JAARVERSLAG 2014
INHOUDSOPGAVE
1
VOORWOORD
3
KERNTAKEN EN ORGANISATIE
4
Kerntaak Organisatie Organogram
2
STRATEGISCH BELEID
7
Het strategisch beleidsplan 2014-2018 Externe ontwikkelingen De missie De visie Besturingsfilosofie Strategische doelen voor 2014 – 2018
3
ORGANISATORISCHE ONTWIKKELINGEN EN GOVERNANCE
11
Governance algemeen Introductie gedragscode Ontwikkeling van het leerlingenaantal Fusie Oranjehof – Prinsenhof tot DURV! Fusie Augustinus en Toermalijn Rechtszaak tegen voormalig bestuurder Tabijn Fusie Stichting Tabijn en Steunstichting Tabijndag 2014
4
ONDERWIJS EN KWALITEITSZORG
14
Passend onderwijs Interne en externe kwaliteitszorg CITO eindopbrengsten 2012-2014 Tabijnacademie Studiereis naar Noorwegen
5
ICT
22
ICT-beleid Professionalisering Bedrijfsvoering technisch Bedrijfsvoering functioneel
6
BUITENSCHOOLSE OPVANG
25
Inspectie door GGD Stichting Klachtencommissie Kinderopvang
7
PERSONEEL
26
Kwalitatief hoogwaardige opleiding en scholing van (startende) leerkrachten Werkzaamheden interne opleiders Management development Bewegingsonderwijs Netwerk voor adjunct-directeuren Doorstroom in leidinggevende functies Loopbaanmanagement Flexpool Overige personele zaken
1
Grafieken
8
ONTWIKKELINGEN IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN
32
Samenwerking Tabijn met de Vrije Universiteit Samenwerking Tabijn met Atrium (Beoogde) samenwerking met CPOW Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Playing for Succes Alkmaar
9
HUISVESTING
34
Algemeen Onderhoud Meerjarenonderhoudsplan Vernieuwing en renovatie (korte termijn) Vernieuwing en renovatie (lange termijn)
10
JAARVERSLAG VERTROUWENSPERSOON
36
Managementsamenvatting Jaarverslag van de vertrouwenspersoon integriteit Jaarverslag van de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen
11
JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
47
Samenstelling Raad van Toezicht Werkgeversrol Toezichtkader Vergaderingen
12
JAARVERSLAG DIRECTEURENBERAAD
49
13
FINANCIEEL BELEID
50
Financiële positie balansdatum Analyse van het resultaat Investeringen en financieringsbeleid Treasuryverslag Continuïteitsparagraaf 14
JAARREKENING
55
15
BASISINFORMATIE
82
16
BIJLAGE: OVERZICHT RESULTATEN INSPECTIEBEZOEKEN
84
17
BIJLAGE: OVERZICHT NETWERKEN
87
18
BIJLAGE: DEFINITIES VAN DE TYPE INTEGRITEITSSCHENDING
88
2
VOORWOORD Voor u ligt het jaarverslag 2014 van het schoolbestuur Tabijn, een organisatie van basisscholen in NoordHolland. Met dit jaarverslag legt Tabijn verantwoording af aan het Ministerie van OC&W, de zeven gemeenten waar onze scholen zijn gehuisvest, de ouders van de kinderen die onze scholen bezoeken, de medewerkers van onze organisatie, de overige schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs in de regio en andere samenwerkingspartners, zoals organisaties voor kinderopvang, cultuur en sport. Daarnaast is het jaarverslag bedoeld voor alle belangstellenden die meer van onze organisatie willen weten. Dit verslag concentreert zich op de ontwikkelingen die de organisatie Tabijn als geheel betreffen. Voor de ontwikkelingen op onze afzonderlijke scholen: raadpleeg de jaarverslagen op de websites van deze scholen (via www.tabijn.nl) of neem contact op met de directie van de school waar uw interesse naar uitgaat. Ook in 2014 hebben onze leerkrachten, directeuren, stafmedewerkers en andere collega’s zich ingespannen om onze leerlingen kwalitatief uitstekend onderwijs aan te bieden. De resultaten van de scholen waren over het algemeen goed. Niettemin vielen de scores op de Cito-eindtoets in 2014 tegen. Na een jarenlange verbetering van de scores van onze scholen zagen we nu een onverwachte terugval. We denken met een eenmalige dip te maken te hebben, maar toch hebben wij het afgelopen jaar een meerjarig programma geïmplementeerd om de opbrengsten van onze scholen verder te verbeteren en te bestendigen. De onderwijsinspectie kende in 2014 aan alle Tabijnscholen het zogenaamde basisarrangement toe, het keurmerk van de overheid voor een goede onderwijskwaliteit. Verder heeft 2014 vooral in het teken gestaan van de start van het nieuwe strategisch beleidsplan ‘Tabijn, de beste basis; leren op hoog niveau’. Met dit plan willen wij de komende jaren uitgroeien tot het schoolbestuur met de beste basisscholen in de regio. Wij willen dat onze leerlingen hun talenten maximaal ontwikkelen en leren op (hun eigen) hoog niveau. Dat vraagt om professionele leerkrachten die als team opereren, het vraagt om inspirerende leiders en betrokken ouders. Leerkrachten, leidinggevenden en andere medewerkers dienen zich continu te professionaliseren en vooral te leren met en van elkaar. Zo leren ook de medewerkers van Tabijn op hoog niveau. Dat levert het best mogelijke onderwijs voor onze leerlingen op. Ook in 2014 heeft Tabijn net als de andere schoolbesturen in de regio te maken gehad met krimp. Het leerlingenaantal liep terug van 5.625 leerlingen in 2013 naar 5.478 leerlingen in 2014, een daling van 2,6%. Medio 2014 zijn in Alkmaar de basisscholen Prinsenhof en Oranjehof gefuseerd tot basisschool DURV! en in Castricum is een fusieproces opgestart voor de scholen Augustinus en Toermalijn. Deze fusie zal in 2015 worden afgerond. Met deze scholenfusies willen wij basisscholen van een gezonde omvang handhaven en kwalitatief hoogwaardig onderwijs ook in de toekomst garanderen. In dit jaarverslag leest u meer over deze en andere activiteiten en zullen wij aangeven welke concrete resultaten er in 2014 zijn behaald. Wilt u meer weten of heeft u nog tips? Laat het ons weten via
[email protected]. U kunt ons ook volgen op Facebook en Twitter. Uw reactie is van harte welkom! Wij danken u voor uw interesse in onze organisatie en wensen u veel leesplezier. Jonne Gaemers, Voorzitter College van Bestuur
3
1
KERNTAKEN EN ORGANISATIE
1.1 Kerntaak Tabijn is een stichting voor katholiek, protestants-christelijk, oecumenisch, interconfessioneel en algemeen bijzonder onderwijs. Onze kerntaak is het verzorgen van onderwijs. Daarnaast organiseert Tabijn op een aantal van haar scholen de buitenschoolse opvang. Binnen de door Tabijn aangegeven kaders bepalen onze scholen zelf hun onderwijskundig beleid. 1.2 Organisatie De organisatiestructuur van Tabijn ziet er als volgt uit: Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het functioneren van het College van Bestuur (CvB) en op het functioneren van de organisatie als geheel. De raad adviseert het CvB gevraagd en ongevraagd en functioneert als klankbord voor het CvB. De RvT is de werkgever van het CvB. Zijn verdere taken zijn vastgelegd in de statuten van de stichting Tabijn. U vindt de statuten op onze website www.tabijn.nl. De Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit de volgende leden: • • • • •
Dhr. A. de Wit, voorzitter (voorzitter College van Bestuur ROC Kop van Noord-Holland) Dhr. S. van Keulen, vicevoorzitter (adviseur en interim-manager) Mevr. S. de Boer (voormalig lid College van Bestuur Dunamare Onderwijsgroep) Dhr. R. Deen (manager beroepsopleidingen Tata Steel Training Centre, Tata Steel) Mevr. M. van Tunen (diensthoofd bestuurlijke aangelegenheden Politie Kennemerland; nevenfunctie gemeenteraadslid voor de PvdA in Heemskerk)
College van Bestuur Het éénhoofdig College van Bestuur is het bevoegd gezag van Tabijn. In de praktijk betekent dit dat het CvB alle portefeuilles beheert en integraal verantwoordelijk is voor het beleid van Tabijn. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de RvT. Tot de bestuurlijke kerntaak behoren de verdere professionalisering van de organisatie en de stimulering van de kwaliteit van het onderwijs. Het college staat in verbinding met de scholen en behartigt externe belangen. Het CvB stuurt de algemene directie en de sectormanagers aan. Het College van Bestuur bestaat uit: Dhr. J.P. Gaemers, voorzitter. Nevenfuncties van de heer Gaemers • Lid Raad van Toezicht Stichting Basisscholen Alkemade • Lid Raad van Toezicht Stichting Mozarthof ZML • Bestuurslid Stichting Playing for Success Alkmaar Algemene directie De twee leden van de algemene directie sturen de schooldirecteuren aan en ondersteunen deze op verschillende terreinen. Zij zijn de hiërarchische leidinggevenden van de schooldirecteuren en voeren derhalve met hen de functionerings- en beoordelingsgesprekken, de opbrengstgesprekken en de halfjaarlijkse managementoverleggen. Verder nemen zij de beleidsvoorbereiding en -ondersteuning op het terrein van onderwijs voor hun rekening en geven zij uitvoering aan het (onderwijskundig) strategisch beleid. Tenslotte ondersteunen zij het CvB in brede zin bij het uitoefenen van de bestuurstaken en vervangen zij het CvB bij afwezigheid. De algemene directie bestaat uit mevr. F.L. Loth en dhr. W.T. Noom.
4
Onderwijsbureau In het onderwijsbureau zijn de sectoren HRM en bestuursondersteuning, ICT, huisvesting en administratie ondergebracht. Elke sector wordt aangestuurd door een eigen sectormanager. •
Sector Human Resource Management & bestuursondersteuning De sector HRM en bestuursondersteuning is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van Tabijn. Kortweg kan worden gesteld dat deze sector het beste uit de ongeveer 550 medewerkers van Tabijn wil halen. Als onze medewerkers goed functioneren en met plezier hun werk doen straalt dat immers uit op onze leerlingen. Professionalisering van de medewerkers is daarbij een sleutelbegrip. Naast de sectormanager bestaat de sector HRM en bestuursondersteuning uit twee personeelsfunctionarissen, een office manager die de secretariële en administratieve ondersteuning van het CvB en de algemene directie verzorgt en een medewerker communicatie.
•
Sector administratie Tabijn is niet alleen een onderwijsorganisatie maar ook een zelfstandig en erkend administratiekantoor. Dit administratiekantoor is ondergebracht in de sector administratie. Een groot voordeel hiervan is dat Tabijn de personeels- en salarisadministratie in eigen huis heeft en niet afhankelijk is van een extern administratiekantoor. De lijnen naar de scholen zijn daardoor kort en ook financieel is dit voordelig. De sector administratie kent naast de financial controller/sectormanager een salarisadministrateur, een medewerker salarisadministratie, een medewerker personeelsadministratie, twee medewerkers financiën en een medewerker administratie. Ook de kantinemedewerker hoort bij de sector administratie. Sector ICT In ons onderwijs speelt ICT een belangrijke rol. De sector ICT houdt de digitale infrastructuur op peil en ontwikkelt deze verder. De sector ondersteunt de scholen bij het maken van (onderwijskundig) beleid op het gebied van ICT en biedt scholing aan alle medewerkers van Tabijn. De sectormanager geeft leiding aan twee systeem-/netwerkbeheerders en een ICT-consultant.
•
•
Sector huisvesting Alle zaken die te maken hebben met nieuwbouw, renovatie en onderhoud van de vele schoolgebouwen van Tabijn liggen in handen van de sector huisvesting. De sectormanager voert, samen met het CvB, het overleg met de zeven gemeenten waarin de Tabijnscholen zijn gevestigd, over de huisvesting van de scholen. Naast de sectormanager en een medewerker huisvesting maken drie onderhoudsmedewerkers deel uit van de sector. Zij voeren het dagelijks onderhoud aan de gebouwen uit.
5
1.3
Organogram
Raad van Toezicht
College van Bestuur GMR
Algemene directie
Directeurenberaad
Bestuursbureau (sectoren HRM en bestuursondersteuning, ICT, huisvesting en administratie)
SCHOLEN
6
2.
STRATEGISCH BELEID
2.1 Het strategisch beleidsplan 2014-2018 Het strategisch beleidsplan 2014-2018 ‘Tabijn: de beste basis; leren op hoog niveau’ is begin 2014 door het bestuur vastgesteld en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. In dit hoofdstuk worden de doelstellingen van het strategisch beleidsplan vermeld. Het plan borduurt in zekere mate voort op het voorgaande strategisch beleidsplan (‘Focus op kwaliteit’) dat de periode 2010 t/m 2013 besloeg. Met dit plan heeft Tabijn belangrijke stappen gezet in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering. Uit een evaluatie eind 2013 is gebleken dat er ook doelstellingen maar ten dele of nog niet waren gerealiseerd. Deze punten zijn, indien relevant, meegenomen in het nieuwe strategisch beleidsplan. Het strategisch beleidsplan is vanaf 2010 steeds uitgewerkt in jaarplannen die het kalenderjaar besloegen. In de nieuwe strategische cyclus wordt het schooljaar als uitgangspunt genomen. Het eerste jaarplan van het nieuwe strategisch beleid heeft betrekking op het schooljaar 2014-2015. In de hierna volgende hoofdstukken van dit jaarverslag wordt verslag gedaan van de activiteiten die zijn opgestart op basis van het jaarplan 20142015 en van de (overige) resultaten die zijn behaald in 2014. 2.2 Externe ontwikkelingen Ontwikkeling 1: meer druk op scholen om de onderwijsresultaten te verhogen De overheid is de laatste jaren steeds meer nadruk gaan leggen op het versterken van de prestaties van het (primair) onderwijs. Voor een belangrijk deel wordt dit ingegeven door de prestaties van ons onderwijssysteem in vergelijking met andere landen (weergegeven in de PISA-ranglijsten). De positie van het Nederlandse onderwijs is relatief verslechterd. Onder minister van Bijsterveldt werd daarom in 2011 het actieplan Basis voor Presteren gelanceerd en in hetzelfde jaar het actieplan Leraar 2020. Beide beleidsplannen vormden de basis voor het tussen de PO-Raad en de Minister voor OCW gesloten bestuursakkoord. Het bestuursakkoord van 17 januari 2012 legde de afspraken tussen de sector en overheid vast. De afspraken hebben vooral betrekking op opbrengstgericht werken en op professionalisering van leerkrachten en leidinggevenden. In het najaar van 2013 is deze ontwikkeling verder versterkt met de afsluiting van het nationaal onderwijsakkoord, waarmee de overheid ook structureel extra financiële middelen toekent aan het primair onderwijs ter verhoging van de onderwijskwaliteit. Ontwikkeling 2: van de professionaliteit van scholen en besturen wordt meer verwacht Het bestuursakkoord van 2012 en het nationaal onderwijsakkoord van 2013 vatten heel treffend samen dat de verdere professionalisering van de sector van het grootste belang is voor een hogere onderwijskwaliteit. De professionaliteit van schoolbesturen en de wijze waarop interne toezichthouders (raden van toezicht) daar toezicht op houden, staat door een aantal affaires weer sterk in de belangstelling. De laatste jaren is de autonomie van schoolbesturen ter discussie komen te staan en is er een aantal wettelijke bevoegdheden voor de minister gecreëerd om bij tegenvallende prestaties in te kunnen grijpen. Onderdeel van de professionaliteit van de wijze waarop scholen worden geleid en bestuurd, is een toegenomen nadruk op transparantie. In 2012 is het project Vensters PO gestart, waarbij schoolbesturen opbrengsten en andere kengetallen via internet openbaar maken. Dit dient verschillende doelen: verantwoording naar de omgeving, van elkaar leren en elkaar stimuleren tot kwaliteitsverbetering. Vanaf 2015 maken alle schoolbesturen de opbrengsten van hun basisscholen openbaar in Vensters PO. Ontwikkeling 3: passend onderwijs Sinds 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Leerlingen worden alleen nog door scholen voor speciaal onderwijs aangenomen als regionale bestuurlijke samenwerkingsverbanden daartoe toestemming geven. Deze samenwerkingsverbanden bestaan uit reguliere basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft tot doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren. Daarbij staat het ononderbroken ontwikkelingsproces van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben centraal. Tabijn participeert met haar scholen in twee regionale samenwerkingsverbanden: het samenwerkingsverband IJmond en het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland.
7
Ontwikkeling 4: krimp eerder regel dan uitzondering Tabijn heeft basisscholen in de regio Midden- en Noord-Kennemerland. In deze brede regio is over het algemeen sprake van krimp, dat wil zeggen dalende leerlingenaantallen. Deze ontwikkeling speelt al meerdere jaren en zal zich ook de komende jaren voortzetten. Dit heeft gevolgen voor het personeelsbestand, de huisvestingsituatie en de inkomsten van onze organisatie. Samenvattend: de lat komt hoger te liggen Samenvattend kunnen we concluderen dat de lat voor het primair onderwijs de laatste jaren telkens een beetje hoger wordt gelegd. De onderwijsprestaties van het primair onderwijs in het algemeen moeten beter en dat houdt in dat de professionaliteit van leraren, leidinggevenden en toezichthouders aandacht moet krijgen. De rijksoverheid tracht dit te bereiken door aan de ene kant te stimuleren met extra geld, en aan de andere kant stelt zij ook strakkere wetgeving vast. Tabijn verkeert in de gelukkige omstandigheid dat onze scholen al kwalitatief goed onderwijs bieden. Daarmee stellen we de rijksoverheid tevreden. Maar wij willen méér dan voldoen aan externe eisen: vanuit onze passie voor de optimale ontwikkeling van het kind de lat hoger leggen en uitstekend en innovatief onderwijs realiseren. 2.3 De missie Tabijn als organisatie voor primair onderwijs staat voor hoge kwaliteit. Het bestuur en de scholen van Tabijn staan garant voor uitstekend, modern onderwijs in een inspirerende leeromgeving. Vanuit de kernwaarden verbinding, inspiratie, vertrouwen en ambitie worden medewerkers en leerlingen voortdurend gestimuleerd te leren van elkaar en te werken aan hun eigen ontwikkeling en resultaten. Tabijn ziet ouders in dit verband als educatieve partners. 2.4 De visie De Tabijnscholen realiseren in de periode 2014-2018 leren op hoog niveau en gaan behoren tot de beste scholen in de regio. Onder leren op hoog niveau verstaan wij onderwijs waarbij er sprake is van: • leerlingen die zich maximaal ontwikkelen, • betrokken ouders, • professionele leraren en teams, • effectieve en inspirerende leiders, • innovatie met behulp van ICT. 1.
Leerlingen ontwikkelen zich maximaal Leerlingen ontwikkelen hun talenten en leren (naar hun mogelijkheden) op hoog niveau. Daarbij worden ze goed voorbereid op hetgeen de samenleving van de 21e eeuw van hen vraagt.
2.
Betrokken ouders Ouders zijn betrokken bij het leerproces van de leerling. Wij zien de school en ouders als educatieve partners.
3.
Professionele leraren en teams Leraren leren van elkaar en professionaliseren zich voortdurend. In teamverband werken leraren nauw samen aan het realiseren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs.
4.
Effectieve en inspirerende leiders Leidinggevenden spelen een belangrijke rol bij het realiseren van hechte, lerende teams. Effectieve en inspirerende leiders zijn nodig om de talenten van leraren te ontwikkelen en optimaal te benutten.
5.
Innovatie met behulp van ICT In het kader van 21e eeuwse vaardigheden is de inzet van ICT in het onderwijsproces onmisbaar. Leraren maken in hun didactisch handelen en bij de organisatie van hun onderwijs optimaal gebruik van de modernste ICT-middelen.
2.5 Besturingsfilosofie Tabijn realiseert zich dat goed, deugdelijk bestuur van groot belang is voor de eigen organisatie en dat goed bestuur bijdraagt aan goed onderwijs voor ieder kind. Tabijn onderschrijft in dit verband de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad en handelt hier ook naar. Bij de besturing van de organisatie gaat
8
Tabijn uit van een aantal kernwaarden. Deze kernwaarden komen tot uitdrukking in de competenties en in het gedrag en het handelen van alle bij de besturing van de organisatie betrokken medewerkers (leidinggevende op alle niveaus). Het gaat om de volgende kernwaarden: • • • •
Verbinding Inspiratie Vertrouwen Ambitie
Deze kernwaarden hebben een nauwe relatie met de missie en visie van de organisatie. 2.6 Strategische doelen voor 2014 – 2018 Het strategisch beleidsplan 2014-2018 kent zes hoofddoelstellingen. Deze worden hieronder kort beschreven. Hoofddoel 1: alle leerlingen leren op hoog niveau Alle leerlingen kunnen binnen de scholen van Tabijn vanuit nieuwsgierigheid en verwondering hun talenten ontwikkelen en op hoog niveau leren. Het resultaat van dit doel is dat de leerrendementen van Tabijnscholen hoog zijn. Dat wil zeggen dat we kijken naar hoge (eind)cijfers op de kernvakken, maar ook naar vaardigheden die zich niet of lastig in cijfers laten uitdrukken, zoals sociale (burgerschaps)vaardigheden, leren te leren e (metacognitie) en (sommige) 21 eeuwse vaardigheden. We benadrukken dat het gaat om alle leerlingen. We leren onze leerlingen zoveel mogelijk zelf hun leren vorm te geven. Metacognitie gaat ervan uit dat het onderwijs zo is ingericht dat leerlingen uitgedaagd worden te achterhalen op welke manier zij het beste hun eigen leren kunnen reguleren. Er zijn vele manieren om metacognitie tot stand te brengen. Gemeenschappelijke deler is dat de leraren zo vroeg mogelijk leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerresultaten en hen daarin ondersteunen. Leren op hoog niveau betekent ook dat leerlingen weten waarom zij iets (moeten) leren. Als leerlingen begrijpen waarom zij iets leren, dan gaan zij het leren meer als een uitdaging zien en wordt hun intrinsieke motivatie om te leren groter. Tabijn zal de komende jaren benutten om deze benadering op leren - in samenspraak met de scholen - verder vorm te geven. Leren op hoog niveau bevat - naast het aanleren van kennis - ook het verwerven van de vaardigheden die nodig zijn om in de 21e eeuw een zinvolle plek in de samenleving te kunnen innemen. De scholen van Tabijn bereiden leerlingen door het - in interactieve onderwijsvormen - aanbieden van 21e eeuwse vaardigheden hierop voor zodat ze als toekomstige generatie de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zichzelf, mens en milieu. Hoofddoel 2: leraren leren van elkaar en professionaliseren zich continu Het voorgaande strategische doel van Tabijn dat is gericht op leerlingen, geldt óók voor onze leraren. Immers: ook leraren versterken hun effectiviteit wanneer zij leren te leren en 21e eeuwse vaardigheden ontwikkelen. Tabijn ontwikkelt de komende jaren opvattingen over de gewenste professionaliteit van onze leraren om de doelen van ons strategisch beleid waar te kunnen maken. Onder professionele leraren verstaan we in ieder geval: 1. 2. 3.
Professionele leraren bij Tabijn hebben, door het systematisch analyseren van het onderwijsleerproces, zicht op het talent van elke leerling en kunnen dit vertalen naar een leerlinggerichte aanpak; Professionele leraren zien ouders als educatieve partners en communiceren vol zelfvertrouwen, open en constructief met hen; Professionele leraren bij Tabijn zijn lifelong learners door systematisch op het eigen handelen en de eigen ontwikkeling te reflecteren.
Hoofddoel 3: Tabijn versterkt de kwaliteit en het gebruik van ICT Tabijn heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT), zowel in het onderwijsproces als in de ondersteunende processen. Onze ambities maken duidelijk dat doorontwikkeling van de kwaliteit en het gebruik van ICT hoognodig is, met name op drie gebieden: 1.
Onderwijs: in het kader van 21e eeuwse vaardigheden zal de rol van ICT in het onderwijsproces steeds belangrijker worden. Leraren bij Tabijn maken in hun didactisch handelen optimaal gebruik van de beschikbare ICT-hulpmiddelen. Leraren zetten ICT ook in om de eigen vakbekwaamheid te ontwikkelen en onderhouden. Er wordt geïnvesteerd in de ICT-vaardigheden van leraren, of dit nu onderwijskundige
9
2. 3.
toepassingen betreft of toepassingen in de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld leerlingvolgsystemen, digitale portfoliosystemen enzovoorts). Bedrijfsvoering: (a) Tabijn investeert in de uitbreiding van het bestaande geïntegreerde ICT-systeem, waarin de leerlingen cognitief en sociaal-emotioneel optimaal kunnen worden gevolgd; (b) Tabijn investeert in een passende ondersteuning voor ICT-gebruikers. Communicatie met ouders: naast de huidige vormen van informatievoorziening realiseert Tabijn een ICTplatform voor ouders waar actuele leerinhouden en resultaten van de kinderen geraadpleegd kunnen worden.
Hoofddoel 4: Tabijn werkt met teams als basis voor uitstekend en innovatief onderwijs Uit onze ervaringen en uit internationaal onderzoek komt duidelijk naar voren dat uitstekend en innovatief onderwijs niet het resultaat is van enkele bevlogen en zeer goed presterende leraren. Uitstekend en innovatief onderwijs vindt plaats dáár waar de leerling te maken heeft met een serie aan zeer goed presterende leraren, die gezamenlijk werken in een professioneel samenwerkingsverband: het team. 1.
2.
Tabijnscholen realiseren professionele teams met een veilig en professioneel klimaat, waarin leraren met elkaar reflecteren op de kwaliteit van het onderwijs, leerprestaties van leerlingen en hun eigen functioneren. Zij stellen de juiste vragen en geven professionele feedback. Binnen de scholen worden mogelijkheden gecreëerd voor leraren om te participeren in collegiale consultaties en intervisie, klasbezoeken bij elkaar en het samen voorbereiden van verschillende activiteiten. Elk team van een Tabijnschool erkent, herkent en versterkt de kwaliteiten van de teamleden en benut deze om uitstekend en innovatief onderwijs te geven en te borgen. Om tot een optimale mix van kwaliteiten te komen stimuleert Tabijn vrijwillige mobiliteit tussen scholen.
Hoofddoel 5: Tabijn versterkt de rol van ouders en andere partners Om uitstekend onderwijs te kunnen bieden moeten scholen ook samenwerken. Er zijn vele maatschappelijke partners rondom de school – zoals ouders, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, voortgezet en hoger onderwijs, welzijns- en zorginstellingen, Centra voor Jeugd en Gezin, sportinstellingen, gemeentelijke organisaties, woningbouwcorporaties, bibliotheken, musea en overige educatieve organisaties. Onderzoek en ervaring laat zien dat samenwerken in een keten van werken, wonen/recreëren, leren en zorg, kansen creëert voor kinderen. Daarom is soms intensieve samenwerking met ouders en andere partners (stakeholders) van groot belang. Ook geven deze stakeholders in hun feedback aan in welke mate de Tabijnscholen kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden en legitimeren daarmee (naast bijvoorbeeld de inspectie van het onderwijs) de inspanningen van de scholen. De uitdaging waar we voor staan is samenwerkingsrelaties te organiseren die onze leerlingen verder helpen, of dat nu op het gebied van de kerndoelen is, of in een bredere maatschappelijke context. Hoofddoel 6: bij Tabijn werken effectieve en inspirerende leiders Uit onderzoek blijkt dat leiders een grote invloed hebben op de prestaties van leerlingen. Wij werken gezamenlijk aan het vormgeven van effectief en inspirerend leiderschap binnen Tabijn, opdat onze leidinggevenden met vertrouwen en gevoel van eigenwaarde leiding geven. Tabijn zal zich ervoor inspannen om de randvoorwaarden te creëren waarbinnen het leren op hoog niveau en van elkaar plaats kan vinden. Op die manier kunnen leidinggevenden zich vanuit hun intrinsieke motivatie en verantwoordelijkheidsbesef verder professionaliseren met als belangrijkste doel: de leerprestaties van leerlingen blijvend te verhogen. Implementatie De strategische doelstellingen van Tabijn zullen zowel bovenschools als op schoolniveau worden opgepakt. Bovenschools zal er jaarlijks een jaarplan worden opgesteld waarin de doelen voor dat specifieke jaar worden geconcretiseerd in heldere activiteiten. Op schoolniveau zal het strategisch beleid worden vertaald in een vierjarig schoolplan, dat eveneens jaarlijks wordt uitgewerkt in een jaarplan. Het strategisch beleidsplan, het bovenschoolse jaarplan, het schoolplan en het schooljaarplan worden in de kwaliteitscyclus van Tabijn periodiek en structureel geëvalueerd. Dat gebeurt op diverse niveaus in de organisatie: door de Raad van Toezicht in overleg met het College van Bestuur, door het College van Bestuur in overleg met de algemene directie en de sectormanagers, door de algemene directie in overleg met de directeuren van de individuele scholen en door de schooldirecteur met het eigen docententeam.
10
3.
ORGANISATORISCHE ONTWIKKELINGEN EN GOVERNANCE
3.1 Governance algemeen Tabijn vindt goed en deugdelijk bestuur zeer belangrijk. Het bestuur van Tabijn heeft enkele jaren geleden samen met enkele andere leden van de PO-Raad aan de wieg gestaan van de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs die in 2010 is ingevoerd. Tabijn onderschrijft de Code Goed Bestuur, evalueert deze geregeld en voldoet aan de bepalingen uit de code. Verder wordt het functioneren van de Raad van Toezicht en van het College van Bestuur van Tabijn jaarlijks geëvalueerd. De Raad van Toezicht heeft het eigen functioneren in 2014 geëvalueerd m.b.v. een externe organisatie. De evaluatie van het functioneren van het College van Bestuur vindt plaats door de Raad van Toezicht, uiteraard in overleg met de bestuurder. Uit beide evaluaties zijn een aantal aanbevelingen en verbetermaatregelen voortgekomen, die door de Raad van Toezicht en het bestuur zijn opgevolgd. Ook bestuur en toezichthouders maken hiermee onderdeel uit van de verbetercultuur binnen Tabijn: het steeds kritisch reflecteren op het eigen gedrag en het continu streven naar verbetering van het eigen functioneren. 3.2 Introductie gedragscode In februari 2014 heeft de voorzitter van het CvB, op het plein van basisschool De Duif in Heiloo, samen met de leerlingen, directie en leerkrachten van de school, de gedragscode van Tabijn geïntroduceerd. De gedragscode betreft duidelijke afspraken over gewenst en integer gedrag. Deze afspraken zijn verwoord in vier kernwaarden: respect, verantwoordelijkheid, veiligheid en ontwikkeling. De gedragscode geldt voor medewerkers, leerlingen, ouders en andere betrokkenen bij Tabijn. Het doel van de gedragscode is om, vanuit een optimistische mensvisie, een veilige en stimulerende leeromgeving te realiseren op alle Tabijnscholen. Alle scholen hebben inmiddels de gedragscode, die de vorm heeft van een kubus, ontvangen. De gedragscode is zichtbaar in alle klaslokalen en werkruimtes van de scholen en tevens in de werkruimtes van het bestuursbureau.
ontwikkeling
respect
veiligheid
verantwoordelijkheid
3.3 Ontwikkeling van het leerlingenaantal De Tabijnscholen bevinden zich in een krimpregio. Dat is te merken aan de ontwikkeling van het leerlingenaantal. In de periode 2007-2013 is het leerlingenaantal van de Tabijnscholen gedaald met ca. 8%. In 2014 is het leerlingenaantal van de Tabijnscholen t.o.v. 2013 met 147 afgenomen van 5.625 naar 5.478 leerlingen (een krimp van 2,6%). De krimp van het leerlingenaantal op de Tabijnscholen de afgelopen jaren ligt over het algemeen lager dan die van andere schoolbesturen in de regio. Dat betekent dat de Tabijnscholen over de gehele linie aan marktaandeel winnen (met die kanttekeningen dat de ontwikkelingen op lokaal niveau aanzienlijk verschillen). Hoewel dit geen specifieke beleidsdoelstelling is, is het een positieve ontwikkeling! Minder krimp betekent meer ruimte voor behoud van personeel en voor het aantrekken van nieuwe medewerkers. Wat betreft de ontwikkeling van het leerlingenaantal is er wel sprake van (soms grote) verschillen tussen de scholen: sommige scholen blijven min of meer stabiel, sommige scholen groeien, andere scholen dalen licht en enkele scholen dalen sterk qua leerlingenaantal. Sommige scholen lopen qua leerlingenaantal zo sterk terug dat een voortbestaan als zelfstandige school niet langer mogelijk is. Dit heeft de afgelopen jaren betrekking op de Alkmaarse scholen Oranjehof en Prinsenhof en op de Augustinus in Castricum. 3.4 Fusie Oranjehof – Prinsenhof tot DURV! Vanwege de forse daling van het leerlingenaantal op de Alkmaarse scholen Prinsenhof (bestaande uit twee locaties) en Oranjehof (eveneens bestaande uit twee locaties) heeft het CvB medio 2013 het voornemen geuit
11
om deze scholen per 1 augustus 2014 te fuseren. Dit is in het najaar van 2013 met alle bij de school betrokkenen, waaronder ook ouders, gecommuniceerd. Vervolgens is het fusietraject conform het fusieprotocol van Tabijn opgestart. In het voorjaar van 2014 hebben de medezeggenschapsraden van de betrokken scholen ingestemd met het fusierapport en de fusie-effectrapportage. Ook de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Tabijn heeft ingestemd met de fusie. Daarop heeft het CvB het definitieve fusiebesluit genomen. De fusie is gerealiseerd per 1 augustus 2014. De nieuwe fusieschool bestaat uit drie locaties. De locatie Kofschipstraat van de Oranjehof is met ingang van 1 augustus 2014 gesloten. De naam van de nieuwe (fusie)school luidt: DURV! DURV! staat voor D U R V
durven! uitdagen! respecteren! volgende stap!
3.5 Fusie Augustinus en Toermalijn Het leerlingenaantal van basisschool Augustinus in Castricum is de afgelopen jaren sterk teruggelopen; zodanig dat er bij directie en team twijfel ontstond of de onderwijskwaliteit in de toekomst nog wel gegarandeerd zou kunnen worden. Bij voortgaande daling zou de school qua leerlingenaantal bovendien binnen enkele jaren onder de voor Castricum geldende opheffingsnorm terechtkomen. Daarmee vervalt de bekostigingsgrondslag en kan de school niet langer zelfstandig voortbestaan. Begin 2014 heeft het CvB daarom het voornemen uitgesproken om te komen tot een fusie met de naburige Tabijnschool Toermalijn, per 1 augustus 2015. Dit is met alle bij de scholen betrokkenen gecommuniceerd. In de tweede helft van 2014 is het fusietraject ingezet. 3.6 Rechtszaak tegen voormalig bestuurder Tabijn In 2008 zijn na een extern onderzoek de toenmalige voorzitter College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht van Tabijn (gefaseerd) teruggetreden. Dit vanwege een onrechtmatige pensioenregeling die in 2003 was getroffen met een oud-bestuurder van Tabijn en diens echtgenote. Daarna is er door het nieuwe bestuur van Tabijn een juridische procedure gestart tegen de oud-bestuurder en zijn echtgenote. Na een aantal tussentijdse procedures en tussenvonnissen heeft de rechter in 2014 uiteindelijk vonnis gewezen in deze zaak, waarbij Tabijn in het gelijk is gesteld. De pensioenregeling is door de rechter nietig verklaard en de oudbestuurder en zijn echtgenote zijn aansprakelijk gesteld en veroordeeld tot het terugbetalen van het schadebedrag aan Tabijn. De wederpartij is niet in hoger beroep gegaan. Daarmee is het vonnis definitief en onherroepelijk. 3.7 Fusie Stichting Tabijn en Steunstichting Tabijn kende tot voor kort twee rechtspersonen: de Stichting Tabijn en de Stichting tot Steun aan de Stichting Tabijn (kortweg: Steunstichting) . Deze constructie is in de eerste helft van de jaren 2000 in het leven geroepen vanwege het eigendom van het gebouw van het bestuursbureau. Omdat schoolbesturen geen vastgoed mochten bezitten, werd een steunstichting in het leven geroepen. De steunstichting was eigenaar van het pand van het bestuursbureau. De leden van de Raad van Toezicht waren tevens bestuurslid van de steunstichting. Deze constructie leidde tot extra administratieve lasten want ook voor de steunstichting moest immers een begroting, jaarrekening en bestuursverslag opgemaakt te worden. Daarnaast moest er jaarlijks een geconsolideerde jaarrekening (van beide rechtspersonen tezamen) worden opgemaakt. In het kader van openheid, transparantie en vermindering van de administratieve last is in het schooljaar 2013/2014 onderzocht of deze constructie ongedaan gemaakt zou kunnen worden door een fusie tussen beide rechtspersonen. Bij het onderzoek zijn de accountant van Tabijn (KPMG), de belastingdienst en het ministerie van OCW betrokken. De uitkomst van het onderzoek was positief: er waren geen belemmeringen voor een fusie tussen de stichting Tabijn en de steunstichting. Op 31 december 2014 is bij de notaris de akte ondertekend, waardoor met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 de steunstichting is opgegaan in de stichting Tabijn.
12
3.8
Tabijndag 2014 - Talenten ontplooien: oefenen, leren, spelen en ontwikkelen
Eens in de ongeveer twee jaar organiseert Tabijn een personeelsdag voor alle medewerkers, de Tabijndag. Voor de invulling van de dag wordt gestreefd naar een mix van inhoudelijke en ontspannende activiteiten. In 2012 stond de Tabijndag in het teken van social media in het onderwijs. De effecten van deze dag zijn twee jaar later duidelijk merkbaar in de scholen. In de klas wordt veel meer gebruik gemaakt van tablets, iPads en laptops. Sommige scholen hebben Facebook omarmd om leuke berichtjes te delen. Ook Tabijn heeft een Twitteraccount en een Facebookpagina. Tabijndag 2014 vond op 3 oktober, twee dagen voor de dag van de leerkracht, plaats in het AZ-stadion in Alkmaar. Dit keer stond de middag in het teken van het samenwerkingsovereenkomst van Tabijn met het Centrum Brein & Leren van de VU Amsterdam. In de keynote ging prof. dr. Jelle Jolles in op talentontplooiing in de basisschool. In de workshops stonden de verschillende onderzoeken die medewerkers van het Centrum Brein & Leren op de Tabijnscholen doen centraal. Een greep uit het aanbod: stimuleren van nieuwsgierigheid, leesplezier en leesbevordering, ruimtelijk redeneren in de klas, talige rekensommen en visualiseren, weetlust…. De workshops werden verzorgd door medewerkers van het onderzoeksteam. Uit de evaluatie bleek dat één workshop qua inhoud en presentatie niet voldeed aan de verwachtingen, over de andere workshops waren de meningen verdeeld. De deelnemers waren zeer te spreken over de organisatie van de dag, de lunch, de locatie en de sfeer. Bijzonder veel lof kreeg de aftrap van de middag, het opzwepende filmpje met beelden van alle Tabijnscholen.
13
4. ONDERWIJS EN KWALITEITSZORG 4.1.
Passend onderwijs
Samenwerkingsverbanden Tabijn participeert in twee samenwerkingsverbanden: samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland en Passend Onderwijs IJmond. In januari 2014 is voor de directeuren en intern begeleiders van Tabijn van beide samenwerkingsverbanden een bijeenkomst georganiseerd om met elkaar te discussiëren over het concept ondersteuningsplan. Tabijn vindt het belangrijk dat directeuren en intern begeleiders meedenken en mee praten over de ambities en ontwikkelingen binnen passend onderwijs. In juni 2014 is in elk samenwerkingsverband het ondersteuningsplan vastgesteld. Het ondersteuningsplan vervangt het zorgplan. Ontwikkelingen in de samenwerkingsverbanden zijn tijdens elke bijeenkomst van intern begeleiders, veelal in aanwezigheid van het CvB, besproken. Hierdoor is het CvB goed op de hoogte van de ontwikkeling in de scholen m.b.t. passend onderwijs. In de werkgroep onderwijskwaliteit zijn de ontwikkelingen in de samenwerkingsverbanden ook een vast agendapunt. Zo vindt er afstemming plaats en worden ervaringen uitgewisseld. De schoolcomponent van de LGF-gelden die door het ministerie van OCW voor het schooljaar 2014-2015 beschikbaar zijn gesteld zijn volgens een verdeelsleutel over de scholen verdeeld. Er zijn wel verschillen tussen de samenwerkingsverbanden: de hoogte van het bedrag per leerling verschilt, de mogelijkheid om een arrangement aan te vragen kan wel in het ene, maar niet in het andere samenwerkingsverband én in het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland zijn dit jaar de reserves van het vorige samenwerkingsverband verdeeld over de scholen. In het andere samenwerkingsverband had dit al eerder plaatsgevonden. Tabijn heeft alle gelden aan de scholen beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de verkregen gelden besteed worden aan het realiseren van passend onderwijs voor alle leerlingen op de school. Plusactiviteiten In november 2013 is de werkgroep plusleerlingen gestart met het bundelen van informatie die betrekking heeft op plusleerlingen. Deze informatie zal in een digitale orthotheek beschikbaar gesteld worden. In 2014 is de werkgroep zes keer bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomsten is er gewerkt aan het beleidsplan plusleerlingen, aan de opzet van een digitale orthotheek en aan de keuze van een signaleringssysteem voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Er is een bijeenkomst voorbereid om in februari 2015 de ontwikkelde producten voor te leggen aan leerkrachten, intern begeleiders en directeuren en te bespreken. Dit om tot een goed onderbouwd advies aan het College van Bestuur te komen. Begeleiding dyslexie Alle scholen werken met het programma Kurzweil. Enkele scholen experimenteren daarnaast ook met andere programma’s voor kinderen met ernstige leesproblemen en dyslexie. De centrale digitale bibliotheek is opnieuw uitgebreid en de technische problemen zijn onder controle. In 2014 zijn er opnieuw 30 leerkrachten geschoold om effectiever te kunnen werken met het programma. In november is Kurzweil 3000 uitgekomen. Dit is een verbeterde versie die o.a. geschikt is voor de iPad. De nieuwe versie zal in 2015 ingevoerd worden. Netwerk intern begeleiders In 2014 zijn de intern begeleiders zes keer bij elkaar geweest. Opnieuw was de tevredenheid over de inhoud en de opzet van de bijeenkomsten groot. Evenals voorgaande jaren buigt een voorbereidingsgroep zich over de inhoud van de bijeenkomsten. Er zijn enkele vaste agendapunten die tijdens elke bijeenkomst aan de orde komen. Dit zijn: het gebruik van en de ontwikkelingen in het leerlingvolgsysteem ESIS, het uitwisselen van informatie (‘Halen en Brengen’), de ontwikkelingen in de samenwerkingsverbanden en een uur intervisie in kleine groepjes. De volgende inhoudelijke onderwerpen zijn aan de orde geweest: verbeteringen in het Early Warning Systeem (EWS), het maken van een goede evaluatie, de juiste analyse en de meest effectieve interventies, vervanging en gebruik van Cito-toetsen, de Centrale Eindtoets en het werken aan het ontwikkelingsperspectief.
14
4.2
Interne en externe kwaliteitszorg
Kwaliteitsbezoeken door de onderwijsinspectie De onderwijsinspectie heeft in 2014 bij twee scholen (De Fakkel en Prinsenhof 1) een kwaliteitsonderzoek gedaan. Het overzicht is in de bijlage op blz. 81 opgenomen. De Fakkel: In het kader van het stelselonderzoek ‘onderwijs aan nieuwkomers’ heeft de onderwijsinspectie De Fakkel bezocht. Op De Fakkel krijgen leerlingen les die minder dan één jaar in Nederland zijn en de Nederlandse taal niet spreken. Na een jaar stromen de leerlingen uit naar het reguliere basisonderwijs. De Fakkel is onderdeel van basisschool Het Rinket in Heemskerk. De ervaringen die de inspectie met dit onderzoek heeft opgedaan worden gebruikt voor een landelijk onderzoek. De inspectie had een positieve indruk van het onderwijs aan nieuwkomers. Het onderwijsaanbod is goed gestructureerd en kwalitatief op orde. De manier waarop de kinderen met elkaar en anderen omgaan, de taakgerichte werksfeer en de wijze waarop de school de kwaliteit van het onderwijsleerproces borgt, kregen de beoordeling goed. Prinsenhof 1: In mei 2014 heeft de onderwijsinspectie in het kader van het landelijk stelselonderzoek Basisschool Prinsenhof 1 in Alkmaar bezocht. De school heeft het basisarrangement gekregen. Alle indicatoren, op een na, werden voldoende gescoord. De analyse van het begrijpend lezen is nog onvoldoende. Op 5 december 2014 heeft de onderwijsinspectie een gesprek gevoerd met het bestuur over alle scholen van Tabijn. In dit gesprek zijn naast de risico’s en afspraken over scholen (zie ook Cito-eindopbrengsten 2012-2014), de ontwikkelingen in de twee samenwerkingsverbanden waarin Tabijn participeert, het nieuwe strategisch beleidsplan 2014-2018 en de ontwikkelingen binnen de onderwijsinspectie besproken. Handboek Kwaliteitszorg Tabijn op schoolniveau Kwaliteit mag geen toeval zijn! Daarom is systematisch werken aan de kwaliteit van het onderwijs noodzakelijk. In de praktijk betekent dit het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken. Kwaliteitszorg is het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren zodat scholen in staat zijn duurzaam kwalitatief hoogwaardig onderwijs te bieden. In dit handboek worden de thema’s binnen de kwaliteitszorg beschreven, alsmede de wijze waarop de thema’s worden onderzocht en wanneer de thema’s aan de orde zijn. In het draaiboek staan alle onderwerpen om het onderwijsleerproces te evalueren over een periode van vier jaar ingepland. In de planning voor de periode 2012-2016 (zie onderstaande tabel) wordt aangegeven welke onderwerpen per schooljaar aan de orde komen. Uit het handboek Kwaliteitszorg op schoolniveau zijn in 2014 de EWS vragenlijsten ‘Teamfunctioneren’, ‘Leidinggeven’, ‘Opbrengsten’ en ‘Schoolklimaat’ aan de orde geweest. Het laatste werd uitgevoerd in de vorm van een driehoeksmeting tevredenheid onder ouders, leerkrachten en leerlingen. De vragenlijsten zijn met behulp van de PO-spiegel digitaal uitgezet. De PO-spiegel is een online onderzoeksprogramma waarmee snel en eenvoudig in eigen beheer onderzoeken uitgevoerd kunnen worden. De PO-spiegel verzorgt ook een eenvoudige rapportage. Deze rapportage is op elke school binnen het team besproken. Vragen als ‘waar zijn we met elkaar over eens en waarover niet, is er een grote discrepantie tussen de meningen, zijn er verbeterpunten’, kwamen in de teambespreking aan de orde. In de jaarverslagen van de scholen zijn de EWS vragenlijst en de uitkomsten van de teambespreking en eventuele vervolgstappen beschreven. Volgens onderstaand schema zijn de volgende aspecten in 2014 aan de orde geweest: 2013-2014
2014-2015
Opbrengsten 2x
Opbrengsten 3x
Systematisch vorderingen volgen 4 x
Systematisch vorderingen volgen 4 x
Voldoende leertijd
Voldoende leertijd
Afstemmen en organiseren
Afstemmen en organiseren
15
Cyclisch werken
Cyclisch werken
Extra zorg aan zorgleerlingen 4x
Extra zorg aan zorgleerlingen 4x
EWS vragenlijst Team functioneren en leidinggeven
EWS vragenlijst Onderwijsleerproces*
EWS vragenlijst Opbrengsten
EWS vragenlijst Onderwijs en leren*
Schoolklimaat Onderzoek ouders, leerlingen en personeel * wordt afgenomen in 2015
Planning 2012-2016 alle onderwerpen van kwaliteitszorgsysteem Tabijn op schoolniveau 2012-2013
2013-2014
2014- 2015
2015- 2016
Opbrengsten 2x Systematisch vorderingen volgen 4x Voldoende leertijd Afstemmen en organiseren Cyclisch werken Extra zorg aan zorgleerlingen 4x 1 2 EWS vragenlijst : Risicofactoren
Opbrengsten 2x Systematisch vorderingen volgen 4x Voldoende leertijd Afstemmen en organiseren Cyclisch werken Extra zorg aan zorgleerlingen 4x EWS vragenlijst: Team functioneren en leidinggeven
Opbrengsten 3x Systematisch vorderingen volgen 4x Voldoende leertijd Afstemmen en organiseren Cyclisch werken Extra zorg aan zorgleerlingen 4x EWS vragenlijst: onderwijsleerproces
Opbrengsten 3x Systematisch vorderingen volgen 4x Voldoende leertijd Afstemmen en organiseren Cyclisch werken Extra zorg aan zorgleerlingen 4x Schoolklimaat Onderzoek ouders, leerlingen en personeel
EWS vragenlijst: Bovenschools management
EWS vragenlijst: Opbrengsten
EWS vragenlijst: Onderwijs en leren
Schoolklimaat Onderzoek ouders, leerlingen en personeel Variabel : audit, visitatie en rapportage onderwijsinspectie (tenminste eenmaal per 4 jaar)
Schoolklimaat : Driehoeksmeting tevredenheid onder leerlingen, ouders en leerkrachten Het onderwerp ‘Schoolklimaat’ gaat over de tevredenheid van ouders, leerlingen en leerkrachten. Een keer in de twee jaar wordt deze meting -de zogenaamde driehoeksmeting- afgenomen. Van de driehoeksmeting is er naast de individuele rapporten voor de scholen ook een rapport op bestuursniveau. Het algemene rapportcijfers dat ouders in 2014 aan de scholen gaven is gestegen van een 7.5 naar 7.7. Ook bij de leerlingen is de waardering met 0.1 punt gestegen naar een 7.9. Leerkrachten gaven een cijfer 8.1 voor hun algemene tevredenheid. In 2012 was dit nog 7.9. Ook in het responsepercentage van twee doelgroepen was in vergelijking met de vorige meting een toename te zien: 66% van alle ouders heeft de vragenlijst ingevuld tegenover 57% twee jaar geleden. Bij de leerkrachten is het responspercentage van 78% gestegen naar 90%. Bij de leerlingen daarentegen is het responspercentage met 1% gedaald naar 95%. Mogelijk komt dit door het aantal zieke leerlingen in de onderzoeksperiode. Uit de resultaten blijkt wederom dat de belangrijkste factoren voor ouders bij de schoolkeuze zijn: 1 2
Het Early Warning System is ontwikkeld door de heer G. van Barneveld van de Besturenraad. Onderwerpen die in het rood zijn aangegeven komen niet jaarlijks, maar om de 2 of meer jaren aan de orde.
16
• • •
nabijheid in de buurt, sfeer op school en zorg en aandacht voor de kinderen.
In de driehoeksmeting zijn de vragen geordend in acht rubrieken. Aan zes rubrieken (imago, schoolbeleid/schoolcultuur, de leerkrachten, de lessen, samenwerking met ouders, en middelen en voorzieningen) geven ouders, leerlingen en leerkrachten een positieve beoordeling. Leerlingen geven in tegenstelling tot ouders en leerkrachten aan de rubriek ‘identiteit’ een negatieve beoordeling. Het blijkt namelijk dat de leerlingen de lesmethodes levensbeschouwelijke vorming als niet leuk ervaren. Opvallend is verder dat ouders aan de rubriek ‘pedagogisch klimaat en veiligheid’ (pesten) een negatievere beoordeling geven dan de leerkrachten en de leerlingen zelf. Het thema pesten zal op bestuursniveau worden opgepakt. Hiermee wachten wij echter totdat duidelijk is welke methoden door de overheid als effectief worden beschouwd. Intussen blijven de scholen natuurlijk alert op pestgedrag en zullen zij, indien nodig, de gedragscode en het antipestprotocol, aanscherpen. Schijnbaar ervaren ouders pesten anders dan hun kinderen en leerkrachten. Hoewel de rubriek ‘Middelen en Voorzieningen’ positief beoordeeld wordt door alle drie doelgroepen, vallen de vragen over de toiletten (netjes en schoon) in negatieve zin op. Dit resultaat is teleurstellend, omdat de afgelopen jaren alle toiletblokken gerenoveerd zijn en veel aandacht in de scholen besteed is aan toiletgebruik. Zelfs worden er op een aantal scholen in de middagpauze de toiletten extra schoongemaakt. De resultaten van de driehoeksmeting van 2014 verschillen niet substantieel met die van 2012. De vraag is gerezen of het zinvol is om in 2016 weer een driehoeksmeting in dezelfde vorm af te nemen. Hiertoe wordt een nieuwe werkgroep gevormd. Zelfevaluatie en audits In de kwaliteitszorgcyclus van Tabijn stond voor het kalenderjaar 2014 de nieuwe cyclus van zelfevaluaties en audits op de agenda. Deze audits werden uitgevoerd in samenwerking met het Haarlemse scholenbestuur Salomo. Het Rinket, Cunera, Visser ’t Hooft en De Duif beten de spits af. Het auditteam bestond bij voorkeur uit een directeur van Salomo uit Haarlem, twee Tabijn directeuren en een Tabijn IB-er. Dit is niet bij alle audits gelukt. Uit de evaluatie kwam naar voren, dat juist de inbreng van een externe directeur veel waarde heeft. Het advies werd gegeven om geen audit in de maand mei of juni te houden, omdat het auditrapport veelal na de zomervakantie pas gereed kwam waardoor aanbevelingen uit het rapport niet in het jaarplan van een school meegenomen konden worden. De vier scholen en de auditteams hebben aangegeven, dat het schrijven van een zelfevaluatie en het uitvoeren van een audit maken dat men met een andere bril naar de school kijkt en zo een andere kijk op de school krijgt. Om de zelfevaluaties en de audits nog beter te laten verlopen wordt voorgesteld om aan het begin van een schooljaar een opfristraining te geven. Bestuurlijke audit bij Salomo in Haarlem Het College van Bestuur, de algemene directie, de sectormanager HRM en één directeur hebben in het kader van collegiale samenwerking een audit uitgevoerd bij stichting Salomo, een organisatie voor primair onderwijs in Haarlem. Onder leiding van Ronald Stevens hebben zij de zelfevaluatie besproken en de audit voorbereid. Het thema was de besturingsfilosofie van Salomo. De audit werd afgesloten met een auditrapport. Zowel voor Tabijn als voor Salomo was het een leerzame ervaring. In 2016 komt Salomo bij Tabijn voor een audit op bezoek.
17
4.3
De Cito-Eindopbrengsten 2012- 2014 volgens het Early Warning System (EWS)
Jaarlijks maakt Tabijn na de uitslag van de Cito-eindtoets per school een overzicht van de CITO-eindscores over de afgelopen drie jaar. Dit is ook gebeurd in maart 2014 (zie bijlage 1). Op basis van de scores van de afgelopen drie jaren zijn de scholen ingedeeld in de fasen van EWS. Volgens deze systematiek zitten drie scholen (De Windhoek, De Vrijburg en De Oranjehof) in de rode fase. Deze scholen hebben tweemaal op rij onder de ondergrens gescoord op de Cito-eindtoets. Het EWS geeft deze scholen een waarschuwing, omdat het risicovol is om in deze fase te verkeren. Verbeteracties zijn urgent. Scholen die in de rode fase verkeren staan onder verscherpt toezicht van de algemene directie. Er moet een verbeterplan worden opgesteld en er vindt gedurende een jaar tenminste eenmaal per maand overleg met beide leden van de AD. Indien deze scholen volgend schooljaar (2015) opnieuw onder de ondergrens scoren, zal de onderwijsinspectie deze scholen nader bezoeken en in ieder geval het kwaliteitsoordeel “zwak” geven, waarmee er geen sprake meer is van een basisarrangement. Zeven scholen zijn in de gele fase ingedeeld. Zes scholen hebben de afgelopen drie jaar tweemaal voldoende eindopbrengsten gerealiseerd, maar het laatste jaar hebben deze scholen een score onder de ondergrens behaald. Nader onderzoek is bij deze scholen noodzakelijk. Het gaat hier om de Van Arkelschool, het Baken, de Otterkolken, de Paulus, Prinsenhof en DURV! Ook scholen met voldoende eindopbrengsten in de afgelopen drie jaar, waarbij de opbrengsten echter dichtbij de ondergrens liggen, vallen in deze fase. Het gaat hier om de Visser ’t Hooftschool. Scholen die in deze (gele) fase verkeren staan onder intensiever toezicht van de algemene directie. Er moet een risicoanalyse worden gemaakt en er vindt frequenter overleg plaats met de algemene directie. 14 Scholen zitten in de groene fase en één school, Het Rinket, zit in de donkergroene fase. De resultaten van de afgelopen drie jaren liggen over de hele linie ruim boven de ondergrens van de inspectie of zijn excellent. Verbeteractiviteiten zijn niet strikt noodzakelijk. 3
Het oordeel van de onderwijsinspectie, dat in het inspectiebezoek aan bestuur op 5 december plaatsvond, kwam overeen met onze eigen EWS indeling van scholen: 16 scholen een basisarrangement, vier scholen een basisarrangement met attendering en drie scholen basisarrangement met waarschuwing. Conclusie en acties op basis van behaalde Cito-scores en indeling in de EWS fasen In vergelijking met voorgaande jaren hebben substantieel meer scholen (negen van de in totaal 25 scholen = 36%) onder de ondergrens gescoord. Daarvan zijn er drie scholen die voor het tweede jaar op rij onder de ondergrens scoren. Dit zorgelijke beeld heeft direct geleid tot nader onderzoek en, daar waar nodig, interventies. De volgende interventies zijn ingezet: • •
• •
3
Naar aanleiding van het onderzoek naar oorzaken van deze resultaten zijn op een aantal scholen scholingstrajecten opgezet om de leerkrachtvaardigheden te versterken en heeft een aantal groepen 8 extra ondersteuning gekregen. EWS is aangepast: Cito-entreetoets groep 7 is opgenomen in de toetskalender, de normeringen op verschillende Citotoetsen zijn doorgevoerd in het EWS, een tabel om groei in vaardigheidsscores is in het EWS opgenomen. Scholing is georganiseerd voor het College van Bestuur en de algemene directie, directeuren en intern begeleiders. Tot slot is een intensief scholingstraject op gezet voor alle leerkrachten van Tabijn. Dit scholingsprogramma start in het schooljaar 2015-2016. Dit programma wordt opgenomen in de Tabijnacademie.
De afwijking in de aantallen wordt verklaard door de fusie van Oranjehof, Prinsenhof 1 en DURV! tot een school.
18
Scholing voor College van Bestuur en algemene directie In de periode augustus 2014 tot januari 2015 zijn College van Bestuur en algemene directie bijgeschoold in het analyseren van toetsgegevens. Vervolgens zijn onder begeleiding van het CPS audits uitgevoerd op de Binnenmeerschool in Uitgeest (november 2014) en op Toermalijn in Castricum (januari 2015). Voor het college en de algemene directie waren dit zeer leerzame bezoeken. College van Bestuur en algemene directie hebben het plan opgevat om zonder het CPS deze bezoeken voort te zetten, niet onder de naam audit – deze term heeft een veel te zware lading- maar als een uitgebreid schoolbezoek. Tijdens deze bezoeken zullen dan meerdere lessen bezocht worden die naderhand ook individueel met de betreffende leerkrachten zullen worden nabesproken. Per schooljaar worden zes uitgebreide schoolbezoeken gepland. Een positief neveneffect van deze audits was dat deze audits hebben geleid tot meer verbinding tussen de school en het College van Bestuur en de algemene directie.
19
Anne Frank Arkel Augustinus Baken Bareel Binnenmeer Bosschool Branding Cunera Duif Kornak Leonardus Molenhoek Oranjehof Otterkolken Paulus Prinsenhof 1 DURV! Rinket Toermalijn Visser 't Hooft Vlinder Vrijburg Willem Alexander Windhoek Onder de ondergrens
536,6 536,3 539,6 537,7 535,5 538,4 537,9 535,3 537,9 537,2 534,4 535,3 534,4 537,7 535,6 535,2 536,0 531,8 536,8 536,2 535,6 534,7 537,0 538,3 535,0
532,6 538,6 537,4 535,5 537,3 536,9 538,3 540,5 536,6 538,0 537,2 534,4 536,3 532,8 538,4 539,8 537,5 535,1 528,7 537,2 535,3 531,6 533,7 537,0 530,9
536,1 532,1 535,0 534,3 536,2 537,5 540,0 538,2 535,0 536,0 538,0 535,7 536,3 530,9 532,0 533,1 532,0 531,3 537,5 537,8 535,0 532,9 533,7 535,3 532,4
School na 3 jaren ingedeeld in fasen van EWS
ondergrens 2014
Ongecorrigeerde score 2014
Ongecorrigeerde score 2013
4
Ongecorrigeerde score 2012
De eindopbrengsten 2012- 2014
533,7 534,8 534,3 534,8 534,8 534,6 535,2 534,5 534,8 534,5 534,8 533,9 534,3 534,9 534,8 534,6 532,3 532,3 529,0 534,9 534,6 531,0 534,5 534,8 534,9
Rond het gemiddelde
Tot 0,7 boven de ondergrens
Bovengemiddeld
(Toelichting: de onderwijsinspectie hanteert voor het toekennen van een arrangement - basis, zwak of zeer zwak- de Cito-eindtoets scores over drie jaar)
4
Sinds 2012 wordt voor de bepaling van de ondergrens, gemiddelde en bovengrens het percentage leerlingengewicht van de school gehanteerd. Dit betekent dat elke school andere waarden voor deze grenzen heeft. Hierdoor kunnen Cito-eindtoetsscores van scholen niet één-op- één met elkaar vergeleken worden. De vergelijking tussen eindtoetsscores van bijv. twee opeenvolgende jaren van een school kan mank gaan, omdat een school het ene jaar een hoger leerlingengewicht kan hebben dan het andere jaar en andersom. Het percentage leerlingengewicht wordt bepaald op 1 oktober en heeft betrekking op alle leerlingen van de school.
20
4.4 Tabijnacademie De Tabijnacademie is ontstaan uit de wens om alle opleidings- en scholingsactiviteiten te bundelen. De academie verzorgt een breed scholingsaanbod voor alle medewerkers van Tabijn: netwerken voor de leerkrachten, deskundigheidsbevordering, begeleiding van specifieke doelgroepen, studiereizen, Tabijncafé en talentenbank. In haar fysieke verschijningsvorm is de Tabijnacademie een website waarop al het scholingsaanbod staat en waar men zich kan inschrijven. De scholingsbijeenkomsten vinden plaats bij Tabijn op het onderwijsbureau. Op de nieuwjaarsreceptie 2014 is na een lange voorbereidingstijd de website van de Tabijnacademie gelanceerd. Het opleidingsaanbod in 2014 bestond uit: • • • • • • • • • • • • •
Post-Hbo opleiding onderwijs en nieuwe media Overgang van groep 2 naar groep 3 Meldcode huiselijk geweld Kleutergroepsplannen, opbrengstgericht werken met kleuters Train de trainer Coöperatief leren Beginnen met coöperatief leren Verdiepen met coöperatief leren Drieluik Tablet gebruik in groep 3-8, drieluik tabletgebruik in groep 1-2 Kleuter en ICT Leesproblemen en dyslexie Doorgaande lijn van groep 2 naar groep 3 BHV en EHBO
Hoeveel Tabijnmedewerkers een module of traject gevolgd hebben bij de Tabijnacademie is niet precies te achterhalen. Bij de start en in de loop van 2014 waren er een aantal aanloopproblemen. De werkgroep Tabijnacademie heeft hierover veel contact met OinO, die voor Tabijn de website en de hele organisatie coördineert. Bij de start in 2015 zijn al verbeteringen merkbaar. In december 2014 is de werkgroep Tabijnacademie al begonnen met het aanbod voor augustus 2015. Dit aanbod moet in mei 2015 op de website van de Tabijnacademie, omdat medewerkers op dat moment bepalen welke cursussen zij het komend schooljaar gaan doen. Leidend voor de bepaling van het cursusaanbod is het strategisch beleidsplan 2014-2018. 4.5 Studiereis naar Noorwegen In de week van 17 maart tot en met 21 maart 2014 zijn dertien directeuren en één lid van de algemene directie op studiereis naar Bergen in Noorwegen geweest. Voor deze reis heeft Tabijn een subsidie ontvangen van het Europees Platform. Doel van deze studiereis was om meer inzicht te krijgen hoe het Noorse onderwijs erin slaagt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en te behouden. Noorwegen is de laatste jaren snel gestegen op de PISA ranglijst terwijl Nederland langzaam afglijdt. Met interesse werd er gekeken naar de interventies tot kwaliteitsverbetering , de wijze van opbrengstgericht werken, passend onderwijs, voorschoolse educatie en de opleiding tot leraar. Voorafgaand aan de studiereis zijn er ter voorbereiding drie bijeenkomsten geweest. In een van deze bijeenkomsten is het Noorse onderwijssysteem uitgebreid besproken. Op het programma in Noorwegen stonden bezoeken aan de Kindergarten (peuter/kleuterscholen) en basisscholen, aan de onderwijsafdeling van de gemeente van Bergen en aan de lerarenopleiding. Kort samengevat waren de belangrijkste winstpunten de korte lijnen tussen de gemeente en de scholen. In Noorwegen hebben de gemeentes een vergelijkbare rol als de onderwijsinspectie. De balans tussen control en support vanuit de gemeente heeft tot een gevoel van vertrouwen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn geleid. Door het intensieve gebruik van de directe omgeving van de school werden de leerlingen verantwoordelijk gemaakt voor de omgeving. Het kleuteronderwijs in de natuur laat de kleuters meer ervaren en beleven dan op een gewoon schoolplein. Ouders en leerlingen worden in Noorwegen meer betrokken bij vernieuwingstrajecten zoals bijvoorbeeld bij een taalverbetertraject en de samen- buitenspeel- trajecten. De studiereis was zeer leerzaam.
21
5. ICT 5.1 Beleid Het proces dat heeft geleid tot het strategisch beleidsplan “Tabijn: de beste basis! Leren op hoog niveau” werd op 27 januari 2014 afgesloten. Hiermee ontstond het richtinggevende kader voor de ontwikkeling van het ICTbeleid. Op 23 april 2014 belegde de stuurgroep ICT haar eerste vergadering. De stuurgroep stelde drie ontwerpeisen op voor het ontwikkelingsproces dat moest leiden tot het ICT-beleidsplan 2014-2018. De ontwerpeisen waren de volgende: 1. Uitgelijnd: Het ICT-beleidsplan is gebaseerd op de strategische doelen van het strategisch meerjarenplan waarin de volgende vijf strategische hoofddoelen voor het ICT-beleidsplan zijn opgenomen: • Een digitaal portfolio voor leerlingen opleveren • Competenties van leraren en het opleveren van een tool om deze in kaart te brengen • Oudercommunicatie: het opleveren van een ouderportaal. Uit onderzoek is gebleken dat een intensieve samenwerking tussen ouders, leerlingen en school leidt tot betere schoolprestaties. • Talentenbank ontwikkelen. De talentenbank moet helpen de talenten en de kennis van al het personeel optimaal te benutten en met elkaar te delen. Alle medewerkers kunnen straks in een eigen profiel aangeven welke vaardigheden zij ontwikkeld hebben en willen delen met de organisatie. • Personaliseren d.m.v. ICT in het onderwijs. Dit betekent dat de leerlingen maatwerk geleverd krijgen dat aan hun specifieke leerbehoefte voldoet. Dit proces is als het ware al begonnen. Enkele Tabijnscholen werken bijvoorbeeld met het programma Snappet waarbij de kinderen op eigen niveau lesmateriaal aangeboden krijgen. 2. Concreet en hanteerbaar: Het ICT-beleidsplan moet niet aanvoelen als een “technische handleiding”. Het moet een betekenisvolle rol gaan spelen in de teams en in de bovenschoolse organisatie. Met dit “handboek” kan de schooldirecteur samen met het team aan de slag om op het gebied van ICT, zowel qua onderwijskundige toepassingen als qua bedrijfsvoering, vooruitgang te boeken. 3. Co-creatie en inzet eigen expertise: Tabijn loopt met ICT voorop en wil deze voorsprong graag behouden. Door gebruik te maken van de expertise van de collega’s die de post HBO ICT opleiding volgen maar ook door kennis te delen met en gebruik te maken van de collega’s welke zich bezighouden met pilotprojecten, denkt Tabijn deze voorsprong vast te kunnen houden. In oktober 2014 is het ICT-beleidsplan door het College van Bestuur goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens is er door het College van Bestuur een prioritering van de doelen vastgesteld en in het jaarplan Tabijn 2014-2015 beschreven. Uitvoering Dat betekent voor ICT: • 2014-2015 de basis ICT-competenties voor alle leerkrachten zijn geformuleerd. Er is een keuze gemaakt voor een instrument om de ICT-competenties van leraren te registreren. • 2015-2016 wordt gestart met het in beeld brengen van de ICT-competenties. Er wordt gestart met het ontwikkelen van een digitaal portfolio. • 2016-2017 wordt het digitaal portfolio in gebruik genomen. Er wordt gestart met het ontwikkelen van het ouderportaal. • 2017-2018 wordt het ouderportaal in gebruik genomen. Om de doelen te realiseren zijn vanuit de ICT-stuurgroep drie werkgroepen opgericht die zich elk afzonderlijk bezighouden met één van de drie bovenbeschreven doelen. Elke werkgroep heeft een directeur van één van de Tabijnscholen als voorzitter. De werkgroep die zich bezighoudt met het beschrijven van de ICT-competenties heeft contact gezocht met een tweetal aanbieders van geschikte instrumenten op dit gebied.
22
5.2
Professionalisering
ICT-coördinatoren netwerk Vier keer per jaar komen de ICT-coördinatoren bijeen in een netwerkbijeenkomst. De agenda en de onderwerpen worden door een agendacommissie vastgesteld. Deze commissie bestaat uit een aantal ICTcoördinatoren, de ICT-consultant en de sectormanager. Onderwerpen die in 2014 o.a. ter sprake zijn gekomen: • Voortgang werkgroepen ICT • Good Practices: collega’s voor collega’s • Snappet • Programmeren • Werken met OneDrive • BasisPoort • Privacy • Prowise/ProConnect • 3d printing • Beleid: de rol van de ICT-coördinator • Intervisiemomenten Trainingen/Post HBO opleiding ICT Na een tiental opleidingsdagen hebben de deelnemers zich vooral beziggehouden met een veranderingstraject in de eigen scholen. Elf van de vijftien collega’s hebben hun masterpiece afgerond en zullen in mei 2015 hun diploma in ontvangst nemen. De andere vier zullen op een later tijdstip afstuderen. De veranderingstrajecten liepen uiteen van gedigitaliseerd spellingsonderwijs tot gepersonaliseerd leren met de tablet op meerdere vakinhoudelijke gebieden. In die zin loopt Tabijn voor op de beoogde doelen in het Doorbraakproject Onderwijs & ICT zoals beschreven in het Bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs. Studiereis Het bezoek aan de onderwijs ICT beurs ‘The Bett’ in Londen is een jaarlijks terugkerend professionaliseringstraject. Het bestuur van Tabijn stimuleert deelname aan de Bett door zoveel mogelijk wisselende geledingen. Ook in 2014 heeft een groep ICT-coördinatoren kennis genomen van de onderwijskundige ICT-toepassingen. Tijdens de studiereis wordt er naast een bezoek aan de beurs ook altijd tijd ingeruimd voor een bezoek aan een aantal primary schools. De studiereis weet elk jaar weer de deelnemers te inspireren en zet vaak aan tot pilotprojecten. Voorbeelden daarvan zijn: • • •
3d-printing en programmeren op de Paulusschool. De Augustinusschool experimenteert met programmeren in de onderbouw. Hiervoor gebruiken zij het programma Beebot. Inzet Prowise op de Visser ’t Hooftschool. Prowise software maakt het met de ingebouwde gereedschappen en gratis lessen voor leerkrachten steeds makkelijker om op een leuke en innovatieve manier het digibord in de klas in te zetten.
Bijeenkomsten Lighthouses (Early Adopters) Deze groep leerkrachten (toppers op ICT-gebied) komt regelmatig bijeen om kennis te delen. De ICTcoördinatoren van de groep zijn goed op de hoogte van nieuwe toepassingen en ontwikkelingen. Dit heeft er toe geleid dat er geregeld pilots gehouden worden binnen de eigen school, bijvoorbeeld leerlingen laten programmeren of 3D-printen. De opgedane kennis wordt gedeeld tijdens het netwerk voor ICT-coördinatoren en door het actief bezoeken en begeleiden van collega’s op de Tabijnscholen. Pilots Digiloket/Schoolpoort Op de Leonardus is gestart met een pilot Schoolpoort een mogelijke “totaaloplossing” waarin o.a. leerlingenadministratie, leerlingvolgsysteem, digitaal portfolio en ouderportaal in één omgeving aangeboden wordt. Het platform is in ontwikkeling en zal ook koppelen met het lerarenregister. Op termijn zullen er meer onderdelen toegevoegd worden.
23
Seminars Gaandeweg het jaar 2014 zijn verschillende relevante seminars en landelijke platformen bezocht door de ICTconsultant en sectormanager, bijvoorbeeld met betrekking tot Office 365, leerlingenvolgsysteem Esis of SharePoint. Verder valt hier ook te denken aan het netwerk BIC-NH, BIC landelijk via APS-IT Diensten of de landelijke klankbordgroep RolffKoks. 5.3
Bedrijfsvoering Technisch
Beheer Tablets De afdeling beheer van de ICT-dienst heeft in 2014 het eerste deel van de opleiding Intune (Microsoft beheeromgeving) gevolgd. Voor 2015 staat het tweede deel gepland. Doel is Intune in 2015 in gebruik te nemen voor het beheer van werkplekken op afstand. Samenwerken met Huisvesting Daar waar de huisvesting aangepast moest worden en interne verbouwingen plaatsvonden, is er nauw overleg gevoerd tussen de afdelingen. Concreet betekende dit o.a. het voorbereiden van de netwerkbekabeling door de sector huisvesting en het afmonteren door de ICT-dienst. Telefonie (VOIP) In 2014 is gestart met het gefaseerd aansluiten van onze scholen en het bestuurskantoor op de VOIP centrale van OneXS. De sector huisvesting heeft in overleg met de sector ICT gezorgd voor het vervangen van de alarmaansluitingen op de scholen. Hardware Conform het vervangingsplan is een vijfde deel van alle hardware op de scholen vervangen. Veel scholen hebben ervoor gekozen om de vaste opstellingen in te ruilen voor tablets. Servers Eén van de doelen uit het voorgaande jaar was het terugbrengen van het aantal servers op de scholen. Door het opslaan van documenten in the Cloud (Office365 OneDrive) en het gebruik van software online kon hiermee een start worden gemaakt.
5.4
Bedrijfsvoering Functioneel
OneDrive De meeste scholen hebben een start gemaakt met het overzetten van hun documenten naar de OneDrive in Office365. OneDrive biedt de mogelijkheid om documenten op een veilige manier in de ‘cloud’ op te slaan en vanuit letterlijk overal in de wereld te benaderen en te bewerken. OSO In 2014 heeft met behulp van OSO (kort voor ‘overstapservice onderwijs’) de digitale overdracht van de leerlingendossiers van Tabijn naar het voortgezet onderwijs plaats gevonden. Office365 Er is veel aandacht besteed aan de zoekfunctie. Veel scholen hebben de gezamenlijke agenda in gebruik genomen. De ‘Look and feel’ is aangepast aan de Office2013 uitstraling. Veel aandacht is besteed aan de verbetering en implementatie van The Nanny en Esis. The Nanny is een softwarepakket voor de buitenschoolse opvang voor registratie en facturering. Het leerlingenvolgsysteem Esis wordt op alle Tabijnscholen gebruikt om de vorderingen van de leerlingen te registreren.
24
6
BUITENSCHOOLSE OPVANG (BSO)
Bij Tabijn hebben zes scholen een buitenschoolse opvang in eigen beheer. De zevende, BSO Pretletters bij de Willem-Alexanderschool in Bergen, is in augustus 2014 gesloten. Er waren te weinig kinderen die van de opvang gebruik maakten. Voor alle directeuren van scholen met een eigen BSO is er de werkgroep BSO opgericht. In de werkgroep kunnen de leden ervaringen met elkaar te delen en met elkaar afstemmen. Besproken zijn onderwerpen als taakbeleid, scholing, de werkwijze van de GGD en de GGD-inspecties, de risico-inventarisaties, tariefverhoging en het administratiesysteem The Nanny. In 2014 hebben over alle BSO’s verdeeld 761 kinderen één of meerdere dagen BSO afgenomen. 6.1 Inspectie door GGD Alle BSO’s zijn in 2014 door de gemeentelijke gezondheidsdienst GGD geïnspecteerd. De GGD werkt in opdracht van de gemeenten waarin een BSO staat. Alle BSO’s van Tabijn voldoen volgens de GGD aan de gestelde eisen. In het advies van de GGD aan de gemeenten is een aantal verbeterpunten genoemd, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de risico-inventarisaties, de juiste verhouding BSO leidster - kind en de verklaring omtrent gedrag. Deze verbeterpunten zijn door de BSO’s opgepakt. 6.2 Stichting Klachtencommissie Kinderopvang De BSO’s zijn aangesloten bij een eigen klachtencommissie, Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. In 2014 heeft Tabijn zich tot deze klachtencommissie gewend, omdat een ouder vond dat de procedure om de tarieven te wijzigen niet juist was doorlopen. De klachtencommissie stelde Tabijn in het gelijk.
25
7. PERSONEEL Human Resources Management staat binnen Tabijn in het teken van kwalitatief goed personeelsbeleid met als uiteindelijk doel het beste uit onze leerlingen halen. Als onze medewerkers goed functioneren en voldoening uit hun werk halen, straalt dit direct uit naar onze leerlingen en bevordert dit de leerprestaties. Tabijn heeft in haar strategische meerjarenbeleidsplan (20102014) haar focus gelegd op het verder ontwikkelen van de lerende organisatie, met als basis: • Samenwerkend leren • Open communicatie • Zorg dragen voor een veilige leer- en werkomgeving • Een professionele cultuur waarbij aanspreken op resultaten gewoon gedrag is. In het verlengde hiervan zijn de volgende speerpunten geformuleerd: • Kwalitatief hoogwaardige opleiding en scholing van (startende) leerkrachten (oftewel investeren in het opleiden van aankomende leerkrachten en de werving en selectie daarvan alsmede de professionalisering van zittende leerkrachten). • Management Development; om als organisatie blijvend te kunnen beschikken over voldoende en competente, betrokken schooldirecteuren. • Het realiseren van aantrekkelijke loopbaanperspectieven. • Reduceren van de werkdruk. 7.1 Kwalitatief hoogwaardige opleiding en scholing van (startende) leerkrachten Tabijnbeurs Met het beurzenprogramma beoogt Tabijn om haar personeel verder te laten professionaliseren. De beurs omvatte voor een periode van twee jaar het collegegeld, de boeken van de masteropleiding en de vervanging van één dag in de week. Na vier jaar heeft Tabijn in totaal 800.000 euro geïnvesteerd in deze deskundigheidsbevordering. In dit laatste jaar van het strategisch beleidsplan 2010-2014 hebben drie leerkrachten hun schoolleidersopleiding 1 en twee leerkrachten hun Master in Special Educational Needs afgerond. Twee adjunct-directeuren hebben hun opleiding Integraal leiderschap en één directeur heeft de Master Educational Leadership met succes afgesloten. 7.2 Werkzaamheden interne opleiders Goede leerkrachten zijn de basis voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en daarmee ons aller toekomst. Tabijn heeft als lerende organisatie de kwaliteit en professionaliteit van haar leerkrachten hoog in het vaandel staan. En dat begint al bij de stagiaires. Binnen Tabijn zijn twee schoolopleiders werkzaam (LB-functies). De belangrijkste doelstelling van het intern opleiden is het opleiden en professionaliseren van aankomende en zittende leerkrachten binnen de scholen van Tabijn. De schoolopleiders fungeren als belangrijke schakel tussen de stagebiedende scholen en de opleidingsinstituten en zijn de contactpersonen voor mentoren op de stagebiedende scholen als ook voor de studenten. In samenwerking met de pabo’s leiden onze schoolopleiders mentoren en stagiaires op. Hierbij werken ze nauw samen met de directies en stagecoördinatoren van alle Tabijnscholen. Tevens werven en plaatsen zij in samenwerking met het stagebureau van Tabijn de studenten op de stagescholen. In het stagejaar 2014 waren er bij Tabijn 127 stageplaatsen beschikbaar en zijn er daarvan in totaal 90 ingevuld. De plekken werden vergeven aan gemiddeld 25 eerstejaars studenten, 26 tweedejaars studenten, 18 derdejaars studenten, en 21 vierdejaars studenten. Contractueel is vastgelegd dat de interne opleiders 40 studenten van Hogeschool Inholland bezoeken en beoordelen. Ook hebben zij een rol gespeeld bij het afnemen van de eindassessments bij zowel Inholland als IPABO vierdejaars-studenten. Alle startende leerkrachten worden in de eerste twee jaar jaarlijks één keer bezocht door de interne opleiders. Indien er behoefte is kan er in samenspraak met de directie van de school gekozen worden voor een intensievere begeleiding.
26
In 2014 hebben de schoolopleiders voor tien leerkrachten met een vaste aanstelling bij Tabijn een extra begeleidingstraject verzorgd. Voor de startende leerkrachten is er tweemaal een netwerkbijeenkomst verzorgd. Verder hebben de schoolopleiders éénmaal een mentoren training verzorgd en twee keer een bijeenkomst voor stagecoördinatoren georganiseerd. In 2014 heeft schoolopleider Ton Zwanink de cursus Synchrone Beeld Coaching gevolgd en heeft hiervoor het certificaat behaald. Schoolopleider Edith Hopman is gestart met de opleiding Coach van Onderwijsprofessionals (HBO +) en verwacht in 2015 het bijbehorende officieel erkende registerdiploma te behalen. 7.3 Management Development In het strategisch beleidsplan 2010-2014 zijn afspraken geformuleerd rondom Management Development. Het speerpunt hierbij luidde: als organisatie blijvend kunnen beschikken over voldoende en competente, betrokken schooldirecteuren. Er is in 2014 een tweedaags management developmentprogramma opgesteld. Bij deze tweedaagse waren de directeuren, de algemene directie, het College van Bestuur en de sectormanagers aanwezig. De titel van het programma luidde: In (fysiek) contact met uw leidinggevende rol, met uw collega’s, met opbrengstgericht werken en met effectief leiderschap. De dagen werden begeleid door CBE-consultants. Doelstellingen van de tweedaagse waren: -
De principes van opbrengstgericht werken met elkaar verder te ontwikkelen Dieper inzicht krijgen in de persoonlijke leiderschapsstijl en zich als leidinggevende verder te ontwikkelen: wat maakt je effectief in de context van opbrengstgericht werken?
Tijdens de eerste dag werd er een intensief managementspel gespeeld. De dag werd afgesloten met een boksclinic, waarbij de metafoor van het ervaren van boksen (incasseren, inschatten en uitdelen) werd gebruikt in de eigen leiderschapsstijl. Tijdens de tweede dag schoven er collega’s uit het veld aan om hun ervaringen als onderwijskundig leider over het inrichten en implementeren van professionele leergemeenschappen te delen. Als rode draad liep de theorie over leiderschap van Zenger en Folkman door het programma. Tijdens de bijeenkomsten van het directeurenberaad in 2014 zijn er tevens inhoudelijke presentaties verzorgd in het verlengde van de functie als schoolleider bij Tabijn. Voorbeelden van deze thema’s zijn: het meerjarenperspectief en strategische personeelsplanning, de functiemix en LB-functies en de nieuwe CAO PO en de vertaling naar Tabijnbeleid. 7.4 Bewegingsonderwijs Leerkrachten die de pabo afronden zijn tegenwoordig niet automatisch meer bevoegd om bewegingsonderwijs te geven. Aangezien beweging een belangrijk onderdeel is van de ontwikkeling van kinderen, biedt Tabijn de leerkrachten die geen bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs hebben, de post HBO opleiding tot vakspecialist bewegingsonderwijs aan. De leerkrachten die deze opleiding afronden zijn specialist bewegingsonderwijs en kunnen hun expertise inzetten op de school of scholen waar zij werken en daarmee een bijdrage leveren aan kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs. In 2014 hebben vijf leerkrachten de post HBO opleiding vakspecialist bewegingsonderwijs afgerond. In 2014 zijn er nog eens elf leerkrachten aan het laatste blok van deze opleiding begonnen. Deze leerkrachten zullen naar verwachting in 2015 de opleiding afronden. 7.5 Netwerk voor adjunct-directeuren Het programma van het adjunctennetwerk wordt per schooljaar vastgesteld door de agendacommissie van het adjuncten-netwerk. In de agendacommissie hebben twee of drie adjunct directeuren zitting en de sectormanager HRM en bestuursondersteuning is de voorzitter. De agendacommissie van het adjunctennetwerk heeft dit jaar het programma vastgesteld voor de overkoepelende thema’s ‘Het adjunctennetwerk als leergemeenschap’ en vanaf het nieuwe schooljaar 20142015 ‘De (onafhankelijke) positie van de adjunct-directeur’. De bijeenkomst van februari is begeleid door een externe adviseur van APS. Doelstellingen van de bijeenkomst waren het met elkaar onderzoeken van elementen van een succesvolle professionele leergemeenschap en het analyseren van elementen hiervan in de eigen school. De adjunct-directeuren hebben gewerkt met nieuwe vormen van intervisie, flitscoachgesprekken
27
en ontwerpen voor de eigen school. Tijdens de bijeenkomst van april is met de voorzitter van het College van Bestuur gesproken over fusies binnen Tabijn, de vervolgstappen van het strategisch beleidsplan 2014-2018 en de CITO-scores van scholen van Tabijn. In de laatste bijeenkomst van het schooljaar 2013-2014 is met een lid van de algemene directie van gedachten gewisseld over de (onafhankelijke) positie van de adjunct-directeur en hebben de adjuncten ervaringen met fusies gedeeld. Tijdens de bijeenkomst van september heeft de adjunctdirecteur van de Anne Frankschool een rondleiding gegeven op haar school en een presentatie over de Anne Frankschool gegeven. De bijeenkomst van november stond in het teken van het jaarplan van het bestuursbureau. Ook is er over dit jaarplan van gedachten gewisseld met de voorzitter van het College van Bestuur. De adjunct-directeuren hebben hun coachingsvaardigheden tijdens deze bijeenkomst verdiept en zijn met de directeur van de Otterkolken in gesprek gegaan over bevlogenheid als adjunct-directeur. 7.6 Doorstroom in leidinggevende functies Ook in 2014 zijn er een aantal personeelswisselingen geweest in de groep leidinggevenden. Op de nieuwe fusieschool DURV! in Alkmaar is per 1 maart een nieuwe directeur gekozen. Op Toermalijn in Castricum is de interim-directeur vervangen door een Tabijndirecteur. 7.7 Loopbaanmanagement Ook in2014 is Tabijn doorgegaan met de verdere invoering van de functiemix. Tabijn ziet de functiemix als een instrument om doorgroeimogelijkheden aan haar medewerkers aan te bieden en als stimulans voor de professionele ontwikkeling van haar medewerkers. Een van de belangrijkste factoren in de kwaliteit van het onderwijs is ten slotte de professionele kwaliteit van de leerkracht die voor de groep staat. Wanneer leerkrachten zich extra inzetten, uitstekend functioneren of een extra opleiding volgen in het kader van hun professionalisering werpt dit ook zijn vruchten af op de kwaliteit van het onderwijs. In 2014 zijn twee leerkrachten benoemd in LB-functies als gedragsspecialist, één als didactisch coördinator, één cultuurcoördinator, drie bouwcoördinatoren, twee ICT-coördinatoren, één als LB-specialist van het jonge kind, één LB-specialist sociaal-emotionele ontwikkeling en één leerkracht MRT. Per 1 augustus 2014 heeft een totaalpercentage van 25% van alle leerkrachten een LB-functie binnen Tabijn. Dit is een stijging van 5% ten opzichte van het jaar daarvoor. 7.8 Flexpool Om snel knelpunten in de bezetting op haar scholen te kunnen oplossen, werkt Tabijn met een flexpool. Medewerkers in de flexpool hebben weliswaar een vast dienstverband maar werken niet op één vaste school of voor één vaste groep. Ze kunnen worden ingezet in alle groepen op alle Tabijnscholen, zowel voor langdurige als voor kortdurende inval of een combinatie hiervan. Iedere flexpooler heeft een vaste leidinggevende en een standschool. Als er geen invalwerk voor de flexpooler is, is de flexpooler aanwezig op de eigen standschool en verricht hij daar werkzaamheden. In 2014 werkten er gemiddeld 70 leerkrachten (47 FTE) in de flexpool. Om de grootte van de flexpool op peil te houden zijn er in 2014 20 leerkrachten aangetrokken om vanuit de flexpool op de Tabijnscholen te werken. Het grootste deel van deze leerkrachten heeft hun eindstage van de pabo op een Tabijnschool afgerond en is met zeer positieve beoordelingen en referenties door de scholen en de schoolopleiders bij Tabijn in (tijdelijke) dienst gekomen. De overige leerkrachten die in 2014 in de flexpool zijn gaan werken, hebben eerder als oproepkracht bij Tabijn gewerkt en hebben daarin laten zien dat zij een grote bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs binnen Tabijn. Ook flexpoolers moeten de mogelijkheid hebben om zich te scholen en te ontwikkelen. Hiervoor is een opleidingsbudget gereserveerd. Naast de individuele scholing volgen de flexpoolers de teamscholing op hun standscholen. Iedere flexpooler heeft een eigen standschool waar hij of zij met de leidinggevende (de directeur van de standschool) ook de gesprekkencyclus volgt. De flexpooler maakt hierbij ook afspraken over zijn/of haar ontwikkeling en te volgen scholing. 7.9 Overige personele zaken Arbo en verzuim De preventiemedewerker van Tabijn, Fred de Wildt, heeft in samenwerking met de Arbo contactpersonen in 2014 gewerkt aan het actualiseren van de Risico-inventarisatie- en –evaluaties (RI&E’s) op de scholen. In het najaar van 2014 hebben de interne Arbo contactpersonen hun professionaliseringsbijeenkomst gehad onder
28
begeleiding van de interne preventiemedewerker en een extern adviseur. Doelstelling van deze bijeenkomst was het informeren van de Arbo contactpersonen over de nieuwe RI&E van Arbomeester. Verbetering van welbevinden en reductie van de ervaren werkdruk Vanaf 1 januari 2014 is Tabijn een samenwerking aangegaan met Arbodienstverlener Perspectief. Medewerkers die zich ziek hebben gemeld worden voortaan in nauwe samenwerking begeleid door een bedrijfsarts en een verzuimconsultant. Deze samenwerking ondersteunt het nieuwe verzuimbeleid van Tabijn, dat ook in het eerste kwartaal in 2014 in werking is. In het verlengde hiervan heeft de verzuimconsultant van Perspectief in maart een presentatie verzorgd bij de personeelsraad over preventie van verzuim en het ervaren van werkdruk. Om medewerkers van Tabijn te begeleiden die verzuimen vanwege psychische klachten is Tabijn een samenwerking gestart met de organisatie SKILS. NIP-geregistreerde psychologen begeleiden de medewerkers na een gedegen diagnose in individuele trajecten weer terug naar de werkvloer. In het najaar van 2014 hebben adviseurs van Perspectief een verzuimworkshop voor de directeuren verzorgd. Medezeggenschap In het laatste kwartaal van 2014 heeft Tabijn een training medezeggenschap georganiseerd. Deelnemers aan deze training waren ouders en leerkrachten die zitting hebben in de MR/GMR. De training is bezocht door 22 deelnemers, waarvan acht van de personeelsgeleding en veertien van de oudergeleding. De training is positief geëvalueerd. Tijdelijke en vaste benoemingen Aangezien de regio waarin Tabijn haar scholen heeft staan de komende jaren te maken heeft met krimpende leerlingenaantallen, is het voor Tabijn financieel van belang dat zij haar personeelsbestand scherp bewaakt. Dit betekent dat in het geval van flexpoolers met een tijdelijk contract, dit contract niet per definitie bij een voldoende beoordeling kan worden verlengd of in een vast contract kan worden omgezet. In 2014 heeft het CvB besloten om het contract van 10 FTE leerkrachten om te zetten van een tijdelijk contract naar een vaste aanstelling. De nieuwe CAO PO 2014-2015 In het najaar van 2014 heeft de sector HRM en bestuursondersteuning in verschillende geledingen presentaties verzorgd over de nieuwe CAO PO 2014-2015 om de organisatie voor te bereiden op de vertaling van de afspraken uit deze CAO naar Tabijnafspraken. In het laatste kwartaal van 2014 zijn de werkgroep taakbeleid en de werkgroep gesprekkencyclus hiermee aan de slag gegaan. Aangezien de teksten van de nieuwe CAO pas in november 2014 officieel beschikbaar waren heeft Tabijn besloten het schooljaar 2014-2015 te zien als overgangsjaar voor de implementatie van de afspraken.
29
7.10
Grafieken
7.10.1 Leeftijd personeel
Leeftijdsverdeling 65+ jaar 1%
15 tot 25 jaar 10% 55 tot 65 jaar 26% 25 tot 35 jaar 28% 45 tot 55 jaar 17% 35 tot 45 jaar 18%
7.10.2 Uitstroom
Uitstroom 2014 per leeftijdsklasse per M/V 35 30 25 20 15
30
10 5
6
6
0 15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
11 3 35 tot 45 jaar
4
0
45 tot 55 jaar
30
55 tot 65 jaar
65+ jaar
Totaal
vrouw man
Reden van uitstroom 2014 Blijvende arbeidsongeschiktheid
3% 3% 3%
einde contract Pensioenering
36%
31%
Op eigen verzoek Overleden 24% Proeftijd 7.10.3 Instroom
Instroom 2014
34%
onderwijzend personeel onderwijs ondersteunend personeel
66%
31
8.
ONTWIKKELINGEN IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN
8.1 Samenwerking Tabijn met de Vrije Universiteit In 2013 heeft Tabijn een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met het Centrum Brein & Leren van de Vrije Universiteit (onder leiding van prof. dr. Jelle Jolles). Het Centrum Brein & Leren is een internationaal gerenommeerd instituut op het terrein van de neuropsychologische ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd. De samenwerking maakt het mogelijk om enerzijds wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en anderzijds experimentele onderwijsinterventies op de Tabijnscholen op te zetten, uit te voeren en te evalueren. Zodoende tracht men de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. De samenwerking is feitelijk in 2014 van start gegaan met het opstarten van meerdere met elkaar samenhangende projecten. Thema’s van deze projecten zijn: talentontwikkeling van leerlingen, versterking van het wetenschaps- en techniekonderwijs, professionalisering van leerkrachten in het bijzonder op het terrein van het omgaan met verschillen. De projecten worden door wetenschappelijk onderzoekers van de VU op de Tabijnscholen uitgevoerd. In 2015 zal de samenwerking tussentijds worden geëvalueerd. In 2014 heeft meer dan de helft van de Tabijnscholen al aan één of meerdere projecten van de VU deelgenomen. De samenwerking heeft een looptijd van drie jaar van september 2013 - september 2016. 8.2 Samenwerking Tabijn met Atrium Eind 2012 hebben de besturen van Tabijn en Atrium een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Atrium is een schoolbestuur met zes scholen in de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. De overeenkomst heeft tot doel dat de ICT-dienst van Tabijn het technisch beheer op ICT-gebied uitvoert voor Atrium. In 2013 is de ICTdienst van Tabijn gestart met het vervangen van alle computers en servers op de Atriumscholen en het bestuursbureau van Atrium; deze waren sterk verouderd. Dit proces is in 2014 afgerond. Vanaf dat moment wordt het technisch ICT-beheer voor Atrium op normale, reguliere wijze uitgevoerd door de ICT-dienst van Tabijn. 8.3 (Beoogde) samenwerking met CPOW In 2013 heeft het Purmerendse schoolbestuur CPOW met 19 scholen Tabijn verzocht om mee te dingen naar het uitvoeren van de financiële en personele administratie voor CPOW. Onder leiding van de financial controller van Tabijn heeft Tabijn vervolgens ingeschreven op het Europese aanbestedingstraject dienaangaande. Deze aanbesteding is in 2014 uitgevoerd, maar is niet door Tabijn gewonnen. De gunning is uiteindelijk naar een commercieel administratiekantoor (Dyade) gegaan. Daarmee is de beoogde samenwerking op administratief gebied tussen beide schoolbesturen niet tot stand gekomen. 8.4 Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs In 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Deze wet voorziet in de oprichting van nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, waarbij alle basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in een bepaalde regio verplicht zijn aangesloten (ongeacht denominatie). De Tabijnscholen zijn ingedeeld in twee samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, het samenwerkingsverband IJmond en het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland. In het samenwerkingsverband IJmond zijn in 2014 15 Tabijnscholen aangesloten; het gaat om de scholen in de gemeenten Heemskerk, Uitgeest en Castricum. In het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland zijn acht Tabijnscholen aangesloten; het gaat om de scholen in de gemeenten Bergen, Heiloo, Alkmaar en Langedijk. De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs hebben wettelijk meer bevoegdheden en budgettaire ruimte dan de oude samenwerkingsverbanden WSNS. Ook hebben de schoolbesturen zorgplicht, hetgeen betekent dat voor iedere leerling die zich aanmeldt een passende plek gevonden moet worden. Tabijn is de afgelopen jaren nauw betrokken bij de oprichting en inrichting van de beide nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. In 2013 en 2014 zijn hiertoe grote en belangrijke stappen gezet. In beide verbanden is de (nieuwe) rechtspersoon opgericht en is een ondersteuningsplan vastgesteld. In het wettelijk verplichte ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband vast hoe het passend onderwijs voor de leerlingen wil realiseren en welk niveau van ondersteuning de scholen tenminste moeten bieden. Het bestuur van Tabijn is vertegenwoordigd in het bestuur van de beide samenwerkingsverbanden. 8.5 Playing for Success Alkmaar Een aantal schoolbesturen uit het primair en voortgezet onderwijs in de regio Alkmaar, waaronder Tabijn, en de gemeente Alkmaar hebben in 2013 samen met de voetbalclub AZ het concept Playing for Success
32
gelanceerd. Bij Playing for Success gaat het om leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs van negen tot 14 jaar, die onderpresteren op het gebied van taal en rekenen of de verwachtingen niet waarmaken en een leerachterstand op lopen. Via het programma Playing for Success werken leerlingen in het voetbalstadion van AZ samen aan opdrachten op het terrein van taal, rekenen en computervaardigheden. Het stadion, de sport en de ambiance van de professionele voetbalwereld moeten de leerlingen stimuleren tot betere prestaties. Via het concept Playing for Success is de verwachting dat bij een groei in motivatie, zelfvertrouwen en zelfbeeld de prestaties van de deelnemende leerlingen op de cognitieve vakken zichtbaar zullen stijgen. In het voorjaar van 2013 is Playing for Success met de eerste twee groepen leerlingen uit het basisonderwijs gestart. In 2014 is het aantal groepen uitgebreid met leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Uit meerdere evaluaties is gebleken dat de deelnemende leerlingen zeer enthousiast op het programma hebben gereageerd. Het programma wordt gerund door een leerkracht van Tabijn, Iwan Sombroek (van de Vrijburg) die hiertoe bij Playing for Success is gedetacheerd. Iwan Sombroek is tevens centrummanager (in feite: directeur) van Playing for Succes Alkmaar en geeft daarnaast ook les aan de deelnemende leerlingen. In 2014-2015 heeft het bestuur van Playing for Success stappen ondernomen om de continuïteit van het programma de komende jaren veilig te stellen. Dit heeft vooral betrekking op de financiering van het programma. Hierover ontstaat naar verwachting meer duidelijkheid in 2015. Het bestuur van Tabijn participeert in het bestuur van Playing for Success Alkmaar.
33
9. HUISVESTING 9.1 Algemeen In het strategisch beleidsplan is opgenomen als doel moderne huisvesting en inrichting daarvan voor de Tabijnscholen. De scholen zijn gevestigd in een modern en adequaat gebouw (zonder onderhoudsachterstanden) dat is toegerust voor eigentijds onderwijs. 9.2 Onderhoud Op diverse scholen is groot onderhoud uitgevoerd, zoals vervangen hekwerken, uitvoeren schilderwerk en vernieuwen verwarmingsinstallaties. De onderhoudsdienst van Tabijn verricht het kleine onderhoudswerk en is bij storingen en calamiteiten aanwezig om deze op te lossen. De jaarlijks verplichte keuringen worden planmatig uitgevoerd. Het betreft keuringen aan elektrische installaties, gasinstallaties, alarminstallaties, verwarmingsinstallaties, brandblusmiddelen, noodverlichting, speeltoestellen. De keuringen aan de alarminstallaties en speeltoestellen worden uitgevoerd door een medewerker van de sector Huisvesting, zij is hiervoor gecertificeerd. Overzicht uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden Buitenschilderwerk:
- DURV! Tochtwaard - De Branding - Het Rinket - Toermalijn - J.D. van Arkelschool
Binnenschilderwerk:
- Van Arkelschool - Leonardusschool - Visser t Hooft - Binnnemeer
Interne verbouwing entree/hal:
- J.D. van Arkelschool
Vervangen keuken:
- De Branding
Fietsenstalling leerkrachten, buitenberging:
- Willem-Alexanderschool - De Duif
Voegwerk:
- Willem-Alexanderschool - De Duif
Vernieuwen boeiboorden:
- Cuneraschool - De Duif
Hekwerken, erfscheiding:
- DURV! Elgerweg (kleuterplein) - De Duif - Anne Frankschool - dislocatie Anne Frankschool
Plaatsen garderobekasten:
- Visser t Hooft
Dakbedekking vervangen
- Dislocatie Anne Frankschool (fietsenstalling)
Aanpassing aan nieuwe eisen Bouwbesluit:
- Bareel, semipermanent gebouw
9.3 Meerjarenonderhoudsplan Het meerjarenonderhoudsplan is in 2013 geactualiseerd, dit in verband met de verwachte wetswijziging van het overhevelen buitenonderhoud van gemeente naar schoolbestuur. Bekend is nu hoe de gebouwen van Tabijn ervoor staan en welk budget nodig is om het onderhoud de komende jaren te bekostigen. Er is een
34
wetsvoorstel wat regelt dat het budget voor het ’buitenonderhoud’ van de schoolgebouwen rechtstreeks naar de schoolbesturen gaat. Deze wet zal op 1 januari 2015 ingaan. Schoolbesturen zijn dan verantwoordelijk voor het gehele onderhoud van de schoolgebouwen. Tabijn is goed toegerust om de gebouwen in goede conditie te houden en zorg te dragen voor een optimale leeromgeving. 9.4 Vernieuwing en renovatie (korte termijn) Het bestaande semipermanente gebouw “Het Blok” bij De Bareel is in 2009 neergezet met een omgevingsvergunning die op 1 juli 2104 verliep. In overleg met de gemeente is een nieuwe permanente omgevingsvergunning aangevraagd en verleend. In de zomer van 2014 is het gebouw conform de verleende vergunning aan de eisen van het Bouwbesluit aangepast. De Gemeente Langedijk heeft in het integraal huisvestingsplan IHP vastgelegd dat basisschool Het Baken in Sint Pancras in 2015-2016 zal worden aangepast en gerenoveerd. Eind 2014 is met de planvorming begonnen. 9.5 Vernieuwing en renovatie (lange termijn) Met de gemeente Uitgeest wordt gesproken over de plannen voor de Binnenmeer, Molenhoek en Vrijburg. Tabijn heeft een schetsplan ingediend om het gebouw van de Binnenmeer aan te passen aan de eisen van het hedendaagse onderwijs. Met de gemeente wordt overlegd of het mogelijk is om Molenhoek en Vrijburg te verplaatsen naar de leegkomende locatie van OBS De Paltrok in de wijk De Koog. In Castricum is door de Gemeente in het IHP vastgelegd dat in Castricum Oost het aantal schoolgebouwen wordt verminderd en dat er nieuwbouw wordt gerealiseerd.
35
10. JAARVERSLAG EXTERNE VERTROUWENSPERSOON 10.1
Managementsamenvatting
Hieronder treft u de belangrijkste punten aan uit het “Jaarverslag externe vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen 2014” en het “Jaarverslag externe vertrouwenspersoon integriteit 2014”.
Ongewenste omgangsvormen 2014
Ongewenste omgangsvormen 2013 onderwijskundig
6
onderwijskundig
0
0 4 5
schoolorganisatorisch
00 2012 2013 2014
3 7
ongewenste omgangsvormen Meld- en Aangifteplicht
Integriteit
1
3
schoolorganisatorisch ongewenste omgangsvormen
2013: In 2013 werden 15 meldingen/klachten behandeld door de interne contactpersonen. De externe vertrouwenspersoon werd 6 keer ingeschakeld, 2 keer op verzoek van de directie. Er zijn geen meldingen van het vermoeden van een misstand geweest. 2014: In 2013 werden 13 meldingen/klachten behandeld door de interne contactpersonen. De externe vertrouwenspersoon werd 4 keer ingeschakeld. Er zijn geen meldingen van het vermoeden van een misstand geweest.
Enkele opvallende punten: • Voor zover bij de externe vertrouwenspersonen bekend, zijn er in 2014 opnieuw geen klachten ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie. • De klachten die door de externe vertrouwenspersoon zijn behandeld waren alle afkomstig van ouders. De klachten hadden ook dit jaar als gemeenschappelijk punt dat de communicatie door de directie onderdeel uitmaakte van de klacht. Aanleiding en inhoud van de klachten was divers. • Drie van de vier klachten hadden betrekking op een geëscaleerde situatie op een enkele school. Daarvoor gecorrigeerd, moet worden vastgesteld dat het totaal aantal klachten een dalende lijn vertoont. • Het aantal meldingen en klachten was in de afgelopen niet hoog. Scholing: De geplande jaarlijkse scholingsbijeenkomst in 2013 is, in verband met omstandigheden, uitgesteld en heeft plaatsgevonden op 5 februari 2014. Op 18 november 2014 heeft opnieuw een scholingsbijeenkomst plaatsgevonden. Tijdens die bijeenkomst bleek dat er behoefte bestond aan een basistraining voor nieuwe interne contactpersonen. Deze is gepland voor het voorjaar van 2015.
36
Beleid: Het Tabijnbeleid op het gebied van ongewenste omgangsvormen en integriteit is op hoofdlijnen actueel. Tabijn heeft een organisatiebrede gedragscode opgesteld. Het is aan te raden deze zoveel mogelijk te integreren in de taak en werkzaamheden van de interne contactpersonen en externe vertrouwenspersoon. Aandachtspunten en adviezen: In z’n algemeenheid kan worden gesteld dat Tabijn goed vormgeeft aan de taken van de interne contactpersoon en de externe vertrouwenspersoon. Laagdrempelig contact is mogelijk en klachten worden serieus genomen. Uiteraard valt er altijd nog wel iets te verbeteren. In deze context vallen de onderstaande aandachtspunten en adviezen. • Gehoopt werd, dat de verhoogde aandacht voor preventie bij de interne contactpersonen zou leiden tot meer meldingen, zodat verstoringen in een vroeg stadium kunnen worden opgepakt. Dit blijkt nog niet uit de cijfers van 2014, zodat deze kerntaak van de contactpersonen ondersteuning blijft behoeven. • De scholing voor met name nieuwe contactpersonen heeft in 2014 niet plaatsgevonden. Tijdens de meest recente algemene scholingsbijeenkomst bleek veel belangstelling voor juist die basisscholing te bestaan, ook bij contactpersonen die de eigen kennis willen ‘opfrissen’. • De verslaglegging door de interne contactpersonen is ten opzichte van verleden jaar verbeterd maar blijft om aandacht vragen. • Uit één van de behandelde casussen bleek weer, hoe groot de impact van social media kan zijn. Toch is het aantal meldingen met betrekking tot ‘social media’ niet groot. Dit strookt niet met het algemene beeld in het werkveld, waarin juist relatief veel casuïstiek rondom social media voorkomt. • In het verlengde daarvan wordt opgemerkt, dat het ‘internet en e-mailprotocol’ nogal gedateerd is.
10.2
Jaarverslag Vertrouwenspersoon Integriteit Stichting Tabijn
Inleiding Één keer per jaar maken de externe vertrouwenspersonen een rapportage van de meldingen en klachten in het afgelopen jaar; het jaarverslag. Het doel van het jaarverslag is, verantwoording af te leggen aan de opdrachtgever c.q. het bestuur ten aanzien van de werkzaamheden van de externe vertrouwenspersoon integriteit. Ook is het jaarverslag bedoeld om inzicht te bieden in eventuele problemen binnen de organisatie met betrekking tot integriteit. Het jaarverslag wordt zodanig opgesteld dat niet herleidbaar is wie een melding heeft gedaan of heeft geklaagd. Concrete omschrijvingen van casuïstiek zijn dan ook niet in dit verslag opgenomen. In het jaarverslag komen de volgende onderwerpen aan bod: • • • • • • •
De gegevens van de vertrouwenspersoon integriteit De taken van de vertrouwenspersoon integriteit De werkzaamheden van de vertrouwenspersoon integriteit Een overzicht en analyse van eventuele meldingen Informatie over de wijze van afhandeling van eventuele meldingen Eventuele overige werkzaamheden van de vertrouwenspersoon integriteit(bijvoorbeeld ontwikkeling beleid, voorlichtingsactiviteiten) Conclusies en aanbevelingen
Contactgegevens Met ingang van 2 februari 2012 heeft Stichting Tabijn Petra Vervoort benoemd als vertrouwenspersoon integriteit. Sindsdien heeft zij als enige externe vertrouwenspersoon gefunctioneerd. Vanaf de zomer van 2014 zijn de werkzaamheden van Petra vanwege gezondheidsredenen in toenemende mate waargenomen door de overige leden van het team van De Vertrouwenspersoon. Sinds oktober 2014 is de waarneming volledig. Voor Tabijn staan sindsdien de onderstaande vaste externe vertrouwenspersonen ter beschikking. Freek Walther
[email protected] 06-40816327
Jeanette Jager
[email protected] 06-18233215
37
De taak van de vertrouwenspersoon integriteit De vertrouwenspersoon integriteit heeft tot taak: • • • •
Een (potentiële) melder op verzoek te informeren over de procedure en te adviseren over het doen van een melding Een melding op verzoek van de melder op een afgesproken wijze en tijdstip door te geleiden naar het bestuur of de voorzitter van de Raad van Toezicht Het bestuur, dan wel de voorzitter van de Raad van Toezicht op verzoek over een melding te informeren en/of te adviseren Het bestuur en/of de Raad van Toezicht (gevraagd of ongevraagd) te adviseren over het gevoerde integriteitbeleid
Bij het vermoeden van een misstand kan het gaan om: • • • • • •
Financiële schendingen (diefstal, verduistering, fraude e.d.) Misbruik positie en belangenverstrengeling (aannemen geschenken, omkoping e.d.) Lekken en misbruik van informatie (verlies/diefstal informatiedragers, raadplegen informatie e.d.) Misbruik bevoegdheden (valsheid in geschrifte e.d.) Misbruik bedrijfsmiddelen en overtreding interne regels (niet volgen procedures, alcoholmisbruik, werkverzuim e.d.) Misdragingen in de privésfeer (financiële schendingen, ongewenste omgangsvormen, ongewenste contacten e.d.)
De vertrouwenspersoon handelt binnen het kader van de “Regeling Melden vermoeden misstanden 2012 Tabijn”. Overzicht meldingen vermoeden misstand / integriteitsschending Periode 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 Melding vermoeden misstand:
2012
2013
2014
Financieel
0
0
0
Misbruik positie / belangenverstrengeling
0
0
0
Lekken en misbruik van informatie
1
0
0
Misbruik bevoegdheden
0
0
0
Misbruik bedrijfsmiddelen / overtreding interne regels
0
0
0
Misdraging in de privésfeer
0
0
0
Totaal:
1
0
0
Analyse van de meldingen In de rapportageperiode is er géén melding geweest van het vermoeden van een misstand. Ook in 2013 zijn er geen meldingen geweest. Werkzaamheden gedurende de rapportageperiode In het jaar 2014 heeft de externe vertrouwenspersoon geen specifieke werkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van het onderwerp integriteit. Het is ook niet nodig hier jaarlijks uitgebreid bij stil te staan. Bovendien is in de jaren 2012 en 2013 wél ruimschoots aandacht aan het onderwerp besteed, in de vorm van zorgvuldige implementatie (2012) en het publiceren van het artikel van Petra Vervoort in de nieuwsbrief (2013).
38
Een (overigens niet onomstreden) definitie van integriteit is: ‘het goede doen, ook wanneer niemand toekijkt’. Zo bekeken gaat het om een onderwerp met relevantie voor nagenoeg alle organisatieprocessen. Het valt wellicht te overwegen, in 2015 het onderwerp nogmaals te belichten vanuit deze invalshoek. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren in de vorm van een nieuw, verdiepend artikel. Daarmee zou tevens worden bereikt, dat het bestaan van de vigerende regeling opnieuw onder de aandacht van de medewerkers wordt gebracht. Conclusie en aanbevelingen Conclusie: In de afgelopen twee jaar zijn er geen meldingen geweest. Zoals al in 2013 is geconcludeerd, is de organisatie transparant en integer. Dat zal er mede toe leiden dat de kans op een integriteitsschending niet bijzonder hoog is. Ook al om die reden is het uitblijven van meldingen niet opmerkelijk te noemen. Meer in het algemeen zijn integriteitmeldingen schaars. Ze hebben echter, áls ze er zijn, doorgaans een zeer ingrijpend karakter. Het uitblijven van meldingen in de afgelopen jaren doet dan ook niet af aan het belang van het bestaan van de vigerende regeling. Daarvan gaat een preventieve werking uit, en bovendien verlaagt het bestaan van de regeling de drempel voor medewerkers om misstanden te melden. Aanbevelingen: Zoals in het vorige hoofdstuk al werd aangegeven, verdient het aanbeveling om het thema integriteit “levend” te houden door hier periodiek aandacht aan te besteden. Nu de implementatie voltooid is, bestaat er ruimte voor verdieping. Integriteitbeleid heeft primair betrekking op het signaleren en zorgvuldig aanpakken van misstanden, maar daarnaast is integriteit nauw verbonden met het dagelijks handelen op het werk. Bewustwording op dit terrein draagt bij aan het in stand houden van een werkelijk ‘integere organisatie’. Het besef hiervan is bij Tabijn overigens groot. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de in juni 2013 geïntroduceerde gedragscode. Het zou wellicht goed zijn, deze code nogmaals voor het voetlicht te brengen en daarbij een koppeling te maken met het thema integriteit meer in het algemeen. Dit zou bijvoorbeeld gestalte kunnen krijgen in de vorm van een artikel in de nieuwsbrief. Voor het overige wordt verwezen naar de aanbevelingen die in het voorgaande jaarverslag zijn gedaan.
39
10.3
Jaarverslag externe vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen
Inleiding Één keer per jaar maken de externe vertrouwenspersonen een rapportage van de meldingen en klachten in het afgelopen jaar; het jaarverslag. Het doel van het jaarverslag is, verantwoording af te leggen aan de opdrachtgever c.q. het bestuur ten aanzien van de werkzaamheden van de externe vertrouwenspersonen. Ook is het jaarverslag bedoeld om inzicht te bieden in eventuele problemen binnen de organisatie met betrekking tot sociale veiligheid. Het jaarverslag wordt zodanig opgesteld dat niet herleidbaar is wie een melding heeft gedaan of heeft geklaagd. Concrete omschrijvingen van casuïstiek zijn dan ook niet in dit verslag opgenomen. In het jaarverslag komen de volgende onderwerpen aan bod: • • • • • • • • • •
De gegevens van de externe vertrouwenspersonen De taken van de externe vertrouwenspersonen De werkzaamheden van de externe vertrouwenspersonen Een overzicht van het aantal meldingen en klachten in het afgelopen jaar Het soort meldingen en klachten De rol van de interne/externe vertrouwenspersonen (advies / begeleiding e.d.) Eventuele vervolgacties naar aanleiding van meldingen en klachten Analyse van de meldingen en klachten Overige werkzaamheden van de interne/externe vertrouwenspersonen (bijvoorbeeld ontwikkeling beleid, voorlichtingsactiviteiten, maken brochures) Conclusies en aanbevelingen
Contactgegevens Vanaf augustus 2013 tot juni 2014 heeft mevrouw Petra Vervoort als enige externe vertrouwenspersoon gefunctioneerd. Daarna zijn haar werkzaamheden vanwege gezondheidsredenen in toenemende mate waargenomen door de overige leden van het team van De Vertrouwenspersoon. In die periode heeft mevrouw Jennemieke Otger naast Petra Vervoort gefunctioneerd, en één melding behandeld. Sinds oktober 2014 is de waarneming volledig. Voor Tabijn staan sindsdien de onderstaande vaste externe vertrouwenspersonen ter beschikking. Freek Walther
[email protected] 06-40816327
Jeanette Jager
[email protected] 06-18233215
Taken van de externe vertrouwenspersoon De drie hoofdtaken van de externe vertrouwenspersoon zijn opvang, preventie en advies. Opvang Opvang en begeleiding vindt desgewenst plaats in situaties waarin er sprake is van klachten. Het begrip ‘klacht’ wordt in het vigerende beleidsdocument breed gedefinieerd als: ‘klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde’. Een speciaal aandachtsgebied van de vertrouwenspersoon is ongewenste omgangsvormen, maar klachten kunnen ook betrekking hebben op schoolorganisatorische en onderwijskundige aspecten. De klager kan contact opnemen met de interne contactpersoon dan wel de externe vertrouwenspersoon. Deze zal, indien dit gezien de aard van de klacht redelijkerwijs tot de mogelijkheden behoort, proberen om samen met de klager tot een goede oplossing te komen. In ernstigere gevallen zal de externe vertrouwenspersoon de klager begeleiden in een eventuele officiële procedure of bij het doen van aangifte bij de politie. Ook heeft de externe vertrouwenspersoon een verwijsfunctie als er verdere hulp(verlening) is gewenst. Preventie Bij de uitoefening van de preventieve taak geeft de vertrouwenspersoon voorlichting over de begrippen gewenste en ongewenste omgangsvormen, over de taak van de vertrouwenspersoon in het algemeen en over
40
het beleid met betrekking tot ongewenste omgangsvormen in het bijzonder. In verband met complexe wet- en regelgeving wordt daarbij vaak speciaal aandacht besteed aan seksuele intimidatie c.q. seksueel misbruik. Advies De externe vertrouwenspersoon adviseert de opdrachtgever over het te voeren beleid ten aanzien van ongewenste omgangsvormen en over de wijze waarop dit beleid binnen de organisatie geïmplementeerd kan worden. Meldingen en klachten bij de interne contactpersonen 8 7 6 5 4 3 2
2012
1
2013
0
2014
Categorieën: • • • •
Onderwijskundig = wijze van lesgeven, lesprogramma, toetsing e.d. School organisatorisch = plaats in de klas, vakanties, continurooster, communicatie Ongewenste omgangsvormen = agressie, geweld, discriminatie/racisme, pesten, (seksuele)intimidatie (waarbij Meld- en Aangifteplicht niet van toepassing is) Meld- en Aangifteplicht = (vermoeden van een) zedenmisdrijf
Toelichting: 22 van de 23 scholen hebben gegevens aangeleverd, deze gegevens zijn in het bovenstaande overzicht verwerkt. Daarbij moet worden opgemerkt dat één jaarverslag helaas buiten de orde is verklaard, omdat de aangeleverde gegevens betrekking hadden op het totaal van meldingen bij de directeur én de interne contactpersoon. Omdat het hier ging om een totaal van tien meldingen, zou opname van deze gegevens leiden tot vervuiling van het beeld.De (overige) interne contactpersonen hebben in totaal 13 meldingen/klachten behandeld. De inhoud van de meldingen (4) en klachten (9) zijn divers van aard, er is geen rode draad. In alle gevallen op één na is de melding/klacht binnen school opgepakt en afgehandeld. Meldingen en klachten bij de externe vertrouwenspersonen
41
4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
2011 2012 2013 2014
Categorieën: • • • •
Onderwijskundig = wijze van lesgeven, lesprogramma, toetsing e.d. School organisatorisch = plaats in de klas, vakanties, continurooster, communicatie Ongewenste omgangsvormen = agressie, geweld, discriminatie/racisme, pesten, (seksuele)intimidatie (waarbij Meld- en Aangifteplicht niet van toepassing is) Meld- en Aangifteplicht = (vermoeden van een) zedenmisdrijf
Toelichting: In totaal zijn er vier klachten bij de externe vertrouwenspersoon terechtgekomen. Eén klacht is behandeld door Petra Vervoort, één door Jennemieke Otger en één door Jeanette Jager. In drie van de vier klachten speelde de communicatie (door de schooldirectie) een rol. Niet onvermeld mag blijven, dat niet minder dan drie van de vier klachten afkomstig zijn van dezelfde school, en ook met elkaar verwant zijn. Twee van deze klachten hadden betrekking op een geëscaleerde situatie op deze school, die na extern onderzoek aanleiding heeft gegeven tot vergaande maatregelen. De derde klacht is van latere datum maar vloeit wel uit deze situatie voort. Het betrof een ouder die naar eigen zeggen onterecht beschuldigd was van mishandeling van een leerling die haar zoon langdurig gepest zou hebben. De ouders van deze leerlingen hebben over en weer aangifte tegen elkaar gedaan bij de politie. Overigens hebben de betrokken vertrouwenspersonen de samenwerking met hoofddirectie en bestuur in de gepasseerde complexe casus als erg constructief en open ervaren. Eind 2014 waren alle ingediende klachten afgerond. Melding Er was sprake van één melding, van een medewerker die gevoelens van onveiligheid bij collega’s aan de orde stelde. Dit is, anoniem, met het bestuur gedeeld. Adviesvragen Naast klachten is de externe vertrouwenspersoon twee keer om advies gevraagd, in beide gevallen door een medewerker. In één geval had de adviesvraag betrekking op ongeoorloofd verzuim, in het andere op het professioneel omgaan met klachten van een ouder.
42
Analyse meldingen en klachten In 2014 is het aantal meldingen en klachten lager geweest dan in 2013. De absolute aantallen zijn evenwel te gering om daaruit welke conclusie dan ook te trekken. Datzelfde geldt overigens in zekere zin voor een inhoudelijke analyse, hoewel op dat punt toch langzamerhand sprake lijkt te zijn van een tendens. Ook in 2014 had het merendeel van de klachten betrekking op communicatie. Overigens is dit een landelijk bekend beeld. Interne contactpersonen De interne contactpersonen zijn in 2014 iets minder vaak geraadpleegd dan in 2013. Dat is in die zin opmerkelijk, dat het niet in lijn lijkt te zijn met de toegenomen voortvarendheid waarmee de contactpersonen zich binnen de scholen profileren. Een mogelijke verklaring kan wel zijn, dat de interne contactpersonen minder zaken registreren die buiten hun werkterrein vallen. Ten opzichte van vorig jaar lijkt de registratie, een enkele uitzondering daargelaten, op dat punt een stuk zuiverder te zijn. De interne contactpersonen hebben vier keer een melding (zorg uitspreken over een situatie die een ander betreft) ontvangen en negen keer een klacht (uiting van onvrede over besluit, bejegening, werkwijze). Zowel meldingen als klachten gingen over zeer verschillende onderwerpen, er is niet één onderwerp dat er wat betreft frequentie uitspringt. Verder valt nog op te merken, dat dertien interne contactpersonen aangeven in het geheel niet benaderd te zijn met meldingen dan wel klachten. Gezien het relatief lage totaal aantal meldingen hoeft dat op zichzelf geen verbazing te wekken. Het zou evenwel goed zijn te analyseren in hoeverre het steeds dezelfde interne contactpersonen zijn die al dan niet benaderd worden. Het voorstel is, aan deze analyse aandacht te besteden tijdens de volgende scholingsbijeenkomst. Externe vertrouwenspersonen Ook bij de externe vertrouwenspersonen is het rustig geweest op het gebied van meldingen en klachten. De klachten waren in alle gevallen afkomstig van ouders, terwijl de ene melding en de twee adviesvragen van medewerkers afkomstig waren. Met de conclusie dat ook in 2014 het merendeel van de klachten betrekking had op communicatie door de schooldirectie, dient voorzichtig te worden omgegaan. Drie van de vier klachten zijn immers afkomstig van dezelfde school en hadden betrekking op min of meer dezelfde situatie. Het zou dus niet correct zijn hieruit een beeld te destilleren dat geldig is voor Tabijn als geheel. Anderzijds hadden ook in 2013 alle klachten feitelijk betrekking op de wijze van communiceren door de directie. Dat beeld wijkt overigens niet erg af van het landelijke. Wanneer men hierover nadenkt is het natuurlijk erg opvallend, dat de vertrouwenspersonen in het merendeel van de gevallen casuïstiek bevredigend kunnen afsluiten, zonder ooit de inhoud van de casus te hebben geraakt. Het aantal adviesvragen is beperkt gebleven tot twee. Mocht de verklaring hiervoor te vinden zijn in het feit dat medewerkers en directies nog niet optimaal geïnformeerd zijn over de mogelijkheid tot het stellen van dergelijke vragen, dan valt te overwegen dit nogmaals te benadrukken. Bij tal van situaties is correct en zuiver handelen in het eerste stadium van groot belang, omdat eenmaal gemaakte fouten gemakkelijk een verstorende werking kunnen hebben in vervolgtrajecten. Daar valt nog aan toe te voegen dat de gestelde adviesvragen hoogst relevant waren en betrekking hadden op nogal complexe materie. Preventie-activiteiten van de interne contactpersonen Aan de hand van de door de interne contactpersonen ingeleverde informatie is het volgende overzicht van ondernomen acties in het kader van preventie tot stand gekomen. 22 van de 23 scholen hebben de gevraagde informatie aangeleverd. Preventie-activiteiten naar leerlingen Voorstellen ICP in de klas (met groepen/groepjes gepraat)
6
Melding naam/taak contactpersoon in de klassen/schoolgids
3
Brievenbus
3
Specifieke aandacht voor gedragsthema’s in de klas
4
Gedragsregels (rijm/pictogram) maken en/of bespreken in de klassen
2
43
Noemen taak/persoon ICP in de klassen Poster in school met gegevens ICP Leerlingenraad
1
Preventie-activiteiten binnen het team Informatie over interne contactpersoon tijdens teamoverleg
10
Met collega’s gesproken over kinderen
1
ICP maakt deel uit van team dat pestprotocol evalueert
3
Vreedzame School, School Wide Positive Behaviour, Rots & Water, Kanjermethode e.d
5
Verder uitwerken gedrags-/pestprotocol
7
Uitwerken uniforme werkwijze in opvolgen/ toepassen schoolregels
4
Preventie-activiteiten richting ouders Ouderavond over pesten/gedragsthema’s
1
Introductietekst / nieuwsbrief
3
Informatie via schoolgids
7
Uitleg tijdens ouderavond
2
Gesignaleerde knelpunten Nieuwe gedragsregels van Tabijn te summier, voorkeur voor oude eigen regels. Ouders kunnen onderscheid pesten/plagen niet goed maken. Ouders praten onderling erg veel over elkaars kinderen; dat geeft problemen binnen en buiten school (sport e.d.). Pesten wordt thuis gemeld, niet bij de leerkracht. Problemen met pesten via social media (groepsgesprekken WhatsApp): vindt buiten school plaats, maar de gevolgen uiten zich binnen school Tijdgebrek
Werkzaamheden externe vertrouwenspersonen in 2013 Het streven van Tabijn is om zoveel mogelijk klachten intern te kunnen afhandelen, bij voorkeur op schoolniveau. Om dit te realiseren is het nodig dat de interne contactpersonen goed weten wat er van hun wordt verwacht, zodat ze op een goede manier kunnen doorverwijzen als ze worden geconfronteerd met een melding of klacht. Ook is het van belang dat schooldirecties een klagende ouder of werknemer niet direct doorverwijzen naar het bestuur, maar zoveel mogelijk proberen om zelf de klacht op te lossen, eventueel met hulp van de externe vertrouwenspersoon. Uiteraard voor zover dit mogelijk is gezien wet- en regelgeving (met name de Meld- en Aangifteplicht).
44
Scholing Om het bovenstaande te bevorderen wordt er jaarlijks een scholingsbijeenkomst georganiseerd. Omdat de bijeenkomst in het najaar van 2013 moest worden geannuleerd, zijn er in 2014 twee bijeenkomsten geweest. Op 5 februari 2014 is speciaal stilgestaan bij het onderwerp ‘verslaglegging’. Op 18 november 2014 is aandacht besteed aan het thema ‘lastige ouders’ (n.b.: deze titel is opzettelijk prikkelend gekozen). Daarnaast is aan de hand van het z.g. ‘gedragsspel’ met elkaar van gedachten gewisseld over welke gedragingen wel en niet acceptabel zijn. Tijdens de training in november werd duidelijk dat er een aantal nieuwe interne contactpersonen waren die behoefte hadden aan een basistraining. Deze zal in februari 2015 worden verzorgd. Verslaglegging De investeringen ten aanzien van de verslaglegging door de interne contactpersonen lijkt vruchten te hebben afgeworpen. De registratie was in 2014 sterk verbeterd, en geeft blijk van een groeiend besef van welke zaken wel binnen het werkterrein vallen en welke niet. SharePoint In 2014 is de informatiemap ten behoeve van de interne contactpersonen integraal op Sharepoint geplaatst. Dit maakt het eenvoudiger de inhoud van de map te actualiseren en past bovendien bij de belangstelling van Tabijn voor het integreren van ICT in het onderwijs. Conclusies en aanbevelingen Conclusies: In 2014 zijn door bureau De Vertrouwenspersoon voor het eerst ook anderen dan Petra Vervoort ingezet bij het behandelen van casuïstiek en het geven van trainingen aan de interne contactpersonen. Ondanks het feit dat dit noodgedwongen en onder onprettige omstandigheden is gebeurd, hebben wij geen signalen ontvangen over ernstige verstoringen in de continuïteit. Eveneens voor het eerst zijn de vertrouwenspersonen betrokken geweest bij een grotere en complexe casus die om ingrijpen door het bestuur vroeg. Een dergelijk geval vraagt des te meer om vertrouwen tussen opdrachtgever en –nemer. De betrokken vertrouwenspersonen hebben de samenwerking en de communicatie omtrent deze casus met de hoofddirectie en bestuur als prettig, open en constructief ervaren. Voor het overige is het aantal meldingen en klachten in 2014 te gering geweest, om hieraan inhoudelijke conclusies te verbinden. Aanbevelingen: Social media In de genoemde complexe casus bleek eens te meer, hoe groot inmiddels de impact van social media kan zijn. Bovendien verandert het speelveld in hoog tempo. Twitter en in mindere mate Facebook boeten aan belangstelling in, andere media komen op. Z.g. ‘Whatsapp-groepen’ zijn moeilijk controleerbaar en spelen (in het landelijk beeld) onverminderd een grote rol in meldingen en klachten. Bij aandacht voor het gebruik van social media gaat het niet alleen om zaken als digitaal pesten. Wij merken ook dat leerkrachten en schooldirecties vaak zoekende zijn naar een verantwoord woord gebruik van digitale media. Opmerkelijk vaak komen wij tegen dat de ‘toon’ van e-mailberichten verkeerd geïnterpreteerd wordt, met misverstanden en zelfs escalaties tot gevolg. Onder leerkrachten wordt erg verschillend omgegaan met het gebruik van social media in het contact met leerlingen. Dit onderwerp verdient dan ook blijvende aandacht. Overigens heeft Tabijn ook veel belangstelling voor de mogelijkheden van social media, met name daar waar het educatieve toepassingen betreft. Het valt ons anderzijds op, dat het ‘internet- en e-mailprotocol’ dateert van 2008. Het verdient aanbeveling dit document te actualiseren, als basis om (verder) onderling van gedachten te wisselen over zowel de mogelijkheden als de gevaren van social media. Gegevens externe vertrouwenspersoon Zeker nu het aantal meldingen en klachten een dalende lijn vertoont, blijft het aanbeveling te verdienen om minimaal één keer per jaar aandacht te besteden aan de externe vertrouwenspersoon. Wie is het, waarvoor kan zij worden benaderd (en waarvoor uitdrukkelijk niet) en hoe kan er contact worden gelegd. De nieuwsbrief is een geschikt medium als het om de werknemers gaat, wellicht kan er ook een keer richting ouders een informatief stukje worden verspreid.
45
Taak interne contactpersoon In het jaarverslag over 2013 werd de hoop uitgesproken, dat de verhoogde aandacht voor het onderwerp ‘preventie’ bij de interne contactpersonen tot meer meldingen en klachten zou leiden zodat verstoringen in een vroeger stadium zouden kunnen worden aangepakt. Uit het aantal klachten in het jaar 2014 blijkt deze ontwikkeling nog niet. Evenwel blijkt uit het overzicht van ondernomen preventie-activiteiten dat men onverminderd aandacht besteed aan de eigen rol als contactpersoon. Het verdient aanbeveling dit te blijven ondersteunen. Overigens zal hieraan ook tijdens de jaarlijkse scholing aandacht aan worden besteed. Scholing: De scholing voor nieuwe interne contactpersonen is als zeer positief gewaardeerd. In een paar uur is er een enorme hoeveelheid theorie behandeld. Door de informatie ook mee te geven in een cursus map kan ook achteraf de informatie worden geraadpleegd. Het verdient zeker aanbeveling om jaarlijks deze training van één dagdeel te herhalen. Alhoewel het concept alleen goed werkt met een klein groepje is het positief om naast de nieuwkomers ook interne contactpersonen “van de oude garde” op vrijwillige basis te laten deelnemen.
46
11
JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
11.1 Samenstelling Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht op 31 december 2013 was als volgt: • Voorzitter, de heer A.J.M. de Wit (voorzitter College van Bestuur ROC Kop van Noord-Holland) • Vicevoorzitter, de heer S. van Keulen (adviseur en interim-manager) • Lid, mevrouw S.C.G. de Boer (voormalig lid College van Bestuur Dunamare Onderwijsgroep) • Lid, de heer R.C.A. Deen (Manager beroepsopleidingen Tata Steel) • Lid, mevrouw M. van Tunen-Geldermans (Diensthoofd Bestuurlijke Aangelegenheden van de politieregio Kennemerland). 11.2 Werkgeversrol De Raad van Toezicht is werkgever van het College van Bestuur. De voorzitter en de vicevoorzitter hebben daarom met de heer Gaemers, voorzitter van het College van Bestuur, het jaargesprek 2014 gevoerd. Van dit gesprek brachten zij verslag uit aan de Raad van Toezicht. 11.3 Toezichtkader In 2009 heeft de Raad van Toezicht in de notitie “Kwaliteitszorg Tabijn” vastgelegd welke informatie de Raad van Toezicht nodig heeft voor het toezicht houden. Deze notitie is verder uitgewerkt in een cyclus van vier jaar waarin alle onderdelen systematisch aan de orde komen. Het jaar 2014 was het vierde jaar van deze cyclus waarin de volgende thema’s zijn besproken: • De financiële rapportage per kwartaal (3 keer) • Managementrapportage per kwartaal (4 keer) • Het Jaargesprek RVT en CVB • Bestuursverslag - jaarrekening • Begroting jaarplan • Rapportage onderwijsinspectie • Ziekteverzuim • Opbrengsten onderwijs (onderwijskwaliteit en risicoanalyse) door de algemene directie (3 keer) • Marktaandeel-leerlingenaantal • Jaarlijkse gesprek Raad van Toezicht en het dagelijks bestuur van de GMR • Functioneren bovenschools management 11.4 Vergaderingen De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar vijf keer bijeen. Naast de onderwerpen uit het toezichtkader kwamen o.a. de volgende zaken aan de orde: • Thema strategisch beleid (2014-2018) • Scholingstraject met CPS • Bevindingen van de accountant bij de interim-controle • Rapport Driehoeksmeting • Evaluatie functioneren RvT en CvB • Lancering Tabijnacademie • Voorgenomen fusie Augustinus-Toermalijn • Jaarplan 2014-2015 • Het financiële meerjarenperspectief • Toezichtcyclus periode 2014-2018 • Stand van zaken huisvesting • Werkkostenregeling • Herbenoeming leden A. de Wit, S. van Keulen en M. van Tunen • Gesprek met het dagelijks bestuur van de GMR over het functioneren van de medezeggenschap binnen Tabijn en het reilen en zeilen van de organisatie als geheel. • De concepttekst Jaarverslag RvT 2013.
47
Rode draad door alle gesprekken is de kwaliteit van het onderwijs en vooral de borging en de verbetering daarvan. Cruciaal daarbij is de verbinding tussen de leerkracht en de leerling, de wijze waarop de leerkrachten elkaar ondersteunen bij het onderwijs en er samen voor staan. Want alleen samen maak je goed onderwijs en krijgt de leerling de optimale steun in zijn of haar ontwikkeling. Toezichthouden betekent voor ons niet alleen het voeren van gesprekken met de bestuurder maar we doen dit ook door ons te laten informeren door mensen uit alle geledingen van de organisatie: de ondernemingsraad, de directie. De staf, de directeuren en andere vertegenwoordigers van de scholen zelf. Dat doen we aan de hand van presentaties en werkbezoeken. We komen daarbij regelmatig mooie voorbeelden van goed onderwijs tegen die ook elders in de organisatie gebruikt kunnen worden. De basis voor goed onderwijs is gelegd en wij hebben als Raad van Toezicht het vertrouwen dat Tabijn en al haar scholen dit stap voor stap verder zullen verbeteren.
48
12
JAARVERSLAG DIRECTEURENBERAAD 2014
Dit jaar werd gekenmerkt door een zoeken naar een nieuwe structuur en inhoud van het directeurenberaad. In de behoefte naar… • meer leren van elkaar • meer passie en dynamiek • elkaar beter leren kennen • elkaar meer feedback geven • meer effectiviteit en slagvaardigheid • minder praten en meer doen … zijn de conclusies uit de tweedaagse (februari 2014) vertaald in een draaiboek. Om van en met elkaar te leren is het nodig om in kleinere groepen te gaan werken en meer aan te sluiten bij onderwijskundige vraagstukken uit de praktijk. Voorzichtig en met ruimte voor terugkoppeling van ervaringen en emoties is gestart met de proeftuin: het inrichten van professionele leergemeenschappen (PLG’s). Voor de samenstelling van de drie groepen is gebruik gemaakt van de ‘team-rollen’ volgens Belbin. Elke groep wordt begeleid door twee procesbegeleiders uit de agendacommissie. Twee, omdat ook voor hen geldt dat zij van en met elkaar leren; in hun rol als procesbegeleider, inhoud van de bijeenkomsten (bijv. werkvormen) en over de groepsdynamiek. De verantwoordelijkheid voor de gang van zaken in de PLG’s ligt bij de deelnemers. Dit geldt ook voor de agenda. Hierdoor kan de inhoud per PLG verschillen. De agendacommissie, bestaande uit twee vertegenwoordigers van onze schoolleiders, voorzitter CvB, leden algemene directie en manager HRM, heeft zich gericht op het vormgeven van de proeftuin en het opzetten van de PLG voor de langere termijn. Daarnaast bepaalden zij de inhoud van het directeurenberaad. Om ruimte te geven voor deze proeftuin zijn een aantal bijeenkomsten van het directeurenberaad vervallen. Tijdens de plenaire bijeenkomsten zijn de geplande onderwerpen behandeld en was er gelegenheid voor verbinding in groter verband. Door tijdige aanlevering van de beleidsstukken, kon er slagvaardig gehandeld worden. Uit de evaluatie van juni 2014 bleek duidelijk dat de proeftuin voldoet aan de hierboven beschreven behoeftes. In het bijzonder de aspecten ‘leren van en met elkaar’ en ‘het elkaar inspireren’ zijn als zeer positief ervaren. Voor het vervolg werden de volgende aanbevelingen genoemd: • Externe begeleiding bij het verder opzetten en goed implementeren van de PLG’s (inhoud management development tweedaagse van februari 2015); • Dagdelen met PLG’s kort plenair opstarten i.v.m. verbinding in de hele groep en voor eventuele mededelingen; • De agenda’s van de PLG’s worden bepaald door de deelnemers; • Plenaire vergaderingen met beleidsstukken worden voorgezeten door de voorzitter van het CvB. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens om meer zichtbaarheid/sturing van het CvB. De agendacommissie vervalt hiermee; • Het College van Bestuur stelt een klankbordgroep van directeuren in als adviesorgaan. Deze aanbevelingen zijn vanaf augustus 2014 omgezet in het directeurenberaad ‘nieuwe stijl’.
49
13
FINANCIEEL BELEID
13.1 Financiële positie balansdatum Per ultimo 2014 is er algemeen beschouwd sprake van een sterke financiële positie voor Tabijn. De belangrijkste graadmeters (zie overzicht kengetallen) de liquiditeit, solvabiliteit en kapitalisatiefactor laten gezonde waarden zien. De liquiditeit geeft de verhouding weer tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden en is daarmee een maatstaf voor de mate waarin de organisatie aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen. Een current ratio liquiditeit van tenminste 1,0 kan als gezond worden aangemerkt; alleen dan zijn er immers voldoende geldmiddelen om de kortlopende schulden af te lossen. De current ratio liquiditeit van Tabijn bedroeg 1,8 per ultimo 2014. De solvabiliteit is een kengetal voor de mate waarin een organisatie op langere termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Door de inspectie van het onderwijs is in december 2012 besloten de minimum indicatie voor de solvabiliteit (de verhouding tussen het eigen vermogen en totaal vermogen) te verhogen van 20% naar 30%. De solvabiliteitsratio van Tabijn bedroeg 59% per einde 2014. Ook dit financiële kengetal bevindt zich derhalve boven de minimumnorm. De kapitalisatiefactor beoogt tot uitdrukking te brengen dat onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen balanstotaal (minus boekwaarde gebouwen en terreinen) en totale baten. De bovengrens is gesteld op 35%. Bij Tabijn is deze ultimo 2014 34,9%. 13.2 Analyse van het resultaat Tabijn heeft het boekjaar 2014 afgesloten met een exploitatieresultaat van € 191.000 negatief. Het resultaat is gunstiger dan het negatieve begrote tekort à € 821.000. Het verloop resultaat 2014 van de begroting naar de realisatie ziet er als volgt uit.
Analyse realisatie-begroting 2014 Resultaat 2014 structureel incidenteel vrijval voorziening rechtszaak verbeteren opbrengst CITO-score Eigenrisicodragerschap bij ziekte extra inkomsten bestuursakkoord/NOA
realisatie €
879.000 €
begroot verschil 821.000 € -58.000
689.000 190.000 €
821.000 € 631.000
325.000 -100.000 250.000 214.000
€ € € €
€ €
resultaat
Het structurele resultaat ligt in de lijn van de begroting 2014. Door met name incidentele meevallers is het resultaat minder negatief uitgevallen dan verwacht. In 2014 heeft de Rechtbank uitspraak gedaan in de rechtszaak van Tabijn tegen een oud-bestuurder en diens echtgenote inzake een pensioenregeling uit 2006. Tabijn is in het gelijk gesteld. De voorziening is aan het eind van het jaar vrijgevallen. In het voorjaar bleek dat de CITO-scores op een aantal scholen tegenvielen. Er is een plan van aanpak opgesteld en ingaande het schooljaar 2014-2015 is er o.a. extra menskracht ingezet. Tabijn is per 1 januari 2014 uit het vervangingsfonds gestapt en eigen risicodrager geworden voor vervanging bij ziekte. Over 2014 heeft dit de organisatie geen windeieren gelegd. Het positieve verschil tussen de interne premieafdracht en de intern gedeclareerde vervangingskosten is in een bestemmingsreserve ondergebracht. In 2015 is een werkgroep gestart om kaders op te stellen hoe we invulling aan deze reserve gaan geven. In februari 2015 zijn als gevolg van de in het najaar 2014 afgesloten bestuursakkoord en Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) de bekostigingsonderwerpen personeel en personeel & arbeid aangepast. Deze extra inkomsten zijn in de begroting 2015 opgenomen, waardoor dit een negatief effect heeft in 2015, echter een positief effect in 2014.
50
(administratieve) Fusie Stichting en Steunstichting In 2014 is met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 de steunstichting samengevoegd met de stichting. Door de fusie wordt de administratieve plicht, zoals de consolidatieplicht, vereenvoudigd. 13.3 Investeringen en financieringsbeleid Tabijn wil, indien de noodzaak daartoe aanwezig is, binnen aanvaardbare risico's, financiering aantrekken tegen zo laag mogelijke financieringskosten. Tabijn zal, als daar aanleiding voor is, afspraken maken met de huisbankier over een overeen te komen kredietlimiet. In het boekjaar 2014 heeft Tabijn geen financiering aangetrokken. Tabijn heeft (in het verleden) ongeveer 10% van haar liquide middelen belegd in obligaties. 13.4 Treasuryverslag Treasury heeft bij Tabijn als doel het beheersen van financiële risico’s. De primaire doelstelling van Tabijn is het werkzaam zijn op het gebied van het primair onderwijs. Financieren en beleggen is dan ook ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij Tabijn is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Tabijn heeft voldoende middelen liquide op de rekeningcourant om op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Overtollige middelen zijn op een spaarrekening gezet welke direct opvraagbaar is. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat dan met name om inzicht in de kasstromen. In 2014 heeft Tabijn gehandeld overeenkomstig de vastgelegde afspraken in het treasury-statuut. Het treasurystatuut is opgesteld conform de regeling beleggen en beleningen voor onderwijs en onderzoek 2010. 13.5 Onderzoek en ontwikkeling In het bestuursverslag hoofdstuk 8 wordt verslag uitgebracht over onderzoek en ontwikkeling op de scholen van Tabijn. Alle gemaakte kosten en investeringen zijn in de jaarcijfers verwerkt. 13.6 Continuïteitsparagraaf Het ministerie van OCW heeft een zogeheten continuïteitsparagraaf in het leven geroepen om de financiële gevolgen van het gevoerde en te voeren beleid in kaart te brengen. Het opstellen van de continuïteitsparagraaf moet zorgen voor inbedding van het proces dat zicht biedt op de majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en het helder in beeld brengen van de gevolgen voor het resultaat en de vermogenspositie, en het gesprek hierover met de Raad van Toezicht. Voor Tabijn ziet dit er als volgt uit: A1.
Personele bezetting en leerlingaantallen
Kengetal
R-2014
B-2015
B-2016
B-2017
(stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie
39,4
38,4
37,4
36,4
- Onderwijzend personeel
289,4
286,8
275,0
262,3
63,2
62,7
62,2
61,2
- totaal
392,0
387,9
374,6
359,9
leerlingaantallen 1/10 R = Realisatie B = Begroting
5.484
5.405
5.267
5.120
- overige medewerkers
Toelichting Tabijn zit met haar scholen met name in dorpen waarbij sprake is van afname van het aantal geboorten en daardoor afname van het aantal leerlingen. Tabijn verwacht de komende drie jaar een krimp van tussen de 2% en 3% per jaar. Door de terugloop van het aantal leerlingen zal de komende jaren minder onderwijzend personeel nodig zijn. Tevens zal het begrotingstekort in stappen de komende jaren afgebouwd worden. Dit zal leiden tot een terugloop van gemiddeld 11fte per jaar. De verwachting is dat dit door natuurlijk verloop (teruggang in werktijdfactor of bereiken pensioengerechtigde leeftijd) opgevangen kan worden. Tabijn is en blijft in gesprek
51
met de 61-plussers over vervroegde uittreding. De reden is om op deze wijze ruimte te maken voor het behoud van de jonge leerkrachten. Vanaf 2018 is de uitstroom van medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt groter dan de verwachte krimp en zal er weer personeel geworven gaan worden. A2.
De meerjarenbegroting
Balans Activa
R-2014
B-2015
B-2016
B-2017
(x € 1.000) Vaste Activa Materiele VA
8.052
8.249
8.029
7.789
Financiële VA
436
436
436
436
Totaal Vaste activa
8.488
8.685
8.465
8.225
Vlottende activa
5.049
4.246
4.082
4.322
13.537
12.931
12.547
12.547
Algemene reserve
2.209
2.376
2.597
2.915
Bestemmingsreserve publiek
3.540
2.767
2.162
1.844
Bestemmingsreserve privaat
2.269
2.269
2.269
2.269
Totaal eigen vermogen
8.018
7.412
7.028
7.028
Voorzieningen
2.642
2.642
2.642
2.642
Langlopende schulden
0
0
0
0
Kortlopende schulden
2.877
2.877
2.877
2.877
13.537
12.931
12.547
12.547
Totaal activa Passiva Eigen vermogen
Totaal passiva R = Realisatie B = Begroting
Door jaarlijkse overbesteding zal de liquiditeit de komende jaren teruglopen. Vanaf 2016 zullen de jaarlijkse investeringen ten opzichte van de afgelopen jaren op een lager niveau gebracht worden, waardoor de boekwaarde van de materiele vaste activa zal dalen en dit een positief effect zal hebben op de liquiditeit.
52
Staat Baten en Lasten Baten
R-2014
B-2015
B-2016
B-2017
(x € 1.000) Rijksbijdrage
25.333
26.072
25.419
24.781
271
261
258
258
Overige baten
2.560
1.696
1.684
1.667
Totaal baten
28.164
28.029
27.361
26.706
23.370
23.161
22.363
21.481
Afschrijvingen
1.218
1.235
1.214
1.092
Huisvestingslasten
1.693
2.258
2.237
2.205
Overige lasten
2.143
2.032
1.982
1.979
Totaal lasten
28.424
28.686
27.796
26.757
-260
-657
-435
-51
69
51
51
51
-191
-606
-384
0
0
0
0
0
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Lasten Personeelslasten
Saldo baten en lasten
Saldo buitengewone baten en lasten Totaal resultaat Incidentele baten en lasten in totaal resultaat R = Realisatie B = Begroting
Toelichting meerjarenbegroting De daling van het aantal leerlingen op de Tabijnscholen leidt tot minder inkomsten. Aan de andere kant investeert Tabijn, met het strategisch beleidsplan in de hand, om de kwaliteit van het onderwijs op de scholen in de breedste zin van het woord te verbeteren. Tabijn zal een deel van haar reserve van € 8,0 mln (ultimo 2014) aanspreken om de inkomstendaling en de kostenstijging op te vangen. De komende jaren zal de reservepositie teruglopen naar een aanvaardbaar niveau. Strategische beleidsplan In de hoeveelheid projecten is een prioritering aangebracht. Er zal het komende jaar gewerkt worden aan stimuleren eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen, resultaatgerichte gesprekkencyclus, ICT-vaardigheden van de leraren, leren met en van elkaar. Naast deze onderwerpen van het strategisch beleidsplan zijn er nog drie andere doelstellingen voor het komend jaar, te weten verbeteren eindopbrengsten Tabijnscholen, voorbereiding fusie basisscholen Augustinus en Toermalijn en vertaling nieuwe CAO. De begroting strategisch beleidsplan ziet er voor de komende jaren er als volgt uit:
53
begroot 2015 7.400 56.400 2.200 50.000 45.000 18.000 118.600 31.800 4.500 4.500 20.000 15.000 -
Project Beurzenprogramma Verbouwing school eigen rekening Schoolmeubilair Tabijnacademie Onderzoek VU-Tabijn Gesprekkencyclus Verbeteren eindopbrengsten inzet personeel Verbeteren eindopbrengsten CPS alle leerlingen leren op hoog niveau ICT-vaardigheden van leraren Leren met en van elkaar voorbereiding fusie Toermalijn-Augustinus jaarplan 15-16 nog nader in te vullen jaarplan 16-17 nog nader in te vullen jaarplan 17-18 nog nader in te vullen Totaal
373.400
begroot 2016
begroot 2017
71.000 2.200 50.000 30.000
88.500 2.200 50.000
117.250 83.750
354.200
117.250 83.750 341.700
B1. Rapportage risicobeheersingssysteem Interne beheersings- en controlesystemen zijn er op gericht te waarborgen dat de belangrijkste risico’s worden geïdentificeerd en dat passende beheersmaatregelen worden getroffen. Binnen de organisatie worden maandelijks rapportages opgesteld voor het bestuur, de schooldirecteuren en de controller. Periodiek vinden er afstemmingsgesprekken plaats tussen het bestuur, de schooldirecteuren en de controller. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten om de risico’s te beheersen: • • • • • •
Treasurystatuut; Periodiek verbijzonderde interne controles; Planning & controlcyclus; Periodieke risicoanalyse; Functiescheiding en interne controle in processen; Externe controle door de accountant en de inspectie van het onderwijs.
B2. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden De belangrijkste risico’s voor de komende jaren zijn: • • • • • • •
Eventuele aanpassingen in de CAO die niet worden gecompenseerd; Overheveling van LGF-financiering (Rijk) naar de Samenwerkingsverbanden; Overheveling buitenonderhoud van gemeente naar schoolbestuur (doordecentralisatie) per 1 januari 2015; Oplopende afschrijvings- en ICT-kosten; Ontwikkeling van de leerlingaantallen; De onvoorspelbaarheid van de verlenging van subsidies met een bestedingsoogmerk met een tijdelijk karakter; De toename van de wachtgelduitkeringen (Tabijn voert zelfstandig wachtgeldbeleid).
54
14
JAARREKENING A2 Kengetallen
B Jaarrekening B1 Balans per 31 december 2014 B2 Staat van baten en lasten over 2014 B3 Kasstroomoverzicht over 2014 B4 Algemene waarderingsgrondslagen B5 Toelichting behorende tot de balans B6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen B7 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten C Overige Gegevens C1 Bestemming exploitatiesaldo C2 Gebeurtenissen na balansdatum C3 Controleverklaring
D Bijlagen D1 Gegevens over de rechtspersoon
55
A2
Kengetallen
Leerlingen Aantal leerlingen (per 1 oktober)
5.484
5.622
-2,5%
Kengetallen Kapitalisatiefactor
34,9%
bovengrens 35%
36,0%
De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen balanstotaal (minus grond en boekwaarde gebouwen) en totale baten. Het geeft aan of Tabijn het beschikbare kapitaal optimaal inzet voor het onderwijs. ondergrens Solvabiliteit
59,2%
30%
59,0%
0,2%
Solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigen en vreemd vermogen. Het geeft aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan blijven voldoen. marge Liquiditeit (current ratio)
1,8
0,5 -< 1,5
1,6
12,5%
Liquiditeit geeft de verhouding aan tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden. Het geeft aan in hoeverre een instelling op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een liquiditeit groter dan 1 wordt doorgaans gekwalificeerd als voldoende. marge Rentabiliteit
-0,9%
0% -< 5%
-2,2%
59,1%
Dit kengetal geeft het verschil tussen baten en lasten weer ten opzichte van de totale baten. Kengetallen Exploitatieresultaat (x €1.000)
€
191-
Baten per leerling
€
Personele kosten per leerling Overige kosten per leerling
664-
71,2%
5.136
€ 5.166
-0,6%
€
4.261
€ 4.357
2,2%
€
922
€
2,7%
Aantal Fte in dienst gemiddeld* Personele kosten per Fte
€
402,0 €
414,1
54.909
Personele lasten ten opzichte van totale lasten Ziekte verzuimpercentage Landelijk lag het gemiddelde over 2013 op 6,5%.
947
€ 54.606
2,9% -0,6%
82,22%
82,32%
0,1%
5,1%
4,0%
-27,5%
* In 2014 is het gemiddeld aantal FTE in dienst nauwkeuriger berekend. In 2013 werd het gemiddelde van het aantal FTE aan het eind van de maand berekend. Om de cijfers 2014 en 2013 met elkaar te kunnen vergelijken is het aantal FTE 2013 t.o.v. de vastgestelde jaarrekening 2013, met 10 FTE opgehoogd.
56
B1
Balans per 31-12-2014 (na resultaatbestemming)
1
Activa
31-12-2014
31-12-2013
EUR
EUR
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
8.052.268
8.419.253
1.3
Financiële vaste activa
435.669
435.669
Totaal vaste activa
8.487.937
8.854.922
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
2.001.148
2.037.374
1.7
Liquide middelen
3.047.763
3.107.311
Totaal vlottende activa
Totaal activa
2
Passiva
5.048.911
5.144.685
13.536.848
13.999.607
31-12-2014
31-12-2013
EUR
EUR
2.1
Eigen vermogen
8.018.319
8.209.092
2.3
Voorzieningen
2.641.564
2.616.950
2.5
Kortlopende schulden
2.876.962
3.173.565
13.536.848
13.999.607
Totaal passiva
57
B2
Staat van baten en lasten
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
25.333.384
24.787.960
26.355.803
270.697
224.725
320.724
2.560.182
2.380.092
2.367.998
Totaal baten
28.164.263
27.392.777
29.044.525
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
23.369.974
23.155.844
24.496.795
4.2
Afschrijvingen
1.218.249
1.228.681
1.151.111
4.3
Huisvestingslasten
1.693.294
1.800.802
1.824.803
4.4
Overige lasten
2.142.843
2.066.559
2.282.596
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten
Saldo fin. baten en lasten
Resultaat
28.424.360
28.251.886
29.757.305
-260.097
-859.109
-712.780
69.324
38.000
72.452
69.324
37.999
72.452
-190.773
-821.110
-640.328
58
B3
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
2014
2013
EUR
EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat
-190.773
-640.328
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
1.218.249
Mutaties voorzieningen
1.151.111
24.614
467.827 1.242.863
1.618.938
Veranderingen in vlottende middelen - Vorderingen
36.226
84.396
- Effecten - Kortlopende schulden
-296.603
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-8.948 -260.377
75.448
791.713
1.054.058
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Immateriële vaste activa (des)Investeringen in materiële vaste activa
-851.261
-1.120.606
(des)Investeringen in financiële vaste activa
0
0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-851.261
-1.120.606
0
0
-59.548
-66.548
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie kredietinstellingen Mutatie overige langlopende schulden
Overige mutaties EV
Mutatie liquide middelen
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
3.107.311
3.173.859
-59.548
-66.548
3.047.763
59
3.107.311
B4 Algemene waarderingsgrondslagen Algemeen Stichting Tabijn is statutair gevestigd op de Trompet 1960, 1967 DB Heemskerk. De stichting heeft ten doel het bevorderen van het katholiek, protestants-christelijk, interconfessioneel en algemeen bijzonder basisonderwijs. Stichting Tabijn stelt zich niet hoofdelijk aansprakelijk voor uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 BW2 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. In het bijzonder is RJ 660 Onderwijsinstellingen toegepast. Voorts is rekening gehouden met van toepassing zijnde ministeriele regelingen. Enkelvoudige jaarrekening De steunstichting is per 1 januari 2014 gefuseerd met de stichting Tabijn. Dit leidt tot een enkelvoudige jaarrekening waarbij voor de vergelijkende cijfers 2013 de geconsolideerde gegevens zijn opgenomen. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Waardering van de activa en de passiva Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde tenzij hieronder anders is vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichten, baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij stichting Tabijn effecten, vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid. Waarderingsgrondslagen voor de balans Materiele vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, dan wel lagere actuele waarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Investeringen, niet zijnde verbouwing, boven de € 1.000,-- zijn geactiveerd. Bouwinvesteringen, welke Tabijn (een deel) voor eigen rekening neemt, wordt boven de € 10.000 geactiveerd. De afschrijvingen vinden lineair en naar vastgestelde periode plaats op basis van de verwachte economische levensduur. Hiervoor worden de volgende afschrijvingspercentages onderscheiden: - Gebouw: 2,5% - Verbouwing 5% - Inventaris en apparatuur 5% - 12,5% - Leermiddelen: 12,5% - Auto’s : 25% - 33,3% - Schoolinventaris : 5% - 6,7% - ICT: 20% – 33,3%
60
- Digitale schoolborden 12,5% - Installaties: 12,5% Op de aankoop van de grond vindt geen afschrijving plaats. De gebouwen, terreinen en inventaris, bekostigd via gemeentewege, behoeven niet te worden verzekerd tegen brand- /inbraak-/storm- en waterschade. De gemeente draagt het risico. De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. De permanente gebouwen waarin de scholen gehuisvest zijn en de terreinen zowel bebouwd als onbebouwd, zijn, voor zover niet anders wordt aangegeven, juridisch eigendom van het schoolbestuur. De economische eigendommen berusten bij de gemeenten. Zodra de gebouwen en terreinen niet meer voor onderwijs gebruikt worden, dient het schoolbestuur deze gebouwen en terreinen over te dragen aan de gemeente. Kosten voor groot onderhoud worden onttrokken aan de voorziening groot onderhoud. Bijzondere waardevermindering Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Financiële vaste activa De onder de beleggingen opgenomen obligaties zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Aangezien de obligaties tot einde looptijd worden aangehouden, vindt geen aanpassing plaats naar lagere beurswaarde. Vorderingen De vorderingen zijn bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde (inclusief transactiekosten).De vorderingen zijn daarna opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Voor zover nodig zijn voorzieningen voor mogelijke oninbaarheid in aftrek genomen. De vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, tenzij anders wordt vermeld, ter vrije beschikking. Eigen Vermogen Algemene reserve De algemene reserve dient voor het opvangen van positieve en negatieve exploitatieresultaten. De reserve kan in specifieke situaties door stichting Tabijn voor bepaalde doeleinden worden aangewend. Dit met de uitdrukkelijke instemming van de Raad van Toezicht. Bestemmingsreserves publiek: Exploitatiereserve scholen De exploitatiereserve scholen wordt gebruikt om de positieve of negatieve exploitatieresultaten mee te verrekenen. De reserve kan in specifieke situaties door de school worden aangewend, mits de ondergrens niet wordt bereikt. Eigenrisicodragerschap bij ziekte Tabijn is per 1 januari 2014 uit het vervangingsfonds gestapt en eigen risicodrager geworden voor het ziekteverzuim. De reserve is bestemd om vervangingskosten bij ziekte, hoger dan verwacht, te kunnen opvangen. Bestemmingsreserves privaat: Het resultaat van de buitenschoolse opvang en de kosten leerlingenvervoer zijn onder de bestemmingsreserve privaat gebracht. Door fusie per 1 januari 2014 zijn de gelden van de steunstichting toegevoegd aan de bestemmingsreserve privaat. Voorzieningen Voorzieningen worden in de balans opgenomen voor :
61
• Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker zijn, maar redelijkerwijs is in te schatten; • Op de balansdatum aanwezige risico’s van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is; • Lasten die in een volgend verslagjaar zullen worden gemaakt waarvan de oorsprong in het verslagjaar of in het voorgaand verslagjaar ligt en de voorziening er toe dient de lasten gelijkmatig te verdelen over het aantal verslagjaren. Voorzieningen jubileumuitkeringen Jaarlijks wordt de uitkering aan de voorziening onttrokken en het opgebouwde recht van de aanwezige werknemers per 31 december aan de voorziening gedoteerd. Voorzieningen wachtgelduitkering De voorziening wordt bepaald aan de hand van het aantal wachtgelders waar aan het eind van het jaar toekomstige verplichtingen tegenover staan. Op basis van inschatting en terugrekenen naar contante waarde wordt de voorziening berekend. Voorziening onderhoud De voorziening dient ter egalisatie van kosten onderhoud aan scholen met een planmatig karakter. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie. Kortlopende schulden De kortlopende schulden hebben een looptijd van overwegend korter dan 1 jaar. Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling (middelloon) getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt - overeenkomstig de in de Regeling jaarverslaggeving aangereikte vereenvoudiging - in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico's van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. Grondslagen bij de exploitatie Baten en lasten De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben en worden gesplitst over de scholen waarop zij betrekking hebben. Rijksbijdragen OC&W Rijksbijdragen (lumpsum) worden op basis van de jaarlijkse toekenning in de staat van baten en lasten van het betreffende verslagjaar verwerkt. Wet Normering Topinkomens Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van toepassing. Bij de verantwoording van de bezoldiging in de jaarrekening is uitgegaan van de bepalingen zoals opgenomen in de ‘Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2012, nr. WJZ/353186 (10126)’. Grondslagen bij bepaling exploitatiesaldo De scholen ontvangen de inkomsten, die door OC&W beschikbaar gesteld worden op basis van het leerlingenaantal, gemiddelde gewogen leeftijd (GGL) van de leerkrachten en andere vastgestelde wegingsfactoren. Naar rato, op basis van de totale inkomsten, worden de bijdrage bestuursbureau en algemene middelen bij de scholen in rekening gebracht. De werkelijke loonkosten en daarnaast alle lopende uitgaven en ontvangsten zijn verwerkt in de exploitatie. Hier vloeit een saldo uit voort wat verrekend wordt met de reserve van de school. Het Bestuursbureau heeft een vast budget toegewezen gekregen. Maandelijks worden alle betreffende uitgaven van het bureau verwerkt en op het einde van het jaar vloeit hier een saldo uit
62
voort. Dit wordt verrekend met de Algemene reserve van het bureau. De algemene middelen worden op nacalculatiebasis verrekend met de scholen. Grondslagen kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren.
63
B5 1
Toelichting behorende tot de balans Activa Vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
Mutaties 2014 Investeringen Verkrijgings- Afschrijvingen prijs t/m t/m 2013 2013 EUR
1.2.0
Grond
1.2.1
Gebouw, verbouwingen
1.2.2
Inventaris en apparatuur
1.2.3
Leermiddelen
1.2.4
Overige materiële vaste activa
EUR
438.203
Boekwaarde 31-12-2013 EUR
Afschrijvingen
Investeringen Desinvestevolledig Afschrijvingen Desafschrijving volledig Boekwaarde Afschrijvings2014 ringen 2014 afgeschreven 2014 2014 afgeschreven 31-12-2014 percentage 2014 2014 EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
438.203
EUR
%
438.203
0% 2,5 - 5%
3.265.120
214.159
3.050.961
153.595
0
132.518
3.072.038
438.563
278.607
159.956
1.161
0
22.530
138.587
5% - 12,5%
2.011.616
1.027.425
984.191
189.640
0
121.949
238.773
121.949
935.058
12,5%
79.923
45.173
34.750
34.614
0
16.954
18.877
16.954
50.487
25% - 33%
Schoolinventaris
6.356.637
3.769.250
2.587.387
190.312
0
ICT
2.065.693
1.226.846
838.847
353.494
73.670
574.381
274.573
299.808
2.118
92.825
67.675
9.169.459
5.383.517
25.150 3.785.942
0 580.538
73.670
31.665
824.428
0
31.665
3.468.382
15.322.961
6.903.708
8.419.253
924.934
73.670
153.614
1.218.249
0
153.614
8.052.268
Auto's
Digitale schoolborden Installaties
Totaal materiële vaste activa
64
349.871 14.711
369.672
14.711
74.405 0
2.427.828
5% - 6,7%
748.999
20% - 33%
227.521
12,5%
11.603
12,5%
1.3
Financiële vaste activa Mutaties 2014
1.3.5
Boekwaarde 31-12-2013
Mutaties + 2014
Mutaties -/2014
Boekwaarde 31-12-2014
EUR
EUR
EUR
EUR
Effecten Obligaties
435.669 435.669
Totaal financiële vaste activa
435.669
0 0
0 0
435.669 435.669
435.669
Aanschaf-
Beurs-
Beurs-
Einde
waarde
waarde
waarde
waarde
looptijd
31-12-2013
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2014
2023
112.556
170.131
183.664
112.556
2017
98.550
109.000
108.045
98.550
7,5 % NEDERLAND
2023
97.563
140.686
151.876
97.563
4,25 % RABOBANK NED
2017
127.000
138.430
137.217
127.000
435.669
558.247
580.802
435.669
Obligaties 7,5 % NEDERLAND 4,25 % RABOBANK NED
65
Aanschaf-
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
1.5.2
Kortlopende vorderingen op OCW
1.5.5
Overige vorderingen Vorderingen gemeenten Overige vorderingen
1.5.6
31-12-2014
31-12-2013
EUR
EUR 22.858
1.411.034
1.240.771
10.188
164.501
193.584
193.933 203.772
358.434
354.583
415.311
2.001.148
2.037.374
Overlopende activa Vooruitbetaalde - en nog te ontvangen posten
Totaal vorderingen 1.5.2.
31.759
Kortlopende vorderingen op OCW In februari 2015 is n.a.v. het afgesloten bestuursakkoord en Nationaal onderwijs akkoord de bekostiging aangepast. De vordering betrekking hebbend op het 2014-deel is onder deze post opgenomen.
1.5.5
Vorderingen gemeenten De vorderingen op de gemeenten zijn t.o.v. ultimo 2013 afgenomen. Dit wordt verklaard doordat er eind 2014 weinig projecten lopen. Overige vorderingen Eind 2013 had Tabijn een vordering ad. € 68.000 op de steunstichting. Door de fusie is deze in 2014 afgewikkeld.
66
1.7
Liquide middelen 31-12-2014
31-12-2013
EUR
EUR
1.7.1
Bankmiddelen (Scholen)
118.888
102.269
1.7.2
Banken (inclusief spaarrekening)
2.928.875
3.005.042
Totaal liquide middelen
3.047.763
3.107.311
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. 2
Passiva
2.1
Eigen vermogen Mutaties 2014 Saldo 31-12-2013
Bestemming Resultaat
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2014
EUR
EUR
EUR
EUR
2.1.1
Algemene reserve
2.370.757
-161.576
2.209.181
2.1.2 2.1.3
Bestemmingsreserve publiek
3.887.833
-347.848
Bestemmingsreserve privaat
3.539.984
1.944.153
325.000
2.269.154
Totaal bestemmingsreserve
5.831.986
-22.848
5.809.138
6.349
-6.349
0
8.209.092
-190.773
2.1.4
Bestemmingsfonds (passend onderwijs) Totaal eigen vermogen
0
8.018.319
Bestemmingsreserves Uitsplitsing publiek - privaat Mutaties
2.1.2
Saldo 31-12-2013
Bestemming Resultaat
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2014
EUR
EUR
EUR
EUR
Bestemmingsreserves Publiek reserve scholen
3.887.832
-597.848 250.000
250.000
3.887.832
-347.848
3.539.984
Eigenrisicodragerschap bij ziekte totaal publiek 2.1.3
Bestemmingsreserves Privaat buitenschoolse aktiviteiten
876.446
personele claim
-325.000
steunstichting
876.446 325.000
1.392.708 1.944.154
2.1.2
3.289.984
0 1.392.708
325.000
2.269.154
Eigenrisicodragerschap bij ziekte Tabijn is 1 januari 2014 uit het vervangingsfonds gestapt en eigenrisicodrager bij ziekte geworden. Het verschil tussen de interne afdracht en de interne vervanging is eind 2014 in de bestemmingsreserve ERD ondergebracht.
2.1.3
Personele claim In 2014 heeft de Rechtbank uitspraak gedaan in de rechtszaak van Tabijn tegen een oud-bestuurder en diens echtgenote inzake een pensioenregeling uit 2003. Tabijn is in het gelijk gesteld. De voorziening is aan het eind van het jaar vrijgevallen.
67
2.3
Voorzieningen Mutaties
2.3.1
2.3.3
2.3.1
Onderverdeling saldo 2014
Saldo 31-12-2013
Dotaties 2014
Onttrekkingen 2014
Vrijval 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
Saldo 31-122014 EUR
< 1 jaar
1-5 jaar
> 5 jaar
EUR
EUR
EUR
Personeelsvoorzieningen Jubileumuitkeringen
210.822
61.398
Wachtgelduitkeringen
800.000
250.000
Personele claim
325.000
42.915
229.305
15.000
214.305
1.050.000
100.000
950.000
325.000
0
0
1.335.822
311.398
367.915
0 1.279.305
Onderhoud
1.281.128
300.000
218.869
0 1.362.259
Totaal voorzieningen
2.616.950
611.398
586.784
0 2.641.564
136.226
544.904
681.130
Jubileumuitkeringen Deze voorziening wordt gevormd voor uitbetaling van toekomstige jubilieumuitkeringen voor personeel bij een dienstverband van 25 en 40 jaar. Wachtgelduitkeringen Door toename van het aantal wachtgelders is de voorziening met € 250.000 opgehoogd. Bij vacatures worden de medewerkers die een uitkering ontvangen benaderd om bij gebleken geschiktheid de vacature in te vullen.
2.3.3
Onderhoud In 2013 is het meerjarenonderhoudsplan (2009 t/m 2018) geactualiseerd. De verwachting is dat er jaarlijks € 300.000 zal worden uitgegeven aan groot onderhoud.
2.5
Kortlopende schulden 31-12-2014
31-12-2013
EUR
EUR
2.5.3
Crediteuren
360.863
469.233
2.5.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
892.420
913.282
2.5.8
Schulden terzake pensioenen
292.715
337.712
2.5.9
Overige kortlopende schulden Overige
190.592
128.319 190.592
2.5.10
Overlopende passiva Geoormerkte subsidies OCW
0
35
796.643
810.728
Overige te besteden subsidies
68.129
85.310
Overige overlopende passiva
275.600
428.946
Vakantie- en eindejaarsuitkering
Totaal kortlopende schulden
2.5.10
128.319
Overige overlopende passiva
68
1.140.372
1.325.019
2.876.962
3.173.565
Model G: verantwoording van subsidies G1 verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule De prestatie is ultimo 2014 conform de subsidiebeschikking geheel nog niet uitgevoerd geheel en afgerond afgerond
Bedrag van Ontvangen
Omschrijving
Jaar
Subsidie studieverlof
2014
Kenmerk
toewijzing
t/m 2014
27.888
27.888
27.888
27.888
x
G2 verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G 2 A. aflopend 2014 Bedrag van Omschrijving
Jaar
Overblijfkrachten
11-12 PO/ZO/2007/12884
Kenmerk
toewijzing Saldo 2013 Ontvangen 3.500
35
3.500
35
0
Lasten terugbetaling
Saldo 2014
35
0
35
0
Lasten terugbetaling
Saldo 2014
0
G 2 B. doorlopend in 2015 Bedrag van Omschrijving
Jaar
Kenmerk
toewijzing Saldo 2013 Ontvangen
0
69
0
0
0
0
0
B6
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Meerjarige financiële verplichtingen Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd: Niet langer dan 1 jaar
2014 EUR 672.833
2013 EUR 86.000
Tussen 1 en 5 jaar
2.112.000
14.333
Langer dan 5 jaar
619.500 3.404.333
100.333
Huurovereenkomst kopieermachines In januari 2010 heeft Tabijn een vijfjarig contract afgesloten met Konica Minolta betreffende de huur van kopieermachines. De looptijd is van 1 maart 2010 t/m 28 februari 2015. De totale contractwaarde bedraagt € 430.000, in februari 2015 is, na Europees aanbestedingstraject, een nieuw vijfjarig contract afgesloten met Konica Minolta. De looptijd is van 1 april 2015 t/m 31 maart 2020. De totale contractwaarde bedraagt € 390.000,
Contract schoonmaak Eind 2014 is, na Europees aanbestedingstraject, een nieuw contract afgesloten met Breedweer betreffende schoonmaak. De looptijd is van 1 januari 2015 t/m 31 december 2019. De totale contractwaarde bedraagt € 3,0 mln. Pensioenverplichtingen: De stichting heeft de pensioenregeling ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP het bedrijfstakpensioenfonds voor overheid en onderwijs. De pensioenregeling is te typeren als een toegezegde pensioenregeling. Het ABP kan onvoldoende betrouwbare gegevens verstrekken om de vereiste berekeningen te maken. Op basis van de uitzonderingsbepalingen voor bedrijfstakpensioenfondsen (RJ271.309) zijn de lasten en de verplichtingen van de toegezegde pensioenregelingen verwerkt alsof er sprake zou zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Derhalve zijn de verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen als last in de winsten verliesrekening opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd. (de RJ-Uiting 2009-2 inzake ontwerprichtlijn 271.3 is nog niet in deze jaarrekening opgenomen). Volgens gegevens van het ABP was de dekkingsgraad eind 2014 101,1% en eind 2013 105,9%. Verlof oudere werknemers duurzame inzetbaarheid De nieuwe cao PO 2014-2015, die in oktober 2014 in werking is getreden, biedt de mogelijkheid voor werknemers van 57 jaar en ouder om op jaarbasis maximaal 170 klokuren (parttimers naar rato) te sparen. Om deze uren te kunnen sparen moet de werknemer vooraf een plan indienen, waarin is aangegeven hoe deze verlofuren de komende vijf jaren zullen worden ingezet. Voor het schooljaar 2015-2016 zal met betrokken werknemers afspraken worden gemaakt. Schooljaar 2014-2015 is een overgangsjaar waarbij de werknemer de uren inzetbaarheid in overleg met de leidinggevende in vrije tijd heeft opgenomen. Energie Na Europese aanbestedingstraject uitgevoerd door Veris (voorheen Besturenraad) in 2014 zijn er langlopende contracten afgesloten voor gas en elektriciteit. Van 1 januari 2015 tot 1 januari 2021 wordt het gas geleverd door Eneco en elektriciteit door DVEP.
70
B7
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 Rijksbijdrage (PO)
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
23.665.447
23.157.949 23.665.447
24.628.852 23.157.949
24.628.852
3.1.2 Overige subsidies OCW Geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidies
3.1.3 Ontv. doorbet. Rijksbijdrage SWV
Totaal rijksbijdragen OCW
6.547
0
34.062
1.467.393
1.630.011
1.692.889
1.473.940
1.630.011
1.726.951
193.997
0
0
25.333.384
24.787.960
26.355.803
3.1.1 Rijksbijdrage (PO) In februari 2015 is n.a.v. het afgesloten bestuursakkoord en Nationaal onderwijs akkoord de bekostiging voor het schooljaar 14-15 aangepast. Dit heeft voor 2014 geleid tot een extra bate van € 170.000. Er is aan groeigelden € 131.000 meer ontvangen dan begroot. Door de nieuwe cao 14-15 en stijging sociale premies valt de personele bekostiging € 165.000 hoger uit dan geraamd. 3.1.3
Ontv. doorbet. Rijksbijdrage SWV De inkomsten van de "oude" LGF leerlingen worden per 1-8-14 onder de rijksbijdrage verantwoord.
71
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.2.2
Overige overheidsbijdragen
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
Totaal overige overheidsbijdragen
3.5
270.697
224.725
314.724
0
0
6.000
270.697
224.725
320.724
Overige baten
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
3.5.1
Verhuur
183.984
152.900
3.5.2
Detachering personeel
155.468
151.500
3.5.6
Overige Opbrengst kantine BSO en Peuterspeelzaal WSNS-gelden Overige
Totaal overige baten
3.5.6
166.546
12.761
25.000
17.300
1.391.571
1.303.000
1.332.870
714.359
690.966
706.486
102.039
56.726
69.525
75.271
2.220.730
2.075.692
2.126.181
2.560.182
2.380.092
2.367.998
Overige De verwachte terugloop van de BSO is meegevallen. De inkomsten zijn zelfs hoger dan 2013.
72
4
Lasten
4.1
Personele lasten Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
4.1.1 Lonen en salarissen Loonkosten Sociale lasten Pensioenpremies
17.238.216
16.722.828
-
2.329.544
3.246.079
-
2.505.791 22.073.551
2.643.486 21.739.292
22.612.393
4.1.2 Overige personele lasten Dotaties pers. voorzieningen
311.398
250.000
Personeel niet in loondienst
194.213
127.200
Overige
790.811
1.039.352
Totaal overige
Totaal personele lasten
884.195 179.360 822.847
1.296.423
1.416.552
1.886.402
23.369.974
23.155.844
24.498.795
FTE per functie Onderwijzend personeel Onderwijzend en ondersteunend personeel Totaal
334,3
347,3
67,7
66,8
402,0
0,0
414,1
4.1.1 Lonen en salarissen De loonkosten zijn in 2014 ruim € 484.000 hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door extra inzet op een aantal scholen, door meer formatie boven de sterkte, nieuwe afgesloten cao 14-15 (1,2% loonsverhoging ingaande 1 september 2014) en door gestegen sociale lasten. 4.1.2 Overige personele lasten De vrijval van de personele claim ad. € 325.000 is in deze post verwerkt, waardoor de realisatie aanzienlijk lager is dan begroot.
73
4.2
Afschrijvingen op materiële vaste activa
4.2.1
Inventaris en apparatuur
4.2.2
Leermiddelen PO
4.2.3
Overige materiële vaste activa Auto's
4.3
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
22.530
24.221
27.162
238.773
244.567
242.248
18.877
15.708
5.801
Schoolmeubilair
349.871
347.690
332.922
Computerapparatuur
369.672
361.419
324.295
74.405
68.817
70.234
11.603
12.284
11.173
Digitale schoolborden Installaties
4.2.4
Realisatie 2014
824.428
805.918
744.425
Ge- en verbouwingen
132.518
153.975
137.276
Totaal afschrijvingen
1.218.249
1.228.681
1.151.111
Huisvestingslasten Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
4.3.1
Huur
15.000-
15.000
15.544
4.3.2
Verzekeringen
19.960
28.000
38.789
4.3.3.1
Dotatie onderhoudsvoorziening
300.000
300.000
300.000
4.3.3.2
Klein onderhoud en exploitatie
280.975
255.494
276.313
4.3.4
Energie en water
402.116
494.292
455.132
4.3.5
Schoonmaakkosten
574.897
572.433
561.329
4.3.6
Heffingen
41.520
57.760
43.758
4.3.7
Overige
88.826
77.823
133.938
1.693.294
1.800.802
1.824.803
Totaal huisvestingslasten
4.3.4
Door de zachte winter en afname in het verbruik vallen de energiekosten lager uit dan begroot.
74
4.4
4.4.1
Overige lasten
Reis- en verblijfskosten Accountantskosten Telefoon- en portokosten e.d.
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
308.961
322.508
343.324
9.453
24.663
10.932
25.794
23.100
27.023
121.725
127.744
113.302
Kantoorartikelen
11.611
16.042
11.840
Bestuurskosten
44.011
36.400
35.239
168.475
158.575
154.261
Reproductie / Drukwerk
4.4.2
Leermiddelen
4.4.4
Overige Representatiekosten
690.030
709.032
695.921
797.274
720.716
943.778
115.638
77.438
51.832
Kantinekosten
90.193
85.934
93.786
Contributies
87.992
69.992
80.986
Abonnementen
11.621
16.916
11.236
Medezeggenschapsraad
8.306
15.100
8.726
Kosten salaris-/HRM-pakket
71.405
75.100
75.161
Autokosten
54.245
57.950
29.267
Juridische- en advieskosten
92.121
85.500
116.315
Overige
Totaal overige lasten
4.4.4
Begroting 2014
Administratie- en beheerslasten ICT-kosten
4.4.2
Realisatie 2014
124.018
152.881
175.588
655.539
636.811
642.897
2.142.843
2.066.559
2.282.596
Toename van licentiekosten onderwijsleerpakketten veroorzaakt de overschrijding op de post leermiddelen. Representatiekosten Door de samenvoeging van de drie scholen in Alkmaar is er o.a. voor de nieuwe naam (DURV!) PR-kosten gemaakt. Er is met deze post in de begroting wel rekening gehouden, echter op een andere plaats gerubriceerd.
75
Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie en de steunstichting die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW. KPMG Realisatie 2014 EUR 23.000
Onderzoek jaarrekening 2014 Onderzoek jaarrekening 2013 (eindafrekening)
-352
Andere controleopdrachten
3.146 25.794 KPMG Realisatie 2013 EUR
Onderzoek jaarrekening 2013
23.100
Onderzoek jaarrekening 2012 (eindafrekening)
-918
Andere controleopdrachten
4.840 27.023
5
Financiële baten en lasten
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
EUR
EUR
EUR
5.1
Financiële baten
5.1.1
Rentebaten
35.273
25.000
59.421
5.1.2
Overige financiële baten
34.051
13.000
13.031
Saldo fin. baten en lasten
69.324
38.000
72.452
De rentebaten zijn t.o.v. 2013 teruggelopen doordat de spaarrente verder gedaald is. De overige financiële baten waren te laag begroot.
76
Uitkering beëindiging dienstverband
Voorzieningen beloning op termijn
Belastbare onkostenvergoeding
Beloning
Omvang dienstverband
Einde dienstverband
Ingangsdatum dienstverband
Duur arbeidsovereenkomst
Voorzitter Ja/nee
Naam
Model H: bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
College van Bestuur J.P. Gaemers
ja
onbepaalde tijd
1-9-2006
-
1.0 FTE
€ 107.090
Raad van Toezicht A.J.M. de Wit
ja
17-3-2009
16-3-2017
€ 8.051
S. van Keulen
nee
17-3-2009
16-3-2017
€ 6.309
R.C.A. Deen
nee
18-5-2009
17-5-2017
€ 3.485
S.C.G. de Boer
nee
18-5-2009
17-5-2017
€ 4.217
M. van TunenGeldermans
nee
16-2-2010
15-2-2018
€ 3.485 € 25.547
De aan de RvT-leden uitbetaalde bedragen betreft exclusief de afgedragen sociale lasten. Overzicht verbonden partijen Niet van toepassing
77
€0
€ 25.148
-
LeerBeleidsinfo
Huisvesting
Administratie Schoonmaak middelen
Meubilair
Totaal
Totaal
baten
lasten
03UC
De Branding
19.792
4.854
28.962
624.290
686.377
03XY
Visser 't Hooft
23.540
17.490
20.541
1.049.128
1.045.924
05AO
De Windhoek
19.122
23.811
31.035
973.419
1.021.889
05HH
Het Rinket
21.601
17.580
24.978
1.237.906
1.282.280
05JM
Bosschool
6.226
4.792
34.750
914.590
916.460
05MI
Willem Alexander
11.644
14.197
20.531
709.752
771.024
05SC
Het Baken
18.083
16.684
32.285
946.024
969.557
07NJ
Vlinder
23.085
23.367
20.922
913.620
953.478
07QS
Paulus
28.430
26.803
32.103
1.189.234
1.265.348
07US
Otterkolken
34.600
28.896
30.337
1.278.041
1.255.424
07VV
Molenhoek
17.245
15.986
23.642
794.239
802.822
08PV
J.D. van Arkel
23.203
25.426
24.594
895.576
954.887
08WB
De Duif
19.653
17.309
17.541
791.405
821.274
08YD
Augustinus
18.279
18.068
17.737
688.839
754.819
08ZV
Leonardus
29.864
21.253
35.683
999.995
1.078.067
09AR
Vrijburg
15.280
16.881
14.840
791.293
816.954
09VP
Cunera
10.908
16.764
20.566
895.522
949.856
09XO
Binnenmeer
24.117
20.772
42.324
1.083.130
1.089.956
10OP
Toermalijn
29.835
29.151
42.768
1.569.998
1.640.606
11EI
Anne Frank
48.273
46.355
58.198
2.096.571
2.138.278
13ZH
Prinsenhof
20.157
16.956
27.111
637.335
705.239
14FJ
Oranjehof
17.871
12.860
10.495
480.877
532.867
14FJ
DURV!
16.915
17.414
23.904
711.781
720.417
27YC
De Bareel
62.401
59.740
92.565
2.800.013
2.792.011
28AN
Kornak
43.178
39.757
64.058
2.382.601
2.382.852
515.097
21.732
4.805
1.245.077
611.688
574.897
797.274
28.700.258
28.960.355
Bestuursbureau
1.118.397
-
78
-
Heemskerk, 23 juni 2015 Ondertekening door College van Bestuur
drs. J.P. Gaemers, voorzitter
Ondertekening door Raad van Toezicht
dhr. A. de Wit, voorzitter
dhr. R. Deen, lid
dhr. S. van Keulen, vice-voorzitter
mevr. S. de Boer, lid
79
mevr. B van Tunen, lid
C
Overige gegevens
C1
Bestemming van het exploitatiesaldo Het negatieve resultaat over 2014 ad € 190.773- wordt als volgt verwerkt:
Algemene reserve (bestuur)
€ 161.576-
Bestemmingsreserve publiek (scholen)
€ 597.848-
Bestemmingsreserve publiek
C2
Eigenrisicodragerschap bij ziekte
€ 250.000
Bestemmingsreserve privaat
€ 325.000
Bestemmingsfonds Passend Onderwijs
€
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.
80
6.349-
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
81
D1
Gegevens over de rechtspersoon Bestuursnummer Naam instelling
40712 Stichting Tabijn
Adres Postadres Postcode / Plaats Telefoon E-mail Internetsite
De Trompet 1960 Postbus 280 1960 AG Heemskerk 0251-230082
[email protected] www.tabijn.nl
Contactpersoon Telefoon E-mail
De heer E. Hubert 0251-727011
[email protected]
Brin 03UC 03XY 05AO 05HH 05JM 05MI 05SC 07NJ 07QS 07US 07VV 08PV 08WB 08YD 08ZV 09AR 09VP 09XO 10OP 11EI 14FJ 27YC 28AN
Naam De Branding Visser 't Hooft De Windhoek Het Rinket Bosschool Willem-Alexander Het Baken Vlinder Paulus Otterkolken Molenhoek J.D. van Arkel De Duif Augustinus Leonardus Vrijburg Cunera Binnenmeer Toermalijn Anne Frank DURV! De Bareel Kornak
Sector PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO
82
15
BASISINFORMATIE
Gegevens over de rechtspersoon Bestuursnummer: Naam instelling: Adres: Postadres: Telefoon: E-mailadres: Website:
40712 Tabijn De Trompet 1960, 1967 DB Heemskerk Postbus 280, 1960 AG Heemskerk 0251-230082
[email protected] www.tabijn.nl
Tabijn is het bevoegd gezag van de volgende scholen:
Adres
Gemeente
Brinnr School
Telefoon
Alkmaar
14FJ
DURV! Amstelstraat* Amstelstraat 7 (voorheen Prinsenhof 2) 1823 EV Alkmaar
072-512 0406
[email protected]
Alkmaar
14FJ
DURV! Elgerweg*
(voorheen Oranjehof)
Elgerweg 39 1825 KA Alkmaar
072-562 8060
[email protected]
Alkmaar
14FJ
DURV! Tochtwaard*
Tochtwaard 22
072-561 0899
[email protected]
Bergen
03UC
De Branding
072-506 9995
[email protected]
Bergen
05AO
De Windhoek
Bergen
05MI
Willem-Alexander
Pastoor van Kleefstraat 19 1931 BL Egmond aan Zee Herenweg 72A 1935 AG Egmond-Binnen Kapelweidtje 2 1861 JH Bergen
Bergen
05JM
Bosschool
072-581 3195
[email protected]
Castricum
03XY
Visser 't Hooft
Castricum
07QS
Paulus
Castricum
08YD
Augustinus
Castricum
09VP
Cunera
Castricum
10OP
Toermalijn
Heemskerk
05HH
Het Rinket
Heemskerk
07NJ
Vlinder
Heemskerk
07US
Otterkolken
Heemskerk
08ZV
Leonardus
Heemskerk
11EI
Anne Frank
Heemskerk
27YC
De Bareel
Heiloo
08WB
De Duif
Rondelaan 30 1861 ED Bergen Kemphaan 17 1902 KA Castricum e 1 Groenelaan 88 1901 TE Castricum Dr. Van Nieveltweg 20 1901 GD Castricum Vondelstraat 25 1901 HT Castricum Het Korte Land 3 1902 BA Castricum Bachstraat 20 1962 BD Heemskerk Frankrijklaan 2 1966 VD Heemskerk Prof. ten Doesschatestraat 119 A 1963 AS Heemskerk Kerkweg 225 1964 KJ Heemskerk Jan van Kuikweg 97 1964 BC Heemskerk Waddenlaan 1 1967 EH Heemskerk Postbus 68 1960 AB Heemskerk Mariënstein 180 1852 SN Heiloo Postbus 176
(voorheen Prinsenhof 1) 1824 EZ Alkmaar
83
e-mail
072-507 0888
[email protected] 072-581 3142
[email protected]
0251-655906
[email protected] 0251-650565
[email protected] 0251-651764
[email protected] 0251- 650860
[email protected] 0251-650864
[email protected] 0251-231093
[email protected] 0251-237766
[email protected] 0251-232688
[email protected] 0251-232410
[email protected] 0251-231650
[email protected] 0251-230468
[email protected]
072-532 0874
[email protected]
1850 AD Heiloo Langedijk
05SC
Het Baken
Langedijk
08PV
J.D. van Arkel
Uitgeest
07VV
Molenhoek
Uitgeest
09AR
Vrijburg
Uitgeest
09XO
Binnenmeer
Uitgeest
28AN
Kornak
Bovenweg 68 1834 CG Sint Pancras Postbus 36 1834 ZG Sint Pancras Museumweg 1 1721 BW Broek op Langedijk Postbus 25 1720 AA Meidoornstraat 21 1911 BS Uitgeest Niesvenstraat 2 1911 VA Uitgeest Langebuurt 31 1911 AS Uitgeest Postbus 28 1910 AA Uitgeest Benningskamplaan 60 1911 LP Uitgeest
072-564 2417
[email protected]
0226-342322
[email protected]
0251-310173
[email protected] 0251-313138
[email protected] 0251-312715
[email protected]
0251-707227
[email protected]
* Per 1 augustus 2014 zijn de Prinsenhof 1, Prinsenhof 2 en de Oranjehof gefuseerd tot één school met drie locaties: DURV!. De locatie Kofschipstraat van de Oranjehof is hierbij gesloten.
84
BIJLAGE: Overzicht resultaten inspectiebezoeken kalenderjaar 2013
Prinsenhof 1
Fakkel
Cunera
Bareel
2013-2014
Paulus
Toermalijn
Branding
2012-2013
Anne Frank
16
De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
1.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
3
1.1.1 De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.2 De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 De resultaten van de leerlingen voor de Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
2
2
3
3
3
3
3
3
5
3
3
3
5
1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 3
1.5. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving.
3
3
3
3
2.1 Bij de aangeboden leerinhouden voor de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.1 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.2 Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
3
3
3
3
2.2 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.1 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.2 De leerinhouden voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
3
3
3 3
3
2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
3
2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. 2.6 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
3 3
3
De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 3
3
3
3
3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 3.2 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie.
85
Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. 3
3
3
4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personen en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
3
3
3
4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
3
3
3
4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
4
4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 9.8 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken.
3
3
3
3
5.1 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
3
3
4
3
5.2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
3
3
3
3
5.3 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
2
2
De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 3
6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
3
3
6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
3
3
6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
3
3
6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
3
3
7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
3
3
7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. 3
3
3
4
3
7.3* (SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.
3
7.4* (SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.
3
7.6 (Nieuwkomers) De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen en buiten de school. De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.
3
3
3
3
3
3
2
2
3
2
3
3
2
2
2
2
3
3
2
3
2
3
3
3
3
3
3
3
2
3
2
3
3
3
3
3 3
3
3
8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
2
8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
3
3
8.3 De school voert de zorg planmatig uit.
3
3
3
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
3
3
3
3
9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoefte van haar leerlingenpopulatie.
3
3
3
3
3
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
3
3
3
3
9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
3
3
3
3
3
3
9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
3
3
3
3
3
4
3
9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
3
3
3
3
3
3
9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
3
9.7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en
De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg.
3
86
kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 10.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen, zoals geformuleerd in het schoolplan. 10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. Wet en regelgeving ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13).
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12).
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Door of namens het bestuur is he vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19).
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8).
waarde 1 = slecht waarde 2 = onvoldoende waarde 3 = voldoende waarde 4 = goed waarde 5 = niet te beoordelen * een van de 10 normindicatoren
87
17
BIJLAGE: Overzicht netwerken
Netwerk
Onderwerpen
Netwerk intern begeleiders
Vaste onderwerpen: ESIS Kurzweil Ontwikkelingen in de SWV’s Halen en Brengen Intervisie. Overige onderwerpen: Aanpassingen inspectiekader augustus 2014 Bewaartermijn gegevens leerlingen, EWS aanpassingen Centrale Eindtoets Ondersteuningsprofiel en Zorgplan: één document Het ontwikkelingsperspectief EWS juni toetsing
Netwerk leerkrachten groep 1 en 2
Teach like a champion! Met woorden in de weer Teach like a Champion! Woordenschat en wereldoriëntatie Teach like a Champion! Woordenschat Teach like a Champion! Netwerkcafé met thema ‘Woorden’ De (on)afhankelijke positie van de adjunct-directeur Jaarplan Tabijn Bevlogenheid in het onderwijs Coachingsvaardigheden Good Practice: rondleiding op de Anne Frankschool Informatie over stage en studenten Het actieve directe instructiemodel Vragenronde Voortgang werkgroepen ICT Good Practices: collega’s voor collega’s Snappet Programmeren Werken met OneDrive BasisPoort Privacy Prowise/ProConnect 3d printing Beleid: de rol van de ICT-coördinator Intervisiemomenten Nieuwe ontwikkelingen en bijscholing Bespreken van casussen Toetsing en belang van de RIE Organisatie van de BHV Afspraken pabo Plaatsing studenten LIO vacatures Afspraken herkansingen Casussen bespreken
Netwerk leerkrachten groep 3 en 4 Netwerk leerkrachten groep 5 en 6 Netwerk leerkrachten groep 7 en 8 Netwerk adjunct-directeuren
Netwerk mentoren Netwerk ICT coördinatoren
Netwerk contactpersonen Netwerk Arbo-contactpersonen Netwerk stage coördinatoren
88
Frequentie per schooljaar 6x
Aantal deelnemers
2x
+/- 50
2x
+/- 45
2x
+/- 45
2x
+/- 45
5x
13
1x
7
4x
+/- 25
1x
25
1x
25
2x
+/- 13
+/- 30
18
BIJLAGE: DEFINITIES VAN DE TYPEN INTEGRITEITSSCHENDING
1. Financiële schendingen 1.1 Diefstal / verduistering
Opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort zichzelf toe-eigenen.
1.2 Fraude
Betreft intern misbruik, zoals bij vervalsing van administratie of ontduiking van voorschriften. Een concreet voorbeeld is declaratiefraude. Doel van de fraude is materieel persoonlijk gewin.
1.3 Overig
Bijvoorbeeld afpersing, afdreiging en oplichting.
2. Misbruik positie en belangenverstrengeling 2.1 Ongeoorloofde nevenactiviteiten
Het verrichten van nevenwerkzaamheden die de belangen van de organisatie (kunnen) schaden. Dit kan ook het niet melden van de (ongeoorloofde) nevenactiviteit omvatten als dat bijvoorbeeld aanleiding is voor een onderzoek of leidt tot een (disciplinaire) maatregel.
2.2 Ongeoorloofde financiële belangen
Het hebben van bepaalde financiële belangen of het verrichten van bepaalde financiële transacties kan oorzaak zijn van (de schijn van) belangenverstrengeling. Dit kan ook het niet melden van het (ongeoorloofde) financiële belang omvatten als dit bijvoorbeeld aanleiding is voor een onderzoek of leidt tot een (disciplinaire) maatregel.
2.3 Omkoping (corruptie)
Van corruptie is sprake wanneer een persoon een gift, dienst of belofte vraagt en/of aanneemt; en (vermoedelijk)als doel heeft om in zijn functie iets te doen of na te laten, al dan niet in strijd met zijn plicht. Zie verder WvS, art. 362.
2.4 Aannemen / vragen van geschenken, uitnodigingen
Hieronder vallen zowel het aannemen van geschenken boven de vijftig euro, als ook het niet melden van geschenken.
2.5 Favoritisme
Oneigenlijke bevoordeling van medewerkers, vrienden, familie, partijgenoten. In sommige functies kan een functioneel legitimatiebewijs misbruikt worden voor het verkrijgen van enig persoonlijk voordeel. Bijvoorbeeld om korting of gratis toegang te bedingen, of om toegang te verkrijgen tot anders niet toegankelijk terrein. Bijvoorbeeld een medewerker van de buitendienst die in zijn vrije tijd naar een afgesloten stuk strand gaat.
2.6 Overig
Voorbeelden zijn draaideurconstructies, vriendjespolitiek, deelname aan aannemingen en leveringen aan openbare diensten.
3. Lekken en misbruik van informatie 3.1 Lekken van informatie
Het bewust of onbewust geven van informatie aan onbevoegde derden.
3.2 Misbruik van informatie
Het misbruik maken van informatie ten voordelen van de eigen persoon of derden, of ten nadelen van derden.
3.3 Raadplegen informatie
Het onbevoegd raadplegen van vertrouwelijke registers, of uit vertrouwelijke registers deze raadplegen voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd zijn
89
3.4 Verlies/diefstal
Verlies of diefstal van computers, laptops, usb-sticks, cdroms of andere informatiedragers
3.5 Overig
Overige vormen van lekken en misbruik van informatie die de integriteit van de organisatie aantasten, bijvoorbeeld het achterhouden van informatie.
4. Misbruik bevoegdheden 4.1 Ongeoorloofde opsporingsmethoden
Het inzetten van bepaalde opsporingsmethoden en/of dwangmiddelen zonder de daarvoor vereiste officiële goedkeuring of zonder en dwangmiddelen enige gegronde noodzaak
4.2 Meineed
Het onder eed of belofte verkondigen van een onwaarheid.
4.3 Valsheid in geschrifte
Indien onwaarheid in officiële stukken wordt verkondigd. Ook het aanbrengen van veranderingen in stukken waarop moet kunnen worden vertrouwd, valt hieronder.
4.4 Afgifte van Vergunningen en legitimatiebewijzen
Het in afwijking van geldende voorschriften afgeven van vergunningen, legitimatiebewijzen, sluiting van huwelijken en dergelijke.
4.5 Overig
Overige vormen van misbruik van bevoegdheden die de integriteit van de organisatie aantasten.
5. Misbruik bedrijfsmiddelen en overtreding interne regels 5.1 Ongewenst gebruik email/internet
Dit betreft niet alleen het (buitensporig) gebruikmaken van e-mail / voor internet privédoeleinden, maar ook het gebruik van email/internet voor het bekijken en/of verspreiden van informatie die de integriteit van de organisatie aantast.
5.2 Misbruik van bedrijfsmiddelen
Het (buitensporig) gebruikmaken van bedrijfsmiddelen voor privé-doeleinden. Zoals (mobiele) telefoon en bedrijfsauto.
5.3 Werkverzuim
Het op zodanige wijze niet naleven van werkuren of het misbruik maken van ziekteverzuim, dat disciplinair optreden passend is.
5.4 Niet volgen van de procedures
Door het niet naleven van procedures kan een goede taakvervulling van de organisatie in gevaar worden gebracht.
5.5 Slordig omgaan met bedrijfsmateriaal
Het op zodanig wijze omgaan met bedrijfsmateriaal dat deze beschadigd raken of zoekraken.
5.6 Gebruik van alcohol
Het op zodanig wijze gebruikmaken van alcohol- of drugs, dat disciplinair optreden passend is.
5.7 Overig
Overige vormen van misbruik bedrijfsmiddelen en overtreding van interne regels die de integriteit van de organisatie aantasten.
6. Misdragingen in privé-sfeer 6.1 Financiële schendingen
Zoals diefstal, fraude, oplichting
6.2 Ongewenste
Zoals discriminatie, seksuele intimidatie en agressie en geweld. Dit kan ook huiselijk geweld betreffen.
omgangsvormen
6.3 Alcohol of drugs
Dit betreft niet alleen alcohol- en drugsmisbruik, maar ook (gelegenheid geven tot) drugshandel. Bijvoorbeeld door het kweken van hennepplanten.
90
6.4 Ongewenste contacten
Het onderhouden van ongewenste contacten in de privésfeer. Bijvoorbeeld het aangaan van een relatie met een persoon met criminele antecedenten.
6.5 Overig
Overige vormen van misdragingen in de privésfeer die de integriteit van de organisatie aantasten.
Bron: BIOS / CAOP
91