeltje te Purmerend. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze peuterspeelzaal van toepassing zijn onderzocht. Peuterspeelzaal Pinkeltje is een kleinschalige kinderopvang die ook Voor -en Vroegschoolse Educatie aanbied. Er is een reguliere groep en een zogenaamde VVE groep, in deze laatste groep krijgen kinderen een extra taal aanbod geboden. De peuterspeelzaal heeft een ruim speellokaal, een buitenruimte en bij slecht weer is er in een aangrenzend lokaal ruimte om te fietsen, ballen of te rennen.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Personeel en groepen 2.1.3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. Veiligheid en gezondheid 3.1.2 De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
3 van 17
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch werkplan voldoet niet geheel aan de gestelde voorwaarden. Met betrekking tot de werkwijze geeft de houder aan dat de bezetting van de Voor -en Vroegschoolse Educatie groep voldoet als slechts een beroepskracht gecertificeerd is. Dit is echter onjuist, beide beroepskrachten moeten voldoende gecertificeerd zijn. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande schuingedrukte beschrijvingen van de praktijk zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren als praten. Een van de beroepskrachten zat apart met de kinderen een verhaal uit een boekje na te spelen met een bus en poppetjes. Er waren gesprekjes met de beroepskracht maar ook de onderlinge communicatie werd aangemoedigd. Persoonlijke competenties De tentoongestelde werkjes of rapportages hebben een verband met huidige activiteiten of thema’s. Het thema van de speelzaal was 'verkeer' en de kinderen hadden verschillende werkjes met dit thema gemaakt. Er waren bijvoorbeeld verkeerslichten geplakt en tijdens de inspectie werden er autootjes gemaakt. Sociale competenties Er is extra zorg voor kinderen die buiten de groep dreigen te vallen. Kinderen die alleen waren werden door de beroepskrachten en de stagiaires bij het spel betrokken. Ook werd er aangeboden om te knutselen of om een boekje te lezen. Voorschoolse educatie De houder heeft een opleidingsplan opgesteld. Per week besteedt de houder meer dan 10 uur aan voorschoolse educatie. Voor de voorschoolse educatie maakt men gebruik van het programma Startblokken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview locatieverantwoordelijke) Observaties (Uitvoering van de pedagogische praktijk) Pedagogisch beleidsplan (Versie 6; 2014) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
4 van 17
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de Verklaringen omtrent Gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alleen de vaste invalkracht met een nul-uren contract bij peuterspeelzaal Pinkeltje heeft geen geldige VOG. De houder heeft aangegeven deze invaller niet in te zetten totdat de nieuwe VOG is overhandigd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Dit item is middels een steekproef beoordeeld. De in deze steekproef beoordeelde diploma's voldoen aan de getoetste eisen. Vrijwilligersbeleid Op deze peuterspeelzaal zijn geen vrijwilligers werkzaam, derhalve is deze voorwaarde niet van toepassing. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep is in orde. In deze peuterspeelzaal worden stagiaires als vrijwilliger binnen de beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio ingezet. In de toelichting bij artikel 17 van de Ministeriële Regeling Kwaliteit staat: "een houder moet er voor zorgen dat beroepskrachten in opleiding op een passende manier worden ingezet". Dit biedt geen juridische grondslag voor een negatieve beoordeling van de inzet van stagiaires als vrijwilliger. Bovendien staan er in de CAO WMD geen voorwaarden voor de inzetbaarheid van stagiaires. Om deze reden is deze voorwaarde als voldoende beoordeeld. De houder heeft een achterwacht regeling. Er zijn altijd meerdere volwassenen op de groep en de peuterspeelzaal tijden zijn georganiseerd binnen de lestijden van de basisschool. Derhalve is er altijd een andere volwassene bereikbaar in geval van een calamiteit. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in groepen met een vaste bezetting en toegestane groepsgrootte Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang spreken de beroepskrachten en stagiaires Nederlands. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
5 van 17
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 14-1-2014. Een plan van aanpak is daarbij ook opgesteld. Hierin worden de veiligheidsrisico’s beschreven op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak staat beschreven welke maatregelen genomen worden om de aanwezige risico's te minimaliseren, wie verantwoordelijk is voor de uitvoer van de beschreven maatregelen en wanneer deze maatregelen uitgevoerd dienen te worden. De meest recente risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd op 14-1-2014, er is een plan van aanpak. Hierin worden de gezondheidsrisico's beschreven op de thema's: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak staat beschreven welke maatregelen genomen worden om de aanwezige risico's te minimaliseren, wie verantwoordelijk is voor de uitvoer van de beschreven maatregelen en wanneer deze maatregelen uitgevoerd dienen te worden. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt het format van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de brancheorganisatie, versie julie 2013. De houder heeft de gebruikers overeenkomst ingevuld en de sociale kaart aan de regio aangepast. De houder en de beroepskrachten hebben recent een scholing over kindermishandeling gevolgd. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (4-1-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (4-1-204) Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013 brancheorganisatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
6 van 17
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is op deze peuterspeelzaal één groepsruimte en een speelhal. Deze ruimten beschikken over voldoende m2 en zijn passend ingericht. Buitenspeelruimte Peuterspeelzaal Pinkeltje beschikt over een goed ingerichte buitenruimte, waar voldoende ruimte is voor verschillende activiteiten. Er zijn verschillende speeltoestellen, een zandbak, een klein stukje gras en betegelde ruimte om te fietsen. Gebruikte bronnen: Observatie van de binnen -en buitenruimte.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
7 van 17
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door een informatiebrochure voor de ochtendgroep of de middaggroep, er staat informatie op de website en de kinderen en ouders krijgen zonodig een brief met actuele informatie overhandigd. De informatie is actueel. De houder plaatst de inspectierapporten op zijn eigen website. Klachten De houder heeft een klachten regeling voor de ouders dat voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het jaarverslag klachten voor cliënten is door de houder opgesteld, voldoet aan de voorwaarden en is tijdig aan de GGD toegestuurd. Deze peuterspeelzaal is bij de externe klachtencommissie stichting Klachten Kinderopvan (sKK) aangesloten. Peuterspeelzaal Pinkeltje is een gesubsidieerde peuterspeelzaal, de voorwaarden voor de oudercommissie vallen buiten het bestek van deze inspectie. Gesubsidieerde peuterspeelzalen hebben een cliëntenraad op organisatieniveau, dit is geregeld vanuit de Wet maatschappelijke Ondersteuning. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview locatieverantwoordelijke) Informatiemateriaal voor ouders (brochure ochtendgroep en middaggroep) Website (www.pszpinkeltje.nl) Klachtenregeling (sKK) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (ontvangen 3-2-2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
8 van 17
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
9 van 17
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
10 van 17
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
11 van 17
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
12 van 17
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
13 van 17
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Pinkeltje : 16 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Beheer Peuterspeelzaal Pinkeltje Gruttostraat 99 1444AG PURMEREND 37120585
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 Mevrouw Dekker
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: PURMEREND : Postbus 15 : 1440AA PURMEREND
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
06-06-2014 17-07-2014 29-06-2014 01-07-2014 01-07-2014
: 01-07-2014 : 22-07-2014
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
14 van 17
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze houder peuterspeelzaal. Conceptrapport GGD opmerkingen:
Pagina 4. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch werkplan voldoet niet geheel aan de gestelde voorwaarden. Met betrekking tot de werkwijze geeft de houder aan dat de bezetting van de Voor –en Vroegschoolse Educatie groep voldoet als slechts een beroepskracht gecertificeerd is. Dit is echter onjuist, beide beroepskrachten moeten voldoende gecertificeerd zijn.
Antwoord & vraag peuterspeelzaal Deze opmerking beantwoorden wij als volgt: 1. De website van de Rijksoverheidhttp://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerachterstand/taalachterstandpeuters geeft hierover het volgende aan: Kwaliteit voorschoolse educatie (VVE) Voor een goede voorschoolse educatie moeten minimaal 2 pedagogisch medewerkers voor de groep staan. In een groep zitten maximaal 16 peuters. Minstens 1 van de medewerkers heeft een opleiding op SPW-3 niveau (Sociaal Pedagogisch Werker) of een soortgelijke opleiding. De gemeenten geven peuterspeelzalen geld om het opleidingsniveau van de pedagogisch medewerkers te verhogen. 2. Blz. 20. van ons huidig pedagogisch beleidsplan (versie 6. 2014 zie ook onze website) omschrijft de opleidingseisen beroepskrachten als volgt; Opleidingseisen beroepskrachten De VVE beroepskracht dient minimaal te beschikken over een SPW3 of een vergelijkbaar diploma en daarnaast ook beschikken over een VVE diploma. De beroepskracht peuterspeelzaal dient minimaal te beschikken over een SPW3 of een vergelijkbaar diploma. In de dagelijkse VVE praktijk dient er sprake te zijn van 1 VVE geschoolde beroepskracht in combinatie met 1 beroepskracht. Peuterspeelzaal Pinkeltje voldoet ruimschoots aan de gestelde eisen. Beide beroepskrachten zijn in bezit van een VVE diploma/kwalificatie en scholen jaarlijks bij. De beroepskrachten zijn in bezit van hogere, dan wel gelijkwaardig aan SPW 3, gekwalificeerde diploma´s. Daarnaast beschikken de leidsters over een BHV diploma en ook hier worden zij jaarlijks bijgeschoold. Eventueel invallende beroepskrachten zullen in het bezit zijn van een diploma zoals genoemd onder beroepskracht. In onze beschrijving opleidingseisen beroepskrachten geven wij conform de richtlijnen van de Rijksoverheid aan welke opleidingseisen er worden gesteld en vervolgens aan welke eisen wij aan voldoen (beiden leidsters beschikken over een VVE diploma en over een hoger gekwalificeerd diploma dan SPW3) In onze huidige omschrijving doen wij ons zelf wellicht te kort omdat beide leidsters ook nog VVE gecertificeerd zijn. Op pagina 19 onder hoofdstuk, 8. Voorstellen van de beroepskrachten bij peuterspeelzaal Pinkeltje, geven wij aan dat beide leidsters VVE gecertificeerd zijn. Wij zullen het pedagogisch beleidsplan op blz. 20, opleidingseisen beroepskrachten als volgt aanpassen:
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
15 van 17
De zin in de dagelijkse VVE praktijk dient er sprake te zijn van 1 VVE geschoolde beroepskracht in combinatie met 1 beroepskracht, wordt gewijzigd in:
In de dagelijkse VVE praktijk dient er sprake te zijn van 2 VVE geschoolde beroepskrachten
Het tekstblok Peuterspeelzaal Pinkeltje voldoet ruimschoots aan de gestelde eisen. Beide beroepskrachten zijn in bezit van een VVE diploma/kwalificatie en scholen jaarlijks bij. De beroepskrachten zijn in bezit van hogere, dan wel gelijkwaardig aan SPW 3, gekwalificeerde diploma´s. Daarnaast beschikken de leidsters over een BHV diploma en ook hier worden zij jaarlijks bijgeschoold. Eventueel invallende beroepskrachten zullen in het bezit zijn van een diploma zoals genoemd onder beroepskracht, wordt gewijzigd in:
Peuterspeelzaal Pinkeltje voldoet ruimschoots aan de gestelde eisen. Beide VVE beroepskrachten zijn in bezit van een VVE diploma en zijn VVE gecertificeerd. Onze VVE beroepskrachten scholen jaarlijks bij. Onze VVE beroepskrachten zijn in bezit van hogere, dan wel gelijkwaardig aan SPW 3, gekwalificeerde diploma´s. Onze VVE beroepskrachten beschikken over een BHV diploma en worden jaarlijks bijgeschoold. Onze VVE beroepskrachten zijn gecertificeerd in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Invalkrachten op de VVE peuterspeelzaal beschikken altijd over een juiste beroepskwalificatie, minimaal een hoger of gelijkwaardig aan SPW3 diploma, alsmede over een verklaring omtrent gedrag (VOG) op basis van permanente screening. Conceptrapport GGD opmerkingen:
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk Antwoord & vraag peuterspeelzaal De vervolgopmerking, op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarden niet is voldaan, ontgaat ons in de context van de opmerking rondom de kwalificatie van de leidsters. Op pagina 20 van ons pedagogisch beleidsplan maken wij een onderscheid tussen de ochtend (niveau C) en middaggroepen (niveau A). Hierbij geven wij per groep aan over welke beroepskrachten/kwaliteitseisen wij per groep beschikken en melden tevens dat er per groep maximaal 16 kinderen per dagdeel mogen deelnemen. Ook de kwalificatie eisen voor beroepskrachten in opleiding zijn hierin meegenomen. Op pagina 8 van ons pedagogisch beleidsplan staat onder hoofdstuk 3 Functie en de rol van de VVE peuterspeelzaal, aangegeven dat alle peuters tussen de 2 en 4 jaar in aanmerking komen voor een plaats op de peuterspeelzaal. Pagina 9 van het plan geeft aan dat wij samenwerken met de basisschool en daar de werk methode startblokken hanteren. Het VVE volgsysteem waar wij de observeerbare termen rondom de ontwikkelingen en vorderingen van de VVE kinderen in bijhouden, is in het kinderdagboek van Horeb, laatstgenoemde staat niet in ons beleidsplan en zullen wij op pagina 9 toevoegen. Ons addendum voor de middaggroepen in ons beleidsplan passen wij aan naar niveau B omdat wij qua werkwijze en aanpak dezelfde VVE methode en werkwijze hanteren. Niveau A is Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
16 van 17
een te lage kwalificatie. Wij zullen op pagina 20 van ons pedagogisch beleidsplaan scherper aangeven dat er een verplichte leidster kind ratio is van 1 op 8 op een peutergroep met kinderen in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar.
Conceptrapport GGD opmerkingen: een
Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de Verklaringen omtrent Gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op
steekproef. Alleen de vaste invalkracht met een nul-uren contract bij peuterspeelzaal Pinkeltje heeft geen geldige VOG. De houder heeft aangegeven deze invaller niet in te zetten totdat de nieuwe VOG is overhandigd.
niet
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die
ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Antwoord peuterspeelzaal De medewerkster waar het hier omgaat heeft een VOG verklaring, maar is een invalkracht met een zgn. nul uren contract die zo nu en dan invalwerkzaamheden verricht. De peuterspeelzaal heeft dit ingeschat op een VOG verklaring, zoals die ook voor beroepskrachten in opleiding van toepassing is (geen continue screening) Deze inschatting hebben wij aan de GGD inspectrice gemeld en voorgelegd, maar kon tijdens de inspectie niet beantwoord worden. Dit antwoord hebben wij inmiddels direct na inspectie van de GGD mogen ontvangen en de conclusie luidt dat ook bovengenoemde medewerkster een VOG verklaring op basis van continue screening dient te hebben. De desbetreffende medewerkster is direct na de inspectie door ons geïnformeerd en op non actief gesteld. Inmiddels (binnen 1 week) beschikt de medewerkster over VOG verklaring met de continue screening. Wij bedanken de GGD voor de geboden gelegenheid om onze zienswijze kenbaar te maken alsmede voor de constructieve medewerking waar het gaat om het bewaken van en het coachen op de kwaliteitsdoelstellingen en uitgangspunten peuterspeelzaalwerk. Met vriendelijke groet, Bestuur Stichting Beheer Peuterspeelzaal Pinkeltje Zichthof 10 1445 HC Purmerend Postadres: Gruttostraat 99 1444 AG Purmerend Algemene leiding: Irma Schagen Telefoon 06.41432264 Email:
[email protected] EINDE zienswijze houder peuterspeelzaal.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 06-06-2014
Pinkeltje te PURMEREND
17 van 17