Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013
Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527
Inhoud Samenvatting
3
Inleiding
5
1 Het hostel
6
2 Overlast in de buurt
8
3 Meldingen
11
Bijlage de vragenlijst
12
2
Samenvatting In het kader van het project BinnenPlaats kent Utrecht verschillende opvangvoorzieningen voor verslaafde dak- en thuislozen. Leidsche Maan is het laatste hostel dat is gerealiseerd. In dit hostel is plaats voor 35 bewoners. Een van de uitgangspunten van BinnenPlaats is dat de leefbaarheid en veiligheid in de buurt van een hostel niet negatief mogen worden beïnvloed. Hiervoor worden metingen verricht. In 2009 is de zogenaamde nulmeting uitgevoerd, circa een half jaar voordat het hostel werd geopend. Een jaar later heeft de eenmeting plaatsgevonden. Omdat er daarna weinig nieuwbouw in de directe omgeving is gerealiseerd, heeft sindsdien geen meting meer plaatsgevonden. Omdat recent sprake lijkt te zijn van meer overlast, is in overleg met de beheergroep besloten een tussenmeting te verrichten. Hiervoor is een korte enquête uitgezet onder circa 200 buurtbewoners, waarvan 35 bewoners van het hostel. De enquêtes konden via internet worden ingevuld. Aansluitend zijn bewoners die niet via internet hadden gereageerd, telefonisch benaderd (indien mogelijk) of aan huis bezocht. In totaal zijn 106 enquêtes afgenomen, een respons van 67% (wanneer de hostelbewoners buiten beschouwing worden gelaten). De belangrijkste resultaten die hieruit naar voren komen, zijn: Het hostel Bijna iedereen in de buurt weet dat het hostel er is (91%). Bijna de helft (45%) van de respondenten heeft iets gemerkt van het hostel, ruim de helft niet (55%). Wanneer bewoners in een open vraag moeten aangeven wat men vooral merkt van het hostel, geeft men vooral aan dat er wordt gedeald (circa één op de vijf respondenten die iets merken) en dat er ’vage types’ rondlopen in de buurt (circa één op de tien respondenten). Daarnaast worden geluidsoverlast, rondhangende mensen, brandalarm en overlast van auto’s meermalen genoemd. Respondenten uit de atelierwoningen merken vaker dan gemiddeld iets van het hostel (84%), respondenten uit de koopwoningen minder vaak (21%). Bijna de helft (44%) van de buurtbewoners heeft wel eens contact gehad met het hostel of zijn bewoners. Een kwart is wel eens aangesproken op straat, één op de tien respondenten is wel eens langs geweest bij het hostel en 9% is naar een open dag geweest. Overlast Van de verschillende vormen van overlast die zijn voorgelegd aan de respondenten, komt handel in drugs op straat komt het meest voor in de buurt (21% vaak en 28% soms), gevolgd door auto’s die met hoge snelheid langsrijden (20% vaak, 21% soms). Volgens één op de vijf tot één op de vier bewoners komt het vaak of soms voor dat er dronken mensen op straat lopen, op straat drugs worden gebruikt, er overlast is van verslaafden en dat mensen lastig gevallen worden op straat. Handel in drugs op straat komt volgens de respondenten uit de atelierwoningen vaker dan gemiddeld voor.
3
Vergeleken met de voorgaande metingen is vooral de handel in drugs op straat toegenomen (van 3% in 2009 tot 11% in 2010 en 21% in 2013). Meldingen
Een kwart (23%) van de respondenten heeft wel eens een melding doorgegeven van overlast of gevoelens van onveiligheid in de buurt.
De meeste meldingen zijn terecht gekomen bij de wijkagent of de politie (17% van alle respondenten), een kleiner deel bij het hostel (8%).
Het aandeel respondenten dat een melding heeft doorgegeven aan de politie is vergelijkbaar met 2010.
Over de afhandeling van de meldingen zijn de respondenten over het algemeen (zeer) tevreden (47%). Een kwart is ontevreden hierover, veelal omdat er geen actie is ondernomen.
4
Inleiding In het kader van het project BinnenPlaats werkt de gemeente Utrecht sinds 1999 aan de realisering van 150 tot 200 opvangplaatsen met 24-uursbegeleiding voor verslaafde dak- en thuislozen in de stad. Met dit project wil de gemeente enerzijds de leefsituatie van de dak- en thuislozen verbeteren en anderzijds de overlast die deze groep veroorzaakt terugdringen. De woonvoorzieningen worden gerealiseerd in de vorm van hostels, verspreid over 9 locaties in de stad. Het hostel Leidsche Maan, waarvan de exploitatie in handen is van het Leger des Heils, is het laatste hostel dat in Utrecht is gerealiseerd. Het hostel is gevestigd over twee bouwlagen en heeft 35 plaatsen voor doorstromers, verdeeld over 25 eenpersoonskamers (2 huiskamers) en 10 semi-zelfstandige éénpersoonswoningen. De meeste bewoners zijn afkomstig uit andere hostels. Het complex bevat ook nog andere (huur)appartementen. Een van de uitgangspunten van BinnenPlaats is dat de leefbaarheid en veiligheid in de omgeving door de komst van het hostel niet negatief mogen worden beïnvloed. Om dit te meten zijn bij het hostel Leidsche Maan inmiddels twee metingen verricht naar de leefbaarheid en veiligheid. Omdat recent sprake lijkt van toenemende overlast, is besloten een tussentijdse meting uit te voeren, in afgeslankte vorm. Voor het onderzoek is een enquête gehouden onder de bewoners in de directe omgeving van het hostel, inclusief het hostel zelf. In totaal zijn 106 enquêtes afgenomen, waarvan 8 onder bewoners uit het hostel. Van de respons is 26% via internet gerealiseerd, 11% telefonisch en 63% persoonlijk bij de bewoners thuis. Het responspercentage bedraagt 67%, als de hostelbewoners buiten beschouwing worden gelaten. In deze rapportage zijn de resultaten van de tussenmeting weergegeven. Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten van de eerdere metingen. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de bekendheid van het hostel, de mate waarin buurtbewoners merken dat het hostel er is en het contact met hostelbewoners. In hoofdstuk 2 staat de overlast die buurtbewoners ervaren centraal. Het doorgeven van meldingen en het oordeel over de afhandeling van meldingen zijn aan de orde in hoofdstuk 3. Op de website van project BinnenPlaats (www.utrecht.nl/binnenplaats) van de gemeente Utrecht is meer informatie over het project te vinden. Daarnaast zijn op deze site alle metingen die zijn verricht voor de verschillende hostels opgenomen.
5
1
Het hostel
Bekendheid met het hostel Bekendheid van de buurtbewoners met het hostel Leidsche Maan, in procenten (N=98*) n ie t b e ke n d 9%
b e ke n d 91%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Negen op de tien ondervraagde bewoners weten dat bij hen in de buurt het hostel Leidsche Maan is gevestigd.
Iets gemerkt van het hostel Percentage van de buurtbewoners dat iets gemerkt heeft van het hostel (N=98*)
iets gem erkt
niets gem erkt
45%
55%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Bijna de helft van de buurtbewoners heeft iets gemerkt van het hostel, ruim de helft merkt er niets van. Bewoners die iets merken van het hostel geven vooral aan dat er wordt gedeald. Circa één op de vijf respondenten brengt dit naar voren. Daarnaast lopen er volgens de bewoners soms ’vreemde/vage types’ rond. Overige zaken die in relatie tot het hostel meerdere keren worden genoemd, zijn: geluidsoverlast, rondhangende mensen, brandalarm dat afgaat en overlast van auto’s (inclusief auto-inbraak). Zaken die slechts een enkele keer worden genoemd, zijn: tippelen en troep op straat. Enkele respondenten geven expliciet aan wel te merken dat het hostel er is, maar hiervan geen overlast te ervaren (4%).
6
Percentage van de bewoners dat iets gemerkt heeft van het hostel, naar woningtype (N=98*) huurw oning
39%
koopw oning
14%
atelierw oning
84%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Bewoners van de atelierwoningen merken veruit het meest van het hostel (84%). Van de bewoners van de huurwoningen geeft 39% aan iets van het hostel te merken. Bewoners van de koopwoningen merken het minst van het hostel (14%).
Contact met de hostelbewoners Contact met de bewoners van het hostel Leidsche Maan, in procenten (N=98*) aan g esp ro ken o p straat
lan g s g ew eest b ij h et h o stel
o p en d ag
an d er co n tact
26%
10%
9%
9%
g een co n tact
56%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Ruim de helft (56%) van de buurtbewoners heeft tot nu toe geen contact gehad met bewoners van het hostel. Respondenten die wel contact hebben gehad met hostelbewoners, zijn in de meeste gevallen aangesproken op straat (26%). Eén op de tien respondenten is langs geweest bij het hostel, een vergelijkbaar aandeel is naar de open dag geweest (9%) of heeft op een andere manier contact gehad (9%). Enkele van hen maken deel uit van de beheergroep, andere hebben ooit gedag gezegd of een praatje gemaakt met een bewoner.
7
2
Overlast in de buurt
De buurtbewoners hebben de vraag voorgelegd gekregen in hoeverre de volgende vormen van overlast volgens hen voorkomen in de buurt. Voorkomen van vormen van overlast in de buurt, in procenten (N varieert van 87 tot 95*) h an d el in d ru g s op straat
21%
au to’s d ie m et h og e sn elh eid lan g s sch eu ren g eb ru ik van d ru g s op straat
20%
m en sen d ie op straat w ord en lastig g evallen
73%
23%
74%
15%
4%
w ild p lassen 3 %
79%
17%
79%
15%
82%
9%
88%
b ed reig in g 2 %
kom t vaak voor
59%
20%
6%
au to’s d ie m et h ard e m u ziek lan g s rijd en 3 %
51%
21%
7%
d ron ken m en sen op straat 3 % overlast van verslaafd en
28%
98%
kom t som s voor
kom t (b ijn a) n ooit voor
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Bewoners die hebben aangegeven hierop geen antwoord te kunnen geven, zijn buiten beschouwing gelaten. Dit varieert van 3% voor auto’s die met hoge snelheid langs scheuren of overlast van verslaafden tot 11% van de bewoners die niet weet in hoeverre handel in drugs op straat al dan niet (vaak) voorkomt. Van de verschillende vormen van overlast komt handel in drugs het meest voor in de buurt volgens de respondenten. Eén op de vijf respondenten geeft aan dat dit vaak voorkomt en nog eens ruim een kwart denkt dat dit soms voorkomt. Ook auto’s die met hoge snelheid langs scheuren, is een verschijnsel dat volgens één op de vijf bewoners vaak voorkomt en volgens nog eens één op de vijf soms. Gebruik van drugs op straat, dronken mensen op straat, overlast van verslaafden en mensen die worden lastiggevallen op straat, komen volgens een vijfde tot een kwart van de respondenten soms tot vaak voor in de buurt. Auto’s die met harde muziek langsrijden is een verschijnsel dat volgens één op de zes respondenten soms tot vaak voorkomt en wildplassen volgens één op de acht. Bedreiging komt vrijwel niet voor (2% soms). De bewoners van de atelierwoningen geven veel vaker dan gemiddeld aan dat handel in drugs op straat vaak of soms voorkomt in de buurt (85%).
8
Van de 8 bewoners van het hostel geven er 6 aan dat handel in drugs op straat vaak (2) of soms (4) voorkomen in de buurt, 4 bewoners geven aan dat er vaak (2) of soms (2) auto’s met hoge snelheid door de straat scheuren, en 2 hostelbewoners denken dat er wel eens overlast van verslaafden voorkomt. Wijze waarop men weet van de vormen van overlast, in procenten (N varieert van 22 tot 50*) 96%
h an d el in d ru g s op straat
22% 83%
d ron ken m en sen op straat
21% 74%
g eb ru ik van d ru g s op straat
39% 68%
overlast van verslaafd en
36%
g ezien
au to’s d ie m et h og e sn elh eid
59%
g eh oord
53%
lan g s sch eu ren
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
De meeste vormen van overlast die volgens respondenten soms tot vaak voorkomen, hebben respondenten zelf waargenomen. Dit geldt het meest voor handel in drugs op straat (96%), maar ook voor dronken mensen op straat (83%), gebruik van drugs op straat (74%) en overlast van verslaafden (68%). Auto’s die met hoge snelheid langs scheuren heeft men zowel gezien als gehoord. ‘Gehoord’ kan bij het langsrijden van auto’s ook geïnterpreteerd zijn als ’zelf gehoord’ (in plaats van gehoord van anderen). Vormen van overlast die ‘vaak’ voorkomen volgens de buurtbewoners, in 2013, 2010 en 2009* 21% h an d el in d ru g s op straat
11% 3% 7% 8%
g eb ru ik van d ru g s op straat 2%
6% 6%
overlast van verslaafd en 2% m en sen d ie op straat w ord en lastig g evallen
w ild p lassen
d ron ken m en sen op straat
4% 5% 3% 3% 4% 6% 3% 5% 2%
2013 2010 2009
b ed reig in g
1% 3%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
9
Wanneer de overlast die volgens bewoners ‘vaak’ voorkomt, wordt vergeleken met de eerdere metingen die hebben plaatsgevonden, dan valt op dat vooral handel in drugs sterk is toegenomen. In 2009 kwam dit nog nauwelijks voor (3%). In 2010 gaf één op de tien respondenten aan dat dit vaak voorkwam en nu één op de vijf. De overige vormen van overlast komen nu niet echt veel vaker of minder vaak voor. Wanneer ook wordt gekeken naar de vormen van overlast die soms voorkomen dan komt handel in drugs vergeleken met de vorige metingen eveneens vaker soms voor: 9% in 2009, 14% in 2010 en 28% in 2013. Dit geldt ook voor gebruik van drugs op straat (8%, 14%, 20%), overlast van verslaafden (2%, 9%, 15%) en dronken mensen op straat (3%, 11%, 23%). Bij de vergelijking in de tijd moet rekening worden gehouden met het feit dat het onderzoek bij deze meting alleen betrekking heeft op de directe omgeving van het hostel en bij de vorige metingen vooral op het gebied aan de andere kant van het spoor omdat aan de kant van het hostel nog nauwelijks woningen waren gerealiseerd.
10
3
Meldingen
Meldgedrag van de bewoners, in procenten (N=98*) w ijkag en t / p o litie
17%
h o stel eld ers w ijkb u reau
8% 3% 1%
g een m eld in g d o o rg eg even
77%
* hostelbewoners zijn niet meegenomen
Een kwart van de respondenten heeft wel eens een melding doorgegeven van overlast of gevoelens van onveiligheid in de buurt. De meeste respondenten hebben zich hierbij gericht tot de wijkagent of de politie (17%). Een klein deel is naar het hostel zelf gegaan (8%). Er is één bewoner die de melding heeft doorgegeven aan de beheergroep, één bewoner is naar de bewonersvereniging gegaan en een andere bewoner heeft zich gewend tot de brandweer. Bewoners van de atelierwoningen hebben zich vaker dan gemiddeld tot de wijkagent of de politie gewend (32%). De hostelbewoners hebben zelf geen meldingen doorgegeven aan een instantie. Meldgedrag bij de wijkagent of de politie 2013, 2010 en 2009, in procenten (2013 n=98, 2010 n=129, 2009 n=111) 2013
2010
2009
17%
16%
27%
Vergeleken met de vorige meting hebben ongeveer evenveel respondenten een melding doorgegeven. In 2009 lag dit aandeel hoger.
Tevredenheid over de afhandeling Over de afhandeling van de melding zijn de meeste respondenten positief gestemd. Van de (17) bewoners die een melding hebben gedaan is bijna de helft (47%) tevreden of zeer tevreden over de afhandeling ervan, 29% beoordeelt de afhandeling als neutraal en 24% is niet tevreden. Dit zijn 4 respondenten, waarvan er 3 aangeven dat er geen actie is ondernomen nadat de melding is doorgegeven. Eén respondent was van mening dat de politie ook niet veel kon doen. De respondenten die ontevreden zijn, hebben allemaal een melding doorgegeven aan de politie of de wijkagent.
11
Bijlage
Vragenlijst Tussenmeting hostel Leidsche Maan
1. Vlakbij u in de buurt is het hostel Leidsche Maan gevestigd. Wist u dit voordat u de aankondigingsbrief voor dit onderzoek kreeg? 1. ja 2. nee
2. Merkt u iets van aanwezigheid van het hostel? Zo ja, kunt u zo duidelijk mogelijk aangeven wat u merkt en waar u dit merkt? 1. nee, ik merk helemaal niets van het hostel 2. ja, ik merk dat het hostel er is, namelijk …..
Wat merkt u:
Waar merkt u dit:
Wat merkt u:
Waar merkt u dit:
Wat merkt u:
Waar merkt u dit:
12
3. Kunt u aangeven in hoeverre de volgende zaken bij in de buurt voorkomen? komt vaak voor
A
gebruik van drugs op straat
B
handel in drugs op straat
C
dronken mensen op straat
D
overlast van verslaafden
E
mensen die op straat worden lastig gevallen
F
bedreiging
G
auto’s die met harde muziek langs rijden
H
auto’s die met hoge snelheid langs scheuren
I
wildplassen
komt soms voor
komt (bijna) nooit voor
weet niet / geen mening
4. Indien bovenstaande zaken vaak of soms voorkomen: kunt u aangeven of u dit zelf hebt gezien, erover hebt gehoord of erover hebt gelezen? (meer antwoorden mogelijk) Zelf gezien
A
gebruik van drugs op straat
B
handel in drugs op straat
C
dronken mensen op straat
D
overlast van verslaafden
E
mensen die op straat worden lastig gevallen
F
bedreiging
G
auto’s die met harde muziek langs rijden
H
auto’s die met hoge snelheid langs scheuren
I
wildplassen
Gehoord
Gelezen
weet niet /
5. Heeft u wel eens een melding doorgegeven over overlast of gevoelens van onveiligheid die u in de buurt heeft ervaren? Zo ja, aan wie heeft u die melding doorgegeven? Meer antwoorden mogelijk. 1. geen melding doorgegeven 2. ja, bij wijkagent / politie 3. ja, bij hostel
door naar vraag 7
4. ja, bij wijkbureau 5. ja, elders, namelijk ……………..
13
6. Hoe tevreden bent u over de afhandeling van uw melding door? Indien (zeer) ontevreden: kunt u aangeven waarom u ontevreden bent ? 1. zeer tevreden 2. tevreden 3. neutraal 4. ontevreden, omdat ____________________ 5. zeer ontevreden, omdat _________________
7.
Heeft u wel eens contact gehad met de bewoners van het hostel? 1. ja, naar de open dag geweest 2. ja, wel eens langs geweest bij het hostel 3. ja, wel eens aangesproken op straat 4. ja, op een andere manier nl. ____________________ 5. Nee, nooit contact hiermee gehad
8.
Hoe lang woont u in uw huidige woning? 1. minder dan 1 jaar 2. 1 tot 2 jaar 3. 2 tot 3 jaar 4. meer dan 3 jaar
9. Woont u in een huurwoning, in een koopwoning of in een atelierwoning? 1. huurwoning 2. koopwoning
3. atelierwoning
Dit waren de vragen voor het onderzoek Hartelijk dank voor uw medewerking
14