Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
INHOUDSOPGAVE
1
SAMENVATTING ....................................................................................................................4
2
DOEL EN RESULTAAT ..........................................................................................................5
3
HUIDIGE SITUATIE .................................................................................................................6
4
WETTELIJK KADER ...............................................................................................................9
4.1
Algemeen .................................................................................................................................9
4.2
Gemeentelijk beleid..................................................................................................................9
5
BELEID ..................................................................................................................................10
5.1
Inleiding ..................................................................................................................................10
5.2
Beheer en maatschappelijke doelstellingen...........................................................................10
5.3
Beheervisie ............................................................................................................................10
5.4
Kwaliteitsniveaus ....................................................................................................................11
5.5 5.5.1
Beheerstrategie ......................................................................................................................11 Kwaliteit ..................................................................................................................................11
5.6
Onderhouds- en vervangingsvisie .........................................................................................11
5.7
Onderhoudsstrategie ..............................................................................................................12
5.8
Duurzaamheid ........................................................................................................................13
6
UITVOERING .........................................................................................................................14
6.1
Algemeen ...............................................................................................................................14
6.2
Inspectieproces ......................................................................................................................14
6.3
Onderhoudsmaatregelen .......................................................................................................14
6.4
Beheerprogramma .................................................................................................................14
7
PROGRAMMERING EN FINANCIËN ...................................................................................16
7.1
Inspecties en nadere onderzoeken ........................................................................................16
7.2
Onderhoud .............................................................................................................................16
7.3
Vervanging .............................................................................................................................16
7.4
Beheerorganisatie ..................................................................................................................16
7.5 7.5.1
Financiën ................................................................................................................................17 Voorziening ............................................................................................................................17
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Bijlage 1 Areaal Bijlage 2 Wettelijk kader Bijlage 3 Gemeentelijk beleid Bijlage 4 Kwaliteitsniveaus Bijlage 5 Toestandsafhankelijk onderhoud Bijlage 6 Inspectieproces Bijlage 7 Soorten onderhoudsmaatregelen Bijlage 8 Financiën Bijlage 9 Te vervangen objecten Bijlage 10 Begrippenlijst Bijlage 11 PVE bruggen Bijlage 12 PVE beschoeiingen
Titel
:
Rapportnummer :
1
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
4
SAMENVATTING
Met dit beleidsplan wordt het bestuur van de gemeente Heemstede geïnformeerd over de wijze van beheer en onderhoud van haar bruggen en beschoeiingen. Tevens geeft dit beleidsplan inzicht in de daarbij horende financiën. Het doel is om de bruggen en beschoeiingen in de gemeente Heemstede te beheren op een vooraf vaststaand en meetbaar kwaliteitsniveau. Hierbij wordt gestreefd de objecten tegen acceptabele kosten en met behoud van eigenschappen hun theoretische levensduur te laten bereiken. De gemeente Heemstede beheert 56 bruggen en 34,6 kilometer beschoeiingen. Bij het beheer en onderhoud van deze objecten zijn eisen gesteld op het gebied van veiligheid, functionaliteit en beeldkwaliteit. Deze eisen zijn zowel vastgesteld op basis van landelijke wet- en regelgeving als op basis van de wensen van de gemeente. Het complete areaal is in 2014 onderworpen aan een visuele inspectie. Geconcludeerd kan worden dat de geïnspecteerde objecten over het algemeen genomen in een redelijke tot goede staat van onderhoud verkeren. De gemeente zal de bruggen en beschoeiingen op kwaliteitsniveau Basis gaan onderhouden, waarbij het soort onderhoud en de frequentie van dit onderhoud erop gericht zijn de objecten zo kostenefficiënt mogelijk hun levensloop te laten volbrengen. De keuze van dit onderhoudsniveau leidt tot de laagste jaarkosten voor onderhoud en vervangingen gezamenlijk. Op basis van de uitgevoerde inspectie zullen eenmalige en periodieke onderhoudsacties moeten worden uitgevoerd om dit niveau te behalen respectievelijk te behouden. Handhaving van het genoemde niveau zal plaatsvinden op basis van periodieke visuele inspecties. Op basis van de inspectie is een meerjarenoverzicht opgesteld voor de periode 2015 tot en met 2020 met een doorkijk naar 2035, waarmee de benodigde middelen voor klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingen zijn bepaald. De kosten voor onderhoud en vervangingen van de bruggen en beschoeiingen bedragen jaarlijks gemiddeld € 187.000,00
Titel
:
Rapportnummer :
2
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
5
DOEL EN RESULTAAT
De algemene doelstelling van dit beleidsplan is de vastlegging van het te voeren beleid van de gemeente Heemstede. Hiernaast dient het plan om het bestuur te informeren over de situatie en de beleidsmatige aansturing van de instandhouding van de bruggen en beschoeiingen en welke financiële middelen hierbij horen. Dit beleidsplan geeft antwoord op de vraag hoe de objecten duurzaam in stand gehouden kunnen worden op het vooraf vastgestelde kwaliteitsniveau. Concrete doelstellingen van dit beleidsplan zijn:
Het in beeld brengen van de financiële situatie rond het beheer en onderhoud van de bruggen en beschoeiingen. Hierdoor wordt de op te nemen onderhoudsvoorziening onderbouwd en kunnen de schommelingen in de financieringsbehoefte van het groot onderhoud beter worden opgevangen. Het bieden van een beleidsmatig kader voor de aansturing van de instandhouding van het areaal. Het vastleggen van de procesgang rond het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken. Het vastleggen van de (gewenste) beheervisie en beheerstrategieën, waardoor verder professionaliseren van het beheer en onderhoud kan plaatsvinden. Het ombouwen van de bestaande curatieve ad hoc aanpak naar een preventieve, planmatige aanpak, waarbij voldaan wordt aan de zorgplicht en waarbij men niet door incidenten initieert maar op grond van de keuze van het bestuur stuurt. Het hebben van aansluiting met de beeldkwaliteit van andere arealen van de gemeente. Het richting geven aan de interne organisatie rond de visie en het beheer en de onderhoudprocesgang van bruggen en beschoeiingen. Het geven van inzicht in welke objecten binnen vijf jaar dienen te worden vervangen. Het kunnen realiseren van het beheer en onderhoud aan de bruggen en beschoeiingen binnen het beschikbare budget.
In dit beleidsplan worden de volgende resultaten bereikt:
Het in kaart brengen van de huidige situatie. Het vastleggen van de visie voor het beheer van de objecten. Het vastleggen van de beleidskaders voor het beheer en onderhoud. Het presenteren van een methodiek voor aansturing van het onderhoud op basis van een vooraf bepaald kwaliteitsniveau. Het definiëren van de risico’s op basis waarvan het toekomstige onderhoud nog beter kan worden beheerst. Het vaststellen van de omvang van de onderhoudsvoorziening. Het aanleveren van de financiële onderbouwing voor de komende vijf jaar en een financiële doorkijk van de onderhoudskosten voor de periode 5-20 jaar.
Het beleidsplan bruggen en beschoeiingen is opgesteld voor de periode 2015-2020.
Titel
:
Rapportnummer :
3
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
6
HUIDIGE SITUATIE
In dit beleidsplan zijn alle bruggen, aanlegvoorzieningen en kades/beschoeiingen opgenomen die in eigendom zijn van de gemeente. In dit hoofdstuk en in Bijlage 1 wordt inzicht verschaft in:
de huidige onderhoudstoestand van het areaal de constructieve veiligheid van de bruggen de huidige beheerorganisatie de financiële situatie.
Omvang van het areaal Areaal bruggen: De bruggen vormen een integraal onderdeel van een weg, maar weggebruikers herkennen ze vaak niet. Dit neemt niet weg dat er veel bruggen binnen de grenzen van de gemeente aanwezig zijn. Het uitgangspunt voor een brug is dat alle onderdelen die zich tussen de dilatatievoegen bevinden, onderdeel van de brug zijn. Dit is inclusief de dilatatievoegen en uitkragende leuningen, maar uitgezonderd asfaltverharding op de brug. De asfaltverharding valt onder het beheer van de wegen. Voor één brug gelden, voor wat het onderhoud betreft, specifieke afspraken met de gemeente Bloemendaal. Areaal beschoeiingen: Een beschoeiing is bedoeld om oevers te beschermen tegen instorten of afkalven als gevolg van golfkrachten en andere invloeden. De aantallen bruggen en beschoeiingen:
Bruggen o Verkeersbruggen o Fiets/voetgangers Beschoeiingen/kademuren Aanlegvoorzieningen
56 stuks - 4.630 m2 24 stuks 32 stuks 143 stuks - 34,6 kilometer 8 stuks - 135 m2
Monumentale kunstwerken Er zijn vier bruggen met een monumentale status (provinciaal), te weten:
B339 Glipperbrug (Glipperweg) B326 Marisbrug/Mauritsbrug (J.H. Weisenbruchstraat) B343 Crayenesterbrug (Pieter de Hooghstraat) B344 Bronsteebrug (Wagnerkade).
De provincie heeft voor het groot onderhoud van deze objecten een voorziening.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
7
Huidige onderhoudstoestand areaal De onderhoudstoestand van het areaal is in 2014 geïnspecteerd. Algemene onderhoudstoestand – bruggen: Algemeen kan gesteld worden dat het areaal in een redelijke tot goede staat verkeert. Het areaal is op geen enkel punt onveilig voor burgers en er zijn geen structurele grote achterstanden. De beeldkwaliteit is voldoende en er zijn beperkte achterstanden in het kleine onderhoud, zoals uitgespoelde voegen en aanrijdschades. Algemene onderhoudstoestand – beschoeiingen: Er is in totaal 34,6 km aan oeverconstructies geïnventariseerd en geïnspecteerd. Dit areaal bestaat voor circa 7,5 km uit houtconstructies. Meer dan de helft van deze constructies, circa 4,2 km, is in slechte staat en dient binnen vijf jaar te worden vervangen. De algemene staat van dit areaal is wisselend. Sommige delen zijn redelijk, terwijl er plaatselijk achterstallig onderhoud is. Het duurste object is de beschoeiing langs de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Dit object staat dan ook gepland te worden aangepakt. Een ander deel van de oever aan de Ringvaart (nabij de Cruquiusbrug heeft te steile oevers, waardoor door de vele scheepvaart en golfslag de oevers sterk afkalven). Constructieve veiligheid Naar aanleiding van een aantal incidenten heeft VROM-inspectie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2009 een "Handreiking constructieve veiligheid voor bruggen en viaducten" opgesteld. Veel verkeersbruggen zijn in de periode 1915-1955 gebouwd. Destijds is bij het ontwerp van deze kunstwerken uitgegaan van de toenmalige inzichten ten aanzien van verkeersbelastingen. Echter, het wegverkeer is qua belasting en intensiteit sterker toegenomen dan destijds was voorzien. Daarnaast spelen veranderd gebruik, ouderdom en degradatie een rol in de constructieve veiligheid van bestaande kunstwerken. Het feit dat een kunstwerk goed is onderhouden betekent niet automatisch dat de constructieve veiligheid is gewaarborgd. Het aantonen van de draagkracht van een kunstwerk kan door het uitvoeren van een verificatieberekening. Afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens over de constructieopbouw is eventueel een aanvullend materiaalonderzoek noodzakelijk voordat een verificatieberekening kan worden opgesteld. In Bijlage 1 treft u een opsomming van bruggen aan, waarop het bovenstaande van toepassing is. Huidige beheerorganisatie De insteek van het huidige beheerproces is dat zaken rond de instandhouding, maar ook veiligheid en functioneren, vooraf goed in beeld worden gebracht en een gericht jaarplan wordt opgesteld, dat na acceptatie wordt uitgevoerd. Ook het onderhoud wordt steeds meer functioneel ingekocht en gedelegeerd naar de markt. De instandhoudingsinspecties worden in opdracht van de beheerder door de inspecteurs van de externe serviceverlener uitgevoerd. Dit ligt in de lijn van regisserend opdrachtgeverschap.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
8
Onverlet kunnen meldingen binnenkomen van schades of door omstandigheden ontstane onveilige situaties. Deze meldingen worden in het meldsysteem geregistreerd en daarna toetst de beheerder de schade aan het jaarplan en aan de veiligheid. De uitkomst van de toets prioriteert de aanpak van de schade. De gemeente laat de uitvoering van groot onderhoud over aan bedrijven. Ingehuurde bedrijven repareren kleine schades en pakken klein onderhoud aan. Voor het realiseren van groot onderhoud worden projecten het liefst integraal opgepakt met andere werkzaamheden in de openbare ruimte. Het project wordt verder voorbereid en gerealiseerd door competente marktpartijen. Klein onderhoud aan houten bruggen wordt uitgevoerd door de eigen dienst. De gemeente kent een administratieve en een financiële jaarcyclus. Belangrijke momenten zijn de kadernota, de jaarbegroting, de twee voortgangsrapportages en de jaarrekening. De jaarbegroting wordt vastgesteld door de raad in november voorafgaand aan het begrotingsjaar. In de begroting worden de effecten van de voorafgaande kadernota verwerkt. Eventuele actualisaties van deze kadernota dienen in april van het voorgaande jaar aangeleverd te worden. Financiële waarde Financiële waarde – bruggen: De bruggen in eigendom van de gemeente hebben een geraamde vervangingswaarde van circa 5,4 miljoen euro. Op termijn zal het bestaande areaal vervangen worden. Op basis van een technische (en economische) levensduur van bruggen kan gesteld worden dat circa € 85.300,00, zijnde 1,57% van de vervangingswaarde, hiervoor gereserveerd dient te worden. Deze post is vrij gangbaar, mede door het grote aandeel van de houten objecten; deze hebben een korte levensduur, wat een groot effect heeft op de vervangingscyclus. Deze som wordt momenteel niet gereserveerd. Hiervoor dient een voorziening te worden ingesteld. Financiële waarde – beschoeiingen: De beschoeiingen in eigendom van de gemeente hebben een geraamde vervangingswaarde van circa 12,2 miljoen euro. Op basis van een technische (en economische) levensduur van beschoeiingen kan gesteld worden dat circa € 199.000,00, zijnde 1,64% van de vervangingswaarde, hiervoor gereserveerd dient te worden. Deze post is gangbaar. Deze som wordt momenteel niet gereserveerd. Jaarlijkse lasten De financiële kaders voor het beheer en klein en groot onderhoud aan de bruggen zijn opgenomen in de meerjarenbegroting van de gemeente. De gemeente stelt tot heden jaarlijks circa € 167.125,00 exclusief btw beschikbaar voor zowel bruggen als beschoeiingen door een jaarlijkse voeding van de voorziening. Onderhoudsvoorziening De gemeente beschikt op dit moment over één voorziening voor onderhoud en vervangingen van bruggen en beschoeiingen. De stand van de voorziening op 31 december 2015 was € 407.000,00.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
4
WETTELIJK KADER
4.1
Algemeen
9
De wet- en regelgeving en het gemeentelijke beleid vormen het kader om tot een goede en herleidbare onderhoudsaanpak te komen. Daarnaast hebben beheerders van aanpalende disciplines mogelijk invloed op de onderhoudsstrategie van de kunstwerken. De volgende wet- en regelgeving is van belang bij het beheer en onderhoud van kunstwerken:
Gemeentewet 2003 met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeentes (BBV) 2003. Burgerlijk Wetboek deel 6, behandelt de veiligheid en de zorgplicht. Wegenwet 1930. Waterwet 2012. Omgevingswet en Bouwbesluit.
In Bijlage 2 wordt deze wet- en regelgeving toegelicht. 4.2
Gemeentelijk beleid
Het beheer en de aanpassingen aan kunstwerken dienen naast het wettelijke kader ook aan te sluiten bij het gemeentelijke beleid en/of visies. De gemeente heeft eigen beleid ontwikkeld en plannen gemaakt over hoe zij de nabije toekomst ziet. Deze worden behandeld in onderstaande nota’s:
Collegeakkoord HBB, VVD en CDA (2014-2018) Communicatienota 2011 Duurzaamheidsbeleid 2012-2016
In Bijlage 3 wordt dit gemeentelijke beleid toegelicht.
Titel
:
Rapportnummer :
5 5.1
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
10
BELEID Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de gekozen beheerstrategie voor kunstwerken. Hierbij wordt ingegaan op de relatie tussen het beheer en de maatschappelijke doelstellingen, de beheervisie, de beheerstrategieën en het beheerproces. 5.2
Beheer en maatschappelijke doelstellingen
Bruggen bevinden zich op kruisingen van infrastructuur en vormen daarmee een onmisbaar onderdeel. Als een kunstwerk niet meer functioneert, onderbreekt dit de infrastructuur en dat hindert het verkeer. Beschoeiingen voorkomen dat een waterlichaam zich uitbreidt ten koste van een grondlichaam en beschermen daarmee de op deze grondlichamen aangelegde voorzieningen. De civiele kunstwerken worden functioneel in stand gehouden vanuit de volgende maatschappelijke doelstellingen: 1. De voorzieningen moeten veilig en voldoende bedrijfszeker zijn. Bij het gebruik van een brug moet men zich veilig voelen en veilig zijn. Bedrijfszekerheid betekent dat een object zijn functie onder bepaalde omstandigheden gedurende een vastgestelde periode foutloos kan verrichten. 2. De voorzieningen dienen naar behoren te functioneren. 3. Bij het beheer van kunstwerken dient een duurzame benadering in acht genomen te worden. Men dient actief acht te slaan op het belang van een leefbare omgeving, alsmede de leefbaarheid in de toekomst. 4. De voorzieningen moeten voldoen aan bepaalde esthetische eisen. Het kunstwerk dient qua uitstraling en reinheid binnen de gestelde beeldkwaliteitseisen te passen. Hieruit kan worden afgeleid dat de functie van het object van cruciaal belang is voor de invulling van het beheer. Beheer wordt gedefinieerd als het rationeel plannen van kosten en activiteiten. Deze kosten en activiteiten vloeien voort uit de doelstelling om duurzame middelen in conditie te houden of weer te brengen, een conditie die voor de vervulling van hun functie nodig wordt geacht. 5.3
Beheervisie
Uitgangspunten voor het beheer van de kunstwerken van gemeente Heemstede zijn in volgorde van belang: 1. 2. 3. 4.
Het borgen van de veiligheid (aansprakelijkheid). Het borgen van het functioneren. Het voldoen aan wettelijke kaders. Het voldoen aan het gemeentelijke beleid (beeldkwaliteit en budget).
Dit beleidsplan stelt grenzen aan de kwaliteit van het civiele kunstwerk. Dit is nodig om het budget voor het beheer te kunnen begrenzen. In het geval van beeldkwaliteit is er differentiatie mogelijk. Hiernaast zijn er keuzemogelijkheden op het gebied van duurzaamheid. De uitgangspunten veiligheid, functionaliteit en overige wettelijke kaders staan echter vast.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
11
Kunstwerken in de openbare ruimte – beeldkwaliteit Bruggen en beschoeiingen vormen een onderdeel van de openbare ruimte. Traditioneel is beheer gebaseerd op het in stand houden van objecten tegen aanvaardbare kosten en met inachtneming van de wettelijke aansprakelijkheid van de beheerder in het kader van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. De burger is gebruiker van deze openbare ruimte en het beheer van objecten moet ook een bijdrage leveren aan de tevredenheid van de burger. Een aanpak die uitsluitend gericht is op de technische staat, onderhoudbaarheid en veiligheid is niet meer voldoende; ook de belevingswaarde is bepalend voor de algemene kwaliteit van een object. Deze belevingswaarde kan worden uitgedrukt in een beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit wordt mede bepaald door politieke ambities in relatie tot (beperkte) beschikbare middelen. Dit leidt tot het stellen van prioriteiten ten aanzien van de kunstwerken. 5.4
Kwaliteitsniveaus
De kwaliteit van de bruggen wordt uitgedrukt in drie kwaliteitsniveaus, te weten kwaliteit Top, kwaliteit Basis, kwaliteit Sober. In alle gevallen is de bedrijfszekerheid voldoende en is er beperkt sprake van verminderde veiligheid. Alleen bij het in stand houden op kwaliteitsniveau Sober veroudert het civiele kunstwerk te snel en moet het eerder worden vervangen. Dit niveau van instandhouding is ongewenst als gevolg van de kapitaalvernietiging waarin dit resulteert. In Bijlage 4 is een verdere uitwerking van bovengenoemde systematiek opgenomen. 5.5
Beheerstrategie
5.5.1
Kwaliteit
Voor de Heemsteedse situatie is gesteld dat alle gebieden dezelfde kwaliteit hebben, te weten kwaliteit Basis. De motivatie hiervoor is dat deze kwaliteitswaarde het beste aansluit bij de sobere en doelmatige uitstraling die de gemeente nastreeft en kan waarmaken, met behoud van een voldoende instandhoudingsniveau waarbij waardeverval zo rationeel mogelijk wordt voorkomen. Kortom, de beste economische keuze zodat kapitaalvernietiging voorkomen wordt tegen optimale onderhoudskosten. Centrum Woongebied Bedrijvengebied Buitengebied 5.6
Kwaliteit Basis Kwaliteit Basis Kwaliteit Basis Kwaliteit Basis
Onderhouds- en vervangingsvisie
Voor de praktische aanpak van onderhoud en vervangingen heeft de beherende dienst ook een eigen visie. Deze sluit aan bij het gemeentelijke beleid en is verwoord in maatregelen om de uitvoerbaarheid optimaal te waarborgen. De uitwerking hiervan luidt als volgt:
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
12
Algemeen:
De aanpak van onderhoudswerken dient integraal, multidisciplinair en projectmatig te zijn. Er wordt een conditieafhankelijke strategie gevoerd; dit houdt in dat maatregelen genomen worden na het overschrijden van de interventieniveaus. Het onderhoud dient met zo mogelijk onderhoudsarme materialen te worden uitgevoerd.
Bruggen Bij vervangingen van bruggen is het uitgangspunt dat houten objecten de oorspronkelijke uitstraling behouden; de onderbouw van nieuwe houten bruggen wordt geconstrueerd van beton en/of staal. In geval van verkeersbruggen worden alle objecten vervangen door betonnen bruggen, omdat deze aantoonbaar een langere levensduur hebben met lagere onderhoudskosten. Indien bij een houten brug de hoofddraagconstructie (de liggers) dient te worden vervangen, dan dient dit te worden uitgevoerd met stalen verzinkte liggers voorzien van een twee componenten natlaksysteem. Voor eisen van nieuw te bouwen bruggen wordt verwezen naar document Nieuwbouw PVE Bruggen in bijlage 11. Beschoeiing Bij nieuwbouw geen hout toepassen maar beton, staal of kunststof. Bij de vervanging van bestaande beschoeiing bij voorkeur geen gebruik maken van hout, maar van beton, staal of kunststof. Geen onbehandeld staal toepassen. Voor eisen van nieuwe beschoeiingen wordt verwezen naar document Nieuwbouw PVE Beschoeiingen in bijlage 12. 5.7
Onderhoudsstrategie
De onderhoudsstrategie beschrijft de wijze waarop vastgesteld wordt wanneer welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen getroffen moeten worden. Tot op heden vond onderhoud voornamelijk plaats nadat sprake was van falen. Het onderhoud was gericht op het weer in de gewenste staat brengen van het gefaalde onderdeel. Deze curatieve onderhoudsstrategie is zinvol wanneer de negatieve gevolgen van het falen beperkt zijn. Voor het in stand houden van de bruggen en beschoeiingen zal de gemeente deze strategie loslaten en overgaan naar een meer preventieve, planmatige (en toestandsafhankelijke) aanpak. De motivatie hiervoor is de volgende:
De risicoaansprakelijk is op grond van het Burgerlijk Wetboek bij de (weg)beheerder komen te liggen; dit houdt in dat de wegbeheerder aansprakelijk is voor schade als gevolg van een gebrek. Door het toepassen van een toestandsafhankelijke aanpak wordt voor de toekomst de kans op gebreken en hiermee de kans op risicoaansprakelijkheid verminderd. Deze vorm van onderhoudsstrategie sluit aan bij het kwaliteitsgestuurde beheer. Kwaliteitsgestuurd beheer is voor de gemeente Heemstede een nieuwe aanpak van beheer van de openbare ruimte. Hierbij draait het om integraal, klant/burgergericht, samenwerkend en resultaatgericht werken. Deze onderhoudsstrategie is economisch gezien het meest doelmatige moment van onderhoud, namelijk niet te vroeg en niet te laat en in de juiste mate.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
13
Bij toestandsafhankelijk onderhoud wordt het onderhoud uitgevoerd als een bepaalde minimale toestand (het interventieniveau) wordt onderschreden. Om te kunnen beoordelen of onderhoud noodzakelijk is, moet de werkelijke toestand meetbaar zijn en moet de minimaal vereiste kwaliteit zijn vastgelegd. In dit plan is de kwaliteit van de civieltechnische kunstwerken vastgelegd in hoofdstuk 4. In Bijlage 5 is de systematiek van toestandsafhankelijk onderhoud verder uitgewerkt. 5.8
Duurzaamheid
Vooralsnog hanteert de gemeente Heemstede de methodiek van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (duurzaam inkopen) zoals vastgelegd door Pianoo. Op dit moment wordt een nieuw beleidsplan duurzaamheid voorbereid (Nota duurzaamheid 2016-2020).
Titel
:
Rapportnummer :
6 6.1
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
14
UITVOERING Algemeen
De strategie en de tactiek van het beheer van bruggen en beschoeiingen worden vertaald in operationele maatregelen. Het inspectieproces zoomt in op de mogelijke inspecties voor civieltechnische kunstwerken. De onderhoudsmaatregelen onderscheiden zich in verschillende vormen, inclusief de vervanging van onderdelen. Tenslotte geeft het beheerprogramma aan hoe de kosten van de onderhoudsmaatregelen zijn onderbouwd. 6.2
Inspectieproces
Om de noodzaak tot het nemen van onderhoudsmaatregelen te bepalen, moeten visuele inspecties worden uitgevoerd. In de inspecties worden schadebeelden en de plaatsen c.q. omstandigheden waar de schade voorkomt vastgelegd. De inspecties leveren managementinformatie met betrekking tot de staat van de bruggen en beschoeiingen. Met behulp van de inspectieresultaten worden verwachtingen in beeld gebracht over het type onderhoudsmaatregel en het tijdstip waarop deze moet worden uitgevoerd. In Bijlage 6 is een nadere uitwerking van dit inspectieproces opgenomen. 6.3
Onderhoudsmaatregelen
De volgende soorten onderhoudsmaatregelen worden toegepast voor het beheer en onderhoud van kunstwerken:
Klein onderhoud Groot onderhoud Investeringen/vervangingen.
In Bijlage 7 is een toelichting met betrekking tot deze soorten onderhoudsmaatregelen weergegeven. 6.4
Beheerprogramma
Om meer inzicht te krijgen in de kosten heeft de gemeente door Nebest B.V. een meerjarenbegroting op laten stellen. Hiervoor is gebruikgemaakt van het beheerprogramma SidanOnline. Op grond van inspectie- en meetresultaten, onderhoudsrichtlijnen en kennis van historische achtergronden van civieltechnische kunstwerken wordt met behulp van dit programma een planning gegenereerd voor de instandhoudingsonderdelen voor de komende tijd (MJOB). Bij het opstellen van de plannen wordt daarbij gebruikgemaakt van standaardmaatregelen met vaste onderhouds- en vervangingsintervallen en eenheidsprijzen. De eenheidsprijzen in het systeem zijn marktconform, waarbij wel enige omvang van een werk vereist is. Uitgangspunten van de opgestelde kostenmatrix zijn:
Toepassing voor meerjarenonderhoudskostenraming voor projectmatige toepassing met een redelijke schaal/omvang. Inclusief directe en indirecte aannemerskosten met uitzondering van specifieke verkeersvoorzieningen en bijzondere bereikbaarheidsvoorzieningen. Prijspeil 2015.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Inclusief marge: o 15% voor niet opgenomen detailposten o 10% voor onvoorzien. Exclusief btw.
15
Titel
:
Rapportnummer :
7
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
16
PROGRAMMERING EN FINANCIËN
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de programmering van het onderhoud, de bewaking van de instandhouding ervan, de verbeterpunten voor een goed beheer van de kunstwerken en de bekostiging ervan, zowel op de korte als op de lange termijn. Beschreven zijn de kosten op basis van scenario Basis. 7.1
Inspecties en nadere onderzoeken
Jaarlijks schouwt de eigen dienst van de gemeente het areaal op veiligheid en functioneren. De toestandsinspecties dienen voor alle objecten om de vijf jaar plaats te vinden. De eigen dienst bezit hiervoor onvoldoende kennis. Van 18 objecten is de constructieve veiligheid nog onbekend. In Bijlage 1 is een overzicht opgenomen van deze objecten. Van vijf kunstwerken is de constructieve veiligheid bekend en gewaarborgd. 7.2
Onderhoud
Voor elk civiel kunstwerk is het kleine en groot onderhoud geschat en in het beheerprogramma opgenomen. De resultaten van de inspecties, een inschatting van de instandhoudingsrisico’s en de eisen zijn hiervoor gebruikt. In het beheersysteem zijn de geplande onderhoudsmaatregelen per object opgenomen. Deze planning is geen operationele of taakstellende programmering maar richtinggevend en dient ter onderbouwing van de financiële raming. De werkelijke conditie van het object en het beleid zijn leidend voor het jaarplan. De resultaten van de toekomstige inspecties worden verwerkt in de programmering van het onderhoud. Het geplande onderhoud wordt daarmee aangepast. Vooral het groot onderhoud wordt op deze manier pas uitgevoerd wanneer dit volgens het interventieniveau nodig is. Het kleine onderhoud wordt uitgevoerd door de eigen dienst. Het groot onderhoud wordt afhankelijk van de specialistische kennis door de eigen dienst voorbereid of door een deskundige derde. Het werk wordt projectmatig en voor meerdere objecten gebundeld ingekocht. Kansen om het werk te combineren met andere opdrachten worden benut. 7.3
Vervanging
In Bijlage 9 is een overzicht opgenomen van de objecten die binnen vijf jaar vervangen moeten worden. Naast de benoemde objecten wordt rekening gehouden met de vervanging van gedeelten van beschoeiingen. De noodzaak tot vervanging is bepaald uit de voorgaande inspecties. Vooral de houten objecten hebben een korte restlevensduur, maar ook de beschoeiing van de Ringvaart staat in de komende jaren gepland. 7.4
Beheerorganisatie
De organisatie implementeert dit beheerbeleidsplan en verbetert zich op het aspect ‘Areaal op orde’. Areaal op orde De basisinformatie van het areaal is op orde. Door mutaties en ontwikkelingen blijft het een aandachtspunt voor de organisatie. De resultaten van inspecties moeten steeds in het beheerprogramma bijgewerkt worden.
Titel
:
Rapportnummer :
7.5
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
17
Financiën
De kosten van alle maatregelen staan in de meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB). De financiële planning bestaat uit standaardmaatregelen, met vaste onderhouds- en vervangingsintervallen, en uit eenheidsprijzen. De eenheidsprijzen in het systeem zijn marktconform, waarbij wel enige omvang van een werk vereist is. Het doel van deze begroting is om inzicht te geven in de vereiste middelen voor de instandhouding; het is geen projectbegroting of taakstellend budget. Van de opgestelde onderhoudsplannen zijn per object voor de komende jaren de kosten uitgewerkt en in het beheersysteem opgenomen. De in Bijlage 8 gepresenteerde kosten sluiten aan op de in het beheersysteem opgenomen plannen. 7.5.1
Voorziening
In de begroting van de gemeente bestaat een voorziening voor de bruggen en beschoeiingen. Hierin worden de jaarlijkse fluctuaties van het groot onderhoud opgevangen. De stand van deze voorziening was per 31 december 2014 € 407.000,00. Doordat jaarlijks € 167.125,00 wordt gedoteerd zal de som in 2020 € 1.475.750,00 bedragen. De kosten aan bruggen en beschoeiingen bedragen (inclusief het jaar 2015 en exclusief investeringen) in deze periode voor onderhoud en vervangingen van bruggen € 561.000,00 en voor beschoeiingen € 777.000,00, tezamen € 1.338.000,00. Per jaar is dit € 223.000,00. De geplande voorziening voor onderhoud en vervanging is lager dan de berekende kosten. Doordat er thans sprake is van reserve, is dit niet direct een probleem. De storting kan dan ook op het huidige niveau gehandhaafd worden.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 1
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Areaal
De objecten zijn opgebouwd uit verschillende materialen. Figuur 3.2 geeft een indruk van de verdeling naar het constructiemateriaal van de hoofddraagconstructie van de bruggen en aanleginrichtingen.
Figuur 3.2: Constructiemateriaal hoofddraagconstructie Figuur 3.3 geeft een indruk van de verdeling naar het constructiemateriaal van de beschoeiingen
Figuur 3.3: Constructiemateriaal beschoeiingen De houten objecten en onderdelen verdienen bijzondere aandacht vanwege de kwetsbaarheid van het materiaal.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Huidige onderhoudstoestand areaal De onderhoudstoestand van het areaal is in 2014 geïnspecteerd. Algemene onderhoudstoestand – bruggen Algemeen kan gesteld worden dat het areaal in een redelijke tot goede staat verkeert. Het areaal is op geen enkel punt onveilig voor burgers en er zijn geen structurele grote achterstanden. De beeldkwaliteit is voldoende en er zijn beperkte achterstanden in het kleine onderhoud, zoals uitgespoelde voegen en aanrijdschades. Algemene onderhoudstoestand – beschoeiingen Er is in totaal 34,6 km aan oeverconstructies geïnventariseerd en geïnspecteerd. Dit areaal bestaat voor circa 7,5 km uit houtconstructies. Meer dan de helft van deze constructies, circa 4,2 km, is in slechte staat en dient binnen vijf jaar te worden vervangen. De algemene staat van dit areaal is wisselend. Sommige delen zijn redelijk, terwijl er plaatselijk achterstallig onderhoud is. Het duurste object is de beschoeiing langs de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Dit object staat dan ook gepland te worden aangepakt. Een ander deel van de oever van de Ringvaart, nabij de Cruquiusbrug, heeft te steile oevers, waardoor door de vele scheepvaart en golfslag de oevers sterk afkalven. Einde levensduur Enkele objecten moeten vervangen worden en sommige onderdelen van een object verkeren in onvoldoende staat. De houten objecten en houten onderdelen van meer dan 20 jaar oud, bereiken binnen vijf tot tien jaar het einde van hun levensduur. Situatie constructieve veiligheid Geadviseerd wordt de constructieve veiligheid (draagkracht kunstwerk) in kaart te brengen voor de verkeersbruggen met een overspanning ≥ 5 m, waarvan het stichtingsjaar onbekend is en/of de belastingklasse onbekend of lager is dan verkeersklasse 600. Dit betreft de kunstwerken:
B321 B324 B326 B332 B339 B340 B341 B342 B343 B344 B346 B347 B349 B352 B353 B358 B359 B378
Amstelbrug Vaartbrug Marisbrug Van Merlenbrug Glipperbrug Händelbrug Blauwebrug Zandvaartbrug Crayenesterbrug Bronsteebrug Boekenrodebrug Leyduinbrug Molenbrug IJzerenbrug Huygensbrug Zandvoortsebrug Houtvaartbrug Brug naar Meermond
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 2
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Wettelijk kader
Gemeentewet en Besluit Begrotingen en Verantwoording Gemeentewet De Gemeentewet is een Nederlandse wet uit 1851 die het bestuur van de gemeenten regelt. Het uitgangspunt van de Gemeentewet is dat een door het volk gekozen gemeenteraad als hoogste orgaan voor het gemeentelijke grondgebied verordeningen vaststelt en via de begroting middelen beschikbaar stelt. De raadsleden en collegeleden van B&W vervullen hun eigen rol op democratische wijze. Het gemeentebestuur neemt besluiten over de opgedragen taken. Het beleid van een werkveld schetst de keuzes die mogelijk zijn en stelt de beste keuze voor. Het beheerplan werkt de keuzes uit voor de opgedragen taak. Dat geldt ook voor de civiele kunstwerken die eigendom zijn van de gemeente. BBV De gemeentewet vereist uniformiteit en toezicht op de begroting. Het besluit Begrotingen en Verantwoording (BBV) van 2003 definieert het begroten en onderverdelen van beheer aan kapitaalgoederen. Het toezicht op de gemeenten door de Rijksoverheid en de Provincie wordt op deze wijze doelmatig uitgevoerd. Daarnaast regelt het de samenwerking tussen verschillende overheden. De BBV maakt onderscheid tussen twee kapitaalstromen: Beheer, zowel klein als groot onderhoud; lasten voor de instandhouding die in de jaarrekening worden opgenomen. Investeringen, vervanging en nieuwbouw; de lasten kunnen worden geactiveerd. Burgerlijk wetboek Alle eigendommen van de gemeente dienen veilig te zijn voor de gebruikers daarvan. De gemeente is hiervoor aansprakelijk. Met de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek is ten opzichte van het oude Burgerlijk Wetboek de bewijslast omgedraaid. De gemeente kan nu aansprakelijk worden gesteld voor schade die iemand lijdt als gevolg van gebreken aan het areaal of object. De eigenaar/ beheerder heeft de plicht zorg te dragen voor een aantoonbaar veilige situatie rond zijn areaal. Dit betekent dat goed beheer van een areaal, zoals civiele kunstwerken, bestaat uit:
Een preventief beleid voor beheer. Een systematische en eenduidige klachtenregistratie. Periodieke inspecties volgens een (landelijk geaccepteerde) uniforme methode. Een actueel beheersysteem.
Artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek regelt de risicoaansprakelijkheid , namelijk de schade ten gevolge van een gebrek aan het object (gebouw, kunstwerk, openbare weg et cetera). Burgerlijk Wetboek 6 Artikel 174: 1. De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend. 4. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. 6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, alsmede de weguitrusting.
Figuur 2.1: Tekst uit het Burgerlijk Wetboek
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Er is sprake van een gebrek indien het geheel niet voldoet aan de eisen die men er onder de gegeven omstandigheden aan mag stellen en hierdoor een gevaarlijke situatie ontstaat. Dit houdt in dat de gemeente aansprakelijk is voor schade als gevolg van een gebrek, ook al was zij niet op de hoogte van het gebrek. De aansprakelijkheid treedt in, onafhankelijk van de vraag of de gemeente het gebrek kende of behoorde te kennen. Ook wordt voorbijgegaan aan de vraag of de gemeente een verwijt valt te maken ten aanzien van de aanwezigheid van een gebrek. Is eenmaal vastgesteld dat schade is ontstaan als gevolg van een gebrek, dan is de enige mogelijkheid voor de gemeente om onder de aansprakelijkheid uit te komen een beroep op de ‘tenzij-clausule’ te doen. Dit houdt onder meer in dat de gemeente niet aansprakelijk is als er een zeer korte periode ligt tussen het ontstaan van het gebrek en het ontstaan van de schade. Een beroep op deze clausule dient goed te worden onderbouwd. Wegenwet Het wettelijke kader voor het beheer van civiele kunstwerken is vastgelegd in de Wegenwet van 1930. Deze wet geldt niet alleen voor wegen, maar volgens artikel 1, lid 2 punt II ook voor bruggen. De Wegenwet verplicht de gemeente alle binnen haar grenzen vallende openbare wegen te onderhouden, tenzij een andere overheid dit doet. De onderhoudsplicht omvat ook de zorgplicht en het ‘in een goede staat’ houden van het civiele kunstwerk. De gemeente heeft de vrijheid invulling te geven aan het kwaliteitsniveau van het onderhoud. Het bevoegde gezag voor gemeentelijke wegen en daarin gelegen bruggen, duikers en dergelijke is de gemeenteraad. Waterwet en keur De Waterwet stelt eisen ter bescherming van het waterlichaam. Bij werkzaamheden aan bruggen en kademuren zijn maatregelen nodig om vervuiling van het water te voorkomen. Enig vuil mag wel in het water komen wanneer de maatregelen niet meer in verhouding staan tot de werkzaamheden. De initiatiefnemer moet aantonen dat er voldoende moeite wordt genomen om het water niet te vervuilen. De vereisten van de keur hebben een grote impact op mutaties in het ‘natte areaal’. Bij vervanging van een brug is het mogelijk dat deze hoger aangelegd moet worden. De kademuren moeten het wateroppervlak minstens even groot houden. Het bevoegde gezag voor handhaving van Waterwet en keur zijn het Hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat. Met betrekking tot de oevervoorzieningen zijn het de betreffende eigenaar en/of de gemeenteraad. Omgevingswet en bouwbesluit Verkeersbelasting bruggen De mate waarin een brug een last kan dragen is vastgelegd in Eurocode 1 - EN 1991-2 Deel 2. Volgens deze code is ‘Geval 1’ van toepassing op nieuwe bruggen. Dit houdt in dat bruggen moeten voldoen aan een belasting van 60 ton, verdeeld over twee assen van elk 30 ton. Voor kleinere bruggen is hierop een correctiefactor van toepassing, meestal van 0,8. Voor bestaande bruggen is de waarde in deze norm te hoog. Bij een herberekening van bestaande bruggen is dan ook een aanvullende norm van toepassing, en wel NEN 8700 en 8701. De handreiking constructieve veiligheid van het ministerie is de richtlijn waarmee een bestaande brug constructief getoetst wordt.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Bouwbesluit - bestaande situatie en nieuwbouw In de bestaande situatie is doorgaans geen expliciete wetgeving voor het beheer en onderhoud aan kunstwerken van toepassing, naast de algemeen geldende vereisten voor het beheren van objecten en het uitvoeren van werken daaraan (Arbo, lozingen en dergelijke). Anders is dit bij nieuw te bouwen kunstwerken; hierop zijn het Bouwbesluit en dergelijke van toepassing. Daar waar bewegingswerken worden aangebracht, zullen deze moeten voldoen aan de norm NEN 3410 en moeten beschikken over een CE-markering. Gemeente Heemstede heeft één beweegbare brug, de Kwakelbrug, die lopende 2015 is opgeleverd.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 3
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Gemeentelijk beleid
Collegeakkoord In het collegeakkoord wordt niet specifiek gesproken over bruggen en beschoeiingen. Wel worden er zaken behandeld die raken aan het beheer en onderhoud hiervan. Zo wordt er gewag gemaakt van:
milieuvriendelijke onkruidbestrijding een duurzaam inkoopbeleid het uitgangspunt dat budgetten taakstellend zijn.
Communicatienota Om een optimale bijdrage te leveren aan de collegedoelen, vormen de missie van de gemeente en het collegeakkoord 2010-2014 de kapstok en het vertrekpunt voor alle communicatie-uitingen. “Naast alle lopende zaken, zullen de communicatie-inspanningen zich de komende periode vooral richten op de kerntakendiscussie en structuurvisie, duurzaamheid, veiligheidsprojecten, de jeugd- en onderwijsnota, de nieuwe bestemmingsplannen, het project Havendreef, de herinrichting van de Herenweg en het Sportpark Groenendaal en het communicatief begeleiden van het Dienstverleningsconcept en “Het Nieuwe Werken”. Het bovenstaande betekent voor het beheer en onderhoud van de bruggen en beschoeiingen een inspanning. De burger dient te worden geïnformeerd over de plannen en de op stapel staande activiteiten. Wat gaat het beheer en onderhoud betekenen voor de burger, welke vorm van overlast zou het kunnen opleveren en op welke wijze kan de burger de plannen en het resultaat beïnvloeden. “Burgers dienen te worden benaderd overeenkomstig de verhouding die ze hebben tot een onderwerp. Indien deze zich in de directe invloedsfeer van een burger afspeelt, is het uitgangspunt dat hij persoonlijk wordt geïnformeerd door de gemeente. Ook de boodschap wordt afgestemd op de doelgroep en op een toonzetting die aansluit bij de logica van burgers.” De organisatie van de communicatie ligt bij het team Communicatie, dat valt onder afdeling publiekszaken. Dit team heeft als taak open, tijdig en op heldere wijze te communiceren met de verschillende doelgroepen, waarbij het takenpakket in deze bestaat uit pers- en publieksvoorlichting en het faciliteren van burgerparticipatie en inspraak. Participatie De inwoners van Heemstede zullen actief betrokken worden bij de bestuurlijke besluitvorming. Het bestaande participatiebeleid wordt herijkt, waarbij de focus niet ligt op het eenmalig schrijven van een nota, maar op het actief ervaring opdoen met nieuwe vormen van burger- en overheidsparticipatie. Dat betekent onder andere dat rekening wordt gehouden met initiatieven van inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Uitgangspunt daarbij is het geven van ruimte en het delen van verantwoordelijkheden met burgers, met als doel zicht te krijgen op welke maatschappelijke initiatieven er spelen en hoe de gemeente burgers, indien gewenst, kan helpen om deze te realiseren. Bovenstaande krijgt vorm door in het Bestuurlijk Behandel Voorstel (BBV) een communicatieparagraaf op te nemen. In deze paragraaf staat beknopt beschreven hoe er gecommuniceerd wordt naar betrokkenen.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Afhankelijk van de zwaarte en het type voorstel kan de communicatieparagraaf de volgende onderwerpen bevatten:
Overzicht doelgroepen Doelstellingen per doelgroep (wat wordt beoogd met de inzet van communicatie, bijvoorbeeld draagvlak verkrijgen; bekendmaken van een subsidie) In te zetten communicatiemiddelen (bijvoorbeeld HeemstedeNieuws, persbericht, folder, bewonersbrief) Planning Budget.
Duurzaamheidsbeleid Hieronder wordt in het kort de duurzaamheidsvisie van de gemeente Heemstede gemotiveerd. “Een schone en veilige leefomgeving met voldoende hulpbronnen zoals energie en schoon water is belangrijk voor ons allen, nu en in de toekomst. Met ons handelen beïnvloeden wij de kwaliteit van onze leefomgeving en dus indirect het welzijn van onze medemens. Dit betekent dat wij met zijn allen weloverwogen keuzes moeten maken.” “Door het maken van de juiste keuzes en door het aanschaffen van bepaalde producten is het mogelijk om op bescheiden schaal een steentje bij te dragen en zaken te veranderen.” In deze paragraaf wordt uiteengezet wat dit concreet betekent voor het beheer en onderhoud van de bruggen en beschoeiingen.
Bij de inkoop van goederen en diensten wordt gebruikgemaakt van de criteria voor duurzaam inkopen conform het klimaatakkoord 2007-2012 tussen het Rijk en de gemeenten. Door een zeer selecte onkruidbestrijding te combineren met een goed veegbeheer wordt voldaan aan de minimumeis van duurzaam inkopen op gebied van onkruidbestrijding.
Samenwerking derden Gemeente Heemstede onderhoudt één civieltechnisch kunstwerk op haar grondgebied in samenwerking met een derde. De overeenkomst die hiervoor is opgesteld zal na lokalisatie worden bestudeerd en de inhoud en consequenties zullen op deze plek plaatsvinden. Het betreft de brug over de Houtaart.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 4
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Kwaliteitsniveaus
Voor het vastleggen van de minimale kwaliteit zijn voor de bruggen en beschoeiingen interventieniveaus opgesteld. Te weten:
Kwaliteitsniveau Top Mooi en comfortabel. Er is enige schade, maar de waarschuwingsgrens is niet nog overschreden.
Kwaliteitsniveau Basis Het kunstwerk is veilig, functioneert goed, is heel en voldoende schoon, heeft een voldoende uitstraling en veroudering is zichtbaar.
Kwaliteitsniveau Sober Het kunstwerk is veilig, functioneert, heeft een lage uitstraling, veroudering is zichtbaar en bij een langdurige situatie daarvan ontstaat waardeverlies door verval.
Voor deze niveaus is gebruikgemaakt van de volgende documenten en bronnen:
Kwaliteitscatalogus openbare ruimte CROW-publicatie 323. De CROW-systematiek is een landelijk erkende werkwijze die gebruikmaakt van beeldkwaliteiten. NEN 2767 Conditiemeting. Aan de hand van deze norm kan de (minimale) technische toestand van de objectonderdelen worden vastgelegd. Een verdere beschrijving van deze norm is weergegeven in bijlage 10. Referentiedocumenten van andere (landelijke) beheerders van civiele objecten. Ervaringen vanuit de markt met betrekking tot onderhoud.
Door middel van bovenstaande documenten kan een totaaloordeel worden gegeven over de kwaliteit van de Heemsteedse kunstwerken. In onderstaande tabel is de relatie aangegeven tussen de Heemsteedse kwaliteitsniveaus, de kwaliteitscatalogus CROW, de norm NEN 2767 en de verschillende gebieden.
Titel
:
Rapportnummer :
Kwaliteitniveau
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Kwaliteit A - Top
Kwaliteit B - Basis
Het geheel is veilig, functioneert goed, is heel Het geheel is veilig, en schoon, heeft een goede uitstraling en functioneert, is heel, heeft veroudering is licht zichtbaar. een matige uitstraling en veroudering is zichtbaar. Beperkte kans op vervolgschade. Volgens CROW A+ Kwaliteitscatalogus Zeer goed CROW Publicatie Nagenoeg 323 ongeschonden
Volgens NEN 2767
Gebiedkwaliteiten
A
Kwaliteit C - Sober Het geheel is veilig en functioneert, er worden geen esthetische eisen gesteld en de veroudering is goed zichtbaar. Vervolgschade treedt op.
B
C
D
Goed
Voldoende
Matig
Slecht
Mooi en comfortabel
Functioneel
Onrustig beeld, Kapitaalvernietiging, discomfort of enige vorm uitlokking van van hinder vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkheid of sociale onveiligheid
Conditiescore 1 Conditiescore 2 Conditiescore 3
Conditiescore 4 -5 Conditiescore 6
Uitstekende conditie
Goede conditie
Redelijke conditie
Matige en slechte conditie
Geen of zeer beperkt gebreken
Beginnende veroudering
Veroudering is op gang gekomen
Het verouderings- proces Maximaal gebrekenheeft het object in zijn beeld greep en is onomkeerbaar geworden
Zeer slechte conditie
Centrum Woongebieden Bedrijvengebieden Buitengebieden
Figuur 4.1: Indeling kwaliteitsniveaus en gebiedskwaliteiten en de koppeling aan de CROW-systematiek en NEN 2767. Kwaliteit Top is luxer/duurder en kwaliteit Sober genereert op termijn waardeverlies door verval. Kwaliteit Basis is economisch het meest verantwoord.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 5
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Toestandsafhankelijk onderhoud
De toestand van een objectonderdeel wordt vastgelegd door middel van een visuele inspectie. Het onderhoud wordt in principe uitgevoerd op het moment dat dit gepland is. Uit visuele inspectie blijkt of dit onderhoud naar voren of naar achteren bijgesteld moet worden.
hoog
Kwaliteit van het bouwdeel
Degradatiecurve (veroudering) en onderhoud Interventieniveau ‘Kwaliteit A’
Minimale kwaliteit, Interventieniveau ‘Kwaliteit B’ laag
Waardeverval
Tijd, degradatie van het bouwdeel door gebruik en veroudering in de tijd Figuur 5.1. Principe van toestandsafhankelijk onderhoud en de functie van interventieniveaus In onderstaande figuren 5.2 en 5.3 worden de interventieniveaus, de minimale kwaliteit van bruggen gespecificeerd. In figuur 5.4 worden de interventieniveaus, de minimale kwaliteit van de beschoeiingen gespecificeerd.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Figuur 5.2: Specificaties interventieniveaus bruggen
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Figuur 5.3: Specificaties interventieniveaus bruggen
Titel
:
Rapportnummer :
Interventieniveau minimale kwaliteit per beeldkwaliteit Generieke eisen
Aspecten
Alle ondergronden
Scheefstand
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Kwaliteit A Top
Kwaliteit B Basis Beperkt/matig; ≤ 30%per 100m1 Beperkt/matig; ≤ 15 stuks per 100m1 < 15mm per 100m1
Duidelijk tot sterk; >30% per 100m1 Duidelijk tot sterk; >50 stuks per 100m1 >15mm per 100m1
Herstellen scheefstand
Verzakking
Geen tot gering; <5% per 100m1 Geen tot gering; <5 stuks per 100m1 0 mm per 100m1
Beschadigingen
<1% per 100m1
<15% per 100m1
>15% per 100m1
Beschadigingen herstellen
Afkalving oevers
<3% per 100m1
ca. 10% per 100m1
>15% per 100m1
Herstellen afkalving
Corrosie vlgs. ISO 4628-3
Ri 2
≤ Ri 4, 30% van het oppervlak
Putcorrosie vlgs. ASTM G 4694
niet doorgeroest
Spleetcorrosie
≤ 2% v.h. oppervlak en 70% van de aanvangdikte ≤ 2% van de lengte
doorgeroest, maximaal Ontroesten en consevering en/of vervangen 20% lijfdikte verlies van de hoofddraagconstructie geen eis Ontroesten, staalbouwkundig onderhoud en conservering
Blaarvorming vlgs. ISO 4628-2
≤ Density 1 Size 3
≤ Density 2 Size 5
geen eis
Ontroesten staalbouwkundig onderhoud en conserveren Plaatselijk herstel en overlagen
Bladdervorming vlgs. ISO 4629-5 ≤ Klasse 1
≤ Klasse 3
geen eis
Plaatselijk herstel en overlagen
Mechnische beschadigingen
geen eis
geen eis
Plaatselijk herstel
Spoelgaten
Kwaliteit C Sober
Standaardmaatregel (onderstaande is richtinggevend bij een integrale aanpak)
Gaten dichten Verzakkingen opheven/vullen
Stalen bouwdelen Ondergrond
Afwerking
Vervuiling
Gering (<1% v.h. oppervlak) Lichte algehele vervuilng
≤ 15% van de lengte
geen eis
Matige algehele vervuilng geen eis
Reinigen
Houten bouwdelen Ondergrond
Houtrot
Gering (<1% van het Matig (<5% van het oppervlak, <5% van de oppervlak, <20% van de dikte) dikte)
Duidelijk (<10% van het oppervlak, <30% van de dikte)
≤ Density 3 Size 5
geen eis
Afweging lokaal herstel door deelvervaning of vervanging (vervaning: kosten van herstel >50% van vervanging en restlevensduur overige delen <20 jaar) Plaatselijk herstel en overlagen
Dekkende afwerking
Blaarvorming vlgs. ISO 4628-2
Bladdervorming vlgs. ISO 4629-5 ≤ Klasse 1
≤ Density 2 Size 3
≤ Klasse 3
geen eis
Plaatselijk herstel en overlagen
Vervuiling
Matige algehele vervuilng geen eis
Reinigen
gering (<5% v.h. oppervlak) ≤ 1 mm
geen eis
Ondergrond herstel
geen eis
Ondergrond herstel
matig (<1% van het matig (<3% van het oppervlak) oppervlak) Afschilfering en (sterke) verwering van <5%het van oppervlak het oppervlak <10% van het oppervlak
geen eis
Ondergrond herstel
geen eis
Ondergrond herstel
Kalkuitspoeling
<25% van het oppervlak
geen eis
Reiningen
gering (<0,1% v.h. oppervlak) ≤ Density 2 Size 5
matig (<1% v.h. oppervlak) Betonherstel geen eis
Plaatselijk herstel en overlagen
Bladdervorming vlgs. ISO 4629-5 ≤ Klasse 2
≤ Klasse 3
geen eis
Plaatselijk herstel en overlagen
Mechnische beschadigingen
Gering (<1% v.h. oppervlak) Lichte algehele vervuilng
geen eis
geen eis
Plaatselijk herstel
Matige algehele vervuilng geen eis
Reiningen
Lekkage
Incidenteel lekkage
Matige lekkage
geen eis
Vervangen
Onthechting
vast aan de ondergrond
<10% v.d. lengte onthecht van de ondergrond
geen eis
Vervangen
Scheurvoriming
CROW klasse A+, A CROW B
CROW D-E
zeer gering (<0,1% v.h. oppervlak) gering (< 5% van de lengte) zie Wegen
sterk (<30% v.h. oppervlak) geen eis
Afweging tussen plaatselijk herstel en totaal herstel Plaatselijk herstel
zie Wegen
zie Wegen
Lichte algehele vervuilng
Steenachtige bouwdelen Ondergrond
Losse delen (beton, mestelwerk, gering (<1% v.h. natuursteen) oppervlak) Scheurvorming ≤ 0,5 mm Scholvorming
Corrosie van de wapeing Afwerking
Blaarvorming vlgs. ISO 4628-2
Vervuiling
<10% van het oppervlak gering (<0,05% v.h. oppervlak) ≤ Density 2 Size 4
Voegafdichting
Verharding op kade Gesloten verharding
Rafeling Onvlakheid Stroefheid Open verharding
Onvlakheid Scheurvorming
Slijtllaag
Kale delen -afgesleten Scheurvorming
Markering
Gebreken
matig (<5% v.h. oppervlak) gering (< 50% van de lengte) zie Wegen
Figuur 5.4: Specificaties interventieniveaus beschoeiingen
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Toestandsafhankelijk onderhoud en de meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB) Een toestandsafhankelijke beheerstrategie wil niet zeggen dat hieraan geen planning ten grondslag ligt. Veel onderdelen hebben een redelijk te stellen levensduur of onderhoudscyclus. Dit is dan het uitgangspunt van de meerjarenkostenraming voor de reservering van middelen. De gehanteerde onderhoudscyclus voor het kwaliteitsniveau ’Kwaliteit B – Basis’ is weergegeven in bijlage 2. De MJOB wordt verder onderbouwd in hoofdstuk 6 (Programmering en Financiën). De geplande onderhoudsmaatregelen in een MJOB zijn richtinggevend. Tijdens toestandsinspecties wordt de MJOB bijgesteld. Is de toestand beter dan de vereiste kwaliteitsnorm, dan zal het onderhoud worden doorgeschoven. Is de toestand slechter dan verwacht, dan zal het onderhoudsmoment in de tijd naar voren geschoven worden en/of opgenomen worden in het jaarplan.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 6
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Inspectieproces
Monitoring en bewaking Om de veiligheid, het functioneren en de instandhouding samen met de beleving te waarborgen, wordt het onderstaande inspectieschema gehanteerd. Het monitoringsschema is als volgt: Type Monitoren Schouwen
Doel - Borgen veiligheid en aansluiting met vereiste Gebiedskwaliteit - Borgen dagelijks functioneren Toestandsinspectie - Borgen van de instandhouding - Actualisatie meerjarenonderhoudsplan Figuur 6.1: Monitoren, het inspectieschema
Frequentie 1 x per jaar
Door - Eigen dienst
Alle objecten: om de 5 jaar.
- Extern
Schouwen Het schouwen heeft tot doel om op systematische wijze kleine gebreken die direct moeten worden gerepareerd op te sporen en vast te leggen. De belangrijkste aspecten van deze inspectie zijn de verkeersveiligheid en het minimaliseren van risico’s bij aansprakelijkstellingen. Tevens worden bij deze inspectie de hoofdonderdelen in algemene zin geïnspecteerd op het primaire functioneren. Deze inspectie geeft informatie voor klein onderhoud in het geval van bijvoorbeeld ondeugdelijke verlichting in een tunnel tot vervangingsinvesteringen in geval van een constatering dat zwaar landbouwverkeer over een houten brug gaat. In deze bijlage 6 is een checklist opgenomen die van dienst kan zijn gedurende de schouw. Toestandsinspectie De toestandsinspectie heeft als doel inzicht te krijgen in de technische toestand van de constructieonderdelen. Deze inspectie heeft een hoog detailniveau en wordt uitgevoerd op alle onderdelen. Het resultaat is inzicht in de staat van en de gebreken aan de onderdelen van het object. Deze gericht technische inspectie vormt de basis voor het opstellen van een jaarlijks onderhoudsplan voor het planmatig onderhoud (groot onderhoud) en mogelijke aanpassingen van het vaste onderhoud van beweegbare objecten. Deze cyclus leidt tot de periodieke actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Checklist - Schouw Objectcode
:
Objectnaam
:
Object locatie
:
Rayon
:
Schouwdatum
:
Door
:
Beheerder
:
Type object
Verkeersbrug
(kruis aan)
Fiets/voetgangsbrug Kademuur Oever ….. ….
Foto (nummer) N
Is de situatie veilig? Is er risico op….
Geen Check check
Oké
Not oké
Opmerking
Actie
Geen Check check
Oké
Not oké
Opmerking
Actie
Waarde Oké
Not oké
Opmerking
Actie
Doorvallen Vallen, struikelen, letselschade Beknelling Electrocutie Vandalisme, losse bouwmat. Verdrinking - Reddingsmid. Aanwezig Sociale bedreigingen Vergiftiging en bacteriele infecties Overige namelijk…...
Foto (nummer) N
Leefbaarheid Aanstoontgevende graffiti Ongedierte Vervuiling van het object Vervuiling van de omgeving Overige (ernstige) defecten Verkeersveilighed
Foto (nummer) N
Maatregelen 1 2 3 4 5 6 Paraaf inspecteur:
Beeldkwaliteit Beeldkwaliteit CROW 288
Eis B
Actie
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 7
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Soorten onderhoudsmaatregelen
Klein onderhoud 1
Klein onderhoud is gericht op het borgen van de risicoaansprakelijkheid en de aansluiting op de vereiste beeldkwaliteit (Gebiedskwaliteit). Het bevat naast het vaste onderhoud (reinigingsactiviteiten) het kleine variabele onderhoud. Hieronder wordt verstaan de toepassing van eenvoudige (handmatige) herstelmaatregelen die regelmatig moeten gebeuren. Bij klein onderhoud hoeven geen ingewikkelde hulpconstructies te worden gebouwd en wordt de stremming van het object tot een minimum beperkt. Bij klein onderhoud wordt met betrekkelijk eenvoudige en goedkope handelingen de toestand van het object weer in goede staat gebracht. Klein onderhoud bestaat bij grote objectonderdelen uit circa 1-10% van het oppervlak en wordt plaatselijk toegepast. Door het regelmatig uitvoeren van klein onderhoud kan het groot onderhoud worden uitgesteld en kunnen kosten en stremming worden beperkt. Voorbeelden van klein onderhoud:
Reinigen van de objecten Vastzetten van losse dekdelen Opstaande elementenverharding corrigeren Egaliseren aansluiting weg met het dek bij paden Leuningen schilderen omwille van de zichtbaarheid Voor de dekking van werkzaamheden die een gevolg zijn van klachten is in de begroting voor elke brug een opslag voor klein onderhoud begroot.
Groot onderhoud Groot onderhoud is gericht op het (langdurig) borgen van de functionaliteiten en de instandhouding van het kunstwerk. Groot onderhoud betreft het variabele onderhoud, waarbij het object weer in optimale staat gebracht wordt door relatief zware onderhoudsmaatregelen. Met betrekking tot de ernst en de omvang van de defecten moet bij groot onderhoud worden afgewogen of herstel zinvol is en of tot vervanging van de onderdelen moet worden overgegaan. Deze werkzaamheden worden uitbesteed. Voorbeelden van groot onderhoud zijn:
1
Betonherstelwerkzaamheden Conserveringswerkzaamheden Voeg- en metselwerkherstelwerkzaamheden Herstellen of vernieuwen van onderdelen zoals delen van het dek of leuningen.
Klein onderhoud wordt binnen het domein van gemeente Heemstede ook vaak aangeduid als exploitatie(-kosten). Dit omdat deze kosten rechtstreeks ten laste komen van de exploitatierekening (of jaar- of verlies- en winstrekening genaamd).
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Investeringen/vervangingen Investeringen/vervangingen zijn gericht op noodzakelijke of wenselijke aanpassingen van het kunstwerk. Dit kan zijn omdat het object zijn functie niet meer naar behoren uitvoert (te klein, te licht) of omdat de integriteit van het gehele object onvoldoende is (te slecht, te rot) om een veilig gebruik te waarborgen. Investeringen/vervangingen worden uitgevoerd als het betreffende object niet meer door groot onderhoud in de gewenste conditie is te brengen. Vervangingen hebben dan ook geen betrekking op losse (sub)onderdelen (oplegging of verharding) maar op complete functionele delen, bijvoorbeeld het dek of het gehele kunstwerk. Investeringen/vervangingen worden in deze zin gezien als investeringen volgens de BBV en de kosten daarvan vallen dan ook niet onder de jaarlijkse budgetten, maar zullen separaat als kredieten aangevraagd worden. Kleine vervangingen (< € 50.000,00) worden uit de voorziening gefinancieerd.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 8
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Financiën
Financiën Financiën bruggen Onderhoud en vervanging 2015-2020 De jaarlijkse lasten voor klein en groot onderhoud en vervangingen ten laste van de voorziening zijn voor de planperiode € 561.000,00, wat overeenkomt met € 93.500,00 per jaar. Hierbij zijn de kosten voor klein onderhoud zeer beperkt tot enkele duizenden euro’s per jaar, maar de kosten voor groot onderhoud variëren sterk over de jaren. Deze worden opgevangen door de voorziening. In bijlage 9 zijn de groot onderhoudsprojecten voor komende jaren opgenomen. Kosten tot 2020
2015
Klein onderhoud
28.893
9.176
5.381
9.138
17.525
5.381
75.494
12.582
Groot onder+Vervang.
76.393
129.115
82.152
21.017
100.728
75.832
485.237
80.873
105.286
138.291
87.533
30.155
118.253
81.213
560.731
93.455
-
200.000
33.333
81.213
760.731
126.789
Totaal t.l.v. Voorziening Investeringen
105.286
2016
138.291
2017
2018
200.000
-
287.533
30.155
2019
118.253
2020 Totaal
Per jaar
Figuur 10.1 Onderhoudskosten bruggen tot 2020. 350.000 300.000 250.000 200.000
Investeringen
150.000
Groot onder+Vervang. Klein onderhoud
100.000 50.000 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Figuur 10.2 Grafische weergave van de onderhoudskosten en vervangingen voor bruggen voor de komende 5 jaar. Investeringen 2015-2020 In de planperiode zijn de volgende investeringen opgenomen: Vervangen brug Asterkade € 200.000,00 in 2017 Een optie is om de brug in het IJsbaanpad te vervangen (in 2017) om de doorvaart mogelijk te maken. De kosten bedragen in dat geval ca. €110.000,00. Met deze investering wordt in dit plan geen rekening gehouden; voor deze brug zijn de onderhoudskosten opgenomen in 2017.
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Doorkijk 20 jaar Bij de doorkijk over 20 jaar blijkt dat de onderhoudslasten voor de bruggen in totaal € 943.000,00 bedragen, Hierbij dalen de kosten ten opzichte van de kosten voor de komende vijf jaar naar circa € 47.000,00 voor klein en groot onderhoud per jaar. De gegeneerde som voor investeringen voor de komende 20 jaar bedraagt € 200.000,00 wat gelijk aan de eerste vijf jaar is omdat het venster van de planvorming niet verder reikt. 400.000 300.000 Investeringen
200.000
Groot onder+Vervang.
100.000
Klein onderhoud
2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 Figuur 10.3: Grafische weergave van de onderhoudskosten en vervangingen van bruggen voor de komende 20 jaar. Financiën Beschoeiingen Onderhoud en vervanging 2015-2020 De jaarlijkse lasten voor klein en groot onderhoud en voor vervanging ten laste van de voorziening zijn voor de planperiode € 777.000,00. Dit komt overeen met een som van € 129.500,00 per jaar. Kosten tot 2020
2015
2016
2017
2018
2019
Klein onderhoud
24.060
7.932
9.930
3.125
28.463
2020 Totaal
Per jaar
1.075
74.585
12.431
Groot onder+Vervang.
260.729
93.654
85.514
-
-
262.424
702.321
117.054
Totaal t.l.v. Voorziening
284.789
101.586
95.444
3.125
28.463
263.499
776.906
129.484
Investering
115.800
1.400.000
200.000
-
-
1.715.800
285.967
400.589
1.501.586
295.444
3.125
28.463
2.492.706
415.451
Figuur 10.4: Onderhoudskosten beschoeiingen tot 2020.
263.499
Titel
:
Rapportnummer :
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Figuur 10.5: Grafische weergave van de onderhoudskosten en vervangingen voor beschoeiingen voor de komende vijf jaar.
Investeringen 2015-2020 In de planperiode zijn de volgende investeringen opgenomen: Vervangen beschoeiing Van Merlenvaart € 115.080 Vervangen damwand Ringvaart € 1.400.000 Vervangen damwand Jachthaven Van Merlen € 200.000
in 2015 in 2016 in 2017
Doorkijk 20 jaar Bij de doorkijk over 20 jaar blijkt dat de onderhoudslasten voor de beschoeiingen in totaal € 492.000,00 bedragen naar een gemiddelde van circa € 24.600,00 voor klein en groot onderhoud per jaar. De gegeneerde som voor investeringen/vervangingen voor de komende 20 jaar bedraagt € 2.020.000,-.
Figuur 10.6: Grafische weergave van de onderhoudskosten en vervangingen van beschoeiingen voor de komende 20 jaar.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 9
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Te vervangen objecten
Bruggen: Objectcode B320 B356
Type Brug Brug
Constructie- materiaal Locatie Hout Asterkade Hout Ijsbaanpad
Constructie Voetgangersbrug Voetgangersbrug
jaar 2017 2017
Opmerkingen Investering Investering
Constructiemateriaal Hout Hout Hout Hout
Locatie Beatrixplantsoen Dr. Schaepmanlaan Glipperzandvaart Van Merlenvaart
Constructie palen hout, schotten hout palen hout, schotten hout palen hout, schotten hout palen hout, schotten hout
jaar 2015 2015 2015 2015
Opmerkingen
Hout Hout Hout Hout Hout Hout Hout
Ringvaart Rhododendronvijver Spaarne Jachthaven Van Merlen Herenweg Joh. Rosenkrantzlaan Joh. Rosenkrantzlaan
houten damwand e.a. palen hout, schotten hout damwand hout damwand hout damwand hout damwand hout palen hout, schotten hout
2016 2016 2017 2017 2017 2019 2020
Investering
Beschoeiingen:
Objectcode 11, 101 5 9 115
Type Kades Kades Kades Kades Kades / 1,3,5,106,113,116 kering 63 Kades 29 Kades 95 Kades 120 Kades 117 Kades 118 Kades
Investering
In plan Belle Rive Investering In plan Herenweg f4
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 10
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Begrippenlijst
De volgende begrippen en definities zijn relevant binnen het kader van dit Beheerbeleidsplan. Kunstwerk
Een (civieltechnisch) kunstwerk in bouwkundige zin is een door mensenhanden gemaakt bouwwerk. Daarom ook wel civiel kunstwerk geheten. Meestal is de term voorbehouden aan onderdelen van infrastructuur. Voorbeelden zijn bruggen, tunnels, viaducten, sluizen, duikers, fly-overs et cetera.
Klein onderhoud
Onderhoud dat gericht is op het borgen van de veiligheid en de aansluiting op de gebiedskwaliteit. Dit wordt uit de jaarlijkse budgetten, lopende begroting, bekostigd.
Groot onderhoud
Onderhoud dat gericht is op het langdurig borgen van het veilig functioneren van het object (in stand houden). De bekostiging hiervan komt ten laste van de jaarrekening.
Vast onderhoud
Herhaaldelijk, regelmatig onderhoud, zoals het (jaarlijks) schoonmaken en smeren van bewegingswerken en reiniging van brugkelders.
Investering/vervanging
Is gericht op het verhogen van het langdurig en veilig borgen van de functie van het object of het aanpassen van de functie van een object. In het geval dat vervanging nodig is ten gevolge van verval terwijl de functie gelijk blijft, dan komt de bekostiging hiervan ten laste van de jaarrekening. Is de vervanging ten gevolge van het wijzingen van een functie, dan komen de kosten ten laste van kredieten/investeringen.
Toestandsafhankelijk onderhoud
Een onderhoudsstrategie waarbij het onderhoud aan het object geïnitieerd wordt op basis van een toestand, de staat van het object. Hierbij is vooraf bepaald wat de minimale kwaliteit is, waarna overgegaan wordt tot onderhoudsmaatregelen. Dit is een preventieve strategie omdat op deze wijze verdere vervolgschade en vroegtijdig falen worden voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het volgen van de mate van roestvorming om op grond daarvan het moment van conserveren te bepalen.
Zorgplicht
Zie hoofdstuk 3.6. Burgerlijk Wetboek 6 Artikel 174: 1. De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend. 4. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken. 6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, alsmede de weguitrusting.
Titel
:
Rapportnummer :
Voorziening
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Een middel om in een behoefte te voorzien. In dit geval geldelijke middelen, een pot, van waaruit het onderhoud kan worden bekostigd. Een grootboekrekening waarop (periodiek) bedragen worden gestort met als oogmerk het saldo op enig moment in de toekomst aan te wenden voor het doel waarvoor de voorziening oorspronkelijk gevormd werd, bijvoorbeeld groot onderhoud of vervangingen.
Schouwen
Een visuele inspectie die in deze situatie gericht is op de veiligheid en het vaststellen in welke mate het object nog voldoet aan de gebiedskwaliteitseisen.
Functionele inspectie
Een visuele inspectie die gericht is op het vaststellen of het object nog (veilig) functioneert in relatie tot de daaraan gestelde eisen.
Toestandsinspectie
De toestandsinspectie is een opname die gericht is op het vaststellen van de toestand, de conditie van het object. Deze inspectie bestaat uit gedetailleerde visuele opnames, maar daar waar mogelijk ook uit metingen en bepalingen zoals houtrot, corrosie, weerstanden van motoren en kabel, zettingen, deformaties, wapeningsdekking, chloridegehaltes, carbonatatie en olieanalyses. Vooraf worden de mate van gedetailleerdheid en de relevantie van metingen en bepalingen vastgesteld.
Minimale kwaliteit interventieniveau
Dat is de minimaal vereiste kwaliteit aan eigenschappen die een object moet hebben. Bij onderschrijding wordt overgegaan tot onderhoudsmaatregelen, de interventie. Per object kan afhankelijk van het beleid de minimale kwaliteit verschillen. Bijvoorbeeld in het stadscentrum wordt een beperkte mate van esthetische verfdefecten geaccepteerd, maar in het buitengebied worden hieraan geen eisen gesteld.
CROW-beeldkwaliteitsystematiek
Een door de CROW ontwikkelde en gepubliceerde landelijke standaard/ waarderingsmethode (Kwaliteitscatalogus openbare ruimte) om de beeldkwaliteit voor onderhoudsniveaus van de openbare ruimte vast te stellen in 5 klassen van A+ tot D.
Gebiedskwaliteit
De door de gemeente gedefinieerde classificatie om de minimale beeldkwaliteitseisen per gebied vast te stellen. Deze kent drie niveaus, te weten Top, Normaal en Sober.
Conditieopname NEN 2767
Een norm om op een objectieve methode de conditie van bouwwerken en installaties vast te stellen, met als doel de prioriteit van het onderhoud inzichtelijk en meetbaar te maken. Deze norm kent een conditiescore van 1 tot 6, waarbij 1 gelijk is aan nieuwbouwkwaliteit en 6 aan sloop. Recent is deze norm aangevuld met een specifiek hoofdstuk voor kunstwerken.
Maatregelen
Een onderhoudsactiviteit die gericht is op herstel. Bijvoorbeeld houten delen vervangen of conserveren.
Programmering
Het plannen van onderhoudsmaatregelen voor een betreffende periode.
Jaarplan
Een plan waarin alle uit te voeren onderhoudsmaatregelen voor een bepaald jaar zijn opgenomen en gebudgetteerd.
Titel
:
Rapportnummer :
MJOB
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
Meerjarenonderhoudsbegroting. Dit is een plan waarin de verwachte kosten voor de uit te voeren onderhoudsmaatregelen (en vervangingen) zijn opgenomen en uitgezet in een bepaalde tijd, meestal 5, 10 of 15 jaar. Het doel van dit plan is om op deze wijze inzicht te verkrijgen in de redelijk te verwachten (planmatige) kosten op grond van voorgenomen of vereiste activiteiten en daarmee de redelijkerwijs benodigde reserveringen te onderbouwen. De benoemde maatregelen en de planning daarvan in het plan zijn derhalve niet leidend, maar richtinggevend en dienen ter onderbouwing van de totale reservering.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 11
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
PVE bruggen
Nieuwbouw PVE bruggen Vereisten nieuw aan te leggen bruggen: a. De nieuw aan te leggen bruggen dienen te voldoen aan de geldende normen en wetten. b. Constructie en materiaal dienen door de afdeling Bouw- en WoningToezicht (BWT) van de gemeente getoetst te worden; c. Voor elke brug en kunstwerk dient een beheersadvies te worden meegeleverd door de aannemer. d. De ontwerplevensduur dient voor voetgangers-/fietsbruggen minimaal 40 jaar te zijn. e. De ontwerplevensduur dient voor verkeersbruggen minimaal 90 jaar te zijn. f. Voor bruggen in vaarroutes dient de minimale doorvaarthoogte 1,20 m ten opzichte van het hoogste waterpeil te zijn. De minimale doorvaartbreedte dient 4,00 m over het gehele doorvaartprofiel te zijn. g. De nieuw aan te leggen brug dient opgebouwd te zijn uit duurzame materialen en dient onderhoudsarm te zijn. Uitgangspunt hierbij is dat de hoofddraagconstructie minimaal van beton en/of verzinkt staal is. h. Indien hout wordt toegepast, dient de houtsoort te voldoen aan duurzaamheidklasse 1 volgens EN 350-2 en dient het hout een FSC-certificaat te hebben. i. Dekken dienen antislip te zijn. Gegarandeerde levensduur drie jaar op slijtvastheid en hechting. Het antislipsysteem moet bestaan uit een wegtapijt of een twee componenten epoxysysteem waarin zich geen teerproducten bevinden. j. De bruggen dienen voorzien te zijn van een antigraffitisysteem. k. Stalen liggers dienen weggewerkt te worden en dienen onderhoudsvrij te zijn. l. De garantietermijn is tien jaar. Voor schilderwerken en conserveringen is deze vijf jaar. m. Er dienen maatregelen te worden genomen ter voorkoming van graffiti. n. Bij de oplevering van nieuwe kunstwerken dient een nulinspectie plaats te vinden. Hierbij dient de uitgangssituatie te worden vastgelegd ten behoeve van een onderhoudsprognose. o. Bij overdracht dienen de volgende documenten te worden opgeleverd: o Ontwerpberekening o As-builttekening o Overzicht alle toeleveranciers o Afleverdocumenten aangeleverde (bouw)onderdelen o Meerjaren onderhoudsplan o Materialenlijst o Resultaten nulinspectie o Decompositie en inventarisatiegegevens.
Titel
:
Rapportnummer :
Bijlage 12
Beleidsplan bruggen en beschoeiingen 2015-2020 26622
PVE beschoeiingen
Nieuwbouw PVE Beschoeiingen Vereisten nieuw aan te leggen beschoeiingen a. b. c. d. e. f. g. h. i.
j. k. l. m. n.
De nieuw aan te leggen beschoeiingen dienen te voldoen aan de geldende normen en wetten. De ontwerplevensduur dient minimaal 30 jaar te zijn. Waar mogelijk, dienen natuurlijke oevers te worden aangelegd. Beschoeiingen dienen zo natuurvriendelijk mogelijk te zijn. De beschoeiing dient opgebouwd te zijn uit duurzame materialen en onderhoudsarm te zijn. Uitgangspunt is dat er geen hout wordt toegepast. De garantietermijn is tien jaar. Bij de oplevering van de nieuwe beschoeiing dient een nulinspectie plaats te vinden. Hierbij dient de uitgangssituatie te worden vastgelegd ten behoeve van een onderhoudsprognose. Voor projecten van enige omvang dient een integraal waterplan te worden opgesteld. Bij toepassing van een kunstmatige oeverbescherming dienen voorzieningen te worden aangebracht, waardoor jonge dieren gemakkelijk uit het water kunnen komen, ook bij zeer lage waterstanden. Bij de inrichting van natuurlijke oevers dient de bovenkant van de oeverbescherming maximaal op de hoogte van de gemiddelde waterlijn te liggen. Langs de opgangen van hoge beschoeiingen/damwanden, bruggen en duikers beveiliging aanbrengen in de vorm van hekwerken en eventueel uitklimvoorzieningen aanbrengen. Gegalvaniseerde bevestigingsmiddelen toepassen. Bij stalen damwanden damwanden coaten. Bij het maken van doorvoeringen/bevestigingen in stalen damwanden de bewerkte plekken in het veld van een beschermingslaag voorzien. Bij overdracht dienen de volgende documenten te worden opgeleverd: o Ontwerpberekening o As-builttekening o Overzicht alle toeleveranciers o Afleverdocumenten aangeleverde (bouw)onderdelen o Meerjarenonderhoudsplan o Materialenlijst o Resultaten nulinspectie o Decompositie en inventarisatiegegevens.