INHOUDSOPGAVE Voorwoord
4
1. Onze school 1.1 De organisatie 1.2 Het bestuur 1.3 De medezeggenschapsraad 1.4 De directie 1.5 Samenwerkingsverbanden 1.6 Identiteit 1.7 Geschiedenis 1.8 Situering 2.
5 5 5 5 5 5 6 6 6
Waar de school voor staat 2.1 De naam Jenaplan 2.2 De basisprincipes 2.3 De brug tussen basisprincipes en praktijk 2.4 Stamgroepen: Hoe werken ze? 2.5 Basisactiviteiten: Gesprek, spel, werk en viering
3. De zorg op onze school 3.1 De opvang van nieuwe kinderen in de school 3.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 3.3 De speciale zorg op onze school 3.4 Begeleiding door andere diensten 3.5 Vervolgonderwijs 3.6 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
5. De ouders 5.1 Contacten tussen ouders en school 5.2 Ouderparticipatie 5.3 Inrichting van de school / het lokaal 5.4 Klachtenregeling 5.5 Vrijwillige ouderbijdrage 5.6 Aansprakelijkheid 5.7 Voor- en naschoolse opvang 6. Speciale gebeurtenissen
8. Praktische zaken 8.1 Schooltijden 8.2 Bewegingsonderwijs 8.3 Verzuim 8.4 Hoofdluis 8.5 Schoolse zaken
11
9. Overblijven
16 16
17 19 22 24
4. Het team 4.1 Vervanging 4.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO’s 4.3 Scholing van stamgroepleerkrachten
25 26 26 26 26
3
7. Werkgroepen
7 7 8 10 10
27 28 28 28 29 30 30 31
32 34 34 35 35 36 37 37
Voor je ligt de nieuwe schoolgids van Jenaplanschool De Waterval.
Voorwoord
De schoolgids is bedoeld om de communicatie tussen ouders en school te bevorderen. Het is van groot belang dat ouders weten waar ze voor kiezen, niet in het minst vanwege het speciale onderwijsconcept dat onze school voert. De school is een gemeenschap waar kinderen niet alleen kennis vergaren, maar waar ze ook volop de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen in zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Zo trachten wij bij te dragen aan de opvoeding van de kinderen. Voor het gehele leerplan van elke Jenaplanschool geldt dat het voldoet aan wat de wet voorschrijft. De eisen zijn omschreven in de zogenaamde kerndoelen. Deze schoolgids is bedoeld voor zowel belangstellenden die onze school (nog) niet kennen als voor eenieder die als kind, ouder, verzorger of teamlid aan de school is verbonden. Op onze school kennen ouders, kinderen en teamleden elkaar persoonlijk. Hierbij past het om elkaar te tutoyeren. Daarom hebben we besloten om de schoolgids in de jij-vorm te schrijven. Door middel van deze gids word je geïnformeerd over de achtergronden van het Jenaplanonderwijs in het algemeen en onze Jenaplanschool in het bijzonder. Je leest waar de school voor staat, de zorg voor kinderen, hoe de school omgaat met kinderen die extra zorg nodig hebben, wat van ouders wordt verwacht en wat ouders van de school kunnen verwachten. In de kalender, die ouders jaarlijks krijgen, staan alle praktische zaken waaronder het vakantierooster en contactpersonen. In de kalender is voor eenzelfde hoofdstukindeling gekozen om de leesbaarheid te vergroten.
Wij hebben getracht zo volledig mogelijk te zijn. Mocht je nog iets missen, laat het mij weten. Namens alle stamgroepleerkrachten wens ik je veel leesplezier en gebruiksgemak toe. Leonoor Sleijser directeur
[email protected]
4
1. Onze school
1.4 De directie De directie van de Stichting wordt gevoerd door Leonoor Sleijser. Zij voert de directie voor beide locaties. In nauw overleg met het bestuur vult de directeur de taken in die in het managementstatuut zijn beschreven. Er is gekozen voor een coöperatief bestuur. De directeur neemt deel aan de bestuursvergaderingen, waardoor de lijnen kort zijn.
1.1 De organisatie: Stichting Jenaplanscholen Bollenstreek (SJB) Onze school maakt sinds de fusie in 2000 deel uit van de Stichting Jenaplanscholen Bollenstreek (SJB). De SJB heeft twee locaties: De Alleman in Warmond en De Waterval in Lisse. De Stichting heeft één bestuur en één medezeggenschapsraad (MR) en is aangesloten bij de Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV).
1.5 Samenwerkingsverbanden In Nederland zijn nu ruim 220 scholen aangesloten bij de Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV), waaronder openbare, protestants-christelijke, katholieke en algemeen bijzondere. Ook onze school is lid van de NJPV. Het is een vereniging van scholen die met elkaar de volgende doelen van de NJPV onderschrijven: 1. de uitgangspunten van het Jenaplanconcept te verbreden, te actualiseren en in de praktijk te optimaliseren; 2. de belangen van de Jenaplanscholen en van allen die daaraan meewerken, te behartigen; 3. het trachten te beïnvloeden van het onderwijsbeleid van de overheid en van het onderwijs in het algemeen in een richting waarin de basisprincipes van het Jenaplan in toenemende mate in scholen herkenbaar zijn.
1.2 Het bestuur Het bestuur bestaat uit ouders van beide scholen en de MR uit ouders én stamgroepleerkrachten. Het bestuur is verantwoordelijk voor de algemene beleidslijnen en de begroting.
1.3 Medezeggenschapsraad Voor beide locaties is één medezeggenschapsraad (MR) actief. Deze bestaat uit ouders en stamgroepleerkrachten van beide locaties. De MR heeft als belangrijkste doel het behartigen van de belangen van de ouders en het team. De MR vergadert regelmatig en de vergaderingen zijn openbaar. Alle ouders/verzorgers van de kinderen van onze school zijn kiesgerechtigd en verkiesbaar voor functies binnen de MR.
5
op De Alleman), invallers, stagiaires, een administratief medewerker en een directeur. In totaal heeft de stichting twaalf stamgroepen, waarvan er vier zijn gevestigd op De Alleman.
1.6 Identiteit De Waterval en De Alleman zijn algemeen bijzondere basisscholen. Dat wil zeggen dat ieder kind ongeacht achtergrond en levensovertuiging de gelegenheid krijgt om op onze school onderwijs te krijgen. Centraal binnen de school staan de Jenaplan-basisprincipes (zie bladzijde 7). Door de Jenaplanvisie komen ook kinderen die niet in de directe omgeving wonen bij ons naar school.
1.8 Situering Het schoolgebouw van De Waterval is speciaal voor Jenaplanonderwijs ontworpen. Centraal staat het contact met elkaar (de cirkel van de hal en de blauwe zaal). De lokalen zijn daar omheen gegroepeerd. De Waterval ligt in de Poelpolder, een kinderrijke buurt in Lisse.
1.7 Geschiedenis Jenaplanschool De Waterval is in 1983 door een groep enthousiaste ouders opgericht. Na eerst op kleine en verschillende vestigingen te hebben gezeten, is in 1990 het huidige gebouw aan de Judith Leijsterstraat betrokken. Het aantal kinderen is door de jaren heen behoorlijk toegenomen. Tussen 2002 en 2004 hebben er verbouwingen plaatsgevonden en zijn er twee lokalen bijgekomen. Jenaplanschool De Alleman in Warmond werd in 1990 opgericht door een groep enthousiaste ouders die een vereniging oprichtte met de naam ‘Vereniging Algemene School Warmond’. De ouders kozen toen voor een Jenaplanschool met een continurooster. De school begon in de twee lokalen van voormalige kleuterschool De Triangel met veertien kinderenen. Later zijn er twee lokalen bijgebouwd. In 2000 fuseerden beide scholen om de continuïteit te waarborgen. Stichting Jenaplanscholen Bollenstreek werkt met een team van twintig stamgroepleerkrachten (waarvan zes
6
2. Waar de school voor staat 2.1 De naam Jenaplan Naast kennis worden dan kwaliteiten verwacht als: kunnen samenwerken, communiceren, flexibel zijn, als persoonlijkheid sterk in je schoenen staan en creatieve oplossingen bedenken voor steeds andere problemen. Door de manier van werken in onze school worden kinderen daarin opgevoed.
Een Jenaplanschool is een leef- en werkgemeenschap die kinderen, stamgroepleerkrachten en ouders omvat. Stamgroepleerkrachten zijn de professionele opvoeders. Ouders hebben weliswaar een deel van de opvoeding van hun kinderen aan de school overgedragen, maar ze spelen in ons onderwijs op allerlei niveaus een belangrijke rol. Zonder hun medewerking kan de school weinig extra’s leveren. De school mag daarom een bewuste keuze van de ouders voor het jenaplanonderwijs verwachten (zie ook hoofdstuk vijf). Het onderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen en omvat daarom veel meer dan het aanleren van schoolse kennis en vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen. Kinderen leren op een Jenaplanschool veel. Ze doen dat door deel te nemen aan de zgn. basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. De school gaat er vanuit dat kinderen verschillend zijn. Dat wordt niet gezien als hinderlijk; integendeel. Omdat kinderen van elkaar verschillen, kunnen ze veel van elkaar leren. Om die reden worden ze in stamgroepen geplaatst die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden, zoals dat ook in een gezin of bij een club het geval kan zijn.
2.2 De basisprincipes Het Jenaplanconcept werd al tussen 1920 en 1950 ontwikkeld door Peter Petersen op de Universiteitsschool in Jena (Duitsland). Het concept wordt voortdurend aangepast aan de omstandigheden in het onderwijs van nu. Petersen wilde van de school een echte leefen werkgemeenschap maken. De persoonlijke ontwikkeling van het kind stond voor hem voorop waarbij hij de volgende eigenschappen centraal stelde: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, respect, sociale vaardigheid en creativiteit. De circa 220 Jenaplanscholen in Nederland hebben gezamenlijk twintig 20 basisprincipes geformuleerd. Deze basisprincipes vormen het vertrekpunt voor de wijze waarop ons onderwijs wordt ingericht. Op de volgende bladzijden worden de basisprincipes uiteengezet.
De kinderen leren dat zij samen verantwoordelijk zijn voor hun ruimte. Van kinderen die nu op school zitten, wordt in de toekomst veel verlangd.
7
De twintig basisprincipes: De mens 1. Elk mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. 2. Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door: zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. 3. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen; met de zintuiglijke waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur; met de niet zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. 4. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. 5. Elk mens wordt als een cultuurdrager en -vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken.
De samenleving 6. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. 7. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. 8. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. 9. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig de aarde en wereldruimte beheert. 10. Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
De school 11. De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op. 12. In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken.
8
13. In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. 14. In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. 15. In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering. 16. In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. 17. In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. 18. In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken. 19. In de school vinden gedrag- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met het kind. 20. In de school worden verandering en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dat proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken.
Met onze visie geven wij aan waar we naar toe willen. Het geeft richting en verbindt de betrokkenen met elkaar.
9
De stamgroepleerkracht helpt de kinderen bij dit ingewikkelde leerproces. De stamgroep is zeer hecht. Er worden ook stamgroepoverstijgende activiteiten georganiseerd, zoals de vieringen met de hele schoolgemeenschap, bijvoorbeeld aan het eind van de week en de speciale vieringen rond Sint, Kerst, de musical, ouders voor kinderen en de Jaarafsluiting. Ook zijn er gezamenlijke projecten zoals bijvoorbeeld rondom respect en creativiteit. Vanaf de middenbouw hebben kinderen vaste plaatsen in tafelgroepen. De samenstelling van de tafelgroepen is heterogeen, zowel ten aanzien van leerjaren als sekse, waarbij een positieve sociale houding wordt ontwikkeld. De school organiseert jaarlijks stamgroepavonden, waarbij ouders van de betrokken stamgroepen bijeen komen om stamgroep-specifieke onderwerpen te bespreken. Op beide scholen wordt gewerkt met stamgroepouders. Een stamgroepouder wordt gekozen om stamgroepactiviteiten te coördineren, die niet direct te maken hebben met onderwijsinhoud. De school werkt met een continurooster. Alle kinderen eten in de eigen stamgroep met de stamgroepleerkracht. Het overblijven wordt geregeld en begeleid door ouders en valt onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
2.3 De brug tussen basisprincipes en praktijk Leren leven met verschillen Mensen zijn verschillend en dat is maar goed ook. Daardoor kun je van elkaar leren, mensen van verschillende leeftijd en levenservaring, verschillende rassen en culturen, mannen en vrouwen, verschillende levensbeschouwelijke achtergronden enzovoort. Al deze grote en kleine verschillen in eigenschappen, achtergronden en capaciteiten, zien wij als een kans om die te benutten. Juist die verschillen zorgen ervoor dat kinderen elkaar op allerlei gebieden (cognitief, lichamelijk en sociaal/ emotioneel) kunnen helpen. We leren de kinderen dat helpen belangrijk is, en dat hulp krijgen prettig is. Kinderen worden in onze school geleerd op een rechtvaardige en vreedzame manier met verschillen om te gaan. Respect voor anderen en eerbied voor het leven zijn belangrijke waarden op onze school.
2.4 Stamgroepen: Hoe werken ze? Alle stamgroepen zijn wat betreft leeftijd heterogeen samengesteld: kinderen van twee leerjaren zitten bij elkaar. Het bijzondere van het formeren van stamgroepen is dat de positie van kinderen elk jaar verandert. Een jongste wordt oudste, de oudste weer jongste, enzovoort. De kinderen doen hierdoor belangrijke sociale ervaringen op. Soms zelfs meer dan in een gezin mogelijk is.
10
Het ritmisch weekplan Een ritmisch weekplan is geen rooster. Met een rooster ligt alles vast en is alles voorspelbaar. Net als in muziek geeft een ritme een bepaalde cadans aan die terugkeert. Maar, anders dan de maat, kan ritme veranderen in duur en volgorde. De stamgroepleerkracht voelt door te observeren aan hoe lang bepaalde activiteiten moeten duren: nu wat korter, dan wat eerder of langduriger. De stamgroepleerkracht moet gevoel hebben voor kwaliteit en optimaliseren van situaties. Daalt de betrokkenheid en daarmee het rendement voor ontwikkeling van kinderen: dan wat sneller afronden en overgaan naar een nieuwe activiteit. Of een impuls geven voor een nieuwe wending of uitbreiding. Uiteraard wordt rekening gehouden met grenzen, zoals afspraken over schooltijden, beschikbaarheid van bepaalde ruimtes en activiteiten voor de hele schoolgemeenschap. Elke stamgroep heeft zijn eigen ritmisch weekplan.
2.5 Basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering We onderscheiden vier basisactiviteiten waarin mensen leven en leren; we leren niet alleen door met pen, papier en het hoofd bezig te zijn. Door met elkaar in gesprek te zijn, kunnen we elkaar informeren en elkaar leren begrijpen of elkaar aanspreken op gedrag. Tijdens het gesprek in de kring worden plannen gemaakt en wordt voor een deel het werk besproken. Door samen te spelen leren we rekening met elkaar te houden. Ook maken we al spelend iets wat we meegemaakt hebben tot iets van onszelf. Onder werk vallen de instructiemomenten en de blokperioden, waarin kinderen zelfstandig met het werk bezig zijn. Door samen te vieren, bijvoorbeeld in een maandopening of weeksluiting, leren we elkaar wat ons hoofd en hart heeft beziggehouden; we brengen gevoelens op elkaar over. Deze basisactiviteiten wisselen elkaar af. Deze afwisseling is vastgelegd in het ritmisch weekplan.
11
Gesprek Als we met elkaar praten, zitten we in de kring. Dan kunnen we elkaar goed zien en zijn we meer met elkaar betrokken. Kinderen vertellen over hun belevenissen, soms nemen ze iets van huis mee dat ze aan anderen willen laten zien, soms hebben ze iets voorbereid. Deze momenten zijn aanleiding om verder te praten over een onderwerp dat iedereen aangaat of tot het houden van een leergesprek. De onderwerpen kunnen worden verwerkt in de lessen. Wij onderscheiden een aantal kringen op onze school: vertelkring, leeskring, tekstenkring, observatiekring, verslagkring, instructie- of introductiekring, verjaardagskring, evaluatiekring en spelkring.
Bewegingsonderwijs Wij maken voor de midden- en bovenbouwgroepen gebruik van de methode: “Basislessen bewegingsonderwijs”. Hierin komen alle grondvormen van bewegen aan bod zoals: klimmen, klauteren, rollen, duikelen, wandelen, lopen (rennen) en springen. Daarnaast worden er spellessen (met tik-, zang- en wedstrijdspelen) gegeven. Ook komt bewegen op muziek tijdens de lessen bewegingsonderwijs geregeld aan bod. In de onderbouw hanteren wij diverse bronnen om de spel- en bewegingslessen zoveel mogelijk aan te passen aan de projecten.
Spel
Werk
Het spel is een onmisbaar onderdeel in het leven van een kind. Het kind doet al spelend ontdekkingen. Door het spelen ontwikkelt het kind zijn motoriek en leert het bewegen in de ruimte om zich heen. Spel is ook voor de creatieve ontwikkeling van groot belang. Het is belangrijk dat kinderen zich leren uitdrukken en de expressie van anderen leren interpreteren. Daarnaast worden zij gestimuleerd, in de ruimste zin van het woord, creatief met hun leefwereld om te gaan.
Op school werken we grotendeels in projectvorm met wisselende thema’s, die dicht bij de belevingswereld van kinderen staan. Voor een deel wordt het project ingevuld door de kinderen zelf. Elk project bevat verplichte leerstof uit de verschillende vakken die de kinderen krijgen (rekenen, spelling, taal etcetera).
Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie (WO) vormt het hart van ons onderwijs. Het vak WO is een verzameling van kennis- en ervaringsgebieden die vaak in een geïntegreerde vorm wordt aangeboden. Wij maken voor een deel gebruik van de methode “De Grote Reis”. Hierin komen de volgende onderdelen aan de orde: natuuronderwijs, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, sociale redzaamheid en gezondheid. “De Grote Reis” is een thematische methode die voor de hele school geschikt is. Wij gebruiken de methode als bronnenboek. Daarnaast wordt gewerkt rond thema’s die per stamgroep of per bouw kunnen ontstaan. De onderwerpen hiervoor worden ingegeven door de kinderen, de stamgroepleerkracht of bepaalde gebeurtenissen. Binnen wereldoriëntatie is aandacht voor burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap is het kunnen en willen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Dit vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Onze Jenaplanbasisprincipes vormen hiervoor het uitgangspunt. De onderbouw werkt al veel met projecten en zij zullen zij zich regelmatig aansluiten bij de midden- en bovenbouw.
Rekenen In de onderbouw maken de kinderen kennis met diverse aspecten van rekenen en wiskunde. We hanteren de volgende werkvormen: kringgesprek, werkles, spelletjes en arbeid naar keuze. De kinderen leren rekenkundig om te gaan met ruimte, lengte, tijd en het begrip getal. Vanaf de middenbouw wordt de leerstofopbouw gevolgd zoals die in Pluspunt staat aangegeven. Naast Pluspunt hebben we Maatwerk rekenen aangeschaft voor kinderen die op een of andere wijze moeilijkheden ondervinden met het rekenen. Maatwerk biedt hen ondersteuning op een manier zoals een reguliere methode niet kan bieden. De bedoeling is dat kinderen zoveel mogelijk de instructielessen blijven volgen, maar vervolgens de verwerking doen met hun eigen leerstof; in kleine leerstappen en een duidelijke opbouw. Er worden computers ingezet voor zowel Pluspunt als Maatwerk. Voor kinderen die bovengemiddeld presteren op het gebied van rekenen hebben we diverse uitdagende materialen aangeschaft om op twee niveaus tegemoet te komen aan kinderen die meer aankunnen. Het is de bedoeling dat óók zij instructielessen blijven volgen omdat hun inbreng van wezenlijk belang is in de lessen.
13
Taal Taalonderwijs is voor ons een heel belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma. Taal is een instrument dat kinderen dagelijks nodig hebben om te communiceren, de wereld te ordenen en te verkennen. Onze school wil graag dat kinderen actief, creatief en expressief met taal kunnen omgaan. In de onderbouw staat de spreektaal centraal. Daarnaast besteden we aandacht aan taalkennis en de ontwikkeling van het leesbegrip. We doen dat vaak aan de hand van een thema. Daarnaast gebruiken we Kinderklanken als bronnenboek. Dit is een methode, die ontwikkeld is op “De Weerklank”, een school voor kinderen met spraaken taalstoornissen. Deze methode is erop gericht om binnen de thema’s die wij gebruiken in ons onderwijs, kinderen auditieve (luister)oefeningen aan te bieden. Deze methode streeft er ook naar om de woordenschat en het taalgevoel te ontwikkelen. Op deze manier wordt het aanvankelijk leesonderwijs ondersteund. In de middenbouw beginnen we met aanvankelijk lezen (groep 3). We maken gebruik van de methode “De Leeslijn”. Deze methode biedt veel mogelijkheden tot differentiatie. Zo kunnen de kinderen uit de onderbouw, die zelf aangeven dat ze aan lezen toe zijn, met “De Leeslijn” aan de slag. Uitgangspunt blijft dat kinderen in de middenbouw leren lezen. In de midden- en bovenbouw gebruiken we de taalmethode “Taalleesland”. Hierin komen alle facetten van het taalonderwijs (zoals begrijpend lezen, taalbeschouwing en grammatica) aan bod.
14
Naast bovengenoemde taalactiviteiten wordt er dagelijks aandacht besteed aan spelling middels de aparte leerlijn van “Taalleesland”. In 2008 zijn wij gestart met het taalplan: “Dat’s Andere taal”. Dit plan is niet zozeer een methode maar geeft de leerlijnen weer die kinderen moeten volgen om te komen tot complete ontwikkeling per onderdeel. Deze werkwijze sluit aan bij ieders niveau, en doet daarmee recht aan elk kind. De leerlijn “Vrije Teksten” is ingevoerd.
Engelse taal We willen de kinderen graag in contact brengen met de Engelse taal, omdat deze taal in de Nederlandse samenleving een belangrijke rol speelt. Dat doen we in de bovenbouw. We maken gebruik van diversen bronnenboeken rondom een thema. De nadruk ligt op spreken en luisteren. Soms sluiten we een thema af met toneelstukjes waarin de kinderen laten zien wat ze geleerd hebben. Kinderen maken kennis met de Engelse taal vanaf groep 5.
Schrijven Wij werken met de schrijfmethode “Novoskript”. De methode richt zich niet alleen op het schrijven maar ook op de ontwikkeling van de (grove en fijne) motoriek.
Tekenen In de middenbouw komen beeldaspecten in tekenopdrachten terug. Contour, compositie, kleur, diepte, overlapping en vorm komen hierin aan bod. In de bovenbouw krijgen de kinderen eenmaal per twee weken een tekenopdracht. Dit nemen zij op in hun weekplanning. Ook hierbij is de keuze van het onderwerp vaak gerelateerd aan lopende projecten, seizoenen of belangrijke gebeurtenissen. Begrippen als perspectief, ruimtelijkheid, contrast, lichtval, komen geregeld aan de orde.
Expressievakken In de onderbouw komen de hieronder genoemde activiteiten ruim aan bod tijdens het aanbieden van diverse projecten, waarbij per thema de accenten kunnen verschillen. In de onderbouw komen de activiteiten ook minder gescheiden aan bod waardoor kinderen ruimte krijgen om zelf activiteiten te ontwikkelen waar ze op dat moment aan toe zijn.
Dramatische vorming Tijdens deze lessen doen wij aan pantomime, toneel, nabootsen, spiegelen, rollenspel etcetera. Naast deze wekelijkse les zijn kinderen individueel of in groepjes bezig met het oefenen van toneelstukjes voor de viering of voor een presentatie in de klas. Ook in kringen komt dramatische vorming aan bod.
Handvaardigheid Voor de midden- en bovenbouw zijn ook regelmatig activiteiten waarin de kinderen hun creativiteit kunnen laten zien. Hierin komen allerlei technieken gerichter aan de orde rond handvaardigheid of tekenen. Een aantal keer per jaar wordt een keuzecursus georganiseerd waaraan alle kinderen meedoen. Hierin maken de kinderen in kleine groepjes onder leiding van ouders en stamgroepleerkrachten kennis met technieken als schilderen, poppen maken, boetseren, koken, fotograferen, steenbewerken enzovoort, maar ook met drama, dans en muziek. Elk kind kiest zelf een cursus.
Muzikale vorming Naast het leren van liedjes, werken wij met muziekinstrumenten. Af en toe werken wij met geluidsfragmenten, waaraan bepaalde luisteropdrachten verbonden zijn. Bewegen op muziek is uiteraard genomen in ons programma. Wij hebben hiervoor een vakleerkracht muziek die een aantal perioden per jaar muziekles geeft aan de groepen vanaf de middenbouw. Daarnaast is er in het ritmisch weekplan regelmatig tijd ingepland om met elkaar te zingen en te dansen.
15
KunstCarrousel
Viering
Komend jaar participeert onze school in KunstCarrousel: een project waarbij kinderen uit het primair onderwijs actief kennis maken met creatief denken en verschillende kunstdisciplines. Het doel is hen te stimuleren buiten kaders te leren denken, vanuit de gedachte dat een flexibele geest ten goede komt aan je persoonlijke ontwikkeling. Vanuit die basis richt KunstCarrousel zich op het enthousiasmeren van kinderen voor beeldend werken, het exploreren van eigen mogelijkheden en het stimuleren van talenten. Uitvoering Door het jaar heen geven creatieven en kunstenaars verschillende workshops aan groepjes van ongeveer tien kinderen. In ons geval zijn dat 3 cycli van telkens twee workshops per discipline. In de periode tot de herfstvakantie is het onderwerp creatief denken en krijgen de kinderen workshops aangeboden op het gebied van creatief denken, mindmapping en brainstormen. Primeur Stichting Jenaplanscholen de Bollenstreek is landelijk de eerste school die deelneemt aan KunstCarrousel. Voor ons biedt meedoen aan deze pilot een uitgelezen kans om de keuzecursus te professionaliseren. KunstCarrousel wordt gefinancierd door Fonds 1818.
Vieringen zijn een wezenlijk onderdeel van onze leef- en werkgemeenschap. Naast het vieren van verjaardagen en maandsluitingen zijn er ook in de stamgroepen aparte vieringen. Je kunt daarbij denken aan het openen en afsluiten van projecten en het presenteren van expressieopdrachten zoals handvaardigheidwerkstukjes en toneelstukken.
3. De zorg op onze school 3.1 De opvang van nieuwe kinderen in de school Wie geïnteresseerd is in onze school kan een afspraak maken voor een rondleiding. Daarnaast kun je altijd een informatiepakket opvragen bij de school. Jaarlijks organiseren wij een informatieochtend op een zaterdag in februari. Je kunt dan langskomen
16
om kennis te maken met de school. Wanneer je je kind hebt ingeschreven, krijg je een brief ter bevestiging. Ongeveer een maand voordat je kind vier is, neemt de stamgroepleerkracht contact op en worden er afspraken gemaakt om te komen wennen. Op de dag dat je kind vier wordt, mag het hele dagen naar school. Het blijkt echter in de praktijk dat kinderen moeten wennen aan het schoolritme. Ze doen natuurlijk heel veel nieuwe indrukken op. In overleg met de stamgroepleerkracht kan besloten worden je kind een tijdje halve dagen naar school te laten gaan. Kinderen die verhuizen én van een Jenaplanschool komen, worden in principe meteen geplaatst. Zit je kind op een andere school in Lisse of directe omgeving, dan hanteren wij een zij-instroom procedure. Die procedure is op school op te vragen.
3.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Observatie, toetsing en registratie, kindvolgsysteem Gedurende de onderbouwperiode wordt de ontwikkeling van de kinderen voortdurend gevolgd door de stamgroepleerkrachten. Elk half jaar wordt gekeken hoe de ontwikkeling verloopt en vordert. In de midden- en bovenbouw maken de kinderen de methodegebonden toetsen. Ook doen zij twee keer per jaar (indien nodig meer) een leestoets, technisch lezen (AVI), spellingtoets (CITO), rekenen en wiskunde (CITO) en begrijpend lezen (CITO). Daarnaast wordt het protocol leesproblemen en dyslexie gehanteerd. De resultaten van deze toetsen worden verwerkt in het kindvolgsysteem. De stamgroepleerkracht houdt alle gegevens bij in de administratiemap, per kind, per groep. In een andere map, de stamgroepmap, zijn gegevens over dagopeningen, boekbesprekingen, spreekbeurten en werkstukken terug te vinden. In deze map zitten roosters, dagoverzichten, voorbereidingen voor lessen, leerling-, absentieen telefoonlijsten. De intern begeleider houdt alle gegevens van het kindvolgsysteem bij en voert naar aanleiding van de toetsgegevens gesprekken met betreffende stamgroepleerkrachten.
Kinderen met een geïndiceerde handicap of stoornis hebben, op grond van het landelijk integratiebeleid, toegang tot de reguliere basisschool. De rugzak, officieel leerling gebonden financiering geheten, maakt dit mogelijk. De basisschool moet dan wel mogelijkheden kunnen bieden deze kinderen te begeleiden. Het spreekt voor zich dat onze school oog heeft voor kinderen met een specifieke handicap, bijvoorbeeld slechtziende kinderen, slechthorende kinderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen, langdurig zieke kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen etc. De school zal in overleg met de betreffende ouders per situatie beoordelen of plaatsing verantwoord is.
17
Overgang naar de volgende bouw Voor de overgang naar de volgende bouw kiezen we voor een leerlinggebonden overgang in plaats van een stamgroepgebonden overgang. Wat betekent dat? Er is op onze school geen sprake van een vaste lijn bijvoorbeeld kikkers → flamingo’s → ijsberen → otters. Voor ieder kind wordt bekeken wat de beste plaats is in welke groep. Hierbij spelen verschillende criteria een rol. Naast de organisatorische zijn ook de pedagogische doelstellingen van belang.
Verslagen en rapportage De Waterval kent twee vormen van rapportage. In het zogenoemde objectieve rapport worden meetbare vorderingen op leerstofgebied vermeld. Daarnaast hebben wij echter ook de behoefte informatie te verstrekken over de ontwikkelingen op sociaal-emotioneel gebied. Hiervoor hebben we een subjectief rapport ontwikkeld. Deze subjectieve rapporten zijn voor één schooljaar en mogen dus behouden worden na afloop van het schooljaar. De objectieve rapporten daarentegen zijn voor de hele bouw, dus onderbouw (groep 1, 2), middenbouw (groep 3, 4) en bovenbouw ( groep 5, 6 en groep 7, 8) voor 2 jaar. De rapportages worden meegegeven in maart en juni, waarna de tienminuten gesprekjes worden gepland. Natuurlijk kun je ook tussentijds afspraken maken voor een gesprek. De CITO-entree- (groep 7) en eindtoets (groep 8) worden individueel met de kinderen en hun ouders besproken. Huiswerk De 8e- groepers krijgen soms werk mee naar huis. De bedoeling hiervan is de overgang naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen. Daarom zal de hoeveelheid huiswerk van kind tot kind verschillen. Wel proberen we het werk te beperken, omdat de kinderen ook nog kind moeten kunnen blijven. Incidenteel kan het ook voorkomen dat kinderen uit andere jaren werk mee naar huis krijgen, omdat het kind om de een of andere reden niet zijn toegekomen aan dat werk op school. Daar-naast kan een stamgroepleerkracht extra oefenstof opgeven als dat nodig is. In dit laatste geval wordt er vooraf contact opgenomen met de ouders.
Als leidraad bij de overwegingen kunnen de volgende criteria een rol spelen: 1. groepsgrootte / jaargroepsgrootte 2. zorgkinderen 3. verhouding jongens / meisjes uit de verschillende stamgroepen; een gelijk- waardige verdeling naar beide groepen toe 4. aanwezigheid broer / zus 5. te volgen broer / zus
18
Deze criteria zijn in willekeurige volgorde en zijn niet bindend. Als er sprake is van bouwverlenging dan is dat vóór de rapportgesprekken bekend bij ouders en team. In deze gesprekken kunnen de argumenten toegelicht worden. Bij onenigheid wordt de bouwverlenging beargumenteerd voorgelegd aan de directeur. Op een nader te publiceren moment (in het Spettertje) wordt de nieuwe indeling van de groepen bekend gemaakt via een publicatie in de gemeenschapsruimte. Daarna worden de wen- of kennismakingsbezoekjes afgesproken met de betreffende groep.
De plaatsing van het kind is op voordracht van de groep waar het uitkomt. In een besloten kindbespreking van het team wordt dit doorgesproken. Eventuele bezwaren kunnen binnen twee weken schriftelijk worden ingediend bij de directeur, waarna zij in het team de argumenten van ouder(s) naar voren zal brengen. Het team heroverweegt haar standpunt en de directeur zal binnen twee weken aan de betreffende ouders meedelen of het standpunt eventueel gewijzigd is en waarom. De laatste beroepsmogelijkheid voor de ouders is het bestuur, dat zal nagaan of de procedure goed gevolgd is.
3.3 De speciale zorg op onze school Zorgverbreding neemt op onze school een belangrijke plaats in. Onder zorgverbreding verstaan we extra aandacht die kinderen nodig hebben in hun ontwikkeling. Dit kan betekenen dat kinderen die moeite hebben met bepaalde zaken, extra hulp hierbij krijgen en kinderen waarvoor de geboden stof te simpel is, een eigen programma krijgen aangeboden. Door de niet- klassikale structuur in de groepen is dit goed te realiseren. Op school werken alle stamgroepleerkrachten intensief aan deze zorgverbreding. Wij kunnen beschikken over twee Remedial Teachers (RTers), die programma’s en toetsen kunnen ontwikkelen. Hiermee ontstaat een optimale begeleiding voor de kinderen. Verder beschikken wij over een Intern Begeleider (IBer) voor speciale zorg. Wanneer blijkt dat een kind leer- en/of gedragsproblemen heeft, zal de stamgroepleerkracht eerst de problematiek in de bouw bespreken. Vervolgens zal het probleem in het zorgteam worden bekeken. Hierin wordt afgesproken of er een onderzoek moet worden afgenomen. Ouders worden hierin altijd meegenomen. Afhankelijk van het onderzoek wordt er samen met de groepsstamgroepleerkracht en RTers een handelingsplan opgesteld. Het kind wordt in de groepssituatie geholpen. Soms blijkt het noodzakelijk dat een kind wordt aangemeld bij de RTer, die een kind dan buiten de groep begeleidt. Als het probleem wat omvangrijker is, vragen we, na toestemming van de ouders, hulp van externe deskundigen.
Contact buiten de geplande gesprekken tussen stamgroepleerkracht en ouders Wanneer een stamgroepleerkracht een onverwachte ontwikkeling bespeurt, of wanneer om andere reden contact met de ouder(s) wenselijk is, neemt de stamgroepleerkracht contact op met de ouders. Andersom is het ook de bedoeling dat ouders bij zorgen of vragen over hun kind (of bijvoorbeeld een veranderde thuissituatie) contact opnemen met de stamgroepleerkracht.
19
Heel kort samengevat komt dat op het volgende neer op de volgende stappen: 1. Het kind heeft speciale zorg nodig. Dit kan gesignaleerd zijn door observaties en/of toetsen door de eigen groepsleerkracht. De leerkracht bespreekt het kind allereerst in de bouwvergadering met de collega’s voor tips en hulp. 2. Als dat niet genoeg is dan bespreking met de intern begeleider en de remedial teacher in het Zorgteam. 3. Na onderzoek door de eigen leerkracht en/of intern begeleider/ remedial teacher wordt hulp in of buiten de klas ingezet. 4. Waar nodig wordt een deskundige van de Onderwijs Begeleidings Dienst , of de Preventief Ambulante Begeleider (uit het SBO) gevraagd om mee te kijken en om problematiek nader te verkennen en actie te ondernemen. Zij helpen ons de juiste stappen te nemen en te kijken welk onderzoek gepleegd moet worden of welke hulp er ingeroepen kan worden. 5. Daarop kan onderzoek door een externe deskundige volgen. 6. Uit een onderzoek wordt duidelijk welke hulp het kind gegeven kan worden opdat het beter kan functioneren. Ook kan naar voren komen dat het voor een kind beter is om naar een andere school te gaan of met een ‘Leerling gebonden Financiering’ zgn. Rugzakje op school kan blijven. (Blijven onder dat voorbehoud dat school de gevraagde hulp ook kan bieden.) 7. Voor een beschikking melden de ouders hun kind aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.) van het samenwerkingsverband WSNS,voor verwijzing naar het SBO of bij C.V.I. (Commissie van Indicatiestelling) van Rec-West, voor beschikking voor het SO/ rugzakje. De school ondersteunt de ouders daarbij en maakt het Onderwijs Kundig Rapport. 8. De P.C.L./ C.V.I. verwerkt de aanvraag en verstuurt een beschikking naar de ouders en school. 9. De ouders melden hun kind aan bij de speciale school voor basisonderwijs of andere zorgvoorziening. Het is vanzelfsprekend dat de stamgroepleerkracht elke stap bespreekt met de ouders. Er zal regelmatig overleg zijn, waarbij we proberen het zoveel mogelijk een gezamenlijk traject te laten zijn.
20
Weer samen naar school (WSNS) Onze school vormt, samen met openbare, algemeen bijzondere, protestants-christelijke en rooms-katholieke basisscholen in de regio, Samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School Duin- en Bollenstreek”. Dit samenwerkingsverband omvat ook de Scholen voor Speciaal Basisonderwijs (SBO), zoals bijvoorbeeld de Don Bosco.. De samenwerking in dit samenwerkingsverband staat beschreven in het Zorgplan welk op school aanwezig is en voor ieder te verkrijgen. De contacten met de school voor basisonderwijs staat beschreven in het Zorgplan. Daarnaast blijven er scholen voor Speciaal Onderwijs (SO), waaronder scholen voor kinderen met een visuele handicap, scholen voor auditief en communicatief gehandicapte kinderen, voor verstandelijke en/ of lichamelijke gehandicapten en scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen. Het kan gebeuren dat een kind meer zorg nodig heeft dan wij het kunnen bieden, als gevolg van leer-, gedrags- of emotionele problemen. Wij volgen dan het traject dat in het Zorgplan is beschreven en afgesproken (zie ook blz 20).
Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) ‘Meer handen in de klas’ fonds en leerling gebonden financiering. Om leerkrachten in staat te stellen aan ieder kind de benodigde zorg te geven binnen het reguliere onderwijs, zijn er allerlei trajecten in het leven geroepen om elk kind de benodigde hulp te geven. Zo kunnen leerkrachten begeleid worden door de Onderwijs Begeleidings Dienst of door een Ambulant Begeleider. Soms is er een PAB (Preventief Ambulante Begeleider) traject. Vaak wordt dan planmatig gewerkt, middels handelingsplannen, gericht op specifieke zorg. Daarnaast kan het mogelijk zijn dat kinderen andere zorg behoeven, op het niveau van Speciaal Basis Onderwijs of op het niveau van Speciaal Onderwijs. Ouders dienen zelf een beschikking voor het Speciaal Basisonderwijs aan te vragen bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) en voor het Speciaal Onderwijs bij het CvI (Commissie van Indicatiestelling). De school verzorgt dan het onderwijskundig rapport. Overigens is het zo dat aan een verzoek altijd een traject van zorg voorafgaat, waarbij wij als school steeds proberen de ouders te ondersteunen en te begeleiden bij het proces. Na een periode van acht weken doet de PCL uitspraak en beschikking af. Bij een positieve beschikking kan het kind op het SBO worden aangemeld of met geld vanuit het ‘Meer handen in de klas’fonds eventueel op de basisschool blijven.
21
Het CvI doet uitspraak en geeft een indicatie af voor een bepaalde school. Ook hierbij de keuze of de leerling naar de SO school of met leerling gebonden financiering, het zogenaamde ‘rugzakje’ op de basisschool kan blijven. Beschikkingen worden voor een periode van twee of vier jaar afgegeven. Daarna volgt een periode van herindicatie. Ieder kind is in principe welkom op onze school, maar soms heb je te maken met wat wenselijk is. Voor het ene kind zal dat betekenen dat het blijft, voor het andere dat het naar de speciale school gaat, om zo beter aansluitend onderwijs te krijgen. Daarnaast heb je als school met grenzen te maken van wat haalbaar is. Te denken valt aan veiligheid van leerlingen en de grenzen van de te bieden zorg. Voor het aanmelden van nieuwe rugzakleerlingen is een procedure vastgesteld waarbij de school een gesprek heeft met ouders, informatie verzamelt en deze bestudeert, de mogelijkheden in kaart brengt, daarna overweegt en een onderbouwd besluit neemt.
3.4 Begeleiding door andere diensten De Onderwijs Begeleidingsdienst (OBD) Onze school maakt gebruik van het dienstverleningsaanbod van de OBD Duin- en Bollenstreek in Lisse. Deze dienst heeft met name een adviserend karakter. Een aantal keer per jaar komt de OBD op school om samen met de IBer en de stamgroepleerkrachten (en eventueel de RTer) te bekijken wat de mogelijkheden zijn om kinderen te helpen. Soms is het nodig kinderen door de OBD te laten testen. Dit gebeurt altijd na toestemming van de ouders. Daarnaast geeft deze dienst het schoolteam gelegenheid tot bij- en nascholing en biedt desgevraagd hulp bij de keuze van nieuwe lesmethoden.
Logopedie op school Logopedie houdt zich bezig met het verbeteren van het spreken en alles wat daarmee samenhangt: de taal, de uitspraak en de stem. Het is belangrijk dat problemen met spreken of verkeerde mondgewoonten zo vroeg mogelijk worden ontdekt en verholpen. Daarom worden alle kinderen rond hun vijfde verjaardag gescreend op school. Kinderen uit de overige groepen kunnen op verzoek onderzocht worden. U krijgt daarna altijd schriftelijk bericht van de resultaten en eventuele vervolgacties ( uitnodiging voor een gesprek, plaatsing op de controlelijst). De gegevens worden met de leerkracht en /of de jeugdarts besproken.
22
Voorlichting De logopedist geeft op verzoek ook voorlichting op school voor ouders van de leerlingen van groep één en twee over de taal- en spraakontwikkeling. In overleg met school kan het project “Mondje dicht, beter gezicht” in de kleutergroepen worden aangeboden.
jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ met de leerkracht, huisarts of andere instanties. Een gezond schoolleven De afdeling JGZ geeft de school adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging en dergelijke. De GGD steunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten.
Meer informatie kunt u vinden op onze website www.ggdhm.nl.
Meer informatie kunt u vinden op onze website www.ggdhm.nl.
Contact De school kan u informeren over de naam en de bereikbaarheid van de logopedist, die in principe elke twee weken de school van uw kind bezoekt. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD Hollands Midden. Tel. (071) 516 33 42 of mailen naar
[email protected]
Contact De school kan u informeren over de naam en bereikbaarheid van de jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ. Op onze website staat vermeld welke JGZ medewerkers aan de school van uw kind verbonden zijn. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat JGZ van de GGD Hollands Midden. Tel. : 071 – 5163342 of mailen naar
[email protected].
De GGD en uw kind Jeugdgezondheidszorg op school De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) begeleidt de groei en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Dat doen we onder andere door alle kinderen van groep 2 en 7 te onderzoeken. U kunt ook zelf contact met ons opnemen als u vragen of zorgen hebt over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Zorg voor leerlingen De jeugdarts of sociaal verpleegkundige neemt deel aan het Zorgadviesteam. Indien nodig overlegt de
23
Entree- en eindtoets CITO In april/ mei maken de kinderen van groep 7 de entreetoets. Meerdere ochtenden wordt daaraan gewerkt worden. De uitslag van deze toets geeft aan waar nog hiaten zitten. In februari wordt door de kinderen van groep 8 de eindtoets gemaakt.
Het is natuurlijk altijd mogelijk buiten deze reguliere contacten om een afspaak te maken met het JGZ-team. Met vragen over gezondheid, groei, ontwikkeling, vage lichamelijke klachten (bijvoorbeeld onbegrepen hoofd- en buikpijn), gehoor, gezichtsvermogen, opvoeding, zindelijkheid, slapen, gedrag, eten/voeding enzovoort kun je bij hen terecht. Ook is er overleg met de stamgroepleerkracht en intern begeleider. Daar-naast ondersteunt de GGD stamgroepleerkrachten bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Allerlei onderwerpen, van genotmiddelen tot tandzorg en pesten kunnen aan bod komen. Ook verzorgen ze cursussen voor stamgroepleerkrachten en ouders (bijv. Opvoeden zo!)
Informatieavond Om het jaar worden de ouders van de kinderen van de bovenbouw uitgenodigd voor een informatieavond. Op deze avond wordt door de stamgroepleerkracht informatie gegeven over de verschillende scholen van Voortgezet Onderwijs, de verschillende vormen en de laatste ontwikkelingen. Op alle scholen voor Voortgezet Onderwijs vinden in de maanden januari en februari de informatieavonden plaats. Op onze school is daarvan een overzicht aanwezig. Ook zijn er informatiefolders van de scholen uit de regio te krijgen. De kwaliteitsgids van de inspectie ligt ter inzage bij de directie.
3.5 Vervolgonderwijs Als de kinderen in groep 8 zitten, staan ouders en kinderen voor de keuze van het vervolgonderwijs. Om een goede afweging te kunnen maken, organiseren wij in het laatste jaar een aantal activiteiten en wordt het volgende traject doorlopen:
Contacten tussen De Waterval en het voortgezet onderwijs Onze stamgroepleerkrachten van de bovenbouw (groep 8) hebben in de maanden april, mei en juni contact met de coördinatoren van de scholen voor Voortgezet Onderwijs, waar je kind is aangemeld.
Schooladvies De schooladviezen worden al in november gegeven. Wij koppelen onze adviezen los van de CITO eindtoets, omdat de CITO alleen de cognitieve leerresultaten meet. Voor ons als Jenaplanschool zijn alle ontwikkelingsaspecten van groot belang. Overigens wijkt het advies van de stamgroepleerkracht in de meeste gevallen nauwelijks af van de uitslag van de eindtoets CITO.
Ieder kind wordt besproken. Gedurende (minimaal) een jaar worden wij op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van onze oud-leerlingen.
24
Uitstroomcijfers Voor de volledigheid geven we hier de uitstroomgegevens (aantal leerlingen) van de afgelopen zes jaar: 2004
2005
2006
2007
2008
2009
LWOO
0
0
1
0
2
1
VMBO praktisch/ gemengde leerweg
1
0
3
4
2
-
VMBO theoretisch
6
5
4
1
2
5
VMBO theoretisch/ HAVO
1
7
3
0
2
2
HAVO
2
3
2
4
0
9
HAVO/VWO
2
4
3
10
7
6
VWO
3
2
-
0
4
9
VWO (tweetalig onderwijs)
-
-
3
5
3
-
3.6 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De komende jaren staan de volgende activiteiten op de planning ter verbetering van het onderwijs. Deze activiteiten staan beschreven in het schoolplan 2008-2012 1. Het verder verbeteren van een goede onderlinge communicatie tussen alle betrokkenen 2. Een betere afstemming op de onderwijsbehoeften van kinderen. 3. Het anders omgaan met methodes; niet de methode gewoon volgen, maar gebruiken als leidraad van ons onderwijs. 4. In het schooljaar 2009/2010 zal het instrument WMKPO (Werken Met Kwaliteitskaarten) ingezet worden. Dit gaan wij doen m.b.v. een enquête voor ouders, kinderen en teamleden.
25
5. Verdere invoering van “Dat’s Andere Taal”. Hieraan wordt een registratiesysteem gekoppeld 6. Het verder digitaliseren van het kindvolgsysteem 7. Het schrijven van een beleidsplan t.a.v. “meerbegaafden” 8. De invulling van wereldoriëntatie zal opnieuw onder de loep worden genomen. Dit in relatie tot de nieuwe kerndoelen. Hierbij moeten we komen tot een nieuw registratiesysteem.
4.3 Scholing van stamgroepleerkrachten
4. Het team 4.1
Vervanging van stamgroepleerkrachten bij ziekte, ADV, zwangerschapsverlof, studieverlof, scholing
Sommige stamgroepleerkrachten werken vijf dagen, andere vier of drie dagen. Daarnaast hebben de fulltime-stamgroepleerkrachten recht op compensatieverlof. Verschillende groepen hebben daardoor twee stamgroepleerkrachten. We proberen het zo te regelen dat er niet meer dan twee verschillende stamgroepleerkrachten voor een groep staan. Dat is niet altijd mogelijk. De school beschikt gelukkig over enkele vaste vervangers die de school en de kinderen al goed kennen. Wanneer er geen vervangers zijn, treedt het noodplan in werking. Dit werkt volgens het zogeheten vervangingsprotocol. Dit ligt ter inzage op school.
4.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO’s Iedere basisschool is verplicht stagiaires te begeleiden. Ook dit schooljaar zijn er stagiaires verdeeld over alle bouwen. Daarnaast hebben wij ook (toekomstige) onderwijsassistenten die hun stage op onze school lopen. Tijdens lessen van de stagiaire blijft de stamgroepleerkracht verantwoordelijk voor de groep.
26
Elke stamgroep heeft één of twee stamgroepleerkrachten. Aan deze stamgroepleerkrachten worden speciale opleidingseisen gesteld. Elke stamgroepleerkracht doet regelmatig mee aan Jenaplancursussen, zowel op individueel als op teamniveau. Alle stamgroepleerkrachten hebben het Jenaplandiploma en/of -certificaat of gaan deze binnenkort volgen. Ook volgen stamgroepleerkrachten cursussen met betrekking tot nieuwe onderwijsontwikkelingen of ter verdieping van bestaande kennis en/of vaardigheden. Komend schooljaar gaan wij verder met de invoering van het taalplan “Dat’s andere taal”. Daarnaast volgen onze BHV-ers jaarlijks de cursus bedrijfshulpverlening. Het managementteam zal een (vervolg) middenkadertraining volgen. Ook worden individuele cursussen gevolgd, zoals een managementcursus, een dyslexiecursus etcetera. De studiedagen voor de komende twee jaar staan in het teken van schoolontwikkeling (denk aan taalonderwijs, kanjertraining en wereldoriëntatie).
5. De ouders
De stamgroepouder wordt voor de duur van een jaar gekozen. Verlenging is mogelijk. Maximaal kan een ouder twee jaar vertegenwoordiger zijn in dezelfde stamgroep. Ruim van tevoren wordt aangekondigd welke ouders zich verkiesbaar hebben gesteld. Over de taken van de stamgroepouder kan de stamgroepleerkracht je meer vertellen. Ook is een “taakomschrijving stamgroepouder” vastgesteld. Het schoolkamp voor midden- en/of bovenbouw staat op de agenda van de tweede stamgroep-avond.
De school hecht veel waarde aan de betrokkenheid van de ouders. Wij realiseren ons goed dat het “thuisleven” iets anders is dan het “schoolleven”, maar wij ernaar streven school en thuis zoveel mogelijk op elkaar aan te laten sluiten.
5.1 Contacten tussen ouders en school Wij vinden het belangrijk dat ouders weten wat er op school gebeurt, welke activiteiten er zijn en ook hoe hun kind zich opstelt binnen de school. Andersom geldt dit ook: wat maakt het kind thuis mee en hoe zijn de kinderen in hun thuissituatie.
Spettertjes Ongeveer eens per drie weken verschijnt dit informatiebulletin om je op de hoogte te houden van de actuele ontwikkelingen en voornemens in de nabije toekomst. De Spettertjes moeten gezien worden als een aanvulling op deze schoolgids en de kalender. Het bevat informatie vanuit de directeur, bestuur, MR, werkgroepen en/of stamgroepleerkrachten.
Wij maken op school veel foto’s van activiteiten. Deze plaatsen wij op de website. Daarnaast gebruiken we ze ook voor overige PR activiteiten. Mocht je bezwaar hebben dat foto’s van jouw kind gebruikt worden, laat het schriftelijk weten aan de directeur.
Website Op www.de-waterval.nl vind je informatie over de school, de kalender, de Spettertjes, projecten en foto’s.
Stamgroepavonden In overleg met de stamgroepleerkracht en stamgroepouders worden er jaarlijks ten minste twee stamgroepavonden belegd. Deze avonden gaan over zaken die de stamgroep of bouw betreffen. Vaak worden de thema’s gekozen in overleg met de ouders. Op de eerste avond wordt de stamgroepouder gekozen. Iedere ouder die een kind heeft in de stamgroep, kan zich voor die stamgroep verkiesbaar stellen.
Schoolkringavonden Periodiek wordt op school een schoolkringavond gehouden, waarvoor alle betrokkenen uitgenodigd worden. Op deze schoolkringavond krijg je informatie over bestuur, MR en werkgroepen. Het gaat om een algemene schoolkring voor de SJB of een locatiegebonden kring voor De Alleman of De Waterval.
27
5.2 Ouderparticipatie
5.4 Klachtenregeling
Ouderparticipatie is gericht op het mogelijk maken van activiteiten, waar stamgroepleerkrachten onvoldoende aan toe komen. Ouderparticipatie moet duidelijk een meerwaarde hebben en functioneel zijn. Functioneel voor met name de kinderen, zij moeten er beter van worden. Dit alles vanzelfsprekend in overleg met de stamgroepleerkracht. (zie ook hoofdstuk zeven werkgroepen).
Op elke werkplek, dus ook op school, ontstaan wel eens problemen die niet zomaar kunnen worden opgelost. Door er tijdig op te wijzen, is het vaak gemakkelijker een oplossing te vinden. Blijf daarom niet rondlopen met zaken die je dwars zitten, maar kom ermee naar de stamgroepleerkracht of de directie. Contactpersoon Wanneer wij samen geen oplossing kunnen vinden, is het tevens mogelijk een contactpersoon in te schakelen. De contactpersoon is binnen onze school een vast aanspreekpunt voor iedereen, ook voor kinderen. Hij/zij weet hoe de school functioneert en kan helpen met vragen of problemen. Zo helpt hij/zij bijvoorbeeld kinderen die over hun zorgen niet zelf met hun stamgroepleerkracht kunnen of durven praten, of hij/zij kan je in contact brengen met een vertrouwenspersoon. Wat met de contactpersoon besproken wordt, geeft deze niet door. Hij/zij verstrekt geen informatie aan anderen zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. Wij hebben ervoor gekozen deze functie door een ouder te laten vervullen, om zo het aanspreekpunt voor kinderen en ouders toegankelijk te maken.
5.3 Inrichting van de school/ het lokaal Omdat kinderen acht jaar lang veel tijd op school doorbrengen, is het niet meer dan logisch dat wij ernaar streven om een plezierige werk- en leefomgeving op school te scheppen. Wij houden van licht, netjes en schoon. Momenteel wordt er gewerkt aan een ontwerp om de school opnieuw in te richten. Hierin is de visie op Jenaplan de basis waarop de nieuwe inrichting gebaseerd zal worden. In het schooljaar ‘09/’10 zal er begonnen worden met de vervanging van het meubilair.
28
Om de verschillende groepen van belanghebbenden te kunnen bereiken, hebben wij de taak van vertrouwenspersonen overgedragen aan een ouder, een stamgroepleerkracht en een ouder zonder directe binding met onze school. Indien je het volledige reglement wilt nalezen, kun je deze opvragen bij de directie of het bestuur.
Klachtenregeling Mochten wij er samen nog niet uitkomen, dan kan een beroep worden gedaan op een vastgestelde klachtenregeling, waarin ook een regeling is opgenomen voor seksuele intimidatie; ofwel iedere vorm van machtsmisbruik op school tussen kinderen onderling, tussen kinderen en stamgroepleerkrachten, tussen stamgroepleerkrachten onderling en tussen school en ouders. Deze regeling geeft belanghebbenden, ouders, kinderen en teamleden de mogelijkheid om gebruik te maken van het klachtrecht. Tevens worden de te nemen stappen erin beschreven. Zo wordt een klacht in eerste instantie bij een vertrouwenspersoon neergelegd.
5.4 Vrijwillige ouderbijdrage De ouderbijdrage is vrijwillig en wordt tijdens de eerste Schoolkringavond vastgesteld. Veranderingen in bedragen kunnen hierdoor optreden. De ouderbijdrage komt ten goede aan allerhande zaken voor de kinderen die niet door de overheid worden vergoed. Denk aan allerlei binnen- en buitenschoolse activiteiten zoals b.v. Sinterklaaspresentjes, Kerst, verjaardagen en keuzecursusmateriaal. Hoe meer ouders daadwerkelijk meebetalen, hoe meer de school kan doen. Meer informatie kun je vinden in de jaarlijks kalender.
Vertrouwenspersoon Een vertrouwenspersoon luistert naar een klacht of een probleem en geeft van de gevoerde gesprekken niets door. De klacht wordt niet met anderen besproken, tenzij de betrokkene het uitdrukkelijk wenst. Verder probeert de vertrouwenspersoon in overleg een oplossing te vinden. Wanneer een klacht niet binnen onze eigen organisatie opgelost kan worden, wordt er een klachtencommissie ingeschakeld. Deze klachtencommissie bestaat uit mensen die geen directe relatie met de school hebben, maar wel deskundig zijn.
29
5.5 Aansprakelijkheid
tijdens schoolkamp en evenementen. Je kunt hiervoor, wanneer gewenst, zelf een reisverzekering afsluiten.
1. Waardevolle voorwerpen De school is niet aansprakelijk voor het verloren gaan of beschadigen van voorwerpen zoals horloges en portemonnees. 2. Fietsen Veel kinderen komen op de fiets naar school. Wil je daarom met je kind(eren) een duidelijke afspraak maken over hoe om te gaan met het sleuteltje? Wil je, zeker als het in de winter ‘s ochtends langer donker is, zelf de verlichting van de fietsen controleren? Alle fietsen moeten in de fietsenstalling geplaatst worden. 3. Verzekering De kinderen zijn via de school verzekerd van een kwartier voor schooltijd tot en met een kwartier na schooltijd. Dit betekent: inclusief de weg van huis naar school en andersom. De verzekering geldt ook voor allerlei activiteiten die in schoolverband worden gedaan, ook als deze buiten de schooltijd vallen. De begeleiden de ouders zijn in deze gevallen meeverzekerd. Niet verzekerd is de bagage van kinderen
5.6 Voor- en naschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 zijn de schoolbesturen verplicht voor- en naschoolse opvang (VSO en NSO) aan te bieden. De scholen hoeven dit niet zelf te doen. Het bestuur van de SJB heeft besloten de voor- en naschoolse opvang uit te besteden aan professionele organisaties. Het bestuur is tot dit besluit gekomen, omdat zij vindt dat het opvangen van kinderen professioneel dient te gebeuren. Bovendien kan door de samenwerking met grote professionele partners een aantrekkelijker programma worden aangeboden. De wet verplicht ons ouders een arrangement aan te bieden, maar uiteraard hoeven ouders hier geen gebruik van te maken. Over de kosten doet de wet geen uitspraak. Voor alle duidelijkheid: de kosten van de buitenschoolse opvang zijn voor rekening van de ouders. Op dit moment bestaat er niet veel belangstelling voor de VSO, waardoor SKOL besloten heeft geen VSO meer te bieden. De SJB heeft de kinderopvang uitbesteed aan B4Kids (Warmond) en SKOL (Lisse). Aanmeldingsformulieren kun je bij de directeur ophalen.
30
6. Speciale gebeurtenissen
Schoolkampen en schoolreisjes De onderbouwgroepen organiseren gezamenlijk aan het einde van het schooljaar een thematisch schoolreisje. Hierover worden ouders op een stamgroepavond geïnformeerd. Eenmaal per jaar gaan zowel de boven- als de middenbouw op schoolkamp. Wij hebben op school gekozen voor kampen, boven de traditionele schoolreisjes. Wij vinden dat kampen een hogere pedagogische waarde hebben dan de reisjes naar pretparken of speeltuinen. Natuurlijk zijn wij ons ook bewust van de problemen die een kamp met zich meebrengt. De voorbereiding, het vervoer, het slapen van huis, etcetera. Wij denken echter dat wij hier in goede harmonie met de ouders oplossingen voor kunnen vinden. Aangezien de kampen een schoolactiviteit binnen het rooster vormen, is deelname verplicht. De kinderen worden meestal van en naar de bestemming gebracht met een bus (onderneming); soms gaan de groepen 7 en 8 met de fiets. Dit is afhankelijk van de plaats van bestemming. De kosten hiervoor worden doorberekend in de bijdrage per kind voor het kamp.
Weeksluitingen Op vrijdagmiddag wordt de weeksluiting gehouden. De weeksluiting is deels een afspiegeling van hetgeen zich heeft afgespeeld in de stamgroep. Er is veel ruimte voor eigen initiatief en inbreng van het kind. De weeksluitingen beginnen om half twee en zijn circa kwart over twee afgelopen. Wij stellen het op prijs als ouders daarbij aanwezig willen zijn. Jongere broertjes en zusjes zijn welkom, maar ook van hen wordt verwacht dat ze zich houden aan de regels die ervoor moeten zorgen dat een viering ook werkelijk een viering is. Na de weeksluiting gaan de kinderen nog even terug naar de stamgroepen. Één keer per maand kan na de viering even gezellig nagepraat worden onder het genot van een kopje koffie of thee. De organisatie hiervan ligt bij de bovenbouwkinderen. Schoolprojecten In het kader van de wereldoriëntatie wordt er gedurende het schooljaar een aantal projecten opgezet voor de gehele school, voor een bouw of voor een stamgroep. Regelmatig organiseren we ook een uitstapje of excursie.
31
Seizoensfeesten Ieder jaar schenken we ruim aandacht aan jaarlijks terugkerende evenementen zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen. We maken ons er sterk voor om elk thema ieder jaar op een andere manier te belichten. Creatieve ochtenden tijdens de kerst en Pasen, die bouwoverstijgend zijn, geven altijd een aparte sfeer binnen de school. Ook de speciale vieringen zijn heel bijzonder.
7. Werkgroepen Op onze school bruist het van de activiteiten, zoals dat natuurlijk bij ons hoort! Wij zijn dan ook erg blij dat veel ouders zich voor de school willen inzetten. Er zijn diverse werkgroepen, waarin ouders en in ieder geval één teamlid actief zijn. Elke werkgroep heeft door het jaar heen een verschillend aantal bijeenkomsten. Wij stellen het op prijs als je inschrijft voor een of meerdere werkgroepen. Je kunt je voor een werkgroep opgeven via het ouderparticipatieformulier dat je aan het begin van het schooljaar krijgt uitgereikt.
Afscheidsavond Aan het einde van het schooljaar nemen wij op een speciale wijze afscheid van onze schoolverlaters. Dit gebeurt in de vorm van een musical, cabaret of iets dergelijks. Daarnaast zijn er in elke bouw activiteiten om het afscheid te vieren van de oudsten van de stamgroep.
Werkgroep Schoolkrant Deze werkgroep zorgt drie keer per jaar voor het uitkomen van de schoolkrant. Daarnaast is ook de kinderredactie actief.
Einde van het schooljaar De laatste dag van het schooljaar vindt het traditionele aftellen plaats en het sluiten van het drieluik. Dit is een zeer speciale gebeurtenis, waarbij iedereen van harte welkom is. Het precieze tijdstip vind je enige weken voor de vakantie in ‘t Spettertje.
Werkgroep Viering Deze werkgroep houdt zich bezig met het organiseren en uitvoeren van festiviteiten zoals Sinterklaas, Kerstmis, Bedankfeest voor de ouders en dergelijke. Er wordt ook gezorgd voor eventuele sfeerverhogende versieringen van de gemeenschappelijke hal.
Buitenschoolse activiteiten Jaarlijks doen wij mee met de schaakcompetitie en het schoolvoetbaltoernooi. Ook hebben we met een grote groep kinderen meegelopen met de avondwandelvierdaagse. Het meedoen aan deze evenementen is vrijblijvend.
Werkgroep Website De werkgroep Website ontwikkelt en beheert de website voor De Waterval. De website is bedoeld als informatiebron voor ouders, team, kinderen en andere belangstellenden.
32
Werkgroep I.C.T. Informatie en Communicatie Technologie speelt in de maatschappij een steeds belangrijkere rol. Ook binnen de school is de computer een belangrijk hulpmiddel, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de lessen en om informatie te verwerven. Maar ook voor de administratie en ten behoeve van Remedial Teaching. De werkgroep I.C.T. ondersteunt het team door zorg te dragen voor een met Internet en Kennisnet verbonden netwerk van computers in de school. Ook helpt de werkgroep, met behulp van ouders, kinderenen met het verwerven van basiskennis in de informatica.
Werkgroep Stamgroepouders Deze werkgroep bestaat uit alle stamgroepouders en is bedoeld als contactorgaan. Tenminste twee maal per jaar stemmen deze ouders hun activiteiten op elkaar af.
Werkgroep Klussen Op een aantal van te voren afgesproken zaterdagen (zie jaarrooster) komen ouders naar school om kleine reparaties/onderhoud te verrichten.
Werkgroep Grabbelton Alle kinderen mogen een cadeautje grabbelen in de weeksluiting na hun verjaardag. Deze grabbelton moet steeds aangevuld worden. De leden van deze werkgroep zorgen hiervoor.
Werkgroep Fondswerving Dit jaar doen we weer mee met de actie kinderpostzegels van Jantje Beton. Verder wordt in het vooren najaar een kledinginzameling gehouden, blijven we nog steeds batterijen en cartridges inzamelen. Wij hopen in het nieuwe schooljaar opnieuw op jullie medewerking te kunnen rekenen.
Werkgroep Overblijven Wij hebben op school een continurooster. Dit betekent dat alle kinderen op school overblijven. Aan dit overblijven zijn geen kosten verbonden. Er wordt van alle ouders verwacht dat zij meehelpen met de begeleiding van de kinderen, tijdens de lunch en de pauze daarna. Twee keer per jaar wordt er een rooster opgesteld door de werkgroep. Zie voor verdere informatie achterin in dit boekje. Contact via:
[email protected]
33
Werkgroep P.R. Deze werkgroep zorgt voor naamsbekendheid van onze school in Lisse en omgeving, maar ook voor de inhoudelijke bekendheid van de Jenaplanprincipes. Tevens houdt zij zich bezig met de communicatie binnen de school. Ze stimuleert momenten waarop en activiteiten waarin ouders elkaar kunnen ontmoeten binnen de school.
8. Praktische zaken 8.1 Schooltijd De schooltijden voor onze kinderen zijn als volgt: Maandag 8.30 - 14.30 uur Dinsdag 8.30 - 14.30 uur Woensdag 8.30 - 12.15 uur Donderdag 8.30 - 14.30 uur Vrijdag 8.30 - 14.30 uur
Werkgroep Avondvierdaagse Een echte naschoolse activiteit die de laatste jaren is uitgegroeid tot een groot schoolevenement is de wandelavondvierdaagse. Ieder jaar doen er weer meer Watervallers aan mee. Omdat de voorbereiding veel werk vergt, hebben we deze werkgroep in het leven geroepen.
Brengen en halen De deuren gaan om 08.00 uur open. De kinderen mogen naar binnen, mits ze naar hun eigen stamgroep gaan. Vanaf 10 minuten voor schooltijd (08.20 uur) tot 10 minuten na schooltijd is de stamgroepleerkracht aanwezig in zijn/haar groep. Dit betekent dat, indien je kind buiten deze tijden op school aanwezig is, wij geen toezicht kunnen garanderen. Wanneer je vragen hebt over je kind raden, wij je aan een afspraak te maken met de stamgroepleerkracht. Het is nu eenmaal lastig dergelijke vragen te beantwoorden als de kinderen op dat moment het lokaal binnenkomen. Ziekte of verhindering Bij ziekte of verhindering graag telefonisch bericht vóór schooltijd (tussen 08.00 en 08.30 uur). Telefoon: 0252-418191. Mondelinge mededelingen via groepsgenoten kunnen wij niet accepteren.
34
Artsenbezoek Afspraken met dokter, tandarts enzovoort zijn niet altijd na schooltijd te maken. Als het echt niet anders kan, dan hebben wij daar geen bezwaar tegen. Maar...... wij willen met je afspreken dat je je kind(eren) zelf komt halen en brengen. Slechts een telefoontje of een briefje met het verzoek ze alleen naar huis te sturen, kunnen wij niet accepteren. Deze afspraak is heel belangrijk voor ons, omdat we binnen schooltijd verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de kinderen.
8.3 Verzuim Regelmatig bereiken ons verzoeken voor extra vrije dagen en extra vakantieweken. Hoezeer wij ook begrip hebben voor de redenen achter deze verzoeken, moet toch vaak afwijzend worden gereageerd. De school dient zich te houden aan de uitvoering van de Leerplichtwet, die voor kinderen vanaf het vijfde levensjaar van kracht is. Indien wij hiervan afwijken krijgen wij problemen met de leerplichtambtenaar en de inspectie basisonderwijs.
8.2 Bewegingsonderwijs Waar krijg je geen toestemming voor: - alle extra vakanties of aanvullingen op vakanties buiten de vastgestelde vakantieperioden. Alleen indien je via je werkgever kunt aantonen dat je verplicht bent buiten de vakantieperioden verlofdagen op te nemen, zijn ontheffingen mogelijk, - verjaardagen van familieleden, - open dagen van bedrijf van vader of moeder etcetera.
Alle groepen sporten volgens rooster in de gymzaal. Wil je je kind(eren) op die dag gymkleding meegeven. Het is verplicht te gymmen op gymschoenen. Deze schoenen mogen geen gladde zolen hebben (zoals balletschoentjes). Ook willen we dat midden- en bovenbouwers even douchen. Een handdoek hoort dus ook in de gymtas! Als kinderen niet mogen gymmen of douchen, graag even een briefje meegeven.
In alle gevallen van verzuim dient overleg te worden gepleegd met de directeur. Hiervoor is een formulier op school verkrijgbaar. Je hebt pas toestemming als je het onderste strookje via de stamgroepleerkracht ondertekend retour hebt ontvangen. Stuur aanvragen dus bijtijds in.
35
De volgende stappen zijn op school afgesproken: Alle kinderen hebben een eigen luizenzak. Hierin stoppen de kinderen hun spullen en trekken vervolgens de sluiting dicht, ook als de zak leeg is. Iedere vakantie langer dan veertien dagen gaan de zakken mee naar huis om gewassen te worden, of om vierentwintig uur in de vriezer te worden gelegd. Als er melding van hoofdluis in de groep is, is het van groot belang dat de andere kinderen van die groep thuis goed gecontroleerd worden. De ouder/ verzorger van een kind met luis wordt direct gebeld om het kind op te halen. Op deze manier kan de luizenbestrijding meteen beginnen en de verspreiding wordt tegengegaan. De hele groep en vaak ook de andere groepen worden door ouders gecontroleerd. Ouders controleren de hele klas na elke vakantie op ‘ongenode gasten’. Bij de aanwezigheid van luizen en/of neten geven ouders dit aan de leerkracht door en lichten dan direct de betrokken ouders in. Wanneer er geen bericht van luizenafwezigheid is ontvangen, wordt dit hele proces opnieuw uitgevoerd. Snelle melding en behandeling is het enige middel tegen een luizenepidemie!
8.4 Hoofdluis Wat is hoofdluis ? De hoofdluis is een beestje ter grootte van een speldenknop. Het leeft van bloed uit de hoofdhuid, waarmee het diertje zich volzuigt. Een luis heeft een levensduur van een maand, de luizeneieren komen na zes dagen uit. Het is een groot misverstand dat hoofdluis alleen zou voorkomen op vies haar. Integendeel zelfs. Luizen leven van bloed en van hygiënische omstandigheden. Het hebben van hoofdluis is niet leuk, maar geen schande. Hoe signaleer je hoofdluis? Veel jeuk op het hoofd, vaak krabbelen. Hoe spoor je hoofdluis op? Hoofdluis (luizen en neten) kun je opsporen met behulp van een stofkam. Hiermee kammen boven een witte sloop of wasbak. Door stevig met de stofkam pluk voor pluk dicht langs de hoofdhuid en door het haar te kammen, komt de hoofdluis zichtbaar vrij. Moederluis legt eitjes (neten) en deze lijmt ze muurvast bij de haarinplant. Neten zitten dikwijls op de warme plaatsen op het hoofd, namelijk in de nekharen en achter de oren. Waar neten zitten, zijn ook luizen!
Na elke vakantie controleren de “luizenouders” standaard alle kinderen.
Hoe te handelen? Bij de apotheek of drogist zijn de meest actuele bestrijdingsmiddelen te koop en direct melden bij de stamgroepleerkracht!
36
8.5 Schoolse zaken
9 Overblijven
Schoolfotograaf Elk jaar wordt de school bezocht door de schoolfotograaf. Deze fotografeert de stamgroepen. Daarnaast maakt hij individuele portretjes of groepsportretjes van broertjes en zusjes. Alle broertjes en zusjes op school gaan automatisch samen op de foto.
Ouders blijven volgens een van tevoren vastgesteld rooster over bij de groep(en) van hun kind(eren). Tweemaal per jaar wordt een rooster samengesteld, waarin we rekening houden met de wensen van ouders. Aanwijzingen voor overblijfouders en kinderen In het algemeen zorgen de stamgroepleerkrachten voor het pedagogisch klimaat. Ouders zetten thee, schenken dit in en zorgen (in onderling overleg) voor hand- en spandiensten zoals toezicht houden tijdens het spelen, de klas opruimen, stofzuigen en toiletten schoonmaken (In de toiletten hangt het rooster voor het schoonmaken van de toiletten). De stamgroepleerkrachten zijn bij het eten aanwezig. Als je, om wat voor reden dan ook, er alleen voor staat, gaat toezicht houden tijdens het spelen voor.
Snoep Wellicht is het niets nieuws als hier gemeld wordt dat snoep niet gezond is voor de mens. Wij willen er de nadruk op leggen dat het wel of niet snoepen de verantwoordelijkheid is van de ouders. Toch menen wij extra aandacht te moeten geven aan traktaties. Dan neem je niet alleen de verantwoording voor je eigen kind, maar ook voor de andere kinderen van de groep. Ga daar dus verstandig mee om. Kijk eens op www.ggdzw.nl/Traktaties_main.html, hier vind je leuke en gezonde ideeën voor een traktatie.
In iedere stamgroep is een logboek aanwezig dat iedere dag door de overblijfouders moet worden ingevuld. In dit logboek staan tevens bijzonderheden met betrekking tot de kinderen (dieet, medicijnen, etcetera).
Wijzigingen Wijzigingen in adres, telefoonnummer, huisarts enzovoort willen wij in verband met onze administratie zo snel mogelijk vernemen. Neem in dat geval even contact op met de directeur. Denk je in dit kader ook aan de telefoonnummers van werk en/of bereikbare personen?! Rookvrij gebied Het gehele schoolgebouw is een rookvrij gebied.
37
Rooster Het overblijfrooster wordt per halfjaar gemaakt door de werkgroep overblijven, uitsluitend schriftelijk bereikbaar via e-mail:
[email protected] of bakje “overblijven” in hokje conciërge.
Regels We houden ons tijdens het eten en/of spelen aan de onderstaande regels: 1 de kinderen luisteren naar en gehoorzamen aan de overblijfouders zoals ze dat bij stamgroepleerkrachten gewend zijn te doen. 2 voor het eten kun je naar het toilet gaan, niet tijdens het eten. 3 je wacht met eten tot iedereen zijn lunch heeft. 4 tijdens het eten blijf je in je tafelgroep en praat je alleen met kinderen van je tafelgroep. 5 tijdens het eten wordt voorgelezen; 6 na een kwartier, als iedereen klaar is met eten, mag je na toestemming van de ouders naar buiten. 7 in groep 5 tot en met 8 wordt geveegd door kinderen die takendienst hebben. 8 als er afgesproken is om te gaan spelen bij de kabelbaan, mag dat alleen onder leiding van een volwassene.
Als je een keer niet kunt, zorg dan altijd voor vervanging, zodat een andere ouder niet extra wordt belast.
38