Samenvatting Handelsrecht 1) Welk soort recht is handelsrecht Handelsrecht behoort tot de tak van het privaat recht, net als het burgerlijk recht. -Burgerlijk recht (= gemeen recht) omvat de regels mbt gewone relaties toepasselijk op alle particulieren (vb. huwelijk, erfenis, ...) . Regels vinden we terug in het Burgerlijk wetboek -Handelsrecht (= uitzonderingsrecht; omdat deze rechtsvorm traditioneel slechts bij uitzondering, nl wanneer het Burgerlijk recht tekort schoot, diende gebruikt te worden ) omvat de regels mbt bijzondere activiteiten toepasselijk op handelaars (= bepaalde groep personen). Verder bevat het bepalingen ivm de meeste typische handelsverrichtingen. Het is tegenwoordig een autonome rechtstak. 2) Bronnen van het handelsrecht: ordening *Wetten: - Verdrag: internationale overeenkomst - Europese regels: 1) richtlijn: kader wordt op Europees niveau gemaakt, de de invulling ervan gebeurt op nationaal niveauEen bèta geeft ontwikkelaars de kans om kennis te maken met de nieuwste versie van de meest 2) verordeningen: automatisch van toepassing zonder tussenkomst nationale overheid - Nationale wet: omvat Wb. Kh. + bijzondere wetten + B.W. *Rechtspraak: - hogere rechtbanken: arresten - lagere rechtbanken: vonnissen - in geval van een kortgeding: beschikkingen *Rechtsleer: - alle commentaar van rechtsgeleerden *Algemene rechtsbeginselen *Gewoonte *Billijkheid De gewoonten en de billijkheid spelen een grotere rol in het handelsrecht omdat er vaak geen wettekst voorhanden is. 3) De bevoegdheid van de rechtbank van koophandel De bevoegdheid van de rechtbank van koophandel wordt bepaald adhv de aard van de handelingen. Deze rechtbank is bevoegd voor de daden van koophandel. Met andere woorden de professionele activiteit van de betrokken persoon in kwestie doet er niet toe.
4) Welke zijn daden van koophandel 1
Men maakt een onderscheid tussen burgerlijke en commerciële activiteiten met behulp van 2 maatstaven: 1. artikel 21 in het Wetboek van Koophandel die een limitatieve opsomming bevat 2. het feit of er enige vorm van winstbejag is (arrest Hof van Cassatie) !!!! Dit onderscheid is van belang voor: – kwalificatie handelaar – bevoegde rechtbank – bewijsmiddelen 5) Soorten daden van koophandel 1. objectieve: voorwerp is belangrijk; opgesomd in artikel 2 Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen twee soorten daden: -daden die vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd. Deze beginnen in artikel 2 elke keer met het woord “elke” -daden die als “onderneming” als daad van koophandel worden aangemerkt 2. subjectieve: persoon die de handeling stelt is belangrijk; artikel 2 laatste lid 3. naar vorm: putten hun commercieel karakter uit de vorm van de verbintenis 6) Bespreking opsomming artikel 2: de daden van koophandel 1. ELKE AANKOOP ROERENDE GOEDEREN OM TE VERKOPEN/TE VERHUREN • “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd • elke aankoop: elke verwerving onder bezwarende titel (ook ruilkoop) • koopwaren/voedingswaren =roerende goederen, géén onroerende goederen • om te verkopen/verhuren : bedoeling moet minimaal aanwezig zijn op het ogenblik van de aankoop, of goederen eerst nog bewerkt/verwerkt worden speelt geen rol • winstbejag 2. ELKE VERKOOP/VERHURING VAN ZODANIGE AANKOOP • “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd • deze fase maakt het winstoogmerk mogelijk, indien er toch verlies zou optreden doet dit het handelskarakter niet teniet • uitzondering op deze regel: artikel 2 bis; wanneer deze persoon dokter, apotheker of veearts is, ressorteer deze handeling niet tot de daden van koophandel • winstbejag
3. ELKE HUUR ROER. GOED. OM ONDER TE VERHUREN & ONDERVERHURING 1
Artikel 2 is te vinden op pagina 557 in codex
2
• • • • •
“Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd Vb: taximaatschappij die taxi huurt, om het gebruik ervan als taxi weder aan het publiek te verhuren. het moet noodzakelijkerwijs gaan om verhuur en wederverhuring van roer. goed. uitzondering op deze regel: huren van een bemeubeld appartement met het oog op wederverhuring heeft omwille van bovenstaande regel een burgerlijk karakter winstbejag
4. ELKE LEVERING HOOFDZ. MAT. WERK, GECOMB. MET LEVERING KOOPWAAR • “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd • elk in hoofdzaak materieel werk: Er wordt door de wetgever een onderscheidt gemaakt tussen manueel en intellectueel werk leveren. Intellectueel werk leveren wordt onder dit oogpunt niet als een daad van koophandel aanzien.Vb: een fotograaf die een foto neemt, deze verkoopt met de levering van papier en scheikundige producten inbegrepen, stelt geen daad van koophandel. Het fotograferen impliceert immers een intellectuele keuze. • verricht ingevolge huur van diensten: Hierbij bedoelt men de huur van “bedrijvigheid”, de huur van een ambachtsman die als onafhankelijk persoon materieel werk levert. Hierin verwijst men dus niet naar prestaties odvv een arbeids- of bediendencontract die een band van ondergeschiktheid veronderstellen • gepaard gaande met de levering van de koopwaar: de levering van hoofdzakelijk materieel werk door een onafhankelijk ambachtsman krijgt een handelsrechtelijk karakter omdat zij gepaard gaat met een levering van koopwaar. De ambachtslui moet natuurlijk die waar eerst zelf gekocht hebben, vandaar dat zij als handelaar worden beschouwd. Let op: enkel leveren van materiële arbeid is dus géén daad van koophandel! De onbelangrijkste levering van koopwaar voldoet echter opdat het dit commercieel karakter zou verkrijgen. • winstbejag 5. ELKE AANKOOP VAN HANDELSZAAK OM UIT TE BATEN • “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd • uitzondering op de regel: Een koop is maar een daad van koophandel als en slechts als het om roerende goederen gaat. Indien het handelsfonds onroerende goederen bevat dan moeten deze beschouwd worden als een deel vh handelsfonds, dat als één geheel werd aangekocht en dus blijft men het als een daad van koophandel beschouwen. Met andere woorden: het wordt beschouwd als een feitelijk geheel, voortvloeiend uit de eenheid van bestemming waarvoor de verschillende goederen zijn samengebracht. • noot: In elke commerciële omgeving is er een handelszaak Er is minstens een commerciële omgeving nodig om een handelszaak te hebben.
6. ALLE VERRICHTINGEN VAN INDUSTRIËLE ONDERNEMINGEN, ZELFS WANNEER ZIJ SLECHTS DE VOORTBRENGSELS VAN EIGEN GROND 3
VERWERKEN, VOOR ZOVER HET GEEN ONDERNEMING IS BEHOREND TOT DE LANDBOUWBEDRIJVEN • Hieronder valt het grootste deel gedeelte vd industriële ondernemingen, die afgewerkte of halfafgewerkte goederen produceren, zonder onderscheid naar wat ze produceren. • Bestanddelen van deze daad zijn: *Onderneming: Het stellen van een enkele daad is dus niet voldoende. *De onderneming moet producten verwerken. De minimale verwerking is de verpakking. Zo wordt bijvoordbeeld het zuiver delven van steenkool in het kader van een onderneming niet aanzien als een daad van koophandel • Landbouwbedrijven zijn uitgesloten omdat deze van rechtswege als niet commercieel worden beschouwd • winstbejag 7. ALLE VERRICHTINGEN VAN ONDERNEMINGEN VAN OPENBARE OF PARTICULIERE WERKEN VAN VERVOER TE LAND, TE WATER, OF IN DE LUCHT • • • • • • •
- ondernemingen van openbare orde: Steunen op het aannemerscontract (art 1787-1799 B.W.) Verschil met industriële ondernemingen: verbintenissen slaan op realisatie van onroerende goederen Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” winstbejag - onderneming van vervoer te land, te water of door de lucht: Steunen op het vervoerscontract: de overeenkomst waarbij de vervoerder er zich toe verbindt tegen een bepaalde prijs, personene of goederen van één plaats naar een andere te brengen Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” Winstbejag; zo dus wordt de overheid2, die als vervoerder optreedt in beginsel niet als handelaar beschouwd. Er bestaan evenwel bijzondere wetten die ervoor zorgen dat het vervoer door overheidsdiensten- of personen wel als een commerciële activiteit dient beschouwd te worden. Voor andere overheidsinstellingen raadpleeg je best hun statuut om te achterhalen of zij daden van koophandel kunnen stellen
8. ALLE VERRICHTINGEN VAN ONDERNEMINGEN VAN LEVERINGEN, VAN ZAAKWAARNEMING, VAN ZAAKBEZORGING, VAN OPENBARE VERKOPINGGEN, VAN OPENBARE SCHOUWSPELEN EN VAN PREMIEVERZEKERINGEN •
• • 2
- onderneming van leveringen: Verbinden zich om tegen een bepaalde prijs op zekere, meestal periodieke, tijdstippen de eigendom of het gebruik van zekere roerende goederen te verschaffen. Vb: ondernemingen die aardgas, elektriciteit, stromend water e.d. leveren Bewaren = Burgerlijke activiteit Bewaren + levering = Commerciële activiteit Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming”
die normaal gezien de algemene belangen behartigt
4
• • • • • • • • • • • • • • • •
Winstbejag - ondernemingen van zaakwaarneming en zaakbezorging: Behartiging van andersmans rechten tegen betaling. Hier gaat het over ondernemingen die als commercieel worden beschouwd, zelfs als de beheerde activiteiten bugerlijke zaken betreffen. Vb: reisbureaus, studiebureaus, huwelijksagentschappen,… Niet-commercieel, indien opdracht wordt gegeven door openbaar gezag of rechterlijke macht ( notarissen, curatoren, deurwaarders,…) Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” Winstbejag - ondernemingen van openbare verkopingen: Exploitatie van verkoopzaal Publieke verkoop van roerende goederen die niet noodzakelijk door de eigenaar werden aangekocht Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” Winstbejag - ondernemingen van openbare schouwspelen: Elke vorm van openbare ontspanning gericht naar het publiek. Vb: kermis, motorcrosswedstrijden, nachtclubs, schouwburgen,… Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” Winstbejag - onderneming van premieverzekering: Premieverzekering = verzekeringsvorm waarbij de verzekeraar een bepaalde som zal moeten betalen bij de verwezenlijking van het bij het contract bepaalde risico, mits er door de verzekerde regelmatig een vastgestelde premie werd betaald Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” winstbejag Noot: onderlinge verzekering: contract waarbij verschillende personen zich er toe verbinden op een bepaalde wijze tussen te komen wanneer één onder hen het slachtoffer wordt van een bepaald risico = géén vorm van daad van koophandel, want gebaseerd op principe van wederkerigheid en niet gebaseerd op winstbejag!
9. ALLE VERBINTENISSEN VAN HANDELSAGENTEN VOOR HET BEMIDDELEN OF AFSLUITEN VAN ZAKEN • Verbintenis = verplichting • Verbintenis volgt uit handelsagentuurovereenkomst • Handelsagentuurovereenkomst = overeenkomst waarbij de handelsagent door de principaal3 permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken in naam en voor rekening vd principaal • Winstbejag 10. ELKE BANK-, WISSEL-, COMMISSIE-, OF MAKELAARSVERRICHTING
3
juridische term voor de andere partij
5
• • • • • • • • • • • •
• •
- Elke bankverrichting “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd. = verrichting van kredietinstelling Kredietinstelling = Belg/buitenlandse onderneming met als activiteit het in ontvangst nemen van gelddeposito’s van het publiek en verlenen van kredieten voor eigen rekening winstbejag - Elke wisselverrichting “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd. Wisselverrichting = het omwisselen van muntstukken of papiergeld. De term kan ook slaan op de verhandeling van wisselbrieven , maar in die betekenis valt het niet onder deze bepaling vh Wetboek van Koophandel. winstbejag - Elke commissieverrichting “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd De commissieverrichting is een overeenkomst waarbij de commissionair zich bindt, tegen betaling van een loon in eigen naam een bepaalde handelsverrichting te stellen voor rekening van derden. Winstbejag - Elke makelaarsverrichting “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd Een makelaar is een persoon die, als zelfstandige, de toekomstige partijen bij een handelsverrichting met elkaar in contact brengt. Dit zonder zelf juridisch zelf aan het afgesloten contract verbonden te zijn. Hij verkrijgt dan in dit contract géén rechtstreekse rechten of plichten. De zelfstandige handelsvertegenwoordiger wordt met een makelaar gelijkgesteld Winstoogmerk
11. ELKE VERRICHTING VAN OPENBARE BANKEN • “Elke” duidt erop dat vanaf ze éénmaal gesteld zijn als daad van koophandel worden beschouwd. Vb: ook een studie uitgevoerd door NBB is daad van koophandel! • NBB = enige openbare bank in België. Ze staat o.a. in voor: uitgifte bankbiljetten en muntstukken, handhaving prijsstabiliteit, ondersteuning economisch beleid vd EU,… • Financiële instelling onder staatstoezicht 12. ALLE VERRICHTINGEN VAN ONDERNEMINGEN DIE TOT DOEL HEBBEN ONROERENDE GOEDEREN TE KOPEN OM ZE WEDER TE VERKOPEN • Kopen met bedoeling te verkopen! Is het met de bedoeling te verhuren, dan is het geen daad van koophandel, want dit wordt beschouwd als een burgerlijke activiteit • Herhaling: deze vereiste om een handelsrechtelijk karakter te bekomen ligt vervat in het woord “onderneming” • Winstbejag • Let op: niet verwisselen met huur en onderverhuring van roerende goederen! 13. ALLE VERBINTENISSEN UIT WISSELBRIEVEN, MANDATEN, ORDERBRIEFJES OF ANDER ORDER- OF TOONDERPAPIER 6
• • •
Dit is de categorie betreffende de daden van koophandel naar vorm De begunstigde is aan order of aan toonder Geen winstoogmerk nodig, diegene die zich verbindt moet geen handelaar zijn
14. ALLE VERBINTENISSEN VAN KOOPLIEDEN BETREFFENDE ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN, TENZIJ HET BEWEZEN IS DAT ZE EEN OORZAAK HEBBEN DIE VREEMD IS AAN DE KOOPHANDEL • Dit lid van artikel 2 omvat alle subjectieve daden van koophandel en dient om de leemten vd limititative opsomming op te vullen. • Winstbejag • Zijn gegrond op een vermoeden van commercialiteit. Het vermoeden is weerlegbaar. Om het te weerleggen moet je echter kunnen aantonen dat de verrichting slechts verband hielt met het privé-leven vd handelaar. Alle mogelijke rechtsmiddelen mogen dit bewijs leveren. Het vermoeden is eveneens algemeen, dit wil zeggen dat het geldt om het even of de oorzaak van de verbintenis ligt in een contract4, een oneigenlijk contract5, een misdrijf6 of een onrechtmatige daad7 15. TERMIJNZAKEN IN WAREN EN GOEDEREN • Deze daad van koophandel wordt niet opgesomd in artikel 2!!!!!! Ze is door de wetgever vergeten, want wordt nochtans vermeld in art. 30 vh KB 72 • Verhandelingen van waren en goederen kunnen contant of op termijn gebeuren. Contante verkopingen impliceren dat betaling en levering onmiddellijk of op zeer korte termijn gebeuren. Verkopingen op termijn daarentegen hebben plaats op de beurs&gebeuren onder twee vormen : • markt op levering: transacties waarbij de koper goederen wil die niet onmiddellijk kunnen worden geleverd. • eigenlijke termijnmarkt: hierbij komen koper en verkoper overeen de levering uit te stellen tot een later tijdstip, doch reeds de prijs bepalen bij de overeenkomst. Uitkering gebeurt door levering van koersverschillen Einde artikel 2 7) De niet-commerciële economische bedrijven Volgende soorten bedrijven vallen buiten het toepassingsgebied vh handelsrecht: •
Landbouw: *Omvat o.a. vogel-, hoender-, viskweek, bijen-, veeteelt en riviervisserij *Rechtspraak houdt rekening met commerciële principes die in de landbouw worden gebruikt: zoals vetmesterij
•
Ontginningsbedrijven: * Ontginnen = burgerlijke activiteit *Ontginnen + Verwerken = commerciële act.
4
contract = overeenkomst ; in het Belgisch recht ontstaat een contract op het moment van overeenkomst, tenzij dit expliciet zo voorzien is in de wet. Vb : bij de verkoop van een huis is er nood aan een notariële akte 5 verbintenis ten gevolge van een éénzijdige handeling 6 een strafbare handeling : van laag naar hoge straf : een overtreding(politierechtbank), een wanbedrijf(corr. rechtbank), een misdaad(Hof van Assisen) 7 bega je als je de wet niet respecteert en dit voorzienbaar is, als je onvoldoende voorzichtig bent ; art 1382 ; bewijslast : schade, oorzaak en causaal verband
7
•
Ambachtslieden: *= Zelfstandigen als natuurlijk persoon *Leveren hoofdzakelijk materieel werk en maken hierbij gebruik van het gereedschap vd klant *Niet verwisselen met ambachtslieden bedoeld in art 2
•
Vrije beroepen: *Deontologie is niet verenigbaar met commerciële technieken *Die onvereenigbaarheid is vastgesteld bij wet *Het betreft volgende beroepen: advocaten, geneesheren, gerechtsdeurwaarders, notarissen, veeartsen, apothekers door de bepalingen uit artikel 2 bis. En verder nog de architecten, de directeurs van onderwijsinrichtingen, de leden vh ondrwijzend personeel, de kunstenaars, de beroepssportlui
8) Het begrip handelaar, de wettelijke bepaling en de kritiek erop Artikel 1 pag 557 in codex: Kooplieden zijn zij die daden uitoefenen, bij wet daden van koophandel genoemd, en daarvan hoofdzakelijk of aanvullend hun gewoon beroep maken. Kritieken: • Tekort : daden van koophandel moeten in eigen naam en voor eigen rekening worden gesteld. • Teveel: gewoon beroep is van voor de wetswijziging waarbij “aanvullend beroep” er werd bij toegevoegd. 9) Voorwaarden om als handelaar aanzien te worden Er zijn slechts twee voorwaarden8 die moeten voldaan zijn: • Stellen van daden van koophandel in eigen naam en voor eigen rekening • Als hoofd- of bijberoep
10) Duur vd hoedanigheid als handelaar De neiging bestaat om die hoedanigheid zo vroeg mogelijk te laten aanvangen en dit ter bescherming van derden. Zo worden aan de handelsuitbating voorafgaande verrichtingen beschouwd als reeds behorende tot de handelsactiviteit op grond vd theorie vh accessorium. Hierdoor zit men dan echter met het probleem vd grijze zone die uit deze vage definitie ontstaat. Ter oplossing stelde men dan dat iedereen die ingeschreven is in de kruispuntbank wordt vermoed een handelaar te zijn. Dit vermoeden is weerlegbaar. De hoedanigheid kan eveneens door alle mogelijke rechtsmiddelen bewezen worden. Aan de handelshoedanigheid komt een einde wanneer de handelaar zijn activiteiten stopzet. 11) Wie mag er handel drijven? • •
Principe: Iedereen, voor zover bekwaam om overeenkomsten af te sluiten, behalve de door de wet bepaalde uitzonderingen Noot: Gehuwde vrouw;
8
voorwaarden als: de handel moet niet openlijk worden uitgebaat, de handel moet niet geoorloofd zijn doen er dus niet toe
8
De gehuwde vrouw behoeft geen toestemming meer van haar man indien zij als handelaarster wil optreden. Indien de echtgenote haar echtgenoot bijspringt in de door hem gevoerde handel dan moet zij beschouwd worden als zijn lasthebber, tenzij zij op zodanige wijze omgaat met derden dat dezen moete geloven dat zij zich persoonlijk samen met haar man verbindt. 12) Wie mag er géén handel drijven? – – –
–
– –
minderjarigen: uitz. Zie art. 407, § 1, 7° B.W. , art. 407, §1, 12° B.W. pag 276-277 in codex onbekwaam verklaarden: zijn niet bewaam overeenkomsten te sluiten, naar art. 489 pag 289 in codex onder gerechtelijk raadsman gestelden; het feit dat aan de persoon in kwestie een gerechtelijk raadsman is toegevoegd, dient extra te worden vermeld in het handelsregister omdat deze afhankelijkheid onverenigbaar is met de noden vd handel onverenigbaarheden met beroep: in het openbaar belang is het afgesproken dat volgende beroepen géén handel mogen drijven: het rijkspersoneel, de leden vd raad van state, de journalisten, de notarissen, de leden vd rechterlijke orde, de advocaten en de gerechtsdeurwaarders. Soms is het verbod echter beperkt, aldus bij architecten die geen aannemersactiviteit mogen hebben. Veroordeelden: Sommige veroordeelden bezitten het recht niet meer om bepaalde handelsactiviteiten uit te voeren. Dikwijls is dan een vooragaande toelating nodig. Dit is zo bepaald door de vestigingswet9 e.a. Noot: vreemdelingen: Wensen vreemdelingen een handelsactiviteit uit te oefenen dan is er ook altijd een voorafgaande toelating nodig. De vreemdeling die handel wil drijven moet houder zijn ve beroepskaart. De kaart is persoonlijk en onoverdraaglijk, en beschrijft nauwkeurig de uitgeoefende activiteit. Ze wordt afgeleverd voor een periode van maximum vijf jaar door de minister van Middenstand. De periode is wel hernieuwbaar. Om deze kaart te kunnen bekomen moet de vreemdeling echter wel in het bezit zijn ve vergunning om in België te blijven of er zich vestigen. Inbreuken op de bepalingen vd wet worden behandeld door de Raad van Economisch Onderzoek. Deze kan beslissen de beroepskaart definitief in te trekken. Beslissingen van deze raad kunnen wel nog ad Raad van State worden voorgelegd.
13) Verplichtingen verbonden aan de hoedanigheid van handelaar • • • • •
bekendmaken huwelijksvermogensstelsel bijhouden wettelijke boekhouding inschrijven kruispuntbank ondernemingen bezit financiële rekening respecteren taalwetgeving
13.1) Bekendmaken van het huwelijksvermogensstelsel •
9
Zie art. 12 tot 15 W.Kh. pag 558 – 559 in codex. Wat niet vermeld staat in deze artikels is dat de echtgenoot-handelaar , die naliet zich te gedragen volgens de wetsbepalingen, of met de notaris samenspande om de wet niet te moeten naleven, persoonlijk aansprakelijk is op basis vh artikel 1382-1383 B.W voor alle schadelijke
wet die toelating regelt om bepaalde beroepen te mogen uitoefenen
9
•
gevolgen. In geval van bedrieglijke verstandhouding tussen beide echtgenoten zijn deze beiden aansprakelijk. Reden bekendmaking: Huwelijksvermogensstelsel is belangrijk voor derden. Het stelsel bepaald op welke goederen dwanguitvoering van verbintenissen mogelijk is.
13.3) Inschrijving in de kruispuntbank der ondernemingen • • • •
• • •
• • •
• •
Vervangt inschrijving in HR Wordt geregeld door de wet van 16.01.2003 + uitvoeringsbesluiten Beheerd door Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Dit register en het daarbij horend uniek ondernemingsnummer10 heeft tot doel, dat door de realisatie vh principe vd unieke gegevensinzameling, de administratieve verplichtingen opgelegd ad ondernemingen te vereenvoudigen en de werking vd overheidsdiensten efficiënter te organiseren. Manieren waarop inschrijving kan gebeuren: 1) als gevolg van inschrijving in het handelsregister en 2) als gevolg van verzoek tot inschrijving via ondernemingsloket11. Inschrijving dient te hebben plaatsgevonden vóór het begin vd activiteit Inschrijving is een verplichting voor iedereen; heeft er géén inschrijving plaatsgevonden dan is elke vordering mbt handel van ambtswege onontvankelijk. Er kunnen burgerrechterlijke sancties volgen. Deze verplichting is eveneens van kracht bij het openen ve nieuwe vestigingseenheid Inschrijving vermoeden (weerlegbaar) van handelaar Wijziging handelsactiviteit, een aangifte moet geshieden binnen 1 maand Doel: inschrijving = realiteit; De onderneming kan zich enkel baseren op de ingeschreven activiteit. Elke vordering betreffende een activiteit waarvoor zij niet ingeschreven is, is van ambtswege onontvankelijk. De tegenpartij moet dit wel in de eerste plaats of in “Limine Litis” oproepen. Er kunnen burgerrechterlijke sancties volgen Stopzetting (ook door overlijden) : binnen 1 maand doorhaling vragen. Indien inschrijving niet wordt geannuleerd na stopzetting, blijft het vermoeden van handelaar bestaan. Er kunnen burgerrechterlijke sancties volgen. NOOT: Elke belanghebbende, zowel natuurlijke als rechtspersonen, kan verbetering vragen, bij de beheersdienst, van elke onjuiste vermelding in een inschrijving of wijziging. Als ook kan de doorhaling worden aangevraagd, vd in strijd met deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, van inschrijvingen en wijzigingen.
13.4) Bezitten van een bank- of postrekening • Elke handelaar moet houder zijn van een zichtrekening op zijn naam geopend hetzij bij de dienst der postcheques, hetzij bij een in België gevestigde kredietinstelling, hetzij bij bepaalde openbare instellingen of spaarbanken volgens art 1 vh KB nr 56 van 10 november 1967 • Verplichte vermelding van rekeningnr. + domiciliëring op alle commerciële documenten 10
De vorming van het uniek ondernemingsnummer steunt bij elke onderneming op eenzelfde systematiek. Het nummer dient te worden gebruikt in de betrekkingen tussen de onderneming en de administratieve en rechterlijke overheden, evenals in betrekkingen tussen deze laatste onderling. Het nummer moet eveneens vermeld worden op alle stukken uitgaande van handelsondernemingen. 11 Ondernemingsloketten zijn privé-organisaties, die verplicht de vorm hebben van vzw. Om als ondernemingsloket te worden erkend door de overheid moeten zij voldoen aan de voorwaarden opgenomen in de wet van 16/01/2003 Zij krijgen dan een aantal specifieke opdrachten, o.a. ondernemingen inschrijven in kruispuntbank (zie art. 43, eerste lid vd W. 16/01/2003). De Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie voert controle en toezicht op deze loketten. De handelaar kiest vrij het ondernemingsloket waarop hij een beroep wil doen.
10
• •
Zonder zichtrekenig is inschrijving in de kruispuntbank niet mogelijk De niet-vermelding van de domiciliëring of het nr op handelsdocumenten heeft tot gevolg dat zolang de schuldenaar niet in kennis wordt gesteld van deze gegevens, de moratoire12 intresten niet zullen beginnen lopen ondanks iedere ingebrekestelling, aanmaning of overeengekomen beding. Er kunnen ook correctionele geldboetes worden opgelegd.
13.5) Respecteren van de taalwetgeving • • • •
Verplichte taal = taal exploitatiezetel Op commerciële stukken zijn meerdere talen mogelijk Sancties: boetes + nietigheid documenten In het Nederlandse taalgebied wordt dit geregeld door een decreet vd Vlaamse raad
14) Handelszaak: samenstelling • •
Onlichamelijke elementen: Cliënteel, handelsnaam, uithangbord, industriële en intellectuele rechten, … Lichamelijke elementen: Meubilair, machines, voorraad goederen, onroerende goederen toebehorend ad eigenaar die onmisbaar zijn voor de exploitatie, ...
15) Overeenkomsten met de handelszaak als voorwerp • • • • •
Het geven in bezoldigd beheer Verkoop Inbreng Verhuur Inpandgeving
15.1) Het geven in bezoldigd beheer (gérance) • •
Vorm van mandaat: de gerant verbindt zich ertoe de handelszaak te beheren tegen een vergoeding die vast kan zijn of verbonden ad gerealiseerde omzet of winst. De gerant is hierbij géén handelaar, de eigenaar wel
15.2) De verkoop • •
• •
12
De verkoop ontstaat als er wilsovereenstemming is over zaak en prijs en wordt zodoende geclassificeerd onder de gewonen koop-verkoop zoals in art 1582 B.W. Bij overdracht: verkoper moet zich onthouden van elke concurrentie t.o.v. koper ook al is hierover niets bedongen. Deze verplichting is niet absoluut: ze heeft betrekking op het zich opnieuw vestigen vd overdrager in dezelfde branche gedurende een bepaalde tijd en binnen een bepaald gebied. Vb: als de verkoper een twee handelszaak in de buurt heeft liggen vd overgedragen handelszaak waardoor het met de handelszaak gecedeerde cliënteel gedeeltelijk overgenomen wordt dan doorbreekt hij deze waarborg Schuldoverdracht, enkel indien uitdrukkelijk overeengekomen tussen de partijen. En dit op voorwaarde dat de nieuwe schuldenaar door de schuldeiser(s) wordt aanvaard.
Moratoir=in gebreke stelling
11
• •
Vorderingenoverdracht, enkel indien uitdrukkelijk overeengekomen tussen de partijen. En dit op voorwaarde dat de nieuwe schuldeiser(s) moet worden bekend gemaakt aan de schuldenaar Lopende overeenkomsten worden steeds in de overdracht inbegrepen omdat zij bepalend zijn voor de productiviteit vd zaak.
15.3) De inbreng • •
Verschil verkoop en inbreng: bij een verkoop bestaat de vergoeding uit geld; bij de inbreng bestaat de vergoeding uit aandelen. Valt onder de bepalingen van het B.W. betreffende de koop-verkoop en dus: moet de inbrenger zich onthouden van daden van concurrentie t.o.v. de koper, is de regeling betreffende schulden en schuldvorderingen gelijklopend
15.4) De verhuring • •
Niet-concurrentieverplichting voor verhuurder Huurprijs kan vast zijn of verbonden aan omzet
16) Uibating van een handelszaak • •
Basis van uitbating = principe van vrijheid van handel en nijverheid (decreet d’Allarde) Partijen kunnen vrij deze vrijheid beperken, vb: Verkoopsconcessie-overeenkomsten
17) De verkoopsconcessie-overeenkomst •
•
• •
Elke overeenkomst waarbij de concessiegever aan 1 of meerdere concessiehouders het recht voorbehoudt om, in eigen naam en voor eigen rekening, producten te verkopen, die hij vervaardigt of verdeelt. De verdeler verplicht zich tot het afnemen vd betreffende goederen. De leverancier tot het leveren ad de verdeler In vele gevallen is er ook sprake van een exclusiviteitsregeling: de leverancier verbindt er zich dan toe om binnen het afgesproken gebied de betreffende producten uitsluitend ad medecontractant te verkopen, zodat hij de exclusieve verdeler wordt. En ook verbindt de verdeler er zich toe om de betreffende producten uitsluitend van die leverancier te betrekken en/of in het overeengekomen gebied verder te verkopen. De partijen zijn vrij om de modaliteiten en de termijn van betaling, levering, prijzen, publiciteit, ... te kiezen. De overeenkomst geldt voor hen wel als wet. De wetgever is slechts tussengekomen om het eenzijdig beëindigen van verkoopsconcessies aan bepaalde verplichtingen te onderwerpen. De geboden bescherming is enkel geldig voor verkoop van producten en niet voor diensten. Deze bescherming omvat: OVEREENKOMST VAN ONBEPAALDE DUUR: niet opzegbaar, tenzij er een redelijke 13opzeggingstermijn of billijke vergoeding wordt voorzien.
13
De partij die de opzegging doet kiest tussen opzeggingstermijn- of vergoeding. Bij onenigheid kunnen zij het geschil ad rechter voorleggen, die dan een uitspraak zal doen naar billijkheid en eventueel met inachtneming vd
12
Uitzondering op de regel: een grove tekortkoming vd concessiehouder OVEREENKOMST VAN BEPAALDE DUUR: Aangetekende opzeg tussen 6de & 3de maand vóór einde termijn. Zo niet wordt de overeenkomst voor onbepaalde tijd 14 verlengd. De hernieuwing voor bepaalde duur kan slechts 2x gebeuren, daarna wordt zij geacht te worden toegestaan voor onbepaalde duur 18) De wet op handelspraktijken (= de wet van 14 juli 1991) • •
spelregels voor handelaars t.o.v. andere handelaars & consumenten Inhoud: prijsaanduiding, benaming van oorsprong, reclame, bepaalde handelspraktijken (verkopen met verlies, uitverkopen, gezamenlijk aanbod van producten, …)
19) Bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken •
•
•
Vordering op basis van gemeen recht (art. 1382 e.v. BW pag 374 in codex). Deze manier is echter ontoereikend inzake oneerlijke concurrentie omdat zij slechts mogelijk is 15nadat de schade is toegebracht en omdat zij enkel de schade vergoed die het gevolg is van reeds gepleegde daden. Preventieve actie is dus uitgesloten. De bewijslast bestaat dan uit het aantonen ve fout + schade + oorzakelijk verband tussen fout en schade Vordering tot staking(=stopzetting) , zij wordt 16ingeleid op verzoek vd belanghebbende voor de voorzitter vd rechtbank van koophandel die dan handelt “zoals in kortgeding”17 en op basis van art. 95 W. 14.07.91. Deze manier heeft als voordeel dat de schade niet effectief hoeft te zijn, er moet wel bewezen worden dat ze dat zou kunnen zijn. Ze laat eveneens de slachtoffers toe snel en goedkoop tegen oneerlijke handelspraktijken te reageren. Zo kunnen zij de stopzetting van deze praktijken laten bevelen. Indien dit bevel niet nageleefd wordt zal er strafrechtelijk gesanctioneerd worden mbv boetes. Dit kan per tijdseenheid of per inbreuk. De instelling vd vordering tot staking belet het instellen van een vordering van gemeen recht niet
19) Bescherming van de huurder bij de handelshuurovereenkomst ( wet van 30 april 1951) •
• • •
Doel: de kleinhandelaar of de ambachtsman voldoende zekerheid geven en de verhuurder beletten dat hij kosteloos vd meerwaarde zou genieten die voor zijn eigendom is ontstaan door het cliënteel die de huurder door zijn arbeid heeft gecreëerd en die dikwijls , na het vertrek vd huurder, ah goed verbonden blijft. Toepasbaar op: roerende goederen of delen ervan die door de huurder of door de onderhuurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het uitoefenen van een 18kleinhandel of voor het bedrijf ve 19ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met het publiek. Bevoegde rechter voor huurgeschillen en dus ook handelshuur = vrederechter Aard vd wetgeving: rakend aan de openbare orde en dus zijn er geen met de wet strijdige bedingen mogelijk
gebruiken 14 Tenzij er in het contract zelf een bepaalde periode van verlenging werd voorzien in geval van stilzwijgen 15 nadat ze is toegebracht = effectief 16 de vordering moet wel ontvankelijk zijn, hiertoe dient aanwezig te zijn : 1) een duidelijk belang van de eiser 2) de daad waarop de vordering steunt moet nog voortduren, of herhaling moet te vrezen zijn 3) de daad waarop de vordering steunt moet vatbaar zijn voor stopzetting 17 zoals in kortgeding : voorzitter lost het zelf op en treft niet-voorlopige maatregelen = ten gronde 18 iets wordt aanzien als kleinhandel als : 1)er onmiddellijk en zonder tussenpersoon geleverd wordt aan een privaat cliënteel ; 2) het verbinden, door een rechtstreeks contact van dat cliënteel ad handelszaak 19 een ambachtsman hoort echter niet thuis in de commerciële sfeer, het gaat louter over het pand
13
• •
Mogelijkheid tot proefperiode van 1 jaar. Dit jaar is dan inclusief de 9 j mimimumduur Uitzonderingen op bovenstaande regeling; vallen dus niet onder de handelshuur: - Huur normaal voor < 1 jaar; vb: Batibouw gebouw - Huur onroerende goederen die geheel of deels ontslagen zijn van grondbelasting - Huur toegestaan door de voorlopige bewindvoerder; vb: voogd - Huur van goederen met een gering kadastraal inkomen - Huur goed verkregen door onteigening
20) Bescherming vd huurder bij handelshuurovereenkomst: -
Minimumduur overeenkomst = 9 jaar Recht om huurhernieuwing 3 x te vragen
21) Hoe de 9j minimumduur verbreken: 1)Op initiatief vd huurder en de verhuurder: Zij besluiten in onderling akkoord het contract te beëindigen, bij authentieke akte of bij verklaring voor de vrederechter 2)Op initiatief vd huurder: Op het einde van elke 3-jaarlijkse periode mits een vooropzeg van 6 maand dmv aangetekende brief of gerechtsdeurwaardersexploot 3)Op initiatief vd verhuurder: Dit is enkel mogelijk indien voorzien in het contract en op het einde van elke 3-jaarlijkse periode mits een vooropzeg van 1 jaar. Hierbij dient ook altijd een 20 motivering te worden gegeven. Er moet dan een opzeggingsvergoeding van 2jaar huur worden betaald , indien in het goed een 21soortgelijke handel zal gevoerd worden. Als er een niet-soortgelijke handel zal worden in gevoerd, dan is er maar 1 jaar huur opzeggingsvergoeding. 22.a) Recht op vraag huurhernieuwing vd huurder -
Er kan van dit recht worden afgezien in onderling akkoord bij authentieke akte of door verklaring bij de vrederechter Beperkt tot 3 maal, dus in totaal (4*9=) 36 jaar stabiliteit gewaarborgd Hernieuwing gebeurt nooit automatisch, hoe dan wel: ° Tijdstip aanvraag: moet tussen 18de en 15de maand vóór einde 9j ° Vorm: aangetekende brief of deurwaardersexploot ° Inhoud: 22vermelding huurvoorwaarden + vermelding dat verhuurder 3 maanden tijd heeft om te reageren ° Voorwaarde: De huurder moet er opnieuw dezelfde handel in uitvoeren
22.b) Reactiemogelijkheden van de verhuurder op de vraag tot hernieuwing •
Geen reactie binnen 3 maand. Dit heeft tot gevolg dat de hernieuwing plaatsvindt onder de voorwaarden gesteld door de huurder.
20
Het voorbeeld uit de wet is: om het zelf of door bloedverwanten in stijgende lijn te gaan exploiteren(of hiermee gelijkgestelde gevallen). 21 Een handel krijgt de naam “soortgelijk” als de nieuwe handelaar profijt kan halen uit de klanten vd vorige handelaar 22 Beide vermeldingen op sanctie vh verlies vh recht op hernieuwing
14
• •
•
Uitdrukkelijke aanvaarding (verhuurder stuurt aangetekende brief ter aanvaarding). Dit heeft eveneens de hernieuwing tot gevolg onder de door de huurder gestelde voorwaarden. Aanvaarding met andere voorwaarden: tegenvoorstel. a) de huurder gaat akkoord b) de huurder gaat niet akkoord, dan zal hij op straffe van verval van zijn recht de zaak binnen de 30 dagen voor de vrederechter moeten brengen die een uitspraak zal doen naar billijkheid. Is verhuurder niet akkoord met vrederechter dan moet hij beroep aantekenen Weigering: - Zonder geldige motivering, dan is hij verplicht aan de huurder een uitwinningsvergoeding te betalen gaande tot 3j huur vermeerderd met een afdoende schadevergoeding. - een geldig motief uitdrukkelijk in de wet voorzien: vb: eigen gebruik (zie pag 14 ) - Wegens een hoger bod ve derde, de huurder beschikt dan over een termijn van 30 dagen om een gelijk aanbod te doen in welk geval hij de voorkeur geniet. De verhuurder is hierdoor verplicht om het hoger bod bekend te maken. Indien de huurder een gelijke huurprijs maar andere voorwaarden wenst, dan kan hij beroep doen op de vrederechter die dan zal beslissen aan wie de huur moet gegeven worden. Wordt de huur in dit geval niet verlengd dan heeft de huurder recht op een door de nieuwe huurder te betalen vergoeding van 1 jaar huur als de nieuwe huurder een andere handel drijft en van 2 jaar huur indien de nieuwe huurder een soortgelijke handel voert. - Wegens het geven ve andere bestemming dan de handel ah goed, de huurder heeft dan recht op een vergoeding van 1j huur. - Wegens zijn wil tot volledige of gedeeltelijke wederopbouw, de huurder heeft dan recht op een vergoeding van 1 jaar huur. Tenzij de wederopbouw noodzakelijk is wegens ouderdom, overmacht of wettelijke voorschriften. - Wegens een grove 23tekortkoming vd huurder, bij betwistig kan de huurder zich binnen de 30 dagen tot de vrederechter wenden. Indien de tekortkoming vaststaat is er géén vergoeding! - Wegens de afwezigheid van wettig belang vd huurder. Hierbij is er ook géén vergoeding voorzien.
23) Partijen hebben recht op herziening van de huurprijs • •
Dit recht ontstaat als de huurwaarde door nieuwe objectieve omstandigheden 2415% hoger of lager ligt dan de prijs in de overeenkomst. Tijdstip: laatste 3 maand van elke 3-jaarlijkse periode voor de vrederechter.
24) De huurder heeft het recht het gehuurde goed voor zijn bedrijf geschikt te maken •
Voorafgaandelijke mededeling aan verhuurder nodzakelijk; verhuurder kan zich tegen de verbouwingen verzetten en heeft de mogelijkheid om de huurder binnen de 30 dagen te dagvaarden voor de vrederechter
23
voorbeelden van grove tekortkomingen zijn : nalaten van huur te betalen, de zaak laten teloorgaan, niet voldoen in de onderhoudsverplichtingen 24 dit verschil noemen we de ontvankelijkheidsvoorwaarde voor de vordering tot herziening Het verschil wordt vermoed van zodra het bewijs kan geleverd worden van wijzigingen in de omstandigheden vd uitbating zoals : muntdevaluatie of wijzigingen vd omgeving. Zodra dit vermoeden bestaat, stelt de vredrechter een expert aan die op tegenspraak zijn rapport zal maken. De vrederechter oordeelt daarna naar billijkheid.
15
• •
Prijs vd werken: mag de waarde van drie jaar huur niet overschreiden Werken raken veiligheid en esthetiek van gebouw niet
26) Het recht vd huurder om de huur over te dragen of onder te verhuren • •
Voorafgaandelijke mededeling aan verhuurder nodzakelijk; verhuurder kan zich tegen de overdracht of onderverhuring verzetten en heeft de mogelijkheid om de huurder binnen de 30 dagen te dagvaarden voor de vrederechter Overdracht of onderverhuring is mogelijk wanneer dit gepaard gaat met de afstand of verhuring vh handelsfonds die in het goed wordt uitgebaat en slaat op de rechten vd hoofdhuurder
27) Het bewijsrecht in het handelsrecht en in het burgerlijk recht -
In het handelsrecht: géén hiërarchie, staan naast elkaar In het burgerlijk recht: hiërarchie, meeste bewijskracht heeft de authentieke akte
Dit onderscheid is van belang want dikwijls is een handeling een daad van koophandel voor de ene partij en een burgerlijke daad voor de andere. Vb: groothandelaar koopt aardappelen van boer. In dit geval zal de bewijsregeling van “diegene tegen wie moet bewezen worden” van kracht zijn. 28) Principe van vrijheid van bewijsmiddelen in het handelsrecht Buiten de bewijsmiddelen vh burgerlijk recht kunnen de handelsverbintenissen , naar vrije beoordeling vd rechter, bewezen worden door getuigen. Daarenboven is het 25bewijs door vermoedens toelaatbaar aangezien het getuigenbewijs is toegelaten. Bijgevolg bestaat er geen enkele beperking inzake bewijs in het handelsrecht. Gevolgen van deze vrijheid: -
art 1328 B.W 26. is niet van toepassing in handelszaken. De rechter mag aannemen dat een onderhandse akte, zonder enige bijkomende vereiste, het bewijs levert van haar 27datum geen enkele wettelijke bepaling verbiedt het gebruik van bewijsmateriaal dat geleverd wordt door moderne techniek, deze bewijzen moeten echter wel passen in het kader van één vd klassieke bewijsmiddelen zoals vermoedens; de rechter heeft hierover de soevereine beoordelingsbevoegdheid. Indien hij het aanvaardt wordt dit “ een begin van bewijs” genoemd
29) Soorten bewijsmiddelen 25
art 1353 B.W. luidt : Vermoedens die niet bij wet zijn ingesteld, worden overgelaten ah oordeel en het beleid vd rechter, die geen andere dan gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens zal aannemen, en zulks alleen in het geval waarin de wet het bewijs door getuigen toelaat, behalve wanneer tegen een handeling uit hoofde van arglist of bedrog wordt opgekomen 26 art 1328 B.W. luidt : Onderhandse akten hebben ten aanzien van derden geen dagtekening dan : 1) van de dag waarop zij zijn geregistreerd 2) van de dag van overlijden van één van diegene die de akte ondertekend heeft 3) van de dag waarop de hoofdinhoud ervan is vastgesteld in akten door openbare ambtenaren opgemaakt, zoals processen verbaal van verzegeling of va boedelbeschrijving 27 een bewijs heeft vaste datum als die datum tegenstelbaar is aan derden
16
1. Het schriftelijk bewijs: Alle geschreven stukken kunnen als bewijsmiddel worden aangewend: authentieke akte, onderhandse akte, brief, enzovoort. Het bewijs door authentieke akte is niet onderworpen aan een specifieke regeling zoals in het burgerlijk recht. 2. Niet-geschreven akten: In het zakenleven worden vaak bewijsmiddelen aangevoerd waarin de wet niet voorziet: fax, telex, microfilms en dergelijke. Ze zijn evenwel niet gelijkgesteld met een 28bewijs. Doch kunnen ze door de rechter opgenomen worden als “begin van bewijs”. 3. Bewijs door getuigen: In het handelsrecht kan steeds het bewijs door getuigen worden gebracht. Zelfs boven en tegen de inhoud ve onderhands geschrift over handelsverbintenissen tussen kooplieden. Wanneer het geschrift een authentieke akte is, kan het evenwel worden bestreden door de procedure van inschrijving wegens valsheid in geschriften (vd notaris). Het initiatief voor een bewijs door getuigen kan genomen worden zowel door de partijen als door de rechter zelf. De vragen worden vooraf doorgespeeld, maar de antwoorden mogen niet worden afgelezen. 4. Vermoedens: Men spreekt over een vermoeden als men uit een gekend feit iets ongekends afleidt. Zowel de 29vermoedens bij wet ingesteld als de vermoedens die niet bij wet worden ingesteld, worden in achte genomen. De vermoedens niet bij wet ingesteld moeten echter gewichtig (=belangrijk), bepaald (= niet veralgemend) en overeenstemmend (= niet tegenstrijdig 5. Eed: - beslissende eed: de eed die door één der partijen ad andere wordt opgedragen om de beslissing vh geding ervan doen af te hangen - aanvullende eed: wanneer de rechter een punt niet genoeg bewezen acht, mag hij ad één der partijen de aanvullende eed opdragen 6. Bewijs door boekhouding: geldig als bewijs onder de volgende voorwaarden: a. De betwisting moet plaatsvinden tussen handelaars, tegenover particulieren is zij niet geldig b. De betwisting moet betrekking hebben op een handelsschuld. c. Hij mag de boekhouding niet splitsen met het oog op hetgeen strijdig is met zijn bewering te verzwijgen. d. De boekhouding moet regelmatig gevoerde zijn. Dit wil zeggen dat ze moet conform zijn ad wetgeving. e. De rechter bezit appreciatievermogen : hij mag wat in de boeken is opgenomen aanvaarden of verwerpen en hij mag zelfs onregelmatig gehouden boeken, die geen volle bewijskracht hebben, als vermoeden of als begin van bewijs beschouwen.
28
iets krijgt maar de naam van bewijs als het door de wetgever als vorm van bewijs is opgenomen Vb vermoeden bij wet : inschrijving in kruispuntbank handelaar ; het laatste lid van artikel 2 uit Wetboek van Koophandel zie codex pag 557 29
17
Wijzen van aanwending: -
overlegging: de boeken worden in hun geheel meedegedeeld openlegging: de boeken mogen slechts worden nagegaan op de plaatsen die betrekking hebben op het geschil
Dit kan vrijwillig gebeuren en door de rechter bevolen worden in specifieke gevallen: Overlegging bij: - erfopvolging - gemeenschap van goederen tussen echtgenoten - verdeling van vennootschap - faillissement Openlegging bij: - de wens of het verzoek - ambtshalve 7. Bewijs door 30factuur Artikel 25 lid 2 wetboek van Koophandel pag 560 codex bepaalt dat koop en verkoop kunnen bewezen worden door een aanvaarde 31 factuur, onverminderd de overige door de handelswet toegelaten bewijsmiddelen. Indien het een niet-aanvaarde factuur is, kan ze worden opgenomen als begin van bewijs. a) Voorwaarden voor factuur om als bewijsmiddel opgenomen te worden: •
Tegenover de koper:
-
door de rechter aanvaard zijn (de rechter zal ze ± aanvaarden als zij regelmatig is) als ze door de koper uitdrukkelijk (= schriftelijke reactie) of stilzwijgend (= gehele of gedeeltelijke betaling, wanneer over de koopwaar verder wordt beschikt, ≠ niet reageren!) werd aanvaard als het over een verkoop gaat de verkoop moet een daad van koophandel zijn in hoofde van diegene tegen wie moet bewezen worden
•
Tegenover de leverancier:
30
Een factuur is de geschreven bevestiging van een schuldvordering die de handelaar, krachtens de wet of volgens de gewoonte, aan een cliënt, die hem een geldsom verschuldigd is als prijs voor geleverde waren en ook voor verrichte prestaties (niet vermeld in Wb van Kh !), overhandigt . De factuur bezit dus bewijskracht tvv de handelaar zelf tegenover andere handelaars én tegenover particulieren. (( beter bewijsmiddel dan boekhouding dat enkel aan andere handelaars tegenstelbaar was ! )) 31 De verplichting tot facturatie is afkomstig uit het fiscaal recht. Tussen particulier en handelaar bestaat de verplichting tot facturatie niet voor alle beroepen. Vb : aankoop in supermarkt. Een particulier heeft echter het recht om altijd een factuur te vragen. Indien de handelaar tot de niet facturatieverpichtigden behoort mag hij hiervoor een bedrag extra aanrekenen. Tussen handelaars onderling is facturatie altijd verplicht, behalve tussen kleinhandelaars! Ook bestaan er wetten van algemeen belang die verplichten tot facturatie, nl bij de verkoop van meststoffen of veevoeders.
18
-
Aangezien de leverancier ze zelf heeft opgesteld, wordt ze geacht een bekentenis te zijn. Indien hij de factuur heeft ondertekend, zelfs zonder de vermelding voldaan(=betaald), dan houdt zij kwijting in, behoudens tegenbewijs Tegenover de klant-handelaar spreekt men eveneens over uitdrukkelijke aanvaarding of stilzwijgende (= gehele of gedeeltelijke betaling, wanneer over de koopwaar verder wordt beschikt, of wanneer hij niet prostesteert tegen de bevestiging vd bestelling en tegen de factuur die hij heeft ontvangen.)
b) Wie geniet de grootste bescherming bij niet reageren: -
Als handelaar is niet reageren = betalen Als particulier geniet je meer bescherming
c) Bewijs door factuur tegenover derden(= iemand die buiten de overeenkomst staat): De verkoop van machines, toestellen, gereedschappen en uitrustingsmaterieel gebeurt dikwijls op krediet. Indien de factuur 32binnen de vijftien dagen na levering wordt neergelegd bij de griffie vd rechtbank van koophandel in het arrondissement vd schuldenaar, dan verkrijgt de schuldeiser voorrecht op de niet-betaalde geleverde goederen. In geval van faillissement of onvermogen wordt de schuldeiser betaald bij voorrecht op de prijs vd te gelde gemaakte goederen. 30) De handelseffecten Er zijn drie soorten handelseffecten: - de wisselbrief - het orderbriefje - de cheque 31) De wisselbrief
32
Deze termijn heet de vervaltermijn. Er bestaat géén enkele mogelijkheid om deze termijn te verlengen. Er wordt geacht geleverd te zijn van zodra het goed kan gerbuikt worden, maw levering ≠ overhandiging !! Het voorrecht dat ontstaat is echter beperkt want : het slaat enkel op de goederen die in het neergelegde document staan ; enkel voor de waarde vd neergelegde factuur.
19
a) Definitie: De wisselbrief is een waardepapier dat vatbaar is voor overdracht door endossement, dat door de wet is ingesteld en geregeld, bevattende een onvoorwaardelijke opdracht ve persoon (= de trekker), aan een persoon (=de betrokkene) om op de vervaldag ae ander persoon (= de beneficiant, kan trekker zijn) een bepaalde som te betalen. waardepapier: de rechten verbonden ad wisselbrief zijn geïncorporeerd in de titel zelf, de uitoefening van die rechten is gebonden ah zuiver bezit van die titel. Vb waardepapier: bankbiljet; eens briefje kwijt, géén recht meer op! vatbaar voor endossement: door een vermelding op de wissel, op rugzijde of op voorkant, kan hij worden overgedragen aan een andere houder. b) Grondvoorwaarden: Naast de algemene gemeenrechterlijke voorwaarden ( bekwaamheid, voorwerp, toestemming, oorzaak) voor de geldigheid van een verbintenis zijn er ook nog volgende specifieke grondvoorwaarden: •
voorwerp = bepaalde geldsom de houder moet uit het doc kunnen opmaken welke de som is die hem zal betaald worden, dit om de verhandelbaarheid te verzekeren 20
• •
opdracht = onvoorwaardelijk, er is géén excuus mogelijk bekwaamheid = gemeen recht, je moet handelingsbekwaam zijn om een wisselverbintenis aan te gaan. Ben je niet bewaam dan is er sprake van 33relatieve nietigheid
c) Vormvoorwaarden: terug te vinden op pag 565 van codex onder art 1 vd wisselwet • • • • • • • •
benaming wisselbrief; moet opgenomen zijn in de taal waarin het doc is opgesteld onvoorwaardelijke opdracht; tot betaling van bepaalde 34som naam van betrokkene; het geeft niet als er een fictieve naam werd opgegeven vervaldag; voor de mogelijkheden zie art 33-37 pag 568 , 569 plaats van betaling; regel: vrij bepaald tussen partijen; niks bepaald: woonplaats betrokkene algemeen rechtsbeginsel: schulden zijn haalbaar! naam begunstigde; de wisselbrief mag niet aan toonder, noch in blanco getrokken worden. datum + plaats van uitgifte; belang datum: bekwaamheid, vervaldag; belang plaats: bevoegde rechtbank; onjuiste datum: géén gevolgen; onbestaande datum: gevolgen handtekening trekker; zonder handtekening is er géén akte!!!
Als sanctie op niet-naleving vd vormvoorwaarden staat absolute of volstrekte nietigheid, behalve als het wordt goedgemaakt door een suppletitieve bepaling van art. 2 d) Facultatieve vermeldingen: • • • •
aanduiding fonds35 domiciliëring betrokkene clausule “niet aan order” clausule “zonder kosten”
*Voordelen bij aanduiding vh fond: –
mogelijkheid tot herdisconteren; de bank wil pas 36disconteren als het fonds is vermeld omdat zijzelf het pas dan kan gaan herdisconteren bij een herdiscontoinstelling.
–
tegengaan van oneerlijke praktijken zoals de gedienstigheidswissel37 , de schoorsteenwissel38 , de cross-firing39
–
voorrecht van de houder: bij vermelding van het fonds heeft de houder een bevoorrechte schuldvordering tov de andere schuldeisers vd trekker
33
Relatieve nietigeheid, kan maar ingeroepen worden door de gedupeerde Absolute nietigheid, kan ingeroepen worden door elke belanghebbende 34 Is er discussie over de som, dan geldt altijd de wisselbrief waarbij het bedrag voluit en in cijfers is geschreven voor het kleinste bedrag in de valuta vd betrokkene. 35 Fonds = voorwerp vd onderliggende verbintenis = de oorzaak 36 disconteren : de bankverrichting waarbij de trekker, de nemer, of de geëndosseerde ve wisselbrief deze wissel rechtelijk overdraagt aan zijn bank tegen betaling vh nominaal bedrag verminderd met de discontokosten 37 Gedienstigheidswissel : wissel waarbij de betrokkene accepteert als de trekker hem de nodige fondsen zal bezorgen voor de vervaldag 38 Schoorsteenwissel : trekking vd ene wissel na de andere voor een steeds hoger bedrag om het discontoverschil vd vorige wissel te kunnen betalen 39 Cross-firing : systeem van schoorsteenwissels waarbij twee handelaars beurtelings trekker en betrokkene zijn
21
*Domiciliering vd betrokkene: De betrokkene kiest zijn woonplaats bij de bank voor de betaling vd wissel. Dit omwille van de praktische voordelen bij de uitbetaling vh waardepapier en de lagere discontovoet. *Clausule “niet aan order” of “aan X alleen” of “ niet vatbaar voor endossement”: Deze formuleringen verhinderen het endossement ve wissel. Hierdoor verliest een wissel zijn handelskarakter en wordt het een burgerlijk document. Het betekent niet dat de wissel niet meer overdraagbaar zou zijn. *Clausule “zonder kosten” of “zonder protest” De trekker, een endossant of een avalgever kan door deze clausule de houder voor de uitoefening van zijn recht van regres ontslaan vh opmaken ve protest van niet acceptatie of niet betaling. De clausule ontslaat de houder echter niet vd aanbieding vd wisselbrief binnen de voorgeschreven termijnen, noch vh doen vd kennisgeving aan diegene van wie hij de wissel houdt. Zie art 46 pag 571
e) De acceptatie: De acceptatie is een verbintenis aangegaan door de betrokkene40. Door de acceptatie (= plaatsing handtekening) wordt de betrokkene hoofdschuldenaar, wiens betaling alle andere ondertekenaars vd wisselverbintenis bevrijdt!! Zolang de wisselbrief niet was geaccepteerd, was de trekker hoofdschuldenaar. Eenmaal geaccepteerd staat de trekker gewoon borg voor de betaling vd wissel door de acceptant. De wisselbrief kan tot aan zijn vervaldag aan de betrokkene tot acceptatie aangeboden worden. De betrokkene is echter niet verplicht om de op hem getrokken wisselbrief te accepteren. De houder zal dan protest laten opmaken door een van de niet-acceptatie door een gerechtsdeurwaarder.De houder zal kennis geven vd niet acceptatie aan zijn endossant en aan de trekker binnen de vier werkdagen volgende op de dag vh protest. De houder zal eveneens zijn recht van regres41 uitoefenen op de endossanten, de trekker en andere schuldenaars. De rechtbank kan daarenboven géén vonnis vellen dat geldt als acceptatie. Bijgevolg zal dergelijke verbintenis opgelost worden mbv een schadevergoeding. Grondvoorwaarden acceptatie: – betrokkene = acceptant – betrokkene moet bekwaam zijn – acceptatie moet ongewijzigd42 + onvoorwaardelijk43 zijn Vormvoorwaarden acceptatie: 40
accepteert de betrokkene dan wordt hij de acceptant genoemd regresrecht : recht om betaling te vorderen van een andere partij dan de hoofdschuldenaar 42 ongewijzigd : de acceptatie vd wisselbrief mag géén enkele wijziging aanbrengen aan de inhoud vd verbintenis. Behoudens gedeeltelijke acceptatie geldt een wijziging als weigering tot acceptatie. Voor het niet geaccepteerde gedeelte vd wissel kan de houder protest laten opmaken. Dit gebeurt bij authentieke akte ! 43 onvoorwaardelijk : de acceptatie mag niet afhangen van een voorwaarde 41
22
– –
de acceptatie wordt op wisselbrief zelf gesteld: Acceptatie wordt uitgedrukt door het woord “geaccepteerd” + handtekening. De enkele handtekening vd betrokkene op de voozijde geldt ook als acceptatie. Dagtekening is vereist in geval van betaalbaar een zekere datum na zicht en wanneer een termijn voor de acceptatie bedongen is. Op te merken is dat de acceptatie zonder dagtekening niet waardeloos is: de acceptant blijft verbonden, de regresschuldenaars worden bevrijd.
f) Persoonlijke zekerheden: het aval of de wisselborgtocht • •
•
•
= verbintenis waarbij een persoon aanvaardt om de cambiale verbintenissen van een ondertekenaar van de wisselbrief te verzekeren. Het kan door een derde, of zelfs door iemand wiens handtekening op de wisselbrief voorkomt gegeven worden. grondvwdn: – geldig naar vorm – bekwaamheid avalgever – meedeling voor wie aval is gegeven vormvwdn: - aval moet schriftelijk worden gegeven op wissel of verlengstuk of bij afzonderlijke akte, die de plaats vermeld waar het is gegeven - wordt uitgedrukt door de formulering “goed voor aval” of gelijkstaand - nood ad handtekening vd avalgever op de voorzijde is genoeg, behalve bij avalgeving door de trekkker of de betrokkene Gevolgen vh aval: - commerciële verbintenis - niet-tegenstelbaarheid van exceptie is van toepassing - avalgever = wisselschuldenaar - door te betalen krijgt de avalgever de rechten uitgedrukt in de wisselbrief tegen de avalkrijger en tegenover diegene die tegenover de avalkrijger verbonden zijn. Om de rechten uit te oefenen moet hij natuurlijk wel houder zijn vd wisselbrief.
g) Het endossement: Het endossement is de wisselrechtelijke overdracht van de in de wisselbrief geïncorporeerde rechten. In de praktijk is het de overdracht vd wisselbrief ae nieuwe houder , door een vermelding aangebracht op de wissel. De overdrager wordt de endossant genoemd, diegene die de wissel verkrijgt, de geëndosseerde. Grondvoorwaarden: •
geen clausule “niet aan order”
•
onvoorwaardelijk karakter van wissel moet blijven
•
endossement moet volledig zijn de acceptatie daarentegen kan gedeeltelijk zijn
Vorm vh endossement: •
endossement op naam: dit gebeurt op de voorzijde vd wissel mits toevoeging vd vermelding “aan order van” naast de handtekening vd endossant. Meestal gebeurt het
23
endossement wel op de rugzijde. Hierbij volstaat dan de handtekening vd endossant naast de naam vd geëndosseerde. •
blanco endossement: dit geschiedt door de formule “betaal aan …” aan te brengen op de voorzijde vd wissel naast de handtekening vd endossant. Het is tevens mogelijk dat de endossant louter zijn handtekening plaatst op de rugzijde vd wissel zonder enige verdere vermelding. De materiële overdracht vd wisselbrief ad geëndosseerde maakt dan de overdracht uit. De persoon die een geëndosseerde wissel in handen krijgt kan deze op verschillende manieren verder endosseren. Ofwel overhandigt hij de blanco wissel zonder zelf te ondertekenen of zonder iets in te vullen in het blanco, hij wordt dan géén regresschuldenaar. Ofwel vult hij zijn eigen naam in waardoor verder endossement zijn handtekening vereist en zijn aansprakelijkheid veroorzaakt. Ofwel vult hij de naam in van zijn geëndosseerde in het blanco en ondertekent hij niet, hij wordt dan géén regresschuldenaar. Ofwel laat hij het blanco open, maar endosseert hij wel met toevoeging van zijn handtekening, dan wordt hij één der regresschuldenaars. Het nadeel aan dit soort van endossement is het risico dat bij verlies een onbevoegde betaling kan vragen. Het voordeel eraan is de gemakkelijke verhandeling en verder verhandeling zonder aansprakelijkheid.
•
endossement aan toonder: Dit soort van endossement wordt gelijkgesteld met het blanco endossement. Deze vorm is een middel om aan de verplichting tot vermelding vd naam aan wie moet worden betaald, te ontsnappen.
h) de betaling vd wisselbrief: •
• •
verplichtingen vd houder:
aanbieding ter betaling: schulden zijn haalbaar, daarenboven weet de schuldenaar niet aan wie hij moet betalen. Bij wisselbrieven met bepaalde vervaldag of op zekere termijn na zicht moet deze geschieden op de werkdag waarop de wisselbrief betaalbaar is. De sanctie op het verzuim van deze plicht is de verplichting tot schadeloosstelling, indien die werd geleden. Bij wisselbrieven betaalbaar op zicht moet aanbieding geschieden binnen één jaar na dagtekening. De sanctie op het verzuim van deze plicht is schadeloosstelling, indien schade werd geleden + verlies van regresrecht t.o.v. alle wisselschuldenaars, uitgezonderd de acceptant niet-betaling doen vaststellen: gebeurt mbv een protestakte44 verwittiging van endossant en trekker
32) Het orderbriefje of “la promesse” Het orderbriefje is een betalingsbelofte. In tegenstelling tot de wisselbrief wordt het niet getrokken maar wordt het gewoon onderschreven door diegene die belooft te betalen. Er is slechts één schuldenaar, de ondertekenaar! Definitie orderbriefje: • = geschrift • bij wet bepaald • waarbij ondertekenaar zich onvoorwaardelijk verbindt om op een bepaald tijdstip aan de beneficiant of aan zijn order een bepaalde som te betalen 44
protestakte : authentieke akte opgemaakt op verzoek vd houder waarin wordt vastgesteld dat een door de wisselwet toegelaten verzoek aan een betrokkene om een wisselrechtelijke handeling te verrichten is gedaan en dat daarop weigering is gevolgd. De gevolgen van dit protest op de rechten vd houder zijn : mogelijkhed uitoefening recht van regres, mogelijkheid tot bewarend beslag, mogelijkheid tot herwissel
24
Vormvoorwaarden: • naam orderbriefje opgenomen in de tekst en in de taal waarin de titel is gesteld • onvoorwaardelijke belofte om te betalen • vervaldag • plaats van betaling • naam begunstigde • datum + plaats van ondertekening • handtekening van ondertekenaar de titel die niet aan deze voorwaarden voldoet geldt niet als orderbriefje, behoudens de volgende uitzonderingen: • géén vervaldag betaalbaar op zicht • bij gebrek aan plaats waar het werd ondertekend: plaats ondertekening = plaats betaling = woonplaats ondertekenaar
Vergelijking orderbriefje - wisselbrief : orderbriefje • • • •
uitgever = SN = belofte tot betalen acceptatie is niet mog. regels m.b.t. fondsbezorging zijn niet toepasselijk
wisselbrief • • • •
uitgever = SE = bevel tot betalen acceptatie is mog. cfr. fondsbezorging
33) De cheque in codex vanaf pag 591 De cheque is een geschrift waarbij diegene die hem uitgeeft (trekker) aan de rechtmatige houder ervan (nemer) onvoorwaardelijk de betaling waarborgt van een bepaalde som, die op zicht vd cheque door de bankier (betrokkene) zal worden betaald. Een cheque mag worden uitgegeven aan toonder45 of op naam Vormvoorwaarden: • • • • • •
benaming cheque onvoorwaardelijke opdracht om te betalen naam van diegene die moet betalen plaats waar hij moet betalen vermelding van dagtekening en plaats waar hij is getrokken de handtekening van diegene die de cheque uitgeeft
45
een cheque is aan toonder als : 1) hij de clausule aan toonder bevat en géén beneficiant bevat 2) hij noch de clausule noch de naam vd beneficiant bevat 3) hij de clausule aan toonder bevat en de naam vd beneficiant niet
25
Verboden clausules: • acceptatie door bankier • rentebeding • termijn voor betaling indien er clausules van deze aard voorkomen worden zij als niet geschreven beschouwd Grondvoorwaarden: • • •
dekking: Indien niet voldaan aan deze voorwaarde volgen er sancties van strafrechtelijke en burgerrechtelijke aard bekwaamheid trekker betrokkene = bankier op straffe van nietigheid
De overdracht vd cheque: De manier van overdracht hangt af vd manier van uitgifte: - uitgifte “op naam en niet aan order” => cheque kan overgedragen worden als een schuldvordering van gemeen recht - uitgifte aan toonder => de overdracht gebeurt door loutere afgifte - uitgifte aan order => de cheque is overdraagbaar door endossement De gevolge van overdracht: De gevolgen zijn eveneens verschillend naar de manier van uitgifte: - overdracht ve cheque “op naam en niet aan order” => gevolgen zijn van gemeenrechtelijke aard - overdracht door endossement => alle rechten vd cheque gaan over op de endossant, dit is het geval bij zowel de cheque “aan order” als “aan toonder”. De endossant staat borg voor de betaling. Het aval: De betaling vd cheque kan zowel geheel als gedeeltelijk door een borgtocht worden verzekerd. De regeling loopt gelijk mer die van een wissel behalve dan dat de betrokkene niet borg mag staan De aanbieding: • plaats: waar vermeld op cheque • termijn: in principe op zicht; specifieke termijnen vastgelegd naargelang de plaats van uitgifte en zijn betaalbaarstelling De betaling: • wanneer: in principe betaalbaar op zicht, maar ad rechtmatige houder men is rechtmatige houder als: - op naam en niet aan order: alléén die persoon wiens naam op cheque staat - aan toonder: géén controle nr identiteit, enkel naar de vorm is toegestaan 26
-
aan order: de bankier moet de regelmatigheid vd endossementen nagaan, maar hij is echter niet verantwoordelijk voor valse handtekeningen als mandataris: de bankier mag de hoedanigheid van mandataris nagaan, en de handtekening van de trekker controleren
De gestolen en vervalste cheque: Er is géén wettekst die expliciet toelaat de bankrekening te blokkeren. De cliënt zal het in de praktijk echter wel aanvragen. De rekeninghouder draagt het risico voor de betaling ve gestolen cheque, tenzij hij bewijst dat er grove schuld of bedrog vd bankier in het spel is ofwel dat de cheque verloren, gestolen of vervalst werd nadat de wettig geadresseerde hem heeft ontvangen.
Voorzorgsmaatregelen: • •
gekruiste cheque: cheque die enkel uitbetaalbaar is aan cliënten ve bep. bank of aan een andere bank. De cheque is wel verder endosseerbaar. verrekeningscheque: cheque waarop formule “ in rekening te brengen” staat of gelijkwaardig, de uitbetaling gebeurt dan niet in geld maar door een boeking op de rekening van de nemer.
Gevolgen vd betaling vd cheque: • • •
de verbintenissen uit de titel zelf zowel als de onderliggende verbintenissen doven uit de betrokkene=bankier verwerft een gemeenrechtelijke schuldvordering tov de trekker uitzonderlijk zal de bankier zijn verhaalrecht uitoefenen, dit als hij over een vordering beschikt met verrijking zonder oorzaak. Dit is dus een middel om een grove fout begaan door een bankier teniet te doen.
Gevolgen vd niet betaling: • • •
de uitoefening vh cambiaal recht vd nemer op de ondertekenaars vd cheque de uitoefening vh verhaalrecht door de nemer de uitoefening vh “quasi-delictueel recht” tegen de bankier. Dit behoort pas tot één van de mogelijkheden als de bankier de beneficiant ten onrechte zou laten vermoeden dat de trekker kredietwaardig is.
Vergelijking cheque - wisselbrief: cheque wisselbrief • betaalmiddel • kredietmiddel • betrokkene=bankier • betrokkene is X • betaalbaar op zicht • betaalbaar op termijn • géén mog. tot acceptatie • mog. tot acceptatie • dekking moet op • dekking moet pas bestaan voorhand bestaan op de vervaldag 27
34) Extra’s • reischeque = betaalmiddel met beveiliging tegen diefstal, valt niet onder de gewone chequewetgeving!!! Binnenland krijgen = tekenen, buitenland verzilveren = tekenen. • kredietkaart = betaalmiddel via tussenkomst van kredietinstelling. Is niet hetzelfde als een bankkaart!! De klant bij de kredietinstelling tekent een debetformule. De kredietinstelling is hierdoor verbonden de verkoper te betalen. Deze vordert het bedrag achteraf natuurlijk terug aan haar klant!
35) De tussenpersonen in het handelsverkeer Naar handelsrecht - de commissionair - de makelaar - de handelsagent
Naar sociaal recht - de handelsvertegenwoordiger
=> werken autonoom, maar voor een ander
=> werken in dienstverhuringsverband
36) De commissionair a)Definitie: Commissiecontract = bezoldigd mandaat, waarbij commissionair zich verbindt in eigen naam ( of “onder firma” als het een vennootschap is ) handelsverrichtingen te stellen voor rekening van de committent. b)Schematische voorstelling relaties: Committent-----commissionair-----derde Hierbij hebben de onderlijnde een commissiecontract afgesloten en hebben diegene in het rood een handelscontract onder hen. De derde kan zowel een koper als een verkoper zijn! c)Verbintenissen vd commissionair tov de committent: 28
–
beloofde handelsverrichting uitvoeren: hiertoe kan er ofwel een gedetaillleerde opdracht opgegeven worden ofwel een weinig gepreciseerde opdracht waarbij de commissionair verplicht is op te treden als een goede huisvader.
–
rekenschap geven: de commissionair werkt voor rekening ve opdrachtgever en du is elke gunstige voorwaarde die hij bedingt in het voordeel vd committent en niet voor zichzelf!
–
naam committent verzwijgen en de verrichting niet onthullen
–
evt. Delcrederebeding: dit is een louter conventionele regeling waarbij de committent bedingt dat de commissionair zelf instaat voor de goede afloop vd verrichting
– – –
inlichtingen geven aan committent solvabiliteit tegenpartij verifiëren prijs betalen
d) Verbintenissen committent - commissionair: • • •
Betaling overeengekomen commissieloon Terugbetaling van gedane uitgaven en voorschotten Schadeloosstelling
e) Zekerheden46 tvv de commissionair: – –
voorrecht op waarde koopwaar in geval van faillissement vd opdrachtgever retentierecht op goederen mag worden uitgevoerd als de goederen die werden aangekocht nog in zijn bezit zijn. Het wordt een waar volgrecht in geval van faillissement vd opdrachtgever
f) Zekerheden tvv de committent: -
-
revindicatierecht: dit is het recht de goederen terug te eisen ingeval de commissionair insolvent wordt. Hierbij treedt de committent vanzelfsprekend op als verkoper! De committent moet wel bewijzen dat: de goederen in natura aanwezig zijn, de goederen als van hem kunnen worden geïdentificeerd, het die goederen zijn die hij ad commissionair heeft toevertrouwd. Uitbreiding op revendicatierecht: zolang de prijs vd koopwaar nog niet versmolten is met het vermogen vd commissionair kan het door de committent worden gevorderd.
37) De makelaar a) Definitie:
46
zekerheid : juridische mogelijkheid om bij niet betaling toch betaling te bekomen
29
De makelaar is een tussenpersoon bij het sluiten van overeenkomsten met als voorwerp daden van koophandel. Hij is echter nooit zelf partij bij de overeenkomst. Elke handeling ve makelaar wordt uitgaande van art 2 wb van Kh beschouwd als een daad van koophandel. b) Schematische voorstelling relatie: opdrachtgever-----makelaar-------derde De onderlijnden staan in relatie tot mekaar omdat de opdrachtgever een opdracht geeft ad makelaar. De in het rood aangeduiden staan in relatie tot mekaar dmv een contract. De derde kan zowel koper/verkoper als huurder/verhuurder zijn. c) Aard vh contract: De makelaar is in principe een lasthebber: zijn opdracht bestaat erin partijen met elkaar in contact te brengen. De contractuele relatie wordt beheerst door gemeenterechtelijke aspecten aangevuld met regels betreffende handelsgebruiken. De makelaar heeft géén aansprakelijkheid in het eigenlijke contract. Hij is enkel onderworpen aan een middelenverbintenis47 en wordt bijgevolg ook betaalt als hij zijn doel niet bereikt. De makelaar moet echter wel eerlijk zijn tegenover alle partijen. Voor bedrog met één der partijen wordt hij burgerrechtelijk en strafrechtelijk aansprakelijk gesteld. d) Verhouding makelaar - opdrachtgever: • • •
zorgvuldig gegeven opdracht uitvoeren verslag uitbrengen + rekening afleggen noot: aansprakelijkheid: makelaar heeft middelenverbintenis en staat dus niet in voor de afloop
e) Verhouding opdrachtgever – makelaar: • •
bezorgen van juiste informatie betalen van makelaarsloon
38) De handelsagent a) Definitie: De handelsagentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de handelsagent door de principaal, zonder onder het gezag te staan vd principaal, permanent en tegen vergoeding, belast wordt met het bemiddelen en evt. afsluiten van zaken in naam en voor rekening van principaal. b) Aard vh contract: In principe komt de handelsagentuurovereenkomst tot stand bij wilsovereenstemming tussen beide partijen. Een geschrift is dus in beginsel niet vereist. Een aantal extra bedingen zoals het
47
middelenverbintenis : verbintenis waarbij persoon X belooft alles te doen om een gewenst resultaat te behalen
30
delcrederbeding, concurrentiebeding, of de overeenkomst voor een bepaalde duur48 dienen echter wel schriftelijk te worden vastgelegd. c) Verhouding principaal – agent: -
verplichtingen agent: inlichtingen verschaffen, richtlijnen principaal opvolgen
-
verplichtingen principaal: documentatie en inlichtingen verschaffen die nodig zijn voor de uitvoering vd opdracht, binnen een redelijke termijn de agent ervan op de hoogte stellen van zijn aanvaarding/weigering/niet-uitvoering van wat de agent bedongen heeft, betalen ve vergoeding
d) Uitwinningsvergoeding, concurrentiebeding, delcrederebeding: -
Uitwinningsvergoeding: de principaal moet ad agent bij beëindiging vd overeenkomst een vergoeding betalen als door de agent het cliënteel wordt uitgebreid of de zaken met reeds bestaand cliënteel werden uitgebreid. Concurrentiebeding: legt ad agent op dat hij binnen een bepaalde termijn niet voor die opdrachtgever mag gaan werken. Het beding moet maw beperkt zijn in tijd&ruimte. Delcrederbeding: stelt de handelsagent aansprakelijk voor het eventuele onvermogen vd klant
39) Het faillissement a) bepaling naar artikel 2 vd faillissementswet pag. 691: -
De koopman die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen & wiens krediet geschokt is,bevindt zich in staat van faillissement - Degene die géén handel meer drijft en is opgehouden met betalen toen hij nog koopman was, kan failliet worden verklaard - De natuurlijke persoon die overleden is nadat hij op duurzame wijze had opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt was, kan failliet worden verklaard tot zes maanden na de vereffening - De ontbonden rechtspersoon kan failliet worden verklaard tot zes maanden na het sluiten vd vereffening faillissement wordt uitgesproken door rechtbank UITZ Gvw=de laatste twee leden van artikel twee zijn er ter bescherming vd schuldeisers!! 48
een handelsagentuurovereenkomst kan voor bepaalde als voor onbepaalde duur worden afgesloten. Enkel als het voor bepaalde duur is dient de overeenkomst schriftelijk te worden gesteld. Als de overeeenkomst na verloop vd periode veder wordt gesteld, zal ze als voor onbepaalde termijn worden aanzien. Er bestaat eveneens de mogelijkheid om de overeeenkomst vervroegd op te zeggen zowel voor een bepaalde als een onbepaalde duur. Hierop heeft elke partij recht mits het respecteren vd opzegtermijn. Deze is minimum één maand als de opzegging gebeurt tijdens het eerste jaar vd overeenkomst. Nadien wordt ze verlengd met een maand voor elk begonnen jaar. De partijen kunnen onderling enkel een langere opzeggingstermijn bedingen. Wordt de opzeggingstermijn niet gerespecteerd dan moet er een opzeggingsvergoeding worden betaald.
31
b) Principes waaraan het faillissement onderworpen is: •
Gelijkheid tussen schuldeisers: alle niet-bevoorrechte SE’s zijn gelijk, zij vormen één boedel, bijgevolg zullen ze pondspondsgewijze worden vereffend naar rata vd beschikbare activa én op verzoek vd curator worden abnormale verrichtingen tijdens de verdachte periode49 teruggegeven
•
Eenheid en algemeenheid van faillissement: - Eenheid slaat op het feit dat er slechts één faillissement kan uitgesproken worden op een handelaar op een bepaald moment. Een faillietgesproken handelaar kan maw niet opnieuw failliet worden verklaard, tenzij voor een andere handelsactiviteit. - Algemeenheid slaat op het feit dat alle goederen vd gefailleerde (behoudens enkele uitzonderingen) tot de boedel behoren, zelfs deze die hij pas verkrijgt terwijl hij zich in staat van faillissement bevindt.
c) Grondvoorwaarden vh faillissement:
Gefailleerde = 50handelaar; deze dient voldaan te zijn op het ogenblik waarop de persoon heeft opgehouden met betalen Op duurzame wijze hebben opgehouden te betalen; dit wil echter niet zeggen dat een handelaar pas failliet kan worden verklaard als hij al zijn schulden niet meer kan betalen. Een enkele schuld kan aanleiding geven tot faillissement als daaruit het verlies vd kredietwaardigheid vd koopman blijkt. Een enkele vertraging is hierbij dan ook wéér niet voldoende daar hij op duurzame wijze moet opgehouden hebben te betalen. Geschokt krediet; dit impliceert dat de handelaar van zijn bank géén krediet meer kan bekomen om zijn opeisbare schulden te betalen
De laatste twee Gvwden zijn beide vwden op het ogenblik vd faillietverklaring. Het bewijs ervan mag door alle mogelijke rechtsmiddelen bewezen worden. Op de eerste Gvwde bestaan uitzonderingen die vermeld staan in art 2 vd Faillissementswet. d) Vormvoorwaarden vh faillissement: 49
Verdachte periode: tijd tussen moment van ophouden te betalen tot vonnis van faillietverklaring (= max. 6 mnd. vóór faillietverklaring) 50
Een natuurlijke persoon is handelaar als deze persoon één of meerdere bij wet vastgelegde daden van koophandel uitoefent en hij daarvan hoofdzakelijk of aanvullend zijn beroep maakt. Een rechtspersoon wordt handelaar omwille van zijn statutair doel, binnen hetwelk hij handelingsbekwaam is. Het faillissement ve vennootschap kan eveneens worden uitgebreid tot de achterman die onder het mom ve vennootschap voor eigen rekening een handelsactiviteit voert, waardoor hij de hoedanigheid van koopman verwerft. De vordering hiertoe wordt ingesteld door een curator
32
Vonnis van de Rechtbank van Koophandel
Welke Rechbank van Koophandel: Voor de bepaling vd territoriaal bevoegde rechtbank moet men zich plaatsen op het tijdstip vd aangifte vh faillissement of vh instellen vd vordering. De bevoegdheid wordt dan als volgt bepaald voor: -
de handelaar natuurlijke persoon: waar hij zijn hoofdinrichting heeft de handelaar rechtspersoon: waar de statuten de werkelijke maatsch. zetel aanduiden
Als ze nu eens slim zijn en hun zetel dan verhuizen: In geval van zetelerplaatsing ve rechtspersoon of verplaatsing vd hoofdvestiging vd koopman binnen het jaar voorafgaand ad faillissementsvordering kan het faillissement ook gevorderd worden in het rechtsgebied waar de zetel gelegen was. De rechtbank waartoe men zich dan het eerst wend heeft voorrang.
e) Maatregels ter voorkoming vh faillissement: •
•
Kamer voor Handelsonderzoek volgt handelaars met financiële problemen en onderzoekt of deze voldoen ad voorwaarden vh gerechtelijk akkoord. Oordeelt zij dat een schuldenaar hieraan voldoet dan wordt deze opgeroepen en gehoord. Door hun toedoen kan ook worden voorzien in de facultatieve medewerking ve commissaris. Geheel of gedeeltelijke tijdelijke ontneming van beheer aan de koopman van diens goederen, ingeval handelaar onvermogen zou kunnen organiseren. Zowel de voorzitter vd rechtbank van koophandel als elke belanghebbende die een verzoekschrift aanhangig maakt, kunnen het initiatief tot deze maatregel nemen. De voorzitter wijst dan een voorlopige bewindvoerder aan en bepaalt eveneens zijn bevoegdheden.
f) De initiatiefgerechtigden tot het instellen vd faillissementsvordering: •
Handelaar; moet verplicht binnen een maand nadat hij heeft opgehouden te betalen bij de griffie vd territoriale rechtbank van koophandel aangifte doen. Deze aangifte en de gegevens tot staving vd staat van faillissement moet de koopman eveneens aan zijn tewerkgestelden melden. Het komt dan ad rechtbank toe, uit de door de handelaar aangegeven situatie, de rechtsgevolgen af te leiden. Verzuim van deze verplichting wordt bestraft met een geldboete, celstraf. Laattijdige of niet aangifte kan eveneens lijden tot schadevergoeding op basis van art 1382 BW.
•
Eén of meerdere SE’s dagvaarden de koopman; opdat deze eis ontvankelijk zou zijn moet de schuldenaar wel in het bezit zijn ve niet ernstig betwiste schuldvordering. 33
•
Op dagvaarding vh Openbaar Ministerie; en dit op eigen initiatief, zonder dat er dus andere partijen zijn die het faillissement vorderen
•
Op dagvaardiging vd voorlopige bewindvoerder; indien hij tot de vaststelling komt dat de grondvoorwaarden voorhanden zijn
g) Opschorting door de rechtbank van haar beslissing: De rechtbank heeft de mogelijkheid om, in geval van aangifte als in geval van vordering tot faillietverklaring, haar beslissing met een periode van 15 dagen op te schorten tijdens dewelke de koopman of het OM een gerechtelijk akkoord kan aanvragen. h) Het vonnis van faillietverklaring: •
• •
Inhoud: opening faill., aanstelling curator(s), benoeming rechter-comm., bep. termijn aangifte schuldvordering ter griffie, aanwijzing moment van sluiting onderzoek naar de echtheid vd schuldvorderingen, beveling bekendmaking vonnis, evt. bepaling waarop handelaar heeft opgehouden te bet. Publiciteitsvereisten: Bekendmaking in BS door griffie + bekendmaking in 2 dagbladen regionaal en nationaal door curator + betekening aan gefaill. door curator Nut: het schept een aan iedereen tegenstelbare nieuwe rechtstoestand
40) De bij het faillissement betrokken personen: • • • • •
Gefailleerde Curator Rechter-Commissaris Rechtbank van koophandel OM
a) De gefailleerde: • • • • • •
Gehoord mbt vereffening faill.; bv om zijn schuldvorderingen te verifiëren Mogelijk opgeroepen door curator om te helpen bij beheer + informatie Bij sommige verrichtingen is aanwezigheid gefaill. nodig; bv bij opmaken beschrijving van zijn goederen, bij de opening van zijn briefwisseling Kan bezwaren inbrengen tegen schuldv. Moet worden opgeroepen alvorens de curator gemachtigd wordt bep verrichtingen te stellen Kan aanstelling vragen van curator ad hoc als de verkoping van activa kennelijk indruist tegen de belangen van de gefailleerde
b) De curator: • •
•
Wie? Advocaat Taak? Uitvoeren vd hem bij Faill. Wet toegekende opdracht in het belang van de gefailleerde en van diens schuldeisers. Deze zijn: Beheren van vermogen gefaill., wedersamenst. vermogen gefaill., vereffening/tegeldemaking51 van vermogen gefaill., verdeling van actief Vergoeding? Ereloon afhankelijk volgens grootte & complexiteit faill.
51
Men gaat over tot vereffening als de sluiting vh proces-verbaal van verificatie vd schuldvorderingen een feit is of vanaf elke latere datum
34
c) De rechter – commissaris: • •
Wie? Rechter van Rb. Kh., uitgez. Voorz.; kan ten alle tijde worden vervangen Taak = toezicht houden op beheer en vereffening van faillissement + bespoedigen; machtiging geven aan curator voor bep verrichtingen; aanwezig zijn bij bep. verr.; rapporteringsplicht; voorzitten van vergadering van SE’s; bevelen van dringende mtrgln. tot beveiligen en bewaren van goederen van boedel
d) De rechtbank van koophandel: • •
Controle Eindbeslisser
e) Het openbaar ministerie • •
Initiatiefrecht tot inleiden procedure Procureur des Konings mag aanwezig zijn bij alle verrichtingen faill. + inzage nemen in boeken van gefaill. + zich laten informeren door curator(s)
41) Gevolgen vh faillissement zijn er (op): • • • • • • • •
Bewegingsvrijheid Materiële omstandigh. Professionele rechten Rehabilitatie Buitenbezitstelling Opschorting uitoef. rechtsv. tegen gefaill. Stuiting intresten Verlies tijdsbepaling
a) Bewegingsvrijheid: • • •
Verplicht gevolg geven aan alle oproepingen van rechter-commissaris of curator Meedelen adreswijziging aan curator Briefwisseling tav gefaill. wordt afgegeven aan curator en door curator geopend
b) Materiële omstandigheden: •
Als gevolg vd buitenbezitstelling verliest de gefailleerde het beheer over zijn vermogen en beschikt hij derhalve niet meer over bestaansmiddelen. Daarom voorziet de curator dat, met toestemming vd rechter-commissaris, aan de gefailleerde en aan zijn gezin een levensonderhoud, de huisraad en de voorwerpen nodig voor eigen gebruik kan worden afgegeven
c) Professionele rechten vd gefailleerde: • •
Bepaalde beroepen zijn uitgesloten: vb: termijnmakelaar, revisor Rechter kan tijdelijk (min. 3 - max. 10 jaar) recht ontnemen om handelaar te zijn als de handelaar natuurlijk persoon zich schuldig heeft gemaakt aan kennelijke grove 35
fouten die hebben bijgedragen tot het faillissement. Deze beslissing is vatbaar voor hoger beroep. Het verbod kan een vroegtijdig einde nemen als het vonnis wordt ingetrokken, als de gefailleerde homologatie verkrijgt ve gerechtelijk akkoord en als de gefailleerde wordt gerehabiliteerd d) Rehabilitatie52: • • • •
Enkel mogelijk indien alle schulden zijn voldaan Ook na overlijden gefailleerde Via verzoek voor Hof van Beroep vh rechtgebied van waar de gefailleerde woont, dit verzoek wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het BS om iedere schuldeiser wiens schuldvorderig niet volledig is voldaan, beroep te laten aantekenen. Na weigering rehabilitatie is nieuwe aanvraag mogelijk na één jaar
e) De buitenbezitstelling art 16 Faill. Wet pag 694: • • • •
Gefaill. verliest vanaf vonnis faill.verklaring beheer over al zijn goederen; de curator heeft nu het beheer erover!! Gefaill. blijft eigenaar van zijn vermogen en wordt niet handelingsonbekwaam Vangt aan op 0u van de dag waarop het faillissement is uitgesproken en zij eindigt bij de sluiting vh faillissement Nut: bescherming vh buitenbezitgestelde vermogen
f) Opschorting uitoefening rechtsvorderingen tegenover de gefailleerde Zie art. 24 Faill. Wet pag 695 g) Stuiting intresten Zie art 23 Faill. Wet pag 695; intresten blijven wel lopen tov de gefailleerde h) Het verlies van tijdsbepaling Zie art 22 Faill wet pag 695 42) De boedel: de samenstelling vh actief en het passief:
52
rehabilitatie = herstel vd vervallen rechten door het faillissement
36
Activa - Goederen die gefaill. toebehoren op dag vonnis faill.verklaring + evt. toekomstige goederen die gefaill. toekomen tijdens het verloop vd faillissentsvereffening - Het zijn deze goederen die buitenbezit worden gesteld en waarvan het beheer en de tegeldemaking ad curator wordt opgedragen. - De bestanddelen bij wet uitgesloten uit het actief staan in art 16 Faill. Wet pag 694
Passiva - Schulden in de boedel + schulden van de boedel - Schulden in de boedel zijn de schulden die bestonden op de dag vh vonnis vh faillissement - Schulden vd boedel zijn de schulden en lasten aangegaan voor het beheer vh faillissement. Enkele vb’en zijn: gerechtskosten, kosten voor onderhoud vh gezin, schulden die door curator werden aangegaan. - De vaststelling vh passief gebeurt via een aangifte- en verificatieprocedure. Aangifte gebeurt op griffie Rb. Kh.; indien geen aangifte, dan ook geen betaling. Verificatie door curator (+ evt. gefaill.). Na verificatieverslag van curator wordt overgemaakt aan rechter-commissaris
43) De sluiting vh faillissement53: 53
de sluiting vh faillissement EXTRA: wanneer de teruggevonden activa onvoldoende zijn om een welkdanig dividend uit te keren ad gewone/bevoorrechte schuldeisers, dan kan de rechtbank de sluiting vd verrichtingen vh faillissement uitspreken op verzoek vd curator en zelfs van ambtswege na de curator te hebben gehoord.
37
• • •
Wat? Op vergadering met SE’s, gefaill., curator, worden de rekeningen van curator besproken en afgesloten. Wanneer? Rechtbank beveelt op verslag van rechter-comm. sluiting van faill. Nut? - Stelt einde aan gevolgen verbonden aan opening faillissementsvordering: de betrokken handelaar herwint het beheer en beschikking over zijn goederen en de schuldeisers herwinnen hun uitvoeringsrechten, tenzij de handelaar verschoonbaar werd verklaard - Stelt einde aan opdracht curator - De sluiting is definitief
44) Verschoonbaarheid54 vd gefailleerde: • • • •
Advies van SE’s op sluitingsvergadering mbt verschoonbaarheid Rechtbank beslist over verschoonbaarheid Niet mogelijk indien gefaill. werden veroordeeld wegens diefstal, valsheid, … Natuurlijk persoon moet ongelukkig en te goeder trouw zijn
45) Het gerechtelijk akkoord in codex vanaf pag 679: a) Grondvoorwaarden: • • • •
Schuldenaar = Handelaar Tijdelijke financiële problemen Financiële situatie kan worden hersteld + herstelling is mogelijk Geen kennelijke kwade trouw in hoofde van handelaar
b) Initiatiefgerechtigden: • •
Handelaar; mbv een verzoekschrift tot de rechtbank van koophandel in gebied… Procureur des Konings heeft initiatiefrecht; mbv dagvaardiging
c) Gevolgen vd indiening vh akkoord: •
Zolang geen uitspraak over ger.akk. is geen faill. mogelijk van de schuldenaar en kan de vennootschap ook niet ontbonden worden, tenzij op eigen initiatief
Alvorens de rechtbank hiertoe overgaat, wordt de gefailleerde opgeroepen. Om de werknemers te beschermen, kan die sluiting slechts worden uitgesproken wanneer werd vastgesteld dat de curator het mogelijke heeft gedaan om de werknemers de wettelijk bepaalde sociale bescheiden uit te reiken. Het vonnis wordt bekendgemaakt in het BS door toedoen vd griffier. Dan volgt een periode van opschorting van een maand waarin door elke belanghebbende een rechtsmiddel tegen het vonnis tot sluiting kan worden ingesteld. In dit geval veroorzaakt het de onmiddellijke sluiting vd vereffening (+ ontbinding vd rechtspersoon). De sluiting is eveneens definitief! 54 Verschoonbaarheid : juridische term die aanduidt dat de schulden vd gefailleerde teniet werden gedaan. De schuldeisers verliezen dan hun individuele uitvoeringsrechten tegenover de gefailleerde voor het onbetaald gedeelte van hun schuldvordering. Dit is enkel mogelijk als de handelaar een natuurlijk persoon is. De verschoonbaarheid vd gefailleerde brengt tevens de bevrijding vd borg- natuurlijk persoon/echtgenoot met zich mee.
38
•
Zolang geen uitspraak over ger.akk. is geen enkele tegeldemaking mogelijk op goederen van de schuldenaar
d) Verloop vd procedure: 1) Indienen 2) Art. 13 pag 682: Horen schuldenaar + OM + evt. SE’s, commissaris-revisor 3) Art. 14, 15 pag 682: Uitspraak over de aanvraag moet binnen 15 dagen na inleiding geschieden; indien OK observatieperiode van max. 6 mnd. + aanwijzing commissaris; observatieperiode kan 1x worden verlengd met max. 3 mnd. indien niet OK rechtbank kan in hetzelfde vonnis het faillissement uitspreken na de schuldenaar te hebben gehoord over de faillissementsvwden. e) Verloop observatieperiode: • •
Tijdens observatieperiode is er geen enkele of is er opschorting van tengeldemaking/uitvoering mogelijk van de goederen vd schuldenaar, evenmin kan er nog beslag worden gelegd Tijdens observatieperiode moet handelaar, die bijgestaan kan worden door een revisorcommissaris, verplicht een herstel- of betalingsplan op te stellen. Dit plan bestaat uit 2 delen, nl. beschrijvend55 + bepalend56 deel; bevat eveneens de voorgestelde betalingstermijnen en schuldverminderingen. De SE’s die onderworpen zijn ah herstelplan zijn de gewone + alg. Bevoorr. SE’s, uitgezonderd de belastingadm. De rechtbank van koophandel beslist of het plan bindend is; zie art 30 Wb Ger. Akk. pag 685 voor de te voldoene voorwaarden
f) Definitieve opschorting: •
•
Driedubbele voorwaarde: - meer dan 1/2 SE’s die aangifte gedaan hebben moeten aan stemming hebben deelgenomen - meer dan 1/2 schuldvorderingen die aanwezig zijn, gaan akkoord - rechtbank kan dan goedkeuring geven, als de openbare orde niet in de weg staat en de schuldenaar de nodige waarborgen biedt voor een eerlijk bestuur Opschorting is max. 24 mnd vanaf rechterlijke beslissing + 1x verlenging met max. 12 mnd
g) Gevolgen goedkeuring rechtbank: • • • • •
Herstelplan is bindend na goedkeuring rechtbank voor alle SE’s Handelaar is volledig bevrijd door volledige uitvoering plan voor alle in plan opg vord Comm. is belast met toezicht op uitvoering plan Rb. kan wijzigingen in plan goedkeuren op verzoek commissaris of schuldenaar Herroeping plan is mogelijk
55
Beschrijvend deel : beschrijft de staat vd onderneming en geeft de moeilijkheden aan waarmee zij heeft te kampen 56 Bepalend deel : omvat de maatregelen die zullen worden genomen om de schuldeisers te voldoen
39
h) Faillissement kan (moet niet) uitgesproken worden door rechtbank na: • •
verwerping aanvraag akkoord na vaststelling niet voldoening aan vwdn tot verkrijging akk. de rb. de beëindiging van de voorlopige opschorting beveelt • rb. definitieve opschorting niet toelaat • bij herroeping Ontbinding is mogelijk in deze gevallen indien schuldenaar = rechtspersoon, behalve bij verwerping aanvraag akkoord
40