Voorwoord Bij het BIPT is in de tweede helft van 2003 het nieuwe organigram van het Instituut ingevoerd en zijn de diensten volgens nieuwe lijnen gereorganiseerd : marktontwikkelingen, technologie, controle en publieke dienst voor de telecommunicatiesector, parallel met het behoud van een autonoom postgedeelte. In het jaar 2004 zou die nieuwe organisatie moeten worden geconsolideerd en aan kracht winnen, en het bewijs leveren dat die in staat is de uitdagingen aan te gaan die het Instituut te wachten staan op het stuk van marktanalyse en marktcontrole, onder andere. Net als de markt kijkt het BIPT uit naar de voltooiing van de omzetting van het nieuwe regelgevingskader voor de elektronische communicatie om over alle bevoegdheden te kunnen beschikken die het nodig heeft om de markten te bepalen, ze te analyseren en om verplichtingen op te leggen aan de operatoren die worden aangemeld als beschikkende over aanmerkelijke marktmacht op de beschouwde markten. Alle werkzaamheden ter voorbereiding van die eindbeslissingen zijn uiteraard aan de gang opdat de verplichtingen zo snel mogelijk aan de operatoren kunnen worden opgelegd nadat het regelgevingskader in werking is getreden. Om zich zo goed mogelijk op zijn nieuwe taken voor te bereiden, neemt het BIPT actief deel aan de werkzaamheden van de groepen van Europese regulatoren (IRG en ERG). De voorzitter van de Raad van het BIPT heeft overigens het vicevoorzitterschap van die groepen op zich genomen in 2003 en zal er in 2004 de voorzitter van zijn. Het oplegge n van nieuwe verplichtingen aan de operatoren op de markt zal worden omkaderd door een reeks consultaties, waarvan sommige al in de tweede helft van 2003 begonnen zijn. Zij zullen in de grootste transparantie moeten worden voortgezet in 2004. Overeenkomstig de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector heeft het BIPT in november 2003 aan de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn eerste halfjaarlijks verslag overgezonden dat tot doel heeft aan de verkozenen de sector voor te stellen van de post en van de telecommunicatie in België en in Europa, de ontwikkelingen en vooruitzichten, alsook de voorstellen voor het optreden van de regulator. In de loop der tijd hoopt het BIPT dat zijn jaarlijks verslag, zijn halfjaarlijks verslag aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en dit beheersplan, alsook in zekere mate de jaarlijkse verslagen van het Raadgevend Comité voor de postdiensten en van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie, elkaar zullen aanvullen, zonder een nodeloze herhaling te vormen. Ook in de postsector zijn er talrijke uitdagingen en zal de voortzetting van de liberalisering van de sector vele extra taken eisen vanwege het Instituut.
1
Ondanks de reorganisatie van het BIPT is het met het beschikbare personeel niet altijd mogelijk om voldoende snel en pertinent tegemoet te komen aan alle dringende verzoeken van de economische sectoren die betrokken zijn bij de werkzaamheden van het Instituut. Dat is de reden waarom het Instituut nogmaals de aandacht van de overheid wil vestigen op de noodzaak om het kader van het Instituut uit te breiden. Inleiding In het hiernavolgende deel vindt de lezer een gedetailleerde weergave van de verwezenlijkingen van het 2e semester 2003 en van de programmering van de activiteiten voor het 1e semester van 2004 (beheersplan). De behandeling van de verschillende opdrachten van het BIPT gebeurt volgens de bevoegdheidsverdeling tussen de zes diensten van het BIPT, d.w.z. met uitsluiting van de diensten die betrekking hebben op de interne werking van het BIPT (personeel, logistiek/budget en ICT/Vertalers) : de Markten, de Technologie, de Controle en Publieke dienst, de Juridische dienst, de Postdiensten en de dienst Internationale betrekkingen. Om de belangrijkste activiteiten van het BIPT in de voorbije periode en het beheersplan voor de komende zes maanden meer in de verf te zetten, volgt in deze inleiding een overzicht van de meest markante beslissingen en activiteiten van het BIPT. 1. De markten : Het BIPT is in de voorbije periode verder gegaan met de eerste stap in de procedure voor de marktdefinitie, de marktanalyse en het opleggen van eventuele verplichtingen aan operatoren met een belangrijk marktaandeel. Op die manier wenste het BIPT, ondanks het feit dat de richtlijnen nog niet in Belgisch recht zijn omgezet, toch geen achterstand op te lopen bij deze nieuwe regulering die voortvloeit uit de Europese richtlijnen. BRIO 2004, de interconnectieverplichting voor Belgacom, werd afgerond in de zin dat na consultatie de verplichtingen van Belgacom werden vastgelegd voor het komende jaar. Een aantal markante stappen werden daarbij gezet : een verdere verlaging van de tarieven, een gelijkschakeling van de tarieven voor termineren en collecteren van de oproepen, de vereenvoudiging van “The Letter of Authorisation” voor Carrier Preselect en Select, de mogelijkheid om collecting verder te verkopen aan andere operatoren. De tariefbeslissing was nog gebaseerd op het top-down model, het is echter de bedoeling nog een conciliatie uit te voeren met het bottom- up model. Het interconnectiekostenmodel dat gebaseerd is op een bottom- up benadering werd verder ontwikkeld en een transparante procedure van consultatie werd gevolgd. Ook inzake huurlijnen en half links werden twee beslissingen genomen : m.b.t. de migratie naar transportinterconnectie en m.b.t. de tarieven voor de half links, die verder werden verlaagd.
2
Ook voor BROBA (Belgacom Reference Offer for Bitstream Access) en BRUO (Belgacom Reference Unbundling Offer) werden verdere beslissingen genomen. Ongetwijfeld betrof een zeer belangrijke beslissing de mogelijkheid van migratie van het niet-gereguleerde groothandelsaanbod van Belgacom naar de BROBA-voorwaarden. Een tweede zeer belangrijke beslissing had betrekking op de Improved Service Level Agreement. Op te merken valt dat alle stappen hebben geleid tot een werkelijke opening van de ADSL/SDSL- markt, getuige daarvan onder andere de invoering van ADSL-diensten tegen prijzen van minder dan € 20 per maand. Voor de mobiele diensten werd een consultatie gelanceerd over het gebruik van de SIM-boxen. Ook werd in dit segment van de markt een beslissing genomen m.b.t. de definitie van de piekuren van Base en de termineringstarieven van Mobistar, die nu als SMP-operator ook onderworpen is aan een price cap. Ook voor Proximus werd de vroegere beslissing van het BIPT m.b.t. de price cap bevestigd.
2. Technologische diensten. Belangrijk is hier de voorbereiding van de circulaire m.b.t. het vervangen van het stelsel van vergunningen voor netwerken en spraaktelefonie door een systeem van aangiften, in afwachting van de omzetting van de Europese richtlijnen in Belgisch recht. Vanzelfsprekend werden er verder vergunningen toegekend en aangiftes beheerd. Opvallend is dat toch nog 4 individuele vergunningen werden toegekend en 271 aangiftes geregistreerd. Voor de frequenties werd gewerkt aan de aanpassing van de politienetwerken en aan de aanpassing van de nationale frequentietabel in overeenstemming met de Europese harmonisatiewerkzaamheden. Samen met de diensten van NCS (Nationale Controle op het Spectrum) en de Marktdiensten werd een evaluatie uitgevoerd over de verplichting tot commerciële lancering van de UMTS-netwerken vanaf 15 september 2003. Op het vlak van de apparatuur werden de normale controlebezigheden voortgezet. De nummering : naast het normale beheer van het nummerplan en het volgen van de klachten, werd er een 2e consultatieronde gevoerd over de nummerreeksen 090X en 077 (infokioskdiensten). Voor de nummeroverdraagbaarheid in de vaste netwerken werden zowel de opzetkosten als de verkeersgerelateerde tarieven vastgelegd. Eveneens werden de opzetkosten per overgedragen mobiele nummer vastgelegd voor de periode van 1 oktober 2002 tot 1 oktober 2005.
3
3. Controle Telecommunicatie en Publieke dienst : Deze dienst controleert enerzijds het gebruik van het radiospectrum (NCS) wat een belangrijke dagelijkse inzet vraagt van de vijf geografische centra in België, maar heeft ook als bevoegdheid de follow-up te doen van de verplichtingen voor de telecomoperatoren en van de universele dienstverlening : in dit verband heeft het BIPT een rapport gemaakt over de uitvoering van de universele dienst door Belgacom en een aantal suggesties gedaan aan de politieke overheden m.b.t. aanpassingen aan de universeledienstverplichtingen. Bovendien heeft het BIPT terzake controles uitgevoerd. In grote lijnen wordt de universeledienstverplichting door Belgacom correct uitgevoerd. Hoewel behandeld door de diensten Markt is het belangrijk hier te vermelden dat het BIPT een verdere analyse heeft uitgevoerd van de kosten van de universele dienst op basis van nieuw verkregen informatie van Belgacom. De bedoeling is deze materie in conformiteit te brengen met de nieuwe informatie die voortkomt uit het bottom- up model en te voldoen aan de Europese bepalingen inzake universele dienst. Ter bescherming van de burgers heeft het BIPT gewerkt aan de identificatie van prepaid kaarten voor mobiele diensten, om de moeilijkheden op te vangen die de nooddiensten ondervinden tengevolge van de anonimiteit van sommige oproepen. Dit heeft geleid tot een voorbereiding van een wetgevingsinitiatief. Het BIPT heeft sinds de inwerkingtreding van een nieuw koninklijk besluit ook een coördinerende rol te vervullen in de coördinatiecel Justitie die opgericht is bij de operatoren in uitvoering van de tapwet. Verder heeft het BIPT zijn rol waargenomen als meldpunt (E-securityteam) voor de virussen op het internet, en meegewerkt aan een Europees project, CASES (Cyberworld Awareness and Security and Hancement Structure) genoemd. Ten slotte heeft deze dienst ook heel wat controleopdrachten uitgevoerd i.v.m. phoneshops, klachten over voortverkopers, testen op de kwaliteit van de telefoonlijnen, follow-up van de inlichtingen van de uitgevers van telefoongidsen, klachten i.v.m. diensten met toegevoegde waarde, enz..
4. Juridische dienst : Deze dienst heeft als opdracht juridische bijstand te verlenen aan de andere bevoegde diensten van het BIPT voor telecommunicatie, en de voorbereiding van wetgevende en reglementaire teksten. Aldus heeft de juridische dienst de circulaire voorbereid inzake spraaktelefonie en openbare netwerken waarbij het systeem van de vergunningen wordt afgeschaft, behalve vanzelfsprekend voor die diensten die gebruikmaken van het radiospectrum. Een tweede belangrijke opdracht was het mogelijk maken van MVNO’s (Mobile Virtual Network Operators) op de mobiele markt : op dit vlak loopt thans een consultatie.
4
Wat de ingrepen betreft in de wetswijzigingen heeft het BIPT de voogdijminister een advies gegeven m.b.t. de opname in de programmawet van een beperkt aantal bepalingen die het Instituut moeten in staat stellen, in afwachting van de omzetting van de richtlijnen, reeds een eerste stap te zetten in de marktdefinities, de marktanalyses, en de eventueel op te leggen verplichtingen aan SMP-operatoren. Een laatste, zeer belangrijke opdracht van de juridische diensten is het volgen van de geschillen tussen enerzijds operatoren die een beroep doen op de diensten van het BIPT en anderzijds geschillen waarbij het BIPT gedagvaard wordt voor de rechtbank i.v.m. door hem genomen beslissingen. Verder in de tekst vindt u een overzicht van deze geschillen, en het is opvallend dat steeds meer operatoren op deze mogelijkheid een beroep doen. Dit baart het BIPT zorgen i.v.m. de stabiliteit en de transparantie van de markt. 5. De postdiensten. Op reglementair vlak heeft het BIPT enerzijds de secundaire wetgeving verder afgewerkt, na ontvangst van het advies van de Raad van State. Daarnaast heeft de dienst een consultatie georganiseerd over de private brievenbussen ter voorbereiding van een reglementering en de teksten opgesteld m.b.t. een aanpassing in de programmawet van bepaalde postale aangelegenheden. Bij de voorbereiding van de conferentie van het UPU-wereldcongres (Universal Postal Union) in 2004 heeft de dienst actief geparticipeerd zowel binnen het CERP (European Committee on Postal Regulation) als binnen de UPU zelf. Wat de Belgische markt betreft, werd een zeer belangrijke consultatie gehouden over de diensten duidelijk onderscheiden van de universele postdienst, en ten tweede werd een advies m.b.t. gegroepeerde zendingen uitgevaardigd. De bedoeling van deze beide initiatieven is aan de markt klaarheid te geven omtrent de reikwijdte van de gereserveerde diens t van De Post. Daarnaast heeft de dienst ook een berekening gemaakt, op basis van de analytische boekhouding van De Post, van de kostprijs van de universele dienst voor het jaar 2002. In het kader van het beheerscontract werd ook een meting uitgevoerd va n de kwaliteit van de krantenbedeling en werd een meetinstrument gefinaliseerd voor de klantentevredenheid van De Post. Ook de kwaliteitscontrole voor de prioritaire individuele zendingen werd opgevolgd. De jaarlijkse studie werd uitgevoerd over de kostprijs van de publieke dienst voor rekening van de Staat.
6. Internationale betrekkingen – Telecom : Naast de klassieke opvolging van de internationale verplichtingen van het BIPT valt expliciet te vermelden : - de deelname aan de World Radio Conference in Geneve in juni-juli 2003; - het voorzitterschap van het CERP;
5
-
het ondervoorzitterschap, ter voorbereiding van het voorzitterschap in 2004, van de IRG (Independent Regulatory Group) en ERG (European Regulatory Group), organisaties die in het kader van de geharmo niseerde Europese aanpak van de telecomregulering een bijzonder belangrijke rol te vervullen hebben. De voorzitter van de Raad van het BIPT neemt deze functie waar.
6
REALISATIES VAN HET 2e HALFJAAR 2003
1. De telecommunicatiemarkt 1.1.De analyse van de ma rkten voor elektronische communicatie Op grond van de bevoegdheden waarover het zal beschikken wanneer het nieuwe regelgevingskader voor de telecommunicatie in België van toepassing zal zijn, gaat het BIPT over tot de nodige marktanalyses. In de loop va n het tweede kwartaal van 2003 heeft het Instituut vragenlijsten opgesteld om informatie te verzamelen, aan de hand waarvan het na analyse mogelijk zal zijn de graad van concurrentie op die markten vast te stellen, de machtige operatoren te bepalen en aan hen verplichtingen op te leggen. De externe methodologische consultatie, gehouden in het eerste halfjaar van 2003, is afgerond met een aantal vergaderingen waarop vertegenwoordigers van de ondernemingen uit de sector aanwezig waren. Rekening houdende met de informatie verkregen uit die externe methodologische consultatie zijn de vragenlijsten opgesteld voor alle relevante markten uit de Aanbeveling (met uitzondering van markt 18 die betrekking heeft op omroep). Een eerste pakket van de vragenlijsten is de bij het BIPT geregistreerde ondernemingen toegezonden in oktober. Daarover is begin november een toelichtingvergadering gehouden. Het tweede pakket met de overige vragenlijsten is in december opgezonden.
1.2.Toegang en interconnectie 1.2.1.
BRIO 2004
Er is een openbare consultatie gehouden over het ontwerp van BRIO 2004 1 dat voorgesteld is door Belgacom, zowel over de kwalitatieve aspecten van het BRIO als over de tariefaspecten. Ter aanvulling van de schriftelijke procedure zijn specifieke vergaderingen gewijd aan de kwesties in verband met de « Letter of Authorization » (LoA) en de compatibiliteit tussen het CPS en andere diensten of faciliteiten. Het definitieve besluit van de Raad van het BIPT over BRIO 2004 (16 december 2003) zal verscheidene belangrijke wijzigingen inzake interconnectie met zich brengen, onder voorbehoud van de resultaten van de verzoening tussen het top-down en het bottom-up model : -
1
de afschaffing van het tariefverschil tussen terminating en collecting ; de mogelijkheid om (lokale of IAA-) collecting door te verkopen aan andere operatoren ;
BRIO: Belgacom Reference Interconnection Offer
7
-
de vereenvoudiging van de LoA en de mogelijkheid om die te integreren in de bestelbon van de operator ; de mogelijkheid om de ATAP’s maandelijks te betalen in plaats van jaarlijks ; een aanzienlijke verlaging van de terminating- en collectingtarieven ; een nieuwe verlaging van de tarieven van half links, na die van september 2003.
1.2.2.
BROBA 2 en BRUO 3
Tijdens de tweede helft van 2003 heeft het BIPT een zeker aantal maatregelen genomen om de voorwaarden van het referentieaanbod van Belgacom voor de toegang tot binair debiet, het aansluitnetwerk en de huurlijnen aan te vullen : ?
Besluit van de Raad van 2 juni 2003 betreffende de aanvulling bij het advies betreffende BROBA 2003 van het BIPT met betrekking tot de aspecten "Guaranteed positions and related migrations rules" ;
?
Besluit van de Raad van 3 september 2003 betreffende de aanvulling bij het advies betreffende BROBA 2003 van het BIPT met betrekking tot de aspecten Improved Service Levels Agreement en andere verduidelijkingen ;
?
Besluit van de Raad van 23 december 2003 betreffende het referentieaanbod van Belgacom voor ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk.
Op te merken valt dat alle stappen hebben geleid tot een werkelijke opening van de ADSL/SDSL- markt, getuige daarvan onder andere de invoering van ADSL-diensten tegen prijzen van minder dan € 20 per maand. 1.2.3.
Interconnectie
Behalve BRIO 2004 heeft het BIPT ook verschillende besluiten genomen in verband met geschillen tussen operatoren over interconnectie : -
Besluit van 29 augustus 2003 van de Raad van het BIPT met betrekking tot de piekuren van operator Base voor zijn terminatiedienst ; Besluit van 22 augustus 2003 met betrekking tot de migratie van huurlijnen naar de transportinterconnectiedienst ; Besluit van 2 december 2003 van de Raad van het BIPT : Preciseringen ingevolge het besluit van 22 augustus 2003 met betrekking tot de migratie van huurlijnen naar de transportinterconnectiedienst.
1.2.4.
Universele dienst
Rekening houdende met internationale benchmarkings, nieuwe boekhoudkundige informatie en Europese beschikkingen heeft het BIPT geoordeeld dat de methodologie die gebruikt wordt om de voorlopige nettokosten voor 2003 te bepalen, opnieuw 2 3
BROBA: Belgacom Reference Offer Bitstream Access BRUO: Belgacom Reference Unbundling Offer
8
moest worden onderzocht. Het doel dat het Instituut nastreeft is de berekening van de voorlopige nettokosten voor 2003 op methodologisch vlak te verfijnen : - berekening van de overdrachten tussen de verschillende elementen van de universele dienst op basis van reële kosten ; - verificatie van de evaluatie van het netwerk voor lokale toegang ; - verificatie van de samenhang tussen het kostenmodel voor de universele dienst en de werkelijke structuur van het Belgacom- netwerk ; - het boeken van binnenkomende oproepen ; - evaluatie van de immateriële voordelen. 1.2.5.
Mobiele diensten
Op 26 september 2003 is een openbare consultatie gestart over het gebruik van SIMboxen4 . Het Instituut heeft twaalf schriftelijke bijdragen tot die consultatie verzameld. Na onderzoek van die antwoorden is aan de Raad van het BIPT een voorstel voor een strategie gedaan. Waarschijnlijk zal terzake in de eerste helft van 2004 een besluit worden genomen.
1.3.Tarieven en kostenmodellen -
Bottom-up model voor interconnectie
Na publicatie van de synthese van het derde consultatiedocument, de consultatie bij het BIPT zelf en de publicatie van een 4e consultatiedocument betreffende de reconciliatie, organiseerde het Instituut op 16 en 22 oktober 2003 meetings met de sector om de gemaakte opmerkingen te bespreken. Deze bespreking had in hoofdzaak betrekking op verdere verduidelijkingen van de benadering. Dit leidde tot de lancering van een vraag van het Instituut tot bijkomende informatie ter evaluatie van de eventuele aanpassing of verfijning van het model zelf.
-
Gescheiden boekhouding voor 2002
De aangekondigde publicatie van zoveel mogelijk informatie van de gescheiden rekeningen voor 2000 en 2001 zal worden geconcretiseerd in het eerste semester van 2004. Voor 2002 heeft het BIPT op grond van de oefening voor 2000 en 2001 een aantal bijkomende vereisten geformuleerd. Naast deze nieuwe regelgevende eisen werd de SMP-operator tevens verzocht de engagementen te respecteren die hij tijdens het opstellen van de gescheiden rekeningen voor 2000 en 2001 had aangegaan, maar die voor de betrokken jaren niet meer haalbaar waren.
4
Met name uit de resultaten van de openbare consultatie is gebleken dat het waarschijnlijk verkieslijk is die apparatuur « GSM Gateways » te noemen in plaats van « SIM-boxes ».
9
De regelgevende vereisten waarover geen consensus kon worden bereikt tussen het BIPT en de SMP-operator werden eind december door het Instituut schriftelijk gemotiveerd in het licht van het toepasselijke wetgevend kader. De SMP-operator werd dan ook gevraagd om deze vereisten te implementeren in zijn gescheiden boekhouding 2002, bij gebreke waarvan het BIPT genoodzaakt zal zijn om verdere stappen te overwegen, met inbegrip van het starten van een procedure in het kader van artikel 21 van de wet van 17 januari 2003 betreffende het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.
-
Huurlijnen
De aangekondigde intentie van het BIPT om zijn bevindingen omtrent dit model publiek te maken moet nog worden geconcretiseerd. Inzake de kostenoriëntatie van de huurlijnen voor 2002 werd er door het BIPT beslist de verificatie te integreren in het model voor gescheiden rekeningen voor 2002, gelet op het feit dat beide modellen gebaseerd zijn op dezelfde broninformatie. Ook met het oog op de garantie van de coherentie en het vermijden van dubbeltellingen in verschillende modellen is deze werkwijze onontbeerlijk. Aangezien er tot op heden geen consensus met de SMP-operator hierover kon worden bereikt, geldt de conclusie van de paragraaf over de gescheiden boekhouding 2002 ook in de context van de huurlijnen.
-
Mobiele telefonie
De Raad van het BIPT heeft op het stuk van tariefvoorwaarden voor interconnectie op de mobiele netwerken twee besluiten genomen : -
het besluit van 29 augustus 2003 met betrekking tot de piekuren van operator Base voor zijn terminatiedienst ;
-
het besluit van 23 september 2003 met betrekking tot de terminatielasten van Mobistar.
Met name het tweede voormelde besluit is zeer belangrijk omdat het voortaan aan Mobistar, dat in het begin van het jaar aangemeld is als beschikkende over aanmerkelijke macht (SMP) op de nationale markt voor interconnectie, een regulering van zijn MTR-terminatielasten5 oplegt via een « price cap »mecha nisme : een eerste verlaging van de betreffende tarieven van Mobistar is overigens doorgevoerd op 1 november 2003. Die regulering van de interconnectietarieven van Mobistar was gebaseerd op een kostenmodel van die
5
MTR = « Mobile Termination Rate »
10
onderneming, dat gecontroleerd is met de hulp van Bureau van Dijk, dat optrad als de externe consultant van het BIPT. Wat het Proximus- netwerk betreft, is eveneens op 1 augustus 2003 een nieuwe verlaging van de MTR- lasten ingegaan in het kader van het « price cap »mechanisme, waarvan sprake in het advies 6 van het BIPT van 17 december 2001.
1.4.De marktontwikkelingen Het BIPT heeft de verzameling en verwerking van de statistische gegevens afkomstig van de elektronische-communicatiemarkt voortgezet.
1.5.Internationaal 1.5.1. De Europese Unie Op Europees vlak heeft het BIPT deelgenomen aan de vergaderingen van de groep van de Raad Telecommunicatie die zich voornamelijk gebogen heeft over de verordening tot oprichting van een Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging, over een ontwerpbeschikking betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en aan burgers, alsook over diverse documenten met betrekking tot de rollout van breedband (netwerken, inhoud, financiering), diensten inzake elektronische overheid en overgang naar digitale televisie. Het Instituut heeft tevens deelgenomen aan de vergaderingen van het Comité voor communicatie (COCOM), aan die van de werkgroepen betreffende de .eudomeinnaam, alsook aan de stuurgroep eEurope. 1.5.2. De IRG 7 Deelname aan de plenaire vergaderingen van de Independent Regulators Group (IRG) op 9-10 juli te Wenen, op 22 september te Brussel en op 21 november te Boedapest, alsook aan de werkgroepen Mobile Access, Fixed Networks, Regulatory Accounting, SMP, Implementation, Market Analysis en End-user en aan het Contact Netwerk. 1.5.3. De ERGfn Deelname aan de vergaderingen van de European Regulators Group (ERG) op 22 september te Brussel en op 21 november te Boedapest. Ondervoorzitterschap van de voorzitter van de Raad van het BIPT van IRG en ERG vanaf juli 2003 en voorbereiding van het voorzitterschap van de ERG/IRG voor 2004. 6
Advies van het BIPT van 17/12/2001 inzake de interconnectielasten van de onderneming Belgacom Mobile 7 IRG: Independent Regulators Group
11
Beide organen zullen een cruciale rol spelen bij de implementering van de nieuwe Europese richtlijnen en de invoering van een geharmoniseerde Europese telecommarkt. Zo werd onder meer reeds een werkprogramma en een “Remedy Paper” voorbereid in samenwerking tussen ERG en IRG. 1.5.4. De CEPT8 Deelname aan de activiteiten van het Comité voor Elektronische Communicatie namelijk het ECC van de CEPT van 13 tot 17 oktober te Bornholm, de werkgroepen ervan (FM, RR, CPG, SE) en de subgroepen. 1.5.5. De ITU 9 Deelname aan de Wereld Radio Conferentie te Genève in juni/juli 2003; Het Instituut heeft actief meegewerkt aan de uitwerking van het Belgisch standpunt op de Wereldtop voor de informatiemaatschappij (World Summit on the Information Society – WSIS) die gehouden is in december 2003 in Genève. De bijdrage van het Instituut had in het bijzonder betrekking op vragen in verband met netwerken, diensten, interoperabiliteit, universele dienst alsook het internationale beheer van het internet.
2. Dienst Technologie 2.1.Netwerken en diensten Toekenning en beheer van aangiftes en vergunningen. - Verlenen van vergunningen en registraties van aangiftes. In de afgelopen periode werden 271 aangiftes geregistreerd en werden 4 individuele vergunningen toegekend. - Beheer van de vergunningen en contacten met operatoren. In de afgelopen periode werden 13 wijzigingen van bestaande vergunningen doorgevoerd; - Klachtenbeheer onder andere via informele verzoening; - Er werd een evaluatie uitgevoerd naar aanleiding van de verplichting tot de commerciële lancering van de UMTS 10 -netwerken vanaf 15 september 2003.
2.2.Maritieme radiocommunicatie en luchtvaartcommunicatie - Verlening van de vergunningen voor radiostations aan boord van luchtvaartuigen, zeeschepen en vissersboten, rijnaken, binnenvaartuigen en jachten. 8
CEPT: Conférence européenne des postes et des télécommunications ITU : Internationale Telecommunicatie Unie 10 UMTS: Universal Mobile Telecommunications System 9
12
2.3.RF-blootstellingsnormen voor het publiek in het algemeen De dagelijkse behandeling van de stralingsdossiers wordt op een geïnformatiseerde manier verwerkt.
2.4. -
Beheer van de frequenties
-
Een aantal politienetten zijn aangepast aan de nieuwe structuur ingevoerd door de politiehervorming, zowel de netten voor de federale als voor de lokale politie; De nationale frequentietabel werd aangepast en up-to-date gehouden in overeenstemming met de Europese harmonisatiewerkzaamheden. Deze frequentietabel kan on line worden geraadpleegd op de website van het BIPT. Bovendien zal de Belgische frequentieallocatietabel in de toekomst toegankelijk zijn via het “EFIS”-programma van het ERO (European Radiocommunications Office); Opvolgen van de werkzaamheden van de civiel- militaire frequentiebeleidsgroep van de NAVO.
-
2.5.
Professionele en individuele vergunningen
-
Verlenen van de vergunningen in de zeven categorieën (mobiele netten voor bedrijven, mobiele netten voor de overheid, straalverbindingen, netten binnen bepaalde terreinen, radioamateurs, CB-ers en het collectieve professionele net); Er werd een KB opgesteld tot wijziging van het KB van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations.
-
2.6.
Apparatuur
-
Verwerking van de notificaties van radioapparatuur; Controle van de R&TTE-apparatuur die op de markt gebracht wordt; Verwerking en controle van de maandelijkse aangiftes betreffende de verkoop van radioapparatuur (algemene houdersvergunning); Er werd deelgenomen aan de voorbereidende besprekingen in de Raad van Europa over de nieuwe EMC-richtlijn; Er werd deelgenomen aan een markttoezichtscampagne op Europees gebied gevoerd met het doel na te gaan of de administratieve formaliteiten opgelegd door de R&TTE-richtlijn nageleefd worden. Deze resultaten worden op Europees niveau besproken.
-
13
2.7.
Nummering 2.7.1.
-
-
-
-
Het uitvoeren van het dagelijkse beheer van het Be lgische nummerplan zoals onder andere het up-to-date houden van de via de website te raadplegen nummeringsdatabase, de monitoring van het gebruik van de toegewezen nummers, het behandelen van vragen van de gebruikers en operatoren,… 23 aanvraagdossiers voor reservatie/toewijzing van nummercapaciteit werden (tijdig) behandeld; Alle klachten met betrekking tot gebruik van nummers, ingediend door eindgebruikers of operatoren, werden geanalyseerd en indien gerechtvaardigd werd opgetreden op een informele of formele wijze naar gelang van de omstandigheden; De tweede gedetailleerde consultatieronde over de nummerreeksen 090X en 077 waaronder de infokioskdiensten worden aangeboden, werd afgerond in een nieuw document; Op internationaal vlak werd ten eerste de problematiek van de domeinnamen verder gevolgd binnen het Governmental Advisory Committee (GAC) van ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers). Verder werd het BIPT aangewezen als voorzitter van WG NNA (Working Group Numbering Naming and Addressing) binnen het ECC (Electronic Communications Committee); 2.7.2.
-
-
-
-
Nummeroverdraagbaarheid.
De tarieven voor de geografische en niet- geografische nummeroverdraagbaarheid conform het koninklijk besluit betreffende het beheer van het nummeringsplan van 10 december 1997 werden vastgelegd op basis van een opgesteld theoretisch model; De algemene coördinatie van de stuurgroep mobiel- nummeroverdraagbaarheid (NPTF MOB) voor de invoering van de overdraagbaarheid van mobiele nummers werd waargenomen; De problematiek inzake nummeroverdraagbaarheid in vaste netwerken werd verder opgevolgd via de stuurgroep overdraagbaarheid van geografische en niet-geografische nummers NPTF FIX); Een aantal concrete klachten van eindgebruikers met betrekking tot het overdragen van mobiele nummers werd uitgebreid onderzocht en opgelost; De Raad heeft op 16 september 2003 de opzetkosten per overgedragen mobiel nummer vastgelegd voor de periode 1 oktober 2002 – 1 oktober 2005; 2.7.3.
-
Beheer van het nummerplan.
Carrier preselect en carrier select.
De aanvraagprocedure en de operationele aspecten inzake carrier preselect werden grondig bestudeerd en herzien. Als gevolg hiervan werd 1) de LoA gewijzigd en vereenvoudigd, waarbij bijkomende controlemogelijkheden
14
werden ingebouwd om slamming tegen te gaan, 2) dient Belgacom een 078nummer ter beschikking te stellen zodat een klant zijn klantennummer kan te weten komen, 3) blijft de preselectie behouden bij het overschakelen van PSTN naar ISDN of omgekeerd;
2.8.Internationaal -
Actieve deelname aan de activiteiten van het Radiospectrumcomité (RSC) en de Beleidsgroep Radiofrequenties (RSPG); Actieve deelname aan de activiteiten van TCAM, aan de groep Administratieve Coöperatie EMC en R&TTE-apparatuur en aan de EMC Working Party; Er werd deelgenomen aan het Electronic Communications Committee van de CEPT, de werkgroepen ervan (FM, RA, CPG, SE) en de subgroepen; Follow- up van de normalisatieactiviteiten van ETSI; Deelname aan de CEPT Plenaire vergadering. Er werd actief deelgenomen aan de Wereldradioconferentie van de ITU in Genève van 9 juni tot 4 juli 2003.
-
-
3.
CTR Telecom
De dienst voor de controle op de telecommunicatie van het Instituut (CTR Telecom) heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de spelers op de telecommunicatiemarkt hun netwerk exploiteren of hun diensten ontwikkelen in overeenstemming met de wettelijke normen. Die dienst is verdeeld in twee afdelingen; de NCS (Nationale dienst voor de controle op het frequentiespectrum) enerzijds, die in hoofdzaak toezicht houdt op de gebruikers van het elektromagnetisch spectrum, en anderzijds de controledienst, die zich toelegt op het volgen van de activiteiten van de vaste operatoren.
3.1. NCS : Controle op de gebruikers van radiogolven In het tweede deel van het jaar 2003 heeft de dienst voor de controle op het spectrum de volgende dossiers behandeld : Taken Dossiers « storingen » Preventieve controles bij professionele gebruikers Stralingsmetingen op zendlocaties Gecontroleerde manifestaties Interventies wachtdienst Aantal opgestelde pro justitia’s Aantal gerechtelijke opdrachten
Totaal 398 846 29 70 26 111 65
15
De NCS heeft bovendien meegewerkt met het team van het BIPT dat tot taak had de vorderingen in de rollout van de UMTS- netwerken na te gaan. Om redenen van technische aard moest de meetcampagne bij een van de gsmoperatoren worden uitgesteld tot de eerste helft van 2004. Bovendien neemt de NCS nu ook deel aan de werkgroep CEPT/RA11 11 die belast is met het « enforcement »-beleid, wat een betere internationale samenwerking mogelijk zal maken op het stuk van de controles (bijv. bij grote evenementen).
3.2. Controle op de vaste operatoren 3.2.1. Controle van de universeledienstverplichtingen Het verslag van het Instituut over de manier waarop Belgacom in 2002 zijn universeledienstverplichtingen heeft vervuld, is afgewerkt en op 29 augustus 2003 door de Raad van het Instituut goedgekeurd. Dat document is beschikbaar op de website van het Instituut op het adres www.bipt.be. Het bevat een beschrijving van de manier waarop Belgacom zijn universeledienstverplichtingen heeft vervuld, alsook suggesties voor wijzigingen van de inhoud van de universele dienst. Het Instituut heeft het advies van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie over dat document gevraagd. In het kader van de aangekondigde globale herziening van de kwaliteits- en prijscriteria die nu zijn opgelegd aan de verschillende elementen van de universele dienst die vervat zijn in bijlage 1 bij de wet van 21 maart 1991, heeft het Instituut in een nota zijn voorstellen in verband met een wijziging van de verplichtingen op het stuk van openbare telefooncellen verduidelijkt en becijferd. Bovendien is het Instituut overgegaan tot : ? ?
de controle gedurende 15 opeenvolgende dagen in de centrale kantoren van Belgacom te Antwerpen op de naleving van de aansluittermijnen in de zones die door die centra worden bediend; de verificatie van de datum waarop de telefoongidsen verschijnen en van de conformiteit van de inhoud ervan met de wettelijke bepalingen. 3.1.1. Controle op de operatoren en diensten
Hierna volgen de verschillende controleopdrachten die zijn uitgevoerd : verificatie van 211 "phones shops" die verricht is in overleg met de procureurs van de verschillende parketten en in samenwerking met de diensten van de federale politie van Antwerpen, Brussel, Gent, La Louvière, Luik en Bergen; 11
onderzoek van talrijke klachten in verband met de diensten van doorverkopers; Regulatory Affairs - Enforcement & Market Surveillance
16
-
hoorzitting en proces-verbaal in verband met de naleving door « Base SA » van artikel 9 van het KB van 23 september 2002 met betrekking tot het al dan behoren tot het netwerk van een geografisch nummer en hoofdzakelijk de toegankelijkheid van de nummers 1299, 1399, 1499 & 1450 ;
-
tests en controle van de telefoonlijnen van de verschillende operatoren op basis van de vergunning die hun is verleend ;
-
verificatie van de inlichtingen die verstrekt zijn door de nieuwe uitgevers van telefoongidsen en indiening van dienstaangiftes ;
-
permanente analyse van de evolutie van de markt voor telefoongidsen en voor inlichtingendiensten ; -
-
tussenkomst in een klacht met betrekking tot de voorwaarden voor het doorzenden van de eindgegevens voor de internationale inlichtingendiensten. onderzoek en analyse van klachten in verband met de activiteiten met betrekking tot de oproepnummers met gedeeld taxatie. Die dossiers zijn behandeld in overleg met de betrokken operatoren, het bestuur voor de controle van de federale overheidsdienst Economie en de ombudsdienst voor telecommunicatie.
3.1.2. Nooddiensten - Uitvoering artikel 125 van de wet Ten behoeve van de nooddiensten zijn twee ontwerpen van koninklijk besluit opgesteld waarvoor het Instituut eind juni 2003 het advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer ontving; ingevolge dit advies van de Commissie zijn de twee koninklijke besluiten tot één geheel samengevoegd. Deze nieuwe ontwerptekst werd met de nooddiensten besproken en is voor de verdere legistieke afhandeling aan de bevoegde Minister overgezonden. - Identificatie prepaid kaarten en voorafgaande maatregelen Om de moeilijkheden op te vangen die de nooddiensten ondervinden ingevolge de anonimiteit die sommige moderne communicatiemiddelen bieden wordt aan maatregelen gewerkt. Deze maatregelen om tegen misbruik van (anonieme) voorafbetaalde kaarten van mobiele netwerken op te treden, liggen in het verlengde van het hiervoor vermelde koninklijk besluit en de wijze waarop zij kunnen worden ingevoerd is afhankelijk van het hiervoor gemelde koninklijk besluit in uitvoering van artikel 125 van de wet. Dit koninklijk besluit kan echter pas aan de bevoegde minister overgezonden worden wanneer het hierboven vermelde koninklijk besluit van de nooddiensten werd goedgekeurd, daar dit een noodzakelijke bouwsteen bevat zonder dewelke dit koninklijk besluit onwerkzaam is.
17
De wettelijke basis voor deze maatregelen zijn de artikelen 109terE en 125 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Coördinatiecel Justitie van operatoren - coördinerende rol van het Instituut Ingevolge artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 in uitvoering van de "tapwet" van 10 juni 1998 is het Instituut belast met het opstellen van een lijst met de gegevens van de leden van de coördinatiecel Justitie van de operatoren en de andere verstrekkers van telecommunicatiediensten. Dit koninklijk besluit is volledig in werking getreden op 11 november 2003. 3.1.3. Netwerkbeveiliging - E-Security Team Tijdens de tweede helft van 2003 heeft het Instituut een team in dienst gehouden dat samengesteld is uit ambtenaren van het BIPT en dat bekwaam is om het grote publiek in te lichten over het risico van de verspreiding van een computervirus op de netwerken. In die periode is zevenmaal een alarm behandeld nadat de hierna vernoemde virussen waren opgedoken : Security Alert (01/08), W32/Nachi-A (19/08), W32.Sobig.F@mm (19/08), Sobig-F (22/08), W32.Swen.A (19/09), Mimail.C (03/11), W32/Scold-MM (12/12). Bij elk alarm is er een aanpassing gekomen van de website van het BIPT, waarop informatie wordt verstrekt over het gevaar voor de verspreiding van virussen. De personen die ingetekend hebben op de mailinglijst van het BIPT zijn ook elke keer ingelicht. Op te merken valt dat die mailinglijst, die wordt beheerd door de diensten van Belnet, op 31 december 2003, meer dan 31.000 adressen telde. - Beveiliging van netwerken en het internet. Het Instituut werkt mee aan een project dat "CASES" werd genoemd : "Cyberworld Awareness and Security Enhancement Structure". Dit project heeft tot doel een pan-Europees netwerk op te zetten, dat via nationale knooppunten op een gestandaardiseerde wijze informatie zal uitwisselen en nationale initiatieven samenbrengen. Dit alles zal omgezet worden in een voor de burger begrijpelijke vorm zodat deze beter gewapend en met meer vertrouwen gebruik zal maken van de nieuwe communicatievormen en het internet. Dit project, waarvan de basisprincipes in het tweede semester van 2002 en het eerste semester van 2003 werden vastgelegd en dat reeds internationaal interesse heeft kunnen opwekken, zal bij een gunstig verloop een operationele testfase kennen in 2004. Het Instituut zal ook een aantal informatievergaderingen opzetten met de betrokken actoren die mee kunnen werken in het nationale informatieuitwisselingsnetwerk. Veiligheid van de netwerken De experten van het BIPT hebben :
18
?
de werkzaamheden gevolgd van het Studiecomité van de telecommunicatie van de NATO (Comixtelex) ; deelgenomen aan de werkzaamheden van de Vaste Raadgevende Commissie inzake de veiligheid van het elektrisch materieel. Het Instituut voert de taken van de speciale afdeling «elektromagnetische compatibiliteit » van dat comité uit ; deelgenomen aan de maandelijkse vergaderingen van de cel van het crisiscentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die belast is met de evaluatie van de economische en sociale gevolgen van crisissen (cel ECOSOC).
?
?
4.
Juridische dienst
4.1. Juridische bijstand Een van de opdrachten van de Juridische dienst voor telecommunicatie bestaat erin aan de overige diensten juridische bijstand te verlenen wanneer dat in bepaalde dossiers nodig is. De Juridische dienst voor telecommunicatie antwoordt ook op verzoeken (via telefoon of e-mail) om juridische informatie in verband met verschillende materies : o.a. nummering, SIM-box, organisatie BIPT, doorverwijzingen naar de Ombudsdienst voor telecommunicatie, ... Sedert de tweede helft van 2003 worden de juristen bijgestaan door een secretariaat waaraan zij een aantal taken kunnen delegeren : nakijken van het Belgisch Staatsblad, het coördineren van de wetten van 1979, 1991 en 2003, aanvullen van verschillende publicaties, nakijken voorbereidende werken van reglementaire teksten.
4.2. Uitwerking van wet- en verordeningsteksten 4.2.1. Circulaires inzake spraaktelefonie en openbare netwerken Het Instituut wordt geconfronteerd met aanvragen en kennisgevingen van ondernemingen die spraaktelefonie willen aanbieden of openbare netwerken willen aanleggen en exploiteren. Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (de “Machtigingsrichtlijn”) vervangt het vergunningsregime door een notificatieregime. Voortaan volstaat een kennisgeving van de persoon die spraaktelefonie wil aanbieden of die een netwerk wil aanleggen of exploiteren om deze persoon toe te staan zijn activiteiten te ontplooien, ongeacht of de spraaktelefonie of de betreffende netwerken vast of mobiel zijn. Een voorafgaande toestemming overeenkomstig artikel 3.2 van de Machtigingsrichtlijn is niet meer vereist. De omzettingstermijn van deze richtlijn is evenwel sinds 25 juli jl. verstreken zonder dat de omzetting is gebeurd. Dit heeft tot gevolg dat de huidige artikelen 87, 89 en 92bis van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige
19
economische overheidsbedrijven nog steeds in voege zijn en dat een vergunning nog steeds wordt voorgeschreven voor het aanbieden van spraaktelefonie en voor de aanleg en exploitatie van een openbaar telecommunicatienetwerk. Teneinde een voorlopige oplossing te bieden voor de problemen die zich voordoen t.g.v. de laattijdige omzetting van de richtlijnen inzake ondernemingen die spraaktelefonie willen aanbieden of openbare telecommunicatienetwerken willen aanleggen en exploiteren, heeft het Instituut twee circulaires opgesteld die een kader creëren dat het voor nieuwkomers op de betreffende markten mogelijk maakt om richtlijnconform hun activiteiten aan te vatten : deze circulaires houden in dat de betreffende ondernemingen hun activiteiten mogen aanvatten na een eenvoudige kennisgeving hiervan aan het Instituut. Na deze kennisgeving kunnen de betrokken ondernemingen van start gaan zonder dat zij op een toestemming of goedkeuring van het Instituut dienen te wachten. Na de kennisgeving zal het Instituut aan de betrokken operator een verklaring bezorgen waarin wordt gesteld dat de betrokkene een geldige kennisgeving heeft gedaan van zijn telecommunicatieactiviteiten en dat hij derhalve beschikt over de mogelijkheid om onderhandelingen over interconnectie en andere vormen van toegang aan te knopen en om rechtsgeldig gebruik te maken van het openbaar domein om zijn faciliteiten te installeren. Nieuwkomers op de markt dienen er van hun kant over te waken dat hun activiteiten gebeuren conform de verplichtingen die hen in het nieuwe reglementaire kader worden opgelegd. Vandaar dat de circulaires een minimaal kader creëren dat de operatoren wijst op hun verplichtingen inzake minimale vereisten waaraan de dienst of het netwerk moeten voldoen, inzake eerlijke mededinging en t.a.v. de gebruikers. De circulaires met betrekking tot spraaktelefonie en openbare netwerken zullen eerstdaags worden gepubliceerd. 4.2.2. Toelaten van mobiele-dienstenleveranciers Het Instituut stelde eveneens een ontwerpreglementering op die het mobieledienstenleveranciers mogelijk moet maken hun diensten aan te bieden. Momenteel staat het wettelijke kader, en in het bijzonder de secundaire wetgeving toe dat publieke mobiele diensten worden aangeboden door hetzij de drie mobiele operatoren, hetzij hun resellers. Deze resellers bieden de diensten van de betreffende mobiele operatoren aan, onder de voorwaarden die deze mobiele operatoren bepalen, en ook onder hun controle. Een reseller beperkt zich m.a.w. tot het commercialiseren van de diensten van een operator (of dienstenleverancier) die deze diensten ontwikkelt. Dienstenleveranciers daarentegen maken van een netwerk dat uitgebaat worden door een derde (de netwerkoperator) gebruik om hun eigen diensten aan te bieden. Wat betreft de aard, de functionaliteiten en de performantie van de door hen aangeboden diensten, handelen zij autonoom, alsook wat betreft hun klantenbeheer, hun tarifering enz. Op mobiele netwerken zijn evenwel geen dienstenleveranciers actief. Dit houdt in dat de diversificatie van de publieke mobiele diensten minder groot is dan wat het zou
20
kunnen zijn, en dat de gebruikers door het gebrek aan mededinging in mindere mate verlaagde tarieven kunnen genieten. Teneinde mobiele dienstenleveranciers op de markt toe te laten heeft het Instituut aan het kabinet een ontwerpbesluit bezorgd waarin het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM- mobilofonienetten, het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten, het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele-telecommunicatiesystemen van de derde generatie alsook het koninklijk besluit van 23 september 2002 betreffende de overdraagbaarheid van de nummers van eindgebruikers van de aan het publiek aangeboden mobiele telecommunicatiediensten worden aangepast. 4.2.3. Wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector – Wijzigingen en uitvoeringsmaatregelen 4.2.3.1. Wijzigingen in de wet De programmawet van 22 december 2003 heeft twee wijzigingen aangebracht in de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector : -
Toekenning aan het Instituut van de bevoegdheid om alle nuttige daden te stellen ter voorbereiding van de toepassing van in werking getreden Europese richtlijnen (aanvulling artikel 14, §1). De omzetting van het nieuwe Europese regelgevingskader heeft vertraging opgelopen. Deze bepaling heeft tot doel om na de omzetting snel tot uitvoering te kunnen overgaan. Zo zal het Instituut bijvoorbeeld bevoegd zijn om bij de operatoren informatie op te vragen en deze te analyseren ter voorbereiding van zijn besluiten met betrekking tot marktdefiniëring en marktanalyse.
-
Wijziging artikel 30 : verduidelijking en betere aanpassing aan advies van de Raad van State.
4.2.3.2. Maatregelen ter uitvoering van de wet - Huishoudelijk reglement van de Raad Eind november 2003 heeft het Instituut aan de minister een ontwerptekst van het huishoudelijk reglement van de Raad overgezonden. - Aanpassing van sommige koninklijke besluiten aan de nieuwe bevoegdheden van het Instituut Aan de minister is een ontwerp van koninklijk besluit voorgelegd tot aanpassing van sommige bepalingen van het statuut van het personeel aan de nieuwe bepalingen van
21
de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector. - Schorsing van sommige beslissingen van het Instituut Artikel 15 van de wet van 17 januari 2003 voorziet in de mogelijkheid voor de Ministerraad om op voorstel van de minister van Post en Telecommunicatie, binnen 30 dagen in naam van het algemeen belang bepaalde beslissingen van het Instituut te schorsen, terwijl aan de regulator wordt opgegeven in welke richting een nieuwe beslissing moet worden genomen. De lijst van die beslissingen moet worden vastgesteld bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit. Het Instituut heeft een voorstel voor een tekst aan de minister verstuurd. - Raadgevende Comités Van de huidige Raadgevende Comités, het ene voor de telecommunicatie, het andere voor de postdiensten, worden de opdrachten, de samenstelling en de werkwijze herzien. De laatste twee punten moeten bij een koninklijk besluit worden gepreciseerd. Het Instituut heeft tekstvoorstellen voorbereid en voorgelegd aan de minister, die daarover het advies van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie gevraagd heeft. 4.2.4. Omzetting van het nieuwe Europese regelgevingskader De « Kaderrichtlijn », « Machtigingsrichtlijn », « Toegangsrichtlijn » en « Universeledienstrichtlijn » moesten uiterlijk 24 juli 2003 in Belgisch recht omgezet zijn. De richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie moest omgezet zijn tegen 31 oktober 2003. Op het ogenblik waarop dit beheersplan wordt opgesteld, is het voorontwerp van wet betreffende de elektronische communicatie, dat uitgewerkt is door het Instituut en op 25 oktober 2002 overgezonden is naar het kabinet van de minister van Telecommunicatie en Overheidsparticipaties, nog altijd niet aangenomen. 4.2.5. Programmawet van 22 december 2003: art. 407 – 412 Behalve de bepalingen bedoeld onder 4.2.3.1. heeft de programmawet van 22 december 2003 betrekking op de telecommunicatiesector : - Bekrachtiging KB van 19 maart 2003 tot omzetting van de artikelen 7.5 en 9.3 van Richtlijn 97/33/EG van 30 juni 1997 van het Europees Parlement en de Raad inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP). Dit KB werd genomen op basis van artikel 122 van de wet van 21 maart 1991 en wordt ingevolge datzelfde artikel bij wet bekrachtigd. - Verlenen van machtigingen aan de Koning : verlenging tot 31 december 2005 van de termijn waarbinnen de Koning, om tegemoet te komen aan de Europese reglementering, bepaalde wetten mag wijzigen via een KB vastgesteld na overleg in
22
de Ministerraad en binnen vijftien maanden bij wet bekrachtigd. Het gaat om de wet van 21 maart 1991, de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbeslechting naar aanleiding van laatstgenoemde wet.
4.3. Geschillen 4.3.1. Beroep tegen adviezen of besluiten van het Instituut Tegen sommige besluiten of adviezen van het BIPT is beroep aangetekend bij de Raad van State of bij het hof van beroep te Brussel, dat in kort geding rechtspreekt (voor beroepen voor het hof van beroep, zie artikel 2, § 1, van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector). Die procedures hebben tot nu toe nog niet geresulteerd in een beslissing van de rechtscolleges bij wie ze aanhangig zijn gemaakt : Verzoekschrift tot nietigverklaring door de NV Mobistar ingediend bij de Raad van State tegen het advies van 26 november 2002 van het BIPT aan de minister van Telecommunicatie betreffende de activering van het fonds voor de universele dienst op telecommunicatiegebied. Verzoekschrift tot nietigverklaring door de NV Belgacom ingediend bij de Raad van State tegen het advies van het BIPT betreffende het referentieaanbod van Belgacom voor toegang tot binair debiet – versie 2003 – door de minister van Telecommunicatie goedgekeurd op 16 januari 2003. Verzoekschrift tot nietigverklaring door de NV Mobistar ingediend bij de Raad van State tegen het advies van het BIPT dat op 21 januari 2003 door de minister van Telecommunicatie is goedgekeurd over de aanduiding van de operatoren met een sterke positie op de markt voor de mobiele openbare netwerken en de nationale markt voor interconnectie. Beroep ingediend bij het hof van beroep te Brussel door de NV Belgacom tegen het besluit van de Raad van het BIPT van 2 juni 2003 “Aanvulling bij het advies betreffende BROBA 2003 met betrekking tot de aspecten « Guaranteed positions and related migrations rules ». Beroep ingediend bij het hof van beroep te Brussel door de NV Belgacom tegen het besluit van de Raad van het BIPT van 3 september 2003 getiteld “Aanvulling bij het advies betreffende BROBA 2003 van het BIPT met betrekking tot de aspecten Improved Service Level Agreements en andere verduidelijkingen ».
23
Beroep ingediend bij het hof van beroep te Brussel door de NV Belgacom Mobile tegen het besluit van 29 augustus 2003 van de Raad van het BIPT met betrekking tot de piekuren van operator Base voor zijn terminatiedienst. Beroep ingediend bij het hof van beroep te Brussel door de NV Mobistar tegen het besluit van 16 september 2003 van de Raad van het BIPT betreffende de opzetkosten per overgedragen mobiel nummer voor de periode 1 oktober 2002 - 1 oktober 2005. Beroep ingediend bij het hof van beroep te Brussel door de NV Belgacom Mobile tegen het besluit van 23 september 2003 van de Raad van het BIPT met betrekking tot de terminatielasten van Mobistar. 4.3.2. Interventie van het BIPT in de procedures met betrekking tot de wetten van 17 januari 2003 Het Instituut heeft het besluit genomen om vrijwillig tussenbeide te komen in de twee procedures die bij het Arbitragehof zijn ingediend tot nietigverklaring van enerzijds de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en anderzijds artikel 2 van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector. 4.3.3. Interventie van het BIPT in het kader van andere procedures Omdat het zich als regulator van de Belgische telecommunicatiesector rechtstreeks betrokken achtte (en overigens al geconsulteerd was bij het onderzoek door de Dienst voor de mededinging in dezelfde procedure), heeft het Instituut het besluit genomen om vrijwillig tussenbeide te komen in de procedure voor het verzoek om voorlopige maatregelen die bij de Raad voor de mededinging is ingeleid door de NV Codenet, Colt Telecom, Versatel en Worldcom tegen de NV Belgacom in verband met zijn gecommercialiseerd tariefaanbod, « Benefit Excellence » genaamd.
5.
De postsector
5.1.Evolutie van het regelgevingskader 5.1.1. Nationaal niveau 5.1.1.1.Secundaire wetgeving De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer heeft op 9 juli 2003 zijn advies verstrekt over een ontwerp van koninklijk besluit “tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven” en over een ontwerp van koninklijk besluit “tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot
24
toepassing van de artikelen 144 quater, §3, 148 sexies, §1, 1° en 148 septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven ”. In zijn zitting van 4 november 2003 heeft de Ministerraad, ter uitvoering van het besluit van de Raad van 4 april 2003 besloten dat het ontwerp van koninklijk besluit tot toepassing van Titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven onverwijld ter ondertekening zal worden voorgelegd aan het Staatshoofd en in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt. Beide ontwerpen zijn herzien op grond van de opmerkingen van de Raad van State en naar de bevoegde minister overgezonden. Met het oog op de inwerkingtreding van de voormelde besluiten werden data verzameld en werd gewerkt aan een computerprogramma voor de verwerking van de aanvragen en vergunningen. 5.1.1.2.Rondetafelgesprek over de particuliere brievenbussen Op basis van de input van de leden van de werkgroep stelde het Instituut een ontwerpbesluit op houdende wijziging van de wettelijke bepalingen aangaande de plaats en afmetingen van de opening van particuliere brievenbussen, alsook een aanbeveling aangaande de ideale brievenbus. Beide documenten werden voor commentaar overgezonden aan de leden van de werkgroep (vertegenwoordigers van de gemeenschappen, De Post, privé-distributeurs, brievenbusfabrikanten, beroepsvereniging van architecten…). 5.1.1.3.Programmawet Het Instituut adviseerde het kabinet van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid bij het opstellen van het ontwerp van programmawet wat de postale aangelegenheden betreft. De onderhandelingen spitsten zich wat de postsector betreft toe op enerzijds een herziening van de termijn inzake de publicatie van de definitieve participatie van de deelnemers in het compensatiefonds voor de universele postdienst, en anderzijds eventuele maatregelen die het Instituut kan nemen in geval van een aanhoudende inbreuk op de sociale en/of fiscale wetgeving waardoor de universele dienstverlening van andere operatoren ernstig gehinderd wordt. 5.1.2. Europees niveau 5.1.2.1. BTW op de postdiensten Het BIPT communiceerde zijn analyse van het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de BTW op postale dienstverlening aan de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie en onderzocht de impact van de voorgestelde regeling op de Belgische postsector.
25
5.1.2.2. Follow-up van de gevolgen van de omzetting van Richtlijn 2002/39 Het BIPT heeft de ontwikkelingen terzake gevolgd. In dit kader heeft het BIPT op 25 november 2003 deelgenomen aan het Comité van de Postrichtlijn. Gedurende deze vergadering werd het BIPT geïnformeerd inzake de omzetting van de Richtlijn in de diverse lidstaten, het eventueel bindend maken van de Europese norm EN 14012 “Measurement of compliants and redress procedures” voor de aangewezen leverancier van de universele dienst en de andere werkzaamheden van de Commissie.
5.2.Beheer van de markt en universele dienst 5.2.1. Afbakening van het postmonopolie Het Instituut organiseerde een consultatie van de markt naar aanleiding van de mededeling van het Instituut inzake diensten duidelijk onderscheiden van de universele postdienst. Het Instituut bracht ook advies uit over een nieuw dienstenconcept waarin de groepering van diverse postzendingen in één pakket centraal stond. Naar aanleiding hiervan stelde het Instituut een mededeling op over de gegroepeerde zendingen. 5.2.2. Kosten van de UD Alle boekhoudkundige elementen zijn verzameld om de berekening van de kosten van de universele dienst af te ronden. Het BIPT heeft overeenkomstig artikel 144nonies van de wet van 21 maart 1991 de kosten van de universele dienst voor het jaar 2002 berekend. Dit om in voorkomend geval vast te stellen dat de universeledienstverplichtingen voor de aangeduide leverancier een onevenredige last vormen, rekening houdende met de diensten die eraan worden voorbehouden. Die berekening is gemaakt op basis van de analytische boekhouding van De Post.
5.2.3. Follow- up van het derde beheerscontract tussen de Staat en De Post 5.2.3.1.Kwaliteitsmeting van de krantenbedeling In oktober is bij 79.000 abonnees van de dagbladpers een schriftelijke opiniepeiling gehouden. Bijna veertigduizend antwoorden zijn bij het BIPT toegekomen. De enquête had tot doel het werkelijke tijdstip van de levering van de kranten op te tekenen en op die manier de overeenstemming na te gaan tussen de werkelijkheid en de voorschriften van de tripartiete overeenkomst tussen de Staat, De Post en de dagbladuitgevers. 5.2.3.2.Effecten en kwijtschriften
26
Wat betreft de verplichtingen van De Post op het vlak van de kwijtschriften en effecten werden de ontwerpen houdende wijziging van het koninklijk en ministerieel besluit van 12 januari 1970, die op 2 juni 2003 voor advies aan de Raad van State werden voorgelegd, bijgesteld conform het advies en toegezonden aan het kabinet van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. 5.2.3.3.Erkenningsvoorwaarden voor tijdschriften Het ontwerpbesluit betreffende de wijziging van artikel 14 van het KB van 12/1/1970 (dat de erkenningsvoorwaarden voor tijdschriften vaststelt) is afgewerkt en moet nog door de bevoegde minister worden goedgekeurd. Voor dat ontwerp is een studie verricht om de criteria te bepalen waaraan tijdschriften moeten voldoen om een voordelig tarief te kunnen genieten. 5.2.3.4.Tevredenheid van de cliënteel Het instrument om de tevredenheid van de cliënteel van De Post te meten, is volledig uitgewerkt. Een eerste tevredenheidsonderzoek is eind juni 2003 verricht. Die enquête was gericht tot privé-personen en ondernemingen.
5.2.3.5.De factuur aan de Staat De factuur voor de verstrekking van openbare diensten voor rekening van de Staat is door het BIPT onderzocht. Die studie is aan de bevoegde minister verzonden. 5.2.3.6.De kwaliteitscontrole Het BIPT heeft de verzendingstermijnen voor prioritaire individuele zendingen blijven volgen en is verheugd te moeten vaststellen dat de resultaten van de aangewezen leverancier van de universele dienst sterk zijn verbeterd. Met betrekking tot de “real mail study” heeft De Post enige achterstand opgelopen, doch De Post heeft deze studie voorzien in haar werkplan 2004. De BIPT zal deze studie van nabij volgen daar deze studie moet worden uitgevoerd volgens de Europese norm EN 13850 “Postdiensten – Kwaliteit van diensten – Meting van kwaliteit van eind-toteind dienstverlening voor prioritaire individuele post”. Ten slotte heeft België meegewerkt daar België een casestudy was bij de studie inzake “Quality of service Targets, Measurement and Performance in relation to the Community Universal Postal Service” uitgevoerd door WIK Consult in opdracht van de Europese Commissie. 5.2.4. Statistieken Het BIPT heeft zich erop toegelegd verschillende databases bijeen te brengen met betrekking tot de ondernemingen die actief zijn in de postsector. Dankzij de instelling van een vergunningen- en aangiftesysteem zou het in staat moeten zijn, om in die richting vooruitgang te boeken.
27
5.3. Internationale aspecten 5.3.1. CERP 12 Het Instituut nam actief deel aan de vergaderingen van de diverse werkgroepen en projectteams, alsook aan de plenaire vergadering te Boekarest op 20 en 21 november 2003. Binnen de CERP-werkgroep “Economics” werd het interessante onderwerp inzake toegang tot het netwerk besproken. Werkgroep “ UPU issues”
13
.
Binnen de werkgroep « UPU issues » zijn de leden van de werkgroep speciaal op de hoogte gebracht van de activiteiten van de Raad van bestuur. Er wordt een synthese gemaakt van de vergaderingen van het Raadgevend Comité. Er worden inlichtingen verstrekt over het beheer van het werk van de Vereniging (Praktische gids van de postregulering, de uitwisselingskantoren in het buitenland en de hervorming van de UPU). Het Congres in Boekarest wordt voorbereid via de analyse van de verschillende voorstellen die daar zullen worden voorgelegd. Gedurende het eerste semester van 2003 nam het Instituut deel aan de vergaderingen over het nieuwe mandaat van de Europese Commissie voor de standaardisatie op het vlak van postdiensten. De werkzaamheden hadden voornamelijk betrekking op de aanpassing van de meetmethode voor de prioritaire intracommunautaire zendingen en de toegang tot het postale netwerk. De werkgroep “Regulatory Issues” besprak tijdens zijn vergadering te Dublin in oktober 2003 onder meer de graad van omzetting van Richtlijn 2002/39 en besteedde hierbij bijzondere aandacht aan de klachtenprocedures die krachtens deze richtlijn georganiseerd moeten worden. Daarnaast werden de mogelijke gevolgen van het “Groenboek over diensten van algemeen belang” geëvalueerd. De werkgroep “Economics” analyseerde diverse thema’s tijdens zijn vergaderingen maar concentreerde zich voornamelijk op de omzetting van de boekhoudkundige regels uit Richtlijn 97/67 en de kosten en tarifering van de universele dienst.
5.3.2. UPU Het BIPT heeft de evaluatie aangevat van de voorstellen vanwege de overige lidstaten voor het Congres in Boekarest in 2004.
12 13
Comité européen des régulation postal UPU: Wereldpostvereniging
28
5.4. CEN-normen14 Het BIPT is in het bezit van de eerste resultaten van de diverse projectgroepen inzake de aanpassing van de meetmethode voor de prioritaire intracommunautaire zendingen, voor een concurrentiële markt en de toegang tot het postale ne twerk.
5.5. Deelname aan de activiteiten van de Europese Commissie Het Instituut heeft deelgenomen aan een rondetafelgesprek over de verenigbaarheid van de Akten van de UPU met de Europese verdragen en de regels van de WTO 15 . In juli 2003 leverde het Instituut zijn bijdrage aan de studie van de Europese Commissie over de diverse statuten van de postale regulatoren. In december 2003 ging het BIPT in op de vraag van de Europese Commissie om mee te werken aan een rapport over het postale licentiesysteem in de lidstaten en de toetredings- en kandidaat- landen.
14 15
CEN: Comité européen de normalisation (Europees Comité voor normalisatie) WTO : Wereldhandelsorganisatie
29
B. BEHEERSPLAN VOOR DE EERSTE HELFT VAN 2004 1.
Telecommunicatiemarkt 1.1.
De analyse van de markten voor elektronische communicatie
De marktanalyse is een nieuwe activiteit waarvan de complexiteit en derha lve de duur moeilijk in te schatten zijn, zoals trouwens in het verleden is gebleken. De volgende activiteiten worden dan ook met dat voorbehoud gepland: ? verwerken van de vragenlijsten; ? opstellen van de marktanalyse; ? nationale consultatie. De door de ondernemingen ingevulde vragenlijsten moeten verwerkt worden. Dat betekent concreet: ? administratie van de ontvangen vragenlijsten; ? uitoefenen van druk op laat antwoordende ondernemingen; ? verwerken van gegevens naar een vorm die gegevensanalyse mogelijk maakt. Aan de hand van de gegevens uit de vragenlijsten en andere bronnen moet de analyse worden opgesteld. Die analyse kan globaal in drie hoofdstukken ingedeeld worden: ? ? ?
de marktdefinitie; de analyse van die markt met bepaling van mededingingsproblemen en ondernemingen met aanzienlijke marktmacht; het voorstellen en verantwoorden van geschikte maatregelen.
Marktanalyses die afgerond zijn, worden na een interne consultatie aan een nationale consultatie onderworpen, eventueel voorafgegaan door een consultatie binnen een selectere groep. De belanghebbenden kunnen daarop reageren.
1.2.
Toegang en interconnectie
1.2.1.
Interconnectie
Zoals vermeld in het besluit betreffende BRIO 2004 moeten een aantal interconnectietarieven nog verder worden onderzocht. Het gaat om de tarieven van de diensten met toegevoegde waarde (Service Access Rates) en om de tarieven van de IC-links. Het BIPT zal ook de vergaderingen voortzetten van de werkgroep die zich bezighoudt met de kwesties in verband met CPS (analyse van de eventuele technische incompatibiliteiten).
30
Bovendien zal het BIPT om de gelijkheid van de concurrentievoorwaarden te garanderen, eventueel gebruikmaken van artikel 109ter, § 5, van de wet van 21 maart 1991 om ervoor te zorgen dat de interconnectiecontracten geen discriminerende bepalingen bevatten inzake financiële waarborgen. Tot slot zet het Instituut uiteraard het onderzoek voort van verschillende verzoeken die het in 2003 ontvangen heeft en waaromtrent nog geen besluit genomen is. 1.2.2. Universele dienst Het BIPT zal het in september 2003 aangevatte, hernieuwd onderzoek voortzetten van de methode voor de berekening van de nettokosten van de universele dienst. Dat hernieuwd onderzoek geschiedt in nauwe samenwerking met Belgacom en het consultancybedrijf Bureau van Dijk. Er zijn ook contacten gepland met de alternatieve operatoren. Zodra de methode gestabiliseerd is, zal ze worden toegepast voor de berekening van de nettokosten voor de jaren 2003 en 2004.
1.3.
Tarieven en kostenmodellen
Een beschrijving van het top-down model voor interconnectie dat met het oog op BRIO 2004 werd geactualiseerd zal ter beschikking worden gesteld via de website van het BIPT. Deze beschrijving zal betrekking hebben op de traffic-related interconnectietarieven (terminating, collecting en transit) en het ATAP-tarief. De tarieven van de customersited IC-links die geen deel uitmaakten van het besluit van de Raad van 23/12/2003 zullen in de beschrijving worden geïntegreerd voorzover de uit de eerste analyse voortvloeiende belangrijke verschillen met vorig jaar zijn verklaard op het moment van publicatie van de beschrijving. In de context van BRIO 2004 heeft het BIPT het verder noodzakelijk geacht in een bijkomende analyse te voorzien begin 2004 voor de interconnectietarieven van de VAS-diensten. Gelet op de ontwikkeling van een LRIC bottom- up model voor terminating en collecting zal in de loop van het eerste semester van 2004 het tarief van deze interconnectiediensten worden herzien. De impact van de reconciliatie van het topdown en het bottom-up model op de tarieven zal namelijk door het BIPT worden beoordeeld en de tarieven zullen als gevolg hiervan worden aangepast. De timing zal worden bekendgemaakt via de BIPT-website. Zodra de discussie omtrent de regelgevende vereisten is afgerond en het model voor gescheiden boekhouding ter beschikking wordt gesteld door de SMP-operator, richt de aandacht van het Instituut zich in het eerste semester van 2004 op de beoordeling van de resultaten van de gescheiden rekeningen voor 2002 en van het respect van de regelgevende verplichtingen die via de gescheiden boekhouding worden
31
gecontroleerd. Inzake de kosten van de huurlijnen zal het Instituut de integratie van de verificatie van de kostenoriëntatie in het model voor gescheiden boekhouding volgen zodra het principe van de integratie wordt uitgewerkt. Dit vereist concreet een follow-up op drie niveaus : 1) een gedetailleerde analyse van de segmentatie en van de definitie van de huurlijnen zodat de nationale retailhuurlijnen correct worden geïsoleerd binnen de globale categorie van de huurlijnen. 2) de implementatie en de validatie van de verbeteringen die voor de oefening 2001 werden geformuleerd. 3) een analyse van de resultaten die via het model voor gescheiden boekhouding worden verkregen. Mobiele telefonie Voor het eerste semester van het jaar 2004 werden de volgende activiteiten gepland : -
Denkwerk over de toekomstige regulering van de interconnectielasten van de mobiele-telefonieoperatoren, met name in het kader van de inwerkingstelling van het nieuwe regelgevingskader en van de lopende marktanalyse; Definitie van de strategie van het BIPT en eventuele aanneming van besluiten door de Raad over onder andere het gebruik van SIMboxapparatuur (of « GSM gateways ») en sommige bijzondere aspecten van interconnectie op de mobiele netwerken (met name de interconnectievoorwaarden voor oproepen van internationale oorsprong en voor kosteloze oproepen – 0800-nummers of nummers met gedeelde taxatie).
-
1.4.
De marktontwikkelingen
1.5.
Internationaal 1.5.1.
De Europese Unie
Het BIPT zal de ontwikkelingen op Europees niveau aandachtig blijven volgen. De thema’s die door het Iers voorzitterschap aangekondigd zijn, hebben betrekking op de follow-up van het actieplan eEurope 2005 (hernieuwd onderzoek, halverwege), de ontwikkeling van breedband, de on- lineadministratie, de regulering van ongewenste email (spam), veilig internetgebruik, het beheer van het frequentiespectrum. De werkzaamheden van het COCOM zullen hoofdzakelijk toegespitst zijn op de follow-up van de vragen in verband met de omzetting, op de prijs en de beschikbaarheid van huurlijnen, op de toegang voor gehandicapten tot elektronischecommunicatiediensten, op de werking van het register voor de .eu-domeinnaam, op breedband, enz..
32
Het Iers voorzitterschap plant twee formele Raden van de telecommunicatieministers in maart en juni 2004, alsook een ministerconferentie over breedband in april, en in februari, in samenwerking met Hongarije, nog een ministerconferentie over de informatiemaatschappij. 1.5.2.
IRG en ERG
2004 staat in het teken van het voorzitterschap van IRG en ERG. In die hoedanigheid zorgt het BIPT voor de organisatie van de plenaire vergaderingen van de ERG en de IRG van 29-30 januari te Brussel, 1-2 april te Londen en 17-18 juni te Luxemburg alsook van de vergaderingen van het Contact Netwerk die twee weken voor elke plenaire vergadering plaatsvinden. Deelname aan de werkgroepen van de IRG onder andere de werkgroepen Mobile Access, Fixed Networks, Regulatory Accounting, SMP, Implementation, Market Analysis en End-user. 1.5.3.
De CEPT
Deelname aan het Electronic Communications Committee gepland op 15-19 maart te Vilnius, de werkgroepen ervan (FM, RR, CPG, SE) en de subgroepen. Deelname aan de algemene vergadering van de CEPT op 30-31 maart te Madeira; 1.5.3.
De ITU
Het BIPT zal meewerken aan de follow- up van het eerste deel van de Wereldtop over de informatiemaatschappij en aan de voorbereiding van het tweede deel, dat in 2005 zal plaatsvinden in Tunis.
2.
Dienst Technologie 2.1.
-
-
Netwerken en diensten
Verlenen van vergunningen en registraties van aangiften; Uitzuiveren van de lijsten van vaste- netwerkoperatoren en van spraaktelefonieoperatoren zodat operatoren die niet langer actief zijn op de Belgische markt ook niet langer voorkomen in de lijsten van vergunde operatoren; Beheer van de vergunningen en contact met de operatoren; Beheer van de klachten; Administratieve voorbereiding en opstelling van procedures voor de overgang van een systeem van vergunningen naar een systeem van aangiftes; Afgifte van de vergunningen voor operatoren van mobielecommunicatiesystemen.
33
2.2. -
Opstellen van een nieuw handboek voor de VHF-examens.
2.3. -
-
-
-
Professionele en individuele vergunningen
Verlenen van de vergunningen in de zeven categorieën. Publicatie van een KB tot wijziging van het KB van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations; Herziening van het MB van 9 januari 2001 betreffende het aanleggen en doen werken van radiostations door radioamateurs.
2.6. -
Beheer van de frequenties
Aanpassing van de politienetten aan de nieuwe structuur ingevoerd door de politiehervorming, zowel de netten voor de federale als voor de lokale politie; Aanpassen en up-to-date houden van de nationale frequentietabel in overeenstemming met de Europese harmonisatiewerkzaamheden. Deze frequentietabel kan on line geraadpleegd worden op deze website. Bovendien is de Belgische frequentieallocatietabel toegankelijk via het “EFIS”-programma van het ERO (European Radiocommunications Office); Het opvolgen van de problematiek aangaande IMT-2000/UMTS in het kader van de CEPT en de ITU-R; Medewerking aan de activiteiten van de Gemengde Commissie voor de Telecommunicatie; Opvolgen van de werkzaamheden van de civiel/militaire frequentiebeleidsgroep van de NAVO.
2.5. -
RF-blootstellingsnormen voor het publiek in het algemeen.
Uitbreiding van het toepassingsgebied tot de grote telecomgebruikers en aanbieders en tot de omroepinstellingen naast de mobiele operatoren; Controle op de naleving van de verordeningsbepalingen inzake gedeeld gebruik van antennesites, met name de gemeenschappelijke databank van de antennesites (artikel 92 quinquies van de wet van 21 maart 1991).
2.4. -
Maritieme radiocommunicatie
Apparatuur
Verwerking van de notificaties van radioapparatuur. Controle van de R&TTE-apparatuur die op de Belgische markt wordt gebracht.
34
-
Verwerking en controle van de maandelijkse aangiftes betreffende de verkoop van radioapparatuur (algemene houdersvergunning); Follow- up van de besprekingen in de Europese Raad en Parlement over de nieuwe EMC-richtlijn: Deelname aan een markttoezichtscampagne op Europees gebied gevoerd met het doel na te gaan of de administratieve formaliteiten opgelegd door de R&TTErichtlijn nageleefd worden. Bespreking van deze resultaten op Europees niveau, interpretatie, evaluatie en conclusies; Publicatie van een mededeling van het Instituut betreffende “illegale draadloze radioapparatuur”. Er werd een standpunt ingenomen met betrekking tot scanners.
-
-
2.7 -
Examens
informatisering van het examen VHF en radioamateur;
2.8.
Nummering 2.8.1. Beheer van nummerplan.
-
-
Het verlenen van nummercapaciteit, marktcontrole en behandeling van klachten; De studie van de nummering in de context van nieuwe diensten zoals Voice over IP en het gebruik van korte nummers in gsm-netwerken; Het verder onderhouden van de relaties met operatoren en gebruikers van telecommunicatiediensten als input tot het nummeringsbeleid; Waarnemen voorzitterschap WG NNA binnen het ECC en de verdere internationale follow-up van de ontwikkelingen op het vlak van de nummering en domeinnamen; De studie van de rol van de overheid met betrekking tot domeinnamen in het dot-be-topniveaudomein. 2.8.2. Nummeroverdraagbaarheid.
-
De verdere vereiste coördinatie en follow- up van de nummeroverdraagbaarheid in de vaste (FNP) en mobiele netwerken (MNP); Het uitwerken van een regeling voor de vaststelling van de verkeersafhankelijke tarieven voor de mobielnummeroverdraagbaarheid.
2.8.3. Carrier preselect/carrier select (CPS/CSC). -
De behandeling van klachten en vragen van klanten met betrekking tot CPS/CSC; Het doorvo eren van een actieve controle in het kader van de antislammingpolitiek;
35
-
Het organiseren van een marktconsultatie om de toegang tot reservatie/toewijzing van een carrier select code en carrierpreselect mogelijk te maken voor wederverkopers.
2.9.
Internationaal
- Actieve deelname aan de activiteiten bij de Europese Commissie van het Radiospectrumcomité en de Beleidsgroep Radiofrequenties; - Actieve deelname aan de activiteiten van TCAM, aan de groep Administratie Coöperatie EMC en R&TTE-apparatuur en aan de EMC Working Party; - Deelname aan het Electronic Communications Committee van de CEPT, de werkgroepen ervan (FM, RA, CPG, SE) en de subgroepen; - Follow- up van de normalisatieactiviteiten van ETSI.
3.
CTR Telecom 3.1.
NCS : controle op de gebruikers van radiogolven
Zoals in het verleden zal een van de hoofdtaken van de NCS het beheer van de lopende dossiers zijn, namelijk : -
-
behandeling van de klachten (storingen op privé- netwerken in de ontvangst van radio- en televisieprogramma’s, in elk soort radiosysteem); preventieve controles bij professionele gebruikers ; stralingsmetingen op zendlocaties ; controles tijdens evenementen ; samenwerking met de parketten en politiediensten.
Wat de meer specifieke dossiers betreft, zal de NCS opdrachten uitvoeren op de volgende gebieden. Dit jaar doet de ronde van Frankrijk België aan met drie etappes. Om dat evenement te controleren, zullen heel grote middelen moeten worden ingezet. In het eerste halfjaar van 2004 zal de NCS de planning van die controle voorbereiden en met name de procedures verfijnen voor de samenwerking met de Franse ambtgenoten. In verband met de meting van de prestaties van de mobiele operatoren is beslist om de drie operatoren (Proximus, Mobistar en Base) te meten, om over geactualiseerde gegevens inzake bereik en kwaliteit van hun netwerken te beschikken. De hoge vlucht van de jongste maanden van Wi-Fi-toepassingen en –netwerken nopen de NCS ertoe een controle op die netwerken te plannen, waarbij de klemtoon wordt gelegd op de naleving van de technische normen. De eerste helft van 2004 zal gewijd zijn aan de definitie van de controlestrategie en aan de voorlichting van het publiek over de wettelijke verplichtingen terzake.
36
In het kader van omroep in het bijzonder en van de controle op het hele spectrum in het algemeen heeft de NCS de intentie om aan de verschillende betrokken instanties de procedures die deze dienst volgt uitdrukkelijk te formuleren, voornamelijk op technisch vlak. Er zal met de strijdkrachten een MoU worden besproken om een interventie van de NCS mogelijk te maken wanneer storingen worden vastgesteld die afkomstig zijn van schepen op zee. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan het beheer van het RAINWATakkoord (Regional Arrangement concerning the radiotelephone service on Inland Waterways). De NCS zal actief deelnemen aan de BOAT-SHOW 2004 en aan de TMAB-beurs (Telecom Managers Association of Belgium). De samenwerking en coördinatie met de maritieme sector en met het CCRM (Centre de Contrôle Radio-Maritime) zullen worden voortgezet.
3.2.
Controle op de vaste operatoren
3.2.1. Controle van de universeledienstverplichtingen Tijdens de eerste zes maanden van 2004 zal het Instituut op het stuk van de universele dienst de volgende taken verrichten : ?
voortzetting van het onderzoek van een algemene herziening van de kwaliteits- en prijscriteria die momenteel opgelegd zijn aan de verschillende elementen van de universele dienst, qua relevantie ervan en qua manier waarop zij aan werkelijke behoeften voldoen : . follow- up van de naar voren gebrachte voorstellen inzake openbare telefooncellen ; . herziening van de price cap op basis van het toekomstige regelgevingskader en de evolutie van de consumptiegewoonten ; . herziening van de verplichtingen inzake openbare telefooncellen op grond van de evolutie van de behoeften van de consument. ? studie in overleg met de operatoren van soepele procedures die het voor mobiele abonnees mogelijk maken om hun keuze makkelijker kenbaar te maken om al dan niet te worden vermeld in de databanken die bestemd zijn voor de telefoongidsen en inlichtingendiensten. 3.2.2. Nooddiensten - Uitvoering artikel 125 van de wet De nooddiensten, andere dan de diensten 100 en 101, verzochten het Instituut op regelmatige wijze vergaderingen te houden waarop hun problemen en de gevolgen van de evolutie van de elektronische-communicatiemarkt op hun activiteiten
37
besproken kunnen worden. Een eerste opvolgingsvergadering wordt gepland op het einde van het eerste semester van 2004. - Identificatie prepaid kaarten en voorafgaande maatregelen Een koninklijk besluit dat de verplichte registratie van alle voorafbetaalde kaarten zal opleggen, zal in samenspraak met de nooddiensten en met consultatie van de operatoren worden opgesteld om een efficiënte en werkbare registratieprocedure op te zetten; er zal voldoende tijd worden ingeruimd om dit te verwezenlijken. In het eerste semester van 2004 worden de eerste contacten in dit verband voorzien. - Coördinatiecel Justitie van operatoren - coördinerende rol van het Instituut. Die koninklijk besluit in uitvoering van de « tapwet » is volledig in werking getreden op 11 november 2003. De uitvoering hiervan blijkt voor sommige operatoren problemen te scheppen. Het Instituut werkt wat de lijst van de leden van de coordinatiecellen Justitie van de operatoren betreft, aan de correcte invulling van zijn verplichtingen ten opzichte van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van het Ministerie van Justitie.
3.2.3. Netwerkbeveiliging - E-Security team De activiteiten inzake waarschuwing voor de verspreiding van een virus op computerwerken zullen worden voortgezet. Er zullen nieuwe methodes worden bestudeerd waarmee belangstellende personen kunnen worden gewaarschuwd voor een virus, onder andere het gebruik van SMSberichten. -
Veiligheid va n de netwerken
Het Instituut zal zijn expertise ten dienste blijven stellen van de verschillende commissies en de werkgroep die bevoegd is inzake netwerkveiligheid. Zo zal het Instituut : ? ?
?
het overleg met Comixtelec afronden over de wijzigingen die moeten worden aangebracht in het koninklijk besluit van 10 december 1957 houdende oprichting van een gemengde commissie voor televerbindingen; deelnemen aan de vergaderingen van het Studiecomité voor civiele telecommunicatie van de NATO en het voorzitterschap op zich nemen van een werkgroep die binnen dat comité is opgericht om een studie te verrichten over de situatie inzake aanstelling van Computer Emergency Response Teams (CERT) in de verschillende landen en het belang ervan ; een expertise inzake telecommunicatie ten dienste stellen van de cel van het crisiscentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die belast is met de evaluatie van de economische en sociale gevolgen van crisissen (cel ECOSOC).
38
3.2.4. Controle op de operatoren en diensten De dienst Controle zal verschillende acties ondernemen om erop toe te zien dat de operatoren en spelers op de telecommunicatiemarkt op het terrein de verschillende verplichtingen die op hen wegen, naleven.
3.3. Belang van de consumenten Overeenkomstig het nieuwe Europese regelgevingskader wenst de dienst CTR Telecom in de komende maanden bijzondere aandacht te besteden aan de behoeften van de consumenten van telecommunicatie. Zo zal worden nagedacht over de mogelijkheid om de transparantie van de tarieven te verhogen. De werkzaamheden van de verschillende internationale fora voor de bestrijding van spam zullen worden gevolgd. Bovendien zullen de contacten met de verschillende consumentenverenigingen (Beltug, Test-Aankoop, enz.) en met de ombudsdienst worden versterkt, om de behoeften van de consumenten beter te omlijnen.
4.
Juridische dienst
4.1. Juridische bijstand Een van de opdrachten van de Juridische dienst voor telecommunicatie bestaat erin aan de overige diensten juridische bijstand te verlenen wanneer dat in bepaalde dossiers nodig is. De dienst plant onder andere de uitwerking van een vademecum ten behoeve van de ambtenaren van het Instituut die de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie. De Juridische dienst voor telecommunicatie antwoordt ook op verzoeken (via telefoon of e-mail) om juridische informatie in verband met verschillende materies : o.a. nummering, SIM-box, organisatie BIPT, doorverwijzingen naar de Ombudsdienst voor telecommunicatie, ...
4.2. Uitwerking van wet- en verordeningsteksten 4.2.1. Aanpassing van de verordeningsteksten aan het nieuwe Europese kader voor elektronische communicatie Het Instituut zal ernaar streven om voor diensten en netwerken een reglementair kader uit te werken dat conform de nieuwe Europese regelgeving is. Indien de betreffende richtlijnen niet in het eerste kwartaal worden omgezet, zal dit kader voorlopig in de
39
vorm van circulaires worden uiteengezet. Naast de reeds genoemde circulaires kunnen circulaires gepland worden inzake andere telecommunicatiediensten dan spraaktelefonie teneinde de volgende uitvoeringsbesluiten aan te passen : -
-
het koninklijk besluit van 20 april 1999 betreffende de rechten die aan het Instituut betaald moeten worden door de personen die ertoe gehouden zijn een aangifte te doen van telecommunicatiediensten; het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte van telecommunicatiediensten; het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden die opgelegd worden aan bepaalde telecommunicatiediensten.
Het spreekt vanzelf dat wanneer de betreffende richtlijnen in het eerste kwartaal in Belgische wetgeving zouden worden omgezet, de secundaire wetgeving niet de vorm zal aannemen van circulaires maar van uitvoeringsbesluiten. 4.2.2. Coördinatie en aanpassing van de reglementering inzake ontbundeling en toegang tot binair debiet. In de loop van dit kwartaal zal het Instituut een ontwerpbesluit uitwerken waarin de regelgeving inzake ontbundeling en toegang tot binair debiet wordt gecoördineerd en geactualiseerd. 4.2.3. Reglementering van de nooddiensten - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nooddiensten waartoe de operatoren en de andere verstrekkers van telecommunicatiediensten toegang verlenen en aan wie de operatoren en de andere verstrekkers van telecommunicatiediensten de identificatie van de oproepende lijn leveren voor noodoproepen overeenkomstig het artikel 125 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Het besluit heeft tot doel, overeenkomstig artikel 125 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, enerzijds vast te stellen tot welke nooddiensten de operatoren en andere verstrekkers van telecommunicatiediensten toegang dienen te verlenen en anderzijds de nooddiensten andere dan de medische spoeddienst en de politiediensten en die als dusdanig werden erkend door het koninklijk besluit van 9 oktober 2002 tot vaststelling van de nooddiensten overeenkomstig artikel 125 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, voor alle noodoproepen die aan hen worden gericht toegang te geven tot de identificatie van de oproepende lijn.
4.2.4. Maatregelen ter uitvoering van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector - Organigram van het personeel van het Instituut
40
Een ontwerp van tekst tot vaststelling van het organigram van het personeel van het Instituut wordt voorbereid. - Budgettaire en boekhoudkundige regels Een ontwerp van koninklijk besluit tot verduidelijking van de budgettaire en boekhoudkundige regels waaraan het Instituut is onderworpen wordt bij het Instituut voorbereid. - Samenwerking tussen het Instituut en de nationale mededingingsautoriteit Begin 2002 heeft het BIPT het initiatief genomen om aan de Raad voor de mededinging een ontwerpprotocol te richten inzake samenwerking tussen de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en de nationale mededingingsautoriteit. Dat ontwerp voorzag in diverse samenwerkingsmogelijkheden, trapsgewijs gaande van de eenvoudige uitwisseling van informatie tot het gemeenschappelijk werken aan bepaalde dossiers. In oktober 2002 heeft de Raad voor de mededinging zijn commentaar op dat samenwerkingsproject overgezonden. Sindsdien en ondertussen is het nieuwe Europese regelgevingskader betreffende elektronische communicatie van kracht geworden, alsook de wetten van 17 januari 2003 die het statuut van het BIPT hervormen. Die nieuwe kaders benadrukken in het bijzonder de noodzakelijkheid om een nauwe samenwerking tot stand te brengen tussen de regulator en de nationale mededingingsautoriteit. Uit artikel 14, § 2, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector vloeit voort dat er een koninklijk besluit moet worden aangenomen, na consultatie van onder andere het Instituut, waarin de nadere regels van die samenwerking met de nationale mededingingsautoriteit worden vastgesteld. - Procedures voor geschillenbeslechting - verzoening Artikel 14, § 1 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector geeft het Instituut in geval van een geschil tussen aanbieders van telecommunicatienetwerken, -diensten of apparatuur of in geval van een geschil tussen postoperatoren, als opdracht voorstellen te formuleren om de partijen binnen een termijn van een maand met elkaar te verzoenen. Een koninklijk besluit moet op advies van het Instituut de nadere regels voor die verzoeningsprocedure vaststellen. Het koninklijk besluit van 10 december 1997 stelt momenteel de verzoeningsprocedure voor het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie vast (overeenkomstig artikel 75, § 8 van de wet van 21 maart 1991).
41
Dat koninklijk besluit moet worden hervormd, rekening houdende met zowel de bepalingen inzake geschillenbeslechting die vervat zijn in de wetten van 17 januari 2003, als met het nieuwe Europese kader voor elektronische communicatie. - Andere uitvoeringsmaatregelen Het Instituut zal de uitwerking volgen van de verschillende maatregelen ter uitvoering van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, die vroeger al aan de minister zijn voorgelegd. 4.2.5. Omzetting van het nieuwe Europese regelgevingskader In het kader van zijn nieuwe statuut houdt het Instituut zich paraat om zijn medewerking voort te zetten aan de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijnen van 7 maart 2002, die samen het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie vormen.
4.3. Geschillen De Juridische dienst zal de geschillen voor de verschillende rechtbanken blijven volgen.
5. De postsector 5.1. Regelgevingskader 5.1.1. Nationaal niveau 5.1.1.1. Secundaire wetgeving Afhankelijk van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en van het koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144 quater, §3, 148sexies, §1, 1° en 148 septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, bereidt het Instituut zich voor om die twee koninklijke besluiten ten uitvoer te leggen. Het systeem voor het verlenen van vergunningen en voor aangiften voor de operatoren van postdiensten zal geleidelijk tot stand komen, alsook alle voorlichtingscampagnes daaromtrent.
42
5.1.1.2.Rondetafelgesprek over privé-brievenbussen Het ontwerp van koninklijk besluit houdende wijziging van de reglementaire afmetingen van particuliere brievenbussen en de aanbeveling aangaande de “ideale” particuliere brievenbus zullen worden besproken gedurende de rondetafel particuliere brievenbussen. Eerst zal echter aan de leden worden gevraagd hun schriftelijke opmerkingen mee te delen. Het ontwerpbesluit en de aanbeveling zullen conform de commentaar van de leden aangepast worden. 5.1.2.Europees niveau 5.1.2.1. Groenboek over diensten van algemeen belang Het Instituut zal de ontwikkelingen inzake het groenboek bijhouden. De sectorale regulerende instanties genieten een zeer grote autonomie ten opzichte van de regering. Heel dikwijls stelt de regering het hoofd en de leden van de regulerende instantie aan en bepaalt ze de algemene doelstellingen ervan. De regulerende instanties krijgen normaliter echter geen instructies vanwege de regering wanneer zij besluiten moeten nemen. Sommige regulerende instanties financieren hun begroting door middel van autonome bronnen van inkomsten, in tegenstelling tot de algemene begroting die door de regering wordt beheerd, hetgeen hun onafhankelijkheid ten goede komt.
5.1.2.2.Follow- up van de richt lijnen Volgen van de implicaties naar aanleiding van de omzetting van de Richtlijn voor de Belgische en Europese postmarkt. Verder zal het BIPT deelnemen aan het Comité van de Richtlijn waarbij voor de eerste maal de nieuwe lidstaten als volwaardig lid zullen deelnemen.
5.2.
Beheer van de sector en universele dienst
5.2.1. Afbakening van het monopolie Inzake de mededeling van de diensten duidelijk onderscheiden van de universele postdienst zullen de resultaten van de Raadpleging over het begrip “diensten duidelijk onderscheiden van de universele postdienst” worden geëvalueerd. Op basis hiervan zal de mededeling herbekeken worden. Samen met de bekendmaking van de mededeling zal ook de beslissing van het Instituut over de klacht van De Post aan de betrokkenen meegedeeld worden. Inzake de gegroepeerde zendingen zullen de aanpassingen aan het dienstenconcept waarvan sprake in het eerste deel, naar aanleiding waarvan de mededeling opgesteld is, door het Instituut gevolgd worden.
43
5.2.2. Follow- up van het beheerscontract tussen de Staat en De Post 5.2.2.1.Erkenning van tijdschriften en drukwerk Volgend op de toezending van het definitieve ontwerpbesluit en het bijhorende verslag aan de Koning zullen eventueel wijzigingen in de teksten aangebracht dienen te worden na overleg met het kabinet van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. 5.2.2.2.Tevredenheid van de cliënteel Het BIPT zal in de eerste helft in overleg met De Post de kwaliteitsindicatoren definiëren. Verder zal er een algemene synthese gegeven worden inzake de globale klantentevredenheid van de klanten volgens bepaalde kernelementen: postkantoren, uitreiking, pakjes,… 5.2.2.3.Adequaatheid van het netwerk Het BIPT zal er alles aan doen om vooruitgang te boeken inzake deze opdracht. Zodra De Post intern haar studie heeft afgerond, zal het BIPT alles doen om uiterlijk tegen eind 2004 deze taak tot een goed einde te brengen. 5.2.2.4.Kwaliteitsmeting van de krantenbedeling Het eindverslag met de resultaten 2003 zal naar De Post en aan de uitgevers worden overgezonden. De werkwijze voor de metingen voor 2004 zal in een werkgroep worden besproken. 5.2.2.5.Factuur aan de Staat De factuur aan de Staat voor het jaar 2003 zal door het BIPT gecontroleerd worden. 5.2.2.5.
Tijdschriften en drukwerk
Het Instituut zal de goedkeuring en de publicatie van de ontwerpen houdende wijziging van het koninklijk en ministerieel besluit van 12 januari 1970 volgen. 5.2.3. Kwaliteitscontrole Het BIPT zal de problematiek van de verzendingstermijnen voor prioritaire individuele zendingen blijven volgen, alsook de “real mail study”. Verder zal het BIPT het Raadgevend Comité voor de postdiensten informeren met betrekking tot de studie “Quality of service Targets, Measurement and Performance in relation to the Community Universal Postal Service”, uitgevoerd door WIK Consult in opdracht van de Europese Commissie. 5.2.4. Berekening van de UD
44
De resultaten zullen aan de bevoegde minister worden meegedeeld. Alle nieuwe producten van De Post zullen na overleg een nieuwe indeling krijgen in de analytische boekhouding, met de bedoeling ze op te nemen in het model voor de kostenberekening. 5.2.5. Componenten van het postadres Het Instituut stelt vast dat de componenten van het postale adres ter discussie staan en deze materie zijdelings het onderwerp uitmaakt van diverse rechtszaken. Er zal een studie verricht worden met het oog op de verduidelijking van de notie “postaal adres”.
5.2.6. Toegang tot het netwerk De vraag hoe en in welke mate de toegang tot het openbare netwerk van de universeledienstverlener dient te worden georganiseerd wint aan belang en dit zowel in de nationale als, door de toenemende liberalisering van de sector, in de internationale context. Het Instituut zal deze kwestie onderzoeken.
5.3. Internationale aspecten 5.3.1. CERP Het BIPT blijft in het kader van het voorzitterschap van het CERP een actieve rol spelen binnen dit orgaan en zet zijn activiteiten in de verschillende werkgroepen en projectteams van het CERP voort, alsook in het “Cooperation Committee”. De volgende plenaire vergadering, gepland in mei in Boedapest, zal worden voorbereid. Het Instituut zal zijn actieve rol in de werkgroep “UPU issues” blijven spelen, waarbij het het Belgische standpunt zal bepalen tegenover de voorstellen die zullen worden gedaan tijdens het volgende UPU-congres in 2004 te Boekarest, en waarbij een consensus zal worden nagestreefd op Europees en nationaal niveau (voornaamste onderwerpen). De werkgroep “Regulatory Issues” van het CERP zal zich de komende maanden gewoontegetrouw concentreren op de reglementaire pijnpunten zoals daar zijn de uitwisselingskantoren in het buitenland, de Gats-onderhandelingen… en bestudeert de mogelijke gevolgen en problemen inzake de liberalisering van grensoverschrijdende post in zijn projectteam “Cross Border Mail”. De werkzaamheden van de werkgroep “Economics” zullen zich de komende maanden vooral toespitsen op de analyse van de congresvoorstellen op het gebied van eindrechten. De werkgroep “Standardisation” gaat door met de studie van normen inzake netwerktoegang.
45
5.3.2. UPU Het BIPT zal de voorstellen evalueren die van de overige lidstaten uitgaan voor het volgende Congres. Het hoogste orgaan van de UPU is het Postcongres dat om de vijf jaar bijeenkomt. De voornaamste functie is wetgevend. Het heeft ook een belangrijke diplomatieke functie omdat het de strategieën van de UPU uitwerkt en aanbevelingen doet. De voornaamste inzet van dat Congres is : de voortzetting van de openstelling van de UPU door het Raadgevend Comité in zijn organen op te nemen, en de herstructurering van zijn organen, gebaseerd op een meer expliciete scheiding tussen operatoren en regulatoren. De jongste jaren heeft het BIPT zijn denkwerk gericht op studies van juridische aard en het neemt zich voor om bepaalde voorstellen voor te leggen over : ? de juridische aard van het uitvoeringsregle ment van de UPU, ? de definitie en de procedure voor de toepassing van voorbehoud, ? de centrale rol die de Raad van bestuur moet spelen als orgaan dat de lidstaten vertegenwoordigt en zijn controle op de beslissingen die moeten worden genomen door de Raad voor postexploitatie, ? het maken van een praktische gids voor formele wetgevingstechniek binnen de UPU en het gebruik ervan.
5.3.3. GATS Het Instituut blijft het verdere verloop van de onderhandelingen volgen. 5.3.4. CEN Een verdere follow- up van het nieuwe mandaat va n de Europese Commissie op het vlak van de postdiensten en het opvolgen van de vrijwillige omzetting door De Post van sommige Europese kwaliteitsstandaarden. 5.3.5. Europese Commissie Het BIPT zal de volgende Europese studies volgen: - “Study UPU Rules – WTO Rules – Community Rules” - “Study on Economic aspects of postal services” - “Study on Market Evolution”.
46
Evolutie van het regelgevingskader dat van toepassing is op de telecommunicatiesector
Onderwerp
Titel (F)
Titel (NL)
Stand van het dossier
AR organisant la procédure de suspension de certaines décisions de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications AR réglant la composition et le fonctionnement du comité consultatif pour les télécommunications
KB houdende regeling van de schorsing van sommige beslissingen van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie KB tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité voor de telecommunicatie
In onderzoek bij het kabinet.
Maritieme radiocommunicatie
A.R. relatif aux stations de radiocommunication fonctionnant sur des fréquences du service mobile maritime
K.B. betreffende de stations voor radioverbinding die werken op frequenties van de mobiele maritieme dienst
Statuut BIPT
AR portant règlement d’ordre intérieur du Conseil de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications AR modifiant l’arrêté royal du 7 mars 1995 relatif à l’établissement et à l’exploitation de réseaux de mobilophonie GSM, l’arrêté royal du 24 octobre 1997 relatif à l’établissement et à l’exploitation de réseaux de mobilophonie DCS-1800, l’arrêté royal du 18 janvier 2001 fixant le cahier des charges et la procédure relative à l’octroi d’autorisations pour les systèmes de télécommunications mobiles de troisième génération et l’arrêté royal du 23 septembre 2002 relatif à la portabilité des numéros des utilisateurs finals des services de télécommunications mobiles offerts au public AR modifiant l’arrêté royal du 18 mars 1993 fixant le cadre organique du personnel de l’Institut belge des services postaux et des
KB houdende het huishoudelijk reglement van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Statuut BIPT
Statuut BIPT
Mobiele telefonie
Statuut BIPT
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSMmobilofonienetten, het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten, het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie en het koninklijk besluit van 23 september 2002 betreffende de overdraagbaarheid van de nummers van eindgebruikers van de aan het publiek aangeboden mobiele telecommunicatiediensten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Belgisch Instituut voor
De minister heeft het advies gevraagd van het Raadgevend Comité dat op 28/1/2004 bijeengekomen is. De Raad van State heeft zijn advies verstrekt. Het Instituut past de tekst dienovereenkomstig aan. In onderzoek bij het kabinet.
De minister heeft het Instituut gevraagd de sector over het ontwerpbesluit te consulteren. De einddatum voor de consultatie is vastgesteld op 12 maart 2004.
In onderzoek bij het kabinet.
47
télécommunications et modifiant certaines dispositions réglementaires applicables au personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications Technische bijlagen (B1 tot B12) bij het MB van 19 oktober 1979
AM modifiant l’arrêté ministériel du 19 octobre 1979 relatif aux radiocommunications privées
Nooddiensten
AR fixant les services d’urgence auxquels les opérateurs et autres fournisseurs de services de télécommunications assurent l’accès et auxquels les opérateurs et les autres fournisseurs de services de télécommunications fournissent l’identification de la ligne appelante dans le cas d’appels d’urgence conformément à l’article 125 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques AR modifiant l’AR du 16 avril 1998 relatif aux stations terriennes de satellites AR relatif au prélèvement d'échantillons par les officiers de police judiciaire de l'Institut belge des services postaux et des télécommunications
Satellietgrondstations Statuut BIPT
postdiensten en telecommunicatie en tot wijziging van sommige verordeningsbepalingen toepasselijk op het personeel van het het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie MB tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 oktober 1979 betreffende de private radioverbindingen
KB tot vaststelling van de nooddiensten waartoe de operatoren en de andere verstrekkers van telecommunicatiediensten toegang verlenen en aan wie de operatoren en de andere verstrekkers van telecommunicatiediensten de identificatie van de oproepende lijn leveren voor noodoproepen overeenkomstig het artikel 125 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven KB tot wijziging van het KB van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations KB betreffende het nemen van monsters door de officieren van gerechtelijke politie van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Het ontwerp dat aan de minister is bezorgd, houdt rekening met het advies van de Europese Commissie en wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De minister heeft het Instituut gevraagd rekening te houden met de opmerkingen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
In onderzoek bij het kabinet. Het advies van de Raad van State is gevraagd.
48
Evolutie van het regelgevingskader dat van toepassing is op de postsector
Onderwerp
Titel (F)
Titel (NL)
Stand van het dossier
Verplichtingen van De Post inzake effecten en kwijtschriften
AR modifiant l’arrêté royal du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal
KB tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering va n de postdienst
Verplichtingen van De Post inzake effecten en kwijtschriften
AM modifiant l’arrêté ministériel du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal
Statuut BIPT
AR réglant la composition et le fonctionnement du comité consultatif pour les services postaux
MB tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst KB tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité voor de postdiensten
De Raad van State heeft zijn advies verstrekt. Het Instituut en het kabinet passen de tekst dienovereenkomsti g aan. De Raad van State heeft zijn advies verstrekt.
Secundaire postwetgeving
AR fixant les modalités de la déclaration et le transfert de services postaux non compris dans le service universel et mettant en application les articles 144 quater, §3, 148 sexies, § 1er ,1° et 148 septies de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques
Secundaire postwetgeving
AR mettant en application le titre IV (Réforme de la Régie des Postes) de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques AR modifiant les articles 14 et 15 de l’arrêté royal du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal
Kranten en tijdschriften
KB tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144 quater, § 3, 148 sexies, § 1, 1° en 148 septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven KB tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet va n 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven KB tot wijziging van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de
De minister heeft het advies gevraagd van het Raadgevend Comité dat op 16/2/2004 bijeengekomen is. De Raad van State heeft zijn advies verstrekt. De tekst die het Instituut aangepast heeft wordt tussen de kabinetten besproken.
De Raad van State heeft zijn advies verstrekt. De tekst die het Instituut aangepast heeft wordt tussen de kabinetten besproken. In onderzoek bij het kabinet.
49
postdienst
50