Jaarverslag 2008
Inhoudstafel
blz. 3
Inhoudstafel
5
Inleiding
7
Beleidsplan 2009 - 2011
12
Nieuwe initiatieven en ontwikkelingen in 2008
14
De hulpverlening van de jeugdteams in cijfers
22
De hulpverlening van de volwassenenteams in cijfers
32
De bezoekers van Instuif in cijfers
3
Inleiding
Met de komst van onze website (www.andante.be) zullen we naar de toekomst toe een andere invulling geven aan dit jaarverslag. Voortaan zullen enkel nog de cijfergegevens van het voorbije werkingsjaar gepresenteerd worden. Meer recente informatie over de werking, het concrete zorgaanbod en wijze van aanmelden vindt u uitgebreid op onze website. Naast het geboden cijfermateriaal besteden we ook de nodige aandacht aan ontwikkelingen op het vlak van beleid en zorgvernieuwing binnen Andante.
Na een lang bouwproces werd in september de nieuwe locatie van het jeugd-, volwassenen- en ouderenteam Merksem in gebruik genomen tot grote tevredenheid van de gebruikers. Als mooie jaarafsluiter bracht minister Steven Vanackere op 5 december een bezoek aan de verschillende teams op de nieuwe vestiging en werd de nieuwbouw officieel ingehuldigd. Wij wensen u veel leesplezier!
Zo werd er in het voorjaar van 2008 werk gemaakt van een nieuw en ambitieus beleidsplan voor de periode 2009-2011. Het plan kwam tot stand na een zelfevaluatie van de voorbije periode en bespreking hiervan tussen directie, teamcoördinatoren en medewerkers uit alle vestigingen. In het verlengde van dit beleidsplan gaf de Raad van Bestuur einde 2008 aan het directiecollege de opdracht om, na 10 jaar, de missie en het zorgaanbod kritisch te herbekijken. Een nieuwe en geactualiseerde opdrachtverklaring zal dan in de loop van 2009 resulteren in een lange termijnplanning m.b.t. een aangepaste infrastructuur en lokalisering van de vestigingsplaatsen. Op het vlak van zorginhoud werden in 2008 een aantal belangrijke initiatieven en ontwikkelingen op de rails gezet. Zo was er de oprichting van een heus multidisciplinair samengesteld ouderenteam, de ondersteunende samenwerking met de Centra voor Algemeen Welzijnswerk via het Inloophuis De Steenhouwer en het Opvangcentrum Sint Andries en de samenwerking met twee wijkgezondheidscentra en een huisartsengroepspraktijk in een kansarme wijk. Al deze initiatieven werden financieel ondersteund en mee mogelijk gemaakt door de Vlaamse Overheid.
Jan Mampuys directeur
5
6
Beleidsplan
Beleidsplan 2009-2011 De centra geestelijke gezondheidszorg dienen in het kader van hun erkenning om de 3 jaar een beleidsplan in te dienen bij de overheid. Dit dient te gebeuren op basis van een door de overheid opgesteld sjabloon waarin voor een aantal doelstellingen concrete parameters bepaald worden. In de loop van 2008 diende een nieuw beleidsplan te worden opgesteld voor de periode 2009-2011. Andante wil echter een stap verder gaan en 3-jaarlijks de werking en het beleid kritisch bekijken en, voor alle domeinen, de doelstellingen voor de komende 3 jaar vastleggen. We gebruiken de verschillende domeinen van het EFQM-model daarbij als kader. Datzelfde kader gebruiken we ook voor het kwaliteitshandboek en de zelfevaluatie waardoor beleid en kwaliteit samenhang vertonen. Schematisch ziet dit model er als volgt uit.
1. Leiderschap De beleidstructuur van Andante werd grondig geëvalueerd en vervolgens bijgestuurd. Er werd een nieuw directiecollege samengesteld met de directeur, de doelgroepcoördinator jeugd, de doelgroepcoördinator volwassenen en de beleidspsychiater. Per doelgroep (jeugd en volwassenen) is er een doelgroepoverleg o.l.v. de doelgroepcoördinator waarin de teamcoördinatoren en één of meerdere psychiaters samenkomen. Zij hebben als taak de strategische keuzes inhoudelijk verder uit te werken en de implementatie op te volgen. De teamcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering in hun vestiging. De communicatie top-down en bottum-up verloopt via de teamcoördinatoren en de doelgroepcoördinatoren.
Input (Hefbomen)
Output (Resultaten)
Personeelsbeleid Leiderschap
Beleid & strategie
Personeelstevredenheid Kernprocessen
Middelen
Tevredenheid van klanten
Resultaten
Impact op de samenleving
Feedback (leren en innoveren)
Bij het opstellen van het beleidsplan heeft het directiecollege een voorzet opgemaakt op basis van een zelfevaluatie. Daarin werden mogelijke verbeterpunten geïnventariseerd. Deze nota werd op het forum met de teamcoördinatoren en medewerkers verder bediscussieerd. Op basis hiervan werd het definitieve beleidsplan uitgeschreven. Het beleidsplan is een belangrijk sturend document voor de organisatie. We presenteren het daarom ook in dit jaarverslag. In wat volgt trachten we bondig het beleidsplan en haar 26 doelen te overlopen.
Om de werking van deze nieuwe structuur en de betrokkenheid van medewerkers binnen de organisatie te verbeteren werden 2 doelstellingen geformuleerd: Doel 1: De interne communicatie tussen de verschillende niveaus in de organisatie te verbeteren via o.m.: - het beschikbaar stellen van de verslagen van vergaderingen - optimaliseren van de personeelssite - periodiek bezoek van het directiecollege aan alle teams
7
8
Beleidsplan
- jaarlijks uitwisselingsmoment met een ruimer forum van medewerkers over belangrijke inhoudelijke topics zoals missie, het beleidsplan, specifieke projecten, organisatieontwikkelingen. - … Doel 2: De ontwikkeling en implementatie van beleidsbeslissingen transparanter en efficiënter maken en daarin de medewerkers beter betrekken. Dit willen we realiseren door beslissingstrajecten vooraf duidelijk te communiceren met vermelding van het tijdskader en de wijze waarop medewerkers zullen geconsulteerd worden. Het is tevens de betrachting van de teamcoördinatoren en het directiecollege om meer afstemming en uniformiteit van de kernactiviteiten te realiseren tussen de verschillende volwassenen- en jeugdteams (zie ook hoofdstuk kernprocessen).
2. Beleid en strategie Met de nieuwe beleidsstructuur willen we de opdrachten van de organisatie kwalitatief verder uitbouwen. In het domein beleid en strategie omschreven we hiertoe 4 doelen voor de komende 3 jaar. Doel 3: De opdrachtverklaring en de visie op zorg-, dienstverlening en preventie wordt geactualiseerd. Na 10 jaar fusie is het aangewezen om te herbronnen en de missie en opdrachten van de organisatie kritisch te herbekijken. Uitgaande van de decretale opdracht en de visieontwikkeling vanuit de overheid en de koepels, zal het directiecollege begin 2009 een traject uitzetten om de opdrachtverklaring en de visie op zorg- en dienstverlening en preventie te actualiseren. Hierbij zullen de medewerkers en de belangrijkste externe partners betrokken worden. Doel 4: In overleg met Vagga wordt een omgevingsanalyse opgemaakt over zorgaanbod en zorgbehoeften in de regio. In antwoord op de vraag van de overheid om per werkingsgebied een ‘omgevingsanalyse’ te maken zal met de collega’s van CGG Vagga overleg gepleegd worden. Deze oefening dient eind 2009 te leiden tot een stappenplan omtrent doelgroepen en samenwerkingsverbanden. Hierbij wordt maximaal gebruik gemaakt van bestaand onderzoek en bronnen.
Doel 5: Het kwaliteitsbeleid wordt verder geïmplementeerd en geïntegreerd. Het kwaliteitshandboek wordt geactualiseerd, onderhouden en gepromoot bij medewerkers. Op basis van de zelfevaluatie worden specifieke verbetertrajecten vastgelegd. Doel 6: In het voorjaar 2011 wordt het beleidsplan 2012-2015 opgemaakt. Als basis hiervoor zullen de driejaarlijkse zelfevaluatie en de richtlijnen van de overheid gebruikt worden. Het directiecollege zal de coördinatoren, teams en de Raad van Bestuur opnieuw in dit proces betrekken via een forum.
3. Personeel Voor een organisatie als Andante is het personeel een cruciale factor in het realiseren van haar opdrachten. Er werden volgende doelen geformuleerd. Doel 7: De personeelsmiddelen worden op een doelmatige en evenwichtige wijze ingezet, rekeninghoudend met het aanbod van andere actoren en de vraag in het werkgebied. Het directiecollege maakt een samenvattende nota ‘personeelsbeleid 2009-2011’ waarin de verdeling van de personeelsmiddelen over de verschillende doelgroepen (kind/jeugd - volwassenen - ouderen - Instuif ) en opdrachten (onthaal/diagnostiek/behandeling, preventie, dienstverlening, projecten, overhead) wordt omschreven. Ook de regelingen m.b.t. tewerkstellingsuren, loopbaanplanning, deeltijds werken e.d.m. worden hierin opgenomen. Deze nota is richtinggevend voor het verder te voeren personeelsbeleid. De teamcoördinatoren en het CPBW worden hierin betrokken. Doel 8: De medewerkers worden systematisch in hun functioneren ondersteund en geëvalueerd. Overeenkomstig de nota ‘Kader voor functioneringsen evaluatiegesprekken’ heeft elke medewerker functioneringsgesprekken met zijn directe leidinggevende. Doel 9: Het vormingsbeleid ondersteunt medewerkers om optimaal te functioneren overeenkomstig hun takenpakket, individuele noden en organisatiekeuzes m.b.t. organisatie en inhoud van het zorgaanbod. Elke vestiging maakt een driejaarlijks vormingsplan op overeenkomstig de nota ‘vormingsbeleid’. Voorafgaand formuleert het directiecollege op basis
Beleidsplan
van het beleidsplan specifieke thema’s waarin de organisatie verdere expertise dient te ontwikkelen. De vormingsplannen worden besproken en goedgekeurd door het directiecollege. Het overleg jeugd en het overleg volwassenen evalueren jaarlijks de gevolgde vorming en opleiding. Er wordt tevens voorzien in teamoverstijgende gezamenlijke vorming.
Doel 13: De communicatie met verwijzers en externe partners verloopt doelgericht en efficiënt. De visie op communicatie met verwijzers en externe partners zal geactualiseerd worden. Hiertoe zal de informatieverstrekking naar verwijzers en andere geïnteresseerden o.m. via website en jaarverslag geactualiseerd en verbeterd worden.
Doel 10: Andante draagt zorg voor haar personeel. In het CPBW zal het beleid omtrent welzijn op het werk en de concrete maatregelen daartoe (beeldschermen, psychosociale belasting, pesten, tbc-bescherming,…) in de loop van 2009 grondig geëvalueerd worden. Op basis hiervan zal het beleid geactualiseerd worden.
5. Kernprocessen
4a. Middelen
Doel 14: De cliënt krijgt een onthaalbrochure aangereikt waarin aanbod, werkwijze, bijdrage, rechten en plichten, klachtenprocedure e.d.m. duidelijk zijn omschreven. Deze brochure zal ontwikkeld worden door een werkgroep o.l.v. de kwaliteitscoördinator.
Andante is een financieel gezonde organisatie die beschikt over een goede infrastructuur en aangepaste werkingsmiddelen. Dit willen we naar de toekomst blijvend optimaliseren. Doel 11: Er is een aangepaste infrastructuur en lokalisering. In aansluiting op de geactualiseerde opdrachtverklaring zullen het directiecollege en de raad van bestuur in de loop van 2009 een langetermijnplanning uitzetten m.b.t. aangepaste infrastructuur en lokalisering van de vestigingsplaatsen. Dit heeft tot doel het werkingsgebied beter te kunnen bedienen.
4b. Samenwerking Samenwerking met andere partners in de gezondheids- en welzijnssector is een belangrijke hefboom voor de hulpverlening en voor het realiseren van de opdracht van het CGG. Daarom willen we de samenwerking en de communicatie met onze partners verder uitbouwen. Doel 12: Andante gaat structurele samenwerkingsverbanden aan met belangrijke strategische partners. Het directiecollege zal alle vormen van structureel overleg met externe partners inventariseren en evalueren. Waar nodig zullen samenwerkingsovereenkomsten bijgestuurd worden of kunnen nieuwe initiatieven genomen worden (o.m. i.f.v. strategische beleidskeuzes). Via de doelgroep- en de teamcoördinatoren worden alle teamleden geïnformeerd over samenwerkingsafspraken met andere partners.
De kernprocessen verwijzen rechtstreeks naar de kwaliteit van de zorg: het zorgaanbod, het zorgproces dat de cliënt doormaakt en de ondersteunende processen in de teams. Het is niet verwonderlijk dat voor dit domein de meeste doelen werden bepaald.
Doel 15: Aangemelde cliënten worden op een kwaliteitsvolle, transparante, efficiënte en cliëntvriendelijke wijze onthaald i.f.v. instroom of een externe doorverwijzing. Daarbij krijgen acute hulpvragen bijzondere aandacht. Er wordt een eenvormig instroombeleid per doelgroep ontwikkeld waarbij onafhankelijk van waar een cliënt zich aanmeldt, hij/zij georiënteerd wordt naar het meest aangewezen team. Er wordt een maximale wachttijd van 4 weken vooropgesteld voor een eerste oriënteringsgesprek en een maximale wachttijd van 4 maanden voor de start van de behandeling. Er wordt tevens capaciteit voorzien voor acute hulpverlening. Doel 16: Andante biedt kwaliteitsvolle zorg, aangepast aan de behoeften van de doelgroepen. Dit veronderstelt voldoende diversiteit van methodieken in functie van de aangemelde problemen, en kennis van actuele good-practices en wetenschappelijke ontwikkelingen m.b.t. geestelijke gezondheidszorg. Om dit te realiseren zal vanaf 2011 per doelgroep jaarlijks voor een specifieke problematiek nagegaan worden welke optimale zorg geboden kan worden, uitgaande van zowel actuele good-practices en ontwikkelingen binnen het werkveld als van wetenschappelijke bevindingen. Op basis hiervan zal een actieplan opgemaakt worden waarin de nodige aanpassingen en verbeteringen aan het zorgaanbod worden opgenomen.
9
10
Beleidsplan
Doel 17: Per doelgroep wordt een gelijkvormig behandelplan ontwikkeld, systematisch gebruikt en geëvalueerd. Voortbouwend op de voorstellen vanuit de koepels wordt voor elke doelgroep een sjabloon voor behandelplan ontwikkeld en geïntroduceerd. Doel 18: Binnen het overleg volwassenen wordt een diagnostische praktijk ontwikkeld. Het overleg volwassenen onderzoekt welke diagnostische praktijken een plaats moeten krijgen binnen het zorgaanbod en welke personeels- en andere middelen daarvoor moeten ingezet worden. Implementatie is voorzien voor 2011. Voor de jeugdteams wordt tegen einde 2009 een evaluatie van de werking van het diagnostiekteam voorzien. Doel 19: Er wordt een gemeenschappelijk beleid uitgewerkt om de NOA (cliënten die Niet Op Afspraak verschijnen) zoveel als mogelijk en wenselijk te beperken. Op basis van de bestaande nota ‘afsluiten van de zorg’ en van de door het OJ en OV op te maken inventarissen van de huidige situaties en praktijken, zullen de doelgroepcoördinatoren een gezamenlijk voorstel formuleren. Doel 20: Andante biedt in de vorm van dienstverlening ondersteuning aan andere actoren die met een gelijkaardige populatie werken. Andante gaat in op ondersteuningsvragen van andere diensten. We reserveren hiervoor een capaciteit van één voltijdse medewerker, gespreid over de verschillende teams. Medewerkers die dienstverlening verzorgen worden ondersteund in een werkgroep die ervaringsuitwisseling en expertisebevordering tot doel heeft. Doel 21: Voor de doelgroep anderstaligen wordt een spreiding van instroom en behandeling gerealiseerd over alle teams. Er wordt een interne werkgroep ‘cultuursensitieve zorg’ opgericht waaraan ieder team participeert. Deze werkgroep heeft praktijkondersteuning en expertisebevordering tot doel. Doel 22: Andante realiseert een specifiek zorgaanbod voor de doelgroep ouderen.
Op de vestiging in Merksem zal een ouderenteam worden opgestart dat een aangepast zorgaanbod voor ouderen zal ontwikkelen en samenwerkingsverbanden met voorzieningen voor ouderen zal aangaan. Doel 23: De deontologische code wordt regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd. In 2010 zal de kwaliteitscoördinator alle teams bevragen naar klinische ervaringen met de deontologische code. Op basis van deze bevraging en van mogelijk gewijzigde wetgeving en praktijk zal een werkgroep veranderingsvoorstellen formuleren. Doel 24: Andante ontwikkelt een visie op het gebruik van internet en andere communicatiemiddelen in het hulpverleningsproces. Een werkgroep samengesteld uit medewerkers van de verschillende doelgroepen zal hiertoe een visie ontwikkelen.
6. Tevredenheid gebruikers Het toetsen van de ervaringen van cliënten is een belangrijk gegeven in het kwaliteitsbeleid. We willen dat dan ook vorm geven via 2 doelstellingen. Doel 25: Andante organiseert periodiek een tevredenheidsonderzoek bij haar cliënten en/of verwijzers. In 2009 zal de visie op het meten van gebruikerstevredenheid ontwikkeld worden. We zullen hierbij gebruik maken van de resultaten van het outcomemanagementproject van de VVGG. De resultaten van de tevredenheidsmeting dienen om verbeterpunten te detecteren. Doel 26: Er is een systematische bekendmaking van de klachtenprocedures aan cliënten. Over de geformuleerde klachten wordt systematisch gerapporteerd. De bestaande klachtenprocedures (intern en bij de ombudsfunctie van het overlegplatform) worden bekendgemaakt via de onthaalbrochure, via een bericht in de wachtkamer en via de website. Voor alle klachten die op de vestigingen en bij de directeur geformuleerd werden wordt een registratieformulier klachten ingevuld. De kwaliteitscoördinator rapporteert jaarlijks aan het directiecollege over de intern en extern geformuleerde klachten.
Beleidsplan
7. Tevredenheid van medewerkers Naast het bevragen van de tevredenheid van gebruikers is het zinvol om ook bij het personeel te toetsen naar knelpunten en verbetermogelijkheden. Doel 27: Andante organiseert periodiek een tevredenheidsonderzoek bij haar medewerkers. Er zal een visie en een procedure voor toetsing van de personeelstevredenheid uitgewerkt worden. De resultaten van de tevredenheidsmeting zullen besproken worden in het CPBW.
8. Impact op de samenleving Voor dit domein werden geen doelen opgesteld. Uiteraard houden we wel rekening met de resultaten van de audit door het agentschap Inspectie.
9. Performantie Een periodieke reflectie op de resultaten van de organisatie draagt ertoe bij dat de processen en resultaten kunnen verbeterd worden. Daartoe werden 2 doelen geformuleerd. Doel 28: Andante streeft naar een optimale personeelsinzet en tijdsbesteding. Andante wil de performantie verbeteren en het door de overheid geformuleerde streefdoel bereiken uiterlijk tegen 2011. De concrete uitwerking en timing werd voorzien in de nota ‘transparante tijdsbesteding en prestaties’. Doel 29: Het centrum beschikt over gegevens om de vooropgestelde doelen te evalueren en bij te sturen. Ten einde de werking jaarlijks te kunnen evalueren en bijsturen zal het directiecollege een set van kerngegevens samenstellen (indicatoren overheid, cliëntgegevens, tijdsbesteding en prestaties, financiën, dienstverlening, specifieke projecten, preventie). In het overleg jeugd en volwassenen en in de teams wordt jaarlijks een evaluatie gemaakt op basis van de cliëntgegevens en medewerkersprestaties.
11
12
Nieuwe initiatieven en ontwikkelingen
Nieuwe initiatieven en ontwikkelingen in 2008 Volgende initiatieven kenden hun opstart in 2008. Hoewel de verdere uitwerking vooral in 2009 zal plaatsvinden krijgen ze hier al wat bijzondere aandacht.
Oprichting ouderenteam In de ministeriële rondzendbrief van 29/7/2008 werd bekendgemaakt dat er recurrent extra middelen werden vrijgemaakt voor uitbreidingen in de CGG naar de doelgroep ouderen met psychiatrische en/of psychologische problemen. Hoewel deze uitbreiding van middelen zeer beperkt was (max. 0,5 FTE), hebben we als organisatie werk gemaakt van deze opdracht. Dit resulteerde tegen eind november 2008 in een implementatieplan waarin we een visie m.b.t. ouderenzorg binnen CGG Andante en een plan van aanpak bijeenbrachten. Eind 2008 kregen de CGG een bijkomende opdracht rond outreaching naar 3 doelgroepen: forensisch, bijzondere jeugdbijstand en ouderen. In antwoord op beide opdrachten wil Andante naar de doelgroep ouderen volgende doelen realiseren: - de oprichting van een ouderenteam, minimaal 1.5 FTE, multidisciplinair samengesteld (psychologische functie, maatschappelijke of psychiatrisch verpleegkundige functie, psychiatrische functie) - het uitbouwen van doelgroepspecifieke kennis en competenties - het realiseren van een doelgroepspecifiek aanbod, dit zowel curatief als preventief, drempelverlagend en outreachend - met het specifieke aanbod voor ouderen tegemoetkomen aan reële behoeften van de doelgroep en zo een instroom genereren - het opzetten van samenwerkingsverbanden met relevante andere actoren (eerste- en derdelijn) binnen de ouderenzorg In de loop van 2009 willen we deze doelstellingen grotendeels gerealiseerd hebben.
Project CGG/CAW De CGG kregen van de minister (omzendbrief 28 oktober 2008) eenmalig projectmiddelen om de samenwerking tussen de CGG en de centra voor algemeen welzijnswerk te bevorderen. Voor een projectjaar van 1 oktober 2008 tot 30 september 2009 werd tussen de Antwerpse CGG (Vagga en Andante) en de Antwerpse CAW (Metropool, De Terp en De Mare) een samenwerkingsovereenkomst gesloten met als doel het zorgaanbod van de beide organisaties beter op elkaar af te stemmen en te komen tot een getrapt zorgmodel. Voor Andante resulteerde dit in een samenwerking met Inloophuis De Steenhouwer en Opvangcentrum Sint Andries. In elk van deze werkingen is wekelijks een ervaren CGG-hulpverlener aanwezig. Aangezien in beide settings een heel andere doelgroep bereikt wordt (voornamelijk dak- en thuislozen) dan deze welke doorgaans op een CGG beroep doet, en er geen directe psychiatrische of psychologische hulpvraag uitgaat van deze mensen, moeten de Andante-medewerkers op zoek gaan naar mogelijkheden om betekenisvol contact te maken met de doelgroep. De CGGmedewerkers hebben ook een ondersteunende en adviserende functie naar de CAW-medewerkers toe. Vanuit Andante worden de betrokken medewerkers geruggensteund door hun teams en door de teampsychiater. Dit is noodzakelijk aangezien het om een doelgroep blijkt te gaan waarvan een groot aantal mensen een ernstige psychiatrisch lijden vertoont. We begeven ons als CGG met dit project op eerder onbekend terrein. We willen in 2009 door middel van dit pionierswerk verdere ervaring op te doen met de doelgroep dak- en thuislozen, dit om hen en de CAWmedewerkers vanuit onze 2de lijnspositie een betere zorg en ondersteuning te kunnen bieden.
Nieuwe initiatieven en ontwikkelingen
Project Huisartsen CGG Andante diende in mei 2008 een subsidieaanvraag in voor projecten in de armoedebestrijding. De aangevraagde subsidie, welke effectief werd toegekend voor 1 jaar en dan nog jaarlijks verlengd kan worden tot 3 jaar, stelt ons in staat het project ‘Generalistische en gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg in een getrapt zorgmodel’ te realiseren. In samenwerking met 2 wijkgezondheidscentra (WGC ’t Spoor en WGC De Regent) en een huisartsengroepspraktijk (Dhondt, Tambour, Frijns), alle drie gelegen in de wijken 2060 en 2140 waar veel sociaal zwakkeren wonen, werd het voor patiënten mogelijk gemaakt om in 2009 in de hun vertrouwde huisartsensetting een ervaren CGG-hulpverlener te consulteren. We hopen via deze weg groepen te bereiken die omwille van financiële en/of culturele redenen doorgaans niet aan de nodige psychologische zorg geraken: vluchtelingen, mensen zonder papieren, migranten van de eerste en tweede generatie, … Met dit project willen we ook de toegankelijkheid naar de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg optimaliseren.
13
14
Jeugd
De hulpverlening van de jeugdteams in cijfers Aantal cliënten
2007
2008
Doorlopende dossiers 474 (58,7%) Nieuwe cliënten 334 (41,3%)
Totaal aantal cliënten 808 (100%)
2009 Verder in behandeling 533 (66,0%) Beëindigd in overleg 195 (24,1%) Contacten afgebroken 25 (3,1%) Verwezen 47 (5,8%) Ander en onbekend 8 (1,0%)
Het schema geeft een beeld van de instroom en uitstroom van de cliënten van de 2 jeugdteams samen. In 2008 werden 808 kinderen (en/of hun ouders of andere opvoeders) gezien. De grootste groep, 474 kinderen (58,7%), waren reeds in begeleiding in 2007. We merkten de voorbije jaren een tendens dat meer cliënten langer in behandeling blijven. De hypothese hierbij is dat bij de instroom strenger geselecteerd wordt naar ernstiger en meer chronische problematiek waarvoor langer hulp nodig is. Er werden 334 nieuwe cliënten ontvangen (41,3% van het cliënteel).
Van de 808 cliënten zullen er 533 nog in begeleiding blijven in 2009 (66,0%). Voor 275 cliënten werd de hulpverlening in het jeugdteam afgesloten, waarvan 195 (24,1%) in overleg. 25 cliënten (3,1%) hebben de contacten afgebroken, dit wil zeggen dat zij eenzijdig de hulpverlening stopzetten. 47 cliënten (5,8%) werden na de hulpverlening in het jeugdteam verwezen voor verdere hulp.
Jeugd
Verwijzers Eigen initiatief 6,0% Initiatief vanuit omgeving 14,4% Somatische gezondheidszorg 8,1% Geestelijke gezondheidszorg 19,1% Algemeen welzijnswerk 3,9% Bijzondere jeugdzorg 8,1% Gehandicaptenzorg 4,2% Kind en gezin 2,4% Politie en justitie 1,8% Onderwijs 24,0% Andere 3,9% Onbekend 4,2%
In deze grafiek worden de verwijzers weergegeven van de nieuwe cliënten. We hebben de verwijzers gegroepeerd in sectoren. Ongeveer een vijfde van de cliënten (20,4%) meldt zich aan op eigen initiatief. Dit is een cijfer dat al enkele jaren daalt. Het betekent dat de jeugdteams steeds meer werken op verwijzing. De grootste groep cliënten (24,0%) werd verwezen vanuit de sector onderwijs, waarvan de meesten door de centra voor leerlingbegeleiding. Ook vanuit de sector geestelijke gezondheidszorg wordt veel door-
verwezen (19,1%). Het gaat hierbij vooral om verwijzingen vanuit andere CGG, zelfstandige therapeuten en psychiaters en kinderpsychiatrie. De verwijzingen vanuit de algemene gezondheidszorg zijn toegenomen (8,1%) en komen vooral via huisartsen. Er is een terugval van het aantal verwijzingen vanuit de bijzondere jeugdzorg (8,1%). Er werd vanuit die sector voornamelijk verwezen door tehuizen en pleeggezinnendiensten. Vanuit de overige sectoren waren er relatief weinig verwijzingen.
15
16
Jeugd
Problematiek De aanmeldingsklachten geven een eerste indicatie omtrent de problematiek van het cliënteel. Het gaat hierbij om de belangrijkste klacht zoals ze bij aanmelding door de cliënten (vaak door de ouders) verwoord werd. De klachten waarmee cliënten zich aanmelden
zeggen echter onvoldoende over de onderliggende problematiek of de ernst van het probleem. Hiervoor kijken we beter naar de diagnose die gesteld werd bij cliënten die in behandeling zijn.
Aanmeldingsklachten Lichamelijk - Fysiologisch functioneren Psychische problemen Klachten m.b.t. realiteitscontrole
2,9% 21,7% 0,3%
Gedragsproblemen
22,3%
Interactieproblemen
22,0%
Ontwikkelingsproblemen
13,4%
Slachtofferschap Verwerkingsproblemen
3,8% 10,2%
Ander
3,5%
Onbekend
0,0% 10%
In 22,3% van de dossiers worden gedragsproblemen als voornaamste aanmeldingsklacht geformuleerd. Het gaat dan voornamelijk om agressie en oppositioneel gedrag en in mindere mate om hyperactief gedrag. Ook interactieproblemen scoren hoog (in 22,0% van de dossiers). Onder deze categorie treffen we relatieproblemen tussen ouder en kind, evenals een tekort aan sociale vaardigheden. Bij de psychische problemen (21,7%) gaat het vooral om
20%
30%
depressieve stemming, angst en suïcidegedachten. Aandachts- en concentratieproblemen, autisme en leermoeilijkheden vinden we terug onder de ontwikkelingsproblemen (13,4%). Verwerkingsproblemen en slachtofferschap zijn samen goed voor 14,0%. Deze hebben betrekking op het verwerken van kindermishandeling of andere traumatische gebeurtenissen, waaronder problematische echtscheidingen.
Jeugd
Diagnose (DSM) Leerstoornissen
6,9%
Autisme spectrumstoornissen
18,5%
Aandachtstekortstoornissen
26,6%
Gedragsstoornissen
10,5%
Separatie- en hechtingsstoornissen
3,6%
Stemmingsstoornissen
3,6%
Angststoornissen
7,4%
Aanpassingsstoornissen
5,8%
Relationele problemen
8,5%
Misbruik en verwaarlozing
4,2%
Overige
4,4% 10%
In de CGG wordt een diagnose gesteld volgens de DSM (diagnostic and statistical manual). Deze beschrijvende diagnose geeft een globaal beeld van de problematiek van de cliënt. Het zegt echter nog weinig over de complexiteit van de problematiek of over de weg voor behandeling. Van de 808 kinderen en jongeren die in zorg genomen werden in de jeugdteams, werd in 448 dossiers een diagnose gesteld. In de overige dossiers werd nog geen diagnose gesteld omdat de indicatiestellingsfase nog lopende is of omdat de cliënten na één
20%
30%
of enkele gesprekken extern verwezen werden. In de grafiek wordt telkens de hoofddiagnose weergegeven. Sommige kinderen en jongeren kunnen meerdere diagnoses hebben. Uit de cijfers blijkt dat aandachtstekortstoornissen (ADHD en aanverwante) en autismespectumstoornissen het frequentst voorkomen bij het publiek van de jeugdteams. Ook gedragstoornissen (waaronder oppositioneel gedrag), relationele problemen, angststoornissen en leerstoornissen komen frequent voor (tussen 10,0 en 7,0%).
17
18
Jeugd
Spreiding naar leeftijd en geslacht
Jongens
Meisjes
2,7% 12,0%
18+
1,9%
15-17 jaar
18,1%
13,0%
12-14 jaar
17,5%
10,9%
9-11 jaar
6-8 jaar
0,9%
3-5 jaar
1,1%
0,4%
0-2 jaar
0,2%
Totaal
41,3%
7,2%
58,7%
Deze grafiek geeft een beeld van de leeftijd en het geslacht van de kinderen en jongeren die in de jeugdteams worden opgevangen. Het valt meteen op dat er meer jongens worden aangemeld dan meisjes, dit in een verhouding van ongeveer 60,0% jongens tegenover 40,0% meisjes. Bij de teams voor volwassenen is deze verhouding net omgekeerd. De leeftijdsgroep van de jeugdteams spreidt zich van 0 tot 18 jaar. Toch stellen we vast dat er zeer weinig baby’s, peuters en kleuters gezien worden (slechts
9,8% 4,5%
2,6% is jonger dan 6 jaar). Dit aantal is al enkele jaren laag, wat in functie van een tijdige detectie van ontwikkelingsproblemen ongunstig is. 39,0% van de kinderen heeft een lagere schoolleeftijd. Jongeren uit de middelbare schoolleeftijd vertegenwoordigen 54,0% van de cliënten. Dit is een stijging t.o.v. vorig jaar. Een klein deel van het cliënteel (4,6%) is reeds 18 jaar of ouder, het gaat dan om begeleidingen die gestart werden voordat de jongere 18 jaar werd. Globaal zien we dat het publiek dat we bereiken ouder is dan vorige jaren.
Jeugd
Leefsituatie jeugd
Bij beide ouders 40,5% Co-ouderschap 4,6% Bij moeder alleen 26,2% Bij moeder en partner 12,3% Bij vader alleen 2,4% Bij vader en partner 2,1% Alleenwonend 0,1% Gezinsvervangende leefsituatie 7,1% Ander 0,6% Onbekend 2,9%
Minder dan de helft van de aangemelde kinderen (40,5%) woont bij beide ouders. Van bijna de helft van de kinderen (47,6%) wonen de ouders niet samen, ruim de helft van hen (26,2%) leeft bij hun
alleenstaande moeder. 7,8% van de cliënten woont niet bij één van zijn ouders, de meesten (7,1%) daarvan verblijven in een tehuis of pleeggezin.
19
20
Jeugd
Woonplaats
0,4%
1,0%
1,1%
3,2%
0,7%
0,5%
5,2% 4,3%
0,0%
5,6%
11,3%
14,2%
6,9%
0,7%
0,2%
0,6% 0,2% 10,6%
0,2%
1,4%
0,2% 1,2%
2,0% 4,1%
2,1%
3,1% 5,2% 5,1% 2,2%
0,5% 2,1%
0,2% 0,0%
3,2%
Op deze kaart is het werkingsgebied van het CGG afgebeeld met vermelding van het percentage van onze cliënten per gemeente (voor stad Antwerpen per deelgemeente). 96,5% van de cliënten woont in het werkingsgebied en slechts 3,5% daarbuiten. 59,2% van de cliënten zijn afkomstig uit de stad Antwerpen. Wanneer we de percentages van het
bereikte cliënteel vergelijken met het aantal minderjarigen stellen we vast dat de verschillende zorgregio’s goed bereikt worden. Dit is het gevolg van een gunstige ligging van de 2 jeugdteams, waardoor deze zowel bereikbaar zijn voor gezinnen uit de stad als uit de omliggende gemeenten.
Jeugd
Hulpverleningsactiviteiten
Aanmelding-indicatiestelling Aanmeldingsactiviteiten
364
Indicatiestelling
999
Diagnostiek
334
Behandeling-begeleiding Medisch-psychiatrische behandeling
246
Individuele psychotherapie
1428
Gezinstherapie
534
Oudertherapie
1562
Groepstherapie
157
Begeleiding en andere behandelingsactiviteiten
430 30
Totaal
6054
In 2008 waren er 6054 directe cliëntcontacten. De directe hulpverleningscontacten hebben we in 2 grote categorieën ondergebracht: de aanmeldings- en indicatiestellingactiviteiten enerzijds en de therapeutische activiteiten anderzijds. De aanmeldings- en indicatiestellingactiviteiten vertegenwoordigen 28% van alle prestaties. Naast de oriënterings- en intakegesprekken (999 gesprekken) gebeurden er een groot aantal gespecialiseerde onderzoeken (334 sessies). De veelvuldige telefonische contacten met (potentiële) cliënten en verwijzers die zich aanmelden maar niet instroomden zijn in deze cijfers niet inbegrepen, evenmin de aanmeldingsactiviteiten die door administratieve medewerkers gebeurden. Bij de therapeutische activiteiten (4354 gesprekken) zien we een brede waaier van activiteiten, waarvan
ouderbegeleiding en individuele therapie met een kind of jongere de grootste groep uitmaken. Ook gezinstherapeutische sessies en medicamenteuze behandelingen komen geregeld voor. Er waren 157 groepstherapeutische sessies waaraan gemiddeld 10 kinderen of jongeren deelnamen. Onder de noemer begeleiding werden voornamelijk follow up-contacten en crisisgesprekken genoteerd. Naast deze sessies met de cliënten zijn er ook veelvuldige indirecte cliëntactiviteiten: contacten met andere hulpverleners (895) of telefonische contacten met de cliënt of personen uit zijn omgeving (1022 geregistreerde contacten), de regelmatige teambesprekingen, het opmaken van behandelingsplannen en rapporten voor externe hulpverleningsdiensten. Uit de registratie halen we eveneens dat er 807 sessies gepland werden die niet zijn doorgegaan doordat cliënten niet opdaagden of afbelden.
21
22
Volwassenen en ouderen
De hulpverlening van de volwassenenteams in cijfers Aantal cliënten 2006 Doorlopende dossiers 831 (52,5%)
2007
Nieuwe cliënten 752 (47,5%)
Totaal aantal cliënten 1583 (100%)
2008 Verder in behandeling 908 (57,4%) Beëindigd in overleg 233 (14,7%) Contacten afgebroken 219 (13,7%) Verwezen 180 (11,4%) Ander en onbekend 45 (2,8%)
In 2008 werden in de 4 volwassenenteams samen 1.583 cliënten (of cliëntsystemen) gezien, een daling van 1,1% in vergelijking met 2007. Iets meer dan de helft van deze cliënten kwam reeds in het centrum voor 2008. 908 cliënten (57,4%) zullen ook in 2009 verdere contacten hebben. Voor 675 cliënten werd de begeleiding afgesloten, waarvan 233 (14,7%) in overleg tussen cliënt en therapeut. Vaak verbreekt de cliënt zelf (al dan niet tijdelijk) de contacten. Dit gebeurde bij 219 cliënten (13,7%).
Volwassenen en ouderen
Verwijzers Eigen initiatief 19,4% Initiatief vanuit omgeving 13,0% Somatische gezondheidszorg 23,7% Geestelijke gezondheidszorg 22,3% Algemeen welzijnswerk 10,5% Bijzondere jeugdzorg 2,4% Gehandicaptenzorg 0,7% Kind en gezin 1,1% Politie en justitie 0,1% Onderwijs 1,9% Andere 2,8% Onbekend 1,2%
Het verwijzersplaatje is ook in 2008 nauwelijks gewijzigd. Ongeveer twee derden van onze cliënten wordt verwezen door een professionele instantie, de huisarts is hier de grootste verwijzer. Er zijn veel verwijzingen vanuit het algemeen welzijnswerk en van de collega’s uit de geestelijke gezondheidszorg, zowel uit de ambulante als uit de residentiële settings. Daarnaast stellen we vast dat nog steeds bijna een derde van de cliënten (32,4%) op eigen initiatief komt of op aanraden van iemand uit de omgeving.
Dit lijkt vreemd voor een gespecialiseerde tweedelijnsvoorziening maar het duidt wel op een goede bekendheid bij een breed publiek, zeker wanneer we vaststellen dat het grootste deel van deze cliënten bij ons wel degelijk aan het juiste adres is. In een maatschappij waar informatie voor iedereen beter toegankelijk is –via internet en andere media– kunnen we verwachten dat mensen nog meer hun eigen weg zullen zoeken en vinden wanneer ze problemen ervaren.
23
24
Volwassenen en ouderen
Problematiek Aanmeldingsklachten Lichamelijk - fysiologisch functioneren Psychische problemen
4,0% 51,5%
Klachten m.b.t. realiteitscontrole
3,3%
Gedragsproblemen
4,0%
Interactieproblemen
9,3%
Ontwikkelingsproblemen
1,3%
Maatschappelijke / sociale problemen
1,5%
Slachtofferschap
4,2%
Verwerkingsproblemen
15,3%
Verslavingsproblemen
1,3%
Andere
3,5%
Onbekend
0,8% 10%
Deze grafiek geeft de hoofdaanmeldingsklachten (daardoor slechts één klacht per cliënt) weer zoals deze bij aanmelding door de cliënten opgegeven werden. Dit zegt weinig over de onderliggende problematiek of over de ernst van het probleem. De meeste klachten worden verwoord als psychische problemen en ook zo geregistreerd (51,5%). Het gaat hierbij om depressie, suïcidegedachten of -pogingen,
20%
30%
40%
50%
angst, stress en identiteitsproblemen. Veel mensen melden zich aan met verwerkingsproblemen (15,3%); het gaat dan meestal om ernstige trauma’s. Veel hulpvragen worden geregistreerd als interactieproblemen (9,3%), dit zijn interactieproblemen in de ruimste zin: tussen partners, tussen ouders en kinderen of in contact met anderen. Vaak gaat het hierbij om ernstige onderliggende problemen.
Volwassenen en ouderen
DSM Stoornissen beginnend op kinderleeftijd
3,6%
Psychotische stoornissen
6,5%
Stemmingsstoornissen
30,5%
Angststoornissen
14,9%
Aanpassingsstoornissen
9,5%
Andere reden van zorg
10,0%
Persoonlijkheidsstoornissen
17,9%
Overige
7,1% 10%
Bovenstaande cijfers geven de diagnoses weer welke in 1.379 dossiers werden geregistreerd (dit enkel voor cliënten waarbij effectief een diagnose werd gesteld, vb. niet voor cliënten die na één of enkele gesprekken verwezen werden). Voor bijna een derde van de cliën-
20%
30%
ten werd een stemmingsstoornis als diagnose geregistreerd. Bijna een vijfde van de cliënten lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. Ook de groep cliënten met een psychotische stoornis is vrij groot (6,5%).
25
26
Volwassenen en ouderen
Spreiding naar leeftijd en geslacht Mannen
Vrouwen
0,0%
80+ jaar
0,3%
0,2% 70-79 jaar
0,9%
1,2% 60-69 jaar 3,8% 8,6%
2,7%
50-59 jaar
10,4%
40-49 jaar
10,5%
17,0%
30-39 jaar
7,8%
19,1%
20-29 jaar 0,8%
18-19 jaar
0,1%
0-17 jaar
0,2% onbekend 33,0%
Totaal
14,5% 1,8% 0,2% 0,1% 67,0%
De verhouding tussen mannen en vrouwen in het cliënteel van Andante blijft over de jaren heen vrij stabiel. Slechts één op drie van onze cliënten is een man.
Iets meer dan de helft van de cliënten zijn tussen de 20 en 50 jaar oud (50,6%). Het aantal 60+ blijft beperkt, namelijk 5,3% (4,3% in 2007)
Leefsituatie Alleenwonend 37,5% Eigen gezin 44,7% Ouderlijk gezin 11,7% Beschutte of collectieve woonvorm 2,6% Ander 2,8% Onbekend 0,8%
Onder onze cliënten zijn er opvallend veel alleen wonenden, hun aantal nam het voorbije jaar verder toe tot 37,5% (32,8% in 2006, 36,0% in 2007).
Volwassenen en ouderen
Socio-economisch profiel van het cliënteel
Onderwijs Lager onderwijs 8,8% Middelbaar onderwijs 48,1% Buitengewoon onderwijs 2,1% Deeltijds/leercontract 2,2% Niet universitair hoger onderwijs 17,8% Universitair onderwijs 7,8% Onbekend 11,2%
Uit deze cijfers kan afgeleid worden dat bijna de helft van de cliënten middelbaar onderwijs heeft doorlopen, en een vierde hoger onderwijs genoot. Bijna een tiende van deze volwassen populatie maakte enkel het lager onderwijs af.
Beroep Niet beroepsactief 25,6% Arbeider 25,5% Bediende 34,1% Zelfstandige 2,3% Ander 1,2% Onbekend 3,0%
Deze cijfers geven aan wat het laatst uitgeoefende beroep was van onze cliënten. Dit geeft een vertekend beeld van de huidige realiteit (arbeidsonbekwaamheid door ziekte wordt hier niet zichtbaar). Toch is het opvallend dat 25,6% niet beroepsactief is.
27
28
Volwassenen en ouderen
Inkomen Eigen beroepsactiviteiten 30,2% Werkloosheid 12,1% Pensioen 3,3% Mindervalide 1,1% Ziekte/invaliditeit 27,6% OCMW 6,8% Ander 4,0% Geen 9,4% Onbekend 4,0%
Deze tabel geeft een duidelijk beeld van het socioeconomisch profiel van onze cliënten. Slechts een klein derde (30,2%) van onze volwassen cliënten leeft van een eigen beroepsinkomen. Al meer dan de helft van de populatie (50,9%) leeft van een vervangingsinkomen. Meer dan de helft daarvan (27,6%) leeft van een ziekte- of invaliditeitsuitkering (13,1% meer dan in 2007).
Volwassenen en ouderen
29
Woonplaats
0,4%
0,4%
0,4%
0,9%
0,6%
0,5%
0,8% 2,3%
0,1%
2,5%
31,9%
11,7%
3,5%
0,2%
0,2%
0,5% 17,4%
0,3%
0,9% 0,9%
0,1% 0,1%
0,2% 2,5%
1,6%
1,6% 7,0% 6,8% 1,1%
0,0% 0,6%
0,9% 0,2%
1,0%
Op onderstaande kaart wordt het percentage van onze cliënten per gemeente (voor stad Antwerpen per deelgemeente) van het werkingsgebied van het CGG weergegeven. 96,4% van de cliënten woont in het werkingsgebied. 81,4% woont in fusiestad Antwerpen. Ook bij de teams voor volwassenen zien
we, net als bij de jeugdteams, dat we veel cliënten bereiken uit de directe omgeving van de verschillende Andante-vestigingen. Deze cijfers lijken sterk op de cijfers van de voorbije jaren.
30
Volwassenen en ouderen
Hulpverleningsactiviteiten Aanmelding-indicatiestelling Aanmeldingsactiviteiten 2048
Indicatiestelling 1041 Diagnostiek
65
Behandeling-begeleiding Medisch-psychiatrische behandeling 1515
Individuele psychotherapie 12773
Partnertherapie
93
Gezinstherapie
25
Oudertherapie
18
Groepstherapie
113
Begeleiding en andere behandelingsactiviteiten
370
Totaal 17960
We tellen in 2008 17960 rechtstreekse hulpverleningscontacten met cliënten (19.059 in 2007). De vele indirecte activiteiten, zoals verslaggeving en overleg met verwijzers of andere behandelaars, zijn niet in deze cijfers inbegrepen. We zien een sterke stijging in het aantal aanmeldingsactiviteiten (van 707 in 2007 naar 2.048 in 2008); het aantal aanmeldingen neemt effectief toe, doch deze stijging is ook toe te schrijven aan meer systematisch registreren. Bij de aanmelding beluisteren we de hulpvraag van de cliënt en gaan we na of behandeling in het centrum aangewezen is. Wanneer dit niet het geval is
wordt de cliënt begeleid bij de verwijzing. De andere indicatiestellingactiviteiten zijn vooral de klassieke intakegesprekken en de adviesgesprekken waarin het therapievoorstel met de cliënt besproken wordt. Deze activiteiten daalden van 1.417 in 2007 naar 1.041 in 2008. Bij de behandelingsactiviteiten neemt individuele psychotherapie de grootste plaats in (86,1%). Het aantal medisch-psychiatrische consulten was in 2007 (2.103) met ongeveer een derde toegenomen ten overstaan van 2006, in 2008 (1.515) zien we een terugkeer naar de situatie van 2006 (1.527).
31
32
Instuif
De bezoekers van Instuif in cijfers Aantal bezoekers, spreiding naar leeftijd en geslacht Het aantal bezoekers van Instuif blijft sterk stijgen. Er namen 322 bezoekers deel aan de activiteiten van Instuif (tegenover 193 in 2007 en 162 in 2006), waarvan 142 nieuwe bezoekers (91 in 2007). Er waren 180 bezoekers die ook vóór 2008 Instuif bezochten.
In onderstaande grafiek hebben we de leeftijd van de bezoekers uitgezet. Deze situeert zich vooral tussen de 30 en 50 jaar, met een piek tussen 45 en 49 jaar. 61,2% van de bezoekers zijn mannen. Vereenzaming, marginalisering en moeilijk contact treft mannen blijkbaar sterker dan vrouwen.
Man
Vrouw 60+
13
4
55-59 jaar
16
7
50-54 jaar
21
13 20
45-49 jaar
39
40-44 jaar
22 25
16 22
35-39 jaar
27
18
30-34 jaar 17
14
25-29 jaar 20-24 jaar
2
0 -20 jaar
0
Onbekend
15 197
Enkele psychiatrische ziekenhuizen brengen met een deel van hun patiënten een kennismakingsbezoek aan Instuif. Op deze manier kunnen patiënten de werking leren kennen en later eventueel aansluiten bij de activiteiten.
2
Totaal
9 125
Vanuit het psychiatrisch ziekenhuis van Boechout werden 2 bezoeken afgelegd met gemiddeld 15 bezoekers. Vanuit ZNA Stuivenberg waren er 4 bezoeken met gemiddeld 14 bezoekers.
Instuif
Verwijzers In de onderstaande grafiek hebben we de verwijzers van de nieuwe Instuifbezoekers weergegeven. Iets meer dan de helft van de nieuwe bezoekers (50,7%) werd verwezen vanuit een psychiatrisch centrum. Een mogelijke verwijzing naar Instuif is een vast gegeven geworden in de voorbereiding op het ontslag vanuit het ziekenhuis. De samenwerking met de psychiatrische centra en het samenwerkingsverband met het Trajectiel (zorgactiveringsproject, opgestart vanuit P.C. Sint-Amedeus) is hier niet vreemd aan.
21,0% werd verwezen door een andere voorziening of zorgverstrekker uit de geestelijke gezondheidszorg zoals Beschut Wonen, Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, psychiater, dagcentrum of het Trajectiel. Naast de professionele verwijzers is er een belangrijke groep van bezoekers (16,9%) die via een andere bezoeker de weg naar Instuif vindt.
Meegekomen met andere bezoeker 16,9% Psychiatrische ziekenhuizen 50,7% Beschut wonen 4,2% Centra geestelijke gezondheidszorg 7,0% Privé-psychiater of huisarts 6,3% Dagcentra 2,1% Trajectiel 1,4% Andere 2,8% Onbekend 8,5% Totaal 100%
33
34
Instuif
Problematiek De problematiek van de bezoekers werd in volgende grafiek weergegeven. Er kunnen per bezoeker meerdere problemen aangekruist worden. Zo telden we 336 klachten voor 290 bezoekers (= gemiddeld 1,2 klachten). Van 32 personen werd de problematiek niet geregistreerd.
Lichamelijke problemen
Psychose en schizofrenie is de hoofdproblematiek van bijna de helft (49,4%) van de bezoekers, gevolgd door stemmingsstoornissen (23,2%). Uiteraard speelt bijna bij alle bezoekers vereenzaming een belangrijke rol.
1,5%
Schizofrenie en psychotische stoornissen 49,4% Stemmingsstoornissen
23,2%
Zwakbegaafd
6,3%
Relatieproblemen
1,2%
Vereenzaming
8,9%
Verslaving
6,3%
Persoonlijkheidsstoornis
0,9%
Andere
2,4% 10%
20%
30%
40%
Instuif
Profiel van de bezoekers De gegevens over leefsituatie, burgerlijke staat en inkomen van de bezoekers geven de maatschappelijke kwetsbaarheid weer van de doelgroep. We geven in de grafieken een beeld van alle bezoekers (vaste en nieuwe samen).
Leefsituatie Leeft alleen 45,3% Met partner 8,4% Bij ouders 4,0% Beschut wonen 15,2% In psychiatrie 19,6% Onbekend 7,5%
Bijna de helft van de bezoekers van Instuif (45,3%) woont alleen. 19,6% verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit is meer uitgesproken bij de nieuwe bezoekers, in voorbereiding op hun ontslag vindt dan
een eerste kennismaking met Instuif plaats. 15,2% woont in een beschutte woonvorm. Slechts 12,4% leeft in gezinsverband (met partner of bij ouders). Van 7,5% is de leefsituatie onbekend.
Burgerlijke staat Ongehuwd 67,1% Samenwonend 1,9% Gehuwd 5,9% Gescheiden 16,5% Weduw(naar) 0,9% Onbekend 7,8%
De werking van Instuif richt zich duidelijk naar alleenstaanden: 67,1% is ongehuwd, 16,5% is gescheiden. Slechts 7,8% is gehuwd of samen wonend.
35
36
Instuif
Inkomen Student 0,3% Werkt 7,8% Werkt beschut 11,2% Werkloosheidsuitkering 5,9% Ziekte en/of invaliditeit 66,5% Pensioen 1,6% Bestaansminimum / leefloon 0,0% Onbekend 7,1% Het overgrote deel van de bezoekers (73,6%) leeft van een vervangingsinkomen. Twee derde (66,5%) leeft van een ziekte- en invaliditeitsvergoeding. Dit zegt iets over de chroniciteit van de psychiatrische problematiek van de bezoekers. 19,0% van de bezoekers heeft een inkomen uit arbeid, waarvan 11,2% uit beschut werken.
Instuif
37
Woonplaats Op de kaart met het werkingsgebied van de CGG werd het percentage van de bezoekers weergegeven. 83,2% van de bezoekers woont in dit werkingsgebied, waarvan 64,0% in de fusiegemeente Antwerpen.
Omdat sommige bezoekers in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven zijn er uit sommige gemeenten relatief meer bezoekers (vb. Mortsel en Boechout).
0,0%
0,6%
0,0%
0,6%
0,9%
0,3%
1,6% 0,6%
0,0%
1,9%
32,3%
0,3%
2,2%
0,3%
1,2%
0,6% 5,6%
0,6%
0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
2,6% 3,4%
9,3%
3,1% 13,7% 1,9% 0,3%
0,0% 5,0% 7,1%
1,2% 4,7%
38
Instuif
Instuifactiviteiten Onderstaande tabel geeft een overzicht van de activiteiten van de Instuifwerking opgenomen. Het brede scala van activiteiten maakt dat alle bezoekers er hun gading in vinden. De gemiddelde opkomst van 17 deelnemers per activiteit is in 2008 gestegen naar 17 (15 in 2007). De toename van het aantal bezoekers is hier uiteraard niet vreemd aan.
Het praatcafé op vrijdagavond, en de koffie- en theekrans op maandagnamiddag, kennen een grote toeloop. Ook het weekend kan op veel belangstelling rekenen. Vele andere regelmatig georganiseerde activiteiten kennen een kern van trouwe deelnemers. Enkele sportactiviteiten gingen niet meer door (zwemmen en tafeltennis). Nieuw is de praatgroep.
Activiteit
Aantal activiteiten
Aantal bezoeken
Gemiddelde
Praatcafé
50
1955
……………………………………………………………………
39
51
… …………………………………………………………………………………
876
… …………………………………………………………………
17
Extern
……………………………………………………………………………………………………………………………………………
14
… …………………………………………………………………………………
238
17
Intern
… …………………………………………………………………………………………………………………………………………
4
62
15,5
1
18
18
………………………………………………………………………………………………………………………………
Koffie-en theekrans
… …………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………
Ontspanning
Weekends
… ……………………………………………………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………
Sport Volleybal
… ………………………………………………………………………………………………………………………………
38
387
10
Bowling
…… …………………………………………………………………………………………………………………………………
15
… ……………………………………………………………………………………
81
5
Competitie
… …………………………………………………………………………………………………………………………
1
… ………………………………………………………………………………………
12
12
Minigolf
… …………………………………………………………………………………………………………………………………
3
16
5
… …………………………………………………………………………………
…… …………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………
Cultuur Podiumkunsten
16
260
…… …………………………………………………………………
16
… …………………………………………………………………
1
13
… ……………………………………………………………………
13
Culturele uitstappen
……………………………………………………………………………………………
1
14
14
Film
12
75
6
40
474
12
Theatergroep
27
222
8
Tekenatelier
9
50
5,5
… ………………………
2
27
13,5
… ………………………………………………………………………………………………………………………………………
1
11
11
Vergaderingen
…………………………………………………………………………………………………………………
7
102
…… …………………………………………………………………
15
praatgroep
… …………………………………………………………………………………………………………………………
8
96
… ……………………………………………………………………
12
…… …………………………………………………………………………………………………………
Tentoonstellingen en musea
… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………
Vorming Kookcursus
……………………………………………………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………
Voordrachten, studiedagen en uitstappen Reizen
Totaal
… ………………………………………………………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………………………
…… …………………………………………………………………
…… ……………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………………………
… ………………………………………………………………………………………
301
……………………………………………………………………………
… …………………………………………………………………
… …………………………………………………………………
… ……………………………………………………………………
4989
……………………………………………………………
16,6
39
40