Inleiding Leidsche Rijntunnel
Dit document bevat de teksten, foto’s en illustraties van de gelijknamige module op de eCampus Tunnelveiligheid en is bedoeld om de leerstof van deze module offline en voor eigen gebruik te kunnen raadplegen. Het document is geen vervanging voor het online volgen van de e-learningmodule. Op inhoud en vorm van dit document berust copyright. © Veiligheidsregio Utrecht.
VERSIE
010412
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Informatie over deze module Deze module gaat over: Leidsche Rijntunnel Doelgroepen: *
alle functies en functionarissen, van alle aan e-learning deelnemende hulpdiensten en organisaties
Voorkennis: de module Inleiding tunnelveiligheid Niveau: basis Benodigde tijd: ongeveer 20 minuten
VERSIE
010412
2
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Leerdoelen van deze module Na het volgen van deze module kun je weergeven: *
waarom bij Leidsche Rijn is gekozen voor de aanleg van een tunnel
*
wat de belangrijkste eigenschappen van de Leidsche Rijntunnel zijn
*
uit welke tunnelbuizen de Leidsche Rijntunnel bestaat en hoe de hectometeraanduiding in de tunnel werkt
*
wat de plaats en functie van de middentunnelkanalen zijn
*
waar zich de uitgangen van de middentunnelkanalen en de verzamelplaatsen voor vluchtenden bevinden en waarom voor deze locaties is gekozen
*
welke functie de weginspecteur, de wegverkeersleider en de OVD-RWS hebben in het kader van de incidentbestrijding
*
wat de functie van de verkeerscentrale is met betrekking tot de Leidsche Rijntunnel
*
welk doel VTIS'en hebben en hoe de VTIS-matrix is opgebouwd.
VERSIE
010412
3
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Modulewijzer Deze module bestaat uit de volgende onderdelen, die worden weergegeven in het modulemenu (zie het bovenste deel van de afbeelding rechts): *
over deze module, met moduleinformatie, de leerdoelen en deze modulewijzer
*
de leerstof, verdeeld over een aantal deelonderwerpen
*
een aantal toetsvragen
*
de afsluiting, met daarin een samenvatting van de leerstof en een pagina met verwijzingen.
Klik op een onderdeel van het modulemenu om dit te openen. Na elk onderdeel kom je weer in dit menu terug. Een groen vinkje naast een onderdeel geeft aan dat je dit hebt afgerond. Let op: het is van belang om alle pagina's van deze module te bekijken (ook die met de samenvatting en de verwijzingen), en alle toetsvragen te maken. Doe je dat niet, dan registreert de e-Campus dat je de module slechts gedeeltelijk hebt doorlopen en niet hebt afgerond. Wel of niet afgerond? Je kunt eenvoudig zelf controleren hoe de e-Campus het wel of niet afronden van een bepaalde module heeft geregistreerd. Het balkje naast de modulenaam in het moduleoverzicht geeft aan in hoeverre je de module hebt afgerond (onderste deel van de afbeelding).
VERSIE
010412
4
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
De tunnel en de A2 De Leidsche Rijntunnel maakt deel uit van het tracé van Rijksweg A2, aan de westkant van de stad Utrecht, ter hoogte van Vinexwijk Leidsche Rijn. De tunnel ligt geheel bovengronds, tussen het riviertje de Leidse Rijn (zuidelijke tunnelmond) en de spoorlijn Utrecht-Gouda (noordelijke tunnelmond). Op www.rijkswaterstaat.nl/wegen/plannen_en_projecten/a_wegen/a2/knooppunt_holendr echt_aansluiting_maarssen/index.aspx is in een animatiefilmpje onderaan de pagina te zien hoe de tunnel een onderdeel vormt van de A2 tussen Amsterdam en Utrecht.
Nieuw tracédeel van de A2 Op de luchtfoto - genomen tijdens de bouw van de tunnel - is goed te zien dat de Leidsche Rijntunnel deel uitmaakt van een nieuw tracédeel van de A2, die ter hoogte van Vinexwijk Leidsche Rijn een stuk naar het westen verlegd wordt. Op die manier ontstaat ruimte voor bebouwing tussen het Amsterdam-Rijnkanaal (rechts op de foto) en de A2. Eenmaal klaar wordt de bovengrondse tunnel geheel bedekt met grond. Bovenin de foto is de spoorlijn Utrecht-Gouda te zien, bij de noordelijke tunnelmond.
VERSIE
010412
5
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Doel van de tunnel De Leidsche Rijntunnel is feitelijk een overkapping van een deel van de A2, waarover later grond wordt aangebracht. Voor de bouw van de tunnel is om twee redenen gekozen: 1. Door de tunnel vormt de A2 niet langer een barrière tussen de wijk Leidsche Rijn en de stadskern van Utrecht. De nieuwe wijk kan op en over de tunnel heen worden voortgezet tot aan het AmsterdamRijnkanaal 2. De A2 moest ter hoogte van Utrecht* worden verbreed tot 2 x 5 rijstroken. Zonder de tunnel zou dit een overschrijding van de normen voor geluidshinder en luchtkwaliteit betekenen. De tunnel zorgt ervoor dat aan de gestelde eisen kan worden voldaan. * ook elders wordt de A2 verbreed, zie hiervoor het vervolg van deze module. Foto: de zuidelijke tunnelmond tijdens de bouw.
De rijksweg A2 De Rijksweg A2 wordt beschouwd als de belangrijkste noord-zuid verbinding van Nederland. De A2 loopt van Amsterdam, via Utrecht, Den Bosch en Eindhoven naar Maastricht en de grens met België. De weg is in totaal 212 kilometer lang. Verbetering A2 Al jaren vormt de A2 een knelpunt, met veel files en vertragingen tot gevolg. Om deze reden is een grootschalig project gestart waarbij de hele A2 onder handen wordt genomen. Over de gehele lengte van de snelweg komen er rijstroken bij, en worden weggedeelten die een knelpunt vormen (zoals de rondweg Eindhoven) gereconstrueerd. Het deel van de A2 waarop zich de Leidsche Rijntunnel bevindt is het traject tussen knooppunt Holendrecht (Amsterdam) en knooppunt Oudenrijn (vlakbij de zuidelijke tunnelmond), dat in zijn geheel is verbreed tot 2 x 5 rijstroken. Het gehele project moet in 2012 gereed zijn. De gefaseerde openstelling van de Leidsche Rijntunnel is op 28 januari 2012 begonnen en zal - volgens de planning van begin 2012 – medio 2012 volledig zijn afgerond. VERSIE
010412
6
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 1: Het tracé van de A2
Het volledige tracé van Rijksweg A2 in Nederland.
Afb 2: De Leidsche Rijntunnel op de A2
De Leidsche Rijntunnel, de A2 en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). VERSIE 010412 7
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Vergelijking met andere wegtunnels De tunnel A2 Leidsche Rijn onderscheidt zich van andere wegtunnels in Nederland door een combinatie van een aantal kenmerken, met name: 1. In alle buizen is het transport van alle gevaarlijke stoffen toegestaan. De Leidsche Rijntunnel valt daarmee in zijn geheel in categorie A*. In de meeste Nederlandse wegtunnels is het vervoer van gevaarlijke stoffen beperkt toegestaan. 2. De tunnel is lang: het is de op twee na langste wegtunnel van Nederland. Alleen de Westerscheldetunnel (N62, 6650 m) en de Roertunnel (A73, 2450 m) zijn langer. 3. De rijksweg A2 wordt gemiddeld door drie keer zoveel voertuigen gebruikt als de meeste andere grote verkeerswegen. De A2 is een belangrijke verkeersader in het hoofdwegennet, met een groot economisch belang. * De categorie-indeling van wegtunnels is vastgelegd in het ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route), een Europees verdrag dat regels bevat over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.
Foto: noordelijke tunnelmond (tijdens de bouw).
VERSIE
010412
8
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Tunnelbuizen en rijbanen De Leidsche Rijntunnel heeft een totale lengte van ongeveer 1650 meter en is bijna 80 meter breed. Dit maakt hem tot de breedste en één van de langste rijkstunnels voor wegverkeer van Nederland. Buizen en banen De tunnel bestaat uit vier tunnelbuizen: in elke rijrichting is er een hoofdbuis voor het doorgaande verkeer en een parallelbuis voor het lokale, afslaande verkeer. Binnen de tunnel zelf bevinden zich geen afslagen, vernauwingen of versmallingen. In elke tunnelbuis is sprake van eenrichtingsverkeer (conform de Barvw, artikel 10). Van west naar oost heeft de tunnel de volgende buizen en rijstroken: *
Parallelbuis Rechts (PBR): 2 rijstroken + vluchtstrook
*
Hoofdbuis Rechts (HBR): 3 rijstroken + vluchtstrook
*
Hoofdbuis Links (HBL): 3 rijstroken + vluchtstrook
*
Parallelbuis Links (PBL): 2 rijstroken + vluchtstrook
Aan de zuidkant van de tunnel zijn geluidsschermen aangebracht tussen de hoofd- en parallelbaan van elke rijrichting.
Tunnelbuizen en rijbanen: hectometeraanduiding De hectometeraanduiding, essentieel voor de plaatsaanduiding van een incident, volgt zowel binnen als buiten de tunnel hetzelfde systeem als op de overige snelwegen: de rijrichtingen worden aangeduid met 'links' en 'rechts'. Bij de Leidsche Rijntunnel betekent dit: *
de rijrichting van Den Bosch naar Amsterdam is 'links'
*
de rijrichting van Amsterdam naar Den Bosch is 'rechts'.
In de tunnel zijn de hectometeraanduidingen vlak aangebracht op de tunnelwand. Uit ervaring is namelijk gebleken dat dwars op de rijrichting aangebrachte bordjes (zoals op de open weg, zie foto) in tunnels snel beschadigen en daardoor onleesbaar worden. Foto: hectometerpaal aan de zuidkant van de tunnel, kijkend in de rijrichting naar Amsterdam. VERSIE 010412 9
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 1: Hectometerpaal
Hectometerpaal aan de zuidkant van de tunnel, kijkend in de rijrichting naar Amsterdam.
Afb 2: Hectometeraanduiding op de tunnelwand
Hectometeraanduiding in de tunnel, op de tunnelwand. VERSIE
010412
10
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Middentunnelkanalen: doel en toegang Tussen de hoofd- en parallelbuis van elke rijrichting bevindt zich een middentunnelkanaal (afb 1) over de volledige lengte van de tunnel (afb 2). De middentunnelkanalen hebben twee functies: 1. een veilige vluchtroute voor tunnelgebruikers in geval van brand 2. technische ruimte in het bovenste gedeelte. Een middentunnelkanaal is via vluchtdeuren toegankelijk vanuit beide buizen van de betreffende rijrichting (afb 3). Het kanaal is voorzien van overdruk zodat rook of andere gevaarlijke dampen zoveel mogelijk buiten de vluchtroute blijven. De overdruk kan zijn werk doen zolang er niet meer dan drie vluchtdeuren zijn geopend. Bovenin elk middentunnelkanaal, gescheiden door een vloer, bevindt zich een technische ruimte met daarin o.a. kabelgoten (afb 4). De ruimte is met een inschuifbare ladder (afb 5) te bereiken.
Afb 1: Middentunnelkanaal
VERSIE
010412
11
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 2: Plaats middentunnelkanalen
Afb 3: Toegang middentunnelkanaal
VERSIE
010412
12
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 4: Technische ruimte bovenin het kanaal
Afb 5: Toegangsladder technische ruimte
VERSIE
010412
13
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Middentunnelkanalen: uitgangen en verzamelplaatsen Elk middentunnelkanaal heeft maar één uitgang: bij de tunnelmond aan het begin van de tunnel, kijkend in de rijrichting (afb 1). Reden hiervoor is dat bij een brand de rook door de tunnelventilatie in de rijrichting de tunnel uit wordt geblazen. De uitgangen liggen dus aan de rookvrije kant van de tunnel. Daar bevinden zich ook de verzamelplaatsen (afb 2). Aan het andere uiteinde van elk middentunnelkanaal is een hek geplaatst met daarin een deur (afb 3). Deze deur heeft geen functie voor de ontvluchting: voorbij het hek is een doodlopend stuk middentunnelkanaal met een 'blinde' muur (zonder uitgang). Bordjes in het middentunnelkanaal (afb 4) geven de vluchtrichting en de afstand aan naar de uitgang. De omroepinstallatie van de tunnel is ook in het middentunnelkanaal aangebracht (afb 5).
Afb 1: Uitgang middentunnelkanaal
VERSIE
010412
14
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 2: Uitgang en verzamelplaats aan rookvrije kant
Afb 3: Hekwerk niet-uitgangszijde middentunnelkanaal
VERSIE
010412
15
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 4: Bordje met afstand en richting uitgang
Zichtbaar is de uitgeschoven trap naar de technische ruimte. Normaal gesproken is deze ingeschoven.
Afb 5: Luidspreker van de omroepinstallatie
VERSIE
010412
16
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Schematische weergave tunnel Rijkswaterstaat heeft een schematische weergave gemaakt van de tunnel. Deze geeft een goed overzicht van de tunnel, de tunnelbuizen, de middentunnelkanalen en een aantal belangrijke veiligheidsvoorzieningen. De veiligheidsvoorzieningen komen uitgebreid aan bod in de module Veiligheidsvoorzieningen Leidsche Rijntunnel. Foto: noordelijke tunnelmond van de hoofdbuis rechts.
Het schema is aan het einde van deze module opgenomen.
Rijkswaterstaat Tunnelbeheerder Omdat de Leidsche Rijntunnel een rijkstunnel is, is Rijkswaterstaat de tunnelbeheerder. Zij is eigenaar van de tunnel en verantwoordelijk voor de bouw, het beheer en het onderhoud. Rijkswaterstaat is de uitvoerende organisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en heeft als missie: 'Rijkswaterstaat werkt aan de vlotte en veilige doorstroming van het verkeer, aan een veilig, schoon en gebruikersgericht landelijk watersysteem en aan de bescherming van ons land tegen overstromingen.' Diensten Bij Rijkswaterstaat werken zo'n 9000 mensen, verdeeld over tien regionale diensten. De Leidsche Rijntunnel valt onder de Dienst Utrecht.
VERSIE
010412
17
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Rijkswaterstaat: de weginspecteur Bij Rijkswaterstaat werken diverse functionarissen die zich bezighouden met de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid. Bij een incident in de Leidsche Rijntunnel kun je als hulpverlener met de volgende Rijkswaterstaatfunctionarissen te maken krijgen: De weginspecteur De weginspecteur (WIS), herkenbaar aan zijn hesje en gele auto (afb 1), zorgde vroeger voor het opruimen van rommel op de weg en voerde kleine wegreparaties uit. Sinds enige jaren wordt de WIS bij een verkeersongeval direct ter plaatse gestuurd om daar de ongevalslocatie veilig te stellen, het verkeer te regelen en de komst van hulpverleners voor te bereiden (afb 2). Er is dus een grote kans dat bij het ter plaatse komen van de hulpdiensten de WIS al aanwezig is en belangrijk werk heeft verricht. Tot de eventuele komst van de OVD-RWS fungeert de WIS als contactpersoon met de wegverkeersleiding.
VERSIE
010412
18
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 1: De weginspecteur
De weginspecteur, hier in winteroutfit.
Afb 2: De weginspecteur aan het werk
De weginspecteur en zijn voertuig, aan het werk bij de Leidsche Rijntunnel. VERSIE
010412
19
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 3: Wegafzetting in de tunnel
Een wegafzetting in de Leidsche Rijntunnel. De knipperende witte pijl is zeer goed zichtbaar.
Rijkswaterstaat: de officier van dienst De officier van dienst Rijkswaterstaat (OVD-RWS) De OVD-RWS komt bij een groter incident ter plaatse om daar de coördinatie met de hulpdiensten te verzorgen en als liaison voor Rijkswaterstaat te fungeren. Als er een CoPI (commando plaats incident, vanaf GRIP 1) wordt gevormd, neemt de OVD-RWS daar zitting in. Om de communicatie met de hulpdiensten te vergemakkelijken, is de OVDRWS uitgerust met een C2000-portofoon.
VERSIE
010412
20
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Afb 1: De officier van dienst RWS
Afb 2: De OVD-RWS en zijn voertuig
VERSIE
010412
21
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Rijkswaterstaat: functionarissen, vervolg De wegverkeersleider De wegverkeersleider (WVL), ook wel operator genoemd, kun je vergelijken met een centralist op de meldkamer van de hulpdiensten. De WVL houdt op beeldschermen in de verkeerscentrale (zie volgende pagina) de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid in de gaten en neemt wanneer nodig verkeersmaatregelen, zoals het afkruisen van rijstroken. Ook is de WVL verantwoordelijk voor de bediening van de veiligheidsinstallaties en voorzieningen in de tunnel, zoals de tunnelventilatie en het openen van calamiteitendoorsteken (cado's). Deze voorzieningen komen aan bod in de module Veiligheidsvoorzieningen Leidsche Rijntunnel. Met de wegverkeersleider kun je tijdens een incident in de Leidsche Rijntunnel bijvoorbeeld op de volgende manieren te maken krijgen: *
als centralist: bij de eerste melding van een incident, om samen de aard en ernst van het incident vast te stellen
*
via het informatiepaneel bij de slagboom bij de tunnelmond, om daar de laatste informatie over het incident en de situatie in de tunnel te krijgen
*
idem, voor het bedienen van de cado en/of de schuifdeur in het geluidsscherm aan de zuidzijde van de tunnel
*
in de tunnel: via de intercom (telefoon) die zich in elke kleine of grote hulppost bevindt.
Foto: afkruisen in de Leidsche Rijntunnel.
VERSIE
010412
22
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
De verkeerscentrale In een regionale verkeerscentrale worden de doorstroming en de veiligheid van het wegverkeer in een bepaald gebied door wegverkeersleiders in de gaten gehouden. Niet alleen op de open weg, ook in tunnels. Elke tunnel die langer is dan 500 meter moet worden bewaakt door de verkeerscentrale van het gebied waarin de tunnel ligt. Het Nederlandse hoofdwegennet wordt bewaakt door vijf regionale verkeerscentrales. De Leidsche Rijntunnel valt onder de verkeerscentrale Midden-Nederland, gevestigd in Utrecht.
Foto: bediendesk Leidsche Rijntunnel, september 2011.
Dienstgebouwen Op de Leidsche Rijntunnel zijn twee dienstgebouwen geplaatst. Hierin bevindt zich de centrale aansturing van alle veiligheidsvoorzieningen in de tunnel en bijvoorbeeld de noodstroomvoorziening. Bij een incident in de tunnel behoren de dienstgebouwen niet tot het werkterrein van de hulpdiensten: ze zijn, zoals in de normale situatie, off-limits! Plaats dienstgebouwen Foto (tunnel in aanbouw): de rode strook boven de zuidelijke tunnelmond is de voorkant van het dienstgebouw aan de zuidzijde. Binnen de rode cirkel is het dienstgebouw aan de noordelijke kant van de tunnel zichtbaar.
VERSIE
010412
23
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Standaardrespons en VTIS Na de melding van een incident telt iedere seconde. Bij tunnelincidenten worden vaak meer eenheden ingezet dan bij vergelijkbare incidenten op de open weg. Om deze redenen is het op de weg brengen van eenheden, voertuigen en functionarissen van de hulpdiensten, de respons, bij tunnelincidenten gestandaardiseerd. Dat houdt in dat naar een bepaald type tunnelincident altijd een standaard 'set' eenheden, voertuigen en functionarissen uitrukken. Dat kunnen eenheden van brandweer, politie en/of de geneeskundige hulpverlening zijn. VTIS-matrix Om dit te kunnen doen zijn alle denkbare typen tunnelincident ondergebracht in de VTIS-matrix, waarbij VTIS staat voor verkeerstunnelincident-scenario. Bij de melding van een tunnelincident stelt de centralist samen met de verkeersleider van Rijkswaterstaat vast welke VTIS bij het incident van toepassing is. Met een druk op de knop worden vervolgens automatisch de eenheden en functionarissen gealarmeerd die aan de bewuste VTIS gekoppeld zijn. Dit bespaart tijd, terwijl de gealarmeerde eenheden als het goed is de juiste capaciteit hebben om het incident te kunnen bestrijden. VERSIE
010412
24
Foto: tankautospuiten rukken uit.
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
VTIS-matrix De VTIS-matrix is als volgt opgebouwd (zie de illustratie hieronder, die een deel van de matrix weergeeft): *
verticaal: vijf categorieën incidenten, genummerd van 1 - 5, waarbij type 1 = verstoring van de verkeersdoorstroming type 2 = brand type 3 = incident met technische hulpverlening en gewonden type 4 = incident met gevaarlijke stoffen type 5 = bommelding, bomvinding, explosie
*
horizontaal: elk van deze vijf is onderverdeeld in vier varianten, genummerd van 1 - 4. Grofweg loopt de omvang/ernst van het incident met de nummering op.
*
samen vormt dit 5 x 4 = 20 combinaties, genummerd van 1.1 - 1.4, 2.1 - 2.4, etc. Omdat een aantal combinaties niet bestaat, bevat de VTIS-matrix daadwerkelijk 16 VTIS'en.
De gehele VTIS-matrix is te vinden aan het einde van deze module. Meer informatie over de VTIS-matrix en de toepassing ervan bij de alarmering is te vinden in de module Beeldvorming, aanrijden en benaderen bij tunnelincidenten.
VERSIE
010412
25
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Toetsvragen: inleiding Deze module wordt afgesloten met een aantal toetsvragen waarmee je zelf kunt controleren of je de informatie van deze module hebt begrepen en onthouden. Het is van belang dat je elke vraag beantwoordt. Aanwijzingen *
Je kunt pas doorgaan met een volgende vraag indien de voorafgaande vraag juist beantwoord is. Of een gegeven antwoord juist of onjuist is, wordt door middel van een mededeling en een pictogram aangegeven.
*
Bij vragen waarbij je één of meerdere antwoorden moet aanvinken, klik je na de selectie op de ronde controleerknop om te checken of je antwoord juist is.
*
Heb je een vraag fout beantwoord: geen nood. Je kunt dezelfde vraag direct weer opnieuw beantwoorden. Haal alle vinkjes weg die je bij de antwoorden had gezet (zodat je weer met een 'schone lei' begint) en maak opnieuw een selectie uit de antwoorden.
*
Boven elke toetsvraag vind je een link naar de leerstof waarop deze betrekking heeft. Bij een fout antwoord kun je deze leerstof nog eens doornemen, waarna je de toetsvraag waarschijnlijk wel goed kunt beantwoorden.
Rechts: de pictogrammen voor een goed en een fout antwoord.
VERSIE
010412
26
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Toetsvragen 1. Waarom is bij Leidsche Rijn gekozen voor de aanleg van een tunnel? (Van de vier mogelijke antwoorden zijn er twee goed!) a) Door de tunnel vormt de A2 niet langer een barrière tussen de wijk Leidsche Rijn en de stadskern van Utrecht. b) Door de tunnel wordt voldaan aan de normen voor geluidshinder en luchtkwaliteit. c) De tunnel was nodig als fundering voor geplande hoogbouw. d) Zonder tunnel was de aanleg van het park op deze locatie niet mogelijk. 2. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van de tunnel A2 Leidsche Rijn? (Van de acht mogelijke antwoorden zijn er vijf goed!) a) 1650 m lengte, 80 m breed b) Hoofd- en parallelbuizenstructuur c) Vier tunnelbuizen d) Middentunnelkanaal e) Vijf tunnelbuizen f)
Vluchtdeuren (via middentunnelkanaal) tussen hoofd- en parallelbuis
g) Calamiteitendoorsteken tussen de beide hoofdbuizen h) 2560 m lengte, 100 m breed 3. Uit welke tunnelbuizen bestaat de Leidsche Rijntunnel (LR)? (Van de acht mogelijke antwoorden zijn er vier goed!) a) Parallelbuis Rechts (PBR): 2 rijstroken + vluchtstrook b) Hoofdbuis Rechts (HBR): 3 rijstroken + vluchtstrook c) Hoofdbuis Links (HBL): 3 rijstroken + vluchtstrook d) Parallelbuis Links (PBL): 2 rijstroken + vluchtstrook e) Parallelbuis Rechts (PBR): 3 rijstroken + vluchtstrook f)
Hoofdbuis Rechts (HBR): 4 rijstroken + vluchtstrook
g) Hoofdbuis Links (HBL): 4 rijstroken + vluchtstrook h) Parallelbuis Links (PBL): 3 rijstroken + vluchtstrook 4. Wat is de functie van de middentunnelkanalen en waar bevinden ze zich? (Van de vier mogelijke antwoorden zijn er twee goed!) a) De middentunnelkanalen bevinden zich tussen de hoofd- en parallelbuis van elke rijrichting. VERSIE
010412
27
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL b) De middentunnelkanalen bieden tunnelgebruikers een veilige vluchtroute in geval van brand. c) Het middentunnelkanaal bevindt zich tussen de beide hoofdbuizen van elke rijrichting. d) De middentunnelkanalen zijn in gebruik als fietspad. 5. (door de vorm ervan kan deze toetsvraag alleen online worden beantwoord) 6. Wat is de functie van de verkeerscentrale bij de bewaking en bediening van de tunnel? (Er is maar één goed antwoord!) a) In een verkeerscentrale worden de doorstroming en de veiligheid van het wegverkeer door wegverkeersleiders in de gaten gehouden. b) In een verkeerscentrale worden de snelheid en de veiligheid van het wegverkeer door wegverkeersleiders in de gaten gehouden. c) In een verkeerscentrale worden de snelheid en de doorstroming van het wegverkeer door wegverkeersleiders in de gaten gehouden. d) In een verkeerscentrale worden het gewicht en de snelheid van het wegverkeer door wegverkeersleiders in de gaten gehouden. 7. Welke categorieën incidenten zijn opgenomen in de VTIS-matrix? (Van de zeven mogelijke antwoorden zijn er vijf goed!) a) Verstoring verkeersdoorstroming b) Brand c) Incident met technische hulpverlening en gewonden d) Incident met gevaarlijke stoffen e) Bommelding, bomvinding, explosie f)
Overstroming
g) Treinincident
Toetsvragen afgerond Prima! Je hebt de toetsvragen bij deze module met goed gevolg afgerond. Klik nu opnieuw op het groene pijltje rechts onderin het modulevenster. Je komt dan terug in het modulemenu. Rond vervolgens de module af met het onderdeel Afsluiting, met daarin pagina's met de samenvatting, de verwijzingen en over het afronden van de module. Het is belangrijk dat je ook deze laatste pagina's goed bekijkt, alleen dan zal de database registreren dat je de module volledig hebt afgerond.
VERSIE
010412
28
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Samenvatting In deze module zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen:
De tunnel en de A2 De Leidsche Rijntunnel is gebouwd op een nieuw tracédeel van de A2 ten westen van de stad Utrecht, tussen de stadskern en Vinexwijk Leidsche Rijn. De tunnel overkapt de A2, waardoor deze geen barrière vormt tussen Leidsche Rijn en de stadskern. Door de tunnel worden na verbreding van de A2 de normen voor geluidshinder en luchtkwaliteit niet overschreden. Voor de gehele tunnel gelden geen beperkingen voor het transport van gevaarlijke stoffen.
Buizen, banen en vluchtwegen De Leidsche Rijntunnel is 1650 m lang, bijna 80 m breed en bestaat uit vier tunnelbuizen: voor beide rijrichtingen een hoofdbuis voor het transitverkeer en een parallelbuis voor het lokale, afslaande verkeer. De hectometeraanduiding in de tunnel volgt hetzelfde systeem als op de open snelweg. Tussen de hoofd- en parallelbuis van elke rijrichting bevindt zich een middentunnelkanaal dat dienst doet als vluchtweg en als technische ruimte en dat voorzien is van overdruk. Een middentunnelkanaal is vanuit beide aangrenzende tunnelbuizen te bereiken en heeft één uitgang, aan het bovenstroomse - rookvrije - uiteinde. Daar is ook de verzamelplaats voor de vluchtenden.
Beheer en bewaking Rijkswaterstaat (RWS) is de beheerder van de Leidsche Rijntunnel. De tunnel wordt bewaakt en bediend door wegverkeersleiders in de Verkeerscentrale Midden-Nederland. De wegverkeersleider overlegt met de brandweercentralist bij een incidentmelding, bedient de cado's en geeft informatie via het informatiepaneel. Bij een incident in de tunnel stelt de weginspecteur van RWS de incidentlocatie veilig, regelt het verkeer en bereidt de komst van de hulpdiensten voor. De officier van dienst RWS fungeert bij grotere incidenten als liaison met de hulpdiensten en neemt bij GRIP-situaties zitting in het CoPI. In de twee dienstgebouwen op de tunnel bevinden zich noodvoorzieningen.
Incidentmatrix De alarmering en respons bij een tunnelincident zijn gestandaardiseerd: om tijd te winnen en de juiste eenheden op de weg te brengen, zijn de mogelijke verkeerstunnelincidenten (VTIS'en) ondergebracht in een VTIS-matrix met 16 VTIS'en. Deze zijn verdeeld in de categorieën verstoring (1.), brand (2.), aanrijding met gewonden (3.), gevaarlijke stoffen (4.) en terreur (5.).
VERSIE
010412
29
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Verwijzingen Meer informatie over de onderwerpen uit deze module vind je op de volgende plaatsen: (de links openen in je webbrowser; voor de weergave van PDF'en dient Adobe Reader of Adobe Acrobat op je computer te zijn geïnstalleerd) Meer informatie over de tunnel A2 Leidsche Rijn is te vinden op de website van Rijkswaterstaat www.rijkswaterstaat.nl/wegen/plannen_en_projecten/a_wegen/a2/maarssen_to t_knooppunt_oudenrijn/index.aspx Op Wikipedia staat een aardig artikel over de Leidsche Rijntunnel, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Bovengrondse_tunnel_A2_bij_Leidsche_Rijn Meer over het ADR, het Europese verdrag over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (waarin onder andere de categorie-indeling van wegtunnels is vastgelegd) is te vinden op http://nl.wikipedia.org/wiki/ADR_(transport_over_land)
Module afgerond Bedankt voor je tijd en aandacht! Je bent aanbeland bij de laatste pagina van deze module. Hoe nu verder? 1. Ga na of je alle onderdelen en pagina's van deze module hebt bekeken. 2. Zo ja: sluit de module af door op het groene kruisje rechtsboven in het modulevenster te klikken (let op: niet op het kruisje van je browservenster klikken, dan verlaat je de e-Campus!). Je ziet nu opnieuw jouw volledige leerpad, waarin het balkje naast de module die je zojuist hebt afgerond helemaal gevuld is. Pas als je alle modules uit je leerpad hebt afgerond, ben je klaar met jouw opleiding op de e-Campus Tunnelveiligheid. Je kunt dit zelf controleren, omdat dan alle balkjes naast de modulenamen in jouw leerpad volledig gevuld zijn. Bij het volledig afronden van je leerpad krijg je geen aparte melding. Alleen het afronden van individuele modules wordt op pagina's als deze uitgelegd. Wanneer de database registreert dat je klaar bent met je leerpad, krijg je een e-mail met daarin een certificaat.
VERSIE
010412
30
INLEIDING LEIDSCHE RIJNTUNNEL
Antwoorden op de toetsvragen 1. a b 2. a b c d f 3. a b c d 4. a b 5. 6. a 7. a b c d e
VERSIE
010412
31
Rijksweg A2 (RW02) schematische weergave Leidsche Rijn Tunnel formaat: A4 lengteschaal 1:10.000 / breedteschaal 1:1000
stadsbaan vluchtstrook
's Hertogenbosch 16
MTK
15
13
14
rijstrook 2 rijstrook 1
12
11
's Hertogenbosch
deur MTK 1
2
3
5
4
10 9 vluchtstrook rijstrook 3 rijstrook 2 rijstrook 1
8
6
Amsterdam
7
6
5
Re(rechts)
rijstrook 1 rijstrook 2
3
4
2
slagbomen
1
HBR (hoofdbuis rechts)
Li(links)
vluchtstrook 7 8
CADO
PBR (parallelbuis rechts)
CADO
rijstrook 1 rijstrook 2 rijstrook 3
Amsterdam MTK
Re m
9
10
HBL (hoofdbuis links) 11
Li n
VEVA deur MTK
12
13
14
15
16 CADO
PBL (parallelbuis links)
VEVA
CADO (dubbel) met deur slagbomen
tunnelbuizen voetgangers / MTK
km 59.900 kilometrering MTK
middentunnelkanaal
spoorlijn over tunnel
schematische kilometrering
VEVA
verplaatsbare vangrail
VEVA
CADO
calamiteiten doorsteek
CADO
16
vluchtdeur nummer 16
B
informatiepunt
slagboom voor incident
voorbij incident rijrichting
km 58.000
km 59.300
km 59.500
km 59.700
km 59.900
spoorlijn Utrecht - Den Haag/Rotterdam
VERKLARING tunnelbuizen rijbanen
km 60.200
km 60.500
km 60.800
km 61.100
km 61.400
km 61.500
km 61.700
vluchtstrook
VTIS 1.1
VTIS 1 Verstoring in tunnel
VTIS 2 Brand
Verstoring door o.a.: • • • • •
pechgeval afgevallen lading aanrijding blikschade stroomuitval uitval infra (uitval ventilatie etc.)
VTIS 1.2 Langer dan 60 minuten afsluiting tunnelbuis en vertragingen door bijvoorbeeld: • • • • •
VTIS 2.1 Automatische brandmelding uit tunnel, tunnelgebouw of middentunnelkanaal, niet bevestigd
pechgevallen aanrijding blikschade stroomuitval uitval infra (uitval ventilatie etc.) dringende ongeplande werkzaamheden. VTIS 2.2
Kleine brand in tunnel: • • • •
personenauto, bestelbus, aanhanger, caravan, motorfiets.
Brandgerucht uit tunnel
VTIS 3 Aanrijding/incident met technische hulpverlening, met gewonden
VTIS 3.1
VTIS 3.2
Hulpverlening niet technisch:
Aanrijding personenauto met:
• onwelwording in auto • kop- staartbotsing zonder beknelling / zonder Hoog Energetisch Trauma (HET), wel slachtoffer
• 1 – 5 andere personenauto’s (of eenzijdig tegen wand of vangrail) • bestelbus • motorfiets • aanhanger, caravan
VTIS 1.3 GRIP 1 Totale versperring tunnelbuis door o.a.: • • • • •
pechgevallen aanrijding blikschade stroomuitval uitval infra (uitval ventilatie etc.) dringende ongeplande werkzaamheden. • stilleggen verkeer in tunnelbuis (-zen) op last van de overheid VTIS 2.3 GRIP 1 Grote brand in tunnel: • • • • •
vrachtwagen touringcar / bus meerdere voertuigen vloeistofplasbrand BLEVE
VTIS 4.2 Incident met gevaarlijke stoffen waarbij het gevaar zich beperkt tot de tunnelbuis. Uitingsvormen:
Incident met gevaarlijke stoffen (VTIS 4.1 bestaat niet)
VTIS 5 Verdacht gedrag, pakket, bommelding, bomvinding, (bom)explosie
• • • •
druppelen, sissen, stinken benzinelucht gaslucht stofwolk.
(VTIS 5.2 bestaat niet)
• tunnelbuis • veel voertuigen/file voorbij het incident
VTIS 3.4 GRIP 1 Aanrijding personenauto met:
• meer dan 5 andere kleine voertuigen • vrachtauto
• meer dan 25 andere personenauto’s • touringcar betrokken
Met 5 tot 15 (beknelde) slachtoffers.
Meerdere aanrijdingen tegelijkertijd
VTIS 4.3 GRIP 2 Gasontsnapping met gevaar voor de gezondheid buiten de tunnelbuis. De gevi-code begint met 2
VTIS 4.4 GRIP 2 Morsing of lekkage van gevaarlijke vloeistof of gas met langdurig gevaar voor gezondheid buiten de tunnelbuis
Uitingsvormen:
• ernstige beschadiging van een of meer tankwagens • ‘vrije’ gaswolk (uit een gescheurde tankwagen) die nog niet ontstoken is • uitstroom • slachtoffers in omgeving
• druppelen/sissen/stinken • lekkage van afsluiter
VTIS 5.1 Optreden volgens Protocol Verdachte Objecten
VTIS 2.4 GRIP 1 Brand, zeer groot of van onbekende omvang in:
VTIS 3.3 GRIP 1 Aanrijding personenauto met:
Met maximaal 5 (beknelde) slachtoffers
VTIS 4
(VTIS 1.4 bestaat niet)
(VTIS 5.3 bestaat niet)
Meer dan 15 (beknelde) slachtoffers
VTIS 5.4 GRIP 2 (Bom)explosie • in voertuig of tunnel • in dienstgebouw