Productschap Vis
jaarverslag 2008
Inhoud Voorwoord - vijf Het Productschap Vis - zeven Kerntaak 1: Kerntaak 2: Kerntaak 3: Kerntaak 4: Kerntaak 5:
Adviseren en beïnvloeden - dertien Ketenbenadering en verantwoord ondernemen - negentien Kennisontwikkeling en innovatie - vijfentwintig Informatieopbouw en -uitwisseling - negenentwintig Inzetten uniek instrumentarium - drieendertig Hoe verder in 2009?
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Samenstelling bestuur Productschap Vis 2008 - zevenenveertig Organisatieschema Productschap Vis - drieenzestig Heffingen - vijfenzestig Ontwikkelingen in personeel - zevenenzestig Verordeningenoverzicht 2008 - negenenzestig
Voorwoord
De ontwikkeling die in eerdere jaren is ingezet met de vervanging van grondstoffen uit de Noordzee en de Waddenzee heeft zich in 2008 doorgezet. Dat is ook te zien aan de cijfers van de hoeveelheid en waarde van de importen van vis en visproducten die in het verslagjaar weer een stijging laten zien. Dat onderstreept het steeds toenemende belang van de import voor de Nederlandse vissector. Het benadrukt ook het belang van
Nederland als draaischijf voor de handel in Europa, omdat het overgrote deel van wat wordt geïmporteerd ook weer wordt geëxporteerd. Het begin van 2009 lijkt in dat opzicht een keerpunt, waarbij de kredietcrisis een grote rol speelt. 2008 was ook het jaar waarin verdere stappen zijn gezet met de implementatie van de Code Goed Bestuur. De daarvoor ingestelde auditcommissie heeft in haar verslag aan het bestuur duidelijk kunnen maken dat het productschap op een open en transparante wijze omgaat met de inzet van mensen en middelen ten behoeve van de keten. Aan de kant van het thema arbeid is het vermelden waard de ontwikkeling van het brancheloket en de totstandkoming van een arbocatalogus voor de visverwerkende industrie en de groothandel. Daarmee wordt invulling gegeven aan dit belangrijke takenpakket voor de sector, wat zich zo goed leent voor een collectieve aanpak. In de ‘decemberraad’ aan het einde van 2008 is de lijn van het jaar daarvoor doorgezet. Omdat het platvisbeheersplan zijn waarde heeft bewezen en de bestandsontwikkeling voor tong en schol daartoe ook aanleiding gaven, konden de quota voor deze belangrijke vissoorten licht worden verhoogd. Dat geeft hoop dat een einde is gekomen aan de jaren van voortdurende teruggang en vangstbeperking. Voor de visserij ligt hier een belangrijke uitdaging, vooral ook als het gaat om de verdere verduurzaming van de activiteiten op de Noordzee.
| vijf
Van u, door u en voor u. Dat is eigenlijk de basis van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zoals ook het Productschap Vis er een is. Dat blijkt ook weer uit het voorliggende verslag over het jaar 2008. Ten behoeve van de keten van visserij, handel en be- en verwerking van vis en visproducten is wederom een breed scala werkzaamheden opgepakt. Uiteraard altijd in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven voor wie het productschap is ingesteld. Het jaar 2008 bracht naast een aantal hoogtepunten ook diepe dalen. Het einde van 2008 vormde de opmaat naar de kredietcrisis die de publieke discussie momenteel volkomen beheerst en ook grote effecten heeft op de perspectieven voor het bedrijfsleven. Medio 2008 leek de dieselprijs zo hoog op te lopen dat het niet meer verantwoord zou zijn voor veel vissers om te blijven varen, terwijl diezelfde dieselprijs aan het einde van het jaar fors was teruggelopen. Waar de visserij ondanks alles gemiddeld genomen zwarte cijfers kon schrijven, is het afgelopen jaar de consumptie van vis gestabiliseerd. Dat betekent dat er extra inzet nodig is om de doelstelling van ‘vis, tweemaal per week’ dichterbij te brengen.
In de schelpdiersector werd eigenlijk alles overschaduwd door de uitspraak van de Raad van State die de visserij op mosselzaad in de Waddenzee onmogelijk maakte. Het is een moeilijk en onrustig jaar geweest voor met name de mosselsector, waarbij een hard gevecht met de natuur- en milieuorganisaties niet werd geschuwd. Dat na moeizame onderhandelingen uiteindelijk een akkoord is bereikt tussen de sector, de overheid en de maatschappelijke organisaties brengt hoop voor de toekomst. Maar er zullen nog harde noten gekraakt moeten worden bij het in balans brengen van de grote verscheidenheid aan belangen. Daarbij is niet alleen de mosselsector onderwerp van gesprek en beleid, maar ook de garnalenvisserij en de visserij met vaste vistuigen. Het verslagjaar bracht voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties rust aan het politieke front. De Tweede Kamer heeft besloten tot een wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisaties, waarin ook is geregeld hoe het bestaansrecht van productschappen regelmatig
ir. B.J. Odink voorzitter
moet worden getoetst. De productschappen zijn voor die delen van het bedrijfsleven waarvoor ze zijn ingesteld, een belangrijk instrument om zaken te regelen. Wat dat voor de vissector betekent is in dit verslag uiteengezet, op de inmiddels vertrouwde wijze door een beschrijving van de vijf kerntaken. Daaruit wordt duidelijk wat de betekenis is van het productschap voor de sector en hoe met de belangen van de bedrijven wordt omgegaan. Juist op die punten ligt de toegevoegde waarde waaraan een productschap zijn bestaansrecht ontleent. Een van de punten waar een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie als het Productschap Vis iets extra’s kan doen is het bundelen van de krachten in het belang van de sector. Dat hebben we in het afgelopen jaar gedaan en zullen we ook in de toekomst blijven doen. Ten bate van de sector waarvoor het productschap is ingesteld. Met de medewerkers werken wij er hard aan om dat ook in het komende jaar waar te maken.
drs. W.G. van de Fliert secretaris
Productschap Vis
De wettelijke verankering van de taakgebieden van de productschappen is terug te vinden in de Wet op de Bedrijfsorganisatie. In artikel 71 is een algemene omschrijving te vinden van de taakstelling: ’een algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor zij zijn ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen.’
Missie Het Productschap Vis is een professionele organi-
satie van en voor de Nederlandse vissector. De organisatie begeeft zich op het raakvlak tussen bedrijfsleven en overheid en is de natuurlijke partner van private organisaties in de vissector. Het Productschap Vis komt op voor de gezamenlijke belangen van werkgevers en werknemers in de visketen om langs die weg te zorgen dat de consument de beschikking krijgt over een verantwoord en gezond product.
Bijzondere positie Het Productschap Vis heeft unieke wettelijke bevoegdheden en een bijzondere positie. Dat komt tot uiting in de volgende hoofdtaken: het bieden van een platform waar alle partijen in de keten elkaar kunnen ontmoeten voor overleg en gesprek over alles wat er in de keten aan de orde is; op uitdrukkelijk verzoek van de dragende organisaties het uitvoeren van belangenbehartiging voor de bedrijfstak; het in medebewind uitvoeren van overheidstaken (bijvoorbeeld de buitendienst op de afslagen); het vaststellen van autonome regelgeving (bv. de haringverordening); taken op het terrein van arbeid, ondersteuning en onderwijs; het bijeenbrengen en verstrekken van statistische en andere informatie; de spreekbuisfunctie naar politiek en samenleving voor de keten; het innen van financiële middelen t.b.v. het Nederlands Visbureau voor de collectieve promotie van vis en visproducten.
Doelstellingen/taakvelden Adviseren en beïnvloeden: - kennis van de (inter)nationale aan de vissector gerelateerde beleidsontwikkeling en het gevraagd en ongevraagd geven van
| zeven
Het Productschap Vis is van en voor de gehele vissector. Van visser tot viskweker en van importeur tot detaillist. Het productschap is krachtens de wet op verzoek van de sector zelf in het leven geroepen als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. In die hoedanigheid richt de organisatie zijn werkzaamheden op verbetering van de positie en de omstandigheden van ondernemingen en werkenden in de vissector, daarbij rekening houdend met het algemeen belang.
advies; - vertegenwoordiging van de vissector (in afstemming met private organisaties en op hun verzoek) in diverse nationale en internationale gremia; ketenbenadering: versterking economische positie vissector door ontwikkeling van collectieve ketenconcepten (bv. voedselveiligheid, kwaliteit, efficiency, etikettering); kennisontwikkeling: uitbouw, vastleggen en aanbieden van kennis over beleidsinhoud en beleidsproces aangaande de gehele vissector; informatieopbouw- en uitwisseling: informatiepunt vissector, statistische informatie, analyses, kengetallen; inzetten uniek instrumentarium: - autonome verordenende bevoegdheid gericht inzetten; - gerichte fondsvorming (bestemmingsheffing); versterken van de positie van het Visserijcentrum door het (verder) bijeenbrengen van functies en organisaties binnen de vissector in het Visserijcentrum.
Het beleid van het Productschap Vis wordt bepaald door het bestuur. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemerszijde, benoemd door de dragende organisaties (zie bijlage 1). Het bestuur laat zich op een aantal beleidsterreinen adviseren door commissies. Het bestuur benoemt uit zijn midden het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft specifieke taken bij het financiële beheer. De dagelijkse werkzaamheden van het Productschap Vis worden verricht door het secretariaat. Een organisatieschema treft u aan als bijlage 2, terwijl de ontwikkelingen in personeel worden toegelicht in bijlage 4.
Oprichting van en deelname in andere rechtspersonen Op grond van artikel 138 van de Wet op de bedrijfsorganisatie moet de oprichting van en deelname in andere rechtspersonen worden gemeld
bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het Productschap Vis heeft toestemming van de minister van SZW voor zijn deelname in de volgende rechtspersonen: Stichting Nederland Maritiem Land (NML); Stichting Structuurverbetering Mosselkweek en Garnalenvisserij (SSMG); Stichting Nederlands Visbureau (NVB).
Toekomst Productschap Vis In de afgelopen decennia is het personeelsbestand bij het productschap nagenoeg gelijk gebleven. Dat kan echter niet worden gezegd van de hoeveelheid werk. Door de toenemende complexiteit en steeds meer gerichte vragen vanuit de kolom is de hoeveelheid werk toegenomen. Het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen, mede door verschuivingen in de omvang van de verschillende schakels binnen de sector. Een derde factor is dat van oudsher veel medewerkers van het productschap actief zijn op zowel publiek als privaat terrein en dat de toename van vragen zich voordoet op beide terreinen. Daarnaast is het volgende van belang. Er is toenemende druk vanuit politiek en samenleving onder de noemer duurzaamheid, die ook zijn vertaling vindt in veranderingen in de markt. Voor de hele keten ligt er de noodzaak een goede invulling te geven aan dat centrale begrip duurzaamheid. Door de aard en omvang van deze problematiek heeft het bestuur besloten dat het productschap als instrument voor de keten moet worden benut bij het aanpakken van deze problematiek voor de keten. Daartoe is de Commissie Verantwoorde Vis ingericht. Naast en in het verlengde van het thema duurzaamheid is er nog een extra taak terechtgekomen bij het productschap. Dan gaat het om de coördinatie van kennis en inspraak inzake de veranderende wet- en regelgeving op het terrein van natuurontwikkeling. Met name het Natura 2000beleid werpt hier zijn schaduw vooruit en dat vereist van de keten gerichte inspanningen. De primaire focus ligt voorshands op de visserij, maar de uitstraling daarvan op de rest van de keten is groot. Een derde element tenslotte betreft de uitdrukke-
lijke wens vanuit de sector voor meer promotie en informatie van en over vis en visproducten. Een en ander tegen de achtergrond van bijvoorbeeld de adviezen van het Voedingscentrum en toenemende vragen vanuit de retail en de detailhandel. Ook hier liggen grote belangen voor de keten. Deze zaken geven aan dat er door de keten steeds meer gevraagd wordt van het productschap. Hoewel een deel van de werkzaamheden privaat wordt ingevuld, is in veel opzichten het inzetten van het publieke instrumentarium van het Productschap Vis het meest voor de hand liggend. Al was het maar omdat dit instrument naar zijn aard door alle bedrijven in de keten wordt gefinan-
beginsel gefinancierd door middel van bestemmingsheffingen. Daardoor kan meer balans worden gebracht in de discussie die in sommige schakels van de keten aan de orde is als het gaat over de vraag wat het productschap voor hen kan betekenen. Immers, eerst moet de taak worden gedefinieerd op grond van de vraag vanuit het bedrijfsleven en daarna kan de invulling daarvan plaatsvinden op basis van de beschikbaar gestelde middelen. Daarnaast kan het werk ten behoeve van private organisaties, al naar gelang de vraag, worden uitgebreid. Door dit te doen vanuit de centrale organisatie in Rijswijk, kan een volgende stap worden gezet voor de keten: de ontwikkeling van visserijcentrum naar viscentrum.
cierd en ook de belangen van alle bedrijven betreft. Efficiency speelt een belangrijke rol. Het is van belang om het unieke instrumentarium van het productschap naar de toekomst toe scherp te houden. Dan gaat het om het waarmaken van de verordenende bevoegdheden, het vervullen van de platformfunctie, het dienen van de gemeenschappelijke belangen, de uitvoering van de medebewindstaken en de instandhouding van de daarbij behorende heffingsstructuur. Om al deze dingen te kunnen doen is er het instrument van de huishoudelijke heffing van het productschap. Alle andere taken en activiteiten worden in
Desgevraagd kan het Productschap Vis het voortouw nemen bij ontwikkelingen in de sector. Bijvoorbeeld in het bijeenbrengen van partijen en het bieden van een platform voor overleg met politiek en samenleving. Het productschap kan ook op verzoek informatie verzamelen en verstrekken en signaleren waar zich mogelijkheden voordoen en problemen kunnen optreden. Het productschap bezint zich samen met andere pbo’s op het zo efficiënt mogelijk vormgeven van gezamenlijke taken en verantwoordelijkheden. Daarbij kan gedacht worden aan het samen optrekken ten aanzien van wet- en regelgeving, het stroomlijnen van de gang van zaken bij en via de SER, de gezamenlijke inkoop van middelen en – op termijn – kantooruitrusting. Door de bestaande verschillen in huisvesting is er wel het dilemma dat enerzijds winst kan worden geboekt door samenvoeging als naar het totaal wordt gekeken, maar dat de consequenties daarvan zeer ongelijk verdeeld zijn voor de bedrijven in de verschillende sectoren die de heffing moeten opbrengen. De scheiding tussen publieke en private taken en verantwoordelijkheden zullen maximaal helder gemaakt moeten worden. Alleen dan kan het nieuwe
| negen
In de benadering naar de toekomst staat het begrip vraagsturing voorop. Het zijn de dragende, private organisaties die bepalen wat er gebeuren moet en ook wat er niet hoeft te gebeuren.
Viscentrum opereren als belangenbehartiger van het publieke instrumentarium en tevens als aanbieder van in te huren deskundigheid en menskracht voor private organisaties die daarvan gebruik willen maken. Voor het jaar 2008 heeft de invulling van drie grote thema’s prioriteit voor de werkzaamheden van de organisatie. Dat betreft achtereenvolgens duurzaamheid, Natura 2000 en kwaliteit & arbeid. Daaronder figureren dan concrete projecten zoals de totstandkoming van een Nederlandse versie van het Engelse ‘Responsible Fishing Scheme’ (RFS), een op moderne leest geschoeide promotie van vis- en visproducten, de invulling van afspraken in de keten over de realisatie van duurzaamheid etc.
Vraagsturing staat centraal bij de inzet van het apparaat van het productschap. Er zal in dat opzicht een goede balans gevonden moeten worden tussen de vraag vanuit het bedrijfsleven enerzijds en de kosten die men daarvoor bereid is te dragen anderzijds. Het lijkt niet onlogisch daartoe gebruik te maken van de pbo-structuur, die de afgelopen 50 jaar haar waarde heeft bewezen. Het gaat om het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, de vertaling daarvan naar de sector en het werken op basis van concrete vragen en opdrachten van de keten. Altijd en overal dient daarbij voorop te staan dat er sprake moet zijn van meerwaarde op basis van de belangen van de keten. Dat is en blijft de uitdaging voor het Productschap Vis.
KENGETALLEN Werkgelegenheid Aanvoer: Handel en verwerking: Overigen: Visdetailhandel:
1.800 mensen 5.500 mensen 3.500 mensen 10.000 mensen
Totaal sector:
19.000 mensen (14.250 fte)
Man / vrouw:
2:1
vissspecialisten: Totaal inkomen:
1.800 met minimaal 1 verkooppunt ong. € 640 mln. (ntw)
Vloot Trawlers: Noordzeekotters: IJsselmeerkotters: Mosselkotters:
15 320 64 65
Kweeksector Totaal aantal kwekerijen: Per vissoort: paling: meerval: claresse: tilapia: snoekbaars:
60 20 16 4 4 2
Invoerwaarde: Invoerhoeveelheid: Uitvoerwaarde: Uitvoerhoeveelheid:
± 1.7 miljard euro (waarvan ruim de helft van buiten EU) ± 700 miljoen kg (waarvan ruim de helft van buiten EU) ± 2.3 miljard euro (waarvan ruim driekwart naar EU) ± 1 miljard kg (waarvan ruim de helft naar EU)
| elf
In-/export
Uitputting belangrijkste visquota 2008 Vissoort
Schol Tong Bot en schar Kabeljauw Wijting Haring (Noorse) Haring (Noord) Haring (Zuid) Heek Noorse kreeften
Quotum (in tonnen)
Vangst (in tonnen)
Percentage
20.303 9.974 11.654 1.952 725 30.020 12.408 10.748 121 1.546
20.309 9.438 7.752 1.876 654 28.845 12.396 10.663 119 737
100 (+7 ton) 95 67 96 90 96 100 99 99 48
Visconsumptie 2008 Visconsumptie in thuisgebruik heeft geen groei doorgemaakt ten opzichte van het voorgaande jaar. Van consumptie buitenshuis zijn geen cijfers bekend. In het thuisgebruik is de financiële crisis terug te zien in een terugval in laatste kwartaal, maar een hogere kerstomzet.
Kerntaak 1
Adviseren en beïnvloeden Al in 2007 zijn twee groepen gebieden aangewezen als vallende onder de Vogelrichtlijn, nu binnen het Natura 2000-beleid. In 2008 is hier nog een derde groep gebieden aan toegevoegd. Dat betreft onder meer het Grevelingenmeer, Markermeer en IJmeer, die nu ook onder het Natura 2000-regime vallen. Het Productschap Vis heeft uitdrukkelijk gebruik gemaakt van de inspraakmogelijkheden bij alle wateren die voor zowel de binnenvisserij als zee- en kustvisserij van belang zijn. De inspraak heeft betrekking gehad op de instandhoudingdoelstellingen, die op dit moment nog erg vaag zijn geformuleerd. De exacte formulering van deze doelstellingen is voor de toekomst van de visserij en schelpdierkweek van groot belang. Wordt bijvoorbeeld gesteld dat het oppervlak aan ongestoorde zeebodem dient toe te nemen, dan betekent dit in feite dat het areaal visgebied moet worden verminderd. Door het productschap is er met kracht voor gepleit om rekening te houden met de bestaande visserijactiviteiten die al in de aangewezen gebieden plaatsvinden. Voor een groot aantal van de in 2007 en 2008 voorlopig aangewezen gebieden is het ministerie van LNV van plan om deze in 2009 definitief aan te wijzen. Het productschap staat bij elk van deze gebieden voor de keuze om namens de sector beroep in te stellen tegen deze definitieve aanwijzing. Overleg met de verschillende visserijsectoren over de te volgen strategie is hierbij van belang. Voor een groot deel van de Natura 2000-gebieden is het bevoegde gezag gestart met het opstellen van de beheerplannen. In deze plannen zal een beschrijving worden opgenomen van alle activiteiten die in het gebied plaatsvinden, de mogelijke effecten van deze activiteiten op de natuurdoelen en eventuele maatregelen om de effecten op de natuur tegen te gaan. Het Product-
schap Vis is bij veel van deze beheerplannen betrokken om ervoor te zorgen dat de huidige visserijactiviteiten zo ongestoord mogelijk door kunnen blijven gaan. Het komend jaar zullen de discussies over de diverse beheerplannen doorgaan en zal het productschap hierbij namens de sector zoveel mogelijk inbreng geven. Eind 2008 zijn ook de eerste gebieden op de Noordzee door het ministerie van LNV bij de Europese Commissie aangemeld als Natura 2000gebied. Het gaat in dit geval om de Doggerbank, Klaverbank, Vlakte van Raan en de Noordzeekustzone tussen Petten en Bergen. Op de aanmeldingsdocumenten is door het productschap namens de sector ingesproken. De gebieden zullen in de loop van 2009 voorlopig worden aangewezen, waarna het opnieuw mogelijk is om in te spreken op de doelen die voor deze gebieden worden gesteld. In dit jaar zal tevens een proces op gang komen om over de visserijmaatregelen in deze gebieden te praten. Het productschap zal aan dit proces deelnemen, in nauw overleg met betrokkenen uit de sector.
Beheerplan Voordelta Medio 2008 is de Voordelta als een van de eerste gebieden definitief aangewezen als Natura 2000 gebied. Het beheerplan Voordelta is kort daarop in werking getreden. In het beheerplan zijn maatregelen opgenomen om ervoor te zorgen dat eventuele effecten van gebruikers op de natuurwaarden tot een minimum worden beperkt. Hierbij is ook voor de visserij een aantal maatregelen opgenomen: Sleepnetvisserij kleiner dan 260 pk, garnalenvisserij en visserij met borden, fuiken, korven, staandwant en zegen is toegestaan in de gehele Voordelta, met uitzondering van de vijf rustgebieden. Deze vissersvaartuigen moeten wel beschikken over operationele volgapparatuur ten behoeve van de handhaving. Het is overigens de bedoeling dat alle vaartuigen op
| dertien
Natura 2000 en de vissector
termijn beschikken over dit AIS (Automatic Identification System). Hierbij zal het productschap, op verzoek van het ministerie van V&W, een ondersteunende rol spelen; Schelpdiervisserij (waartoe ook de MZI’s behoren) is in principe toegestaan in de gehele Voordelta, opnieuw met uitzondering van de rustgebieden. Wel moet de schelpdiervisserij een NbW-procedure doorlopen, waarbij rekening gehouden moet worden met bijvoorbeeld de voedselvoorziening van zwarte zee-eenden en eidereenden. Ook hier moeten de vissersvaartuigen beschikken over operationele volgapparatuur; Binnen de rustgebieden (Bollen van het Nieuwe Zand, Bollen van de Ooster, Hinderplaat, Slikken van Voorne en de Verklikkerplaat) zijn slechts een paar vissersvaartuigen toegestaan. Deze vaartuigen moeten zich wel houden aan strikte voorwaarden, zoals een maximumvaarsnelheid en/of een minimale afstand tot drooggevallen platen; Boomkorvisserij met schepen boven 260 pk is niet toegestaan in het bodembeschermingsgebied en in de rustgebieden. In het convenant Duurzame Voordelta is vastgelegd dat voor deze visserij in 2009 een passende beoordeling wordt opgesteld om de eventuele effecten van deze visserij op de natuurwaarden beter in beeld te krijgen. Het convenant Duurzame Voordelta is met het ministerie van LNV, V&W, het Havenbedrijf Rotterdam, Natuurmonumenten en Stichting de Noordzee overeengekomen om beroepsprocedures in de Voordelta te voorkomen en tijd en ruimte te creëren om in te spelen op de nieuwe situatie die gaat ontstaan. In 2008 is verder overleg gevoerd met de provincies Zeeland en Zuid-Holland over de invulling van hun stimuleringsregeling voor visserij en recreatie. Deze stimuleringsregeling moet het komende jaar in werking gaan treden.
Biologische visteelt in recirculatiesystemen De visteelt heeft in 2008 te maken gehad met dalende prijzen als gevolg van de financiële crisis (export) en de stijgende import uit goedkope landen als vooral Azië. Het streven naar een ‘level playing field’ wordt bemoeilijkt. De Nederlandse aquacultuur heeft met veel wet- en regelgeving te maken. Daarbij komt de milieuvriendelijke maar ook kostbare manier van kweken in zogenaamde recirculatiesystemen. Beide factoren plaatsen de Nederlandse productie in een moeilijke concurrentiepositie.
De Europese Commissie is bezig met Europese voorschriften voor biologische aquacultuur en zeewier. Het Productschap Vis ondersteunt de kweekvissector om ook voor de biologische aquacultuur in aanmerking te kunnen komen. In principe is het recirculatiesysteem uitgesloten, omdat het wordt gezien als dat het ‘te ver van de natuur afstaat’. Dat is een vreemde zaak, want in het recirculatiesysteem zijn de omstandigheden voor de vis juist optimaal. Het productschap tracht via de overheid begrip te ‘kweken’ voor een reeks van positieve
Om deze belangen over het voetlicht te brengen is het afgelopen jaar veelvuldig overleg gevoerd met het ministerie van LNV, verschillende ngo's, keurmerkorganisaties en andere betrokken instanties.
Voedsel en Waren Autoriteit De fusering van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) met de Algemene Inspectie Dienst (AID) en Plantenziektenkundige Dienst (PD) baart het bedrijfsleven zorgen. Efficiëntieverbetering van de VWA, de beheerssystematiek en procesinrichting zijn van belang, terwijl de impact op ondernemers te weinig wordt belicht. Er is – en dit geldt niet alleen in de vis - veel kritiek op het functioneren van de VWA. Met name het gebrek aan flexibiliteit in de benadering van bedrijven bij de planning van keuringen, is uiterst storend. Vereiste kostendekkendheid wordt als argument gebruikt om de tarieven voor keuringen disproportioneel te laten stijgen. Zo is het afgelopen jaar een indexering van 4,55% voor alle tarieven aangekondigd, zonder dat inzichtelijk is gemaakt hoe dat per sector is berekend. En de ondernemer, die zelf de nodige investeringen moet doen vanwege de eigen verantwoordelijkheid voor voedselveiligheid, mag hiervan niet nogmaals de rekening krijgen. Deze onbegrijpelijke kostenverhoging van de toch al forse tarieven zou na de fusering – het uitgangspunt van kostendekkendheid lijkt leidend – nog eens kunnen verergeren. Er moeten eens te meer activiteiten worden uitgevoerd die tot op heden niet worden doorberekend aan het bedrijfsleven. Het Productschap Vis heeft het afgelopen jaar en zal de ook het komend jaar de politiek blijven wijzen op het grote belang van een correct en efficiënt functionerende keuringsdienst.
Nadere kennismaking met: Marloes Kraan Beleidsmedewerker Verantwoorde Vis In september 2008 ben ik bij de afdeling Visserijzaken van het Productschap komen werken. Mijn belangrijkste verantwoordelijkheid is het verder uitbouwen van alles wat het Productschap Vis doet op het terrein van Verantwoorde Vis – en dat is veel! Immers, het aanbieden van een verantwoord visproduct ligt allang niet meer bij een handje vol pioniers, maar is binnen de sector een belangrijke doelstelling. Zo ben ik secretaris van de Commissie Verantwoorde Vis, waarin vanuit de hele keten vertegenwoordigers met dit thema bezig zijn. Ook in de kopgroep Duurzame Noordzee Visserij vervul ik de secretarisrol. Daarnaast houd ik me bezig met diverse MSC trajecten, overleg met de convenantpartners Duurzame Noordzee visserij, en bemoei me met de verduurzaming van de importvis. Voordat ik bij het productschap kwam werken, werkte ik aan de Universiteit van Amsterdam. Gedurende deze periode deed ik in Ghana (West Afrika) onderzoek in de visserijsector. Een heel andere wereld, kun je wel zeggen. Kortom, de vis is niet nieuw voor me. De overgang van theorie naar praktijk bevalt me goed, en ik hoop in 2009 veel aan boord, in de havens, kwekerijen en viswinkels te zijn. Vanuit deze praktijkervaringen zal ik de ontwikkelingen op het gebied van duurzaam ondernemen zo veel als mogelijk stimuleren en ondersteunen. De eerste kennismakingen met veel verschillende onderdelen van de vissector geven me in elk geval veel goede moed dat we er met elkaar voor willen gaan.
| vijftien
aspecten van de kweek in gesloten recirculatiesystemen ten opzichte van open kweeksystemen met het oog op waterkwaliteit, controle en beheersbaarheid, visgezondheid en de milieuvriendelijke productiemethode.
Productschap organiseert discussie over listeria Door het Productschap Vis is op 11 september 2008 een discussieochtend georganiseerd voor het visbedrijfsleven en de VWA. Aanleiding was onder meer het feit dat door de VWA herhaaldelijk teveel ‘listeria monocytogenes’ in voorverpakte gerookte vis is aangetroffen.
deltjes om tot groeiremming te komen. Tot slot benoemde hij een kritiek punt: de houdbaarheidstermijn. Rosa Peran van de Voedsel en Waren Autoriteit gaf daarna inzicht in de regelgeving en vooral in de normstelling en in de verplichtingen van bedrijven bij de zelfcontrole van de vervaardigde producten. Daarnaast vertelde zij dat de EU-Commissie nog een aantal documenten zal gaan publiceren op het gebied van studies naar de uitgroei van listeria. In de discussie onder leiding van Maarten Mens, hoofd DGV van het Productschap Vis, kwam ter afsluiting één belangrijk punt naar voren: het bepalen van de houdbaarheidstermijn. Door deze te bekorten vermindert het risico op listeriabesmetting aanzienlijk. De druk van de afnemers op dit gebied is echter groot. Het productschap zal hierover in gesprek gaan met bedrijven. Daarnaast zal het productschap een aanzet geven voor een handleiding, die bedrijven kunnen gebruiken bij de listeriabestrijding.
Bemiddeling bij het aangaan van internationale quotumruilen Tijdens de goedbezochte bijeenkomst in Amersfoort hield Dr. Rijkelt Beumer van Universiteit Wageningen een inleiding over de risicobeoordeling van listeria en de mogelijkheden en onmogelijkheden om besmette bedrijfsruimten en productielijnen listeria-vrij te krijgen. Als belangrijkste mogelijkheden om problemen op dit gebied te beheersen noemde hij grondig reinigen en desinfecteren, grote oppervlakten onderzoeken op de aanwezigheid van listeria en het toepassen van zonering binnen het bedrijf. Groeiremming van listeria door middel van het toepassen van bacteriofagen, plantencultures of k-lactaat is mogelijk, maar een hygiënisch ontwerp van de productieruimte en het goed reinigen en desinfecteren zijn feitelijk belangrijker dan mid-
Een aspect waaraan meestal weinig aandacht geschonken wordt is het verschijnsel van de internationale quotumruilen tussen de lidstaten van de EU. Ook in 2008 werden weer vele tientallen internationale quotumruilen gerealiseerd door de Nederlandse vissector. Deze quotumruilen dienen er toe om de vangstmogelijkheden beter af te stemmen op de mogelijkheden van de Nederlandse visserijvloot, hetgeen de facto leidt tot een betere performance van de vloot, ook op het gebied van discards. Het productschap vormt veelal de voorbereidende schakel bij deze ruilen waarna het ministerie van LNV de ruilen uiteindelijk doorvoert in het Europese quotumsysteem (FIDES).
Ultimo 2008 heeft het ministerie van LNV het ‘Nationaal Aalbeheerplan’ ingediend bij de Europese Commissie. Eén van de doelstellingen in het Europese Aalherstelplan is het realiseren van 40% van de oorspronkelijk uittrek van schieraal zonder menselijke invloeden. Over het strategisch plan en de onderbouwing ervan bestond verschil van mening met de onderzoekers en de overheid. Een commissie van deskundigen zorgde voor een ‘derde opinie’, waarbij de diverse onderzoeken en het advies van de Klankbordgroep Aal nog eens nader werden bestudeerd. De minister van LNV besloot positief op het geboden alternatief door de binnenvissers, dat inhoudt dat zij geslachtsrijpe aal (schieraal) over barrières als gemalen en stuwen heen zetten, zodat de schieralen ongehinderd naar de Sargassozee kunnen zwemmen, waar zij paaien. Tegelijkertijd dient evenwel gedurende de maand oktober de palingvisserij te worden stilgelegd. De discussie in de Tweede Kamer hierover gaat in 2009 onverminderd door. In het verslagjaar is de Stichting Future for Eel (FFE) is opgericht. Dit is een samenwerkingsverband van aalvissers, kwekers en de handel. Via deze stichting wordt privaat en publiek geld bij el-
Nadere kennismaking met: Nico van Doorn Beleidsmedewerker en secretariaat Combinatie van Beroepsvissers Sinds 1997 heb ik een eenmanszaak, Adviesbureau voor Visserij N.C. van Doorn, en werk in opdracht voor individuele beroepsvissers, de Combinatie van Beroepsvissers (CvB), gemeenten etc. Naast de dagelijkse secretariaatswerkzaamheden heb ik mij in 2007 en 2008 bezig gehouden met de organisatie van de inkoop en verkoop van glasaal en pootaal aan de leden van de CvB. Een oude taak van de voormalige OVB. In 2002 heb ik een eerste aalsymposium georganiseerd in Harderwijk, daar de intrek van glasaal in Nederland steeds minder werd en de prijzen voor de aankoop van de glasaal exorbitant hoog (vanwege de aankoop van glasaal vanuit Frankrijk, Spanje en Portugal door de aalkwekerijen uit vooral Azië). Inmiddels heeft de Europese Commissie in 2008 de lidstaten via de Europese Aalverordening opgedragen een Aalbeheerplan op te stellen. Diverse plannen zijn in opdracht van het ministerie van LNV uitgewerkt voor de Nederlandse wateren. In november van dit jaar vond een debat plaats tussen de Tweede Kamerleden en minister Verburg over het maatregelenpakket (ter bescherming van de aal) dat in opdracht van LNV is opgesteld. Alternatieven voor het LNV-plan konden worden ingediend mits hiermee hetzelfde resultaat zou worden verkregen. Een spannende tijd voor het bestuur van de CvB en voor haar leden. Dit verklaart ook de massale opkomst van de beroepsvissers op het Binnenhof. Met voorzitter, Sicko Heldoorn, en mijn collega’s Arjan Heinen en Han Walder is zeer veel tijd gestoken in het opstellen van het alternatieve aalbeheerplan en de communicatie richting overheid en politiek. Oplossingen zijn aanwezig, maar kostbaar. Veel aandacht vereist het oplossen van knelpunten als waterkrachtcentrales, gemalen, verontreinigde waterbodems, lucht- en waterverontreiniging, aalparasiet etc. Ik voel mij vergroeid met de wereld van de visserij en met alles wat met water te maken heeft. In mijn vrije tijd geniet ik samen met mijn vrouw van onze heerlijke zeilboot op het Haringvliet, de Oosterschelde en de Westerschelde. Nederland is een prachtig waterland.
| zeventien
Nationaal Aalbeheerplan
kaar gebracht voor de uitzet van aal, voor onderzoek en ten behoeve van voorlichting. De FFE is een onafhankelijke organisatie die al het mogelijk zal doen om tot een herstel van de aalstand te komen. Daar ligt ook het belang voor alle betrokkenen. Het productschap heeft aangegeven dat de aquacultuur een belangrijke rol kan spelen bij het uitzetten van aal. Daarnaast zet het productschap zich in om de export van (glas-)aal naar China te beperken of liever nog te verbieden.
Politiek Tal van onderwerpen zijn in het verslagjaar aan de orde geweest tijdens overlegsituaties en debatten in de Tweede Kamer. Daar waar de visserijsector op de agenda stond, is vanuit het Productschap Vis veelvuldig vooraf overleg geweest met tal van politici om de standpunten of visie van de sector aan te geven. Regelmatig vindt regulier overleg plaats met de minister van LNV en haar beleidsambtenaren. Vanuit het Productschap Vis worden actuele onderwerpen besproken. Veel van deze thema’s komen vervolgens aan de orde in de Tweede Kamer en eveneens in de Landbouw- en Visserijraad te Brussel. Voorafgaand aan het overleg dat de minister met haar Europese collega’s voert, draagt het Productschap Vis standpunten van de sector aan. Met betrekking tot de visserij zijn vele onderwerpen aan de orde geweest zoals verschillende innovatieprojecten in het kader van het Visserij Innovatieplatform en het Europese Visserijfonds, bijdragen aan de besluitvorming van de maximale toegestane vangsthoeveelheden voor 2009, aanpassingen in het visserij-inspanningsregimes (zeedagen) in de Noordzee en in het Kanaal, de uitvoering van de aanpak gericht op de beheersing van het motorvermogen in de platvisvloot, de besluitvorming rondom de Europese aanpak van de economische crisissituatie in de sector ten gevolge van de gestegen olieprijs en de verdere invulling van het externe Europese visserijbeleid. Ook maatregelen ter voorkoming van illegale visserij (IUU) en de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid betroffen discussieonderwerpen. In 2008 waren de aanpassing
van vismogelijkheden bij Mauritanië in het kader van het EU-Mauritanië akkoord, het visserij-akkoord met Marokko, de beperking van de toegang tot de pelagische visserij in de zuidelijke Pacific, de situatie rondom de mosselzaadvangst en de zorgelijke situatie met betrekking tot de palingstand vaste en tijdrovende thema’s. Ook Kamerleden en (Nederlandse) leden van het Europese Parlement zijn regelmatig rechtstreeks als gesprekspartner benaderd over tal van onderwerpen ter voorbereiding van debatten en besluitvorming.
Kerntaak 2
Ketenbenadering en verantwoord ondernemen Een duurzame en door de samenleving gewaardeerde Noordzeevisserij. Om dit te bereiken hebben het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de kottersector, het Productschap Vis, het Wereld Natuur Fonds en Stichting de Noordzee een convenant ondertekend: het Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij. De partijen hebben in dit convenant voor vijf belangrijke thema's gezamenlijke doelen vastgelegd en daar concrete afspraken over gemaakt. Die thema's zijn duurzame vis, communicatie, onderwijs en scholing, beschermde gebieden in de Noordzee en bestandsbeheer. De bedoeling is dat de ondertekenaars, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, samenwerken aan de overgang naar een duurzame en maatschappelijk gewaardeerde Noordzeevisserij. Het gaat om thema's waar de ondertekenaars duidelijk meerwaarde zien in samenwerking. Het convenant draagt zo niet alleen bij aan duurzame visserij, maar ook aan biodiversiteit. Het maatschappelijk convenant vloeit voort uit het advies van de Task Force Duurzame Noordzeevisserij 'Vissen met tegenwind'. Voorbeelden van afspraken die de partijen hebben gemaakt zijn certificering van vis, informatie voor consumenten over 'goede vis', visserijonderwijs voor zowel aankomende als huidige vissers en het brengen van visbestanden binnen veilige biologische grenzen. Zo zijn er bijvoorbeeld afspraken gemaakt over gezamenlijk optrekken op het terrein van certificering. Dit om het aanbod van duurzame vis te bevorderen. Zogenoemde 'kopgroepen' zullen certificeringtrajecten zoals het certificaat van de
Nadere kennismaking met: Peter Roeleveld, Beleidsmedewerker Importzaken Ik ben vanaf 1979 in dienst van het Productschap Vis waar ik werkzaam ben geweest op de afdeling uitvoering regelingen, waar ik o.a. de subsidies op bevroren makreel naar derde landen uitbetaalde; daarnaast ligt mijn achtergrond op de afdeling financiële zaken. Inmiddels ben ik sinds een aantal jaren werkzaam op de afdeling detailhandel, groothandel en, verwerking (DGV) waarbij de groothandel en importzaken mijn voornaamste taakgebied is. In het jaar 2008 is er door het productschap weer veel informatie over o.a. veterinaire zaken en invoerrechten aan het bedrijfsleven verstrekt. Door de afdeling DGV worden alle wetgeving bijgehouden en eventuele wijzigingen aan de bedrijfsgenoten van het Productschap Vis bekend gemaakt. Met regelmaat zijn er vergaderingen en besprekingen waarin adviezen en standpunten aan diverse beleidsorganisaties zoals het ministerie van LNV worden gegeven. Een voorbeeld is dat mede op het initiatief van het Productschap Vis een aantal importbeperkingen door de EU versoepeld en/of opgeheven. Dit heeft een direct financieel voordeel voor de sector opgeleverd. Ik hoop dat de importsector voorlopig gevrijwaard blijft van problemen die zich afspelen in landen waarop de Nederlandse bedrijven weinig of geen invloed hebben. Een van de leuke dingen in mijn werk is het directe contact met de bedrijven waarvoor het Productschap Vis ingesteld is. Wanneer er vragen zijn over bijvoorbeeld importeren van vis kunt u uiteraard contact opnemen met mij.
| negentien
Maatschappelijk Convenant
Marine Stewardship Council (MSC) gaan volgen. De maatschappelijke organisaties zullen vissers die serieuze stappen zetten op het gebied van certificering een steun in de rug geven, onder meer door hun activiteiten actief uit te dragen richting de samenleving. De overgang van de kottersector naar een duurzame visserij kost geld. Naast de eigen verantwoordelijkheid van de sector zelf wordt deze overgang op twee manieren ondersteund. In de eerste plaats zetten de sector en de maatschappelijke organisaties zich gezamenlijk in om voor duurzaam gevangen vis de 'trekkracht' vanuit de markt te vergroten (creëren van toegevoegde waarde). In de tweede plaats spant de overheid zich in om de overgang te ondersteunen met middelen uit het Europese Visserij Fonds.
Verantwoordelijk Vissen In Engeland is een certificering ontwikkeld door het British Standard Institute, waarmee vissers kunnen aantonen dat zij hun vis op een verantwoordelijke wijze vangen. Dit is het Responsible Fishing Scheme. De Nederlandse kottervisserij heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in de ontwikkeling van een Certificering Verantwoordelijk Vissen op basis van dit Responsible Fishing Scheme (RFS). Eind 2008 is gestart met de ontwikkelingsfase voor een Nederlandse versie van het RFS. Het Certificaat Verantwoordelijk Vissen (CVV) richt zich vooral op die aspecten, waarmee schippers al werken en waarmee ze vertrouwd zijn, zoals de vangstverwerking, hygiëne aan boord, vangstmethoden, opleidingseisen, vissen binnen quota en afvalverwerking. Nieuw zijn de administratieve verplichtingen die een certificering vragen, zoals het bijhouden van bepaalde logboekgegevens en het verplicht toelaten van controles. Daarnaast kunnen bij een vastgestelde overtreding consequenties volgen voor de certificaathouder. Controle en uitvoering van de certificering gebeurt door een onafhankelijke instantie. Voor de visserij – het gaat hier vooral om de kottervisserij op de Noordzee - zijn certificeringen en de daarbij behorende verplichtingen relatief nieuw. Toch hebben al ruim 70 eigenaren van grote kot-
tervaartuigen aangegeven te willen starten met deze vorm van certificering. Nederlandse vissers kunnen hiermee vanaf het voorjaar 2009 aantonen dat de vis die zij aanvoeren op een verantwoordelijke wijze is gevangen. De aanzet voor deze ontwikkeling komt voort uit het feit dat vissers nu niet kunnen aantonen dat zij hun bedrijfsvoering netjes binnen de regels uitoefenen, waardoor ze sterk afhankelijk zijn van eenzijdige beeldvorming. Vaak worden vissers van buitenaf gezien als ondernemers die het niet zo nauw nemen met de wet- en regelgeving. Nu is er een onafhankelijke certificering ontwikkeld waarmee vissers wel degelijk kunnen aantonen dat zij zich aan wet- en regelgeving houden en daarnaast ook nog de beste praktijkvoorbeelden toepassen in de uitoefening van hun beroep. Dat te kunnen doen is van belang voor de hele Nederlandse kottervisserij. Voor het uitvoeren van de certificering heeft het Productschap Vis erin bemiddeld dat Moody International deze werkzaamheden zal uitvoeren voor de private organisaties. Bij de financiering van dit project is subsidie verkregen van het Visserij Innovatie Platform. Een en ander zal onder een nieuwe naam zijn beslag gaan krijgen: het Certificaat Verantwoordelijk Vissen. Het Certificaat Verantwoordelijk Vissen is geen vervanger voor het MSC certificaat. Het CVV richt zich primair op de eisen die wettelijk gesteld worden aan het vissen, terwijl het MSC certificaat aanvullende eisen stelt aan bijvoorbeeld de bestandsontwikkelingen, onderzoek en traceerbaarheid. Daarom is de ‘waarde’ van beide certificaten verschillend. Het Certificaat Verantwoord Vissen is een zogeheten business-to-business label. De schipper kan hiermee aan de afnemer via het certificaat laten zien dat hij zijn vangst binnen de gestelde regels uitoefent. MSC is echter een zogeheten business-to-consumers label; vis, gevangen door MSC gecertificeerde vaartuigen, kan de vis met het MSC label worden aangeboden aan consumenten. Het Certificaat Verantwoordelijk Vissen is voor de kottervisserij op de Noordzee een begin naar een verdergaande certificering richting de consument. Beide certificeringen versterken elkaar, en dat is
Visteelt De Nederlandse sector zet volop in op duurzaamheid en speelt daarmee in op de vraag vanuit de markt en de consument. Het recirculatiesysteem maakt het mogelijk om op een milieuvriendelijke en duurzame wijze en een minimaal gebruik van water en energie een gezond, vers en voedselveilig product in de markt te zetten. Het Productschap Vis helpt de sectorgenoten bij initiatieven die passen in dit duurzaamheidsconcept en die vanuit georganiseerde ketens en marktvraag produceren. Een voorbeeld hiervan is een nieuwe succesvolle zoetwatervis uit Brabant die onder de handelsnaam Claresse op de markt is gebracht.
MSC Certificering Verdere stappen naar verduurzaming zijn door de sector gezet middels het inzetten op MSC certificering. Het op 5 juni 2008 ondertekende Maatschappelijk Convenant Noordzee Visserij is daarbij van belang. Hierin zijn ook afspraken gemaakt over het MSC label. Afgesproken is het aanbod van duurzame vis te bevorderen door te streven naar MSC certificering voor achtereenvolgens: Garnalenvisserij (2009) Tong/staand want (2009) Schol/kreeftjes/twinrig (2010) Tong/schol/boomkor (2012) Flyshooten (2011) De afspraken in het convenant zijn een inspanningsverplichting, want individuele ondernemers zullen zelf het initiatief moeten nemen voor certificering. Overheid en ngo's zullen dit overigens wel ondersteunen. De Nederlandse overheid heeft die ondersteuning eind 2008 kracht bij gezet door op verzoek van de Tweede Kamer één miljoen euro vrij te maken voor visserijcertificering. De financiering komt van het Europese Visserijfonds. Visserijen die het full as-
sessment MSC willen gaan doen, kunnen een beroep doen op dit fonds. De garnalenvisserij, in 2007 gestart met de procedure voor het verkrijgen van het MSC certificaat, heeft in 2008 hard gewerkt aan een beheerplan. De Nederlandse staand-want visserij op tong is in 2008 van start gegaan met het certificeringproces voor het MSC label. Dat gebeurt namens 38 vissers. Deze vorm van visserij vindt plaats in de Nederlandse kustwateren en het visseizoen loopt van maart tot oktober. De Ekofish Group uit Urk, een 120 mm scholvisserij met twinrig is als eerste kottervisserij op schol gestart met het MSC-traject. Zij zitten in de laatste fase van het beoordelingstraject voor het MSC keurmerk. Het Productschap Vis voert het secretariaat van de kopgroep Duurzame Noordzee Visserij dat de Nederlandse vissers zal ondersteunen bij het behalen van hun MSC certificering. De kopgroep is een samenwerkingsverband van MSC, SDN, de Nederlandse Vissersbond (voorzitter), de Federatie van Visserijverenigingen en het Productschap Vis (secretariaat) om. De kopgroep is eind 2008 gefinancierd door het VIP. Naast de visserijen, genoemd in het Maatschappelijk Convenant, zijn ook andere visserijen bezig met certificering. De Nederlandse visserijsector had al in 2006 het MSC label voor haar Noordzee haring verkregen. Eind 2008 werd bekend dat waarschijnlijk alle haring in 2009 gevangen het MSC label zal worden toegekend. In 2008 is ook voortgang geboekt met de MSC certificering van de makreel van de Nederlandse visserijsector. Naar alle waarschijnlijkheid zal die ook in 2009 het MSC label verkrijgen. Het aantal MSC producten verkrijgbaar in Nederland steeg in 2008 naar 240. In alle Nederlandse supermarkten worden nu MSC producten aangeboden. Ook zijn er 78 bedrijven in de visverwerkende industrie en handel gecertificeerd met het MSC label chain of custody.
Driehoeksoverleg verantwoorde visverkoop Na het eerste uitgebreide overleg tussen het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en het Productschap Vis, een aantal visgroothandelaren
| eenentwintig
een toekomst die wordt gezocht. Voor een positief maatschappelijk vertrouwen in onze eigen Noordzeevisserij en ons eigen product is het ook nodig dat we kunnen aantonen dat het klopt wat de sector doet. Dat veel schippers hun belangstelling voor deelname aan dit project al kenbaar hebben gemaakt is een goed teken voor de toekomstgerichtheid van de sector.
en ngo’s in 2007, is in de loop van 2008 regelmatig contact geweest over de consequenties van het Zeven Stappenplan ‘Vis beter’ van het CBL en over de voortgang van de duurzaamheidactiviteiten in de vissector. Vanuit het Productschap Vis zijn deze zaken gecoördineerd door de Commissie Verantwoorde Vis. Op 1 juli is door het productschap deelgenomen aan een voorlichtingsdag over verantwoorde vis voor leden van het CBL. Uit de bijeenkomst bleek dat er bij supermarktinkopers veel behoefte is aan duidelijke informatie. Een aantal misverstanden konden ter plekke weggewerkt worden, en tevens zijn er afspraken gemaakt voor vervolgoverleg. In de loop van het verslagjaar is duidelijk geworden dat de druk op de retail om meer duurzaam gevangen of gekweekte vis te verkopen groter is geworden. Waar mogelijk heeft het Productschap Vis gezorgd voor bruikbare informatie, naast de algemeen toegankelijke informatie via de website en gerichte brochures. Aan buitenlandse afnemers van Nederlandse vis heeft het productschap eveneens informatie en voorlichting gegeven. Op verzoek van bedrijven is diverse malen een presentatie verzorgd over de situatie van platvisbestanden, de biologische adviezen, de besluitvorming in Brussel en de samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld ngo’s.
Workshop detailhandel Het Productschap Vis was in 2008 één van de spelers bij de ontwikkeling van de cursus ‘Vis en Duurzaamheid’ voor visdetaillisten. Visverkopers gaven aan dat zij klanten aan zich kunnen binden door kennis over hun product. Het thema duurzaamheid maakt daar tegenwoordig deel van uit, wat past in de veranderende houding in de samenleving. De workshop bevat naast de theorie over duurzaamheid en keurmerken ook praktische handvatten hoe visdetaillisten deze theorie kunnen vertalen naar bijvoorbeeld assortimentskeuze en inkoopbeleid. Ook deze cursus is een goed voorbeeld van samenwerking tussen verschillende organisaties met
het gemeenschappelijke streven naar een maatschappelijk verantwoorde vissector. VNV, SVO/STIVAVI, MSC en Stichting de Noordzee zijn de andere betrokkenen bij dit initiatief. Dankzij de eerste successen die zijn geboekt, wordt de workshop een vast onderdeel van het totale cursusaanbod van de onderwijsinstelling SVO/STIVAVI.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen MVO Nederland geldt als het kenniscentrum voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is inmiddels ‘top of mind’ binnen de vissector. In 2008 was dit mede aanleiding om als Productschap Vis aansluiting te zoeken bij MVO-Nederland. Kennisdeling en samenwerking tussen de verschillende maatschappelijke actoren is bij MVO van belang. Dit betreft het bedrijfsleven (MKB en grootbedrijf), de niet-gouvernementele organisaties, de goede doelen organisaties en andere maatschappelijke organisaties, de verschillende overheden, samenwerkingsverbanden, koepelorganisaties en verenigingen. Door ondertekening van het manifest, heeft de vissector de intentie uitgesproken om een actieve bijdrage te leveren aan de groei van MVO binnen uw eigen organisatie én daarbuiten.
Verantwoorde Vis Prijs
Trawersector
Het Productschap Vis heeft bij monde van de Commissie Verantwoorde Vis in 2008 de ‘Verantwoorde Vis Prijs’ ingesteld. De prijs is bedoeld om alle ondernemers in de vissector extra te stimuleren tot verantwoord ondernemen én te waarderen voor hun duurzame bedrijfsvoering. Voor de prijs komen alle Nederlandse bedrijven in de vissector in aanmerking, die getuigen van innovatief ondernemerschap en een voorbeeld zijn voor andere bedrijven in de sector. Tevens moet de kennis van die bedrijven overdraagbaar zijn. Vanzelfsprekend dient een ruime bijdrage te worden geleverd aan ‘people, planet en profit’ en worden de afspraken, zoals vermeld in het Meerjarenplan Verantwoorde Vis nageleefd. De Commissie Verantwoorde Vis is samengesteld uit vertegenwoordigers uit de hele vissector en stimuleert het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het streven is dat deze prijs de komende jaren een felbegeerde trofee zal worden.
Ook gedurende 2008 hebben de leden van de Redersvereniging voor de Zeevisserij, een van de deelsectoren onder de paraplu van het Productschap Vis, en vaak kortweg de Nederlandse trawlersector genoemd, flink geïnvesteerd in een verantwoorde bedrijfsvoering. Zo werden in 2008 de koel- en vriesinstallaties van enkele vaartuigen vervroegd volledig omgebouwd naar meer milieuvriendelijkheid. Hierbij ging het om aanzienlijke investeringen voor de bedrijfstak. Daarnaast heeft deze sector zich verder hard gemaakt voor MSC certificering (makreel) en heeft onderzoeksprojecten geëntameerd op het gebied van datacollectie en bestandsbeheer bij haar visserijen in West-Afrika en de zuidelijke Pacific. Ook is het gerichte onderzoek in de warmere wateren van West-Afrika naar methoden om ongewenste bijvangst van grotere soorten, zoals haaien en roggen te voorkomen, voortgezet.
| drieentwintig
Uit tientallen voordrachten, waaruit de innovatiedrang van de sector blijkt, heeft de Commissie Verantwoorde Vis als allereerste winnaar verkozen: Adri Bout van Seafarm BV uit Kamperland vanwege zijn innovatieve initiatieven in de mesheften visserij (ensis).
Kerntaak 3
Kennisontwikkeling en innovatie In het kader van het beheer van de visbestanden zijn er binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid onder meer technische maatregelen vastgesteld voor de visserij. Deze maatregelen dienen voornamelijk om jonge, ondermaatse vis te beschermen. Een onderdeel van deze technische maatregelen betreft de minimum maaswijdten die gelden voor
het gebruik van diverse typen net per doelsoort en de regel dat vissen onder een bepaalde minimummaat niet mogen worden aangeland. Naleving van de maaswijdteregels is dus nodig voor de bescherming van jonge, ondermaatse vis en om deze reden is dit een belangrijke doelstelling voor de overheid. De visserijsector erkent het belang van de bescherming van jonge en ondermaatse vis en accepteert de maatregelen die daartoe zijn opgelegd.
De controle op de naleving van de maaswijdteregels gebeurt door het bepalen van de maaswijdte. Vanaf 1 juli 2009 wordt het gebruik van een elektronische objectieve maaswijdtemeter (Omega meter) Europees ingevoerd. Deze meter meet de maaswijdte elektronisch door de mazen uit te rekken met een standaard kracht van 125 Newton. Vóór deze datum werd de controle op de maaswijdte handmatig uitgevoerd met de zogeheten schiel. Deze handmeting is minder objectief, omdat het resultaat afhankelijk is van de druk die wordt gezet bij het meten. Uit praktijkonderzoek is gebleken dat een maaswijdtemeting met de maaswijdtemeter en de schiel belangrijk verschilt. Dit verschil is zodanig dat met name in de gemengde visserij minder marktwaardige vis wordt gevangen met netten waarvan de maaswijdte is vastgesteld middels een meting met de maaswijdtemeter. Een complicerende factor hierbij is het feit dat het net in de praktijk moeilijk objectief te meten is. De maaswijdte van een net varieert in tijd, door watertemperatuur, slijtage en het gebruik. De conclusie van de Werkgroep Netten is dan ook dat er niet zoiets bestaat als een “ware maaswijdte”. Gelet op bovenstaande situatie is voor de Werkgroep Netten het volgende doel geformuleerd: Door overleg in de werkgroep en als gevolg van de daaruit volgende acties een situatie te scheppen waarin door goed samenspel van overheid en vissers het mogelijk wordt jonge vis voldoende te beschermen zonder dan onnodig veel marktwaardige vis verloren gaat. De Werkgroep Netten wordt geleid door een onafhankelijk voorzitter en is in totaal acht keer bijeen gekomen. Het eindrapport van de werkgroep zal
| vijfentwintig
Technische maatregelen
Nadere kennismaking met: Jacobine van den BoomgaardBom coördinator Mosselkantoor Mijn naam is Jacobine van den Boomgaard-Bom en ik vervul sinds begin 2008 de functie van coördinator Mosselkantoor. Als coördinator ben ik verantwoordelijk voor het coördineren van de werkzaamheden die plaatsvinden op de vestiging in Yerseke. Het Mosselkantoor is een buitendienstvestiging van het Productschap Vis, waar totaal negen personen werkzaam zijn.
naar verwachting in het voorjaar 2009 verschijnen en zal worden aangeboden aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Visserij Innovatie Platform (VIP) In het tweede jaar van de zittingsperiode van het Visserij Innovatieplatform (VIP) heeft het Productschap Vis weer actief deelgenomen door de vissector te begeleiden en ondersteunen tijdens haar transitie naar een moderne duurzame vissector. Het secretariaat van het Productschap Vis begeleidt sectorgenoten tijdens de aanvraag en uitvoering van projecten. In een aantal gevallen heeft het Productschap zelf namens de sector projecten aangevraagd en deze in goed overleg met de sector gezamenlijk in uitvoering genomen. Van deze laatste categorie zijn de navolgende projecten een voorbeeld: ‘Draagvlak beschermde gebieden Noordzee – Het organiseren van een werkconferentie ter bevordering van de kennisuitwisseling over beschermde gebieden, zowel op het gebied van de biodiversiteitdoelen als ook voor visserijdoelen. Samenwerkingspartner voor dit project is het Wereld Natuurfonds Nederland. ‘Responsible Fishing Scheme (RFS)’- Doel van dit project is om de Nederlandse vissersvaar-
De meest bekende werkzaamheden van het Mosselkantoor is het exploiteren van de Mosselveiling. De Mosselveiling voorziet in het bemonsteren van ladingen mosselen, de ladingen veilen en de financiële en administratieve afhandeling daarvan. Tevens worden de productschapheffingen en retributie aangaande mosselen geïnd door het kantoor in Yerseke. Daarnaast wordt vanuit het Mosselkantoor de sanitaire monitoring voor alle Nederlandse productiegebieden gecoördineerd voor de verschillende soorten schelpdieren, waaronder mosselen, oesters, kokkels en ensis. Ook vervul ik binnen het Productschap Vis de functie van secretaris van de Mosseladviescommissie en van de Werkgroep Kwaliteit Schelpdieren. Daarnaast ben ik voorzitter van de werkgroep Mosselpromotie. Als secretaris van de Mosseladviescommissie ben ik nauw betrokken bij de werkgroepen afstemming schelpdieren en afstemming mosselen. Dit geldt ook voor de praktische uitvoering van de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007. Buiten de verschillende productschapwerkgroepen en commissies ben ik secretaris van de werkgroep sanitaire kwaliteit levende tweekleppige weekdieren. Deze werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende beleidsafdelingen van het ministeries LNV en VWS, de VWA, de AID en het RIKILT. In deze werkgroep staan onderwerpen met betrekking tot de voedselveiligheid van levende tweekleppige weekdieren centraal. Kortom, werkzaam voor het Productschap Vis, maar geen schubben of vinnen in mijn werkgebied. Schaalen schelpdieren zijn ‘mijn schatten’ van de zee. Het afgelopen jaar was gevuld met onzekerheden over het bestaansrecht van de Nederlandse mosselsector. Maar 2008 was ook een jaar met een uitstekende kwaliteit aangevoerde Nederlandse mosselen, helaas met een stagnerende verkoop van dit schitterende natuurproduct. Geen gebrek aan uitdaging in mijn werk.
tuigen te certificeren voor RFS. Betrokken partijen zijn The Sea Fish Industry Authority en Moody Marine Limited. ‘Upgrade Visserijkunde’ - Het vernieuwen van het lesmateriaal voor het vak visserijkunde, zodat het materiaal weer aansluit bij de actuele eisen vanuit de visserij en het visserijonderwijs. ‘Voorbereiding bedrijfssurvey’ – Het onderzoek naar een haalbare alternatieve methode van het inschatten van visbestandgegevens. Een methode die door zowel de wetenschap als door de visserij gedragen wordt. Samenwerking tussen de vissector en Imares.
In het beleidsbesluit ‘Ruimte voor een zilte oogst’ heeft de minister van LNV de mosselsector opdracht gegeven om minder afhankelijk te worden van het vissen op wild mosselzaad. De sector zou ook aan mosselzaad kunnen komen door het opkweken van zaad in een zogenaamde hatchery/nursery of door het invangen van mosselzaad aan ‘een touwtje’. De afgelopen jaren is er zowel binnen als buiten de mosselsector geëxperimenteerd met mosselzaad invanginstallaties (mzi’s), op verschillende plaatsen en met verschillende constructies. In 2007 zijn deze experimenten op verzoek van het ministerie van LNV door onderzoeksinstituut IMARES geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie zijn positief. Daarom is eind 2007 een begin gemaakt met het ontwikkelen van nieuw beleid voor de mzi's. Voor 2009 geldt een interimbeleid, waarbij ruimte is gegeven aan vijf nieuwe experimenten met mzi’s. Het is de bedoeling dat in 2010 het nieuwe beleid voor de mzi’s van kracht wordt, waarna er op grotere schaal met deze nieuwe technieken zal worden gewerkt. Het productschap voerde in het verslagjaar samen met LNV en de Producenten Organisatie Mosselcultuur overleg over het te vormen beleid en de verdeling van de beschikbare ruimte. Hierbij heeft het productschap zich nadrukkelijk op het stand-
punt gesteld dat rekening moet worden gehouden met de belangen van andere sectoren, zoals de garnalen- en vaste vistuigvissers.
Arbocatalogus Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst is door het Productschap Vis de aftrap gegeven van het project ‘Arbocatalogi in de vissector’. Samen met organisatie Maetis is vervolgens hard gewerkt aan de totstandkoming van een arbocatalogus voor de visverwerkende industrie en een arbocatalogus voor de groothandel in vis. Arbocatalogi zijn nieuwe instrumenten waar bedrijven op een toegankelijke wijze het arbeidsomstandighedenbeleid binnen hun organisatie handen en voeten kunnen geven. Het instrument, gebaseerd op een advies van de SER, omvat een gedetailleerde opsomming van risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden die binnen een sector kunnen voorkomen. Naast de opsomming van de risico’s worden sectoreigen oplossingen aangedragen. Wanneer een sector over een goedgekeurde arbocatalogus beschikt is dat het handvat dat de arbeidinspectie hanteert bij controlebezoeken. Zonder een arbocatalogus wordt in dergelijke situaties teruggevallen op de veel gedetailleerder algemene wettelijke regelgeving. Het concrete resultaat van dit project in vorm van twee Arbocatalogi is op 30 augustus tijdens de
| zevenentwintig
Mosselzaad invanginstallaties (MZI)
de geschatte gegevens die normaliter gebruikt worden voor de bestandsopnames. De methode om discards te bemonsteren is daarom in de tweede helft van 2008 aangepast en ook deze gegevens worden geanalyseerd. De goede samenwerking tussen sector en IMARES heeft ertoe geleid dat in 2009 het IMARES- en sectoronderzoek samengevoegd worden om aan de onderzoeksverplichting van de EU te voldoen.
Dag van de Nederlandse Zeevisserij in IJmuiden aan de sector gepresenteerd. Gelijktijdig is de promotiecampagne met als centraal thema ‘doe jezelf een lol …. werk veilig’ van start gegaan. Met een speciale uitgave ‘Visvoer’ en vervaardigd promotiemateriaal voor de werkvloer en het management in de vissector is de arbocatalogus onder de aandacht gebracht.
Onderzoek naar discards De vermindering van ongewenste bijvangsten staat bij de boomkorvloot hoog op de agenda. Daarom zijn er in 2008 diverse onderzoeken uitgezet om de bijvangsten beter in kaart te brengen en om manieren uit te proberen om de bijvangsten te verminderen. Binnen het door het productschap geïnitieerde en ontwikkelde onderzoek naar discards, doen de Nederlandse vissers vanaf 2004 zelf onderzoek naar de bijvangsten van de visserij op platvissen. In 2008 is dit onderzoek afgerond. De belangrijkste informatie die deze gegevens opleveren is dat zowel locatie en tijdstip waarop gevist wordt, belangrijke factoren zijn die de hoeveelheid bijvangsten beïnvloeden. De gegevens van de sector laten ook lagere hoeveelheden discards zien dan
Naast het in kaart brengen van de hoeveelheden bijvangsten, zet de kottersector zich in bij onderzoeks- en pilotprojecten om bijvangsten te verminderen. Hiertoe zijn reizen met het onderzoekschip de Tridens gemaakt, waar zowel vissers als onderzoekers aan deelnamen. Tijdens deze vaartochten zijn proeven gedaan met aangepaste netten. De eerste resultaten lijken veelbelovend.
Surveys In 2008, net als in 2007, zijn vissers mee geweest met de jaarlijkse Bottom Trawl Survey (BTS) op de Tridens. Het doel hiervan was om inzicht te krijgen in de wijze waarop deze surveys worden uitgevoerd en advies te geven over mogelijke verbeteringen. Dit alles om een zo precies mogelijke bestandsschatting te verkrijgen. Dit heeft de samenwerking tussen onderzoek en sector verder verbeterd en de suggesties van de sector worden door onderzoekers meegenomen in toekomstige surveys. De onderzoekssamenwerking is in 2008 van start gegaan. Hierin werken productschap, overheid, sector en wetenschappers samen om onderzoeksprojecten te coördineren en uit te voeren. De onderzoekssamenwerking richt zich op het structureren van datacollectie, het bijdragen van data aan het adviseringsproces met betrekking tot bestandsopnames en de beoordeling van de effecten van beheermaatregelen in de visserij.
Kerntaak 4:
Informatieopbouw en -uitwisseling Nieuwjaarssymposium Tijdens het nieuwjaarssymposium in januari 2008 heeft de factor arbeid centraal gestaan. Gastspreker was parlementariër Jan Jacob van Dijk. Hij gaf zijn visie op de toekomstmogelijkheden voor de vissector. Aandacht voor draagvlak bij instituties in algemene zin en pbo’s in het bijzonder stond centraal; ook legde hij hier en daar de vinger op een gevoelige plek. Zo stelde hij de
der wordt binnen de werknemersorganisatie de rol en taken van productschappen uitgedragen. Periodiek is de ‘Nieuwsbrief Arbeid’ verspreid onder vooral de kaderleden binnen de verschillende sectoren die onder de productschappen ressorteren. Op het gebied van arbocatalogi heeft een uitwisseling van kennis en ervaringen plaats gevonden. Er zijn initiatieven genomen op gebieden als sociale innovatie, levensfasebewust personeelsbeleid en het verzamelen van sectorgegevens. De uitwisseling van informatie en kennis bevordert het bewustzijn binnen de werknemersorganisaties van de betekenis en rol van productschappen. Tenslotte is begonnen met de voorbereiding van een groots opgezette arbeidsmarktconferentie.
Arbeidsmarktcommunicatie
Verankering van de arbeid In nauwe samenwerking met de andere productschappen is ook dit jaar weer invulling gegeven aan het project ‘Verankering van de Arbeid’. Het project beoogt de factor arbeid nadrukkelijk centraal te stellen binnen de productschappen. Ver-
Steeds minder leerlingen melden zich voor de opleidingen in het visserijonderwijs. Dit terwijl in een zich snel moderniserende visserijsector goed opgeleide mensen juist hard nodig zijn. Daarbij komt nog dat de gemiddelde leeftijd op de vloot hoog is, waardoor er naar verwachting binnen enkele jaren een forse uitstroom van vissers zal plaatsvinden. Ook daardoor zal de behoefte aan nieuwe geschoolde vaklui groot zijn, dit ondanks de afname van de vloot. Vanuit het Productschap Vis is in samenwerking met Stichting Nederland Maritiem Land – deze organisatie vervult een coördinerende rol op het gebied van allerlei ‘nautische zaken’ – het ‘werken in de vissector’ uitgedragen op arbeidsmarkten, in tijdschriften, brochures en andere middelen. Eén van de middelen om het werken in de visserij bekend te maken bij de middelbare schooljeugd is deelname aan het programma ScholierenTV. Van twee geselecteerde beroepen uit de sector, een
| negenentwintig
vraag ‘Hoe kan het zijn dat er voor het grootste deel van de sector – bijna 17.000 mensen zijn werkzaam in de verwerking en handel – geen aparte opleidingen bestaan, terwijl voor een steeds kleiner wordende groep (de aanvoersector) zes instituten bestaan om je op te leiden?’ Volgens Van Dijk ligt de toekomst van de vissector: niet bij de vangst, maar wel bij de verwerking en de detailhandel. Goede werkomstandigheden en een positief imago van de sector moet jonge mensen aantrekken naar een aantrekkelijke werkomgeving.
kottervisser en een trawlermachinist, zijn filmopnames gemaakt waarmee wordt getoond wat het vak inhoudt en hoe aantrekkelijk het is. Uitgebreide opnamen zullen in het voorjaar van 2009 worden gemaakt. Vooruitlopend daarop is reeds een trailer gemaakt die te zien is via de website www.scholieren.tv. en www.pvis.nl
Dierenwelzijn Dierenwelzijn heeft volop de aandacht van de overheid en maatschappelijke organisaties. Dat is hetzelfde voor het Productschap Vis. Bij gehouden vissen spitst zich de discussie over welzijn zich toe op dichtheden en dodingmethode. Er zijn echter grote leemtes in dierwetenschappelijke kennis over welzijn van vissen die het lastig maken om te beoordelen of het welzijn van de vis wordt geschaad of niet. Het productschap is nauw betroken bij het overleg over wet- en regelgeving (Wet Dieren, Nota Dierenwelzijn en Nationale Agenda Diergezondheid) en stuurt aan op een praktische en uitvoerbare regeling inzake dierenwelzijn, diergezondheid, transport van levende vis, enz. Er moeten kaders worden vastgesteld waarbinnen viskwekers de ruimte hebben om te kunnen werken. Op het terrein van de ontwikkeling van een ‘humane dodingmethode’ is goede vooruitgang geboekt. Op bedrijfsniveau wordt in samenwerking met IMARES gewerkt aan een verbeterde methode waarbij de vis vooraf elektrisch wordt bedwelmd. In de loop van 2009 zal deze methode operationeel zijn. Er zijn in het verslagjaar enkele workshops geweest over visgezondheid. Deze bijeenkomsten waren de aanzet om te komen tot een actieplan visgezondheid. Dit actieplan betreft een gezamenlijk plan van LNV en de kweekvissector. Bovendien zal onderzoek worden gedaan naar het welzijn van vissen en hoe dat verbeterd zal kunnen worden. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de maatschappelijke wensen, terwijl de economische haalbaarheid en de concurrentiepositie van de betrokken bedrijven daarbij niet uit het oog mogen worden verloren.
Wat is duurzaam? ‘Wat zijn de criteria om te komen tot een oordeel: dit is duurzaam en dit is niet duurzaam?’ Een vraag die tal van discussies tussen de vissector, ngo’s en tal van betrokken organisaties domineert. Ervaringen in Nederland verwijzen regelmatig naar de Viswijzer. In deze uitgave van natuurorganisaties Stichting de Noordzee en het Wereld Natuur Fonds, wordt een aantal vissoorten in ‘de rode kolom’ geplaatst, waarbij grote vraagtekens kunnen worden gezet. Het Productschap Vis participeert in een internationaal project om onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de criteria die gehanteerd worden bij het maken van consumenteninformatie op het gebied van duurzame visserij. Dit sluit goed aan bij de ervaringen in Nederland met de Viswijzer. Het voorgestelde onderzoek heeft in aanzet tot doel de verschillende bestaande beoordelingen te vergelijken en te bekijken of zij actueel, wetenschappelijk solide en relevant voor de visserij zijn. Aan het onderzoek wordt behalve door Productschap Vis onder andere meegedaan door Seafish (UK), Norwegian Export Council en BIM uit Ierland. In december 2008 is uit 19 aanmeldingen een kandidaat gekozen die het onderzoek zal uitvoeren: MRAG (Marine resources & fisheries consultants) uit het Verenigd Koninkrijk. Het plan van aanpak stak op het gebied van inzicht in de materie en praktische aanpak aanzienlijk boven de anderen uit. Een bijzondere meerwaarde voor Nederland is het feit dat MRAG ook stevig geworteld is in de West-Europese visserij. Na een introductiegesprek later in december (alle vergaderingen vinden via een internetverbinding plaats), is door MRAG een lijst opgesteld van potentieel te onderzoeken organisaties. De lijst zal nog definitief worden gemaakt, maar zeker is dat de methodieken van onder andere het Wereld Natuur Fonds en de Stichting de Noordzee zullen worden meegenomen. Deze organisaties zijn inmiddels informeel op de hoogte gebracht van het onderzoek en hebben hun medewerking toegezegd. Het rapport zal naar verwachting medio 2009 verschijnen.
Oceanenoverleg
Start haringseizoen Na de officiële start (zie ook Haringverordening in hoofdstuk 5) van het haringseizoen is in juni vanuit het Productschap Vis in Brussel een ‘haringparty’ bij de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel, evenals bij Eurocommissaris Kroes geïnitieerd. Met deze activiteiten wordt een extra impuls gegeven aan de contacten met de beleidsmakers in Brussel, waar de meeste regelgeving voor de vissector haar oorsprong vindt.
Dag van de Nederlandse Zeevisserij In 2008 was IJmuiden de gastlocatie voor de traditionele Dag van de Nederlandse Zeevisserij. Gelijktijdig met het havenfestival waren vertegenwoordigers vanuit de gehele vissector aanwezig voor deze bijeenkomst. IJmuiden geldt als dé bakermat van de trawlers, reden waarom de focus van het programma op alle ondernemers van deze sector lag. Minister Verburg trad op als gastspreker. Tijdens dit evenement werden de productschapsprijzen uitgereikt aan de bemanning van schepen met de best verzorgde vis aan boord. Dit gebeurt op voordracht van de buitendienstagenten van het productschap, die wekelijks de kwaliteit van de aangevoerde vis op de afslagen beoordelen en registreren.
Website Internet wordt een steeds belangrijker middel om te communiceren met de eigen achterban, maar zeker ook daarbuiten. Gedurende het verslagjaar is gewerkt aan de ontwikkeling van een volledig vernieuwde website. Aanvankelijk bestonden de websites van het Productschap Vis, het Nederlands Visbureau en daarvan afgeleid visrecepten en viskids op zichzelf. Aangeboden informatie kent evenwel veel overlap of zou dit moeten kennen. Vanuit een gemeenschappelijk content management systeem wordt nu het geheel aan websites beheerd. Dit resulteert niet alleen in een efficiencyslag, maar biedt ook de voordelen die juist het internet met zich meebrengt: een snel
| eenendertig
Het Productschap Vis participeert in het Oceanenoverleg. Dit is een periodiek bijeenkomend platform, geïnitieerd door IUCN NL (Het Nederlands Comité van International Union for the Conservation of Nature) met als missie het bijdragen aan bescherming en duurzaam gebruik van oceanen. Het platform wil voorzien in een breed gesignaleerde behoefte aan afstemming, informatie-uitwisseling en betere samenwerking tussen ngo’s, overheid, wetenschap en bedrijfsleven. Dit overleg richt zich ook op concrete onderwerpen waar gezamenlijke inzet kan leiden tot daadwerkelijke actie. Er wordt ca. vier keer per jaar overlegd. Tijdens ieder overleg wordt een specifiek thema behandeld.
middel om informatie aan te bieden, meer onderlinge uitwisseling tussen productinformatie (vanuit het Nederlands Visbureau) en informatie over de vissector als herkomstgebied (vanuit het Productschap Vis). Gedurende het komende jaar zal deze ontwikkeling worden opgevolgd door het aanbod van digitale nieuwsbrieven om sneller en gerichter informatie te bieden.
Factsheets Zoals elders in dit verslag al aangegeven neemt de vraag naar informatie over ‘verantwoorde vis’ toe. Vanuit de sector bleek een behoefte aan een achtergrondverhaal over de herkomst van vissoorten en de daarbij te plaatsen kanttekeningen op het gebied van duurzaamheid. Steeds vaker stellen afnemers daaraan aanvullende voorwaarden. Om de sectorgenoten een handvat te bieden is gestart met de ontwikkeling van zogenaamde ‘factsheets’. Deze handzame documenten bieden algemene informatie over de vissoort, de maatschappelijke discussie daarover en de antwoorden vanuit de sector hierop, zoals tal van beheermaatregelen. In vervolg op een eerste serie vervaardigde ‘visfeiten’ zal het komend jaar een vervolgserie worden gemaakt, terwijl de bestaande documenten met regelmaat worden geactualiseerd. Om ook consumenteninformatie over ‘vis en duurzaamheid’ te bieden is voor het Nederlands Visbureau een folder vervaardigd met gelijkluidende titel. Deze folder wordt veelal gebruikt door detaillisten, en wordt tevens gebruikt op publieksevenementen waar het visbureau is vertegenwoordigd.
Kerntaak 5
Inzetten uniek instrumentarium Op alle bedrijfslichamen rust op grond van artikel 106 van de Wet op de bedrijfsorganisatie de plicht om geregeld de bestaansgrond van verordeningen te heroverwegen en om het verordeningenbestand waar mogelijk met het oog op deregulering op te schonen. De Garnalenadviescommissie heeft in 2006 en in 2007 de overdracht van het eigendom van de zeven van het productschap naar de afslagen besproken en heeft namens de garnalensector het bestuur van het Productschap Vis geadviseerd om de controlemiddelen die in eigendom van het productschap zijn niet meer collectief te financieren middels een bestemmingsheffing. Een aantal visafslagen financierden in 2007 zelf al de aanschaf, de plaatsing en het onderhoud van de garnalenzeven en –krakers die zij als aangewezen controlemiddel in eigendom hebben. De retributie had alleen betrekking op de financiering van de aanschaf door het productschap van garnalenzeven en -krakers en van de plaatsing en het onderhoud van deze installaties. De Verordening retributie keuring en controle garnalen 2008 is in 2007 wel vastgesteld voor het jaar 2008 omdat nog onbekend was per wanneer de laatste garnalenzeven in eigendom van het Productschap Vis zouden overgaan naar private derden. Inmiddels is per 1 januari 2008 de gehele transitie afgerond en zijn alle garnalenzeven en –krakers overgedragen. Met ingang van 13 december 2008 is de Verordening retributie keuring en controle garnalen 2008 ingetrokken en heeft het productschap geen
aparte verordening meer voor de financiering van de controlemiddelen voor de garnalensector. Een overzicht van de verordeningen van het productschap is te vinden op www.pvis.nl.
Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren Op 21 juni 2008 is de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 in werking getreden. De verordening is gemeld bij de Europese Commissie als mogelijke technische maatregel en is tevens gemeld bij het WTO secretariaat als fytosanitaire maatregel. Deze verordening is tot stand gekomen door de gewijzigde omstandigheden, zoals de inwerkingtreding van een wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998, bij de verwerking van schelpdieren en komt voort uit de toenemende behoefte aan grondstoffen en de uitdrukkelijke wens van de schelpdiersector de risico’s te minimaliseren. Er bestaan diverse, voor de vorming van biotoxinen verantwoordelijke dinoflagellaten. Deze zijn verantwoordelijk voor de vorming van onder meer het schelpdiertoxine PSP (Paralytic Shellfish Poison). Tweekleppige weekdieren kunnen deze toxinen gaan bevatten indien zij zich met deze algen voeden. Indien deze tweekleppige weekdieren worden geconsumeerd kan dit zeer schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Introductie hiervan in de Nederlandse productie- en verwatergebieden zou onder meer kunnen plaatsvinden door het in deze wateren brengen van tweekleppige weekdieren, proceswater, tarra of afval van partijen die afkomstig zijn uit gebieden waar deze
| drieendertig
Heroverweging bestaansgrond verordeningen
algen of hun cysten voorkomen. Bij het voorkomen van deze algen in de Nederlandse productiegebieden, wordt de schelpdiersector geconfronteerd met voorzorgsmaatregelen die van grote invloed kunnen zijn op hun bedrijfsuitoefening. De verordening voorziet in maatregelen om met name de introductie van voor de voorkoming van biotoxinen verantwoordelijke dinoflagellaten en hun cysten tegen te gaan in de Nederlandse productiegebieden waar deze nog niet voorkomen. De verordening voorziet in maatregelen om het afval en proceswater, dat in aanraking is geweest met tweekleppige weekdieren uit wellicht verdachte wateren (voornamelijk mosselen) zodanig te verwerken dat het, voordat het in contact kan komen met de productiegebieden, wordt gezuiverd door een door de voorzitter erkend waterbehandelingssysteem (de quarantainevoorziening) en al het afval wordt afgevoerd op een door de voorzitter erkende wijze. Voor deze verordening is het Centrum van Bedrijfsdiensten (CBD) als toezichthouder aangewezen om na te gaan of de voorschriften worden nagekomen. Worden de voorschriften niet nageleefd en overtredingen geconstateerd, dan kunnen tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd door het Tuchtgerecht Productschap Vis.
Haringverordening Met de ervaring die in 2007 was opgedaan en in de wetenschap dat de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 formeel was goedgekeurd, werd voorafgaand aan het haringseizoen 2008 met zelfvertrouwen begonnen aan de controles op de zogenaamde vroegstarters. De publiciteit over de goedkeuring bleek zijn uitwerking niet gemist te hebben. Van alle uitgevoerde controles bleek uit de rapportage van de toezichthouder dat er geen overtredingen zijn geconstateerd. Er behoefde niet één rapport te worden doorgestuurd naar het Tuchtgerecht Productschap Vis. Het vooruitzicht van een mogelijke boete schrikte ook eerdere ‘overtreders’ af, zodat de start van het haringseizoen zonder enige wanklank kon plaatsvinden. In 2007 had de verordening in de periode voor de start van het seizoen nog geen rechtskracht,
Nadere kennismaking met: Monique Hoek-Weijdeveld Hoofd Juridische Aangelegenheden Ik ben jurist en afgestudeerd in staats- en bestuursrecht en internationaal recht. Ik ben vanaf 2000 werkzaam voor het Productschap Vis en sinds 1 juli 2008 hoofd juridische aangelegenheden. In mijn werk kan ik mij op al deze rechtsgebieden uitleven. Het productschap en zijn bestuursorganen en secretariaat moeten zich aan ongelooflijk veel nationale en Europese regels houden. Het is elke dag weer een uitdaging om te kijken wat we allemaal moeten doen. Helaas worden we vaak beperkt door al die regels. Ik vind het zelf heel leuk om juist te uit te zoeken hoe we wel kunnen doen of regelen wat de sector graag zou willen. Ik hou mij primair bezig met de opstelling en uitvoering van verordeningen en alle procedures daar om heen. Verder behandel ik bezwaaren beroepschriften en besluiten, zoals heffingen, subsidiebeschikkingen, vergunningen, ontheffingen, registraties en erkenningen. In 2008 heeft de Code Goed Bestuur als een rode draad door al mijn taken werkzaamheden gelopen. Een groot deel van mijn tijd besteed ik verder aan juridische advisering en inspraakreacties. Dit is gedeeltelijk intern voor mijn collega’s, de bestuursorganen van het productschap of de bestuursadviescommissies. Veel advisering en de inspraakreacties zijn ook voor de privaatrechtelijke organisaties of individuele ondernemers in de vissector. Het leuke aan mijn werk is de enorme afwisseling en de vele directe contacten met collega’s, instanties, organisaties en ondernemers in alle deelsectoren. Geen dag is hetzelfde! De vissector is een enorme dynamische sector en ik heb veel respect voor de wijze waarop de mensen bij alle organisaties en ondernemingen in de vissector dagelijks bezig zijn met hun vak. Er is in mijn beleving geen andere sector waar al deze mensen met zo veel kennis en inzet zo veelzijdig, creatief en innovatief zijn.
Toezicht en keuring door de buitendienst Het productschap heeft een buitendienst, waarvan de medewerkers in 12 afslaglocaties die vis en garnalen verhandelen werkzaamheden uitvoeren. Het gaat hier om een toezichthoudende rol. In het verslagjaar beoordeelden zij of de indeling van de visserijproducten in grootteklassen conform de door de EU geregelde maatvoering was. Daarnaast keurden zij de mate van versheid, waarbij zij de van toepassing zijnde versheidklasse vaststelden. Het toezicht had ook betrekking op het vullen van de standaard viskisten en de homogene samenstelling van de partijen. In combinatie met het keuren van de versheid beoordeelde de buitendienst namens de VWA of de producten geschikt waren voor menselijke consumptie. Voor veruit de meeste vissoorten komt dit neer op de voorwaarde dat zij bij keuring moeten voldoen aan de minimumvereisten van versheidklasse B.
| vijfendertig
omdat de formele procedures voor goedkeuring te lang hadden geduurd. In de week voorafgaand aan de start van het haringseizoen 2007 kwamen 10 meldingen binnen, waarvan er 6 leidden tot een controlebezoek. Daarnaast zijn er bij wijze van steekproef ruim 40 bedrijven bezocht. Dit was van belang om het effect van de regeling te kunnen meten.
Het toezicht op de indeling in grootteklassen van Noordzee garnalen gebeurde met behulp van daarvoor door het productschap aangewezen zeefinstallaties. Die installaties waren tot voor kort in eigendom van het productschap, maar zijn na overleg met de aanvoersector in eigendom overgegaan naar de visafslagen, die als controlelocatie te boek staan. Daarbij heeft het productschap over de besteding van de terugbetaalde heffingen afspraken gemaakt met de afslagen en de locale organisaties van de garnalenvissers. De buitendienst van het productschap verrichte naast de VWA aanvoerkeuring, die deel uitmaakt van de controle door Nederland op basis van de Europese regels inzake de levensmiddelenhygiëne ook certificeringwerkzaamheden op verzoek van de VWA. Het gaat hier in hoofdzaak om activiteiten bij export van visserijproducten naar bepaalde landen door bedrijven in het noorden van Friesland en Groningen. De VWA betaalt het productschap voor deze werkzaamheden. In combinatie met hun keuringsactiviteiten verzorgden de medewerkers ook de beoordeling van de vis en garnalen voor de jaarlijkse toekenning van de productschapsprijzen voor de verzorging van de vangst aan boord. In enkele afslagen namen ze in overleg met de afslag ook deel aan het ontvangen en rondleiden van bezoekers.
Brancheloket Op basis van een vooronderzoek is gebleken dat in de sector behoefte is aan een brancheloket dat ondersteuning geeft op het gebied van ziekteverzuim en re-integratie. Tijdens het verslagjaar is in het kader van een haalbaarheidsonderzoek een pilot-project van een jaar voorbereid. Deze pilot zal in 2009 van start gaan. Met de introductie van het brancheloket wordt een wezenlijke uitbreiding op het gebied van de factor arbeid gerealiseerd. Naast ziekteverzuim en re-integratie komen onvermijdelijk ook kwesties rond arbeidsomstandigheden in zijn meest brede betekenis aan de orde. Verder is voorzien dat bij een succesvolle afronding van de projectfase de taken van het brancheloket zullen worden uitgebreid met een adviesfunctie op het gebied van HRM (Human Resources Management). Door de verschillende dragende brancheorganisaties is grote belangstelling voor dit project uitgesproken.
Code Goed Bestuur De met de hele PBO-sector ontwikkelde Code Goed Bestuur is in 2007 vastgesteld en in de loop van 2008 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Verschillende punten hebben geleid tot het beter inzichtelijk maken van wat er feitelijk gebeurt en tot een meer transparante wijze van verantwoorden. Een van de middelen die hiervoor wordt benut naast het jaarverslag is een inmiddels volledig vernieuwde website. Regelmatig vindt overleg plaats binnen de sector en met de andere productschappen om te komen tot verdere optimalisatie.
2008 is de Verordening Productschap Vis klachtenbehandeling 2008 vastgesteld om de regeling in overeenstemming te brengen in het kader van Principe XXII van de Code Goed Bestuur. Gesproken wordt overigens van een interne klachtenregeling, omdat het bestuursorgaan zelf de klachten behandelt en afhandelt. Het doel van een klachtenprocedure is om de verhouding tussen de burger (of het bedrijf) en het bestuursorgaan te verbeteren. Genoemde verordening bevat regels die de procedure nader ordenen om er voor te zorgen dat klachten behoorlijk worden afgehandeld. Soms is moeilijk te beoordelen of een brief (of een ander schriftelijk document of een telefonische mededeling) een klacht is of iets anders. Iets anders kan zijn een bezwaarschrift of gewone correspondentie. Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen klachten waarvoor een lichte of een zware afhandeling geldt. In 2008 zijn er geen formele klaagschriften ontvangen. Diverse mondelinge of schriftelijke uitingen van ongenoegen zijn met name geuit in juridische procedures in het kader van de taakuitoefening van het productschap en zijn organen en hebben tot op heden voornamelijk betrekking gehad op algemeen beleid, besluiten of verordeningen dan wel de instelling van het productschap.
Administratieve Lasten
Klachten
Periodiek wordt middels een actualiseringrapportage de stand van zaken weergegeven ten aanzien van de nulmeting. De rapportages aan de Sociaal Economische Raad worden gepubliceerd op de website van het Productschap Vis (www.pvis.nl).
Verordening PVis klachtenbehandeling 2008 Op 1 juli 1999 is hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht in werking getreden. Dit hoofdstuk regelt de wijze waarop klachten door bestuursorganen moeten worden afgehandeld. De bestuursorganen van het Productschap Vis zijn het bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de Commissie aanvoeraangelegenheden en de Commissie groothandel. Het bestuur van het Productschap Vis heeft al vanaf september 2000 bij verordening een (interne) klachtenregeling opgesteld. Op 2 oktober
De uitvoering van de Principes van de Code Goed Bestuur en de Algemene Wet Bestuursrecht brengt met zich mee dat maatwerk op verzoek van de betrokkenen, door de enorme verschillen in de aard en omvang van de relatief zeer kleine deelsectoren, in verhouding tot hogere lasten leidt. Het zijn uiteindelijk de deelsectoren zelf die middels de vertegenwoordigers in de bestuursadviescommissies dan wel het dagelijks bestuur of het bestuur van het Productschap Vis de keuzes
De registratie- en heffingsverordeningen brengen beperkte administratieve lasten met zich mee. De directe inning van de vooruit berekende heffingen via de Nederlandse visafslagen bij aan- en verkoop via de afslag zorgt er in grote mate voor dat deze lasten zo beperkt zijn. De administratieve lasten per ondernemer kunnen verschillen, afhankelijk van de aard en de omvang van de bedrijfsactiviteiten welke per ondernemer overigens ook jaarlijks sterk kunnen verschillen. Bij elke wijziging of nieuwe maatregel wordt standaard in de bestuurlijke afweging uitdrukkelijk meegewogen wat het effect is op de administratieve lasten voor de sector. Bij de uitvoering hiervan wordt, waar mogelijk, voorrang gegeven aan die systematiek die de minste lasten oplevert. De gemiddelden per handeling, per ondernemer, per deelsector dan wel voor de gehele sector laten zien dat de administratieve lasten veroorzaakt door het Productschap Vis bij de uitoefening van de autonome taken in 2008 zeer beperkt zijn. De totale administratieve lasten in 2007 bedroegen € 187.260,--. De totale administratieve lasten in 2008 bedragen € 187.768,--. Deze geringe toename van ruim € 500,-- is toe te rekenen aan de inwerkingtreding medio 2008 van de autonome ‘Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007’.
Reductiemaatregelen Het meest in het oog springende concrete resultaat van het onderzoek naar de administratieve lastenverlichting blijft de structurele bewustwording van administratieve lasten, die voortvloeien uit regelgeving en de grote bereidheid om met andere overheidsinstanties samen te werken. De samenwerking met andere overheidsinstanties is op een aantal terreinen geïntensiveerd dan wel uitgebreid. In de concrete lastenmeting bij het Productschap Vis zijn deze maatregelen niet zichtbaar, omdat de effecten zich voornamelijk
voordoen bij de overheidsinstantie waarmee wordt samengewerkt, zoals het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het Productschap Vis zal vanaf eind 2008 de verplichte registratie en publicatie van viskopers verzorgen ter uitvoering van een Europese regeling voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In het kader van Principe XIX van de Code Goed Bestuur zijn op 15 april 2008 voor het eerst de beschikkingen van twee bedrijfslichamen, houdende de heffingen voor de kleinhandel met vaste en ambulante verkooppunten in de vissector, door Productschap Vis gezamenlijk verstuurd voor zowel het Productschap Vis als het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Verzending vond plaats met een begeleidende brief van de beide secretarissen op briefpapier en enveloppen met daarop de beide logo’s. Indien ondernemers een heffingplicht hebben bij beide schappen, krijgt de ondernemer een korting van € 20,00 op de algemene heffing van het HBD. De samenwerking is naar ieders tevredenheid verlopen en ook de sector heeft positief gereageerd. Deze samenwerking zal in 2009 worden voortgezet.
Tuchtrecht Er zijn nog geen ervaringen opgedaan met tuchtrechtspraak door het ontbreken van afgeronde tuchtrechtzaken. Het Productschap Vis heeft tot voor de inwerkingtreding van de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 bij alle autonome en meewindverordeningen strafrechtelijke handhaving gekend. De Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 en de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 waren in 2007 de enige twee verordeningen die van kracht waren met een bepaling dat op overtreding van het bepaalde in de verordening tuchtrechtelijke maatregelen kunnen worden gesteld. In 2008 zijn daar de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 en de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 bijgekomen. In 2008 zijn geen overtredingen geconstateerd ten
| zevenendertig
maken op welke wijze de autonome taken en daarbij behorende regelgeving van het Productschap Vis worden ingevuld, uitgevoerd en gefinancierd.
aanzien van de registratie- en informatieplicht voor ondernemers op grond van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006. Ook zijn geen overtredingen geconstateerd op de visafslagen voor het verkopen van zoetwatervis zonder vergunning op grond van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 en zijn er evenmin overtredingen geconstateerd op grond van de Verordening Hollandse Nieuwe 2007. Op grond van de Verordening quarantainevoorzieningen tweekleppige weekdieren 2007 heeft de toezichthouder in 2008 vier overtredingen geconstateerd. Deze overtredingen worden in 2009 door het Tuchtgerecht Productschap Vis tuchtrechtelijke afgehandeld. Aan de uitvoering van het tuchtrecht zijn diverse kosten verbonden. Kosten bestaan voor het Productschap Vis uit: een vaste vergoeding voor de voorzitter van het tuchtgerecht, jaarlijks te voldoen voor 1 mei en variabele vergoedingen voor de voorzitter en leden van het tuchtgerecht afhankelijk van het aantal zaken; een vaste deelnemersbijdrage jaarlijks te voldoen aan het Instituut voor Agrarisch Recht (IAR) vóór 1 februari; variabele kosten (vast bedrag per soort zaak, overige kosten zaalhuur en vergoedingen) te voldoen aan het IAR (Instituut voor Agrarisch Recht) middels voorschotten en een eindafrekening per kalenderjaar. Door het ontbreken van afgeronde tuchtrechtelijke zaken in de jaren 2007 en 2008 zijn er ook geen boetes opgelegd waardoor geen inkomsten tegenover de uitgaven staan. Geconstateerd kan worden dat steeds meer kosten moeten worden gemaakt voor de aan te wijzen toezichthouder(s) die leiden tot een structurele lastenverzwaring naast de kosten voor het tuchtgerecht en het secretariaat daarvan. Hierbij is het jaarlijks toenemende aantal fte’s die vanuit het secretariaat van het Productschap Vis ingezet worden buiten beschouwing gelaten.
De kosten voor de toezichthouders bedroegen in 2008: CBD t.b.v. de Verordening Hollandse Nieuwe 2007 € 20.232,14 (met jaarlijkse controlekosten tussen de € 20.000,- en € 25.000,-); CBD t.b.v. de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 € 1.500,00 (met jaarlijkse controlekosten tussen de € 20.000,- en € 50.000,-); toezichthouders t.b.v. de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 uitgaande van 1 % van de operationele kosten van de buitendienst over een periode van 3 jaar is ongeveer € 20.000,-.
Besteding heffingen Het Productschap Vis wordt gefinancierd uit heffingen die worden opgebracht door alle ondernemingen in de vissector. De huishoudelijke heffingen zijn bedoeld voor algemene uitgaven voor het productschap. Daarnaast worden heffingen in rekening gebracht voor specifieke activiteiten zoals vispromotie, onderwijs of onderzoek. Een verdeling hiervan en een overzicht met heffingsgrondslagen en tarieven treft u aan in bijlage 3.
Bezwaarschriften Gedurende 2008 zijn er in totaal 281 bezwaarschriften bij het secretariaat van het Productschap Vis ingediend. In 2007 lag het totaal aan ingediende bezwaarschriften op 73. Het verschil in de toename van het aantal bezwaarschriften is te herleiden tot een drietal specifieke heffingen en omstandigheden. Het grootste deel van de bezwaarschriften vloeit voort uit de heffing voor de detailhandel. Deze wordt op basis van de registratiegegevens van de Kamers van Koophandel opgestuurd. In 2008 is door de samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel voor het eerst gekozen voor het versturen van de beschikkingen houdende de definitieve heffingen kleinhandel met de bijbehorende nota in april, op basis van de gegevens van de Kamers van Koophandel tot en met eind februari, in plaats van oplegging in juni of juli
De inkoopheffing zorgt eveneens voor een toename van het aantal bezwaarschriften. Deze zijn in 2008 weer vooral het gevolg van bedrijven die pas reageren nadat er een ambtshalve heffing is opgelegd of omdat men het opgavenformulier, aan de hand waarvan een definitieve heffing is opgelegd, niet correct had ingevuld. Bij de nieuwe heffingsgrondslag 2008 voor de been verwerkers is gekozen voor een vaste heffing die rechtstreeks vanuit het secretariaat op basis van de beschikbare gegevens werd verzonden. Een relatief groot aantal van de bezwaarschriften is te herleiden tot het feit dat bedrijven wel beschikken over een erkenning van de Voedsel en Waren Autoriteit als be- en verwerker, maar achteraf niet onder de gekozen heffingsgrondslag blijken te vallen. Bij de vaststelling van de heffingsgrondslagen en definitieve heffing voor komende jaren wordt hiermee rekening gehouden. Het Productschap Vis heeft een krappe personele bezetting, de administratieve belasting voor de medewerkers is fors. In de loop van 2008 zijn er een aantal procedures aangepast om de behandeling van de bezwaarschriften zo optimaal mogelijk te laten plaats vinden. In 2009 zal worden bekeken in hoeverre de aanpassingen hieraan hebben bijgedragen. Op het moment dat alle bezwaarschriftenprocedures afgehandeld zijn, zal het totaaloverzicht op de website van het productschap worden geplaatst.
Nadere kennismaking met: Ron Dijkhuizen Buitendienst Medewerker (Locatie Visafslag Scheveningen) Ik ben 1 april 2008 in dienst gekomen bij het Productschap Vis. Ik kende de organisatie wel maar wist nooit precies wat daar precies gebeurde, totdat ik er kwam werken. Na 35 jaar als zelfstandige vishandelaar te hebben gewerkt, sta ik nu ‘aan de andere kant van de toonbank’ en dat is toch even anders. Ik dien nu de hele vissector en ik moet zeggen: het bevalt me buitengewoon goed. Het is een verantwoordelijke baan en nog leuk ook. De werkzaamheden van mij als buitendienstmedewerker bestaan voornamelijk uit het keuren van de kwaliteit en de juiste maten van de vissoorten die zijn vastgesteld. Daarnaast vind ik de sociale controle op de werkvloer een belangrijk aspect; zeker de omgang met alle betrokken partijen: vissers, afslagen, visgroothandel en kleinhandel en alles wat er mee te maken heeft. Heel vroeg in de ochtend ben ik aanwezig op visafslag te Scheveningen in afwachting van de schepen die arriveren en gelost worden. Ik beweeg me tussen alle mensen die deze werkzaamheden uitvoeren om te controleren of het hele proces volgens de regels verloopt. Wanneer iets niet in orde is, is het mijn taak om dat te melden en te corrigeren. Samenwerking tussen alle betrokken personen is daarom zo belangrijk. Ook vervang ik wel eens een collega van een andere afslag. Een leuke afwisseling, want elke visafslag heeft toch zijn eigen charme. In de zomer assisteer ik soms mijn collega’s in Stellendam of Colijnsplaat wanneer veel garnalen worden aangevoerd, nadat ik eerst mijn werk op de Scheveningse afslag heb gedaan. Het leukste wat ik heb ervaren was de laatste training die we hebben gekregen voor Responsible Fishing Scheme (RFS). Medio april worden de buitendienstmedewerkers ingezet om controles uit te oefenen op de vissersschepen en te rapporteren teneinde een certificaat te verkrijgen vanuit Moody Marine. De betrokkenheid met de vissers is voor mij een uitdaging. Kortom, ik heb een hele leuke en veel omvattende baan en hoop dit werk nog lang te mogen doen.
| negenendertig
op basis van de dan beschikbare gegevens. Bij de afhandeling van de bezwaarschriften is gebleken dat de meeste mutaties bij de Kamers van Koophandel, zoals deze jaarlijks gemiddeld aan de orde zijn, aan het begin van het jaar nog niet zijn doorgegeven of verwerkt. De reden voor bezwaar is in de meeste gevallen bij de kleinhandel terug te voeren op de omstandigheid dat men zich niet juist heeft ingeschreven dan wel vergeten is zich uit te schrijven bij de Kamers van Koophandel na bedrijfsbeëindiging, zich al heeft ingeschreven bij een Kamer van Koophandel, maar nog niet actief is in afwachting van een vergunning. Ook komt het voor dat men een lage omzet heeft en derhalve verzoekt om een gedeeltelijke vrijstelling.
Vergoedingen Leden van het bestuur, dagelijks bestuur, commissies en haar werkgroepen hebben in 2008 vacatievergoedingen en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten ontvangen op grond van de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2008-2009. De hierin opgenomen bedragen blijven ruim onder de maximaal toe te kennen bedragen, zoals opgenomen in de Verordening regels en richtlijnen vergoedingen bedrijfslichamen van de Sociaal-Economische Raad (SER). Vanaf de herinstelling van het Productschap Vis na het samengaan van het Productschap voor Vis en Visproducten, het Bedrijfschap voor de visserij (het ‘Visserijschap’) en het Bedrijfschap voor de Groothandel in Vis en Aanverwante bedrijven, wordt een aparte vergoeding toegekend aan de voorzitters van de drie bestuursadviescommissies voor de aanvoersector, de groothandel en de detailhandel. In artikel 3 van de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2008-2009 zijn derhalve de bijzondere vergoedingen voor de voorzitters van de Commissie groothandel, de Commissie aanvoeraangelegenheden en de Commissie detailhandel vastgesteld. Deze bedragen wijken af van de richtlijnen voor vergoedingen van de SER. Het bestuur van het Productschap Vis acht deze vergoedingen echter passend bij de aard en de omvang van de werkzaamheden die de voorzitters van de genoemde commissies verrichten ten behoeve van het Productschap Vis. Bij de goedkeuring van de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 20082009 is door de Bestuurskamer toestemming voor afwijking van hoofdstuk 6 van het Besluit beleidsregels Bestuurskamer verleend op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzitter heeft in 2008 vier maal gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om bij besluit op grond van artikel 6 van de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en
werkgroepen van het Productschap Vis 20082009 vergoedingen toe te kennen namens het bestuur. Het gaat dan om leden van de klankbordgroep mosselveiling en de Auditcommisie. Ook aan vertegenwoordigers van de Nederlandse Oestervereniging en Vinvis is een vergoeding toegekend, omdat zij niet automatisch voor hun deelname aan vergaderingen van dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis vergoeding ontvangen. Bij een nieuwe verordening voor een nieuwe periode moet door de voorzitter ook weer een nieuw besluit worden genomen. Uiteraard wordt geen vergoeding verstrekt aan personen die in dienst zijn van het productschap. Het bestuur heeft voor de voorzitter een aparte verordening vastgesteld op grond van artikel 83 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2003 geldt alleen voor de externe voorzitter die bij Koninklijk Besluit is benoemd. De interne plaatsvervangende voorzitters zijn lid van het bestuur en het dagelijks bestuur en ontvangen alleen de vergoedingen conform de Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2008-2009. De vergoeding voor de voorzitter bedroeg in 2008 € 67.072,-. De Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2003 verklaart een aantal bepalingen van de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis, waarbij tevens de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (CAO) als bijlage is vastgesteld, van toepassing. De volledige vigerende teksten zijn beschikbaar via de website www.werkgeversverenigingpbo.nl .
Productpromotie Nederlands Visbureau Het Visbureau heeft er naast de promotie van vis een nieuwe taak bij gekregen en is vanaf 2007 het communicatiebureau voor de sector geworden. Ook Public Relations en Public Affairs zijn tot het takenpakket van het Visbureau gaan behoren. Voor de vissector wordt het onderwerp ‘verantwoorde vis’ steeds belangrijker en met louter pro-
motie van het product vis kan niet langer worden volstaan. Vrijwel alle promotieactiviteiten, van campagnes, persevents, folders tot berichtgeving in de media: in alle gevallen is ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ hiervan een wezenlijk onderdeel. De inhoudelijke bijdrage op dit terrein wordt geleverd door het Productschap Vis.
Onderzoeken: Vanuit de onderzoeksfondsen van het Productschap Vis zijn in 2008 de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Discardvermindering Vermindering discards in de kottervisserij door technische aanpassing van de netten.
Onderzoek naar het effect van een ontsnappingspaneel om bijvangst te verminderen in de twinrig visserij.
Onderzoekssamenwerking Structuur waarbinnen alle samenwerkingsprojecten tussen visserij, overheid en onderzoek worden gecoördineerd en uitgevoerd.
Sanitair onderzoek Vanaf 1 januari 2006 geldt in geheel Europa de verordening 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne. Voor producten van dierlijke oorsprong gelden aanvullende specifieke voorschriften (verordening 853/2004). Tevens gelden specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles op voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (verordening 854/2003) waaronder schelpdieren vallen zoals mosselen, oesters, kokkels en ensis. In deze verordening zijn in bijlage II, hoofdstuk II, de officiële controles op levende tweekleppige weekdieren uit geclassificeerde productiegebieden gedefinieerd. Deze bijlage verwoordt hoe de controles en de beslissingen naar aanleiding van de controles op de geclassificeerde heruitzettingsgebieden- en productiegebieden moeten plaatsvinden.
Hiertoe zijn door het Productschap Vis bemonsteringsplannen opgesteld. De bemonsteringsplannen zijn gericht op de sanitaire kwaliteit van schelpdieren en omvat de monitoring op: de microbiologische kwaliteit van de levende tweekleppige weekdieren; de aanwezigheid van toxineproducerend plankton; de aanwezigheid van biotoxine in levende tweekleppige weekdieren en het nagaan of er niet gewenste chemische contaminanten in levende tweekleppige weekdieren aanwezig zijn.
Onderzoek motorvermogens Controle en onderzoek naar de motorvermogens van vissersvaartuigen conform het met ministerie van LNV afgesloten convenant motorvermogens.
Natuurbeschermingswet garnalenvisserij Passende beoordeling voor de garnalenvisserij om collectief een Nb-wet vergunning te krijgen.
Onderzoek hygiënecode Ontwikkeling hygiënecode voor de schelpdiervisserij.
| eenenveertig
Onderzoek twinrig
Bemanningsproblematiek garnalenvisserij Onderzoek in samenwerking met ministerie van Verkeer en Waterstaat naar de mogelijkheid om de garnalenvisserij veilig uit te oefenen voor een maximale periode van 48 uur met twee bemanningsleden.
Onderzoek Voordelta Onderzoek naar de juridische gevolgen / mogelijkheden (beroep) vanwege de belangen van de sector bij de aanwijzing van de Voordelta als Natura 2000 gebied.
Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee Jaarlijks worden door de onderzoeksinstituten IMARES en MarinX een aantal bestandopnames uitgevoerd om kennis te vergaren over de ligging en de omvang van de wilde mosselbestanden in de westelijke Waddenzee. Voor de bestandopnames in het sublitoraal van de westelijke Waddenzee wordt de biomassa geschat, onderverdeeld naar de verschillende grootteklassen en wordt het bevisbare gedeelte daarvan vastgesteld. Vervolgens worden verspreidingskaarten gemaakt met de ligging van banken en dichtheden mosselen ten behoeve van de zaadvisserij. Als er voldoende bevisbare mosselbestanden zijn vastgesteld volgt de mosselzaadvisserij, middels een door de mosselsector gezamenlijk besloten visplan.
Primus Het Primus onderzoek is ten behoeve van het importeren van mosselen en daardoor mogelijke insleep van andere organismen. Met de import van mosselen vanuit de Ierse en Keltische zee naar de Oosterschelde bestaat een potentieel risico dat er exoten worden geïntroduceerd die effect kunnen hebben op het ecosysteem van de Oosterschelde. Dit heeft geresulteerd in het ‘PRIMUS onderzoek’. Het resultaat van dit onderzoek is weergegeven in het rapport Risk Analysis of Mussels Transfers (from Irish and UK
marine waters). Het heeft de basis gelegd voor de vergunningverlening door LNV. Een voorwaarde bij deze vergunningverlening is dat er monitoring van tarra van geïmporteerde mosselen plaatsvindt door middel van steekproefsgewijze controle op de transporten. De bemonstering hiervoor wordt gedaan door het Productschap Vis. De kosten voor het PRIMUS onderzoek en de monitoring van tarra van geïmporteerde mosselen uit Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn gefinancierd uit het onderzoekfonds mosselen invoer.
Produs Onderzoeksproject voor de verdere verduurzaming van bestaande activiteiten in de schelpdiervisserij; onder meer beheer van instabiele zaadbanken, alternatieve mosselzaadwinning, sublitorale natuurwaarden etc. Het Project Onderzoek Duurzame Schelpdiervisserij bestaat uit een drietal fasen. Fase 1 en 2 zijn in 2006 afgerond. Fase 3 betreft onderzoek voor de periode 20072010 en richt zich op onderzoek naar het effect van mosselzaadvisserij en beheer van mosselen op het mosselbestand in het sublitoraal van de Waddenzee. Dit onderzoek is opgedeeld in een vijftal onderdelen:
Rendement percelen Uit het EVA II-onderzoek blijkt dat mosselkweek gemiddeld leidt tot een groter mosselbestand in de Wadddenzee. De uitkomsten van deze studie konden toen niet worden gevalideerd. Daartoe wordt met betrekking op het rendement van de percelen onderzoek gedaan naar het bestand op de percelen, de kwaliteit, de groei en overleving op percelen en wordt nagegaan welke factoren hierop invloed hebben. Met behulp van een elektronisch zakboekje registreert de mosselkweker zijn activiteiten hetgeen overzicht biedt van de voorraden. De gegevens van alle kwekers bij elkaar geven meer inzicht in groei, sterfte en productie op sector niveau. Aanvullend wordt perceelbemonstering uitgevoerd, waarmee een inschatting kan worden gemaakt van het bestand. Om de groei en overleving van de mosselen op de percelen en in het wild na te gaan worden periodiek monsters genomen. Deze worden geanalyseerd op onder meer schelp-
grootte en het totale drooggewicht van het vlees. Uiteindelijk zullen deze onderzoeken samen het rendement van de percelen in kaart te brengen, waarbij gestreefd wordt naar een dynamisch simulatiemodel.
Stabiliteit zaadbanken Stabiliteit van de zaadbanken is belangrijk. Het mosselzaadmanagement plan voorziet in visserij op instabiele banken in het najaar. Er is daarom vraag naar kennis over stabiliteit en de factoren die hierop van invloed zijn. Hiertoe wordt onderzoek verricht naar de kwantitatieve inventarisatie mosselzaadbestanden in het najaar en analyse van overleving per deelgebied. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar de factoren die invloed kunnen hebben op de stabiliteit van de zaadbanken. De stabiliteit van de zaadbanken worden onder meer bepaald door de ligging van de zaadbanken in relatie tot stroming, golfwerking en gevoeligheid voor stormschade. Verder is predatie met name door zeesterren een belangrijke factor die de overleving van mosselzaadbanken beïnvloedt. Door gebruikmaking van bestaande hydrodynamische modellen, bodemligging, omvang van het zeesterenbestand en andere gegevens wordt de relatie tussen het voorkomen en overleven van mosselbanken gelegd. Dit resulteert in een mosselhabitatmodel. Het model zal vervolgens worden geijkt en gevalideerd op basis van meerjarige gegevens.
zoogdieren. Voor de inschatting van de effecten voor het opschalen wordt een inschatting gemaakt op basis van verschillende factoren, waaronder: grootte, dichtheid van het substraat, voedselaanbod, larvenaanbod en de bodem.
Rendement mosselzaad op perceel Verbeteren van het rendement van mosselzaad op de percelen is een belangrijke factor die de duurzaamheid van de mosselkweek kan vergroten. In relatie tot de overige onderzoeksonderdelen wordt onderzoek gedaan naar de groei en overleving en rendement tussen mosselzaad afkomstig van een MZI , bodem sublitoraal en bodem litoraal in relatie met de rol van predatoren.
Sublitorale natuurwaarden Het is onbekend of in de Waddenzee meerjarige sublitorale mosselbanken en samenhangende natuurwaarden ontwikkeld worden bij afwezigheid van mosselzaadvisserij op wilde banken. Dit onderdeel van het onderzoek moet antwoord geven op deze vraag. Daarnaast zal onderzoek worden verricht hoe de biodiversiteit van deze mogelijke banken zich verhoudt met de mosselpercelen en wat de effecten zijn van de mosselzaadvisserij op de zaadval in de jaren na visserij.
De mosselsector kampt met schaarste aan mosselzaad. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het uitblijven van jaren met goede zaadval en anderzijds door beperkingen die de zaadvisserij worden opgelegd. Deze situatie heeft geleid tot het zoeken naar aanvullende bronnen van mosselzaad. Dit heeft gerelateerd in het praktijkproeven met mosselzaadvanginstallaties (MZI’s). In het kader van het PRODUS onderzoek worden de effecten van de MZI’s op het ecosysteem en een inschatting van de effecten van opschalen onderzocht. Voor de effecten op het ecosysteem wordt onderzoek gedaan naar de bodem en bodemfauna en naar de mogelijke effecten voor vogels en zee-
| drieenveertig
Mosselzaadvanginstallaties
Projecten groothandel: MSC garnalen Onderzoeken naar de duurzaamheidbeginselen garnalenvisserij ten behoeve van het certificeringstraject.
Hygiënecode kleinhandel Ontwikkeling hygiënecode voor de kleinhandel, vooruitlopend op een geheel vernieuwde versie.
Ontwikkeling haringworkshop Voor de visspecialist is een specifieke haringworkshop ontwikkeld. Vanwege een steeds kritischer houding ten opzichte van het product haring is de vraag naar meer kennis over haring, de biologische stadia, de kwaliteit, de aanbiedingsvormen en aspecten als opslag, verwerken en ontdooien vertaald in een cursusprogramma voor visspecialisten. De cursus wordt door de deelnemers betaald, het gaat hier om de ontwikkelingskosten.
Hoe verder in 2009? De herziening van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) 2012 werpt zijn schaduw vooruit: de Europese Commissie publiceert in het voorjaar van 2009 een 'groenboek'. In dit document zal de Commissie de problemen inventariseren en aanbevelingen doen voor het te voeren beleid. Overheden en andere organisaties worden uitgenodigd om op het groenboek te reageren, waarna de echte onderhandelingen over een nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid kunnen beginnen. Het is de bedoeling dat er vanuit Nederland een eigen visie wordt ontwikkeld, waarmee minister Verburg in Brussel aan de discussie zal deelnemen. Deze eigen inbreng dient rond september 2009 gereed te zijn. Daarom zal in ons land een brede discussie over het toekomstige visserijbeeid worden gestart met belanghebbenden en opinieleiders. Het Productschap Vis zal in 2009 sterk inzetten op participatie vanuit de vissector in dit voortraject. De stem van het bedrijfsleven zal gehoord moeten worden. Het jaar 2009 is in hoge mate het jaar van de aal. In dat jaar zal door Nederland invulling moeten
worden gegeven aan het Europese beleid gericht op het herstel van de aalstand. Een belangrijke rol is weggelegd voor de stichting Future for Eel, het door het bedrijfsleven geïnitieerd samenwerkingsverband van vissers, kwekers en handel. Deze stichting wil bijdragen aan het aalherstel door o.a. de uitzet van aal. Omdat die uitzet van aal belangrijk is voor behoud van de paling en de toekomstige groei van dit visbestand is een plan voor uitzet ontwikkeld dat als leidraad moet dienen voor uitzetprogramma's in de komende jaren. Het productschap faciliteert het werk van deze stichting, in het belang van de toekomst voor de nauw betrokken bedrijven. Regionaal aalbeheer via de zogenoemde Visstand Beheer Commissies (VBC’s) moet het mogelijk maken om specifieke maatregelen te nemen die aansluiten op de plaatselijke situatie. De vele verschillende belangengroepen, ngo’s en politiek hebben sterk uiteenlopende meningen, waardoor de discussie over dit onderwerp nog lang niet is gesloten. Overigens vereist een definitief nationaal maatregelenpakket nog de instemming van de Europese Commissie.
In het voorjaar van 2009 zullen de eerste vissers het nieuwe Certificaat Verantwoordelijke Visserij kunnen behalen, het Nederlandse equivalent van het Britse Responsible Fishing Scheme. Vanaf dat moment kunnen zij daarmee aantonen dat de door hen aangevoerde vis op een verantwoordelijke manier is gevangen. Na het begeleiden van de eerste groep ‘pioniers’ zal vanuit het productschap worden gestreefd naar een breed vervolg door zo veel mogelijk andere schippereigenaren. De twee in 2008 vervaardigde arbocatalogi worden in 2009 verder uitgewerkt en samengevoegd tot een handzame catalogus voor de handel en industrie. Ook de nog ontbrekende risico’s en daarop geboden oplossingen zullen hieraan worden toegevoegd. Rugklachten blijken in de praktijk een veel voorkomend probleem in de visverwerking en detailhandel. In 2009 zal worden onderzocht wat de beste oplossing is voor het ter beschikking stellen van een zogenoemde ‘stasteun’ aan mensen in de sector. Eveneens zal door een onderzoeksbureau in opdracht van het Productschap Vis middels enquetes en interviews ‘nut en noodzaak’ van een cao voor de vissector in kaart worden gebracht.
Productschap Vis voor de keuze staan om namens de sector beroep in te stellen tegen deze definitieve aanwijzing. Voor deze afwegingen is uitvoering overleg met de verschillende visserijsectoren over de te volgen strategie van belang. Dat vergt veel inzet vanuit het bedrijfsleven, waarbij het noodzakelijk is bruggen te slaan tussen de verschillende regio’s en de verschillende visserijtypen. Het maakt immers niet zoveel uit of er in de Zuid of in de Noord wordt gevist, of je met een boomkor of flyshoot of Eurokotter vist. We krijgen er allemaal onontkoombaar mee te maken en de belangen zijn voor een ieder heel groot. Dat zal de nodige inspanning vergen van alle betrokkenen in de sector, niet alleen bij het Productschap Vis, maar ook bij de organisaties en hun achterbannen. Het is in velerlei opzicht zwaar weer in de verschillende delen van de vissector en dat betekent dat het een kwestie zal zijn in 2009 van ‘alle hens aan dek’. Bij het Productschap Vis zijn we ons sterk bewust van de noodzaak om ook in het komende jaar een maximale inspanning te leveren voor de bedrijven en de mensen die daar werken. Bundeling van krachten tussen alle partijen is meer dan ooit noodzakelijk.
| vijfenveertig
Ook op het terrein van het natuur- en milieubeleid staat de vissector het nodige te wachten. Het begint er zelfs op te lijken dat wat daarin aan de orde is voor de komende jaren een van de belangrijkste thema’s zal gaan worden voor de visserij. Met de nodige gevolgen voor de rest van de keten. Inmiddels zijn drie groepen gebieden aangewezen vallende onder het Natura 2000-beleid. Daar zijn de nodige consequenties van te verwachten voor de visserij. Het ministerie van LNV heeft het voornemen om deze gebieden in 2009 definitief aan te wijzen. Bij elke aanwijzing zal het
Afkortingen en internetsites AID
Algemene Inspectie Dienst
www.aid.nl
CBL
Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel
www.cbl.nl
CNV
Christelijk Nationaal Vakverbond
www.cnv.nl
DR
Dienst Regelingen
EU
Europese Unie
EVF
Europese Visserij Fonds
EZ
Ministerie van Economische Zaken
www.minez.nl
FFE
Stichting Future for Eel
www.futureforeel.com
FIOV
Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij
FNV
Federatie Nederlandse Vakbeweging
GVB
Gemeenschappelijk Visserij Beleid
HACCP
Hazard Analyses and Critical Control Points
www.voeding-haccp.pagina.nl
LEI
Wageningen Universiteit, Landbouw
www.lei.wur.nl
www.europa.eu.int
www.fnv.nl
Economisch Instituut LNV
Ministerie van Landbouw, Natuur en
www.minlnv.nl
Voedselkwaliteit ngo
Niet-gouvernementele organisatie
MPA
Marine Protected Area
MSC
Marine Stewardship Council
MSY
Maximum Sustainable Yield
NB-wet
Natuur Beschermingswet
NVB
Nederlands Visbureau
PMR
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
www.msc.org
www.visbureau.nl
PRIMUS
Profile of Transfer of Irish Mussels to Holland
RFS
Responsible Fishing Scheme
http://rfs.seafish.org
SER
Sociaal-Economische Raad
www.ser.nl
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
www.minszw.nl
SPRFMO
South Pacific Regional Fisheries Management Organisation
VIP
Visserij Innovatie Platform
www.visserijinnovatieplatform.nl
VWA
Voedsel en Waren Autoriteit
www.vwa.nl
V&W
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.minvenw.nl
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
www.vws.nl
Bijlage 1
Samenstelling bestuur Productschap Vis 2008 Het bestuur kwam in 2008 twee maal bijeen. Eén maal vond voorafgaand aan de openbare vergadering een besloten bijeenkomst plaats. In 2008 zijn in het bestuur 21 verordeningen vastgesteld. Na vaststelling door het bestuur dienen de meeste verordeningen te worden goedgekeurd. De Sociaal-Economische Raad (SER), de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Justitie dienen afhankelijk van de verschillende type verordeningen en besluiten veelal de desbetreffende regeling goed te keuren. De procedure van goedkeuring duurt vaak lang, omdat bijvoorbeeld bestemmingsheffingsverordeningen via het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit eerst bij de Europese Commissie gemeld moeten worden als steunmaatregel. Autonome en medebewindsverordeningen moeten meestal eerst bij de Europese Commissie genotificeerd worden als mogelijk technische maatregel. Van deze 21 verordeningen die in 2008 zijn vastgesteld, werden er 8 in dat jaar goedgekeurd door genoemde instanties en gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van de Sociaal-Economische Raad. In totaal zijn er in 2008 39 verordeningen en besluiten gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Ook verordeningen en besluiten die niet verplicht voor inwerkingtreding gepubliceerd moeten worden, worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Reden hiervoor is dat hiermee alle regelingen van het productschap in de Algemene Databank Wet- en regelgeving worden opgenomen en via de algemene website www.wetten.nl door een ieder te raadplegen zijn. Per 31 december 2008 zijn er nog 17 verordeningen in behandeling bij de betrokken goedkeurende instanties. In het verslagjaar was de heer ir. B.J. Odink voorzitter van het Productschap Vis. Vice-voorzitters waren de heren mr. Th. de Jong, per 2 oktober 2008 N.A. Bogaard (1e vice-voorzitter), B. Daalder (2e vice-voorzitter) en drs. G. Pastoor (3e vice-voorzitter). De heer drs. W.G. van de Fliert was in het verslagjaar secretaris.
| zevenenveertig
Bestuur en commissies 1. Bestuur
Het bestuur van het Productschap Vis is samengesteld uit leden en hun plaatsvervangers, die door private organisaties in de vissector zijn benoemd. Deze private organisaties zijn door de Sociaal Economische Raad aangewezen als benoemingsgerechtigde organisaties conform de regels die hiervoor gelden.
Leden
Plaatsvervangende leden
Voorzitter: ir. B.J. Odink Secretaris: drs. W.G. van de Fliert
A. Ondernemersorganisaties: Namens de visserij: Redersvereniging voor de Zeevisserij: D. Parlevliet
G. Zwijnenburg
Nederlandse Vissersbond: ing. J.K. Nooitgedagt A.H. Dekker
J. van den Berg H. Tanis
Vereniging van Schippers-Eigenaren van Motortrawl- en Haringloggers, Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen: C. Haasnoot M. van Duijn Federatie van Visserijverenigingen: B. Daalder
G. Meun
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur: mr. H.J. van Geesbergen A. Verbree, per 01-10-2008 vacature Combinatie van Beroepsvissers: drs. K.S. Heldoorn
P. Kooistra
Nederlandse Vereniging van Viskwekers ir. J.N. Falke, per 29-10-2008 vacature
J.H.M. Kursten
Namens de handel: Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis (Visfederatie): C.J.A. Machielsen E.C.M. Mooijer
R.W. van Asch drs. G. Pastoor M.J. Pronk J. Schenk N. de Jong drs. R.C.E. Barbé
J.F.M. Veerman W. van der Zwan vacature J. van Veen M.J.M. van der Drift P.J. Verwijs
Namens de detailhandel: Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel: P.E. van de Laar
J.A. Koning
Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel: H. de Graaf
H. Achterhuis
Namens de visafslagen: Nationaal Overleg Visafslagen: P.A. Louwerse
J.A. van Nieuwenhuijzen
FNV Bondgenoten: A.A.M. Steijaert J. Martens A.L. Moerman
vacature vacature vacature
CNV BedrijvenBond: mr. Th. de Jong R.J. Gijsen F. Kuijt C. Admiraal vacature, per 31-07-2008 N.A. Bogaard
A. Bruggeman W. Groen A. Vooys W. Groen vacature
Waarnemers Namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: ir. L.R.M. Lomans vacature
| negenenveertig
B. Werknemersorganisaties:
Namens de Minister van Economische Zaken: vacature Namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: mr. A. Velgersdijk Namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: drs. A. Ottevanger Namens de Sociaal Economische Raad: mr. drs. Q.D. Abath
2. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur, dat in het verslagjaar zeven maal vergaderde, was als volgt samengesteld: B. Daalder ing. J.K. Nooitgedagt D. Parlevliet G. Zwijnenburg drs. G. Pastoor J. Schenk drs. R.C.E. Barbé N. de Jong P.E. van de Laar H. de Graaf mr. Th. de Jong, per 02-10-2008 R.J. Gijsen, per 02-10-2008 N.A. Bogaard mr. Th. de Jong A.A.M. Steijaert A.L. Moerman ir. J.N. Falke, per 29-10-2008 vacature drs. K.S. Heldoorn mr. H.J. van Geesbergen A. Verbree, per 01-10-2008 vacature Voorzitter: ir. B.J. Odink Secretaris: drs. W.G. van de Fliert Adviseur: A.J.C. Mulder
3. Commissies ex artikel 88 Wet op de Bedrijfsorganisatie Op grond van artikel 2 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008 is door het bestuur vastgesteld dat alle commissies bij hun instelling formeel alleen een adviserende bevoegdheid krijgen. Dit geldt ook voor de commissies die een bestuursorgaan zijn op grond van artikel 88 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, teneinde te voorkomen dat de handelingen van deze commissies als besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb worden gekwalificeerd, waar tegen ook bezwaar en beroep open staat.
Commissie aanvoeraangelegenheden De commissie aanvoeraangelegenheden, die in het verslag jaar drie maal vergaderde, was als volgt samengesteld: D. Parlevliet G. Zwijnenburg ing. J.K. Nooitgedagt J. van den Berg A.H. Dekker H. Tanis C. Haasnoot M. van Duijn B. Daalder G. Meun mr. H.J. van Geesbergen A. Verbree, per 01-10-2008 vacature drs. K.S. Heldoorn P. Kooistra F. Kuijt A. Vooys mr. Th. de Jong A. Bruggeman vacature, per 02-10-2008 N.A. Bogaard vacature A.L. Moerman vacature J. Martens vacature P.A. Louwerse J.A. van Nieuwenhuijzen ir. J.N. Falke, per 29-10-2008 vacature J.H.M. Kursten Voorzitter: B. Daalder Secretaris: mw. dr. ir. N.A. Steins, per 01-07-2008 drs. W.G. van de Fliert (waarnemend secretaris)
Voorzitter: drs. G. Pastoor Secretaris: E.M. Mens
| eenenvijftig
Commissie groothandel De commissie groothandel, die in het verslagjaar vier maal vergaderde, was als volgt samengesteld: drs G. Pastoor W. van der Zwan M.J. Pronk vacature R.W. van Asch J.F.M. Veerman C.J.A. Machielsen E.C.M. Mooijer drs. R.C.E. Barbé P.J. Verwijs N. de Jong M.J.M. van der Drift J. Schenk J. van Veen C. Admiraal W. Groen R.J. Gijsen W. Groen A.A.M. Steijaert vacature
Financiële commissie De financiële commissie, die in het verslagjaar een maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel H. de Graaf Gezamenlijke organisaties van aanvoer G. Meun C. Haasnoot Federatie van organisaties op het gebied van de Groothandel in en Be- en Verwerking van Vis (Visfederatie) P.J. Verwijs drs. G. Pastoor FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond R.J. Gijsen Voorzitter: drs. W.G. van de Fliert Secretaris: H.P. van Campen, per 01-05-2008 B. Vasiljevic
4. Product- en sectorcommissies Oesteradviescommissie De oesteradviescommissie is per 2 oktober 2008 opgeheven. De oesteradviescommissie, die in het verslagjaar niet heeft vergaderd, was als volgt samengesteld: J.J. Salm A. Boone J.A.W. Pols K.J. van IJsseldijk A.M. Bezuijen J. Muller P.J. Verwijs K.J. van IJsseldijk J.J. de Rooij K. Prins Voorzitter: L. Lucas Secretaris: mw. ing. J.E. Van den Boomgaard-Bom
Mosseladviescommissie De mosseladviescommissie, die in het verslagjaar vijf maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. van Geesbergen W.D. van den Berg J.A. van Damme J.C. Schot Nederlandse Vissersbond L. de Keijser
S. Jumelet, per 26-09-2008 vacature
Vereniging ‘De Mosselhandel’ drs. R.C.E. Barbé H.J. Lacor E.H.M. Barbé
mr. ir. J.D. Holstein K. Prins W. van de Plasse
Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel vacature, per 27-03-2008 P.E. van de Laar
P.E. van de Laar, per 27-03-2008 vacature
FNV Bondgenoten A.L. Moerman
A.A.M. Steijaert
CNV BedrijvenBond A. Vooys
vacature
Voorzitter: ir. B.J. Odink Secretaris: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Werkgroep mosselpromotie kwekers (ingesteld door de Mosseladviescommissie) De werkgroep mosselpromotie kwekers, die in het verslagjaar vier maal vergaderde, was in het verslagjaar tot 25 april 2008 als volgt samengesteld:
Vissersvereniging ‘Yerseke’ J.J. Dhooge H. Bol, per 25-04-2008 Ph. Sinke P.A. Zoeteweij
J.A. van Damme D. van den Bosch, per 25-04-2008 vacature D.C. Hoogstrate
| drieenvijftig
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur P.A. Huissen-Scheurwater mr. H.J. van Geesbergen
Vereniging ‘Algemeen Vissersbelang’ Bruinisse M. Padmos C. Otte
vacature, per 25-04-2008 H.J. Jumelet vacature, per 25-04-2008 J.A.A. Oostinga
Vissersvereniging Helpt Elkander N.L.J. Praet
J. Schot
Voorzitter: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Secretaris: P.A. Huissen-Scheurwater Per 25 april 2008 is de samenstelling van de werkgroep mosselpromotie kwekers gewijzigd door inwerkingtreding van het Besluit I tot wijziging van het Besluit tot instelling van een werkgroep mosselpromotie kwekers 2006. De samenstelling per 25 april 2008 is als volgt: P.A. Huissen-Scheurwater
mr. H.J. van Geesbergen
Vissersvereniging ‘Yerseke’ J.J. Dhooge Ph. Sinke P.A. Zoeteweij
J.A. van Damme vacature D.C. Hoogstrate
Vereniging ‘Algemeen Vissersbelang’ Bruinisse M. Padmos C. Otte
H.J. Jumelet J.A.A. Oostinga
Vissersvereniging Helpt Elkander N.L.J. Praet
J. Schot
Vereniging ‘De Mosselhandel’ vacature
vacature
Voorzitter: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Secretaris: P.A. Huissen-Scheurwater Werkgroep kwaliteit schelpdieren (ingesteld door de Mosseladviescommissie) De werkgroep kwaliteit schelpdieren, die in het verslagjaar vier maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur mr. H.J. Van Geesbergen N.L.J. Praet W.K. Schot, per 15-02-2008 JC. Schot N.L.J. Praet
Vereniging ‘De Mosselhandel’ W.A. Verwijs E. Louwerse C.S. Vroonland
H.Bal vacature vacature
PO Oesters J.J. de Rooij J.F. Sinke
vacature vacature
PO Kokkels en de PO Schelpdiervisserij Noordzee mr. ir. J.D. Holstein
vacature
Voorzitter: drs. W.G. van de Fliert Secretaris: mw. ing. J.E. van den Boomgaard-Bom Werkgroep afstemming mosselbeleid (ingesteld door de Mosseladviescommissie) De werkgroep afstemming mosselbeleid, die in het verslagjaar vijf maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Vereniging ‘De Mosselhandel’ vacature, per 15-02-2008 drs. R.C.E. Barbé
vacature
Vereniging van Importeurs van Schelpdieren Vacature, per 15-02-2008 mr. ir. J.D. Holstein
vacature
Voorzitter: A. Verbree, per 01-10-2008 drs. R.C.E. Barbé Secretaris: mw. drs. C.M. Markensteijn
| vijfenvijftig
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur vacature, per 15-02-2008 mr. H.J. van Geesbergen vacature vacature, per 15-02-2008 A. Verbree en per 01-10-2008 vacature vacature
Garnalenadviescommissie De garnalenadviescommissie, die in het verslagjaar een maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Gezamenlijke werknemersorganisaties: FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond J. Martens A.L. Moerman Nederlandse Vissersbond G. de Waal, per 02-10-2008 A. Koornstra-Hoitsma ing. J.K. Nooitgedagt J. de Visser A.J. de Visser
J. Rispens, per 02-10-2008 W. Toering A. Koornstra, per 02-10-2008 J. Rispens C.K. Tanis vacature
Vebega C.J.A. Machielsen W. Smit M.C. Jansen
E. Mooyer Puul H. Luit C. Mooyer
Verbond van de Nederlands Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel vacature vacature Vereniging Delta Zuid J. Koster
J.A. Fenijn
Nationaal Overleg Visafslagen F. Lokerse W. Visser
J. van Nieuwenhuizen H. Smit
Federatie van Visserijverenigingen C.H. Erkamp, per 27-03-2008 A. Post M. de Boer
G. Meun B. Daalder
Voorzitter: ing. J.K. Nooitgedagt Secretaris: P.J. de Niet Adviseur: E.H.A. Hovius
Commissie detailhandel De commissie detailhandel, die in het verslagjaar drie maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel P.E. van de Laar E.M. Mens H. de Graaf
J.A. Koning vacature H. Achterhuis
Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel R. Motshagen jr. R. van Diermen C. van Manen
vacature vacature vacature
FNV Bondgenoten en de CNV BedrijvenBond A.Vooys
W. Groen
Voorzitter: P.E. van de Laar Secretaris: E.M. Mens Commissie sociaal economische aangelegenheden De commissie sociaal economische aangelegenheden, die in het verslagjaar twee maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Redersvereniging voor de Zeevisserij C. Blonk
M. van der Zwan
Vereeniging van Reeders van Visschersvaartuigen, Nederlandse Vissersbond en de Federatie van Visserijverenigingen A.H. Dekker vacature, per 02-10-2008 B. Daalder
Verbond van de Nederlandse visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel W. Jonk H. Achterhuis FNV Bondgenoten A.A.M. Steijaert
A.L. Moerman
| zevenenvijftig
Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur, Combinatie van Beroepsvissers en de Nederlandse Vereniging van Viskwekers mr. H.J. van Geesbergen vacature
CNV BedrijvenBond mr. Th. de Jong vacature
vacature R.J. Gijsen
Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis ‘Visfederatie’ vacature drs. G. Pastoor vacature vacature Voorzitter: mr. Th. de Jong Secretaris: R.V.Th. Luns Deskundige: A.A. van Seters (VinVis) Commissie verantwoorde vis De commissie verantwoorde vis, die in het verslagjaar zes maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Redersvereniging voor de Zeevisserij vacature Federatie van Visserijverenigingen en de Nederlandse Vissersbond vacature, per 02-10-2008 B. Daalder Combinatie van Beroepsvissers vacature, per 27-03-2008 drs. K.S. Heldoorn Nederlandse Vereniging van Viskwekers vacature Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur vacature, per 27-03-2008 mr. H.J. van Geesbergen Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel vacature, per 27-03-2008 P.E. van de Laar FNV Bondgenoten vacature CNV BedrijvenBond vacature, per 27-03-2008 F. Kuyt
Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in be- en verwerking van vis ‘Visfederatie’ vacature, per 27-03-2008 drs. G. Pastoor Vereniging van Importeurs van Visproducten M. Nijhof Adviseur: per 27-03-2008 W.H.B.J. van Eijk Adviseur: per 27-03-2008 drs. G.J. van Balsfoort Adviseur: J.A. Koning Deskundige: A.E. Leewis Voorzitter: ir. B.J. Odink Secretaris: drs. W. G. van de Fliert
Subcommissies c.q. –werkgroepen van de commissie aanvoeraangelegenheden
Organisaties van werkgevers B. Daalder C. Blonk ing. J.K. Nooitgedagt mr. H.J. van Geesbergen
G. Meun R. Hoes J. van den Berg J. Messemaker
Organisaties van werknemers vacature, per 02-10-2008 C. Admiraal A.L. Moerman
C. Admiraal, per 02-10-2008 F. Kuyt J. Martens
Ministerie van Verkeer en Waterstaat R.J. de Bruin
vacature
Ministerie van Onderwijs ,Cultuur een Wetenschappen vacature vacature
| negenenvijftig
Onderwijscommissie De commissie onderwijs, die in het verslagjaar een maal vergaderde, was als volgt samengesteld:
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vacature vacature Voorzitter: ing. J.K. Nooitgedagt Secretaris: R.V.Th. Luns Werkgroep schelpdiervisserij (ingesteld per 24-01-2008) De werkgroep schelpdiervisserij, die in het verslagjaar twee maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Nederlandse Oestervereniging vacature, per 27-06-2008 J.J. de Rooij
vacature, per 27-06-2008 C.J. van Liere
Coöperatieve Producentenorganisatie van Schelpdiervissers op de Noordzee u.a. Vacature vacature Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. vacature, per 29-05-2008 mr. ir. J.D. Holstein vacature Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur vacature, per 29-05-2008 A. Verbree en per 01-10-2008 vacature vacature, per 29-05-2008 mr. H.J. van Geesbergen Nederlandse Vissersbond vacature, per 29-05-2008 A. Bout
Handkokkelvereniging ‘Op Handkracht Verder’ vacature, per 29-05-2008 mr. drs. B.J. Keus
vacature, per 29-05-2008 ing. J.K. Nooitgedagt
vacature, per 29-05-2008 J. Nadema, per 10-09-2008 vacature
Voorzitter: per 24-01-2008 R.C.E. Barbé Secretaris: per 24-01-2008 drs. C.M. Seip Per 11-12-2008 is de zetelverdeling gewijzigd; de samenstelling is dan als volgt: Nederlandse Oestervereniging vacature, per 27-06-2008 J.J. de Rooij vacature, per 27-06-2008 C.J. van Liere
Coöperatieve Producentenorganisatie van Schelpdiervissers op de Noordzee u.a. en de Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. vacature, per 29-05-2008 mr. ir. J.D. Holstein vacature Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur vacature, per 29-05-2008 A. Verbree en per 01-10-2008 vacature vacature, per 29-05-2008 mr. H.J. van Geesbergen Nederlandse Vissersbond vacature, per 29-05-2008 A. Bout
Handkokkelvereniging ‘Op Handkracht Verder’ vacature, per 29-05-2008 mr. drs. B.J. Keus
vacature, per 29-05-2008 ing. J.K. Nooitgedagt
vacature, per 29-05-2008 J. Nadema, per 10-09-2008 vacature
Voorzitter: per 24-01-2008 R.C.E. Barbé Secretaris: per 24-01-2008 drs. C.M. Seip
Bijzondere commissies
Auditcommissie (ingesteld per 02-10-2008) De activiteiten van deze door het dagelijks bestuur, namens het bestuur, ingestelde commissie betreft het interne toezicht op de uitvoering en naleving van de Code Goed Bestuur conform Principe XXIII. De Auditcommissie heeft in het verslagjaar 1 maal vergaderd. Het dagelijks bestuur heeft per 02-10-2008 de volgende personen benoemd in de auditcommissie: drs. K.S. Heldoorn H.C. van Campen J.H. Mooijman mr. M.E. Hoek-Weijdeveld Voorzitter: A.A.M. Steijaert Secretaris: drs. W.G. van de Fliert
| eenenzestig
De Auditcommissie en de Klankbordgroep Mosselveiling zijn geen reguliere commissie of werkgroep, als bedoeld in artikel 3 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008.
Klankbordgroep Mosselveiling De activiteiten van de mosselveiling met de daarvoor door het bestuur vastgestelde Algemene Voorwaarden betreft de privaatrechtelijke uitoefening van bevoegdheden van het Productschap Vis. Ter advisering aan het bestuur, de Mosseladviescommissie dan wel de leiding van de mosselveiling is een klankbordgroep mosselveiling ingesteld met als taak te adviseren over de algemene en structurele zaken de mosselveiling betreffende. De klankbordgroep Mosselveiling, die in het verslagjaar drie maal vergaderde, was als volgt samengesteld: Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur J.J. Dhooge D. van den Bosch N.L.J. Praet E.E. van de Zande Vereniging ‘De Mosselhandel’ P. Nelis P. Geijsen Voorzitter: drs. W.G. van de Fliert Secretaris: H.N.F.M. van Zantvoort
W.A. Verwijs J. Christiaanse
Bijlage 2:
Organisatie Productschap Vis SECRETARIS DRS W.G VAN DE FLIERT PR-PA NEDERLANDS VISBUREAU A.E. LEEWIS
ADVISERING EN PRIVATE ADMINISTATIES H.P. VAN CAMPEN
VISSERIJZAKEN DRS W.G VAN DE FLIERT
MARITIEME ZAKEN H.C. DEMKES
VISSERIJBELEID DR. P.M. DEN HARTOG
BUREAUCOORDINATOR ING. J.E. VAN DEN BOOMGAARD-BOM
MOSSELVEILING H.N.F.M. VAN ZANTVOORT
ADMINISTRATIE MOSSELKANTOOR J.H.M. WITHAGEN
DUURZAME VISSERIJ DRS. M.L. KRAAN
AQUACULTUUR EN BINNENVISSERIJ W.H.B.J. VAN EIJK
SCHELPDIERVISSERIJ, RUIMTELIJKE ORDENING DRS. C.M. SEIPMARKENSTEIJN
DETAILHANDEL, GROOTHANDEL EN VERWERKING E.M. MENS
ALGEMENE ZAKEN J.H. MOOIJMAN
JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN MR. M.E. HOEKWEIJDEVELD
MARKTORDENING, BUITENDIENST EN AFSLAGEN P.J. DE NIET
DETAILHANDEL, GROOTHANDEL EN VERWERKING M. BOUMAN
FACILITAIRE VOORZIENINGEN EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN D. GROOT
COORDINATOR BUITENDIENST NOORD H. VAN URK
IMPORTAANGELEGENHEDEN P.J. ROELEVELD
HEFFINGEN UITVOERING REGELINGEN F. PETERS
COORDINATOR BUITENDIENST ZUID C. VERMEULEN
LEVENSMIDDELENRECHT VETERINAIRE ZAKEN MR. L.J. ZIJP
SECRETARIAAT P.C.M. BARENDSE
FINANCIEELE EN PERSONELE AANGELEGENHEDEN B. VASILJEVIC
| drieenzestig
SOCIAAL ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN R.V.TH. LUNS
Bijlage 3:
Heffingen Alle ondernemingen die actief zijn in de vissector, vallen volgens de wet onder de werking van het Productschap Vis. Wie voor zijn beroep vis vangt, kweekt, be- en verwerkt, importeert, exporteert of verkoopt, is wettelijk verplicht om aan het productschap heffingen te betalen die door het productschap worden opgelegd. Naar evenredigheid wordt dus door alle ondernemingen in de vissector bijgedragen aan het productschap.
De heffingen zijn verdeeld in twee soorten, te weten: a. de huishoudelijke heffing welke bestemd is ter dekking van de uitgaven voor de algemene diensten van het productschap, en b.
de bestemmingsheffingen waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor fondsen als het onderzoekfonds, het onderwijsfond en het promotiefonds.
In 2008 hebben vanuit de huishoudelijke heffing, de navolgende uitgaven plaatsgevonden:
| vijfenzestig
De opbrengst van de diverse bestemmingsheffingen is qua uitgaven in 2008 als volgt verdeeld:
Overig
Inkoop
C)
Aankoop
Aanvoer B)
bij:
Heffingen
A)
€ 0,006
Per kilogram gekocht voer voor tilapia
12)
Be- of verwerkers Administratieheffing
€ 204,00 € 110,00
6)12)
€ 0,002 7)
15‰
0,4‰
0,4‰
€ 80,00
€ 0,0022 7)
15‰
0,8‰
0,4‰
0,6‰
0,7‰
Vispromotie
€ 10,00
Kleinhandel
projecten
Onderwijs
€ 15,50
Kleinhandel
projecten
Onderzoeks
€ 5,00
€ 0,0056 7)
€ 1.500,00
€ 350,00
€ 800,00
€ 800,00
€ 344,00
5,0‰
6,0‰
€ 500,00
8,5‰
0,2‰
0,2‰
€ 50,00
0,2‰
Aanvoer
projecten
Onderzoeks
€ 0,0009 7)
0,3‰
0,3‰
€ 0,02
0,3‰
0,3‰
0,3‰
Aanvoer
projecten
Onderwijs
0,1‰
0,1‰
11)12)
11)
€ 0,0303 7)
groothandelssector
Projecten
€ 0,00 7)
€ 0,005 7)
Promotie
Garnalen
€ 0,0157)13)
-krakers (retributie)
zeven en
Garnalen-
De forfaitaire waarde bedraagt per platte oester € 0,32 en per creuse € 0,10.
Per 100 kilogram.
Per kilogram in Nederland gecontroleerde garnalen. Indien in gepelde toestand wordt aangevoerd of gekocht per kilogrammen vermenigvuldigd met factor 3.
Aankoop van trawlers 0,7‰.
Onder verkooppunt wordt onder meer verstaan een viswinkel, een webwinkel, een viskraam of een visverkoopwagen. Er kan een gedeeltelijk vrijstelling gelden door verlaging van het totaal van de heffingen naar€ 75,00 (heffingen> 1% v/d omzet ).
Niet zijnde de IJsselmeervisserij.
Aankopen van een Nederlandse binnenvisser, viskwekerij, IJsselmeervisser en/of schelpdiervisser (m.u.v. mosselen, oesters en creusen).
Bij de huishoudelijke heffing geldt dat het laagste bedrag (of totaal bedrag vergunningen of totaalbedrag ha) wordt vrijgesteld en geldt een maximum van€ 572,00.
De totale verschuldigde huishoudelijke inkoopheffing bedraagt niet meer dan € 43.200,00. Bij toepassing maximum bij 1 ondernemer, zijn alle andere ondernemers die behoren tot dezelfde Fiscale Eenheid geen huishoudelijke heffing op grond van artikel 5, eerste lid, verschuldigd.
Vrijstelling voor binnenlandse handel en aftrek voor aan- of inkopen waarover reeds door uzelf handelsheffing is betaald.
Vanaf 2007 is de aanvoerder niet meer de huishoudelijke aankoopheffing verschuldigd bij verkoop buiten de afslag om en bij be- of verwerking of verpakking in de eigen onderneming.
13)
12)
Alleen gecontroleerd in Nederland over een zeefinstallatie in eigendom van het Productschap Vis.
Met uitzondering van garnalen, want voor garnalen zijn alle heffingen per kg vastgesteld. In de heffingsgrondslagen “zeevis kopen van een kotter” is de grondslag vanaf 2008 uitgebreid naar het kopen van Nederlandse en buitenlandse vissersvaartuigen/ ondernemers.
De forfaitaire waarde bedraagt voor: ongekookte kokkels € 0,25 per kg exclusief Westerschelde; ongekookte kokkels € 0,18 per kg uit de Westerschelde; gekookte kokkels € 1,75 per kg; ongekookte spisula (inclusief strandschelpen) € 0,10 per kg en gekookte spisula (inclusief strandschelpen) € 0,75 per kg; ongekookte nonnetjes € 0,10 per kg en gekookte nonnetjes € 0,75 per kg; ongekookte ensis (zwaardscheden en mesheften) € 0,80 per kg en gekookte ensis (zwaardscheden en mesheften) € 2,40 per kg. 11) Aankoop van vis (met uitzondering van alle schelpdiersoorten en kweekvis).
10)
9)
8)
7)
6)
5)
4)
3)
2)
1)
C)
B)
€ 67,00
€ 0,10
€ 0,00141
€ 0,00357
€ 0,00357
€ 0,00141
€ 0,00171
onderzoek kweekvis
promotie/
Afhankelijk van de aard van uw bedrijfsactiviteiten kunt u onder meerdere heffingsgrondslagen/vrijstellingen vallen, waavoor u ook een apart opgavenformulier kunt krijgen.
Aankoopbedrag vis en visproducten (m.u.v. mosselen)
Vaste heffing per ondernemer per kalenderjaar Opleggen/opgelegde ambtshalve heffingen
Afslagen
A)
Vaste heffing per kalenderjaar, per verkooppunt 0,204‰
0,75‰
en over het inkoopbedrag boven € 11.000.000,-
5)
1,01‰
Over 100% van het inkoopbedrag Per ingekochte ton mosselen
€ 0,40
12)
7)
2,63‰ 7) € 0,0026
0,95‰
2,63‰
Over het inkoopbedrag t/m € 11.000.000,-
Kleinhandel
extra voor kopers van maatjesharing Mosselen
Inkopers
aankoop kokkels en andere schelpdieren Per kilogram gekochte garnalen
Garnalen
1)
Over de forfaitaire waarde
Kokkels en andere schelpdieren
10)
per aangekochte ton mosselen
Mosselen
Over het aankoopbedrag
Over het aankoopbedrag
€ 0,0070
-Zwaardscheden en mesheften
in de Nederlandse wateren Per kilogram aangevoerde garnalen
€ 200,00 € 105,00
- Spisula (inclusief strandschelpen) en/of nonnetjes
Nederlandse wateren (per vergunning)
- Niet mechanische kokkelvisserij in de
Nederlandse wateren (per vergunning) € 289,00
€ 420,00
- Mechanische kokkelvisserij in de overige
in de Westerschelde (per vergunning)
€ 157,00
€ 2,97
- Mechanische kokkelvisserij
3,81‰
Over 100% van het koopbedrag
3)
€ 0,40 € 254,00
- Over de forfaitaire waarde zwaardscheden en mesheften
5,7‰
3,81‰
2)
2)
1,95‰
2,55‰
- Over de forfaitaire waarde kokkels, spisula en nonnetjes
Per Ha. Perceel
extra voor kopers van maatjesharing
Zeevis
12)
"Zoetwatervis"
Garnalen
Kokkels en andere schelpdieren
9)
Per vergunning voor vrije gronden
Over de forfaitaire waarde
Per aangevoerde ton mosselen
Oesters en creuses
12)
100% van de waarde van de aangevoerde zeevis
Vaste heffing per ondernemer per kalenderjaar
Mosselen
10)
€ 0,013
Per kilogram gekocht voer voor tarbot
€ 110,00
€ 0,013
Per kilogram gekocht voer voor paling
3,81‰
€ 0,006
Over de waarde van de aangevoerde IJsselmeervis
€ 0,007
Per kilogram gekocht voer voor forel
Per kilogram gekocht voer voor meerval
70% van de waarde van de aangevoerde zeevis
4)
heffing
Huishoudelijke Financiering Algemene
vastgesteld in de bestuursvergadering d.d. 4 oktober 2007
Grondslag
Aanvoersector trawlers
Aanvoersector kotters
Beroepsbinnenvisserij
IJsselmeervisserij
Viskwekerijen
Sectoren
Heffingsoverzicht 2008
€ 0,40
8)12)
€ 0,40 8)
Promotie
Schol
€ 0,15
€ 0,15
€ 0,28
Promotie
Mossel
€ 0,20
€ 1,15
€ 1,25
Onderzoek
Mossel
Bijlage 4:
Ontwikkelingen in personeel Op 31 december 2008 waren er 72 personen in dienst van het Productschap Vis. Als gevolg van personele mutaties steeg het aantal mensjaren van 60,85 per ultimo 2007 naar 61,9 per ultimo 2008. In de grafieken 1 en 2 is een verdeling opgenomen naar leeftijd en geslacht. In grafiek 3 is de verdeling weergegeven van de mensjaren over de diverse werkgebieden binnen de organisatie.
2003 4.6 (5.3)
2004 2.5 (4.3)
2005 1.8 (4.2)
2006 1.4 (3.7)
2007 3.1 (3.8)
2008 3 (3.8)
Ten opzichte van 2007 is het ziekteverzuimcijfer over 2008 nauwelijks gewijzigd. Oorzaak hiervan zijn een aantal wat langer lopende gevallen. Indien deze gevallen niet worden meegeteld, bedraagt het ziekteverzuimcijfer over 2008 2.2%. Tussen haakjes zijn de ziekteverzuimcijfers van de productschappen als totaal vermeld.
Opleidingen Diverse medewerkers hebben in 2008 gebruik gemaakt van de mogelijkheid een beroep te doen op de studiekostenregeling. Naast diverse korte trainingen gericht op de dagelijkse werkzaamheden, werden studies gevolgd
| zevenenzestig
Ziekteverzuim
van MBO tot een studie rechten. De medewerkers in de organisatie die deelnemen aan de bedrijfshulpverlening, volgden de verplichte herhalingscursus.
Aangezien de vertrouwenspersoon de organisatie in 2008 heeft verlaten, bestond een vacature. De voordracht van een nieuwe kandidaat door de OR is in hetzelfde jaar geaccepteerd.
Ondernemingsraad
Alle andere arbeidsvoorwaardelijke op de medewerkers van toepassing zijnde regelingen vloeien direct voort uit de bepalingen in de cao voor de pbo-sector. Binnen het Productschap Vis wordt niet van de cao-bepalingen afgeweken.
In 2008 is met de ondernemingsraad over een flink aantal onderwerpen gesproken. Afhankelijk van de omstandigheden situatie en onderwerp, heeft de ondernemingsraad een adviserende, informerende, initiërende of instemmende rol. Indien het niet gaat om een adviserende of instemmende rol, dan kent de Ondernemingsraad twee prioriteiten, te weten: het toezien op het op een correcte wijze volgen en toepassen van procedures in individuele gevallen; er op toezien dat de continuïteit van afdelingen en/of de organisatie gewaarborgd blijven. Middels het periodieke OR-informatieblad ‘Orakel’ per email wordt dit is al naar gelang de actualiteit hiertoe aanleiding geeft - het personeel op de hoogte gehouden. In 2008 is tijdens de overlegvergadering de implementatie van de Code Goed Bestuur uitgebreid behandeld. Vanuit de Code Goed Bestuur dient ook een aantal op medewerkers van toepassing zijnde regelingen te worden opgesteld. Dit heeft geleid tot het vaststellen van de protocollen: integriteit, klokkenluiderregeling, internet en email. Ook zijn een vernieuwde vergoeding voor studiekosten alsmede een nieuwe regeling voor de vergoeding van de kosten van woon/werkverkeer vastgesteld.
Verder zijn de navolgende onderwerpen aan de orde geweest: de collectieve zorgverzekering de vergoeding voor woon/werkverkeer de vergoeding voor dienstreizen de bedrijfshulpverlening de begroting en de jaarrekening van het productschap personele ontwikkelingen waaronder het aantrekken van medewerkers in het kader van het Werkgelegenheidsfonds voor de pbosector het periodiek geneeskundig onderzoek de regeling declaraties
BHV Een vijftal medewerkers heeft de taak op zich genomen om in voorkomend geval handelend op te treden. Zaken als bijvoorbeeld de brandveiligheid en de toegang tot het gebouw worden zoveel mogelijk in overleg met de andere huurders van het pand Treubstraat samen opgepakt. De met BHV belaste medewerkers volgen jaarlijks een opfriscursus.
Fondsverordeningen (artikel 93, tweede lid onderdeel g, Wbo)
Verordening tot instelling van een fonds voor de aanvoersector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor promotie 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de mosselsector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de detailhandel 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor de groothandelssector 2007 Verordening tot instelling van een fonds voor sociaal economische aangelegenheden 2007 nog niet vigerend
Gezondheidsvoorschriftenverordeningen
Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006
Pvis B
15 16 17 18 19 20
Pvis C
21
Verordeningen artikel 93 Wbo
Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003
Pvis E
32 33 34 35
36
Verordening handelsnormen garnalen 2006 Verordening handelsnormen visserijproducten 2006
28 29 30 31
| negenenzestig
Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006
Handelsnormenverordeningen
Pvis D
23 24 25 26 27
Verordening dagvers gerookte paling 2000
Verordening retributie keuring en controle garnalen 2008 Heffingsverordening 2008 Verordening financiering garnalenpromotie 2008 Verordening financiering scholpromotie 2008 Verordening financiering vispromotie 2008 Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2008 Verordening financiering mosselpromotie 2008 Verordening financiering mosselonderzoek 2008 Verordening financiering projecten groothandelssector 2008 Verordening financiering onderwijsprojecten aanvoersector 2008 Verordening financiering onderzoeksprojecten aanvoersector 2008 Verordening financiering onderwijsprojecten kleinhandel 2008 Verordening financiering onderzoeksprojecten kleinhandel 2008 Verordening Algemene Bepalingen Heffingen Productschap Vis 2007
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
22
Naam verordening Heffingsverordeningen (artikel 126, eerste en tweede lid, Wbo)
Nr. Pvis A
Besluit benoeming functionaris voor de gegevensbescherming Productschap Vis nog niet vigerend Besluit Productschap Vis toezichthouders tuchtrecht 2005
Vergunningen
Besluit denaturatie visserijproducten 2006 Uitvoeringsbesluit bij artikel 3, vierde lid, van de Verordening handelsnormen visserijproducten 2006
Besluit vaststelling model registratiebewijs dagverse palingroker Registratiebewijzen Hygiënecodes
Periodieke uitvoeringsbesluiten (tijdelijke maatregelen productiegebieden) Bemonsteringsplannen sanitaire monitoring mv mv VWS aw
DB besluit namens het bestuur over aanwending middelen
Naam besluit(en)
mv
mv mv mv mv
mv mv mv mv
mv mv mv pb
mv
mv
ov ov ov ov ov 0v
dhv en ihv dhv en ihv dhv en ihv ihv dhv en ihv dhv dhv en ihv dhv en ihv dhv en ihv dhv en ihv dhv en ihv dhv dhv dhv en ihv
av
av av av av
mv LNV mv LNV mv LNV mv LNV
mv VWS mv VWS mv VWS
mv VWS
mv VWS
av av av av av av
av av av av av av av av av av av av av av
aw
aw aw aw
aw aw aw aw
aw aw aw aw
aw
aw
aw aw aw aw aw
sw aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw
Karakter van de regelgeving Type Autonomie Werking
Bijlage 5:
Overzicht verordeningen
Verordeningen financiën, vergoedingen en arbeidsvoorwaarden
Verordening begroting Productschap Vis 2008
Pvis G
62 63 64 65 66 67 68 69 70
Algemene voorwaarden van de Mosselveiling te Yerseke ingaande 1 januari 2008 Besluit tot instelling van een klankbordgroep mosselveiling Besluit tarieven Mosselveiling Yerseke 2008 Procuratieregeling Productschapsprijzen
78 79 80 81 82
74
73
72
71
75 76 77 Pvis H
Besluit tot regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2003 Reglement personeelsfonds Productschap Vis 2003 Besluit reis- en verblijfkosten productschapspersoneel 2003 Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer 2003
Besluit rekening baten en lasten 2007
Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2003 Verordening vergoedingen bestuur, dagelijks bestuur, commissies en werkgroepen van het Productschap Vis 2008-2009 Besluit I toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2008-2009 Besluit II toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2008-2009 Besluit III toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2008-2009 Besluit IV toekenning vacatievergoeding en vergoeding reis- en verblijfkosten 2008-2009 Verordening beleggingsbeleid 2005 Besluit ondermandaatverlening uitvoering heffingsverordeningen Besluit aanwijzing gemandateerde rechtspersonen Private besluiten
Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis met CAO in de bijlage
Verordening PVis klachtenbehandeling 2008 Verordening beheersregels archiefbescheiden Productschap Vis
58 59 60 61
46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57
Besluit aanwending middelen en mandaatverlening uitvoering begroting Mosselkantoor 2009 Besluit tot instelling van een commissie aanvoeraangelegenheden Besluit tot instelling van een onderwijscommissie Besluit tot instelling van een werkgroep schelpdiervisserij Besluit tot instelling van een mosseladviescommissie 2007 Besluit tot instelling van een werkgroep afstemming mosselbeleid Besluit tot instelling van werkgroep mosselpromotie kwekers 2006 Besluit tot instelling van een werkgroep kwaliteit schelpdieren 2006 Besluit tot instelling van een garnalenadviescommissie 2004 Besluit tot instelling van een commissie groothandel Besluit tot instelling van een commissie detailhandel Besluit tot instelling van een financiële commissie ov av aw Besluit tot instelling van een commissie sociaal economische aangelegenheden Besluit tot instelling van een commissie verantwoorde vis Besluit tot instelling van een Auditcommissie Productschap Vis
Verordeningen artikel 92 Wbo
Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008
Pvis F
44 45
43
41 42
Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 Besluit aanwijzing toezichthouders quarantainevoorzieningen Besluit algemene meldplicht Uitvoeringsbesluit bij artikel 2, eerste lid, van de Verordening quarantainevoorzieningen levende tweekleppige weekdieren 2007 Verordening Hollandse Nieuwe 2007 Besluit aanwijzing toezichthouders Verordening Hollandse Nieuwe 2007 Vaststellingsbesluit startdatum haringseizoen 2009
37 38 39 40
Naam besluit(en)
Naam verordening
Nr.
pb pb pb pb
ov ov ov
ov
ov
ov
ov
ov ov ov ov ov ov ov ov ov
av av av
av
av
av
av
av av av av av av av av av
av av av av
av
ov ov ov ov ov
av av av av av av av av av av av
av
av
av
av av av av
ov ov ov ov ov ov ov ov ov ov ov
ov
mv
mv
mv mv mv mv
aw aw aw aw
aw aw aw
aw
aw
aw
aw
aw aw aw aw aw aw aw aw aw
aw aw aw aw
aw
aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw aw
aw
aw
aw
aw aw aw aw
Karakter van de regelgeving Type Autonomie Werking
Afkortingen onder kolom karakter regelgeving Type verordening: a. registratieverordening (aanduiding: rv) b. directe heffingsverordening (aanduiding: dhv) inning Pvis c. indirecte heffingsverordening (aanduiding: ihv) inning derden d. materiële verordening (aanduiding: mv) e. overige verordeningen m.b.t. artikelen 77, 86, 88, 92, en 118 Wbo (aanduiding: ov) f. private besluiten (aanduiding: pb) Autonomie: a. volledig autonome verordening (aanduiding: av) b. gemengde verordening (aanduiding: gv) c. medebewindsverordening (aanduiding: mv)
COLOFON Productschap Vis | Postbus 72 | 2280 AB RIJSWIJK | (bezoekadres: Treubstraat 17) T 070 33 69 600 | F 070 39 99 426 | E
[email protected] | W www.pvis.nl Uitgave Productschap Vis | Vormgeving D. Groot | Druk Thieme Media Services Delft Fotoverantwoording Productschap Vis en Nederlands Visbureau | Eindredactie A. Leewis | April 2009
| eenenzeventig
Werking: a. actieve werking (aanduiding: aw) b. slapende werking (aanduiding: sw)