67
Inleiding tot het economisch recht 1e Bachelor Handelsingenieur
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
1
Boek I Inleiding tot het recht
DEEL I. RECHT EN RECHTSSTAAT
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
2
H1: Het begrip recht
INLEIDING
Wat is recht? ●
Recht is een geheel van normen, gedragsregels, die het uitwendig gedrag van personen moet regelen ○
Uitwendig: uitspraken + daden (denken mag men niet bestraffen)
●
Maatschappelijk: recht afhankelijk van maatschappij
●
Uitgevaardigd door bevoegd orgaan
●
Sancties: afdwingbaarheid zodat regels worden nageleefd ○
Premies
Om gewenst gedrag aan te moedigen
○
Straffen, verlies van rechten,...
Om ongewenst gedrag te bestraffen
Objectief en subjectief recht ●
Objectief recht = law geheel van regels dat uiterlijk gedrag regelt vb. Leveringsplicht verkoper
●
Subjectief recht = right aanspraken op andermans gedrag die door het objectieve recht worden beschermd vb. Aanspraak van koper op levering
ENKELE BEGRIPPEN IN HET OBJECTIEF RECHT
Positief recht = Recht op een bepaald tijdstip en bepaalde plaats (recht van vandaag) Gemeen en bijzonder recht ●
Bijzonder recht heeft voorrang op algemeen recht vb. Privaatrecht: handelsrecht (bijzonder) voorrand op burgerlijk recht (gemeen)
Materieel recht = de eigenlijke gedragsvoorschriften Formeel recht = procedureel recht = hoe de regels kunnen worden afgedwongen
Aanvullend en dwingend recht ●
Aanvullend recht: (‘modeloplossing’) als de partijen niets anders zijn overeen gekomen → afwijkbaar
●
Dwingend recht: bescherming particuliere belangen
●
Dwingend recht van openbare orde: bescherming algemene belangen
●
Indien toch afwijken: nietigheid (tabel HBp.12)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
3
→ niet afwijkbaar → niet afwijkbaar
H2: De indeling van het objectief recht
Gewoon lezen, focus op afdeling 1,9,10 en 12
PUBLIEK – EN PRIVAATRECHT (1)
Publiekrecht ●
Regels die de relaties tussen de burgers en de overheid betreffen
●
Uitganspunt: regels zijn van dwingend recht
●
Rechtstakken: grondwettelijk recht, administratief recht, straf- en strafprocesrecht, belastingsrecht, privaatrecht
Privaatrecht ●
Regels die de relaties tussen burgers onderling betreffen
●
Uitgangspunt: regels zijn van aanvullend recht
●
Rechtstakken: burgerlijk recht, handelrecht, vennootschapsrecht
→ Gemengde rechtstakken: economisch recht, socialezekerheidsrecht
HET BURGERLIJK RECHT (9)
●
Regelt de verhouding tussen privépersonen ○
Vermogensrecht (zakenrecht + verbintenissenrecht)
○
Personen- en familierecht
○
Familiaal vermogensrecht
HET HANDELSRECHT (10)
●
Van toepassing op handelaars en op daden van koophandel
●
Handelsrecht = afwijkend privaatrecht
HET ECONOMISCH RECHT (12)
●
Regels die het ingrijpen van de overheid op economisch terrein betreffen ○
Mededingingswet
○
Eetwarenreglementering
○
Vestigingswetgeving
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
4
H3: De rechtsstaat
Algemeen ●
Rechtsstaat: ook de staat is onderworpen aan de rechtsregels
●
Democratie: het volk neemt ook deel aan de machtsuitoefening (stemrecht)
●
Fundamentele rechten van burgers tov overheid + basisorganisatie van de staat (formele Grondwet)
Scheiding der machten ●
Wetgevende macht + Uitvoerende macht + Rechterlijke macht
●
Om te grote machtsconcentratie tegen te gaan
H4: De bronnen van het recht
De wet ●
Materiële wet: algemene rechtsregels met onpersoonlijk karakter
●
Formele wet: beslissingen van een wetgevende macht
Gewoonterecht ●
Regels volgens traditie/ gewoonte: ‘gewone regel’: staat niet neergeschreven vb. De gewone regel van schuldvordering = splitsing: SE moet naar de verschillende SA’s gaan
Algemene rechtsbeginselen ●
Aanvulling van de wettelijke bepalingen door rechters vb. Vaak bij rechtsmisbruik: buur aanklagen omdat huis 2 cm te dicht → schadevergoeding ipv verbouwen
●
Verschillende rechters zijn niet verplicht op dezelfde manier te handelen bij hetzelfde onderwerp
Rechtspraak ●
Rechtsgeschillen worden rechtgezet door rechter (gewone rechtzaken)
●
Alleen de partijen die betrokken zijn bij het geschil zijn gebonden
Rechtsleer ●
Artikels, boeken, commentaren door juristen geschreven
●
Deze informatie is niet bindend ○
Rechtspraak beïnvloeden
○
Wetgever inspireren
H5: De oorsprong van wetgeving Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
5
FEDERALE WETGEVING
Waar artikelen bijstaan: niet vanbuiten leren!!! Staat allemaal in Codex! Opzoeken + aanduiden
Grondwet ●
Goedkeuring en wijziging aan strakke regels verbonden
Formele wetten ●
Beslissingen van de wetgevende macht
●
Komen tot stand door Kamer + Senaat + Koning
●
Kamer + Senaat = Parlement = wetgevende kamers
●
Wetsvoorstel: leden van de Kamer of van de Senaat nemen initiatief ○
Moeten in overweging genomen worden → plenaire vergadering beslist of voorstel in aanmerking komt of niet
●
Wetsontwerp: Koning neemt initiatief
Volledig bicameraal: Kamer + Senaat + Koning (art. 77 G.W.) ●
Wetsontwerp of wetvoorstel ○
Door voorzitter kamer of senaat naar bevoegde commissie
○
Commissie (gespecialiseerd) grondiger analyseren + beslissen bij meerderheid
○
Verslag aan plenaire vergadering commissie
○
Bespreking in plenaire vergadering Kamer en Senaat
○
Tekst nu aangenomen door het parlement
○
Moet nog bekrachtigd en afgekondigd worden door Koning
○
Publicatie in het Belgisch Staatsblad
Optioneel bicameraal: Kamer + Koning (+ Senaat) ●
Initiatief van de Koning of Kamerleden ○
(art. 78-79 G.W.)
Kamer: als goedgekeurd, naar Senaat Niet verplicht te onderzoeken Alleen bij evocatierecht (15 leden binnen 15 de dagen)
●
○
Niet geëvoceerd: meteen naar Koning
○
Wel geëvoceerd: Senaat 60 dagen voor onderzoek + amenderen
○
Geamendeerd: dan weer naar Kamer voor beslissing → dan pas naar Koning
Initiatief van Senatoren
(art. 81 G.W.)
○
Senaat → Kamer: 60 dagen voor verwerpen + amenderen
○
Geamendeerd: terug naar Senaat
○
Eindbeslissing Kamer → dan pas naar Koning
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
6
Monocamerale materies: Kamer + Koning → Zie Schema’s verloop
Koninklijke en ministeriële besluiten ●
Koninklijke besluiten: Koning stelt alg maatregel of individuele overheidshandeling
●
Ministeriële besluiten: minister stelt alg bestuurllijke maatregel of individuele overheidshandeling
REGIONALE WETGEVING
Achtergrond van de huidige staatsstructuur Eerst...in 1830... ●
België: gedecentraliseerde eenheidsstaat
●
Frans als enige officiële taal voor wetten en besluiten ○
Leidende klasse Franstalig + politieke macht (cijnskiesstelsel)
○
Uitbreiding kiesrecht: Vlamingen ok meer politieke macht → stapsgewijs meer autonomie
1962-1963... ●
Taalgrens werd vastgelegd
●
3 ééntalige gebieden + 1 tweetalig gebied
Na verschillende staatshervormingen... ●
België van eenheidsstaat naar federale staat
●
Gemeenschappen + gewesten
In 1993... ●
België als federale staat in de Grondwet
Bevoegdheidsverdeling ●
Gemeenschappen: burger: persoonsgebonden + onderwijs + cultuur + taal (art. 127-129-130 G.W.)
●
Gewesten: plaatsgebonden (art. 134 G.W.)
●
Federale overheid: overkoepelend: wat niet is toegeschreven aan Gemeenschappen/ Gewesten
De instellingen (art. 2-3-4 G.W.) ●
3 gewesten: Vlaamse, Waalse, Brusselse
●
3 gemeenschappen: Vlaamse, Franse, Duitstalige
●
4 taalgebieden: Nederlandse, Franse, Duitse, Tweetalig Brussel ○
Brussel: geen gemeenschap => geen 4e taal!
○
Alle gewesten/gemeenschappen hebben eigen instellingen: P en Reg (art. 121 G.W.)
=> vlaanderen: gewest en gemeenschap samen ●
Zie tabel HBp.31
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
7
SUPRANATIONALE WETGEVING
Schets van de Europese rechtorde Soevereïniteit ●
Individuele macht over eigen staat
Supranationaliteit ●
Wanneer bepaale bevoegdheden van de nationale staten word overgedragen naar een autoriteit die erboven staat. Het is een soort ‘overkoepelend’ gezag.
●
Ze hebben hun souvereïniteit dan overgedragen
●
Meerderheid van stemmen
→ kunnen tegen hun wil gebonden worden door bepaalde besluiten
Intergouvernementeel ●
Wanneer staten zelf volledige autoriteit hebben over eigen staat
●
Ze behouden hun volledige souvereïniteit
●
Unanimiteit van stemmen (veto-recht)
→ kunnen niet tegen hun wil gebonden worden door bepaalde besluiten
Evolutie ●
Europese gemeenschap: EEG (=> EG) + EGKS + EURATOM
●
Na oprichting: intergouvernementeel → supranationaal
●
Enkele zaken nog steeds intergouvernementeel
●
Verdrag van Maastricht bracht deze 2 integratiesporen samen (1992) ○
EEG => EG
○
GBVB
Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
○
PJS
Politionele en Justitiële Samenwerking
→ 3 grote pijlers => Europese Unie EU ●
●
Verdrag van Lissabon (2009) ○
EG => EU
○
Geregeld door 2 verdragen VEU
Verdrag betreffende de Europese Unie
VWEU
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Kenmerken EU ○
Organen onafhankelijk van de lidstaten
○
Belsuiten bij meerderheid: bindend voor alle lidstaten (supranationaal)
○
Arresten van het Hof van Justitie en het Gerecht zijn bindend (niet voor elk geschil)
○
Directe of rechtstreekse werking = rechten en verplichtingen van de Unie afdwingbaar zijn voor de nationale rechtscolleges (ook al is het tegen het nationale recht)
○
Unierecht heeft voorrang op het interne recht van de lidstaten
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
8
Soorten Europese regelgeving ●
Primaire Unierecht: ivm oprichting EG: wijziging + aanvulling
●
Secundaire Unierecht: regelgeving aangenomen door de EU-instellingen (art. 288 VWEU) ○
Verordering Rechtstreeks toepasselijk: niet meer hoeven aanpassen Algemeen en abstract (nt gericht tot bepaalde personen, entiteiten)
○
Richtlijnen Onrechtstreeks toepasselijk: nog omzetting in interne rechtsnorm: implementeren (indien particulieren schade hebben door niet tijdig implementeren → schadevergoeding)
Bindend maar bewegingsvrijheid ○
Besluiten: Individueel
○
Aanbevelingen en adviezen: niet bindend
Overzicht van de belangrijkste EU-instellingen ●
Raad
(art. 16 VEU)
○
Nationale belangen
○
Minister van bepaalde sector per lidstaat
○
Verschillende soorten meerderheid (afhankelijk van de materie)
○
Voorzitterschap Rotatie om de 6 maanden Na verdrag Lissabon: Hoge Vert. Van de Unie voor Buitenlandse zaken → voorzitter Raad Buitenlandse Zaken (art. 18 VEU)
●
Europese Raad
(art. 15 VEU)
○
Algemene EU beleid
○
Staatshoofden/ 1e ministers
○
Sinds verdrag van Lissabon: Officiële instelling
○
Vaste voorzitter Voorbereiding + leiding vergaderingen Externe vertegenwoordiger EU voor buitenkands en veiligheidsbeleid
●
●
Europese Commissie
(art. 17 VEU)
○
Initiatiefrecht
○
Toezicht op naleving Unierecht (‘watchdog’) → aanmaning → Hof van Justitie
○
1 vertegenwoordiger par lidstaat (handelen in Europees belang!!)
Europees Parlement
(art. 14 VEU)
○
Rechtstreeks verkozen
○
Aannemen Europese wetgeving
○
Begroting goedkeuren
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
9
●
Hof van Justitie van de EU (art. 19 VEU) ○
Hof van Justitie + Gerecht + gespecialiseerde rechtbanken
○
Zorgt voor de uniforme interpretatie van het Unierecht Controle op lidstaten
○
Afdwinging Unirecht = rol nationale rechters Kunnen vragen stellen bij Hof van Justitie = prejudiciële vragen
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
10
H6: Structuur van de rechterlijke macht
INDELING VAN DE RECHTSCOLLEGES EN HUN BEVOEGDHEDEN
Piramide kennen! (in combinatie met onderstaande uitleg)
Vredegerecht ●
1 beroepsmagistraat = vrederechter
●
Burgerlijke en handelsrechtelijke geschillen (met beperkte waarde) + Specifieke geschillen
Rechtbank van eerste aanleg ●
1 of 3 beroepsmagistraten
●
Alle geschillen, niet uitdrukkelijk toegewezen aan andere rechtbank: volheid van bevoegdheid
●
In hoger beroep: burgerlijke geschillen van vredegerecht
●
Verschillende kamers (voor burgerlijke zaken + voor correctionele zaken + jeugdkamers)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
11
Rechtbank van koophandel ●
1 beroepsmagistraat (jurist) + 2 handelaren (rechters in handelszaken)
●
Geschillen tussen kooplieden of handelaars
●
In hoger beroep: handelsgeschillen van vredegerecht
Hof van beroep ●
1 of 3 beroepsmagistraten = raadsheren
●
Alleen zaken in hoger beroep: van de rechtbank van eerste aanleg + van de rechtbank van koophandel
●
Verschillende kamers (voor burgerlijke zaken + voor handelszaken + jeugdzaken + strafzaken)
Hof van cassatie ●
5 beroepsmagistraten = raadsheren
●
Kijkt of de rechter de wet correct heeft toegepast en/of er geen procedurefouten waren
●
○
Indien niet correct → arrest/ vonnis verbreken
○
Teruggestuurd naar andere rechter
○
Niet verplicht uitspraak te volgen (wel wnr de 2e keer dezelfde fout om dezelfde reden)
3 kamers ○
Kamer voor burgerlijke en handelszaken
○
Kamer voor criminele, correctionele en politiezaken
○
Kamer voor arbeidszaken
RECHTBANKEN BUITEN DE RECHTERLIJKE MACHT
Raad van State
(art. 160 G.W.)
●
Afdeling bestuursrechtspraak: beschermt de burger tegen administratieve willekeur
●
Afdeling wetgeving: adviesorgaan op wetgevend en reglementair gebied ○
Kwaliteit van onze wetgeving bewaken
Grondwettelijk hof (vroeger Arbitragehof)
(art. 142 G.W.)
●
Controle op de grondwettigheid van wetten en decreten
●
Staat los van wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht
●
Controle over de correcte naleving van regels van de federale Staat, gemeenschappen en Gewesten
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
12
H7: Het rechtssubject
De natuurlijke persoon ●
Mens van vlees en bloed
●
Elke persoon heeft rechten (subjectieve rechten) ○
Kan bepaalde rechten verliezen door uitspraak
○
Volledig verlies van rechten kan niet! (= burgerlijke dood = afgeschaft)
De rechtspersoon ●
Persoon gecreëerd door het recht: rechten en plichten toekennen aan samenwerking, instelling,...
●
Natuurlijke persoon nodig als vertegenwoordiging = orgaan (niet zelf aansprakelijk)
●
Specialiteitsbeginsel
●
●
○
Door gekozen rechtsvorm beperkingen aan zijn rechtsbekwaamheid
○
Rechtspersoon ≂ natuurlijk persoon
Publiekrechtelijke rechtspersoon ○
Overheidsorganen en –instellingen (Staat, gewesten,...): bevoegdheid bep door territorium
○
Openbare instellingen: bevoegdheid bep door specifieke functie van algemeen belang
Privaatrechtelijke rechtspersoon ○
Vennootschappen + VZW’s + stichtingen + beroepsverenigingen
H8: Subjectieve rechten
●
Subjectieve rechten = aanspraken/bevoegdheden waardoor persoon op bepaalde manier kan handelen
Politieke rechten (burger - overheid) ●
Politieke vrijheden: garanderen vijheidssfeer in democratie (vb. Uitingsvrijheid)
●
Participatierecht: om deel te nemen aan overheidsbeleid (vb. Stemrecht)
●
Sociaal-economische recht: ‘welvaartstaat’ diensten/financiële tegemoetkomingen (bv. Werklozensteun)
Civiele rechten (burger - burgers) ●
Patrimoniële rechten: waardeerbaar in geld ○
●
Vorderingsrechten + zakelijke rechten
Extra-patrimoniële rechten: niet waardeerbaar in geld ○
Persoonlijkheidsrechten + familiale rechten
●
Tov persoon: vorderingsrechten + persoonlijke rechten (vb. Recht op privacy)
●
Tov goed: zakelijke rechten (vb. Eigendomsrecht)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
13
●
Tov geestelijke voortbrengselen (vb. Auteursrecht) H9: Rechtsfeit en rechtshandeling
BEGRIP EN ONDERSCHEID
Rechtsfeit ●
Feitelijk gegeven (gebeurtenis, situatie of handeling) met rechtsgevolgen (onstaan/wijzigen/verlies van subjectieve rechten) ○
Zonder menselijk handelen (vb. Geboorte)
○
Met menselijk handelen, rechtsgevolgen niet als doel (vb. Man rijd door rood licht)
○
Met menselijk handelen, rechtsgevolgen als doel (vb. Testament maken) = rechtshandeling
Rechtshandeling ●
Handeling die bewust gesteld wordt om de verbonden rechtgevolgen te veroorzaken
●
Partijen vs derden
DE GELDIGHEIDSVEREISTEN VOOR RECHTSHANDELINGEN
(art. 1108 B.W.)
Een geldige wil ●
●
Vereisten en draagwijdte ○
Wil moet geuit zijn + volwaardig zijn + geuit tot diegene die de rechtsbetrekking betreft
○
Volwaardige wil: degene die zijn wil uit kan de gevolgen van zijn daden inschatten
○
Uiten van een wil door uitdrukkelijke verklaring of handelingen volgen (omstandig stilzwijgen)
Wilsgebreken
(art. 1109 e.v. B.W.)
Wanneer er een probleem is bij de totstandkoming van de werkelijke wil ○
Dwaling: wil aangetast door een verkeerde voorstelling van zaken Zelfstandigheid (essentieel element) Kenbaarheid: tegenpartij moet essentie kennen Moet verschoonbaar zijn (geen fout maken die een ander zorgvuldig persoon niet zou maken) Alleen bij totstandkoming Alleen nietig als je zonder vergissing contract niet zou gesloten hebben: essentiëel
○
Bedrog: partij via listige kunstgrepen zijn tegenpartij bewust doen dwalen Tegenpartij Kunstgrepen (verzwijgen, saboteren,...) Te kwader trouw Alleen nietig als je zonder bedrog contract niet zou gesloten hebben: doorslaggevend
○
Geweld: fysische of morele dwang tov contractaangaande of naaste verwante Tegenpartij of derde Indruk maken op redelijke mens
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
14
Ongeoorloofde druk Alleen nietig als zonder geweld de rechtshandeling er niet zou zijn: doorslaggevend ○
Benadeling: niet altijd (volledige) nietigheid!!! : gekwalificeerde benadeling Ernstige benadeling van een van de partijen Misbruik van concrete omstandigheden Alleen nietig als je zonder benadeling contract niet (zo) zou gesloten hebben (soms slechts gedeeltelijk nietig)
Handelingsbekwaamheid
(art. 1123 B.W.)
●
Rechtsbekwaamheid: mogelijkheid om subjectieve rechten te hebben
●
Handelsbekwaamheid: mogelijkheid om die rechten ook daadwerkelijk uit te voeren
●
Handelingsonbekwaam als persoon rechten en plichten niet zelfstandig kan uitoefenen ○
Beperkte handelingsonbekwaamdheid: vereiste van instemming
○
Volledige handelingsonbekwaamheid: vereiste van vertegenwoordiging
Het voorwerp
(art. 1129 B.W.)
Een rechtshandeling moet een voorwerp hebben om rechtsgeldig te zijn ●
Voorwerp moet bepaaldbaar (kunnen) zijn (bindende derdebeslissing: 3e bepaalt voorwerp)
●
Voorwerp moet geoorloofd zijn: niet strijdig met openbare orde/ goede zeden
●
Voorwerp moet in de handel zijn
●
Voorwerp moet (kunnen) bestaan (soms toekomstig: appartement op plan)
De oorzaak Een rechtshandeling moet een oorzaak (= beweegreden) hebben, kan soms ook voorwerp zijn ●
Oorzaak moet geoorloofd zijn: niet tegenstrijdig met openbare orde/ goede zeden
●
Oorzaak moet bestaan
NIETIGHEID VAN RECHTSHANDELINGEN
Sanctie bij de totstandkoming Nieitgheid is een sanctie voor een overtreding bij de totstandkoming van een rechtshandeling ●
Door de rechter → retroactieve tenietdoening voor verleden + toekomst
●
Restitutieverbintenissen: indien reeds verbintenissen: teruggeven wat reeds werd gepresteerd
Absolute en relatieve nietigheid ●
Bevestiging = afstand doen van het recht om de nietigheid te vorderen (bekrachtiging vd handeling) ○
Moet vrij zijn van gebreken + gebrek mag geen invloed meer hebben
○
Moet gebeuren met kennis van zaken
○
De wil om te bevestigen moet vaststaan
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
15
●
Afhankelijk van de aard van de overtreden regel
Absolute nietigheid Regel van Openbare Orde overtreden Beschermt iedereen: algemeen belang Alle belanghebbende, ook rechter kunnen zich op nietigheid beroepen Verjaring min 10 jaar GEEN afstand mogelijk GEEN bevestiging mogelijk
Relatieve nietigheid Regel van dwingend recht overtreden Beschermt alleen de zwakkere: particulier bellang Enkel de persoon die door de regel wordt beschermd kan nietigheid beroepen Verjaring kort Afstand wordt achteraf wel aanvaard (na contr.sluiting) Uitdrukkelijke of stilzwijgende bevestiging wel mogelijk
INDELING VAN DE RECHTSHANDELINGEN
Eenzijdige rechtshandeling ●
Slecht wilsuiting van 1 persoon vereist → Opzeggen van een overeenkomst, testament opmaken,...
Meerzijdige rechtshandeling ●
Wilsuiting van meerdere personen vereist → overeenkomst: huurovereenkomst, aannemingsovereenkomst,...
H10: Het bewijsrecht
Alleen samenvatting kennen => vergelijking bewijs in burgerlijk recht vs bewijs in handelsrecht
Zie boek II: hoofdstuk 3
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
16
Boek I Inleiding tot het recht
DEEL II. GOEDERENRECHT EN ZEKERHEDEN
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
17
Inleiding
Vorderingsrechten of peroonlijke rechten (rechten over personen) ●
Iets doen, iets niet doen, iets geven: ivm gedrag
Zakelijke rechten (rechten over goederen) ●
●
Zakelijke hoofdrechten = eigenlijke zakelijke rechten ○
Zelfstandig bestaan
○
Op zelfstandige wijze overdraagbaar
○
Eigendomsrecht, mede-eigendom, vruchtgebruik,...
Zakelijke zekerheden = accessoire zakelijke rechten ○
Om de nakoming van een schuld te verzekeren
○
Omvatten bijzondere voorrechten: hypotheek + pand
○
Recht om als eerste uitbetaald te worden
Volgrecht ●
Zakelijke rechten: volgrecht ○
●
Zijn tegenwerpelijk tegen de derde-verkrijger (tegenwerpelijk = kunnen ingeroepen worden)
Vorderingsrechten ○
Verjaring
Enkel verplichtingen voor degene die ze is aangegaan
(art. 2262 B.W.)
●
Zakelijke rechtsvorderingen verjaren na 30 jaar
●
Persoonlijke vorderingen verjaren na 10 jaar (behalve vordering uit onrechtmatige daad)
●
Verjaren: bepaalde periode om een rechtzaak aan te knopen
Numerus clausus ●
Persoonlijke rechten zijn onbeperkt: contractvrijheid
●
Zakelijke rechten: numerus clausus: ○
alleen door de wet erkende zakelijke rechten kunnen zakelijke werking hebben
○
partijen kunnen geen nieuwe zakelijke rechten creëren
Recht van voorrang ●
Bij insolvabiliteit krijgen zakelijke rechten voorrang (tssn 2 zakelijke rechten: oudste recht voorrang)
Vermogen ●
Juridische algemeenheid: dekt geheel van goederen, rechten en schulden van een persoon
●
Eigenheid: vermogen rechtsperoon afgescheiden van de leden (→ rechtspersoonliijkheid)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
18
H11: Indeling van de goederen
Onroerende goederen ●
Onroerend uit hun aard = fysiek criterium: verplaatsbaarheid ○
●
Door incorporatie: mee verbonden en niet te scheiden zonder breekwerk/ beschadiging
Onroerend door bestemming = economisch criterium: geheel meer waarde dan som ○
●
(art. 517 e.v. B.W.)
Goed behoort bij onroerend goed (uit aard): ten dienste gesteld door eigenaar
Onroerend door het voorwerp waarop ze betrekking hebben ○
Onroerende zakelijke rechten (vb erfpacht, hypotheek)
○
Onroerende persoonlijke rechten Normaal altijd roerend: 1 uitzondering: overdracht van een onroerend zakelijk recht
○
Onroerende rechtsvordering (vb eis tot erkenning van een erfdienstbaarheid)
Roerende goederen ●
Onroerend uit hun aard = fysiek criterium: verplaatsbaarheid
●
Roerend door wetsbepaling (vb aandelen in vennootschappen)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
19
H12: Zakelijke rechten
EIGENDOMSRECHT
Eigendomsrecht
(art. 544 B.W.)
●
Het recht om over een zaak te beschikken
●
Heeft betrekking op een eigen goed (andere zakelijke rechten op andermans goed)
●
Niet absoluut → beperkingen
Bevoegdheden eigenaar ●
Gebruik: mag materiële of rechtshandelingen stellen die het kapitaal van het goed niet aantasten → verhuren, uitlenen,...
●
Genot: mag de opbrengsten van de zaak innen → huuropbrengst, oogst,...
●
Beschikking: materiële handeling dat waarde aantast + rechtshandeling waarmee zakelijke rechten worden toegstaan ten voordele van een derd → verkopen, schenken, vernietigen,...
Beperkingen ●
Rechtsmisbruik kan tot aansprakelijkheid leiden → schadeverdoeding (art. 1382 B.W.) ○
Recht uitoefenen met bedoeling de andere te schaden
○
# opties om recht uit te oefenen: optie kiezen met grootste nadeel voor de andere
○
Recht uitoefenen op een onredelijke manier: redelijk persoon zou dit niet doen
→ vb lichtbord uithangen / afbraak eisen voor 2 cm / ... ●
Burenhinder ○
Door het handelen (≠ fout!) schade berokkenen aan andere eigenaar
○
Evenwichtleer: niet vereist dat eigenaar die bovenmatige last veroorzaakt een fout maakt!
○
Rekening houden met: plaats + tijd + intensiteit + eerstingebruikneming
→ zwembad: water oppompen: ander huis zakt ●
Publiekrechtelijke beperking Beperkingen opgelegd door de overheid ○
Onteigening
○
Beperkingen uit stedenbouwkundige reglementering
○
Beperkingen uit milieuzorg
○
Erfdienstbaarheden van openbaar nut
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
20
Eigendomsverwerving ●
Afgeleide eigendomsverwerving: overdracht van eigenaar naar andere eigenaar ○
●
Door rechtshandeling (overeenkomst) of overheidsingrijpen (onteigening)
Oorspronkelijke vormen van eigendomsverwerving ○
Toe-eigening Van goederen die geen eigenaar hebben, kan je gewoon eigenaar worden (vb. zeeschelpen)
○
Verloren en achtergelaten voorwerpen Verloren Gevonden op privé-eigendom: wordt eigenaar als men het niet komt ophalen Gevonden op ander eigendom: afgeven aan gemeentebestuur (na 6m van gemeente) Achtergelaten Bewaarnemer moet aangetekende brief naar eigenaar sturen → niet opgehaald binnen 1j (6m motorvoert.) → verkoop (opbrengst voor schuldvorderingen, saldo gestort aan eigenaar)
○
Natrekking (art. 547 e.v. B.W.) Eigenaar van de zaak wordt ook eigenaar van de voortbrengingen + wat er als bijzaak mee wordt verenigd
○
Bezit en verkrijgende verjaring Bezit ≠ eigendom! Bezitter heeft de feitelijke heerschappij over een goed en gedraagt zich alsof hij een zakelijk recht heeft op dit goed. Feitelijke macht + intentie. vb. Papa koopt pc voor mij: papa eigenaar, ik bezitter
→ intentioneel element (art. 2230 B.W.) Bezit ≠ detentie! Detentor heeft de zaak onder zich voor rekening vd eigenaar (vb huren) vb. Ninke heeft Mac gekocht en ik mag hem lenen: Ninke eigenaar, ik houder(detentor)
Bezit te goeder trouw: bezitter weet niet dat hij het goed kreeg van een niet-eigenaar vb. Ik verkoop Mac door aan Paulien. Zij weet niet dat hij eigenlijk van Ninke is
Bezit te kwader trouw: bezitter weet wel dat hij het goed kreeg van een niet-eigenaar vb. Ik verkoop Mac door aan Paulien. Zij weet dat hij eigenlijk van Ninke is
Te goeder trouw wordt vermoed, te kwader trouw moet je bewijzen (art. 2268 B.W.) Deugdelijk bezit: voortdurend, vreedzaam, openbaar, ondubbelzinnig (art. 2229 B.W.) Gebrekkig bezit: 1 voorwaarde niet voldaan: kan niet leiden tot eigendom! Verkrijgende verjaring: na lange tijd eigenaar worden (art. 2219 B.W.) Voor onroerende goederen (art. 2265-2266 B.W.) ●
Te kwader trouw: 30 jaar
●
Te goeder trouw: 10(hetzelfde rechtsgebied als eigenaar)/20 jaar
Voor roerende goederen (art. 2279-2280 B.W.) ●
30 jaar
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
21
●
Onmiddelijk eigenaar:(lichamelijke goederen + deugdelijk bezit + te goeder trouw)
Onvrijwillig bezitsverlies: revindicatierecht gedurende 3 jaar Verjaring op grond van detentie of ondeugdelijk bezit is uitgesloten!!! Mede-eigendom Het opsplitsen van het eigendomsrecht tussen meerdere personen → aandelen ●
Vrijwillig = gedwongen (vb samen een huis aankopen) (art. 577-2 § 9-10 B.W.)
●
Toevallige omstandigheden (vb overlijden) (art. 577-2 § 1-8 B.W.)
●
Aard van goederen (vb gemene muur) (art. 653 e.v. B.W.)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
22
H13: Zekerheden
SE krijgt bij schuldvordering ●
Zakelijk recht (zakelijke zekerheden)
●
Bijkomende SA staat in voor de schuld (persoonlijke zekerheden)
PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN
Persoonlijke zekerheid Aan SE een bijkomende SA bezorgen op wiens vermogen hij zijn schuldvordering kan verhalen
Borgtoc ht (art. 2011 B.W.) ●
SA → SAborg → SE
●
Contract is altijd bijkomstig bij een hoofdcontract (vb lening) en is kosteloos ○
●
Borg is afhankelijk van dat hoofcontract (art. 2013 B.W.)
Borg is subsidiair: kan eisen dat de SE eerst naar de hoofdSA gaat en dan pas naar borg (art. 2219 B.W.) ○
Vorrecht van uitwinning
○
Niet uitoefenen van voorrecht → hoofdelijkheid
●
Nadat borg betaald heeft wordt hij SE tegenover SA (art. 2029 B.W.)
●
Borg kan alle excepties inroepen zoals hoofdSA, buiten de persoonlijke (art. 2036 B.W.)
ZAKELIJKE ZEKERHEDEN
Begrip Schuldeiser krijgt voorrang op andere SE’s door betaling via de opbrengst van de verkoop van de goederen
Inpandgeving
(art. 2071 B.W.)
●
Op roerende goederen: zaak als zekerheid voor de betaling
●
Schuldvordering > € 375: akte en registratie nodig (vermelding som + in pand) (art. 2074 B.W.)
●
Buitenbezitstelling: eigendom van SE (bescherming SE + publiciteitsmaatregel)
●
Pandhouder (SE) moet zaak in stand houden (hij mag ze niet gebruiken!!!) ○
●
Voor toe-eigening of beschikking: toestemming rechter
Bijzondere pandovereenkomsten ○
Handelspand: voor schulden vanuit daden van koophandel
○
Inpandgeving van de handelszaak: bezitloos pand (wet 25 okt. 1919)
○
Inpandgeving van schuldvorderingen: buitenbezitstelling vereist (art. 2075 B.W.)
○
Inpandgeving van financiële instrumenten en contanten (wet 15 dec. 2004)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
23
Hypotheek (art. 41-44 Hyp. W.) ●
Op onroerende goederen: hypotheek als zekerheid voor de betaling
●
SE recht om het onroerende goed waarop de hypotheek werd gevestigd te laten verkopen
●
Hypotheek = accessoir recht = recht is bijkomstig aan de verzekerde schuldvordering
●
Wettelijke hypotheken: Gevestigd bij wet
●
Testamentaire hypotheken: Gevestigd bij testament
●
Conventionele hypotheek = bedongen hypotheek ○
Gevestigd bij contract: plechtig contract: akte + welke goederen + bedrag (art. 76-78-80 Hyp. W.)
●
Hypotheken allemaal worden ingeschreven: publiciteitslaatregel (art. 82 Hyp. W.) ○
Krijgen dan rang + tegenwerpelijkheid aan derden
○
Rang (als verschillende hypotheken op onroerend goed):eerst ingeschreven heeft voorrang
Voorrechten (art. 12 Hyp. W.) ●
Omwille van de aard van de schuld
●
Rang
●
○
Bijzondere voorrechten hebben voorrang op algemene voorrechten
○
Tussen voorrechten op onroerende goederen en hypotheken: datum van inschrijving
Algemene voorrechten ○
●
Betrekking op hele vermogen (of abstact deel) van de SA (vb. Begrafeniskosten)
Bijzondere voorrechten ○
Betrekking op bepaalde goederen uit het vermogen van de SA Op onr goederen: moeten ingeschreven zijn voor tegenwerpelijkheid! (art. 29 Hyp. W.) Op roerende goederen: geen publiciteit nodig, maar ook geen volgrecht
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
24
Boek I Inleiding tot het recht
DEEL III. VERBINTENISSENRECHT
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
25
H14: Begrip, bronnen, soorten en modaliteiten
Verbintenis ●
Een op het objectief gesteunde rechtsband tussen 2 of meer personen die aanspraak/ vorderingsrecht verleent aan 1 of meerdere personen op een prestatie van 1 of meerdere personen
●
Schuldeiser: aan wie de aanspraak toekomt tov Schuldenaar: wie moet presteren
●
Geven, doen of niet doen
●
Bronnen ○
Rechtshandelingen Publiekrechtelijke: kunnen ook privaatrechtelijke verbintenissen creëren Privaatrechtelijke (vb overeenkomst, eenzijdige wilsuiting)
○
rechtsfeiten (in enge zin) (vb onverschuldigde betaling, onrechtmatige daad,...)
MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN EN SOORTEN VERBINTENISSEN
Voorwaardelijke verbintenissen ●
Voorwaarde = toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan uitwerking/tenietgaan van de verbintenis afhangt (art. 1168 B.W.) ○
Opschortend: krijgt pas uitwerking als aan voorwaarde gerealiseerd (art. 1181 B.W.)
○
Ontbindend: verbintenis gaat teniet bij realistaie van de voorwaarde (art. 1183 B.W.) Vb.sponsoringovereenkomst ontbinden bij doping gebruik (dopinggebruik = ontbindende voorwaarde)
○
Potestatief: realisatie hangt af van de wil van 1 der partijen Zuiver: alleen van de wil van de SE (art. 1170 B.W.) Gemengd: ook van de wil van een derde (art. 1171 B.W.)
●
○
Toevallig: realisatie kan niet beïnvloed worden door partijen (art. 1169 B.W.)
○
Onmogelijk: niet-realiseerbaar
○
Ongeoorloofd: alleen realisatie bij inbreuk op wetten van openbare orde/ goede zeden
Zuiver potestatieve opschortende voorwaarde
→ nietig (art. 1174 B.W.)
=> Beloven verbintenis aan te gaan, op voorwaarde dat hij dit wil... niet bindend... ●
Onmogelijke/ ongeoorloofde voorwaarde → nietig (art. 1172 B.W.)
●
Potestatieve ontbindende voorwaarde
→ geldig!
Verbintenissen op termijn (art. 1185-1188 B.W.) ●
●
Verbintenissen met tijdsbepaling: termijn = toekomstige en zekere gebeurtenis ○
Opschortend of ontbindend
○
Vaste datum of onvaste datum (gebeurtenis zal wel zeker voorvallen!)
Rechter kan uitstel van betaling of gespreide betaling toestaan (SA ongelukkig en te goeder trouw)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
26
Meedere schuldenaars/ schuldeisers ●
Verdeling van de prestatie = algemene regel
●
Hoofdelijkheid: 1 betaling is geldig als som van alle betalingen (onderling verder verdelen)
●
○
Actieve hoofdelijkheid:
meerdere SE’s / 1 SA: betalen aan 1 van de SE’s en ok
○
Passieve hoofdelijkheid:
meerdere SA’s / 1 SE: geld vragen aan 1 SA en ok
○
Hoofdelijkheid gaat niet over op de erfgenamen (slecht voor hun gedeelte aansprakelijk)
Ondeelbaarheid: uit de aard van de prestatie of vanuit een contractueel beding ○
Van nature ondeelbaar (vb. Melkkoe)
○
Wel deelbaar, maar onpraktisch (vb. Gespreide elementen van een handelszaak)
○
Ook actief en passief
○
Ondeelbaarheid gaat wel over op erfgenamen
Resultaats- en inspanningsverbintenissen ●
●
Resultaatverbintenis ○
SA moet een bepaald resultaat halen
○
SA aansprakelijk indien resultaat niet gehaald
→ SA tegendeel bewijzen!
Inspanningsverbintenis ○
SA moet voldoende inspanning leveren voor resultaat te behalen
○
SA aansprakelijk indien onvoldoende inspanning → SE bewijzen!
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
27
H15: Uitdoven van verbintenissen
BETALING
●
Betaling/ nakoming is de normale manier van uitdoving
●
SA doet dit niet ○
SE stelt SA in gebreke: afdwingen van betaling/ nakoming
○
SE een vonnis = uitvoerbare titel (vb authentieke akte): SA wordt veroordeeld tot uitvoeren
○
SE dwanguitvoering vd uitvoerbare titel (dwangmiddelen die overheid ter beschikking stelt) In natura: som => beslag op goederen / goed => afgifte zaak / prestatie => prestatie op kosten SA (art. 1144 B.W.)
SCHULDVERGELIJKING
●
Schuldvergelijking = compensatie (art. 1289 B.W.)
Wettelijke schuldvergelijking (art. 1290 B.W.) ●
Wederzijdse schuldvordering
●
Tussen dezelfde personen (vb persoon-vennoot + vennootsch-persoon: geen SVGL tussen persoon-vennootsch)
●
Vastaande S + opeisbare S(nt onder termijn/vwe) + geldsom of zaken van dezelfde soort (art. 1291 B.W.)
Gerechtelijke schuldvergelijking ●
Rechter laat compensatie toe en stelt de schulden vast
●
Dezelfde voorwaarden buiten ‘effen’ = ‘vaststaande’ vorderingen → rechter beslist dit
Conventionele schuldvergelijking ●
Partijen bepalen zelf onder welke voorwaarden de schuldvordering (geheel/gedeeltelijk) gecompenseerd wordt
VERJARING
Algemene termijnen (art. 2262-2262bis B.W.) ●
Zakelijke rechtsvorderingen: 30 jaar
●
Persoonlijke rechtsvorderingen: 10 jaar ○
Uitzondering: 5 jaar vanaf kennis schade => max 20 jaar na schadeverwekkend feit
Bijzondere (korte) termijnen ●
Zie codex (verjaringen) voor voorbeelden
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
28
H16: Overeenkomsten
Overeenkomsten ●
Meerzijdige rechtshandeling die op een wilsovereenstemming berust en waarbij 1 of meerdere partijen tegenover 1 of meerdere andere partijen (of wederzijds) verbintenissen aangaan.
TOTSTANDKOMING
Algemeen ●
Alleen wilsovereenstemming nodig voor contract
●
Mondeling volstaat (geen bewijs!): schriftelijke vastlegging niet nodig (geeft wel bewijs!)
Aanbod en aanvaarding ●
Toetredingscontracten: geen onderhandelingen: te nemen of te laten
●
Aanbod ○
Eenzijdige wilsuiting (rechtshandeling)
○
Vast voorstel: aanbieder moet wil om gebonden te zijn hebben
○
Voldoende precies: alle essentiële en substantiële(nog onderhandelbaar) elementen aanwezig
→ wil om gebonden te zijn niet aanwezig of ontbreking element → voorstel (≠aanbod!) ●
Aanvaarding ○
Eenzijdige wilsuiting (rechtshandeling)
○
Tegenaanbod: indien bijkomende voorstellen van deze tegenpartij
○
Aanvaarding: duidelijke instemming met het aanbod (tijdig + volledig) Vaak met een handtekening op akte Kan ook door stilzwijgend in te stemmen (vb overeenkomst uitvoeren)
Overeenkomst ontstaat op de plaats en op ogenblik waar(op) de aanbieder van de aanvaarding kennis neemt.
SOORTEN
examen!!!
Consensuele, plechtige en zakelijke contracten ●
Consensuele contracten: alleen toestemming nodig (vaste regel)
●
Plechtige (= formele) contracten: naleven van vormvereisten, formaliteiten (vb hypotheek)
●
Zakelijke contracten = reële contracten: bij afgifte van de zaak, het voorwerp (vb pand)
Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten ●
Eenzijdige overeenkomst: slechts verbintenissen voor 1 partij (vb. Balpen uitlenen)
●
Wederkerige overeenkomst: partijen zijn SE én SA van elkaar (vb. Huurcontract) !!!elke overeenkomst (ook eenzijdige) is een meerzijdige rechtshandeling!!! → 2 wilsuitingen nodig
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
29
Overeenkomsten om niet en ten bezwarende titel ●
Om niet = kosteloos: geen tegenprestatie nodig: slechts 1 partij voordeel (vb bewaargeving, lastgeving)
●
Ten bezwarende titel: beide partijen voordeel (vb huur, koop)
Overeenkomsten verbonden aan de persoon ●
De kwaliteiten of persoonlijke eigenschappen zijn bepalend voor toestemming (vb aanneming werk)
●
Contract onder aanzien van de persoon moet uitgevoerd worden door de schuldenaar in hoofde
●
Nietig door overlijden, faillissement of onbekwaamheid of dwaling
●
Verschil met andere overeenkomsten ○
Verbintenis gaat niet over op erfgenamen
○
Nietig bij dwaling (want intuïtu personae!)
Benoemde en onbenoemde overeenkomsten ●
Benoemd: geregeld in B.W. of andere wetgeving
●
Onbenoemd: geregeld door gemeen contractenrecht (= verbintenissenrecht) + bijzondere wettelijke regels voor benoemde contracten (niet wettelijk geregeld)
GEVOLGEN
examen!!!
De bindende kracht van de overeenkomst ●
Overeenkomst binden partijen even sterk als aan de wet (art. 1134 B.W.)
●
Afdwingbaar karakter
●
Ook bindend tov alle gevolgen (art. 1135 B.W.)
●
Contract staat los van de omstandigheden waarin het tot stand kwam (niet zomaar aanpasbaar)
De relativiteit van overeenkomsten ●
Basisprincipe: geen nadeel aan derden (art. 1165 B.W.)
●
Partijen en derden ○
Partijen: aanwezig bij het sluiten van het contract (in eigen naam + voor eigen rekening toegestemd)
●
○
Contracterende partijen = algemene rechtverkrijgenden (erfgenamen,...)
○
Derden: andere rechtverkrijgenden (vb koper)
Interne en externe gevolgen ○
Interne gevolgen = obligatoire gevolgen: rechten/ plichten ontstaan door de overeenkomst → alleen voor de partijen, niet voor derden
○
Externe gevolgen: derden moeten het bestaan van het contract als feit erkennen → kan contract inroepen in zijn voordeel: tegenstelbaar als Geldig contract
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
30
Bestaan kunnen bewijzen Bijkomend wettelijke formaliteiten Bestaan van contract en gevolgen voor partijen kan ook een invloed hebben op het vermogen en het gedrag van derden. Vb. SA sluit contracten → SE zijn onderpand vermindert ○
Derde is niet altijd verplicht de externe gevolgen te ondergaan Actio pauliana (art. 1167 B.W.) => SE komt op tegen bedrieglijke benadeling van rechten => vordering instellen tegen de persoon die heeft deelgenomen aan de bedrieglijke handeling => vragen (aan rechter) dat de rechtshandeling hem niet tegenstelbaar wordt verklaard => SE moet dan geen rekening houden met bedrieglijke handeling => rechtshandeling wel nog geldig tussen partijen + tegenst. Tav van andere 3 e ●
Anterioriteit: SE heeft vordering voor bedrieglijke rechtshandeling
●
Verarming: SE moet benadeeld zijn, verarming van de SA
●
Bedrog: SA heeft bedrieglijk gehandeld
●
Persoon waarmee SA contracteerde was ter kwader trouw (nt bij RH om niet!!)
Veinzing: schijnbare RH, in tegenbrief andere overeenkomsten ●
Tegenbrieven niet tegenwerpelijk aan derden (art. 1321 B.W.)
●
Derde mag kiezen: beroepen op werkelijke of schijnbare overeenkomst → kiest werkelijke: vordering tot geveinsdverklaring instelling
●
Fictieve RH: alles blijft zoals voordien (vb veinzen van een verkoop)
●
Vermomde RH: aard RH of voorwaarden wijzigen (vb schenking ipv lening)
NAKOMING VAN OVEREENKOMSTEN TUSSEN PARTIJEN
●
Overeenkomsten zijn afdwingbaar → verbintenissen niet nakomen = contractbreuk
●
Bij inspanningsverbintenissen moeilijk te beslissen: ○
Standaard: vgl’en met wat een normaal vooruitziend en zorgvuldig persoon zou gedaan hebben
○ ●
Wanprestatie niet door vreemde oorzaak (art. 1147-1148 B.W.)
SA contractueel aansprakelijk ○
In gebreke stellen => (kosten) uitvoering in natura + eventuele bijkomende schadevergoeding Uitvoering in natura onmogelijk: vervangende schadevergoeding
○
Bij wederkerige overeenkomsten: ontbinding (+ ev bijkomende SV) mogelijk (art. 1184 B.W.)
BEËINDIGING VAN OVEREENKOMSTEN
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
31
Inleiding ●
Bij beëindiging verdwijnt de overeenkomst als bron van verbintenissen ○
Ex nunc: behoud van de reeds ingetreden gevolgen
○
Ex tunc: tenietdoen van de reeds ingetreden gevolgen = met terugwerkende kracht
Opzegging (ex nunc) ●
Wederzijdse opzegging = mutuus dissensus: op elk ogenblik mogelijk
●
Eenzijdige opzegging (uizondering op principe dat overeenkomst partijen strekt tot wet) In principe niet mogelijk => uitzonderingen ○
Overeenkomsten met in de tijd gespreide prestaties voor onbepaalde tijd
○
Lastgeving (LG!) (art. 2004 B.W.)en aannemingsovereenkomst (opdrachtgever!) (art. 1794 B.W.)
○
Conventionele afwijkingen: opzegmogelijkheid in contract (kan zonder motivatie (ad nutum) of om contractuele reden)
Nietigheid (ex tunc) ●
Bij overtreding van rechtsregels bij totstandkoming
●
Zowel overeenkomst als gevolgen worden uitgewist (nietig verklaard)
●
Ontbinding: geldige overeenkomst heeft bestaan, bij nietigheid niet (uitgewist!!)
Ontbinding (ex tunc) ●
Bij wederkerige overeenkomsten mag SE ontbinding vragen van overeenkomst (+ ev schadevergoeding)
●
Bij gebrekkige nakoming van een overeenkomst ○
Gerechtelijke ontbinding: rechter spreekt ontbinding uit
○
Buitengerechtelijke ontbinding: eenzijdige verklaring van een partij (controle rechter mogelijk) Voldoende ernstige contractuele wanprestatie Rechterlijke machtiging is zinloos SE stelt SA in gebreke SE laat aan SA duidelijk merken dat hij ontbinding wenst + geeft de wanprestatie aan
○
Uitdrukkelijk ontbindend beding: ontbindingsmacht bij bepaalde, contractueel omschreven, wanprestaties (controle rechter mogelijk) SE weer ontbindingsbeslissing + kennisgeving => beding inroepen!
Verval (ex nunc)? ●
Bij rechtshandelingen om niet
●
Beëindigen wanneer het voorwerp of oorzaak verdwijnt
●
Als grondbeginsel ○
Kan niet langer in natura uitgevoerd worden
○
Onmogelijk van verdere uitvoering van de overeenkomst
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
32
H17: Onrechtmatige daad
examen!!!
Verbintenissen ●
Rechtshandeling: overeenkomst
●
Rechtsfeit: onrechtmatige daad
SITUERING EN EVOLUTIES IN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
Aansprakelijkheid ●
Gebaseerd op schuld => toerekenbaar aan dader => schadevergoeding ○
Schuld moet bewezen worden door slachtoffer!
○
Niet altijd even gemakkelijk => objectieve aansprakelijkheid / risicoaansprakelijkheid Vb. Kerncentrales aansprakelijk voor schade (geen fout want uitzonderlijke natuurramp)
SAMENLOOP VAN CONTRACTUELE EN BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID
●
Contractuele aansprakelijkheid: bij niet-nakomen van contractuele verbintenis
●
Contractpartijen kunnen alleen beroep doen op buitencontractuele aansprakelijkheid als
●
○
Schade niet als contractuele wanprestatie
○
Inbreuk op algemene zorgvuldigheidsplicht
Uizondering! ○
Wanneer de contractuele wanprestatie een misdrijf uitmaakt (vb slagen en verwondingen) → wel mogelijkheid om beroep te doen op buitencontractuele aanspr
AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN FOUTIEVE DAAD (art. 1382-1383 B.W.) Wat allemaal bewezen moet worden (door het slachtoffer):
Fout ●
Onrechtmatig handelen ○
Schending van de specifieke regel: regel overtreden => fout
(tenzij bij overmacht)
Vb. Op de autosnelweg 140 km/u rijden ○
Schending van de zorgvuldigheidsnorm: geen regel overtreden => toch fout Vb. Op de autosnelweg 110 km/u rijden, veel regen en botsing
●
Schuldbekwaamheid en toerekenbaarheid ○
Niet schuldbekwaam: voor 7 jaar, geestesziekte,...
○
Niet toerekenbaar: overmacht, verschoning, rechtvaardiging,...
Schade: Geleden (vaste!) schade + toekomstige schade (ook verlies van een kans) Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
33
Oorzakelijk verband ●
Tussen fout en schade: indien de fout de oorzaak is van de schade → equivalentieleer
●
Zonder de fout zou de schade zich niet (in die mate) voordoen
Schadevergoeding ●
Indien fout + schade + oorzakelijk verband zijn aangetoond
●
In natura of in geld
AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE DAAD VAN PERSONEN, ZAKEN EN DIEREN WAARVOOR MEN INSTAAT
Kwalitatieve aansprakelijkheid (art. 1384 e.v. B.W.) ●
Als je aanprakelijk bent voor andere mensen, zaken of dieren
●
Kans groter dat deze instaat zijn schadevergoeding te betalen
●
Bestaat naast aansprakelijkheid van de dader
Aansprakelijkheid van de ouders ●
Gezamelijk of afzonderlijk aansprakelijk
●
Alleen voor minderjarige kinderen (ook voor onschuldbekwame jongeren!)
●
Weerlegbaar vermoeden: voldoende toezicht + goede opvieding
Aansprakelijkheid leraars ●
Ook voor meerderjarigen
●
Alleen als ze onder toezicht staan
●
Weerlegbaar vermoeden: voldoende toezicht
Aansprakelijkheid werkgevers ●
●
Bij uitoefening van hun functie ○
Band van ondergeschiktheid
○
Fout van de aangestelde
○
Bij uitoefening/ in verband met functie
Absoluut/ onweerlegbaar vermoeden (alleen weerlegbaar als aan 1vd 3 voorwaarden niet voldaan!!!)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
34
Boek I Inleiding tot het recht
DEEL IV. BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
35
H18: Koop
BEGRIP
Koop ●
Overeenkomst waarbij verkoper eigendom van een zaak overdraagt tegen een prijs (art. 1582 B.W.)
●
Dezelfde geldigheidsvereisten als voor andere RH ○
Geldige wilsovereenstemming, bekwaamheid, voorwerp, oorzaak
●
Totstandkoming: door wilsovereenstemming: consensus
●
Bewijs: gemeenrechtelijke bewijsregels
●
Tegenwerpelijkheid aan derden ○
Onroerende goederen: inschrijven in registers hypotheekbewaarder (art. 1 Hyp.W.)
○
Roerende goederen: bezit geldt als (eigendoms)titel (art. 2279 B.W.)
OVERDRACHT VAN EIGENDOM EN RISICO
●
●
●
Eigendom gaat over bij sluiten overeenkomst => 2 uitzonderingen ○
Soortgoederen (stookolie, graan,..) pas bij individualisering (geteld, gewogen, gemeten)
○
Toekomstige zaken pas bij het ontstaan
Eigendom en risico gaan samen over ○
Risico rust op degene die eigenaar is
○
Vanaf overeenkomst draagt koper dus het risico (art. 1138 B.W.)
Partijen kunnen contractueel afwijken: clausule van eigendomsvoorbehoud ○
Kunnen afspreken dat eigendom en/of risico op ander moment pas overgaan
VERBINTENISSEN VAN DE VERKOPER
Levering (art. 1604 B.W.) ●
Goed in bezit en macht van de koper (vb gewoon door afgifte, door afgifte sleutels,...)
●
Partijen kunnen hier contractueel van afwijken
Vrijwaring voor uitwinning (art. 1626 B.W.) ●
Uitwinning = dat de koper gestoord wordt in het rustige genieten van zijn eigendom
●
Vrijwaring voor eigen daad: ○
●
Verkoper mag voor en na verkoop de koper noch feitelijk, noch juridisch storen
Vrijwaring voor daden van derden ○
Verkoper moet koper helpen vermijden dat zijn bezit wordt gestoord door derden
○
Alleen voor rechtsstoornissen (vb derde beweert eigenaar te zijn, niet voor nachtlawaai)
Vrijwaring voor verborgen gebreken (art. 1641 B.W.) Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
36
●
Onmiddelijk zichtbaar => protesteren bij levering: niet protesteren = aanvaarden
●
Pas later zichtbaar => verborgen gebreken: verkoper moet instaan als
●
○
Gebrek is
○
Voldoende ernstig
○
In de kiem aanwezig bij overdracht van risico: anterioriteit
○
Niet bekend aan koper
○
Koper roept in binnen kore termijn (ong binnen 1jaar)
Actiemogelijkheden koper (art. 1644-1646 B.W.) ○
Teruggeven (volledige prijs terug) of bijhouden (gedeelte prijs terug)
○
Verkoper te kwader trouw (kende gebrek) => SV => beroepsverkoper weerlegbaar vermoeden TKT
VERBINTENISSEN VAN DE KOPER
●
Moet de zaak aanvaarden als: conform (zoals afgesproken) + zonder (zichtbare) gebreken
●
Prijs betalen (op plaats en tijdstip van levering tenzij anders afgesproken) (art. 1650-1651 B.W.)
●
Kosten gepaard met de koop betalen (art. 1593 B.W.)
BIJZONDERE VERKOOPOVEREENKOMSTEN
Consumentenkoop (waarborg van 2 jaar) (art. 1649 e.v. B.W.) ●
Alleen voor cosumptiegoederen tussen verkoper en consument binnen de 2 jaar!! ○
Anders vorige regeling (vb particulieren of professionelen onderling, verkoper-consument > 2jaar)
●
Verkoper aansprakelijk voor elk gebrek binnen de 2jaar (vanaf levering)
●
C moet rechtsvordering inroepen binnen het jaar waarop hij gebrek heeft gemerkt (+rest van de 2 jaar) ●
Gebrek gemerkt na een maand: 1 jaar+ rest = 23 maand Gebrek gemerkt na 23 maand: 12 maand
●
Fout binnen 6maand: verkoper bewijzen / fout na 6maand: C bewijzen
●
Hier dus geen onderscheid zichtbare/ verborgen gebreken! Verkoper moet altijd instaan!
●
C kan herstelling, vervanging, prijsvermindering, ontbinding + altijd SV vragen!
Verkoop op afstand (Wet van 14 juli 1991 → W.H.P.C.) (art. 79-80 W.H.P.C.) ●
WHPC = handelpraktijkwet
●
Informatieverplichtingen + bedenktijd (7 dagen)
●
Alleen voor producten of diensten tussen verkoper en consument (vb. Postorderverkoop, internetAK,...)
Verkoop buiten de onderneming (art. 86 e.v. W.H.P.C.) ●
Hier zie je het wel op voorhand
●
Informatieverplichting + bedenktijd + nieitgheid (indien niet nageleefd) H19: Huur
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
37
Huur van goederen ●
Contract waarbij de verhuurder de huurder het genot van een zaak te doen hebben geeft aan een bepaalde prijs (art. 1709 B.W.)
●
Huurder heeft schuldvordering ○
Schuldvordering = persoonlijke vordering tov verhuurder (geen zakelijk recht)
●
Algemene regels voor huur van goederen (art. 1714-1762bis B.W.)
●
Specifieke regels voor woninghuur en handelshuur (na art. 1762bis B.W.)
●
Huurovereenkomst < 9j: daad van beheer, niet van beschikking
H20: Aanneming
Aanneming (art. 1779 e.v. B.W.) ●
Overeenkomst waarbij aannemer materiële (vb bouwwerken) of immateriële (vb advies dokter) prestaties levert, voor een opdrachtgever die hem daarvoor betaalt
●
Aannemer vertegenwoordigt opdrachtgever NIET!
●
Arbeidsovereenkomst: indien de aannemer arbeid verricht onder het gezag, leiding, toezicht OG
●
Algemene regels voor aanneming (art. 1779 e.v. B.W.)
●
Specifieke regels voor reiscontracten + aanneming van te bouwen woningen
VERPLICHTINGEN OPDRACHTGEVER EN AANNEMER
●
Verplichtingen aannemer: werk goed + tijdig uitvoeren + opleveren ○
Oplevering: opdrachtgever keurt de werken goed
●
Verplichtingen opdrachtgever: werk mogelijk maken + prijs betalen + werk ontvangen-aanvaarden
●
Aansprakelijkheid van aannemer eindigt bij de aanvaarding Uitzondering bij bouwwerken: Bij grove gebreken: architect + aannemer 10 jaar aansprakelijk (art. 1792-2270 B.W.)
ONDERSCHEID MET LASTGEVING
Aanneming
lastgeving
Aannemer (im)materiële prestaties
lasthebber rechtshandelingen
Opdrachtgever niet gebonden tov derden
lastgever wel gebonden tov derden
Opdrachtgever staat niet in voor schade aannemer
lastgever staat wel in voor schade lasthebber
Rechter kan loon aannemer niet wijzigen
rechter kan loon lasthebber wijzigen
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
38
H21: Lastgeving
Lastgeving (art. 1984 e.v. B.W.) ●
Overeenkomst waarbij de lastgever de lasthebber de macht geeft om in zijn naam en voor zijn rekening rechtshandelingen te stellen
●
●
Lasthebber vertegenwoordigt opdrachtgever ○
Rechten/plichten voor lastgever
○
LG neemt vbt ten opzichte van 3e op zich
Lastgeving ≠ volmacht
Verplichtingen lastgever (art. 1998-2000 B.W.) ●
Lastgeving wordt vermoed kosteloos/om niet te zijn (art. 1986 B.W.) ○
Loon indien bedongen → rechter heeft matigingsbevoegdheid (als hij loon te hoog vindt)
Verplichtingen lasthebber (art. 1991-1997 B.W.) ●
Mandaat = lastgeving = de rechtshandeling die LH moet uitvoeren ○
●
Aansprakelijk tov LG als hij mandaat niet of slecht uitvoert: voor opzet + schuld
Inspanningsverbintenis: LH alle nodige en redelijke inspanningen doen voor mandaat
Werking mandaat tov derden ●
●
LH handelt in eigen naam ○
LH persoonlijk hebonden
○
Draagt resultaat over naar LG
○
Geen rechtstreekst contact LH – derde
LH handelt in naam van LG ○
Binnen zijn mandaat (LH doet exact wat LG wil) LG gebonden
○
Buiten zijn mandaat (LH doet iets anders dan wat LG wil) LG niet gebonden, tenzij ●
Bekrachtiging van LG (gaat akkoord)
●
Schijnvertegenwoordiging (lijkt werkelijk + 3e schijn vertrouwd/tgt + LG medeplichtig + belang 3e door te gaan)
● ●
Zaakwaarneming/ verrijking zonder oorzaak (voordeel LG)
Contractuele fouten en delicten van LH ○
Contractuele fouten: LG gebonden
○
Delicten: onrechtmatige daad: LG niet gebonden (tenzij onlosmakelijk verbonden)
Einde van het mandaat ●
Dood/ onbekwaamheid/ faillissement/ onvermogen + LH en LG kunnen altijd ad nutum opzeggen
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
39
Boek II Handels- en vennootschapsrecht
DEEL I. DE HANDELAARS
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
40
H1: Begrip van het handelsrecht
BEGRIP
Handelsrecht ●
Rechtsregelen voor handelaars
●
Wetboek van Koophandel: algemene regels
●
Niet voldoende: W.Venn., Faillissementswet, aanvullende wetten
Economisch recht ●
Rechtregelen voor het ingrijpen van de overheid in hte economische leven
AFWIJKENDE GEWOONTEN
●
Vermoeden van hoofdelijkheid ipv deelbaarheid (burgerlijk recht)
●
Lastgeving vermoed bezoldigd te zijn: vermoeden HA doen niets gratis
●
Beroepsverkoper vermoed te kwader trouw (bescherming consumenten)
WIE IS HANDELAAR?
Natuurlijke personen ●
Kijken naar activiteiten => Daden van koophandel
●
Beroepsmatig: winstoogmerk + y verwerven en in onderhoud voorzien
●
In eigen naam + voor eigen rekening (vb niet als wernemer, bestuurder bvba,...)
●
Hoofdberoep + aanvullend Vb. Jan is overdag leraar en ’s avonds is hij makelaar. Hoewel beide activiteiten los staan van elkaar toch HA.
Rechtspersonen ●
Statuten => doel => vooral daden van koophandel → HA
●
Stauut onduidelijk => kijken naar activiteiten
●
Rechtspersonen (vennootschappen) niet altijd HA’s!!!
Objectieve vs subjectieve daden ●
Objectieve daden: limitatieve opsomming (art. 2-3 W.Kh.) ○
●
In lijst + objectief => alles wat je doet wordt als commerciële verplichtingen gezien
Subjectieve daden: alle andere daden van HA’s ○
Daad heeft niets te maken met de commerciële daden
○
Alle daden van HA worden vermoed(weerlegbaar) commerc te zijn, tenzij tegendeel bewezen
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
41
Geen handelaars ●
Vrije beroepen
●
Beroepskunstenaar
●
Landbouwer
●
Ambachtsdaad (tenzij je ze verkoopt)
●
Economische activiteiten van de overheid
●
Delstofnijverheid (indien geen verwerking)
●
Werknemers, bestuurders,...
Begin/einde ●
Oprichtingsakte => Griffie: bepaald of je handelsrecht krijgt of niet
●
Door ontbinding (eerst SE en aandeelhouders uitbetalen)
DADEN VAN KOOPHANDEL (art. 2-3 w.Kh.)
●
Soms door de vorm van de handeling (voorlaatste streepje van art. 2) ○
Door de ondertekening
COMMERCIËLE ACTIVITEITEN VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN
●
Hoewel ze in de lijst staan, worden deze als burgerlijk van aard gezien
●
Uitzondering die wel als daden van koophandel worden gezien: ○
NMBS, de Post, effectenbeursvennootschappen,...
GEVOLGEN VAN DADEN VAN KOOPHANDEL
●
Toepassing handelsrecht (vb alleen handelaars faillissementsrecht)
●
Bevoegdheid van de rechtbank van koophandel
●
Toepassing van vermoedens (vb alle daden hebben commercieel karakter)
VERLIES VAN HANDELAARSSTATUUT
Natuurlijke personen ●
Stopzetten van commerciële activiteit (inschrijving handelsregister schrappen) ○
●
Overdragen handelszaak + uitverkopen => dan pas definitieve stopzetting
Bij overlijden/ onbekwaam-worden (faillissement zorgt niet voor verlies handelsstatuut!!!)
Handelsvennootschappen: bij ontbinding(bij afsluiting vereffening)/faillissement/omzetting H2: Verplichtingen van handelaars Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
42
INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN
Principe ●
KBO = elektronisch register: gegevens die betrekking hebben op identificatie van ondernemingen ○
Rechtspersonen naar belgisch recht/ buitenlands recht in belgië
○
Natuurlijke persoon of rechtpersoon die Handels- of ambachtsonderneming voert Als WG is onderworpen aan sociale zekerheid Aan BTW is onderworpen Als zelfstandige (intellectueel/vrij/dienstverlenend) beroep uitoefent
●
Ook vestigingseenheden opgenomen
●
Doel: administratieve vereenvoudiging
●
Basisinformatie in KBO (naam, adres, rechtsvorm, rechtstoestand, data, vergunningen,...)
Inschrijving ●
Inschrijving moet vóór aanvang van de activiteiten
●
Bij de oprichting van onderneming + bij opening nieuwe vestigingseenheid
●
Ondernemingsnummer: gebruik is verplicht!
Publiciteit ●
Ondernemingsnummer = handelsregisternummer/ inschrijvingsnummer
●
Gratis raadpleging + afschrift in ondernemingsloket
●
Ondernemingsnr moet altijd op documenten staan na afkorting RPR = rechtspersonenregister
Wettelijke vermoeden ●
Inschrijving vormt weerlegbaar vermoeden => koopman/ambachtsman
Sancties ●
Ondernemingsloket moet weigeren indien niet aan wettelijke vereisten voldoet
●
Inschrijvingsnummer overal op! => rechter uitstel vordering tot bewijs => niet kunnen bewijzen => rechtbank verklaart vordering onontvankelijk
●
Inschrijvingsnummer niet overal op => geldboete tussen 1 en 25 euro
●
Geldboete van 25 – 10.000 €: indien fout tegen inschrijving
●
Geldboete van 100 – 10.000 € en/of gevangenisstraf: indien economische activiteit die geweigerd was
Slides 29-30 lezen (niet zeker of we die moeten kennen) H3: Bewijs in handelszaken Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
43
BURGERLIJK RECHT VS HANDELSRECHT
Burgerlijk recht ●
Zeer streng + hiërarchie: gereglementeerd bewijsstelsel
●
B.W. erkent een aantal bewijzen en kent daar bewijswaarde aan toe ○
Afdoende bewijsmiddelen: geen tegenbewijs vb. Gerechtelijke bekentenis
○
Wettelijke bewijsmiddelen: tegenbewijs onder vwn → wet bepaalt de bewijswaarde Rechter verplicht te gebruiken vb. Akte, wettelijke vermoedens
○
Bewijsmiddelen met vrije bewijswaarde → rechter bepaalt de bewijswaarde vb. Andere geschriften, feitelijke vermoedens, getuigenisverklaringen
●
Veel belang aan schriftelijk bewijs (vooral ‘akte’= schriftelijk doc met handtekening) ○
Authentieke akte (door notarissen opgesteld)
○
Onderhandse akte (door partijen zelf + handtekening!) => indien erkent => wettelijk bewijsmiddel
●
Bewijs door vermoedens en getuigen niet altijd toegelaten (art. 1341-1347-1348 B.W.)
●
Wederkerige overeenkomsten (art. 1325 B.W.)
Handelsrecht ●
Veel soepeler, geen hiërarchie: vrijheid van bewijsmiddelen
●
Geen beperking tov de rechters ivm bewijswaarde
●
Minder belang aan schriftelijk bewijs (uitzondering: geschrift vereist in handelstransacties)
●
Bewijs door vermoeden en getuigen altijd toegelaten
BEWIJSWAARDE VOOR GESCHREVEN STUKKEN
●
Geschrift = geheel van tekens die je kan teruglezen (wijzigt niet!) ≠ papier
●
Volkomen bewijswaarde (zoals bij burgerlijk recht maar tegenbewijs ook met getuigen en vermoedens)
BEWIJS BIJ GEMENGDE VERBINTENISSEN
●
Degene die iets beweert moet dat ook bewijzen
●
Bewijsregime: datgene van de partij waartegen men bewijst
●
Vb. Student vs HA voor bedrag < €375 student voordeel: hij moet bewijzen via handelsrecht: mag dus kiezen hoe! HA nadeel: hij moet bewijzen via burgerlijk recht: >375 dus akte nodig!
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
44
BIJZONDERE BEWIJSMIDDELEN
●
Kunnen ingeroepen worden door degene die ze heeft opgesteld
Koopmansboeken = boekhouding ●
Alleen indien regelmatig gehouden
●
Tegen de HA (handelsrecht)
●
=> tegenbewijs mogelijk (art. 1330 B.W.)
Tussen HA’s (handelsrecht)
=> tegenbewijs mogelijk + vrije bewijswaarde (art. 1329 B.W. / 20 W.Kh.)
Tegen niet-HA (BR)
=> als begin van bewijs (art. 1329 en 1347 B.W.)
Rechter niet verplicht te gebruiken
Overlegging/ openlegging
Factuur ●
Geschreven bevestiging van het bestaan van een schuldvordering in geld, de uitvloeit uit het contract van levering van goederen of diensten
●
●
Functie ○
Fiscaal document
○
Als bewijs
Inhoud: ○
Handelsrecht: geen algemene regeling
○
Bijzondere wetgeving wel: vb KBO wet (ondernemingsnr,...) BTWwetgeving (volgnummer,...)
○
Ondertekening van leverancier niet vereist
●
Rechter verplicht te gebruiken
●
Bewijskracht tegen leverancier
●
Bewijskracht tegen de HA: => handelsrecht
●
○
Voorwaarde: aanvaarding: uitdrukkelijk/ impliciet/ stilzwijgend
○
Bewijs koopcontract (art. 25 W.Kh.)
Bewijskracht tegen niet –HA => burgerlijk recht ○
Voorwaarde: aanvaarding ≠ stilzwijgend!
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
45
Boek II Handels- en vennootschapsrecht
DEEL IV. ENKELE HANDELSCONTRACTEN
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
46
H11: Handelscontracten met tussenpersonen
Tussenpersoon in de juridische zin ●
Treed op (in naam en)voor rekening van opdrachtgever
●
Beperkter
●
Makelaar + handelsagent + commissionair
●
3 partijen
●
OG
●
OG
x
TP TP
x
1/3
interne verhouding
1/3
externe verhouding Uiteindelijke verhouding
Tussenpersoon in de economische zin ●
Treed op in eigen naam en voor eigen rekening
●
Minder beperkt
●
Concessiehouder + franchisee
●
Externe verhouding: (2x) 2 partijen ○
leverancier – koper, koper – klant
TUSSENPERSOON IN JURIDISCHE ZIN
Handelsagent vs handelsvertegenwoordiger ●
Zelfstandig, vrijheid
→handelsagent
●
Ondergeschikt
→ handelsvertegenwoordiger
Handelsagent vs makelaar ●
Duurzaam, permanent
→handelsagent
●
Occasioneel
→ makelaar
Handelsagent/makelaar vs commissionair ●
Optreden in naam van OG → HA/ makelaar
intern
vertegenwoordiging
●
Optreden in eigen naam
extern
oneigenlijke vertegenwoordiging
→ commissionair
DE MAKELAAR: in naam en voor rekening van OG Wetelijke regeling: betwistbaar tussen aanneming – lastgeving ●
Vooral materiële handelingen
●
Vooral rechtshandelingen → lastgeving
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
→ aanneming
47
contractpartijen zoeken (art. 1779-1799 B.W.) contracten sluiten
(art. 1986-2010 B.W.)
→ makelaar: vooral aanneming, slechts heel soms lastgeving Aansprakelijkheid ●
Bij makelaar/ HA: OG aansprakelijk (binnen mandaat)
Beëindiging makelaarscontract + makelaarsloon ●
Kijken of aanneming of lastgeving!
DE HANDELSAGENT : in naam en voor rekening van OG Wettelijke regeling: Agentuurwet: van dwingend recht (wet van 13 april 1995 = agentuurwet) Toepassingsgebied ●
Natuurlijke personen/ rechtspersonen
●
‘afsluiten’ van zaken bij AK/VK van goederen + bij diensten
Vergoeding: Verbod op eenzijdige wijziging van de (vaste) vergoeding
Beëindiging ●
Algemene gronden zie p31-32 (art. 1134-1184 B.W.) → Onderlinge toestemming/ ontbindend beding/onm uitvoeren door overmacht/ verstrijken termijn/ nietigheid of verval
●
Bijzondere gronden: opzegging (art. 18-19 agentuurwet)
●
Uitwinningsvergoeding (art. 20 agentuurwet)
●
Concurrentiebeding (art. 24 agentuurwet)
DE COMMISSIONAIR: in eigen naam en voor rekening van de OG Wettelijke regeling ●
Beperkt wettelijke regeling (art. 12-17 wet van het pand en de commissie)
●
Aangevuld door rechtspraak en rechtsleer (lastgeving + handelsgebruiken)
Begrip: in eigen naam voor rekening van committent => rechtshandelingen
Rechten en plichten: lastgeving (+faillissement)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
48
TUSSENPERSOON IN DE ECONOMISCHE ZIN
●
Tussenschakel in het distributieproces van producten en diensten
●
Treden op in eigen naam en voor eigen rekening
DE CONCESSIEHOUDER: in eigen naam en voor eigen rekening Begrip ●
Overeenkomst tussen een concessiegever (producent/invoerder van een bekend merkproduct) en een concessiehouder (verdeler),waarbij deze het product in eigen naam en voor eigen rekening verkoopt binnen een bepaald territorium
●
Verkoopconcessie: als CH het recht verkrijgt
●
Aankoopconcessie: als CH zich ertoe verbindt
●
CH draagt het risico (indien aangekochte goederen niet verkocht geraken)
Wettelijke regeling ●
Geen algemene wettelijke regeling (wet van 27 juli 1961)
●
Raam of kaderovereenkomst: overeenkomst waarbij de partijen het algemeen kader vaststellen: rechten en plichten van de CH en CG ○
Onbenoemd: geen algemene wetregels
○
Moet duurzaam zijn!!! (samenwerking voor langere tijd)
Exclusiviteitsovereenkomsten ●
Alleenverkoopconcessie → CH in bepaald territorium (afgebakend in contract: volmaakt/ mogen ook hierbuiten: open) vb. Producent Mercedes verkoopt in deze regio alleen aan deze CH
●
Alleenaankoopconcessie vb. CH zegt dat hij in deze regio alleen maar Mercedes zal verkopen
●
Combinatie => exclusiviteitsovereenkomst vb. Producent Mercedes verkoopt in deze regio alleen aan deze CH, als hij alleen maar Mercedes zal verkopen
Beëindiging ●
Algemene gronden zie p31-32 (art. 1134-1184 B.W.) → Onderlinge toestemming/ ontbindend beding/onm uitvoeren door overmacht/ verstrijken termijn/ nietigheid of verval
●
Bijzondere gronden: opzegging (art. 2 wet van 27 juli 1961)
●
Billijke bijkomende vergoeding (art. 3 wet van 27 juli 1961)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
49
DE FRANCHISEE: in eigen naam en voor eigen rekening Begrip ●
Distributitechniek waarbij de franchisenemer (zelfstandige handelaar) het recht krijgt het distributiesysteem en de individualiserende tekens van de franchisegever te gebruiken tegen een vergoeding
●
Intuitu personae: verdere onderfranchising zonder medewerking FG verboden
●
Zaak FN ≠ filiaal!! => zelfstandige ondernemingen (onafhankelijk vd FG)
Economisch nut ●
Voordeel FG: net uitbouwen zonder risico + vergoeding
●
Voordeel FN: grotere kans op succes door bekendheid
Soorten ●
Distributiefranchising: goederen worden verdeeld, niet zelf geproduceerd (vb Casa) → productenfranchising: als FG wel zelf produceert (vb 3 Suisses)
●
Dienstenfranchising: FN biedt diensten aan, volgens methode van FG (vb Holiday Inn) →soms verplicht producten van FG gebruiken (vb Panos, Mc Donalds)
●
Industriële franchising: FN produceert de producten zelf en gebruikt merk (vb Coca Cola)
●
Masterfranchising: FN mag onderfranchisingsovereenkomsten sluiten (wordt dan FN en FG)
Wettelijke regelgeving (wet van 19 december 2005) ●
Verplichting informatie + afkoelperiode
Mededinging: kan beperkt worden door franchising
Verbod op concurrentievervalsing (art. 1 VWEU) ●
Sancties: nietigheid + geldboetes
●
Veilig spelen door groepsvrijstellingen (wet van 22 december 1999 => Toledo!!)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
50
Boek II Handels- en vennootschapsrecht
DEEL VII. VENNOOTSCHAPRECHT
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
51
H15: Inleiding
ALGEMENE BEGRIPPEN
Waarom ●
Fiscale redenen
●
Samenwerkingsvorm op grond van ‘gelijkheid en billijkheid’
●
Samenwerkingsvorm waarbij arbeid en kapitaal samengaan
●
Samenwerkingsvorm die (in bepaalde gevallen!!!) aansprakelijkheid beperkt
De vennootschap (art. 1 W.Venn.) ●
Vereniging: geen WO(winstoogmerk): doel => geen commmerciële activiteiten
●
Vennootschap: WO : doel => burgerlijk of commercieel doel
●
○
Ruim winstbegrip (vermogendvoordeel, geen vermogensvoordeel voor leden)
○
Voorkomen van verliezen/ besparen van kosten
Vennootschap met sociaal oogmerk (art. 661 W.Venn.)
BURGELIJKE EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN
Doel ●
Doel in statuten bepaald: burgerlijk => burgerlijk recht / handels => handelsrecht (art. 3 W.Venn.)
●
Indien doel niet duidelijk: kijken naar feitelijke activiteiten
●
Indien gemengd doel ○
Indien 1 vd 2 ondergeschikt
○
Indien 1 vd 2 aanvullend → doel bepaald door belangrijker doel
→ doel bepaald door hoofdactiviteit
VORM VAN DE VENNOOTSCHAP (art. 2 W.Venn.) Rechtspersoonlijkheid (volkomen) ●
Beperking risico vennootschapsSE’s: kunnen niet aan persoonlijk vermogen
●
Beperking aansprakelijkheid inbrenger: je kan alleen inbreng verliezen
●
Vanaf inschrijving (Afgifte oprichtingsakte aan Griffie) (art. 2 §4 W.Venn.)
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (want zuiver contractueel) ●
Burgerlijke maatschap: vennoten aansprakelijk voor gelijke delen
●
Commerciële maatschap: vennoten hoofdelijk aansprakelijk
●
Persoonlijke SE’s kunnen pas aan vermogen vennootschap na ontbinding
●
Vennootsch SE’s kunnen altijd aan persoonlijk vermogen (hoofdelijk/verdeeld) → recht op terugbetaling
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
52
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid ●
●
●
Onvolkomen rechtspersoonlijkheid: VOF (art. 203 W.Venn.) ○
Persoonlijke SE’s kunnen niet aan vermogen vennootschap
○
Vennootsch SE’s kunnen WEL aan persoonlijk vermogen (eerst venn, dan pas hoofdelijk)
Volkomen rechtpersoonlijkheid: BVBA – NV ○
Persoonlijke SE’s kunnen niet aan vermogen vennootschap
○
Vennootsch SE’s kunnen niet aan persoonlijk vermogen
Sommige stukken handelsrecht ook van toepassing op burgerlijke vennootschap met handelsvorm ○
●
Boekhoudwetgeving + dossier bij rechtbank van Kh
Handelsvennootschappen met RPS kunnen voor burgerlijke + handelsactgebruikt worden: vb BVBA
PERSONEN- EN KAPITAALVENNOOTSCHAPPEN
Personen vennootschap (maatschap + VOF) ●
Intuitu personae
●
Persoon staat centraal => SE’s kunnen aan persoonlijk vermogen
●
1 vennoot inbreng nietig/ overleden/ failliet → vennootschap nietig/ beëindigd/ failliet
●
Aandelen niet overdraagbaar
Kapitaalvennootschap (NV + BVBA) ●
Intuitu pecunae
●
Kapitaal staat centraal => SE’s kunnen niet aan persoonlijk vermogen
●
1 vennoot inbreng nietig/ overleden/ failliet → opvolger, opgelost door andere vennoten
●
Aandelen overdraagbaar
●
(BVBA = besloten kapitaalvennootschap: andere regels (vb moeilijk aandelen over te dragen,...))
INBRENG
●
Wat? (art. 19 W.Venn.) (art. 1128 B.W.)
●
Toezegging => verplichting tot volstorting => vrijwaringsverplichting(indien niet: schadevergoeding)
Delen in winst en verlies ●
Zie slides 22-23-24
Voorwaarden om vennootschap te zijn ●
Moet winstoogmerk hebben
●
Moet een geldig voorwerp hebben
●
Moet delen in winst/ bijdragen in verlies
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
53
H16: Vennootschappen zonder RPS
MAATSCHAP
Zuiver contractueel ●
Oprichtingshandeling = contractueel → contractenrecht
●
‘Partners’
●
Kunnen groot deel van de inhoud vd overeenkomst zelf bepalen
Geen vormvereisten ●
Bewijs burgerlijke maatschap wel gereglementeerd (art. 49 W.Venn.) => via burgerlijk recht
●
Bewijs commerciële maatschap niet => via handelsrecht
Geen rechtspersoonlijkheid ●
●
Niet meteen besluiten dat er geen afgescheiden vermogen is ○
Alleen genotsrecht inbrengen => nog steeds eigenaar => PSE kan er nog aan
○
In eigendom inbrengen => behoort tot de vennoten in onverdeeldheid => PSE kan niet meer aan
Aandelen kunnen alleen maar overgedragen worden bij toestemming van alle vennoten
GELDIGHEIDSVEREISTEN
Materiële geldigheidsvereisten voor elk contract (art. 1108 B.W.) ●
Geldige toestemming
●
Bekwaamheid: deelnemen + over al zijn geestelijk vermogen beschikken
●
Geldig voorwerp (hier: inbreng + doel) + oorzaak (hier: deelneming + winstverwachting)
●
Sanctie: nietigheid 1 der vennoten = nietigheid vennootschap
Materiële geldigheidsvereisten eigen aan vennootschap (art. 1 W.Venn.) ●
Meerhoofdigheid: min 2 partijen
●
Inbreng: minstens beloven => arbeid, geld of goederen
●
WO: winst => elk economisch voordeel
●
Delen in winst en bijdragen in verlies (art. 32 W.Venn.) => indien alle winst/ geen verlies bij 1 vennoot => (verboden) beding van leeuwenhandel
●
Sanctie ○
Afwezigheid WO => herkwalificatie: vereniging zonder RPS
○
Leonijnse vennootschap => nietigheid
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
54
AANDELEN EN HUN OVERDRACHT
Aandelen ●
Evenveel aandelen als vennoten: bep door overeenkomst/ onderlinge verhouding van inbrengen
Overdracht ●
Maatschap = personenvennootschap: overdracht moeilijk
●
Enkel mits instemming van alle medevennoten = unanieme instemming => vennoot die vervangen werd blijft aanspr tov SE’s die niet uitdrukkelijk hebben ingestemd
ONTBINDING (art. 39-45 W.Venn.) Unanimiteit der vennootschappen ●
Unanimiteit: wijziging of ontbinding mogelijk (art. 1134 B.W.) (want personen venn.)
Overlijden/ onbekwaam/ onvermogen/ faillissement 1 der vennoten ●
Van rechtwege ontbonden
●
Overlijden: verblijvingsbeding ○
Overlevende vennoten alleen
○
Overlevende vennoten + alle erfgenamen (meestal)
○
Overlevende vennoten + 1 erfgenaam
Tenietgaan van de zaak/ voltrekken van de handeling ●
Ontbinding van rechtswege
De beperking van de duur van de vennootschap ●
Onbepaalde duur ○
●
Al bij de enkele wil van 1 der vennoten
Bepaalde duur: moet in contract staan! ○
Niet tijdig verlengd => van rechtswege ontbonden
○
Voortijdige ontbinding: bij unanimiteit/ overlijden, faillissement,...
Eenhoofdigheid ●
Ontbinding: minimum vereiste = tweehoofdigheid
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
55
H17: Gemengde vennootschappen
AFGESCHEIDEN VERMOGEN
Rechtsbetrekking ●
Niet louter contractueel + geen zuivere rechtspersoon => onvolkomen rechtspersoon
Afgescheiden vermogen ●
Onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk met privévermogen tov VSE
Openbaar karakter ●
Samenwerkingsvorm tov 3e bekend
●
Slecht RPS door openbaarmaking (Griffie)
Vennoten – handelaars ●
Commercieel doel => handelaars => kunnen failliet verklaard worden (alleen de werkende vennoten)
●
Burgerlijk doel => geen handelaars
=> kunnen niet failliet verklaard worden
Personenvennootschap ●
Staan of vallen met ieder der vennoten
●
Aandelen onoverdraagbaar behoudens unanimiteit
GELDIGHEIDSVEREISTEN
Materiële geldigheidsvereisten voor elk contract (art. 72 W. Venn.) ●
Nietigheid => naar rechter!
●
Beslissing rechter = constitutieve werking => ex-nunc = vanaf nu
●
Nietigheid slechts tegenwerpelijk aan 3e na registratie => 3e kan op de nog niet-openbaar gemaakte rechterlijke nietigverklaring beroepen
Materiële geldigheidsvereisten eigen aan vennootschap ●
Ook tweehoofdigheid + WO
●
Inbreng: geld, goederen of arbeid ○
Geld en goederen door inbreng gaan in eigendom over naar de VOF
○
Moet bij oprichting worden toegzegd, maar nog niet getort
○
Eigendomoverdragende inbreng => vermogen onttrekken aan PSE
○
Fictieve inbreng: kan vordering tot geveindsverklaring worden ingeleid => alle SE’s kunnen terug beslag leggen op goed
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
56
○
Bedrieglijke inbrneg: kan pauliaanse vordering soelaas brengen => alleen SE die PV instelde kan terug beslag leggen op goed
●
Delen in winst en bijdragen in verlies
●
Sanctie: zie algemeen ○
Eenhoofdig/ 1 nietige inbreng/ bedrieglijk-fictieve inbreng (in strijd met OO)=> nietig
Formele geldigheidsvereisten ●
Opgericht bij authentieke/ onderhandse akte
●
Evenveel exemplaren als partijen bij onderhandse
●
Apart uittreksel ter Griffie ondertekent door de vennoten (art. 68 W. Venn.) ○
Pas RPS vanaf neerlegging ter Griffie
AANDELEN EN HUN OVERDRACHT
Aandelen ●
Evenveel aandelen als vennoten: bep door overeenkomst/ onderlinge verhouding van inbrengen
Overdracht ●
VOF = personen vennootschap: overdracht moeilijk
●
Kan onmogelijk gemaakt worden door vennootschapscontract
●
Enkel mits instemming van alle medevennoten = unanieme instemming => vennoot die vervangen werd blijft aansprakelijk ○
voor S aangegaan voor vervanging tot 5 jaar na publicatie uittreding
ONTBINDING
●
zie vennootschappen zonder RPS
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
57
H18: Vennootschappen met volkomen RPS
DE NV EN DE BVBA
Niet-contractueel ●
Oprichtingshandeling => wel contractueel
●
Rechtsbetrekking die eruit ontstaat => niet contractueel => geen contracten tussen de vennoten => oprichtingsovereenkomst brengt volkomen rechtspersoon weer, waar alle vennoten een contract mee hebben
●
Zaakvoerder/ bestuurder => orgaan
Volkomen RPS: beperkte aansprakelijkheid ●
VSE kunnen niet rekenen op kredietw van vennoten => geen handelaars => zelfs niet met commercieel doel!!
Maatschappelijk kapitaal ●
Som vd toegezegde inbrengen uitgedrukt in een cijfer
●
Netto-actief = eigen vermogen
●
Alarmbelprocedure
(A – S – voorzieningen) >= (½ geplaatst kapitaal) ●
niet zo: binnen 2m AV bijeen roepen
○
Beslissing tot ontbinding (75%)
○
Herstellingsmaatregelen
●
Onderlinge verhouding inbrengen bepaalt aandeel
●
NV/ BVBA = kapitaalvennootschappen: overdracht gemakkelijk Aandeel => waardepapier => door loutere afgifte overdraagbaar
Kapitaal- of personenvennootschappen ●
●
Nv ○
Zuiver kapitaalvennootschap
○
Vrije overdraagbaarheid (ev beperkingen via statutaire bepalingen)
Bvba ○
Besloten kapitaalvennootschap
○
Overdraagbaarheid beperkt (door wetgever)
○
Statuten kunnen door unanimiteit gewijzigd worden
OPRICHTINGSVEREISTEN Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
58
Materiële geldigheidsvereisten voor elk contract ●
Moeten allemaal bekwaam zijn + geoorloofde inbreng hebben
●
1 der vennoten niet voldaan => deelneming nietig => opgevangen door hoofd. aanspr. vd medeoprichters
●
Geoorloofde oorzaak: statutair doel in strijd met OO of ongeoorloofd => vennootschap vernietigd
Materiële geldigheidsvereisten voor vennootschapscontract ●
Nv: min 2 oprichters => sanctie: nietigheid venn => veinzing van 1 der 2 vennoten (doet alsof) => deelneming nietig => venn nietig als 1 overblijvende
●
●
Bvba: kan eenhoofdig: door natuurlijk persoon bij slechts 1 bvba ○
Indien eenhoofdig door rechtspersoon => verlies beperkte aansprakelijkheid
○
Indien eenhoofdigheid nat.pers in meerdere => hoofd aanspr met die andere venn
Inbreng ○
Inbreng van arbeid onmogelijk
○
In geld: minimale volstortingsplicht voor de oprichting
○
In natura: voor werkelijke waarde op actief => revisorale controle! (verslag revisor + bijzonder verslag oprichters ter griffie)
○
Quasi-inbreng = AK van de vennootschap Van iemand die gerelateerd is aan de vennootschap Binnen de 2jaar na oprichting Aan een prijs min 1/10 kapitaal ●
Procedure volgen: goedkeuring vragen aan AV + revisor ●
●
○
Niet gevolgd: bestuursaansprakelijk
Procedure hoeft niet gevolgd te worden als ●
V koopt op gerechtelijke verkoop
●
V koopt op een beurs
●
V koopt iets gerelateerd met doel (HG-gericht)
Inbreng ongeoorloofd voorwerp: inbreng nietig Inbreng waardeloos ●
oprichters staan hoofdelijk in voor het ongeldig geplaatst kapitaal
○
Ongeoorloofde statutair doel => nietigheid vennootschap
○
Bedrieglijke/ fictieve inbreng => pauliaanse/ vordering tot geveinsdverklaring
●
WO => niet nietig!!!
●
Delen in winst en bijdragen in verlies ○
●
Beding van leeuwenhandel => beding nietig (als niet-geschreven), vennootschap niet
Sanctie: nietigheid vennootschap slechts in enkele gevallen door rechter uit te spreken
Formele geldigheidsvereisten Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
59
●
Authentieke akte: eigenlijke oprichtingsakte + de statuten
●
Apart uittreksel ter Griffie ondertekent door de vennoten of notaris (art. 68 W. Venn.) ○
Pas RPS vanaf neerlegging ter Griffie
●
Wijzigingen in dezelfde vorm (art. 66 derde lid W. Venn.) + ook publiceren
●
Sanctie ○
Niet in vereiste vorm => nietig door rechter (bepaalt ook vereffening) (kan geregulariseerd worden tot uitspraak)
○
Inhoudelijke vormgebreken (naam, doel, bedrag inbreng) => nietig door rechter (kan geregulariseerd worden tot uitspraak)
○
Nietigheid slechts tegenwerpelijk aan 3e na registratie => 3e kan op de nog niet-openbaar gemaakte rechterlijke nietigverklaring beroepen
●
●
●
Lastgeving: oprichters kunnen LH naar notaris sturen ○
Geen geldige lastgeving => LH persoonlijk en hoofdelijk gehouden voor in inbreng
○
Bvba ook indien naam LG niet in akte staat
Sterkmaking: alleen bij nv ○
Degene die zich sterk maakt is persoonlijk en hoofdelijk gehouden tot toegezegde inbreng
○
Bij bvba niet mogelijk
Rechtstreekse/ onrechtstreekse oprichting ○
Bvba => rechtstreekse: oprichters verschijnen in persoon/ door LH In 1 tijd overgaan tot oprichting Degenen die verschijnen van rechtswege beschouwd als oprichters
○
Nv => rechtstreekse oprichting In 1 tijd overgaan tot oprichting Aandeelhouders (samen min 1/3 kap) als oprichters => andere aandeelhouders: inschrijvers (ontlopen zware opr.aansprakelijkheden)
○
Nv => onrechtstreekse oprichting: in fases Inschrijvingen op aandelen: openbare kapitaalmarkt Fase 1: ontwerp oprichtingsakte opmaken door latere oprichters Fase 2: samenkomst initiatiefnemers (oprichters) en geldschieters (inschrijvers) ● ●
Meerderheid ok => vennootschap opgericht
Komt in praktijk niet meer voor (faalrisico’s) => overname
Contract tegenwerpelijkheid aan 3e ●
Als gepubliceerd in het Belgisch staatsblad
●
Als het geen kwalitatieve/ kwantitatieve beperkingen bevat Vb. 1 vd 4 zaakvoerders heeft iets alleen ondertekend voor een bedrag waar men handtekening van 2 zaakvoerders nodig had. Vennootschap kan dit contract niet tegenstellen aan 3 e door de kwantitatieve beperking => alleen de betrokken zaakvoerder (oef 1 MPC 2)
KAPITAAL EN AANDELEN Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
60
Verschillende kapitaalbegrippen ●
Geplaatst kapitaal = toegezegd kapitaal ○
Niet volledig gepl: oprichters hoofd aanspr voor niet-gepl gedeelte => van rechtswege inschrijvers
○ ●
●
Bij kapitaalverhoging: bestuurders of zaakvoerders
Wettelijk of statutair minimumkapitaal (art. 214 + 439 W. Venn.) ○
Nv: € 61.500
bvba: € 18.550
= losprijs voor de beperkte aansprakelijkheid
○
Lager: oprichters hoofdelijk voor verschil => van rechtswege inschrijvers
Gestort kapitaal (art. 223 + 448 W. Venn.) ○
Nv: minimumkapitaal + aandelen ¼ + in natura ¼ (indien rest binnen 5j)
○
Bvba: 1/3 minimumkapitaal / €6.200 + aandelen 1/5 + in natura volledig => eenpersoons: € 12.400 (toezeggen + storten)
●
○
Oprichter hoofdelijk tot storting
○
Niet gestort kapitaal kan altijd opgevraagd worden (ev termijn in statuten)
Toereikend kapitaal ○
Voldoende eigen middelen om doel min 2j te realiseren?
○
Ontoereikend kapitaal => bij faillissement binnen 3j door rechter persoonlijk aanspr gesteld worden voor een geheel/ gedeelte van de verbintenissen
●
Toegestaan kapitaal ○
Kapitaalverhoging door bestuurders ipv via AV (time is money)
○
Alleen maar bij nv + alleen als het in de statuten staat!!!
Obligatielening ●
Obligatie = verhandelbaar schuldbewijs => door obligatielening uit te geven aan financiering komen
●
Koper van de obligatie ontvangt rente van de uitgever
Aandelen en andere stukken ●
Nominale waarde = vermelde waarde Fractiewaarde = geplaatst kapitaal / # aandelen ○
Bvba: alle aandelen hebben een gelijke (nominale) waarde => # aandelen = geplaatst kapitaal / waarde ieder aandeel
○
Nv Alle aandelen dezelfde nominale waarde => quotiënt-regel Alle aandelen andere nominale waarde Aandelen geen nominale waarde => fractiewaarde
○
Rechten verbonden aan aandelen Lidmaatschapsrechten (vb stemrecht) Vermogensrechten (vb dividenden)
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
61
●
Bvba: aandelen + obligaties nv: aandelen + obligaties + winstbewijzen (= oprichtersaandelen) ○
●
Inbreng arbeid vergoeden met winst, maken geen aandeel in kapitaal
Rechten waarop aandelen en andere effecten aanspraak geven (art. 560 W. Venn.) ○
Aandelen: rechten + risico Nv: preferente (voorrang) en niet-preferente Evenredige winstverdeling (kan nv statutair van afwijken!)
○
Obligaties: geen risico: interest en terugbetaling zeker
○
Winstbewijzen: slecht vrijheid, tenzij in statuten winstaandeel
○
Na ontbinding => vergoeding SE’s => preferente aandeelh. => aandeelh. => winstbewijzen
○
Effecten hebben absoluut recht op gelijke behandeling => kan gewijzigd worden: procedure (art. 560 W. Venn.) => kan op vergadering gestart worden, zelfs al staat in statuten van niet!
○
Stemrecht Nv: kleinste eenheid geeft recht op 1 stem Bvba: allemaal gelijk => 1 aandeel geeft recht op 1 stem
○
Winstbewijzen: stemrecht als Het in de statuten wordt toegekend In elk geval bij opsomming (art. 559 + 560 + 781 W. Venn.)
●
●
Verschillende vormen van effecten ○
Op naam: duidelijke vermelding naam + moeilijk overdraagbaar
○
Aan toonder: eigenaar is anoniem: bezit = eigendom
○
Gedematerialiseerd: boeking op rekening op naam van houder
Overdrachtsbeperkingen ○
Bvba: als de helft van vd ander vennoten die ¾ bezitten instemmen (art. 249 W. Venn.) Overdracht onder levenden (art. 251 W. Venn.) => weigering ander vennoten => gevangenen van zijn aandelen => personen die bij overdracht baat zouden hebben kunnen naar de rechter stappen om weigering aan te vechten (rechter moet rekening houden met statutaire waardering, tenzij onredelijk => zelf beslissen)
Overdracht wegens overlijden (art. 252 W. Venn.) => Erfgenamen: aandelen zelf overnemen, niet de waarde => weigering andere vennoten => recht op waarde aandelen ○
Nv: vrije overdraagbaarheid Statutaire overdraagbaarheidsbeperkingen mogelijk Meestal: aanvaardings- en voorkoopclausule ●
Aanvaardclausule: verkoop gaat alleen door bij aanvaarding
●
Voorkoopclausule: eerst andere vennoten kans
●
Voorstelplicht: weigeraars verplicht mee koper te zoeken
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
62
DE ORGANEN
Het bestuursorgaan De persoon ●
De zaakvoerder in de bvba (art. 255 W. Venn.) ○
Aangesteld in de statuten: sterke ontslagbescherming + vrije ontslagname (tijdig + TGT) Duur mandaat = duur maatschap
○
Niet in statuten: door de algemene vergadering iemand aanduiden Duur mandaat = bepaald of onbepaald
○
Kan ad nutum afgezet worden door AV Zonder termijn/ vergoeding/ motief Bij bvba: aanvullend recht => kan van afgeweken worden (vb iets anders voorstellen/ staturair vastgelegde bestuurder,...)
○ ●
Een rechtspersoon-zaakvoerder: alleen als nat pers als verantwoordelijke aangesteld
De bestuurders in een nv (art. 518 W. Venn.) ○
Minimum 3 bestuurders
○
Worden nooit door de statuten aangeduid! => algemene vergadering! Herroepen ook via gewone meerderheid op AV
○
Kan ad nutum afgezet worden door AV Zonder termijn/ vergoeding/ motief Bij bvba: van O.O.! => kan niet van afgeweken worden!
○
Rechtspersoon-bestuurder mogelijk
De bestuursbevoegdheid ●
Alles doen voor bevordering van het statutair doel en wat niet expliciet aan de AV is voorbehouden
●
Bij de nv ○
Collegialiteit verplicht (intern) (art. 521 W. Venn.) => niet nakomen Niet ongeldig tov 3e (niet tegenwerpelijk) Hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders tav de vennootschap (degene die mening niet heeft gezegd niet aanspr indien hij op tijd heeft vermeld!)
○ ●
Eenhandtekeningclausule mogelijk
Bij de bvba ○
Colegialiteit aangewezen, niet verplicht Kan in de statuten verplicht worden, dan wel volgen! (art. 263 W. Venn.)
○ ●
Meerhandtekeningclausule volgen!
Belangenconflict ○
Alleen als Op niveau van bestuur Van vermogensrechterlijke belangen
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
63
○
Bij de nv (art. 523-524 W. Venn.) De andere vennoten verwittigen
○
Bij de bvba Indien niet collegiaal: LH ad hoc aanstellen (art. 260 W. Venn.) Indien collegiaal: vergoeding van de schade (art. 261 W. Venn.)
○
Sanctie: nietigheid als Formaliteiten niet werden nageleefd + Handeling ten nadele van de ven die onrechtmatig voordeel geeft aan bestuurder
Vertegenwoordigingsbevoegdheid ●
Organieke vertegenwoordiging ○
Organiek: de zaakvoerder/bestuurder zelf => kwalitatieve/ kwantitatieve beperking => niet tegenwerpelijk aan 3e!
○
Met volmacht: LH => kwalitatieve/ kwantitatieve beperking => wel tegenwerpelijk à 3e!
●
Tegenwerpelijkheid ○
Statutaire beperkingen => niet tegenwerpelijk aan 3e => aansprakelijkheid van het bestuursorgaan tav vennootschap
○
Basis wetgeving vertegenwoordiging Nv: collegiaal + alle bestuurders/ meerderheid Bvba: 1 zaakvoerder voldoende
○
Uitzondering op basisregels Nv: eenhandtekeningclausule (meer mag ook) Lastgeving ipv collegialiteit => geeft elke bestuurder ‘carte blanche’ Bvba: meerhandtekeningclausule => nuttig voor grote bedragen te contoleren ●
moet wel in statuten staan!
Aansprakelijkheid t.a.v. derden ●
Nv en bvba zijn volkomen rechtspersonen: vennoten niet contractueel tov 3 e bij vertegenwoordiging in naam van de vennootschap
●
●
Fout van de vennootschap uitsluitend contractueel (en geen onrechtmatige daad) ○
Vennootschap aansprakelijk
○
Op contractuele grondslag
Fout van de vennootschap door OD vd organiek vertegenwoordiger ○
●
Vennootschap + betrokken bestuurder
Bij fouten bij oprichting (ivm minimale volstorting, inbreng,...) ○
Bestuurders/ zaakvoerders oprichtingsaanspraakelijk => hoofdelijk
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
64
Aansprakelijkheid t.a.v. de vennootschap ●
Actio mandati: aansprakelijkheidsvordering van de vennootschap à bestuurder/ zaakvoerder ○
Gebeurd door de AV
○
Als individuele vennoot aansprakelijkheid wil stellen à bestuurder/ zaakvoerder moet hij Bewijzen eigen schade hebben geleden Die schade verschilt van die aan de vennootschap
●
●
Minderheidsvordering: wanneer minderheidsadh vordering wil instellen ○
Nv: > 50 miljoen kapitaalsaandelen of >1 % van de stemmen
○
Bvba: > 10% van de stemmen
○
Komt niet veel voor
Aansprakelijkheidsgronden (art. 527-528 W. Venn.) ○
Professionele A Cliënt – vennootschap Vennootschap contractueel A
Vb. Ongeldige uitvoering van het contract (zaakvoerder is hier vertegenwoordiger) ○
Bijzondere A wegens inbreuk op de vennootschapswet of op de statuten Zaakvoerder/bestuurder – vennootschap Zaakvoerder/bestuurder hoofdelijk A Kan hieruit door te bewijzen hij geen deel had aan fout + niet kon voorkomen => moet hij wel meteen de fout meedelen aan de AV
Vb. Handtekeningclausule negeren ○
Jaarlijkse kwijting door de AV Décharge = kwijting van al de fouten Eens ingeroepen, kan de actio mandati niet meer worden ingesteld!
De Algemene Vergadering (AV) Agenda van de AV ● Alles ivm de andere organen (bestuurders/ zaakvoerders/ commissaris) => ontslaan, benoemen, aansprakelijk stellen, betalen, ... ● Goedkeuren van de jaarrekening (van wat voorbij is) => 1x per jaar: décharge: kwijting (‘de spons erover’) ● Alles ivm de statuten ● Uitzonderingen die ALTIJD besproken mogen worden ○ Deplanobevoegdheid Goedkeuring jaarrekening + winstbestemming Kwijting van een bestuurder ○ Willekeurig onderwerp als Iedereen er is Iedereen akkoord is erover te praten + te stemmen (gewone meerderheid) ● Mogen ze dus op elke vergadering over beginnen, ook al staat het niet op de agenda!
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
65
Bijeenroeping gewone AV ●
Min jaarlijks, binnen 6m na afsluiting boekjaar (datum en plaats vastgesteld in statuten)
●
Aandelen op naam: via aangetekende brief
●
Aandelen aan toonder/ gedematerialiseerd ○
Publiceren in Belgisch Staatsblad
○
Publiceren in nationaal verspreid blad (niet nodig bij gewone AV)
De bevoegdheid van de AV ●
Gewone AV ○
●
Jaarrekening, winstbestemming,...
Buitengewone AV ○
Statutenwijziging
○
Quorum + bijzondere meerderheid
DE ONTBINDING
De vrijwillige ontbinding ●
Vrijwillige/ vroegtijdige ontbinding => statutenwijziging
●
Slecht na controle van revisor/ accountant (frauduleuze ontb tegengaan)
●
Alarmbelprocedure: netto-actief < helft geplaatst kapitaal ○
Ontbinding
○
Of herstellingsmogelijkheden
Ontbinding van rechtswege ●
Normaal gezien van onbepaalde duur ○ ○
Vrijwillige ontbinding Ontbinding van rechtwege ●
●
●
Enige opties om einde te maken aan vennootschap!
Toch van bepaalde duur ○
Verstrijken van de duur => van rechtswege ontbonden
○
Verlengen => statutenwijziging! => niet tijdig: van rechtswege ontbonden
Eenhoofdigheid ○
Bij bvba: ok tenzij Rechtspersoon wordt eenhoofdig => onbeperkt aansprakeljk Natuurlijk persoon met reeds andere eenpersoonlijke bvba’s => onbeperkt aansprakelijk (tenzij door overlijden bekomen)
○
Bij nv Bij oprichting => nietig Eenhoofdig geworden: 4 opties: 2e vennoot / vrijwillig ontbinden / naar bvba
●
Onthoofding van de vennootschap
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
66
○
Eenhoofdige nv => aandelen van rechtswege naar erfgenamen (of Staat)
○
Eenhoofdige nv => erfgenamen kunnen worden uitgesloten door wet/ statuten
De gerechtelijke ontbinding ●
●
●
Om wettige redenen ○
Kan altijd
○
Door elke vennoot + elke belanghebbende
Omdat maatschappelijk vermogen daalt beneden wettelijk te volstorten deel ○
Elke belanghebbende
○
Rechter kan regularisatietermijn toestaan
Niet meer actief ○
Gedurende 3 opeenvolgende boekjaren geen jaarrekening
○
Door elke belanghebbende
○
Regularisatie voor rechterlijke uitspraak
DE VEREFFENING
Het voortbestaan van de RPS ●
Blijft bestaan na ontbinding, maar alleen voor zaken ivm de vereffening!
●
Vereffeningsprocedure ○
Voldoening SE => teruggave inbreng adh => uitbetaling ev winsten en reserves aan de adh
Aanstelling en bevoegdheden ●
Verkozen door AV => bevestiging rechtbank van KH (weigering: rechtbank kiest zelf iemand)
●
Aangeduid door rechtbank van KH
●
Vertegenwoordiger als eiser of verweerder
●
Geen vereffenaar aangeduid => bestuurders
●
Vertegenwoordiger als verweerder
De behandeling van schuldeisers ●
Bevoorrechte SE’s (reeds bevoorrecht voor vereffening) => andere SE’s
●
Onmogelijk S te betalen => faillissement mogelijk (wordt meestal alleen gedaan indien frauduleus)
Afloop van de vereffening ●
AV: kwijting aan de vereffenaars (niet tegenstelbaar aan 3e)
●
Afsluiting gepubliceerd => bestaan rechtspersoon houdt op
●
Rechtpersoonlijkheid blijft (passief) bestaan tot 5 jaar na afsluiting
Recht - Handelsingenieur - 1e Bachelor
67