De omzetbelasting 1. Inleiding De omzetbelasting is een algemene verbruiksbelasting die de overheid heft op de verkoop van diensten en producten. De belasting, ook wel btw genoemd (Belasting over de toegevoegde waarde) drukt op het gebruik en verbruik van goederen en diensten door de consument in Nederland, maar wordt geheven bij de ondernemer. Deze is verplicht om aan zijn prijs een heffing toe te voegen, zodat de consument een hogere prijs, namelijk de verkoopprijs inclusief btw betaalt. Vervolgens moet de ondernemer deze omzetbelasting afdragen aan de fiscus. De afnemer kan de betaalde btw als voorbelasting terugkrijgen van de fiscus als hij kan aantonen dat hij een belastingplichtig ondernemer is en dat hij het geleverde goed/dienst gebruikt binnen zijn onderneming.
Btw betekent: belasting over de toegevoegde waarde. Het geeft het systeem aan van berekening van de omzetbelasting. U bent btw verschuldigd over uw totale omzet, maar mag de btw die andere ondernemers aan u in rekening brengen in aftrek brengen. In feite betaalt u dus belasting over de waarde die u toevoegt: het verschil tussen uw verkoopprijs en uw inkoopprijs (plus onkosten). Hoewel omzetbelasting en btw dus niet hetzelfde betekenen, wordt hierna toch de term btw gebruikt in plaats van omzetbelasting. Dat gebeurt omdat de term btw meer is geaccepteerd. Bron: Belastingdienst De omzetbelasting is een aangiftebelasting. Dit houdt in dat je zelf berekent hoeveel btw je moet afdragen. Dit bedrag geef je op in je aangifte omzetbelasting. Vervolgens betaal je de verschuldigde btw aan de Belastingdienst. Een aangiftebelasting staat in tegenstelling tot een aanslagbelasting (zoals bijvoorbeeld de inkomstenbelasting). Daar wordt de aanslag door de inspecteur van de Belastingdienst opgelegd.
2. Btw-plichtig In de volgende gevallen is omzetbelasting verplicht: - leveringen van goederen en diensten in Nederland door ondernemers in het kader van hun onderneming verricht - invoer van (alleen) goederen (ook door particulieren) - intracommunautaire verwerving van goederen door ondernemers in het kader van hun onderneming (ook verwerving van auto door particulier). In termen van de Belastingdienst:
U bent btw-plichtig als u voor de btw als ondernemer wordt beschouwd. Voor de inkomstenbelasting stelt de Belastingdienst andere voorwaarden aan het ondernemerschap dan voor de btw. Het kan dus zo zijn dat u voor de btw wel een ondernemer bent, maar voor de inkomstenbelasting niet. In de volgende gevallen bent u ondernemer voor de btw: •
U oefent zelfstandig een bedrijf of beroep uit. Het maakt niet uit of u wel of niet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het is ook niet van belang of u winst maakt.
•
U exploiteert zelfstandig een zaak of hebt een recht om er inkomsten aan te ontlenen. Het gaat hier bijvoorbeeld om een gebouw of een octrooirecht.
De rechtsvorm van uw onderneming is niet van belang voor de vraag of u ondernemer bent. De onderneming kan een natuurlijk persoon zijn, een rechtspersoon (bijvoorbeeld een bv, nv of stichting), een maatschap, een openbare vennootschap, enzovoort. Dit betekent dat bijvoorbeeld een schaakclub of voetbalvereniging ook ondernemer kan zijn. Bron: Belastingdienst
3. Intracommunautaire levering/verwerving Daarnaast is een ondernemer die in een ander EU-land goederen koopt Nederlandse btw verschuldigd. In dit geval wordt dus geen buitenlandse btw door de leverancier in rekening gebracht. Er is in dit geval sprake van een intracommunautaire levering. De ondernemer die de goederen koopt dient deze btw bij zijn omzetbelastingaangifte op te geven. Ook in dit geval heeft de ondernemer recht op voorbelasting. Deze moet hij gelijktijdig bij de intracommunautaire verwerving op de aangifte aangeven. Dit betekent dat er effectief geen btw wordt afgedragen. In zijn algemeenheid heet een intracommunautaire levering of verwerving een IC-transactie. Is er sprake van het invoeren uit een EU-lidstaat, en verwerft men een goed of dienst, dan noemen we dit ICV (V = verwerven). Voeren we uit naar een EU-lidstaat dan is er sprake van ICL (L = leveren). Eerder is al aangegeven dat in zijn algemeenheid de ondernemer de btw moet afdragen. Uitzonderingen vormt in sommige gevallen de aanschaf of verkoop van een auto van een particulier. In beginsel vindt btw-heffing plaats in het land waarvoor de goederen zijn bestemd, het bestemmingslandbeginsel. Dit geldt voor levering aan ondernemers, rechtspersonen die niet ondernemer zijn en voor aankoop van auto’s door particulieren. De btw drukt echter in het land van herkomst, het oorspronglandbeginsel, als aankoop (uitgezonderd van auto’s) rechtstreeks plaatsvindt door particulieren. Voorbeelden: • Een ondernemer verwerft intracommunautair in Duitsland AEG boormachines. o btw-heffing in Nederland! • Een particulier koopt in Kevelaer een kerststal. o btw-heffing in Duitsland! • Een particulier koopt in Frankrijk een Renault. o btw-heffing in ……. Nederland! (is een uitzondering op de hoofdregel!)
4. Tarieven Er zijn verschillende btw-tarieven: het hoge tarief van 19%, het lage tarief van 6% en het nultarief.
Tarieven Het 0%-tarief geldt bijvoorbeeld voor de uitvoer van goederen buiten de EU of voor intracommunautaire transacties. Het 6%-tarief geldt bijvoorbeeld voor de meeste voedingsmiddelen en geneesmiddelen. Het 19%-tarief geldt voor belaste handelingen die niet onder de andere tarieven vallen. Bron: Belastingdienst
Een bijzonder tarief geldt voor de Landbouw.
Landbouwregeling Om landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers zo veel mogelijk te ontlasten van de verplichtingen voor de btw, is de landbouwregeling ingesteld. De landbouwregeling houdt in dat landbouwers, veehouders, tuin- en bosbouwers voor bepaalde prestaties buiten de heffing van btw blijven. De afnemers van deze ondernemers kunnen 5,1% van het in rekening gebrachte bedrag als voorbelasting aftrekken (het zogenoemde landbouwforfait). De landbouwregeling is bijvoorbeeld van toepassing op leveringen van primaire landbouwgoederen die u zelf hebt voortgebracht of geteeld. Als u prestaties verricht die onder de landbouwregeling vallen, heeft dat een aantal gevolgen. Zo hoeft u bijvoorbeeld niet te voldoen aan de administratieve verplichtingen voor de btw.
Veehandelsregeling Voor veehandelaren geldt een vergelijkbare regeling als de landbouwregeling: de veehandelsregeling. Bron: Belastingdienst Vrijstellingen Over vrijgestelde prestaties breng je geen btw in rekening aan uw afnemer, en draag je ook geen btw af. Daar staat dan wel tegenover dat je de btw die op die vrijgestelde leveringen en diensten drukt, niet mag aftrekken als voorbelasting. Alles over tarieven vind je op: Tarieven.
5. Leveringen Beperken we ons tot een onderneming dan zijn verschillende soorten van leveringen denkbaar. Op de eerste plaats bestaat het verschil tussen goederen en diensten. - Goederen: roerende en onroerende goederen. - Diensten: alle prestaties welke tegen vergoeding worden verricht. Daarnaast bepaalt het soort levering vaak het moment van betaling van de btw. Dat is bijvoorbeeld het geval bij: -
koop/verkoop/koop op afbetaling (betaling bij overdracht) huurkoop (btw meteen en volledig bij afgifte) oplevering van onroerende zaak door diegene die de zaak heeft vervaardigd, bijvoorbeeld het bouwen op de grond van de opdrachtgever of het bouwrijp maken van grond rechtsovergang door natrekking als gevolg van een dienst, bijvoorbeeld de onderdelen gebruikt bij de reparatie van een auto beschikken over goederen uit bedrijfsvermogen voor privé (privéonttrekking) beschikken over in eigen bedrijf vervaardigde goederen voor bedrijfsdoeleinden, waarvoor een gehele of gedeeltelijke btw-vrijstelling geldt, de zogenaamde integratieheffing over voortbrengingskosten.
5.1 Plaats van levering Ook de plaats van levering heeft consequenties voor de btw-afdracht. 1. Goederen Bepalend is de plaats waar het vervoer begint. Uitzondering: als goederen al worden vervoerd, vóórdat ze geleverd worden, geldt de verblijfplaats van de goederen. 2. Diensten Bepalend is hier de woonplaats van de ondernemer die de dienst verricht. Uitzonderingen: - bij onroerend goed - plaats van vervoer - optredens etc, - diensten aan buiten EU gevestigden (voor intracommunautair vervoer geldt de plaats van vertrek). Let op: Er zijn specifieke situaties denkbaar met specifieke btw-afdrachtplicht. Zo zijn bij veilingen commissionairs btw-afdrachtplichtig en makelaars en agenten niet (alleen over courtage/provisie). Bij eigendomsoverdracht tot zekerheid (tijdelijke overdracht van het eigendomsrecht op goederen (meestal bedrijfsmiddelen) aan een geldschieter als zekerheidsstelling voor een lening. De geldschieter wordt eigenaar van de goederen, terwijl de kredietnemer het gebruik van de goederen houdt. In tegenstelling tot een normale overdracht is er ook geen sprake van btwafdrachtplicht. In deze gevallen biedt de informatie van de Belastingdienst uitsluitsel. Daar ook vind je ook informatie over zogenaamde ABC-transacties.
Uitvoer administreren: ABC-transacties Als goederen in Nederland door meerdere ondernemers (kopers en verkopers) worden geleverd en als daarbij de eerste ondernemer in de schakel deze goederen rechtstreeks aflevert bij een afnemer in de schakel buiten de EU, dan mag voor iedere levering het 0%tarief worden toegepast. Dit geldt ook als de goederen worden opgeslagen in een douaneentrepot. Voorbeeld Handelaar A in Rotterdam verkoopt een partij elektronica aan handelaar B in Amsterdam, die op zijn beurt de partij doorverkoopt aan handelaar C in Rotterdam. Deze verkoopt de partij aan D in Zwitserland. Handelaar B en C spreken af dat de partij elektronica rechtstreeks van A naar D wordt gebracht. Op de levering van A naar B, van B naar C en van C naar D is het 0%-tarief van toepassing. Als handelaar A goederen uitvoert volgens een ABC-contract, dan moet hij niet alleen aan de algemene administratieve verplichtingen voor uitvoer voldoen, maar moet hij er ook voor zorgen dat hij beschikt over een schriftelijke opdracht tot uitvoer of tot opslag in een douaneentrepot van zijn afnemer B. B dient te beschikken over een opdracht van C. Als leverancier A de goederen rechtstreeks naar C vervoert, kan hij de uitvoer aantonen met douanedocumenten van de daadwerkelijke uitvoer en met de van B ontvangen opdracht tot uitvoer. Leverancier B kan de uitvoer aantonen met de van C ontvangen opdracht tot uitvoer. C dient de uitvoer aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden. Bron: Belastingdienst 5.2 Verplichting tot uitreiking van factuur Bij leveringen bestaat over het algemeen een verplichting om bij de levering een factuur te verstrekken. - in elk geval bij levering aan andere ondernemer (factuurstelsel). De factuur moet zijn uitgereikt uiterlijk op de 15e dag na de maand van levering - voor aangewezen ondernemers die hoofdzakelijk leveren aan de consument is in bepaalde gevallen het kasstelsel (heffing op basis van (kassa)ontvangsten) toegestaan Vrijstellingen/Vrijgestelde prestaties: Je hoeft aan je klanten geen btw in rekening te brengen, maar je mag de door jou betaalde btw dan ook niet terugvorderen. Verschillende sectoren kennen een vrijstelling: - Onroerendgoedsector • levering vervaardigd onroerend goed, behalve levering vóór eerste ingebruikname levering binnen 2 jaar na eerste ingebruikname levering van bouwterreinen • verhuur/verpachting van onroerende zaken; (‘lange verhuur’) behalve verhuur machines en installaties verhuur in kader van hotel, pension etc. verhuur parkeerruimte etc Op verzoek kunnen verhuurder/verpachter opteren voor belaste verhuur, behalve bij woningverhuur
-
Landbouw, zie landbouwregeling Diensten jeugdwerk, verenigingen etc. Medische diensten van artsen, verzorging/verpleging in inrichting Onderwijs Postverkeer Verzekeringen Leveringen en diensten in het betalingsverkeer.
5.3 Tijdstip van verschuldigd worden van de btw Bij factuurstelsel: • uitreiking factuur uiterlijk 15e dag na de maand van levering • bij vooruitbetaling, het moment van ontvangst • voor levering aan particulieren het levermoment Bij kasstelsel: • moment van ontvangst 5.4 Aangiftetijdvak Aangifte per kwartaal: Af te dragen btw < € 7.000,- per kwartaal. Indien de af te dragen btw meer bedraagt dan € 7.000,- per kwartaal, dan maandaangifte. Bij relatief lage afdracht, jaaraangifte.
6. Bedrijfsadministratie
De gegevens waarmee de ondernemer de (digitale) btw-aangifte invult, ontleent hij/zij meestal uit zijn/haar boekhouding. a. Bij leveringen van goederen door de ondernemer aan klanten wordt geboekt: Debiteuren/ Kas ……… Aan Opbrengst verkopen/Omzet (uitsplitsen naar tarief) Aan Verschuldigde btw/Te betalen btw (uitsplitsen naar tarief) en Kostprijs/Inkoopwaarde verkopen Aan Voorraad
………. ……….
……… ……….
b. Bij leveringen van diensten door de ondernemer aan klanten wordt geboekt: Debiteuren/Kas ……… Aan Opbrengst/Omzet (uitsplitsen naar tarief) ………. Aan Verschuldigde btw/Te betalen btw (uitsplitsen naar tarief)
……….
c. Bij privégebruik van goederen uit de onderneming wordt geboekt: Privé ……… Aan Voorraad Aan Verschuldigde btw/Te betalen btw (uitsplitsen naar tarief)
……… ………
d. Bij leveringen van goederen en diensten aan de ondernemer wordt geboekt: ….Kosten ……. Voorraad ……. Inventaris ……. Machines ……. Diensten door derden ……. Te vorderen btw/Te verrekenen btw (uitsplitsing niet nodig!) Aan Crediteuren/Kas
………. ……….
e. Bij oninbare vorderingen wordt geboekt: Verlies op debiteuren Verschuldige btw/Te betalen btw/Terug te vorderen btw Aan Debiteuren
……. ……. ……….
f. Aan het einde van het aangiftetijdvak worden de grootboekrekeningen met betrekking tot de btw ‘leeggeboekt’. We boeken dan: Verschuldigde btw/Te betalen btw Aan Te vorderen btw/Te verrekenen btw (Aan) Kas/Bank/Af te dragen btw
……. ……… ……. of ………
Is het verschuldigde bedrag aan btw groter dan het te vorderen bedrag, dan moet de ondernemer betalen. Omgekeerd krijgt de ondernemer omzetbelasting terug.
7. Btw-aangifte In het onderstaande gaan we de stappen volgen die een ondernemer moet maken om via internet zijn digitale aangifte in te vullen. We maken daarbij gebruik van de officiële invulschermen. De Belastingdienst heeft ook een heldere toelichting geschreven. Deze tref je als bijlage aan.
8 Specifieke regelingen Regeling kleine ondernemers (voor natuurlijke personen) Verschuldigde btw minus voorbelasting minder dan € 1.883,- per jaar: Indien de af te dragen btw lager is dan € 1.345,-, af te dragen btw nihil. Bedraagt de af te dragen btw per jaar meer dan € 1.345,- maar minder dan € 1.883,-, dan bedraagt de vermindering 2,5 x het verschil tussen € 1.883,- en het bedrag dat eigenlijk verschuldigd is, maar nooit meer dan het verschuldigde bedrag. Voorbeeld: Btw-schuld € 1.000,-. Vermindering = € 1.000,- Af te dragen nihil. Btw-schuld € 1.800,-. Vermindering 2,5 x (€ 1.883,- -/- € 1.800,-) = € 208. Ondernemer moet afdragen € 1.800,- -/- € 208 = € 1.592,-. Margeregeling (globalisatie) Voor handelaren die gebruikte goederen doorverkopen. Er behoeft alleen btw in rekening te worden gebracht over de winstmarge van de handelaar. Deze mag echter de btw NIET op de factuur aan de klant vermelden. Voorwaarden: • gebruikte goederen van particulieren • ondernemers die deze goederen voor een vrijgestelde prestatie hebben gebruikt • ondernemers die onder de kleine ondernemersregeling vallen. • ondernemers die zelf de margeregeling toepassen. Verleggingsregeling Normaal gesproken wordt btw geheven bij de ondernemer die een levering of dienst verricht. Deze btw is door de ondernemer aan de afnemer in rekening gebracht. Bij intracommunautair goederenvervoer en bij onderaannemers kan de btw-heffing worden verlegd naar de afnemer mits deze een btw-identificatienummer in Nederland heeft. De afnemer draagt de btw dus af aan de fiscus! Afdracht van omzetbelasting dient te geschieden uiterlijk binnen één maand na afloop van de maand/het kwartaal waarin de btw verschuldigd is geworden. Forfaitaire berekeningsmethode bij kasstelsel Voor ondernemers die het kasstelsel toepassen en niet of slechts met zeer veel moeite de in rekening gebrachte btw kunnen splitsen in hoog en laag tarief. De drie genoemde methoden in de wet komen erop neer dat de ondernemer zijn/haar totale omzet inclusief btw hoog en laag splitst op basis van de verhouding tussen de inkopen hoog tarief en de inkopen laag tarief. De aldus berekende omzet inclusief hoog tarief en de omzet inclusief laag tarief vormen de grondslag voor de te betalen btw (6/106 x omzet incl. laag en 19/119 x omzet incl. hoog). Privé-gebruik Indien de ondernemer goederen/diensten voor privédoelen gebruikt, dan mag hij/zij, net als alle andere consumenten, deze btw niet terugvragen of wordt hij/zij btw verschuldigd over dit gebruik/verbruik.
Denk hierbij aan: -
Evenredig deel gas/water/stroom privégebruik ondernemerswoning. btw eten/drinken voor privé Goederen uit de voorraad van de zaak voor privé Privégebruik auto van de zaak: 12% (resp. 20%, 14%) x cataloguswaarde
Sanctiemiddelen Naheffingsaanslag en heffingsrente Invorderingsrente Beslaglegging Strafrechter Administratieve verplichtingen! Bijlage: toelichting Belastingdienst Omzetbelasting 2009