Inhoudsopgave Inleiding 3 De stad en de locaties 5 Opbouw van de stad + uitgangspunten 11 Specifieke uitgangspunten locaties 49 Jan Matthijssenlaan 69 Specifieke uitgangspunten locatie 87
1
Dit is een voorbeeld van een bijschrift. Het bijschrift staat altijd in deze kolombreedte. De bovenste regel rust op het basisstramien. Dit moet je handmatig aanpassen.
2
Inleiding De stad Brielle vormt een belangrijk historisch geheugen in onze vaderlandse geschiedenis. Een stad waar met zorg en gevoel voor detail aan ontworpen moet worden. Dit beeldkwaliteitsplan dient als inspiratie en kwaliteitswaarborg voor verdere stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke uitwerking. Dit voorliggende rapport schetst dan ook een beeld van de stad Brielle binnen de vesting met al zijn kenmerken van de stedelijke schaal, tot aan architectuur, tot aan de straatstenen. Door een aantal functionele wijzigingen binnen de stad krijgt Brielle te maken met de grootste aanpassing van de stad sinds lange tijd. Om deze aanpassing een onderdeel te laten worden van de stad is het van belang dat er gewerkt wordt vanuit de genen van de stad. Atelier PRO is gevraagd om uitgangspunten voor verdere ontwikkeling te formuleren voor vier specifieke locaties binnen de stad. Het gaat om de locaties Maerlant college aan de Burgemeester Van Sleenstraat en aan de Jan Matthijssenlaan, de Maarlandschool en De Nieuwe Poort, de CBS Geuzenschip en de OBS Meester Eeuwoutschool. We hebben een analyse gedaan naar de kenmerken van de stad Brielle en deze vertaald naar uitgangspunten en inspiratiebronnen voor verdere ontwikkelingen. Een mogelijke verdere stap zou kunnen zijn om dit document uit te breiden zodat de uitgangspunten bruikbaar worden en structuur geven aan alle inpassingen die in de toekomst in de gehele binnenstad van Brielle gedaan worden. Nu dient het document om de vier plangebieden met zorg in te passen in de huidige stad. Een stukje nieuwe stad met dezelfde zorg en kwaliteit als de oude stad.
3
Brielle Maerlant college, burgemeester Van Sleenstraat Maarlandschool, Nieuwe Poort CBS ‘t Geuzenschip, OBS Mr Eeuwoutschool
4
De stad en de locaties
5
6
14de eeuw
1566
1650
1740
Brielle: ontwikkeling van de stad Tot aan de negentiende eeuw was Brielle een welva-
stad ligt een grote open ruimte die dienst doet als
rende stad. De twee dorpen Den Briel en Maerlant
moestuin en boomgaard. Sinds 1713 is er weinig meer
groeide uit tot de stad Brielle. Gelegen aan de rivier de
veranderd, waardoor de verdedigingswerken tot de
Goote onderhield het een goede verbinding met Vlaan-
belangrijkste van Nederland behoren.
deren en Brabant. Brielle ontwikkelde zich als handels-
In de 19de eeuw krijgt de stad het moeilijk. Door het
stad.
graven van de nieuwe waterweg verliest Brielle zijn
In het jaar 1330 kreeg de stad stadsrechten. Vijf jaar
verbinding met zee. De economische groei stagneert.
later werd er een versterking om de stad gebouwd. Hoe
Dit is terug te zien in de ruimtelijke ontwikkeling van de
deze er toen uit zag weet men niet.
stad. Daar waar steden als Delft en Dordrecht een
In de zestiende eeuw werd de stad ommuurd. De grens
groei doormaken naar de 19de eeuwse architectuur
van de stad is af te lezen op het kaartje uit 1566 op de
gebeurt dit bij Brielle niet. Dat is wat Brielle dan ook zo
linker pagina.
bijzonder maakt in vergelijking met die andere steden.
Het latere Slagveld en de moestuinen zijn nog geen
De bebouwing stamt uit de 18de eeuw of vroeger, de
onderdeel van de ommuurde stad.
straten zijn smal maar de bebouwing relatief laag. Een
In de 17de eeuw legt de stad vestingwerken aan. Nu
lichte stad.
wordt het Slagveld bij de stad betrokken. In de 18de
Nu in de 21ste eeuw is Brielle een inspirerend visueel
eeuw krijgt de stad zijn definitieve vorm. De stad krijgt
geheugen. Een vestingstad waar we zorgvuldig mee
de vorm die het nu nog heeft. Aan de westzijde van de
om moeten gaan.
De stad toen
De stad nu
Maarland Compacte stad binnen de omwalling Het stedelijk deel valt voor een groot deel binnen de oude stadsmuren Het slagveld en het productie landschap zijn pas bij de stad betrokken toen de huidige vestingwallen werden aangelegd
Slagveld
Brielle
Oude Moestuin
7
8
1
2
3
4
Plangebieden binnen de vesting Aan de westzijde van de stad ligt van oudsher de moes-
De onbebouwde ruimte in de moestuin is massief en
tuin. Een onbebouwde plek binnen de stad waar de stad
rommelig groen.
ten tijden van beleg zichzelf kon voorzien van eten. Deze
Voor de herkenbaarheid van de stad is het van belang dat
open plek lag rond de kerk. Een groot deel is in de loop
de moestuin herkenbaar blijft. De openheid is hier een
van de tijd bebouwd geraakt. Maar nog altijd is de plek
thema. Deze openheid geeft zicht op de vestingwal.
goed herkenbaar in het stedelijke weefsel.
Om de open ruimte te waarborgen is het van belang dat
In en direct aan deze plek liggen drie van de door Atelier
er op stedenbouwkundig niveau een plan moet komen
PRO bekeken locaties. Dit zijn het Maerlant college aan
voor het gehele plangebied. Van vestingwal tot Burge-
de Burgemeester Van Sleenstraat, de Maarlandschool en
meester Van Sleenstraat en van Menno van Coehoorn-
De Nieuwe Poort, de CBS Geuzenschip en de OBS
pad tot de Brigittenweg.
Meester Eeuwoutschool. De eertse drie scholen zijn grote
Dit plan zorgt ervoor dat de moestuin als eenheid zicht-
objecten in de ruimte. De ander twee scholen liggen op
baar blijft. De buitenruimte bepaald het karakter. Een
de overgang van de dichterbebouwde binnenstad en de
gebied met gras en fruitbomen en solitaire bomen. In die
open ruimte.
ruimte staan alzijdige gebouwen.
1. Op stedenbouwkundig niveau als een gebied vormgeven 2. De oude moestuin is een ruimte zonder achterkanten. Gebouwen zijn dan ook alzijdig
De Er is een grens tussen de moestuin en de dichtere
stad nu
stedelijke structuur 3. De vestingwal is belangrijk ruimtelijk element in de stad. Deze moet zichtbaar zijn. Vanuit de stad zijn er zichtlijnen naar de wal maar ook vanaf de wal is de stad zichtbaar 4. De moestuin neemt een centrale plek in. Van alle zijde grenst het aan voorkanten. Het is dan ook belanrijk dat de gebouwen die hier worden geplaats alzijdig zijn.
9
Groen Water Straten Korrel
10
Opbouw van de stad + uitgangspunten
11
1
2
3
12
4
De groene structuur van Brielle Brielle is een groene lichte stad.
Een op het eerste gezicht minder herkenbare groene
De meest opvallende groenstructuur in Brielle is de ves-
structuur ligt in de achtertuinen. Wandelend door de ach-
tingwal. Niemand kan de stad betreden zonder de wal te
terstraten kan het soms opeens erg groen zijn. Veelal
passeren. Er zijn zelfs toeristen die speciaal voor deze
lopen de tuinen nog door tot aan de achterstraat. In de
vestingwal naar Brielle komen. De groene structuur van
tuinen staan de meest fantastische oude bomen.
de vesting omringt de gehele stad en is daardoor voor iedereen dichtbij. Helaas gaat de relatie van de stad met
Als laatste en voor dit beeldkwaliteitsplan van groot
de vesting soms verloren door achterkanten gericht op de
belang is de oude moestuin. Dit is een ruimte in de stad
wal of zichtlijnen die dicht geplant zijn.
die gemiddeld nog erg groen is. Nu is het gebied overgroeid door veel onderbeplanting waardoor het zicht op
De tweede groenstructuur van Brielle zijn de bomen die
de aanliggende vestingwal is verdwenen. De open ruimte
aan weerskanten van de havens staan. Twee zeer opval-
is voor de stad niet meer beleefbaar of bruikbaar. De
lende lijnen omdat er verder van oorsprong geen rijen
ruimte is sterk geprivatiseerd. Terwijl het vroeger een plek
bomen voorkomen in de straatprofielen.
voor de stad was waar voedsel werd verbouwd en waar hoogstam fruitbomen stonden.
Rondom de grote kerk en op de grond van de voormalige kerk van het dorp Maerlant is het groen. Het vormen twee groene pleinen in de verder vrij dichte stadsstructuur.
Groen in de stad 2 De omwalling Lange lijnen langs de grachten, Groene plekken rondom de kerken en op een voormalige plek van een kerk Groen in de achtertuinen die vaak nog doorlopen tot aan de volgende straat of zichtbaar wordt in de zijstraten De oude groene landbouwplek binnen de stad. De plantage net buiten de omwalling
3 1
4
13
De vestingwal en de moestuin De ruimte langs de vestingwal, waar ooit de voor de stad zo belangrijke moestuinen lagen, zou weer voor de stad moeten worden. Er kan dan geen sprake meer zijn van een hoge mate van privatisering. Het gebied moet veel opener en toegankelijker worden. Lopend over de vestingwal komt er naast het zicht over het landschap ook zicht op de stad. Vanuit de stad zijn er toegangen die naar de vestingwal leiden. De moestuin wordt veel opener. De zware onderbeplanting wordt verwijderd waardoor er vanuit de stad en vanaf de kerk weer zicht komt op de wal. Deze open ruimte wordt als een landschap vormgegeven. Basis voor nieuwe beplanting zijn de hoogstam fruitbomen als een herinnering aan wat er ooit was. Deze ruimte dient als basis voor de nieuwbouw in dit gebied.
Vanaf de vestingwal is het zicht op de stad aantrekkelijk en open. De stad sluit aan op de vestingwal doormiddel van goede opgangen in het verlengde van de stedelijke structuur De plangebieden aan de westzijde van de Burgemeester van Sleenstraat wordt gezien als een landschap. Kenmerken hiervoor zijn gras, fruitbomen en andere solitaire bomen
14
De huidige onderbegroeing wordt weggehaald.
Vanuit de stad zijn er zichtlijnen naar de vesting-
De bomen die daartussen staan worden indien
wal. De wal wordt weer een prominent element in
mogelijk gehandhaafd
de stad
De basis is een open ruimte
De nieuw te planten bomen zijn hoogstam fruitbomen
De gebouwen zijn alzijdige lossen elementen in het groen.
Zicht op de vestingwal
15
De tuinen van Brielle Net als in de oude stad is het groen behorende tot de nieuwbouw van de woningen sterk gescheiden van het openbaar gebied. Er zijn geen voortuinen. Het private groen bevindt zich in de achtertuinen. De clusters van woningen moeten deze groene oase van de tuinen wel hier en daar laten zien aan de buitenwereld. De clusters zijn dus niet gesloten. De achtertuinen liggen verborgen achter tuinmuren die mee ontworpen worden met de architectuur. Kiezen voor een afscherming van houtenschuttingen mag niet.
omgeving
De voorzijde van de woningen sluiten aan op openbaar gebied. Hierdoor wordt privatisering van de buitenruimte voorkomen.
Groen Groen: Behalve langs de grachten zien we nauwelijks lijnen met bomen in de straten. Het groene beeld ontstaat door solitaire bomen en door de groene achtertuinen die vaak nog tot aan de achterstraat doorlopen. Ook de zijstraten laten het groen in de achtertuinen vaak zien
Groene binnentuinen. Het groen uit de binnentuinen komt zichtbaar over de tuinmuren
16
Groen zichtbaar vanuit de
Hoe sluit een gebouw aan op de straat De woonstraten kennen een privé zone langs de gevel. Deze is ongeveer een meter breed en van natuursteen. Deze privé zone geeft een vorm van intimiteit.
Privézone voor de woning
Voortuinen is niet typisch Briels
17
18
De waterstructuur van Brielle Net als de vestingwal is het water, dat onderdeel vormt van de vesting, een onlosmakelijk kenmerk van de historische stad Brielle. Bij betreding van de stad passeer je de gracht om de stad. Een vrij brede waterpartij die de vestingwal goed zichtbaar maakt. Een zone die een groot verschil doet voelen aan binnen en buiten de vesting. Eenmaal binnen de vesting is er het water van de havens. Twee lange waterlijnen in de stad begeleid door bomen. Deze twee lijnen bepalen voor een groot deel de structuur van de stad. Deze twee havens zijn van groot belang geweest bij de ontwikkeling van de dorpen Maarland en Brielle tot de stad Brielle. Voor de toekomst is het belangrijk om deze lijnen in ere te behouden en daar waar kan te verbeteren.
Water en de stad
Water speelt een belangrijke rol in de stad. Het is namelijk niet mogelijk de stad te betreden zonder het water te passeren. Eenmaal in de stad is er geen zicht meer op het water dat rond de vesting ligt. Wel zijn de twee grachten duidelijk aanwezig. Zij bepalen voor een belangrijk deel de structuur van de stad.
19
20
De wegenstructuur van Brielle Brielle is ontstaan uit de dorpen Brielle en Maarland.
De Burgemeester van Sleenstraat is een bijzondere
Beide dorpen lagen aan de dijk. In het stadsbeeld van nu
straat in de stad. Dit is de straat die de open moestuin
zie je duidelijk dat de voorstraat hoger ligt. Hier is het dorp
scheidt van de veel dichtere stad. Door de dichte beplan-
Brielle op de dijk langs de Goote ontstaan. De straten zijn
ting is dit verschil niet optimaal zichtbaar. Dit verschil zou
smal. Er staan geen bomen in het profiel.
in de nieuwe plannen juist extra aangezet moeten worden.
Achter de voorstraten liggen de achterstraten. Deze straten zijn smal. Van oudsher sluiten hier de achtertuinen
Veel straten in Brielle hebben een gebogen rooilijn. Dit
aan van de woningen aan de hoofdstraat. Ook lagen hier
zorgt ervoor dat het straatbeeld spannend is. Elk huisje is
de koetshuizen. Het groen van de achtertuinen is duidelijk
afzonderlijk zichtbaar. Hierdoor is de diversiteit aan mate-
zichtbaar in deze straten.
rialen duidelijk aanwezig. Alle huizen staan wel in de rooilijn. Hierdoor zijn alle woningen van gelijk belang.
Naar het noordwesten toe loopt de oude polderweg die de dorpen scheiden. Deze weg is breder.
Structuur & straten De omwalling Lange lijnen langs de grachten, Groene plekken rondom de kerken en op een voormalige plek van een kerk Groen in de achtertuinen die vaak nog doorlopen tot aan d volgende straat of zichtbaar wordt in de zijstraten De oude groene landbouwplek binnen de stad. De plantage net buiten de omwalling
21
Profielen secundaire straat, de achterstraten Maarland Noordzijde
Langs de grachten staan lange rijen met bomen. De profielen zijn breed. Hier is geen trottoir maar de privee overgang die we vaker tegenkomen in de binnenstad.
Profielen primaire straat bijvoorbeeld voornstraat
Primaire straat
22
De straten zijn smal en hebben geen bomen in het profiel. Door de beperkte hoogte van de gebouwen zijn de straten ondanks de smalte licht van karakter. Brielle is een lichte stad. De privé zone langs de woning is hier niet meer zichtbaar maar hoort er van oudsher wel thuis. In het winkelgedeelte is de privé strook door een teken op de bestrating wel op een eigentijdse manier weer aangegeven. Hier kunnen de winkels hun spullen buiten zetten.
Profielen tertiaire straten, de dwarsstraten Tertiaire straat
De achterstraten zijn zeer smal maar hebben een groen karakter. Er is hier geen aaneengesloten gevel. Op vele plekken reikt de achtertuin van de aan de hoofdstraat gelegen panden tot aan de achterstraat. Hier staan vaak oude monumentale bomen. De bebouwing is over het algemeen lager. Van oudsher vindt men hier de stallen.
Burg. H. v. Sleenstraat
De voortuinen zijn niet typisch Briels
23
Overgang van woning op halfverdiepte parkeergarage naar maaiveld dmv privé stoep
Hoe sluit een gebouw aan op de straat De woonstraten kennen een privé zone langs de gevel. Deze is ongeveer een meter breed en van natuursteen. Deze privé zone geeft een vorm van intimiteit.
Oud Hollands voorbeeld
24
Aansluiting op het maaiveld In Brielle zie je van oudsher geen tuinen die de overgang
In de moderne architectuur zien we vergelijkbare oplos-
maken van woning naar openbaar gebied. Langs de
singen als overgang naar de openbare straat. Bijvoor-
gevels is er een privézone die ervoor zorgt dat er net even
beeld daar waar woningen op een halfverdiepte
afstand van de woning ten opzichte van straat ontstaat. In
parkeerbak staan.
deze zone plaatsen mensen potten met planten, bankjes en meer gezelligheid. Dit smalle strookje overgang tussen
De privézone die bij elke woning wordt toegepast wordt
privé en openbaar biedt een hoop levendigheid op straat
door de architect mee ontworpen waardoor het duidelijk
omdat mensen elkaar hier ontmoeten.
onderdeel is van de architectuur.
Gebouwen in rooilijn. Door gebogenrooilijn een levendig straatbeeld
Rooilijn De gebouwen staan in de rooilijn. De rooilijn knikt wel doordat de stad als basis een gebogen lijn heeft. De gebouwen staan eigenlijk nooit naar achteren geschoven
25
Bestaande materialisering in de stad
26
Materialen in de buitenruimte De stad Brielle binnen de vesting is een belangrijk stukje
Dit plan kan richting geven bij elk gebied dat in de toe-
historie van Nederland. Om deze reden is Brielle voor
komst aangepakt gaat worden. Hierdoor wordt niet elke
toeristen in trek. Vele mensen struinen de stad door
keer opnieuw het wiel uitgevonden maar ligt er een plan
opzoek naar geschiedenis. Een kleine compacte stad
die uiteindelijk van de gehele stad een mooie eenheid
binnen de vesting.
maakt.
Maar Brielle zou zich als stad binnen de vesting veel ster-
Op de volgende pagina staat een voorbeeld van de bin-
ker kunnen profileren als er voor de gehele stad binnen
nenstad van Enschede waarbij het hele centrumgebied
de vesting een plan gemaakt wordt voor bestrating, meu-
als geheel is ontworpen. Bestrating, meubilair en verlich-
bilair en verlichting. Hiermee krijgt de stad meer eenheid
ting vormen een eenheid en geven een verzorgt en her-
als geheel. Een bestrating die doet denken aan oude
kenbaar stadsbeeld.
tijden maar toch met een geheel eigentijds karakter.
27
Inrichtingsplan binnenstad Enschede door Bureau Sant & Co
28
Eenheid in meubilair
Gerealiseerde inrichting
29
30
De korrel van de stad Bij bestudering van de plattegrond van Brielle valt het op
naar de kleinere korrel door het verdraaien van de
dat de stad opgebouwd is uit verschillende korrelgroottes.
kappen. Materiaal, gevelhoogte en breedte is bij elke woning gelijk
De oude wegen waar de stad ooit aan ontstaan is, de oude dorpen Den Briel en Maerlant kennen een kleine
Aan de westzijde van de stad, de locatie van de moestuin
korrel, de kavels en daarmee de woningen zijn smal. Elke
is de korrel veel groter. Hier zie je grote gebouwen in het
woning is afzonderlijk gebouwd en verschilt wat architec-
groen of opgenomen in de stedelijke structuur. Het eerste
tuur, maar ook wat diepte en hoogte betreft, van zijn buur-
grote bouwwerk in deze korrelgrootte is natuurlijk de kerk.
man. Elke woning heeft zijn eigen identiteit. In een latere periode is het Slagveld ontwikkeld. Hier is duidelijk zichtbaar dat er vele woningen in één keer ontwikkeld zijn. In de architectuur van de rijen is wel gezocht
De korrel van de stad Langs de oude straten zie je hoge dichtheid aan gebouwen met een kleine korrel. De gebieden die hierachter liggen zijn veel minder dicht. Van oudsher werd hier ook minder gewoond en was er meer spraken van stallen en achtertuinen. Deze gebieden zijn dan ook veel groener. De gebieden die in de geschiedenis veel langer open zijn gebleven hebben een andere schaal. Het slagveld kent een vrij rationele verkaveling terwijl de landbouwgrond meer elementen in een grotere korrel kent.
31
Korrel van de gebouwen Het plangebied kent verschillende type gebouwen. Schoolgebouwen, eengezinswoningen en bestaande gebouwen. Daarnaast is er een verschil tussen openbare gebouwen
Een vertaling van de oude kleine korrel naar een plan van nu. Het plan komt een heel eind in de richting van een gewenst beeld. Maar natuurlijk kan er meer differentiatie gezocht worden in verdiepingshoogte en stijlelementen.
en woningen. Deze verschillen moeten duidelijk in de stad af te lezen zijn zonder dat het een kermis wordt aan kleuren en vormen. In de huidige stad zien we dit verschil vaak terug in de grootte van de afzonderlijke panden, in de dakpannen, in de diversiteit van de gevels, en de nuance verschillen in de kleuren van de gevels. Scholen zijn bijvoorbeeld vrij grote korrels met een bepaalde uitstraling. Daardoor herkenbaar. Woningen zijn individueel en geven een divers beeld. Appartementengebouwen zijn er binnen de vesting nog niet veel. Maar hier kan de schaal en beeldreferentie gezocht worden in de belangrijke gebouwen in de stad zoals het oude stadhuis. Bestaande gebouwen die worden omgevormd tot appartementen dienen hun oude karakteristiek te behouden. Met name de gevels zijn hier erg belangrijk.
Gebogen rooilijn, verschil in verdiepingshoogte en matriaal gebruik en verschillende stijlelementen zorgt voor de kleine korrel. De herkenbaarheid van de individuele woning.
32
33
Architectonische richtlijnen
Samenhang door diversiteit De samenhang in het beeld van Brielle is terug te brengen in de diversiteit van de stad. De gebouwen staan op een rooilijn, zijn ongeveer twee lagen met een kap maar verder zijn er niet twee hetzelfde. Deze diversiteit is belangrijk in de verdere ontwikkeling van de stad. De aansluiting op de korrel van de stad.
Samenhang door diversiteit …
Materiaal en kleurgebruik De materialen die worden toegepast moeten duurzaam verouderen. Dat wil zeggen dat ze in de loop van de tijd alleen maar mooier worden. Passend bij de stad wordt er gedacht aan baksteen. Baksteen in verschillende kleuren en als handvorm zowel als wassestrich. Er wordt gekozen voor aarde tinten in verschillende nuances. Daarnaast behoort stuc op metselwerk tot de mogelijkheden. Materialen worden in de natuurlijk tinten gebruikt. Het stucwerk mag maximaal 40% van de gevels beslaan maar liever minder. Voor de detaillering kan er gekozen worden uit staal voor details, geschilderde houten kozijnen, beton met bayerpigment en hardsteen. Niet gewenste oplossingen zijn onder andere, houtwolcement, trespaplaat, dakoverstekken in multipaint, kunstsof regenpijpen in het zicht.
34
Nuances in kleurgebruik in de verschillende gevels ten opzichte van elkaar
35
De hoogtes van de gevels kunnen per pand wisselen. Hierdoor wordt de individualiteit van de woningen versterkt
36
Bouwhoogte De gevelhoogte van de gebouwen verschillen onderling. Hiermee wordt de diversiteit van de woningen versterkt. De opbouw van de eengezinswoningen is twee lagen met een kap. Onder de gebouwen komt een verdiepte of halfverdiepte parkeergarage. Dit verhoogt de gebouwen maximaal met anderhalve meter ten opzicht van het bestaande maaiveld . De verdiepingshoogte verschillen bij voorkeur per woning. Hierdoor ontstaat een wisselende, spannende hoogte lijn.
Overgang van woning op halfverdiepte parkeergarage naar maaiveld dmv privé stoep
Variatie in bouwhoogte in de bestaande bebouwing
37
Zwarte dakbedekking voor openbare gebouwen
Eigentijdse vertaling van de kapvorm
38
Rode pannen voor de woningbouw
Kapvorm
Daken
De stad Brielle heeft verschillende gevel beëindigingen
In de stad zijn de openbare gebouwen goed te onder-
maar altijd een kap. Voor de nieuwbouw wordt ook geko-
scheiden van de woningen. Alle openbare gebouwen
zen voor een kap. Deze kan net als in de bestaande stad
hebben een zwarte dakbedekking. Voor dakbedekking
een heel eigen uitwerking hebben. Ook in de stad zijn een
wordt bijvoorbeeld gekozen uit zwarte gebakken dakpan-
aantal verschillende kappen terug te vinden.
nen of leien. Als er voor een ander type dakbedekking wordt gekozen moet deze kwalitatief vergelijkbaar zijn met de eerder genoemde materialen. Ze moeten in de loop van de tijd mooi verouderen. Deze kleur zie je ook soms terug in de woningen van de rijkere bevolking. Dan is vaak alleen de kap aan de straatkant in zwart uitgewerkt. Zwarte dakbedekking staat voor rijk. De woningen hebben in tegenstelling van de openbare gebouwen juist rode pannen. Voor de nieuwe pannen wordt ook gekozen voor rode gebakken dakpannen. Hierdoor blijft dit karakteristieke verschil in de stad gehandhaafd. In de loop van de tijd zijn er uitzonderingen op de regel ontstaan.
daklandschap Veel woningen zijn smal en diep en hebben hun schuine kap haaks op de weg staan. Daar waar de kavel breder is loopt de kap parallel aan de weg.
39
Bestaande geveldetaillering
Gevel beëindiging en detaillering De oude gevels in de stad zijn vaak met veel zorg gedetailleerd. Daarom zijn ze vaak nu nog zo intrek bij mensen. Nieuwe gevels worden met de zelfde zorg en gearticuleerdheid ontworpen. Dit gebeurt op een eigentijdse manier en niet historiserend. Er wordt gekeken naar nuances in steen formaat, metselverband, voegwerk, sauce- en pleisterwerk en ambachtelijke detailleringen. Oplossingen hiervoor kunnen zijn een rollaag, beton of stalen profiel, geprofileerd metselwerk.
40
Mogelijke oplossingen voor geveldetaillering
41
Verticale indeling van de gevel
42
Gevelindeling De gevels in Brielle hebben een verticale indeling. Dit is ook uitgangspunt voor de nieuwbouw. De voordeur is altijd gericht op de hoofdstraat. Geveldetaillering Naast de horizontale indeling van de gevel is een zorgvuldige detaillering van de kozijnen van groot belang. De indeling van de ramen en de vormgeving hiervan is sterk beeldbepalend. Kozijnen zijn niet vlak maar gaan een spel aan met de gevel. Materialen zijn duurzaam en worden mooier in de tijd. Er komen geen kunststof kozijnen. Voordeuren Daar waar stad en woning bij elkaar komen is de voordeur. Daarom is het belangrijk om deze zorgvuldig vorm te geven. Tot de vormgeving van de entree behoort de deur, het hang- en sluitwerk, de nummering, de bel, de brievenbus en eventuele treden behorende bij de privéstoep. Een voordeur is altijd gericht op de hierarchisch belangrijkste straat.
Voorbeelden van entrees ontworpen als een geheel
Gevel detaillering
43
Ramen accentueren de hoeken en maken de zijgevel interessant
44
Zijgevels Daar waar de zijgevel in het plan mede beeldbepalend is krijgt deze een verzorgde en levendige uitstraling. De kozijnen gaan de hoek om. Bij verschil in bouwhoogte tussen de afzonderlijke panden worden de hoogte verschillen zorgvuldig vormgegeven. Bij voorkeur in hetzelfde materiaal als de rest van de gevel.
45
Parkeren in de woning
Parkeren halfverdiept onder de tuinen
46
Parkeren onder dek
Parkeren Zoals in veel oude centra heeft ook Brielle een parkeerprobleem. Waar laten we de auto’s. De grootschalige planontwikkelingen bieden een kans om het parkeren in de binnenstad voor de komende decennia structureel op te lossen. Met de creatie van extra parkeerruimte ten dienste van toekomstige planontwikkelingen kan het groene karakter van de historische waardevolle binnenterreinen beter gewaarborgd worden. Aangezien wij nu aan de slag gaan met een vrij grote ontwikkeling kan het interessant zijn om meer parkeren in te passen dan noodzakelijk voor dit plan. Hiermee kan er ruimte gecreëerd worden voor plekken waar parkeren op eigen terrein onmogelijk is. Het parkeren in parkeergarages is privaat. Niet openbaar toegankelijk. Een klein deel van het parkeren blijft in de openbare ruimte. Dit is van belang voor de levendigheid op straat. Mensen wassen hun auto en bezoek dat komt en gaat. Juist dit soort dingen geven nog levendigheid in de wijken. Park & ride bij de school Het MLK en ZMLK onderwijs hebben te maken met een halen en brengen van kinderen door middel van busjes. Dit geeft een behoorlijke druk op de omliggende straten. Ook vraagt het veel ruimte. In de planvorming moet er gezocht worden naar dubbelgebruik. De park & ride plek geeft tijdens het wegbrengen en ophalen van de kinderen ruime plek voor de busjes terwijl het de rest van de dag onderdeel is van het schoolplein. We gaan hier dus uit van dubbel gebruik.
Parkeren op maaiveld wordt goed vormgegeven.
P&R krijgt dubbelfunctie
47
48
specifieke uitgangspunten locaties
49
Specifieke uitgangspunten locaties In het voorgaande hoofdstuk is de beeldkwaliteit omschreven waar alle projecten aan moeten voldoen. In dit hoofdstuk wordt per locatie uitgelicht welke punten belangrijk zijn voor de locatie. Beide delen kunnen niet zonder elkaar gelezen worden.
Stedenbouwkundig Plan RBOI
50
Maerlant college, Burgemeester Van Sleenstraat Door de bouw van een nieuwe school komt de locatie van het Maerlant College aan de Burgemeester Van Sleenstraat vrij. De nieuwe invulling is woningbouw. De stedenbouwkundige visie gaat uit van gedeeltelijk hergebruik van de bestaande gebouwen en een deel nieuwbouw. De bebouwing krijgt waarschijnlijk een wat groter deel aan sociale woningbouw dan standaard is. Dit omdat het type milieu dat er op de Jan Matthijssenlaan wordt ontworpen geen ruimte biedt voor sociale woningbouw. Het huidige gebied is vrij gesloten. De schoolgebouwen vormen samen met de brugconstructie een hof. De aansluiting op de vestingwal ontbreekt. De locatie heeft een duidelijke achterkant aan de zijde van de vestingwal. Hier is het schoolplein. Het schoolgebouw aan de vesting zijde is een mooi naoorlogsgebouw en blijft daarom behouden en wordt omgebouwd tot appartementen. De brug en de overige gebouwen verdwijnen en worden vervangen door nieuwbouw. Bij verdere ontwikkeling van dit gebied moeten een aantal dingen nog goed bekeken worden. Op de volgende pagina staan de verschiltlende aandachtpunten specifiek genoemd.
51
Gebouwen in het groen
Gebouwen in het groen •Aan de zijde van de vestingwal is de open groene ruimte de basis voor de planvorming. De gebouwen die in deze ruimte komen te staan zijn alzijdig. De schaal van de gebouwen moet zo zijn dat het groene open karakter van
de moestuin het beeld blijft bepalen. •Aan de andere zijde van de Burgemeester van Sleenstraat wordt er veel dichter gebouwd. Het groen vormt hier juist een veel stedelijker hofje. De gebouwen zijn met
hun voorzijde naar het groene hof gericht.
•Vanaf de Burgermeester van Sleenstraat worden groene assen vrij gelaten van bebouwing en beplanting waardoor
52
er zicht op de vestingwal ontstaat.
Architectuur
Architectuur Nieuwbouw 1) •De nieuwbouw wordt ontworpen als een ensemble met het te behoude gebouw. •Contrast in architectuur tussen oud en nieuw mag. •De nieuwbouw is niet hoger dan de bestaande bouw •De overgang tussen oud- en nieuwbouw is ontworpen
•Het materiaal voor de nieuwbouw is baksteen in hand-
vorm of wasserstrich in aarde tinten of stucwerk
Gebouw blijft behouden
•Geen toegevoegde externe galerij ontsluiting
Nieuwbouw 2)
•Het gebouw sluit in hoogte aan op de bestaande daklijsten
•Een plat dak is toegestaan
•De voor- en zijkanten moeten beiden als voorkanten ont-
worpen worden •De achterzijde van het gebouw moet verzorgd zijn.
•Balkons mogen maximaal voor 1/3 buiten de gevellijn liggen •Het materiaal voor de nieuwbouw is baksteen in handvorm of wasserstrich in aarde tinten. Eengezinswoningen 3) •De eengezinswoningen mogen geen strakke rechte lijn vormen. •Er wordt binnen de rij getracht diversiteit te bereiken. Een pandsfewijse opbouw. Hiervoor kan gespeeld worden met de kaprichting
•Het materiaal voor de nieuwbouw is baksteen in handvorm of wasserstrich in aarde tinten en stucwerk. Rode pannen op het dak.
•Bouwhoogte is twee lagen met een kap •De rooilijn moet geheel gemaakt worden. Dit betekent
bijzondere hoekoplossingen en gebouwde tuinmuren.
•Dakkappellen zijn toegestaan.
Orientatie: rode lijn geeft voorkant aan
53
Privé openbaar
Privé openbaar De gebouwen sluiten op verschillende manieren aan op het maaiveld. •Er worden geen voortuinen gemaakt •Het gebouw aan de walzijde (1) heeft begane grond balkons aan de zijde van de vestingwal. Aan de zijde van het hof is er een privé-zone die met een haag wordt afgescheiden.
•Het tweede appartementen gebouw (2) heeft geen privé
buitenruimte op maaiveld. Balkons mogen voor 1/3 buiten
de gevel steken.
•Privé-zone aan de voorzijde van de eengezinswoningen
Privé stoep
Privé stoep met haag
Rooilijn
• De rooilijnen in het gebied gaan uit van de bestaande
Balkons op maaiveld
rooilijnen en zijn hard.
geen privé ruimte op maaiveld
• De rooilijn van de eengezinswoningen moet helemaal
bebouwd worden. Dit betekend bijzondere hoekoplossin-
gen en gebouwde tuinmuren
54
stoep van 1 tot 1,5 meter breed. •De eengezinswoningen hebben achtertuinen
(3) wordt vormgegeven als de voor Brielle bekende privé-
Rooilijnen
Parkeren
Parkeren De parkeerdruk op de oude vesting neemt toe. Nieuwe locaties die ontwikkeld worden mogen maar beperkt op het maaiveld parkeren om de druk niet te vergroten. •Het parkeren voor bewoners vindt plaats op eigen erf. •Parkeren moet in de nieuwbouw opgenomen worden. •De parkeerbak is geheel verdiept •Op de parkeerbak is het mogelijk om groen aan te
leggen. •De rode contouren geven mogelijke locaties hiervoor aan.
•Het bezoekersparkeren parkeren komt op maaiveld langs de auto ontsluitingen en op de aangegeven par-
keervelden.
•Parkeren wordt niet verstopt in de zone langs de vesting-
wal. Deze kant is immers ook een voorkant.
•Indien het mogelijk is worden er meer parkeerplaatsen gemaakt dan strikt noodzakelijk voor dit plangebied. Hier
mee kunnen problemen elders in de stad worden opgelost. Meer informatie over het parkeren in de stad volgt naar aanleiding van het parkeeronderzoek dat op dit moment binnen de gemeente Brielle loopt. Ontsluiting •Het autoverkeer maakt gebruik van de de Burgemeester van Sleenstraat. Vanaf deze straat gaan ze direct de parkeergarage in of naar de parkeerveldjes.
•De hofjes zijn op maaiveld auto vrij.
Ontsluiting
55
Massa studie Atelier PRO
56
Maarlandschool en De Nieuwe Poort De tweede locatie is die van de Maarlandschool en de
voor een ander doeleinde worden gebruikt: woningbouw
Nieuwe Poort. Ook deze ligt langs de Burgemeester van
is goed mogelijk. Wel gelden er ruimtelijk dezelfde uit-
Sleenstraat.
gangspunten voor deze kavel, ongeacht de functie, zoals
De twee scholen die hier liggen zijn verouderd en te klein.
die verder in dit stuk worden aangegeven.
De huidige gebouwen zijn één verdieping hoog met een kap en nemen een groot deel van de open ruimte in
De basis voor dit gebied geeft aan dat het bestaat uit een
beslag.
open veld met losse alzijdige gebouwen erin. De scholen
De open ruimte is door beplanting een vrij dichte zone
worden gecombineerd in een gezamenlijke nieuw
geworden. Het zicht op de vestingwal is vanuit de stad
gebouw in twee lagen. De woningen staan geclusterd
verdwenen. Door de zware onderbeplanting ontstaat ook
rondom een verdiepte parkeergarage met tuinen daarop.
langs de wal een achterkant gevoel.
De voorzijde van de woningen sluiten aan op de open
Naar verwachting staan er wel mooie volwassen bomen
groene ruimte.
in het gebied die zichtbaar worden na het verwijderen van alle onderbeplanting.
Alle gebouwen of clusters van woningen staan net als de historische kloosters in de open ruimte. Ze zijn alzijdig
De scholen zijn verouderd en vragen om nieuwbouw,
waardoor een open karakter ontstaat en zowel het zicht
binnen of buiten het plangebied. Massastudie samen met
vanaf de vesting als vanuit de stad kwalitatief goed is.
een rekensessie leidde in dit plan tot een combinatie van nieuwbouw voor de scholen met een aantal nieuwe woningen. De nieuwbouwlocatie voor de scholen kan ook
57
Gebouwen in de groene ruimte
Gebouwen in de groene ruimte • De open groene moestuin vormt een duidelijk contrast met de veel dichter bebouwde delen van de stad. Om dit contrast te versterken worden de gebouwen in de moestuin als objecten of clusters ontworpen die los in het groen staan. •De gebouwen die in de groene ruimte komen te staan zijn alzijdig. Dus geen achterkanten richting het openbaar gebied •De schaal van de gebouwen moet zo zijn dat het groene open karakter van de moestuin het beeld blijft bepalen. •Tussen de clusters blijven ruimtes over van minimaal 20 meter breed. Hiermee blijft het zicht vanuit de vesting op de vestingwal gewaarborgd. •In deze open zones mag niet gebouwd worden en is de beplanting niet zicht belemmerend.
58
Gebouwen in de groene ruimte
Architectuur In dit plandeel zijn drie verschillende delen te onderscheiden. 1) Deze twee clusters bestaan uit eengezinswoningen
die gegroepeerd staan om een hoger gelegen binnentuin. Elke woning is afzonderlijk leesbaar. Ze mogen zowel geschakeld als vrijstaand zijn. De korrel van de woning
moet benadrukt worden. •De entrees van de woningen kunnen wisselend met een privé stoep op maaiveld aansluiten of met een hoger gelegen privé stoep op parkeergarage niveau, maar ze
hebben geen voortuin. •Alle gevels die aansluiten op de openbare ruimte zijn mee ontworpen. Dus ook de zijgevels die vrij komen door de wisselende rooilijn.
•Materiaal bestaat uit baksteen in handvorm of wasserstrich in aarde tinten en stucwerk. De dakbedekking is rood. •20% van de daken mag plat zijn de overige kunnen een variatie aan kappen hebben. •De woningen vormen samen een ensemble. •De hoogte van de woningen is twee lagen + een kap of drie lagen bij een platdak. 2) Dit gebouw kan naast scholen ook wonen of nog een andere functie bevatten. Het gebouw wordt, in tegenstelling tot de andere clusters, gezien als een object. •Materiaal bestaat uit baksteen in handvorm of wasserstrich in aarde tinten en stuukwerk. •Indien het gebouw een openbare functie huisvest dan heeft het een zwarte dakbedekking, bij woningbouw is het dak rood. •Het gebouw mag een plat dak hebben. •Het gebouw is twee lagen hoog met ruimte om voor 20% van het bebouwde oppervlak een accent te maken van drie lagen. •Het gebouw mag een binnentuin hebben. Oriëntatie van de gebouwen •De gebouwen zijn alzijdig. Dat betekent dat blokken 1 rondom voordeuren hebben. Een voetpad rondom het cluster zorgt voor ontsluiting. •Gebouw 2 heeft minimaal 1 entree aan de wegzijde. De andere zijde van het gebouw zijn open en toegankelijk. Er is geen achterzijde! Orientatie van de gebouwen
59
Rooilijnen
Rooilijn
•De rooilijn wordt bepaald door de afstand die de bebouwing neemt tot aan het trottoir van de Burgermeester van Sleenstraat. Deze afstand is minimaal 5 meter. •Tussen de verschillende blokken is altijd minimaal 20 meter openbare ruimte. •De ruimte tussen de gebouwen en de sloot onderaan de vestingwal loopt van 5 meter tot 25 meter breedte •De woningen binnen de clusters van eengezinswoningen liggen niet op één rooilijn. De rooilijn verspringt per woning om de individualiteit van de woning te benadruk-
ken. Privé openbaar •De gebouwen sluiten op de openbare ruimte aan doormiddel van een privé stoep. Hier worden geen muurtjes of andere dichte ruimtelijk afscheidingen gemaakt. •De privé buitenruimte bevindt zich op de parkeergarage. •Deze tuin kan verkaveld worden maar mag ook centraal blijven. •Vanaf het openbaar gebied is er nu en dan zicht op het
groen van de private tuinen. Gebouw 2 mag een binnentuin hebben. Deze is afgesloten van de openbare ruimte.
•De groene ruimte van de oude moestuin blijft verder geheel openbaar.
60
Privé openbaar
Ontsluiting
Ontsluiting •De moestuin is niet toegankelijk voor auto’s. •De auto’s gaan vanaf de Burgemeester van Sleenstraat direct de parkeergarages in. Vanuit de parkeergarages zijn de woningen ontsloten. •De voordeuren van de woningen zijn alleen te voet te bereiken. Een pad om de clusters zorgt voor de ontsluiting. Parkeren •Aangezien dit gehele gebied opnieuw wordt bebouwd wordt het parkeren altijd in gebouwde vorm opgelost. Dit kan zijn op maaiveld of halfverdiept. •De woningen schermen de parkeerbak af van de omgeving. •Het dakpakket van de parkeergarages moet zo gedimensioneerd worden dat er tuinen op aangelegd kunnen worden. •Langs de Burgemeester van Sleenstraat wordt in beperkte maten geparkeerd op het maaiveld. •Onder het grote veld kan extra ruimte voor parkeren
gemaakt worden. Hiermee kan een deel van het parkeren waar elders in de stad geen plek voor is worden opgenomen. Deze parkeergarage is ondergronds en voorzien
van een grasdak. Meer informatie over het parkeren in de stad volgt naar aanleiding van het parkeeronderzoek dat op dit moment
binnen de gemeente Brielle loopt.
Parkerern
61
ontwerp Walraad architecten
62
CBS Geuzenschip en de OBS Mr Eeuwoutschool In de schaduw van de kerk liggen twee scholen: De
Er wordt nog gekeken naar het eventueel slopen van de
OBS Mr Eeuwoutschool en de CBS ‘t Geuzenschip.
gymzaal. Indien deze gesloopt wordt dan zou er opnieuw
Beide scholen liggen binnen het bouwblok dat gevormd
een stedenbouwkundig plan moeten worden gemaakt.
wordt door de Venkelstraat, M.H. Trompstraat en het
In het huidige plan ontbreekt de aansluiting van de school
Catharijnenhof. Deze binnenstadslocatie is beschermd
met de M.H. Trompstraat. Deze hoek moet goed vormge-
stadsgezicht. De CBS t Geuzenschip is een gemeentelijk
geven worden.
monument. Beide scholen moeten worden uitgebreid. Een belangrijk punt in dit plan is de opheffing van ongeDe stedenbouwkundige massastudie voor deze locatie
veer 30 parkeerplaatsen. Hier moet wel een oplossing
laat een meanderend gebouw zien dat beide scholen kop-
voor gezocht worden.
pelt. Het oude schoolgebouw van de OBS Mr Eeuwoutschool is vervangen door nieuwbouw.
63
Binnen de stedelijke structuur
Binnen de stedelijke structuur •Dit plandeel ligt geheel binnen de bebouwde stedelijke structuur van Brielle. De bebouwing sluit zich dan ook aan
op de maat en schaal van de omgeving. Belangrijk is om
dit deel van de stad weer een nieuw gezicht te geven en de rommelige structuur weer helder te maken. •De route van de kerk tot de vestingwal zal aantrekkelijker moeten worden. Nu is het een route over een parkeerplaats. Door het parkeren te concentreren aan één zijde blijft er ruimte over langs de school voor kwalitatief goede buitenruimte.
64
Architectuur
Architectuur •Dit plangebied nestelt zich in de bestaande stedelijke structuur. De nieuwbouw zal dan ook wat terughoudender ontworpen moeten worden dan de plannen in de andere
deelgebieden. Wel moet het een eigentijds, niet historise-
rende architectuur krijgen. •De schaal van de stad is fijnmazig. De meeste gebouwen zijn individueel ontworpen waardoor er een divers
beeld ontstaat. Bij een school wordt uitgegaan van een object. Door een spel met de kapvorm kan het gebouw kleinschaliger worden en zich voegen naar de schaal van de omgeving. •De kap kan een zadeldak of een lessenaarsdak zijn. •De hoogte van de nieuwbouw sluit aan bij de omgeving en gaat uit van 1 laag met een kap of 2 lagen inclusief kap. •Langs de M.H. Trompstraat is de bebouwingshoogte 2 lagen met een kap of 3 lagen inclusief kap. •De nieuwbouw vormt een ensemble met de bestaande school. •Beide scholen hebben wel een eigen architectuur waardoor de identiteit van de scholen duidelijk is. •Materiaal bestaat uit baksteen in handvorm of wassers-
trich in aarde tinten en eventueel stucwerk.
Rooilijn •In de huidige situatie kent deze plek een onduidelijke structuur. Om de plek weer helder te krijgen zijn er twee rooilijnen die gemaakt moeten worden. Eén langs de M.H.
max. lijn (liever meer ruimte)
Trompstraat waar nu de rooilijn sterk springt en gaten vertoont. •De andere langs de parkeerplaats/voetgangersroute tussen de M.H. Trompstraat en het Catharijnenhof waar het plein weer een nieuwe wand moet krijgen.
Rooilijnen
65
Orientatie van de gebouwen
Oriëntatie van de gebouwen •De voorzijde van de nieuwbouw moet gericht zijn op de M.H. Trompstraat en de parkeerplaats. Hiermee krijgt dit
deel van de stad weer een eigen gezicht.
•Indien in de toekomst de gymzaal gesloopt gaat worden wordt de gehele hoek opnieuw vormgegeven. De nieuwe gevel langs de M.H. Trompstraat krijgt een duidelijke voorkant. Nu is dit een achterkantzone aan een woonstraat. •De school krijgt een entree aan de parkeerplaats. Dit kan dmv een voordeur of een poort die leidt naar het achter gelegen plein.
•De overige gevels sluiten aan op de privé buitenruimte
van de scholen. Hier worden verzorgde achterkanten ont-
worpen.
Voorkant
•De ruimte bij de fietsenstalling moet optimaal gebuikt
Goedverzorgde achterkant
worden en zeker geen achterkant worden. •Het plangebied kent veel achterkanten van tuinen. Dit is
Ontworpen tuinafscheidingen
geen onbekend verschijnsel in Brielle maar net als in de rest van de stad moeten deze ook mee ontworpen worden. Gemetselde tuinmuren scheiden openbaar en privé.
Privé openbaar
•Rondom de scholen zijn een drietal ruimtes te definiëren.
Eén is de formele ruimte van de parkeerplaats langs de M.H. Trompstraat. Een doorgaande voetgangersroute tussen centrum en vestingwal. Het gebouw sluit direct op dit plein aan. •De tweede zijn de afgesloten schoolpleinen. Door middel van een poort of door het gebouw worden deze gescheiden van het openbaar gebied. •Als derde de ruimte met de fietsenstalling. Deze ruimte moet opgewaardeerd worden tot een prettige gebruiksruimte en geen verstopte achterkant zijn.
66
Privé openbaargebied
Ontsluiting
Ontsluiting •Voor de nieuwbouw ligt een parkeerterrein dat aan het begin en aan het eind van de schooldag als P&R gebruikt kan worden.
Parkeren •In dit plan verdwijnt een groot deel van het parkeren. Het parkeren dat overblijft wordt opgelost op het plein ten westen van de scholen. •Het plein wordt ruim opgezet zodat aan het begin en eind van de schooldag voldoende ruimte is voor het halen en brengen. Parkeerprobleem •Door de planvorming komen er ongeveer 30 parkeerplaatsen te vervallen. Dit moet nader bestudeerd worden. Dit aantal is niet zomaar ergens anders te plaatsen. Onderstaand kaartje geeft de locaties van de verdwenen parkeerplaatsen weer.
Parkeren
67
68
Jan Matthijssenlaan
69
70
14de eeuw
1566
1650
1650
Jan Matthijssenlaan Deze vierde locatie ligt net buiten de stad. De periode waarin dit gebouw is aangelegd is begin 20 ste eeuw. Toen had de vestingstad Brielle al lange tijd zijn huidige vorm. De Plantage zoals dit gebied ook wel genoemd wordt sluit aan de noordzijde aan op een stuk water dat ooit onderdeel was van de vesting. Aan de oostzijde ligt het spuikanaal.
De stad toen
De stad nu
Maarland Compacte stad binnen de omwalling Het stedelijk deel valt voor een groot deel binnen de oude stadsmuren Het slagveld en het productie landschap zijn pas bij de stad betrokken toen de huidige vestingwallen werden aangelegd
Brielle
71
72
Het plangebied De Plantage is een mooie karakteristieke groene ruimte. Buiten het terrein waar de school opstaat behelst het ook de omliggende villa wijken. De omgeving is groen en wordt gekenmerkt door monumentale bomen. De school en de buitenruimte waren vroeger een geheel. De schooltuin was een prettige en leerzame plek om te vertoeven. Door de uitbreiding van de school is een groot deel van het terrein gevuld met een vrij dichte architectuur dat geen enkele relatie aangaat met de tuin. De tuin is voor een groot deel parkeerplaats geworden. De nieuwbouw en het parkeren is het terrein een groot deel van zijn oude luister kwijt geraakt.
De stad nu
73
74
Groen in de Plantage Wonen in de plantage betekent dat je woont in het groen. De bestaande bomen blijven behouden. Deze zijn van een bijzondere en vrij diverse kwaliteit. Bij het maken van een landschapsplan zou de diversiteit van de bomen groter moeten worden. Om een eenduidig beeld in de plantage te krijgen is de onderbeplanting voor het overgrote deel gras. De erfafscheiding wordt geregeld via brede hagen. Deze hagen kunnen per woning bestaan uit een andere soort haag. Hierbij moet gedacht worden aan liguster, haagbeuk, beukhaag, meidoorn, etc. Houten schuttingen zijn ongewenst.
Groen in de stad 2 De omwalling Lange lijnen langs de grachten, Groene plekken rondom de kerken en op een voormalige plek van een kerk Groen in de achtertuinen die vaak nog doorlopen tot aan de volgende straat of zichtbaar wordt in de zijstraten De oude groene landbouwplek binnen de stad. De plantage net buiten de omwalling
3 1
4
75
76
Water Ondanks dat deze locatie buiten de vesting ligt heeft het er veel mee te maken. Voordat de huidige vestingwal werd aangelegd lag de wal een stuk zuidelijker. Aan de noordzijde van de plantage sluit deze aan op een voormalig stuk gracht. Aan de oostzijde van het plan loopt het spuikanaal. Een groene zone richting stad. Deze sluit direct aan op de gracht om de vesting.
Water en de stad
Water speelt een belangrijke rol in de stad. Het is namelijk niet mogelijk de stad te betreden zonder het water te passeren. Eenmaal in de stad is er geen zicht meer op het water dat rond de vesting ligt. Wel zijn de twee grachten duidelijk aanwezig. Zij bepalen voor een belangrijk deel de structuur van de stad.
77
Voorkanten van de woningen gericht op de openbare ruimte
Huidge randen van het gebied
78
De ontsluiting De locatie is goed ontsloten ten opzichte van de binnenstad. Aan de westzijde ligt een route voor de auto die aansluit op een van de stadspoorten en aansluit op de uitvalsweg richting Rotterdam. Deze weg sluit aan op een buurtstraat. Een breed profiel maar een vrij smalle weg. Het is niet de bedoeling dat hier in de toekomst een grote druk op parkeren wordt opgevangen. Aan de oostzijde van de locatie langs het Spuikanaal loopt een langzaamverkeersroute. Deze route verbindt de zuidelijke uitbreidingen van Brielle met het centrum. Het is een aangename, groene route. Dit karakter moet ook in de toekomst zijn kwaliteit behouden.
Structuur & straten De omwalling Lange lijnen langs de grachten, Groene plekken rondom de kerken en op een voormalige plek van een kerk Groen in de achtertuinen die vaak nog doorlopen tot aan d volgende straat of zichtbaar wordt in de zijstraten De oude groene landbouwplek binnen de stad. De plantage net buiten de omwalling
3
2
4
1
79
De school en de witte villa’s
80
Korrel Het plangebied en de omgeving heeft een vrij kleine korrel. Alle gebouwen staan los in het groen. Er zijn groepen gebouwen te herkennen die een eenheid vormen. Een voorbeeld hiervan zijn de witte villa’s. De school is een grote korrel in het gebied en beeld bepalend. In de toekomst moet de school ook het beeld bepalen. Verdere planvorming gaat dus uit van een kleine korrel; nieuwe villa’s.
De korrel van de stad Langs de oude straten zie je hoge dichtheid aan gebouwen met een kleine korrel. De gebieden die hierachter liggen zijn veel minder dicht. Van oudsher werd hier ook minder gewoond en was er meer spraken van stallen en achtertuinen. Deze gebieden zijn dan ook veel groener. De gebieden die in de geschiedenis veel langer open zijn gebleven hebben een andere schaal. Het slagveld kent een vrij rationele verkaveling terwijl de landbouwgrond meer elementen in een grotere korrel kent.
81
Architecuur
Ensemble van
Het plangebied wordt gezien als een eenheid. Dit bete-
woningen
kent dat alle woningen familie van elkaar zijn. De woningen zijn vrijstaand of twee-onder-een-kap. Het zijn geen vrije kavels. Het eindbeeld wordt bepaald door de keuze van twee architecten. Hiermee ontstaat er een divers beeld maar wel een ensemble, vergelijkbaar met de witte villa’s. Materialisatie is voor alle woningen gelijk. Samenhang maar toch divers De woningen vormen samen een eenheid. Dat wil zeggen dat ze wat materiaalgebruik overeenkomen en dat de bouwgrootte ongeveer gelijk is tussen de woningen. Door de keuze van werken met twee architecten kan juist de architectuur, de expressie van de woning heel divers worden.
82
bouwhoogte De bouwhoogte gaat uit van twee lagen met een kap.
kapvorm Er wordt altijd ontworpen met een kap. Deze mag per woning wel verschillend zijn en van richting wisselen
83
Gevelbeeindiging en detaillering De gevels van de naastgelegen witte villa’s zijn met zorg en oog voor detail vormgegeven. De nieuwbouw krijgt dezelfde zorg en detaillering maar dan op een eigentijdse manier en niet historiserend.
zijgevels De woningen zijn vrijstaand of twee-onder-een-kap. Daardoor zijn er veel zijgevels. Deze gevels horen bij de architectuur en worden met dezelfde zorg mee ontworpen als de voorgevel
Voordeuren De voordeuren zijn altijd op de weg gericht. De weg ligt om de woningen heen zodat de woningen ook altijd gericht zijn op de omgeving. Er ontstaan geen achterkanten in de richting van de omgeving
84
materiaal en kleurgebruik De nieuwbouw op deze locatie zou zich kunnen aansluitien bij de witte villa’s of een eigen ensemble vormen. Van belang binnen de locatie is dat er eenheid is in materiaal en juist variatie in detaillering en vorm. Voor de gebouwen kan er gekozen worden uit gebakken materiaal of stucwerk in natuurlijke kleuren. Voor het stucwerk wordt gewerkt met stuc op metselwerk. Niet gewenste oplossingen zijn onder andere houtwolcement, trespaplaat, dakoverstekken in multipaint, kunststof regenpijpen in het zicht
Parkeren Parkeren gebeurt op eigen erf en niet langs de weg. Er is per huis ruimte voor een auto in de bouwmassa en een plek in de tuin,
85
86
specifieke uitgangspunten locatie
87
88
Specifieke uitgangspunten locaties In het voorgaande hoofdstuk is de beeldkwaliteit omschreven waar alle projecten aan moeten voldoen. In dit hoofdstuk wordt per locatie uitgelicht welke punten belangrijkzijn voor de locatie. Beide delen kunnen niet zonder elkaar gelezen worden. Het plangebied De stedenbouwkundige visie op het gebied gaat uit van een cluster van villa’s en twee-onder-een-kappers. De woningen liggen als een cluster in het midden van de groene ruimte. Hierdoor blijven de randen open en groen. De kavels zijn vrij klein ten opzichte van de villa’s in de omgeving. Door deze maat is het belangrijk om de architectuur goed te regisseren. De basis van het plan wordt het groene karakter van de plantage.
Stedenbouwkundige
Aanpassing kaart ten
massastudie RBOI
behoeve van beeldkwaliteitsplan
89
Gebouwen in het groen
Gebouwen in het groen •Het schoolterrein is een groen element binnen een groene villa wijk. Architectuur •Er zijn twee planonderdelen 1) De bestaande school. Bij het omvormen van school naar woningen dient het karakter van de school behouden te blijven. 2) De nieuwbouw vormt een cluster van vrijstaande villa’s en twee-onder-een-kappers. •Architectuur vormt ensemble, woningen zijn familie van elkaar maar verschillen onderling. •voor verdere regels zie voorgaande hoofdstuk
1
90
2
Architectuur
Orientatie
Oriëntatie •De woningen staan met de voorkant gericht op het openbaar gebied. Er zijn geen achterkanten. Openbaar privé •De randen van het gebied blijven openbaar waardoor het karakter van de plantage blijft bestaan. •Het oude schoolgebouw krijgt geen privé buitenruimte. •De nieuwbouw krijgt tuinen •De tuinafscheiding, indien aanwezig, moet eenduidig worden vormgegeven en het groene beeld versterken. Hagen liggen het meest voor de hand. •Een andere optie is om de nieuwbouw als losse villa’s in het groen te plaatsen. Zonder eigen tuin, maar met een terras. Wel het genot van de gedeelde, veel grotere tuin. •De eenheid van de plantage wordt benadrukt door een laag, gedeeltelijk gemetseld hekwerk die het gebied omzoomd. Dit hetwerk is gelijk of vergelijkbaar aan het huidige hekwerk. Het dient niet om het terrein af te schermen maar om de ruimtelijke eenheid te benadrukken.
Openbaar privé
91
Behoud groene karakter
Behoud groene karakter •De nieuwbouw houdt een afstand van minimaal 15 meter tot de randen. Deze randen krijgen een openbare inrich-
min. 15m
ting in de sfeer van de plantage. Ontsluiting •Het gebied wordt betreden via één ingang. De weg loopt om de woningen heen. Hierdoor zijn alle woning op de
min. 15m
weg en het openbaar gebied gericht.
min. 15m
min. 15m
92
Ontsluiting
Parkeren
Parkeren •Voor de villa’s en twee-onder-een-kappers vindt het parkeren op eigen terrein plaats. •Voor de woning in de school wordt er geparkeerd op een parkeerveldje achter het gebouw.
1 2
93
W 0811 opdrachtgever Gemeente Brielle
Gebruikte stukken Brielle bestemmingsplan vesting, rboi, datum onbekend
architect Atelier PRO architekten Dorte Kristensen ism Eline Keus
Brielle, kwaliteitsnota vesting brielle, richtlijnen voor bouw, inrichting en gebruik, rboi, datum onbekend
projectmedewerkers Nienke Boot
Algemene omschrijving Jan Matthijssenlaan, gemeente Brielle Brielle, Cultuurhistorische Quickscan Binnenstad, Erfgoed Zuidholland Brielle, stad van nu, sfeer van toen, gemeente Brielle Stedenbouwkundige visie binnen de vesting Brielle, rboi Zolder VCOB ‘t Geuzenschip te Brielle, Walraad Architecten, januari 2006 Uitbreiding VCOB ‘t Geuzenschip en Mr Eeuwoutschool te Brielle, Walraad Architecten, november 2006 Ruimtelijke Mogelijkheden bestaande locaties van het Maerlant college, Stedenbouwkundige visie vrijkomende scholenlocaties, rboi, 27 juni 2006
© Atelier PRO architekten Den Haag, februari 2009