Inleiding tot het economische recht
Handelsrecht
Contactpersoon:
[email protected]
Hoofdstuk 1: Algemene beginselen van het handelsrecht Handelsrecht --> geheel van rechtsregelen betreffende de verplichtingen die voor handelaars uit hoofd van hun beroep ontstaan Handelsrecht bevat gehele zelfstandig uitgeoefende economische activiteit - aanvatten v/d economische activiteit - organiseren v/d economische activiteit - productie van goederen en diensten - distributie van goederen en diensten Regelen van handelsrecht liggen verspreid over - burgerlijk recht - sociaal recht - handelsrecht - economisch recht - recht i.v.m. aantal vrije beroepen - administratief recht - grondwettelijk recht - belastingrecht Er zijn wetten die tot handelsrecht horen, maar niet enkel voor handelaars gelden - vestigingsreglementering - wet marktpraktijken - chequewet - wetgeving betreffende industriële eigendom Wetboek van Koophandel beslaat dus zeker niet alles Handelsrecht ≠ economisch recht Economisch recht: geheel v/d rechtsregelen die slaan op het ingrijpen v/d overheid in economisch leven Economisch recht behoort tot publiekrecht Handelsrecht behoort tot privaatrecht Economisch recht beslaat - kartelrecht - regelen i.v.m. consumentenbescherming - regelen i.v.m. economische expansie - prijzenreglementering
Bronnen v/h handelsrecht Bronnen v/h handelsrecht - Wetboek van Koophandel - wetten en besluiten die beide hebben aangevuld - wetgeving in Burgerlijk Wetboek --> Wetboek van Koophandel bevat maar gedeeltelijke regeling ! Steeds toepassen burgerlijk recht, behalve bij afwijking van handelswetgeving/handelsgewoonten Wetboek van Koophandel bevat geen wetgeving rond - de koop - handelshuur - lastgeving - lening - ... = staan allemaal in Burgerlijk Wetboek Burgerlijk wetboek bevat wel geen regels rond - vervoer - verzekering Soms ook afwijkingen tussen Handelsrecht en Burgerlijk wetboek - Handelsrecht bevat: een vermoeden van passieve hoofdelijkheid t.a.v. medeschuldenaarshandelaars (spreekt Art. 1202 BW tegen) - Bijzondere regeling om betalingsachterstand tegen te gaan --> betaling v/d vergoeding bij commerciële verrichtingen gebeuren binnen termijn van 30 dagen Art. 4 W. 2 augustus 2002 ! Afwijken is mogelijk ! Indien niet binnen de vastgelegde termijn wordt betaalt, is men van rechtswege en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling een intrest verschuldigd wegens betalingsachterstand = bedraagt referentie-indexvoet + zeven procentpunten en afgerond tot het hogere half procentpunt = afwijking van Art. 1153 BW - Anders dan in Art. 1986 BW wordt in handelszaken het mandaat vermoed bezoldigd te zijn - Het pand wordt op een eenvoudigere manier gevestigd en gerealiseerd
Hoofdstuk 2: Basisbegrippen Daden van koophandel Men maakt onderscheidt tussen burgerlijke recht en handelsrecht --> zijn de handelingen "daden van koophandel" of niet? Onderscheidt raakt openbare orde en zijn gevolgen Wetboek maakt onderscheidt tussen - objectieve daden van koophandel (Art. 2 en 3 W. Kh) - individuele gestelde handelingen als daad van koophandel - herhaling der handeling (zekere organisatie v/d nijverheid vereist) - subjectieve daden van koophandel Winstoogmerk Handelingen zijn objectieve daden van koophandel wanneer winstoogmerk gesteld wordt ! Winstoogmerk behoort tot de essentie van handel --> ander verlies commercieel karakter ==> handeling wordt burgerlijk ! Het uitgeven van een boek ziet men als een artistieke reden en geen commerciële handeling (bij uitgave in eigen beheer) ! Renteloze lening is ook geen daad van koophandel (buiten als er andere kosten aan verbonden zijn) Artikelen 2 en 3 van wetboek in koophandel gaan er vanuit dat de opgesomde daden winstbejag ogen --> weerlegbaar Voorbeeld: pastoor die zwembad uitbaadt in raam van zijn dienst, zonder winstoogmerk, is de pastoor geen handelaar Volgende zaken zijn geen koophandel - daden uit vrijgevigheid - daden uit onbaatzuchtigheid - daden die altruïstisch vreemd zijn aan de handel Objectieve daden van koophandel Zie W. Kh Art. 2 1.Elke aankoop van voedingswaren en koopwaren, met de bedoeling deze, al dan niet na bewerking of verwering, weer te verkopen of te verhuren - Men vereist aankoop van roerende goederen onder bezwarende titel --> doel: verder verkopen/verhuren = wijst op winstoogmerk 2. Elke verkoop of verhuring die het gevolg is van een dergelijke aankoop --> Niet alleen de aankoop van één is een daad van koophandel, ook de daaropvolgende verkoop of verhuring, is een daad van koophandel
3. Zie wetboek 4. Elke dienstenprestatie van hoofdzakelijk materiële aard, zodra deze vergezeld gaat van de levering van koopwaren ! Dienstverstrekker moet als zelfstandige optreden --> wanneer het slechts uitzonderlijk of toevallig vergezeld gaat met levering dan spreekt men over een ambachtelijke daad Uitbating rusthuis of familiepension is daad van koophandel Vereisten - Levering van hoofdzakelijk materieel werk (handenarbeid) - contract van huur van diensten - activiteit die vergezeld gaat van levering van koopwaar 5. Elke aankoop v/e handelszaak om te exploiteren De handelszaak moet uitgebaad worden door de koper ! Bij aankoop maar exploitatie in eigen naam door iemand anders --> geen daad van koophandel Ook handelingen die de uitbating voorbereiden zoals de aankoop van een jukebox of flipperkast voor een toekomstig café worden gezien als handelingen van koophandel 6. Alle verrichtingen van industriële ondernemingen, zelf indien de ondernemer slechts de voortbrengselen van zijn eigen zaak verwerkt en voor zover het geen verwerking betreft die normaal bij landbouwbedrijven behoort Het gaat om de uitbating v/e fabriek waarbij de winst steunt op de verkoop v/h eindproduct (min de kost v/d lonen en grondstoffen) ! Noodzakelijke bewerking of verwerking van roerende goederen tot halffabricaten of eindproducten (met behulp van werknemers) ! Landbouwactiviteiten (zoals veeteelt en tuinbouw) zijn geen daad van koophandel --> ZELF wanneer er primaire verwerking v/d producten is ! Industriële landbouw of landbouw waar en grondstoffen voor teelt aankoopt --> wel daad van koophandel Voorbeeld: kweken van kippen geen daad van koophandel Voorbeeld: kweken van kippen, vetmesten met aangekocht voer, wel daad van koophandel 7. Alle verrichtingen van ondernemingen van openbare en particuliere werken Men bedoelt onroerende goederen Voorbeeld: aannemingscontract voor openbare of particuliere werken ! Ook met doel op later tijdstip te verkopen of verhuren Voorbeeld: het aannemen van een aannemer voor de bouw van een gebouw om te verhuren
8. Alle verrichtingen van ondernemingen van vervoer, om het even hoe het vervoer geschiedt ! Vervoer moet gebeuren op basis van vervoerovereenkomst Voorbeeld: uitbaden van taxi's, schip, ... 9. Alle verrichtingen van ondernemingen en leveringen Iemand verbindt zich per overeenkomst aan een ander periodiek voor - de eigendom van roerende zaken - het genot van roerende zaken - levering materiële diensten ! Dit aan een bepaalde prijs Voorbeeld:het leveren van stookolie op basis van overeenkomst aan vaste prijs ! Hoedanigheid maakt niet uit (vrije radio, reisorganisator, ruitenwasser, ...) 10. Alle verrichten van onderneming van zaakwaarneming, zaakbezorging, inrichtingen voor openbare verkopingen en van openbare schouwspelen Zaakwaarneming en zaakbezorging --> behartigen van andere personen tegen betaling Voorbeeld: - Verkoop- en verhuurbureau dat helpt bij de overdracht van handelszaken - Openhouden van depot voor pronostieken - Overmaken van orders van kopers aan een onderneming - Studiebureau's - Fiscale expertige Openbare verkoop van roerende goederen - veiling bij opbod - veiling bij afslag - veilig bij vaste prijs Inrichtingen van openbare schouwspelen --> uitbaten van een zwembad, danszaal, bioscoop, ... ! Ook het samenstellen v/e programma en dit ten toonstellen (voorbeeld concertorganisator) ! Enkel de ORGANISATOR doet daad van koophandel, de optredende band bijvoorbeeld niet ! Een kunstenaar kan activiteit met handelskarakter uitsluiten --> wanneer band zelf een concert organiseert, dat normaal daad van koophandel is, wordt dit toch niet herkent als daad van koophandel 11. Alle verrichtingen van onderneming van verzekering tegen premie Verzekering = overeenkomst waardoor verzekeraar, mits betaling v/e premie van de verzekeringnemer, zich ertoe verbindt dekking te verlenen tegen bepaalde omschreven risico's (in overeenkomst), waarbij naargelang v/h geval de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat zich niet voordoen
Verzekeraar: de persoon die de dekking belooft voor in contract bepaalde risico's Verzekeringnemer: medecontractant v/d verzekeraar Begunstigde: persoon aan wie de vergoeding uit de overeenkomst toekomst Risico: onzekere gebeurtenis waarvan de prestaties v/d verzekeraar afhankelijk zijn Ramp of sinister: realisatie v/h risico ! Enkel verzekering tegen premie is daad van koophandel --> verzekeraar is gespecialiseerde onderneming 12. Elke bankverrichting, wissel-, commisiehandels of makelaarsverrichting, alle verbintenissen van handelsagenten Het woord bank bestaat niet meer --> kredietinstellingen: ondernemingen met volgende taken - publiek ontvangst nemen van gelddeposito's - publiek ontvangst nemen van andere terugbetaalbare gelden - verlenen van kredieten voor eigen rekening - verlenen van kredieten waarvan werkzaamheden bestaan in het uitgeven van betaalinstrumenten (in vorm van elektronisch geld) Art. 3 Wet 22 maart 1993 ! Verrichtingen van Nationale Bank van België ook daad van koophandel Wisselverrichtingen --> omwisselen van geld zowel tussen personen als geld overmaken naar het buitenland 13. Alle verrichtingen van ondernemingen die tot doel hebben onroerende goederen te kopen om ze nadien te verkopen ! Eén geïsoleerde aankoop v/e onroerend goed blijft een burgerlijke daad omdat de wetgever de vastgoedvennootschappen beoogde 14. Alle verrichtingen betreffende de zeehandel Artikel 3 W. kh
Subjectieve daden van koophandel Alle verbintenissen die door een handelaar worden aangegaan, welke ook hun oorzaak is en ook al vallen ze niet onder de opsomming der objectieve daden van koophandel, zijn subjectieve daden van koophandel ! Uitzondering: als er bewijs is dat ze vreemd zijn aan handel of als de aard onverenigbaar is met het handelskarakter Wetgever vermoedt dat iedere handeling van een handelaar in functie wordt gesteld van zijn handelsactiviteit ! Geldt ook voor handelingen behorende tot de onrechtmatige daad Handelaar draagt bewijslast t.o.v. handelingen met vreemde oorzaak of zij die onverenigbaar zijn --> bepaald door omstandigheden of aard v/d handeling Voorbeelden subjectieve daden: - deelname aan motorcross door handelaar in motoren - de opdracht v/d handelaar aan zijn boekhouder om een fiscaal bezwaarschrift op te stellen - verplichting om schilderwerken aan handelsruimten te betalen Voorbeelden van GEEN daden van koophandel: - werken besteld voor de privéwoning v/e handelaar - verzorgen van andermans dieren door groentenkweker - kansspel vanwege een handelaar De handelaar Handelaren kunnen volgende zaken zijn - natuurlijke personen - vennootschappen ! Op basis van voorwaarden ! Ambachtsondernemingen zijn in principe NOOIT handelaren ! Overheidsinstellingen streven algemeen belang na --> geen handelaar SOMS UITZONDERINGEN --> commerciële activiteiten van overheidsinstellingen Natuurlijke personen Handelaar zijn zij die hun gewoon beroep maken van het stellen van daden van koophandel --> voornamelijk objectieve daden De dagen moeten beroepsmatig gebeuren = doel: inkomen verwerven en in zijn levensonderhoud te voorzien ! Winstoogmerk en lopen van risico (op winst/verlies) moet er zijn ! Activiteit moet op zelfstandige basis --> NIET als werknemer --> NIET als bestuurder in naam v/e vennootschap ! MOET in EIGEN NAAM = gelopen risico's moeten eigen vermogen kunnen raken
De handel moet niet de uitsluitende taak zijn v/d handelaar --> hoofd- of bijberoep zijn beide goed Men moet handelingsbekwaam zijn om handelaar te zijn --> minimum 18 jaar (ontvoogding ook niet meer mogelijk) Artikel 6 W. Kh (daden van minderjarigen zijn burgerrechtelijke daden) Sommige personen hebben verbod op handel - leden van hoven - rechtbanken - parketten - griffies - gerechtsdeurwaarders - advocaten - personeel OCMW - apothekers - leden van Grondwettelijk Hof - referendarissen - notarissen - rijkspersoneel Vennootschappen Vennootschappen zijn handelsvennootschappen als het statutair doel is om objectieve daden van koophandel te stellen --> winstoogmerk wordt voor hen vermoed omdat het de oorzaak en het oogmerk is v/h aangaan van elke vennootschap Art 1 en 2 W. Venn Men vermoed ook steeds een beroepmatig karakter bij de activiteit v/e vennootschap --> enkel toegelaten rechtshandelingen te treffen aan haar statutaire doelomschrijving = specialiteitsprincipe v/d rechtspersoon Vennootschap is bijgevolg handelaar indien daden van koophandel in zijn statutaire doelomschrijving staat ! Vennootschap mag niet handelen als arbeider of bediende --> enkel in eigen naam en voor eigen rekening De ambachtsonderneming Soms ook wetten rond ambachtslui of ambachten Ambachtsonderneming = onderneming opgericht door private persoon die in België gewoonlijk krachtens een contract van huur van diensten, hoofdzakelijk materiële prestaties levert, voor zover daarmee geen leveringen van waren of slechts toevallige leveringen mee gepaard gaat, een objectieve daad van koophandel uitmaakt, is de activiteit v/e ambachtsonderneming burgerlijk
Gevolgen v/d kwalificatie v/e handeling als daad van koophandel Toepasselijkheid v/h handelsrecht Handelaars moeten voldoen aan verplichtingen die wet oplegt --> worden verder behandeld (buiten aansluiten bij socialeverzekeringskas en btw-belastingplichtige inschrijving)
Kritiek op wettelijke regeling - Lijst objectieve daden bevat zeker niet gehele economische activiteit (opdelven grondstoffen zonder bewerking, vrije beroepen, landbouw, dienstensector, ambachtelijke activiteit, economische activiteit v/d overheid) Het is een opsomming van - overeenkomsten - rechtshandelingen - documenten ! Er is weinig onderling verband en onvolledig, soms vrij willekeurig geschreven Lees pagina 210 - 211
Verlies v/d hoedanigheid van handelaar Natuurlijke personen - Stopzetten van commerciële activiteit --> handelaar verdwijnt uit handelsregister ! Overdragen en uitverkoop voor totale stopzetting is wel nog zijn bedrijvigheid ! Ook bij vereffening van de zaken behoudt de handelaar zijn hoedanigheid als handelaar Nemen van volledige rust wegens ziekte, terwijl men handel uitbesteed aan aangestelde, is geen afbraak aan statuut v/d handelaar - Andere redenen - overlijden v/d handelaar - onbekwaam-worden ! Faillissement doet hoedanigheid van handelaar niet verloren gaan (Art. 16 Faill. W.) Handelsvennootschappen Verliest positie als handelaar nadat ze ontbinding heeft besloten --> afsluiten van zijn vereffening ! Faillissement doet hoedanigheid van handelaar WEL verloren gaan Verliest positie ook wanneer vennootschap wordt omgezet tot - vennootschap met burgerlijk doel - vereniging met rechtspersoonlijkheid
Hoofdstuk 3: Verplichtingen die op handelaars wegen Inschrijven in Kruispuntbank van Ondernemingen Kruispuntbank van Ondernemingen = elektronisch register voor het opnemen, bewaren, beheren en ter beschikking stellen van gegevens die betrekking hebben op de identicifatie van ondernemingen Wie moet zich inschrijven? - rechtspersonen naar Belgisch recht - buitenlandse rechtspersonen naar buitenlands of internationaal recht die in België bezitten over een zetel - natuurlijk persoon, rechtspersoon of vereniging die in België, hetzij handels- of ambachtsonderneming voert, hetzij als werkgever aan de sociale zekerheid onderworpen is, hetzij aan BTW onderworpen is, hetzij als zelfstandige een intellectueel of dienstverlenend beroep uitoefent Doel v/h inschrijven? - realisatie van unieke gegevensverzameling - de administratieve verplichtingen opgelegd aan ondernemingen vereenvoudigen - werking van overheidsdiensten efficiënter maken Men wil voor handels- en ambachtelijke ondernemingen de gegevens betreffende hun activiteiten te centraliseren en het organiseren van commerciële activiteit --> alle belanghebbenden kunnen zo kennis nemen met essentieel geachte gegevens Wat bevat de inschrijving? Zie Wet van 1 Januari 2003 Alle gegevens kan men online raadplegen via KBOwi Ook bepaalde links naar - Balanscentrale van Nationale Bank - Publicatiegevens bij Belgisch Staatsblad Inschrijving is verplicht voor de aanvang van de activiteiten --> bij de oprichting/opening van een nieuwe vestigingseenheid Wanneer een onderneming wijzigt va handels- ambachtsactiviteiten --> doorgeven aan KBO voor aanvang v/d nieuwe activiteit Bij inschrijving krijgt men ondernemingsnummer --> verplicht nummer bij elke betrekking met administratieve/gerechtelijke overheid (deze laatste twee gebruiken dit nummer ook) Publiciteit Ondernemingsnummer laat opzoeken van gegevens toe --> handelsregisternummer of inschrijvingsnummer als ambachtsman --> BTW-nummer v/d onderneming
! Nummer moet op alle officiële documenten staan en alle gebouwen, marktkramen en vervoermiddelen met betrekking tot de handels- of ambachtelijke activiteit Wettelijk vermoeden Het inschrijven zorgt dat men aanzien wordt als koopman of ambachtsman (weerlegbaar) Sancties Weigering is mogelijk wanneer men niet voldoet aan de eisen ! Wanneer men niet is ingeschreven, of inschreven voor een activiteit die niet overeenstemt met werkelijkheid --> vordering onontvankelijk --> geldboetes Zie voor boetes in codex Afdeling 2: Houder zijn van een rekening bij financiële instellingen Iedere handelaar moet verplicht een rekening hebben bij een financiële instelling ! Vermelding van domiciliëring en nummer v/d rekening verplicht Zie KB 56 wet van 10/11/1967 ! Naast het niet lopen v/d rente kan men ook boetes krijgen van 26 tot 1000 euro
Hoofdstuk 4: Het bewijs in handelszaken Afdeling 1: Algemeen In handelszaken geldt het bewijs van rechtshandelingen --> vrijer regime dan in burgerlijke zaken Bijvoorbeeld niet van toepassing op rechtsfeiten, deze zijn niet concreet gereglementeerd Artikel 25 W.kh Meer vrijheid bestaat uit - ruime appreciatiebevoegdheid v/d rechter - bewijskracht van bepaalde geschreven stukken - toelaatbaarheid v/h bewijs door getuigen of vermoedens betreft Handelsverbintenissen kan men op een vrijere manier bewijzen ! Zowel tussen partijen als tegenover derden --> Wanneer men bewijs door getuigen toelaat, kan men de vermoedens bewijzen (Art. 1353 BW) Voor het getuigenbewijs geldt dat de rechter de bewijslevering kan toestaan mits het om een bepaald en ter zake dienend feit gaat (Art. 915 Ger. W) --> Aard v/d vermoedens of v/d door getuigen te bewijzen feit wordt ook beoordeeld door de rechter
Bewijsvoering door getuigen of vermoedens is toegestaan wat ook het bedrag v/d betwisting is ! Zelfs wanneer het bewijs boven of tegen de inhoud v/d akten gaat In handelszaken is het ook makkelijker om moderne bewijzen aan te wenden --> foto's, film, faxberichten, computerbestanden, ... Afdeling 2: Bewijskracht v/d boekhouding Art. 20 W. KH Regelmatig gevoerde boekhouding = bewijsmateriaal voor handelsverbintenissen tussen kooplieden ! Niet nodig om de boekhouding volgens Art. 2 Wet 17 Juli 1975 te aanvaarden Hier ook appreciatiemacht v/d rechter voor de beoordeling v/d bewijsvoering ! In bewijsrecht kan een persoon met bewijslast zich niet beroepen op een bewijs dat hij zelf heeft gemaakt --> in handelsrecht wijkt men hier vanaf Boekhouding kan zowel in nadeel als voordeel v/d handelaar gebruikt worden ! In burgerlijke zaken enkel bewijs tegen handelaar (Art. 1329 - 1330 BW) Tegenover niet handelaars gelden koopmansboeken maar als begin van schriftelijk bewijs --> kan men aanvullen via bewijs, vermoedens of eed Boekhouding = schriftelijke buitengerechtelijke bekentenis v/d handelaar Gerechtelijke bekentenis: Art. 1356 BW Verband tussen boekhouding en gerechtelijke bekentenis: Art. 1330 BW Kennismaking v/d boekhouding kan via - overlegging v/d volledige boekhouding - openlegging v/h geheel of van een gedeelte in verband met het geschil Reden voor reglementering: boekhouding is deel v/h zakengeheim van de handelaar!! Overlegging = afgeven v/d boekhouding aan door rechtbank aangeduide bewaarnemers Enkel mogelijk bij - erfopvolging - gemeenschap - verdeling v/e vennootschap - faillissement Openlegging = het tonen v/d passages in de boekhouding die van belang zijn voor het geschil --> kan altijd (zelfs ambtshalve)
Afdeling 3: De Factuur Factuur = geschreven stuk dat bevestiging bevat van een schuldvordering in geld en dat door de leverancier van goederen en diensten, wegens deze levering, aan zijn klant wordt afgegeven ! Factuur is niet verplicht voor leveranciers MAAR: Art. 53 BTW-Wetboek verplicht dat belastingplichtige een factuur moet uitreiken voor de door hem verrichte leveringen Vormvereisten: Art. 5 KB Factuur moet men in dubbel opmaken (en zelf in drie exemplaren voor in pandgeving) (Art. 8 KB) ! Een factuur is niet noodzakelijk indien men levert aan een verbruiker --> iemand die de goederen en diensten niet gebruikt met beroepswerkzaamheid Art. 70 - 73 sancties voor het fout toepassen De bewijskracht v/e een factuur --> zelfde als van boekhouding De factuur bewijst tegen degene die factureert (leverancier) de overeenkomst die aanleiding gaf tot de gefactureerd verbintenissen ! Factuur moet zelf niet ondertekend zijn Indien er wel ondertekening is --> kwijting v/h gefactureerd bedrag = schriftelijke buitengerechtelijke bekentenis De factuur bewijst tegen de bestemmeling het verschuldigd zijn v/d neergelegde vordering te betalen (dit indien de factuur werd aanvaard) Factuur is ook een hypothese voor het bestaan v/d handelingen die reden gaven tot het factuur MAAR: geen bewijs voor overeenkomst, nog voor verbintenis -- factuur wordt éénzijdig opgesteld door leveranciers Pas bij aanvaardig kan men de hypothese toepassen Aanvaarding kan via vermelding, ondertekening, ... ! Stilzwijgende aanvaarding is niet mogelijk --> factuur zonder aanvaarding is geen bewijskracht Wel stilzwijgende aanvaarding bij handelaar: indien hij geen protest toont --> ondubbelzinning duidelijk maken dat men het bedrag niet zal betalen ! Protest moet men motiveren, terugzenden v/h factuur is niet genoeg Tijdig en gemotiveerd protest ontneemt bewijskracht v/d factuur --> creditnota nodig om factuur uit te schrijven (zelfde bewijsregeling voor creditnota als factuur) Art. 25 W. Kh
Deel III: Het bewijsrecht in burgerlijke zaken Bewijsrecht = aantonen v/d gerechtelijke waarheid voor de rechtbank Partijen moeten voor voldoende mate de waarschijnlijkheid aantonen zodat de rechter niet meer twijfelt aan het tegengestelde --> aantonen relevante elementen voor subjectieve rechten Enkel aanvoeringsplicht Art. 744 Ger. W Rechtsfeiten kan men op eender welke aanvaardbare manier bewijzen Rechtshandelingen niet, werkt volgend systeem in burgerlijk recht --> vermelden soort bewijsmiddelen en hun waarde ! rechter mag enkel met deze bewijsmiddelen rekening houden (Terug te vinden in Burgerlijk Wetboek bewijslast en in aanmerking komende bewijsmiddelen) (Terug te vinden in Gerechtelijk Wetboek effectuering v/d bewijsmiddelen in het proces) Vaak ook specifieke bewijsregels --> bij gebrek aan specifieke zijn bovenstaande de "algemene normen" In het Wetboek van Koophandel staan deze voor het handelsrecht --> Handelsrecht heeft vrij bewijsstelsel Art. 25 W. Kh Opletten: - In handelsrecht zijn er ook uitzonderingen waar bepaalde bewijzen voorgeschreven zijn - Handelsrecht rechters zijn ook vrij weigerachtig om elk getuigenbewijs toe te laten Afdeling 2: De bewijslast Bewijslast --> wie moet bewijs van de door hem aangevoerde feiten en rechtshandelingen leveren Principieel: de persoon die een rechtsfeit of rechtshandeling aanvoert, moet bewijs leveren (Art. 1315 BW, Art. 870 Ger. W) Niet van toepassing voor algemeen bekende feiten --> Enkel aanvoeringsplicht Wel bewijzen van - Voorvallen v/h rechtsfeit - Stellen v/d rechtshandelingen - Stellen v/d gevolgen aan de rechtshandelingen ! Loutere beweringen v/d eiser m.b.t. de aangevoerde feiten/rechtshandelingen zijn geen bewijs
Iedereen die iets vordert - eiser als verweerder - heeft bewijslast --> Rechter is passief, maar kan wel eisen om zaken voor te leggen (Art. 871 BW) Proces wordt verloren door wie faalt in de wegende bewijsvoering --> Wanneer er na woord en wederwoord nog onzekerheid is, zal dit gelden tegen de persoon met bewijslast ! 1315 BW is geen zaak van openbare orde --> partijen kunnen overeenkomsten sluiten inzake bewijslast Afdeling 3: Bewijsmiddelen in het privaatrecht ALGEMEEN Burgerlijk Wetboek bevat - Bewijsmiddelen + hiërarchie v/d bewijsmiddelen Volgende bewijsmiddelen - Schriftelijk bewijs (ook Art. 883 en 895 Ger. W) - Bewijs door getuigen (ook Art. 915 tot 961 Ger. W) - Bewijs via vermoedens - Bekentenis - Eed (Art. 1005 Ger. W) Onderzoeksmaatregelingen v/h Gerechtelijk Wetboek - Procesverbaal van vaststelling v/ bepaalde feiten bij gerechtsdeurwaardersexploot (Art. 516 Ger. W) - Deskundige onderzoek (Art. 962 tot 991 Ger. W) - Verhoog van partijen (Art. 992 tot 1004 Ger. W) - Plaatsopneming (Art. 1007 tot 1016 Ger. W) ! Andere bewijsmiddelen zijn toegelaten bij rechtsfeiten en materiële feiten --> rechter bepaald hun bewijswaarde Hiërarchie 1) Bekentenis --> tegenpartij moet bekende feiten en rechtshandelingen niet meer bewijzen 2) Bewijsmiddelen die per wet bepaald zijn qua bewijswaarde --> Rechter moet dit volgen - akten - wettelijke vermoedens - buitengerechtelijke bekentenis 3) Bewijsmiddelen via vrije bewijswaarde --> rechter oordeelt zelf over de waarde - andere geschriften dan akten - getuigenverklaringen - feitelijke vermoedens Niets is volgens openbare orde, via contract is afwijking toegestaan
SCHRIFTELIJK BEWIJS Bewijswaarde van geschreven documenten of akte is meer waarde (vroeger ook weinig andere middelen) Akte = geschrift door openbaar ambtenaar of betrokken partijen opgemaakt als bewijs --> opgesteld voor betwisting en ondertekend ! Bevestiging v/D afspraken --> bewijsmiddel tegen zichzelf ter beschikking v/d andere partij Ook niet ondertekende, andere geschriften als akte van waarde - boekhouding - factuur - brief - register Begin van schriftelijk bewijs heeft aanvulling nodig (Art. 1341 BW) ! enkel geldig tussen partijen --> afwijking mogelijk en niet van toepassing op handelszaken of arbeidsovereenkomsten (waar een bewijs met getuigen en vermoedens steeds toegelaten is) ! Regel geldt ook niet wanneer - morele onmogelijkheid tot oprichten van akte bestond (door nauwe verwantschap tussen partijen) - originele bewijsstuk ging verloren door overmacht (Art. 1348 BW) - afwijking bij bestaan van schriftelijk bewijs Authentieke akte Een akte verleden in de bij wet voorziene vorm voor een openbaar ambtenaar die daartoe een bijzondere wettelijke bevoegdheid heeft verkregen (notaris, gerechtsdeurwaarder) Art. 1317 BW Er is verschil in bewijswaarde v/d authentieke akte - Authentieke vermeldingen = vermeldingen door de notaris te controleren op hun juistheid gelden als VOLLEDIG BEWIJS (voorbeeld: vermelding v/d datum, identiteit v/d partijen, aanwezigheid, afleggen van verklaringen) ! Enkel aanvechtbaar via procedure van betichting van valsheid - Niet-authentieke vermeldingen = vermeldingen die niet te controleren zijn door de notaris (verklaringen van partijen) --> Bewijswaarde is geheel tot het tegendeel (principieel via geschrift) wordt bewezen - Andere vermeldingen = houden geen verband met de inhoud v/d akte en dienen slechts als begin v/h bewijs --> aanvullende functie (Art. 1320 BW)
Tegenover derden bewijs de authentieke akte het bestaan v/d rechtshandeling --> derden kunnen ook enkel authentieke vermeldingen aanvechten via betichting van valsheid (andere op elke manier) Onderhandse akte Een onderhandse akte is een geschreven stuk dat door de betrokken partijen wordt opgesteld en ondertekend ! Bewijswaarde wordt bepaald door de handtekening van de betrokkenen --> ze uiten met de ondertekening hun wil Art. 1322 BW = laat toe om ook elektronisch een handtekening te plaatsen Onderhandse akte heeft evenveel bewijswaarde als authentieke akte ENKEL EN ALLEEN: wanneer akte wordt erkend tegen wie ze wordt ingeroepen Ook tegen derden dezelfde bewijskracht --> toont bestaan v/d rechtshandeling aan ! Inhoud kan wel aangevochten worden door derden Datum heeft speciale regeling (Art. 1328 BW) Er zijn ook formaliteiten opgelegd: - elke partij moet een origineel hebben (meerdere keren opmaken) (Art. 1325 BW) ! Elk origineel moet een vermelding hebben v/h aantal originelen - een eenzijdige akte (bijvoorbeeld verbintenis om iets te betalen) moet volledig met de hand worden geschreven door de ondertekenaar (of het bedrag volluit in letter + goedkeuring) (Art. 1326 BW) Niet voldoen aan formaliteiten = akte is nietig MAAR: nietige akte is wel begin van schriftelijk bewijs Zowel authentieke als onderhandse akte kan men maken in elektronische vorm Andere geschriften = bewijswaarde die rechter eraan toekent (meestal zelfde als vermoeden) HET BEWIJS DOOR GETUIGEN Getuigenis = verklaring afgelegd voor rechter door persoon die - een feit zelf waarnam - een rechtshandeling zelf waarnam - kennis kreeg vanwege een persoon die dit feit of rechtshandeling waarnam Rechter oordeelt over de geloofwaardigheid v/d getuige en over de waarde v/d verklaring Art. 1341 BW en Art. 915 tot 961 Ger. W.
HET BEWIJS DOOR VERMOEDENS Vermoeden is een bewijsrechtelijke techniek waarbij uit hetgeen vaststaat nieuw nog te bewijzen elementen worden afgeleid Twee soorten vermoeden - Feitelijke vermoedens: redenering v/d rechter (Art. 1353 BW) - Wettelijke vermoedens: vloeien voort uit de wet en hebben algemene draagwijdte = ze keren de bewijslast om = kunnen weerlegbaar of onweerlegbaar zijn --> weerlegging kan met alle bewijsmiddelen (aantonen dat feiten niet overeenstemmen met het vermoeden) Onweerlegbare vermoedens bevrijden definitief v/d bewijslast DE BEKENTENIS Bekentenis = erkenning v/e feit of rechtshandeling door diegene die er belang bij heeft deze te ontkennen --> bekentenis ontslaat andere partij van verder bewijs Bekentenis kan gerechtelijk of buitengerechtelijk zijn Gerechtelijke bekentenis: afgelegd in loop v/h geding betreffende het punt waarop de bekentenis slaat Buitengerechtelijke bekentenis: afgelegd buten het kader v/h geding Wanneer een bekentenis complex is (bestaand uit verschillende elementen zonder scheiding mogelijk) --> bekentenis is onsplitsbaar ! Na het afleggen v/e bekentenis (geldige aflegging) is herroepen niet mogelijk Gerechtelijke bekentenis: wettelijke bewijswaarde (Art. 1356 BW) --> rechter MOET deze aanvaarden zodra tegenpartij deze ingeroepen heeft ! Dit zelfs wanneer er schriftelijk bewijs is MAAR: tegenpartij moet de bekentenis niet erkennen Buitengerechtelijke bekentenis: enkel geldig bij bewijs door getuigen (Art. 1355 BW) --> rechter kan zelf beslissen, indien dit is, dan heeft ze dezelfde waarde als gerechtelijke bekentenis