Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
erkenning: P303221
16 oktober 2003
nr 3
*
vijftiende jaargang
Demografisch dieptepunt geen invloed op aantal eerstejaars
I NHOUD campuskrant
Aantal K.U.Leuven-studenten blijft stijgen
2
Tim Vuylsteke
De cijfers op de webpagina met de studentenaantallen van de K.U.Leuven spreken boekdelen. Momenteel zijn er maar liefst achthonderd studenten méér ingeschreven dan op hetzelfde moment vorig jaar. Heeft de reclamecampagne echt zó massaal vruchten afgeworpen? Of is er toch iets anders aan de hand met die cijfers? Professor Dirk Van Gerven, coördinator Studentenbeleid, kent het antwoord.
3 6 7
foto: Rob Stevens
“E
r zijn inderdaad veel meer studenten ingeschreven dan halfweg oktober 2002”, beaamt professor Van Gerven. “Maar dat komt vooral door het nieuwe inschrijfsysteem. Sinds dit jaar kunnen de studenten hun inschrijving elektronisch regelen, en dat heeft tot gevolg dat ze veel sneller ingeschreven zijn. Vroeger moesten ze papieren formulieren opsturen, of zelf naar de Universiteitshal komen, en sommigen durfden daar wel
eens mee te wachten tot diep in de herfst. Vandaar dat de cijfers op de website (zie tabel hieronder) een beetje een vertekend beeld geven. De echte eindafrekening wordt pas op 15 januari gemaakt: pas dan zullen we echt kunnen vergelijken met vorig jaar.” “Dat neemt echter niet weg dat we wel degelijk een groei verwachten van het aantal studenten, en daar zullen de buitenlandse studenten het grootste aandeel in hebben: die zijn toch met een paar
De voorlopige aantallen - Campus Leuven • Totaal K.U.Leuven 2003-2004 op 9 oktober 2003: 26.935 • Totaal K.U.Leuven 2002-2003 op vergelijkbaar moment vorig jaar: 26.473 Faculteit
‘02-’03
‘03-’04
verschil
Godgeleerdheid Wijsbegeerte Kerkelijk recht Rechtsgeleerdheid ETEW Sociale wet. Letteren Psychologie/pedagogie Wetenschappen Toegepaste wet. LTBW Geneeskunde Farmaceutische wet. LO en kine
500 584 17 2.732 2.664 1.867 3.313 2.809 1.740 3.002 1.376 3.355 583 1.212
515 637 25 2.914 2.717 1.916 3.167 2.978 1.718 3.041 1.335 3.348 589 1.219
+ 3.0% + 9.1% + 47.1% + 6.7% + 2.0% + 2.6% - 4.4% + 6.0% - 1.3% + 1.3% - 3.0% - 0.2% + 1.0% + 0.6%
25.754
26.119
+ 1.4%
• Totaal Campus Leuven
honderd meer dan vorig jaar. Een tweede groeipool vormen de tweede-cyclusstudenten die hun kandidaatsdiploma aan een andere universiteit hebben behaald. Zo zijn er heel wat studenten Rechtsgeleerdheid die hun kandidaturen in Namen hebben afgelegd, maar voor hun licenties naar Leuven trekken. Het aantal nieuwe eerstejaarsstudenten zal met zo’n vijftig eenheden stijgen, en die groei is nagenoeg volledig te danken aan de KULAK, de Kortrijkse campus van de K.U.Leuven.” Als er maar vijftig nieuwe generatiestudenten bijkomen, mogen we dan van een geslaagde rekruteringscampagne spreken? Professor Van Gerven: “Wel, het aantal 18-jarigen groeit niet. Integendeel, in Vlaanderen hebben we wat dat betreft momenteel een absoluut dieptepunt bereikt. Als we er dan toch in slagen vijftig studenten méér aan te trekken dan het voorgaande jaar, dan denk ik dat we inderdaad mogen gewagen van een geslaagde campagne.”
Forum Professor Nicolas Standaert heeft bedenkingen bij de Gebu-discussienota Mooie cijfers De KULAK groeit Suske en Wiske ontleed De Academische Analyse Verkeersacademie in Leuven
Oversteken moet je leren
8 9 13 14
Luc Huyse over straffeloosheid “België wilde als klein land groot zijn. Daar is op zich niets mis mee” André Van Assche met emeritaat “Jonge mensen krijgen te weinig aandacht van de overheid” Studenten en roken Vermageren is belangrijk motief Televisieschool opgericht
Geen champagne, wel cola light
15 16
• www.kuleuven.ac.be/studinfo/
Studenten bouwen winnende katapult
Professor Koen Lenaerts benoemd aan Europees Hof van Justitie
lees ook het artikel op pagina 4:
De KULAK groeit
Personeelskrant De Personeelskrant leert u hoe u een muisarm kunt voorkomen en hoe u uw bureaustoel moet verstellen, brengt een bezoek aan Jef Duerinckx en helpt het Facturenbureau met natellen. In de reeks De Collega’s maken we kennis met Patricia Waege. Zie pagina’s 9 tot 12
17 18
Forum Professor Daniel van Steenberghe over democratie aan de universiteit Ad valvas
16 oktober 2003
FORUM
Op deze pagina is ruimte voor uw lezersbrief of opiniestuk, ook in te zenden via www.kuleuven.ac.be/ck/opinie.htm. De inhoud van de hier gepubliceerde stukken is voor rekening van de auteur. De deadlines voor de volgende nummers vindt u onderaan op deze pagina.
Campuskrant
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen
Mensen als draagvlak voor beleid Negen stellingen over de Gebu-discussienota
Redactieadres
Oude Markt 13 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Professor Nicolas Standaert heeft bedenkingen bij de Gebu-discussienota ‘Strategie, Beleid & Organisatie’. Volgens hem is er nood aan een
Redactiesecretariaat
e discussienota Strategie, Beleid & Organisatie K.U.Leuven (Gebudocument, 30 september 2003, versie 8) heeft als basisoptie dat “organisatie het draagvlak voor beleid” is. In tegenstelling tot wat de discussienota laat uitschijnen, is ze bij de invulling hiervan behoudsgezind: de voorstellen bestendigen een situatie die volgens vele analyses in vraag gesteld wordt. De voorgestelde oplossingen gaan uit van een sterk instrumentele en operationele visie op universiteit en maatschappij, en van een nietbewezen a priori stellingname dat een lineaire top-down structuur een betere vorm van bestuur zou zijn. In wezen verankeren ze de K.U.Leuven in een verouderend systeem en garanderen niet de nodige flexibiliteit en ruimte om te antwoorden op de nieuwe uitdagingen die zich aanbieden. Er is bijgevolg nood aan een vernieuwde en dynamische visie op beleid en organisatie die gebaseerd is op een veel ruimere kijk op mens en maatschappij dan deze beleidstekst naar voor brengt. In deze nieuwe visie zijn mensen de belangrijkste bouwstenen van een toekomstgerichte universiteit.
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Losse medewerkers
Annelies Decorte, Gert Gielen, Sven Nevens, Nele Nivelle, Iwein Speelman, Reiner Van Hove, Tim Vuylsteke Vormgeving
Wouter Verbeylen, Rob Stevens Foto’s
Rob Stevens, Liesbeth Bernaerts Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Oplage
17.500 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.
vernieuwde en dynamische visie op beleid en organisatie, die gebaseerd is op een veel ruimere kijk op mens en maatschappij dan deze beleidstekst naar voor brengt. In deze nieuwe visie zijn mensen de belangrijkste bouwstenen van een toekomstgerichte universiteit.
D
Negen stellingen Het volgende nummer verschijnt op 6 november. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres.
Verschijningsdata Campuskrant 2003-2004 AK = met Alumnikrant / PK = met Personeelskrant Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
6 18 december (AK) 10 december
4 6 november (AK) 29 oktober
7 22 januari (AK) 14 januari
5 27 november (PK) 19 november
8 12 februari (PK) 4 februari
Campuskrant is het driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurd naar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummers wil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
1. De uitgangspunten van de discussienota weerspiegelen een uitgesproken economische visie op maatschappij en universiteit en veronderstellen een wereld waarin alles ‘meetbaar’ is. Deze visie is niet fout, maar wel erg instrumenteel en dus beperkt. Bovendien zijn er alternatieve visies. Deze beschouwen de tendens van universiteiten om zich voortdurend naar deze economisch georiënteerde maatschappij te schikken niet als onomkeerbaar. 2. De ‘contractuele band’ tussen de overheid en de academische wereld wordt door de discussienota gebruikt als retorische strategie en de invulling ervan is eenzijdig. De overheid en maatschappij verwachten immers veel meer dan deze louter formele contractuele band. Ze verwachten ook gemeenschappelijke waarden, die in de discussienota nauwelijks behandeld worden. 3. In de discussienota wordt de probleemomschrijving nauwelijks aangegeven. Er bestaat bovendien geen (logische of structurele) band tussen de uitgangspunten en de voorstellen tot beleidsvoering. De probleemomschrijving verantwoordt bijgevolg op onvoldoende wijze een totale hervorming van beleid en organisatie. 4. Eén van de meest opvallende punten in de tekst is dat de twee belangrijkste bestuurlijke problemen die de K.U.Leuven op dit ogenblik kent, verzwegen worden: de verpletterende administratie en een mank lopend personeelsmanagement.
Campuskrant vindt u ook op internet: www.kuleuven.ac.be/ck/
5. De discussienota is in wezen gebaseerd op het geloof dat “organisatie draagvlak is voor beleid”. Voor de invulling hiervan baseert de nota zich op één vorm van beleidscultuur (‘managerial culture’). Hierdoor verankert de K.U.Leuven zich 2 CAMPUSKRAN T 16.10.2003
binnen één universitaire cultuur, terwijl flexibiliteit en innovatie geïnitieerd worden door een samengaan van verschillende beleidsculturen. 6. De organisatorische voorstellen, gebaseerd op het principe van een lijnorganisatie, de herverkaveling van de universiteit in drie hogescholen en de top-down
waarde betekenen. De K.U.Leuven bewijst dat ze met haar huidige systeem, met alle beperkingen, volledig in staat is tot de LERU (League of European Research Universities -red.) te behoren. Goed bestuur bestaat erin dat men eerst de problemen aanpakt die er zijn: administratieve overlast en een mank lopend personeelsbeleid. Aan de academi-
“Goed bestuur bestaat erin dat men eerst de problemen aanpakt die er zijn: administratieve overlast en een mank lopend personeelsbeleid.”
structuur verankeren de K.U. Leuven eveneens in een zuil- en lineaire structuur. Nieuwe structuren zijn te vinden in een ‘web’, dat bestaat uit verbanden en tref/knooppunten. 7. De beleidsnota blijkt uit te gaan van naïeve visies op academisch leiderschap (bv. het geloof dat men door getrapte systemen meer kans heeft op betere bestuurders of dat leiders dwingende autoriteit kunnen uitoefenen). Het zou vruchtbaarder zijn om leiderschap (rector) en management (algemeen beheerder) te herontdekken als twee verschillende maar complementaire en essentiële functies in instellingen van hoger onderwijs. 8. Door een deels foutieve, deels te beperkte invulling van de begrippen transparency en accountability schiet de nota tekort bij de uitwerking van deze beide beleidsprincipes in de voorgestelde bestuursorganisatie. Er is nauwelijks ruimte bedacht voor structuren waarin de basis betrokken wordt bij het nemen van langetermijnbeslissingen, waarin men door debat de kans op actieve instemming verhoogt, of gewoonweg initiatieven van beneden uit laat opkomen. 9. De discussienota gaat uit van een operationele visie op democratie en miskent de rol van een universiteit in de opbouw van een democratie. De universiteit is immers ook een ‘school in democratie’ waarbinnen toekomstige generaties opgeleid worden. Besluit
De voorstellen van de Gebu-discussienota verankeren de K.U.Leuven in een structuur die haar de nodige flexibiliteit voor innovatie en creativiteit riskeert te ontnemen. Men dient zich de vraag te stellen of het verantwoord is overheidsgelden te gebruiken om een radicale bestuursorganisatie door te voeren waarvan voorbeelden in binnen- en buitenland voldoende aangeven dat ze geen wezenlijke meer-
sche overheid wordt gevraagd deze problemen nu op te lossen en ze niet nog twee jaar opzij te schuiven door een toevlucht te zoeken in nieuwe organisatorische veranderingen. Grote organisatorische veranderingen kunnen niet doorgevoerd worden zonder een brede overeenkomst over uitgangspunten die de expliciete goedkeuring van de leden van de academische gemeenschap genieten. Als de uitgangspunten niet gedeeld worden, is het niet wenselijk de hervormingen door te voeren. In de laatste twee jaar van de ambtstermijn dient de huidige rectorale ploeg uit te voeren wat gepland is, en dient ze de volgende rectorale ploeg niet vast te ketenen in een systeem waarin ze zelf nooit gefunctioneerd heeft. De ruimte die aldus ontstaat zal alle academische geledingen in staat stellen, samen met de volgende rectorale ploeg, nieuwe en toekomstgerichte voorstellen te ontwikkelen die gebaseerd zijn op: - een visie waarin mensen, en niet de organisatie, het draagvlak zijn van de universiteit; - een visie waar niet alleen plaats is voor zuilen, lijnen en top-down hiërarchie, maar ook voor creatieve netwerken, gratuite ontmoetingen en initiatieven van onderuit; - een visie waar men om de contractuele band met de overheid na te komen, zich weer wijdt aan het essentiële: onderzoek, onderwijs en dienstverlening, en ook aandacht heeft voor de andere verwachtingen van overheid en samenleving; - een visie waarin een universiteit ook bijdraagt tot de uitbouw van een democratisch en welvarend Vlaanderen binnen Europa. Als deze ruimte geboden wordt, zullen velen met een positieve blik uitkijken naar de toekomst van de universiteit waarvan ze houden. Nicolas Standaert Gewoon hoogleraar Faculteit Letteren, Afdeling Sinologie
Democratie aan onze universiteit “De wetgever heeft de benaming ‘Zelfstandig Academisch Personeel’ gegeven om duidelijk te maken dat hun denken en praxis onafhankelijk moeten zijn van bestuurlijke instructies.” Lees het forumstuk van professor Daniel van Steenberghe op pagina 17
Het zit de K.U.Leuven mee in Kortrijk
De KULAK groeit Tim Vuylsteke
De KULAK: een honderdtal studenten méér dan vorig jaar, en op haar eentje verantwoordelijk voor de groei van het aantal eerstejaarsstudenten aan de K.U.Leuven. Daar moet een woordje uitleg bij. En wie kan beter voor dat woordje zorgen dan campusrector Piet Vanden Abeele?
R
ector Vanden Abeele: “Aan de KULAK studeren dit jaar inderdaad een pak meer studenten dan vorig jaar. Als we het alleen over de generatiestudenten hebben, dan zijn er dat tachtig meer dan in 2002-2003. Voor onze campus is dat een stijging met maar liefst een dikke twintig procent. Het totale aantal studenten stijgt dit jaar met ruim vijftien procent, en bedraagt nu net iets meer dan achthonderd.” “De stijging is het grootst bij de subfaculteiten Geneeskunde en Wetenschappen, maar ook Rechten en Toegepaste Economische Wetenschappen verwelkomen dit jaar een groter aantal studenten. Opvallend binnen de subfaculteit Geneeskunde is overigens dat het grotere aantal
“De wind zit mee, maar we hebben ook leren zeilen”
inschrijvingen voor de studierichting Arts niet ten koste gaat van de opstaprichting Biomedische Wetenschappen, waar het aantal studenten stabiel blijft.” De redenen
“De wind zit mee, maar we hebben ook leren zeilen. Zo kan je de oorzaken voor het huidige succes het best samenvatten. De wind zit vooral mee bij geneeskunde en wetenschappen, want bij die richtingen stijgt het aantal inschrijvingen in alle universiteiten. Bij geneeskunde heeft dat onder meer te maken met de versoepelde criteria voor de toela-
Geciteerd
Geciteerd
NIEUWS
Vlaams minister-president Bart Somers (VLD) vindt dat de zes universiteiten in Vlaanderen hun krachten moeten bundelen. Hij zegt zelfs dat ze - naar Antwerps voorbeeld - moeten fuseren tot één grote Vlaamse universiteit van topniveau, met campussen in de verschillende studentensteden. “In de Verenigde Staten is er één goede universiteit voor zes miljoen inwoners. Wij tellen zes universiteiten, voor elk miljoen inwoners één”, zegt Somers die zijn idee lanceerde op de plechtige opening van het academisch jaar in Antwerpen. Het Nieuwsblad, 3.10.2003
Taalfouten worden norm
De voorlopige aantallen - Campus Kortrijk Faculteit
‘02-’03
‘03-’04
verschil
Rechten
201
224
+
11.4%
TEW
112
152
+
35.7%
Wijsbegeerte
1
0
-
100.0%
Letteren
182
171
-
6.0%
Geneeskunde
144
169
+
17.4%
Wetenschappen
79
100
+
26.6%
Totaal
719
816
+
13.5%
tingsproef, maar dan nog is die stijging bij ons procentueel groter dan bijvoorbeeld in Leuven.” “Met dat ‘leren zeilen’ bedoel ik dat het succes misschien ook te danken is aan de eigen inspanningen van de Kulak om in te spelen op de kansen die geboden worden en om nieuwe kansen te scheppen. Zo hebben wij ons aanbod verruimd met een tweetal nieuwe ‘opstaprichtingen’. Studenten die geslaagd zijn in de eerste kandidatuur van zo’n opstaprichting kunnen in hun tweede jaar overstappen naar een ‘grotere richting’. Zo bieden we sinds dit jaar de optie Technische Natuurkunde aan, die naast de normale doorstroming naar het verdere curriculum Natuurkunde, ook een opstap geeft naar een brugprogramma voor de studie Burgerlijk Ingenieur. En in de TEW-faculteit kunnen eerstekanners nu de richting Toegepaste Economie - optie Handelsingenieur volgen, die naast een verdere studie in TEW ook toegang geeft tot een brugprogramma Handelsingenieur. En vanaf volgend jaar komt daar normaal gezien ook Onderwijskunde bij, wat naast de eigen curriculum-
“Op tv zie je steeds meer live-interviews waarin politici of personaliteiten spontane vragen wordt gesteld. Omdat ze moeten improviseren, antwoorden ze wat slordig en maken ze meer taalfouten. Na een tijd gaat iedereen ervan uit dat het om correct taalgebruik gaat omdat niemand hen nog verbetert of er zich over opwindt. Taal veranderde op die manier vroeger ook al, door de media gaat het nu sneller”, zegt de Leuvense professor Joop Van der Horst (Faculteit Letteren, Departement Linguïstiek red.). “Van Kortrijk tot Groningen zegt men nu al ‘groter als’ in plaats van ‘groter dan’. ‘Groter als’ is fout omdat het in de 17de en 18de eeuw rond Rotterdam de regel was ‘groter dan’ te zeggen. Als het machtscentrum toen in Antwerpen had gelegen, was de regel waarschijnlijk ‘groter als’ geworden”, legt Van der Horst, historisch taalkundige, uit. Erg vindt hij de wijzigingen niet. Die zijn er altijd geweest. Net zoals het verzet ertegen. “Toen Vondel in de 17de eeuw schreef ‘ik luste dat niet’ werd dat tot in de 18de eeuw als een ‘plat’ taaltje beschouwd. ‘Mij luste dat niet’ was de norm. Zo zeggen Nederlanders nog altijd ‘mij staat die bril niet’ terwijl Vlamingen zeggen ‘ik sta niet met die bril’. Nederlanders vinden dat een dolkomische uitdrukking.” Professor Van der Horst verzet zich persoonlijk zoals velen tegen taalwijzigingen. “Elke generatie doet dat. Maar we hebben nu eenmaal niet het eeuwige leven, dus we halen altijd bakzeil. Je moet er dus niet freakerig over blijven doen”, zegt hij. Het kan dus best dat binnen tien jaar ‘het kost duur’ als algemeen aanvaard Nederlands wordt beschouwd. Voorlopig is het nog ‘het is duur’ of ‘het kost veel’. “Ach, als het maar duidelijk is. Boon schreef ook in het Aalsters Nederlands met daarin veel ‘taalfouten’, maar elk van zijn zinnen was wel raak. Daar gaat het om.”
opbouw ook bruggen naar Psychologie of Pedagogische Wetenschappen kan bieden.” “Overigens zal wellicht ook de duidelijke positionering van ons ‘handelsmerk’, de ‘persoonlijke campus’ met naadloze aansluiting op de universiteit, haar aandeel hebben in het rekruteringssucces.” De toekomst
“Dat de KULAK meer is dan een lokale universiteit, blijkt uit het feit dat ze nu ook veelvuldig rekruteert in het noorden van West-Vlaanderen en in Oost-Vlaanderen. Zonder onze band met de omliggende regio uit het oog te verliezen, willen wij onze campus verder steeds meer profileren als een uitmuntende undergraduate campus, als bachelorcampus. Op termijn moet de K.U.Leuven, wil ze tot de wereldtop behoren, zich nog veel meer gaan toespitsen op haar masteropleidingen, en voor de instroom niet alleen rekenen op de eigen bacheloropleidingen, maar ook rekruteren uit de hogescholen en, vanzelfsprekend, de KULAK.”
Opening academiejaar KULAK
Het Laatste Nieuws, 6.10.2003
Fjord Genk
“De ontslagen bij Ford Genk bewijzen dat het poldermodel zijn tijd heeft gehad. Bij het poldermodel zet de economie alles op prijscompetitiviteit. We moeten naar het fjordenmodel waarbij we, naar het voorbeeld van Finland, nieuwe kennisintensieve industrieën en diensten ontwikkelen om te concurreren op kwaliteit.” Professor Leo Sleuwagen, Faculteit ETEW De Financieel Economische Tijd, 10.10.2003
Vaticaan en condooms foto: Patrick Holderbeke
Op 24 september werd het academiejaar aan de KULAK plechtig geopend. De academische zitting stond in het teken van ‘Verscheidenheid maakt het verschil’. Professor MarieClaire Foblets sprak over de juridische uitdagingen veroorzaakt door de aanwezigheid van nieuwe culturen in onze samenleving. Anna Sarkisian, vluchtelinge uit Georgië, getuigde over haar wedervaren, en Martine Aubry, burgemeester van Rijsel, sprak over de verhouding tussen Kortrijk en haar stad. Rector Oosterlinck verklaarde vervolgens het academiejaar voor geopend.
Somers wil één Vlaamse universiteit
“Het Vaticaan is (...) altijd tegen condooms geweest omdat het zich kant tegen de vrije seksuele beleving. Het is geen kwestie van het niet met condooms te doen, je moet het gewoon beter niet doen.” Professor Rik Torfs, Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht De Morgen, 10.10.2003
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
3
NIEUWS KORT
(Bijna) Nobelprijswinnaar in Leuven
Onderzoek Allochtone jongeren willen stemrecht
Stof schaadt ook hart en bloedvaten Dieselpartikels en fijn stof die in de longen terechtkomen, richten ook buiten de longen schade aan, met name in het hart en de bloedvaten. Die schade kan leiden tot een verhoogde tromboseneiging. Dat is voor het eerst aangetoond door internationaal en Belgisch onderzoek, uitgevoerd aan de K.U.Leuven en het Vito. Fijn stof is een verzamelnaam voor luchtverontreinigende partikeltjes die klein genoeg zijn om tot diep in de longen door te dringen. De partikels bevatten veel chemische en biologische componenten. Men ging er altijd van uit dat het membraan tussen lucht en bloed ondoordringbaar was voor stofdeeltjes. Toch kunnen ultrafijne deeltjes ontsnappen aan de verdedigingsmechanismen. Een gedeelte komt zo in de bloedstroom terecht.
foto: ingezonden
Zevenentachtig procent van de allochtone jongeren van zestien tot negentien jaar vindt stemrecht belangrijk. Dat blijkt uit onderzoek van professor Norbert Vanbeselaere (Laboratorium voor Experimentele Sociale Psychologie). De jongeren vinden stemrecht belangrijk om sociale en praktische redenen. De helft van hen hoopt dat ze door stemrecht meer inspraak zullen krijgen in de Belgische samenleving. Ze denken dat ze door stemrecht het gevoel zullen krijgen er echt bij te horen en dat het zal helpen om een betere maatschappelijke positie te krijgen. 84 procent van de jongeren wil integreren en meedraaien in de Belgische samenleving, 59 procent staat positief tegenover naturalisatie. De angst om zich te laten naturaliseren berust overigens vaak op foute informatie. Een kwart van de jongeren is er ten onrechte van overtuigd dat wie Belg wordt de Marokkaanse nationaliteit verliest.
Enkele dagen voor hij de Nobelprijs voor Natuurkunde toegekend kreeg, bracht professor Alexei Abrikosov een bezoek aan zijn Leuvense collega professor Victor Moschalkov (Afdeling Vaste Stof-fysica en Magnetisme). Professor Abrikosov werd gelauwerd voor zijn werk rond supergeleiding en superfluïditeit, waarrond ook hier toonaangevend onderzoek verricht wordt.
Officiële opening nieuwe studentenresidenties Etna en Vesuvius
Twee nieuwe vulkanen op Arenberg Tim Vuylsteke
Sinds het begin van het academiejaar wordt de skyline van het Arenbergdomein in Heverlee gekleurd door twee nieuwe pronkstukken, de Etna en de Vesuvius. Geen vulkanen, nee, maar wel de twee nieuwe studentenresidenties van de K.U.Leuven, die bovendien vandaag - 16 oktober - officieel worden geopend. Algemeen beheerder professor Vic Goedseels licht toe.
G
oedseels: “Toen de universitaire overheid in 2002 besliste het terrein van de studentenresidentie Terbank te verkopen aan Imec - als wereldvermaard onderzoekscentrum van levensbelang voor de K.U.Leuven - wilden we de Leuvense kamermarkt zo weinig mogelijk schade berokkenen. De Technische Diensten kregen de opdracht in één jaar tijd voor 160 nieuwe studentenkamers te zorgen in de Arenbergwoonwijk. Ze kon-
den daarvoor rekenen op een budget van vijf miljoen euro. Dankzij hun uitzonderlijke inzet en motivatie werden zowel de budgetrestricties als de deadline, namelijk de start van het nieuwe academiejaar, gehaald.” “Dat er zo snel gewerkt is, betekent echter niet dat we het aspect kwaliteit uit het oog zijn verloren. Zo werd gezorgd voor energiezuinige stookketels, en werden de gebouwen extra geïsoleerd. Verder werd onder meer voor de keukens en de
douchecellen gebruik gemaakt van duurzame materialen met minder onderhoud en een langere levensduur. Tot slot werd bij één van de nieuwe woonblokken een gemeenschapsruimte voorzien, om het contact tussen de bewoners van dit deel van de site te bevorderen, én ligt er een verharde binnenkoer tussen de woonblokken die moet uitnodigen tot gemeenschappelijke activiteiten.”
Mercatortelescoop ingehuldigd
Lees het artikel en ander onderzoeksfoto: Rob Stevens
nieuws op pagina’s 6 en 7
Ben je personeelslid of student van de K.U.Leuven of UZ Leuven? Abonneer je nu op het
Erratum Campuskrant was te gul. In het vorige nummer werd in de Studentensoap gesteld dat Evelien geslaagd was met grootste onderscheiding. Dat had grote onderscheiding moeten zijn. Volgend jaar beter, Evelien!
Elektronisch Persoverzicht
4 CAMPUSKRAN T 16.10.2003
en verneem alles over de K.U.Leuven in de Vlaamse pers Surf naar www.kuleuven.ac.be/persoverzicht/
NIEUWS KORT
Varia Meer geld De regering heeft beslist de universiteiten een “eenmalige impulsfinanciering” toe te kennen voor de aankoop van onderzoeksapparatuur. Het gaat om een bedrag van 25 miljoen euro waarvan 45 procent naar de K.U.Leuven gaat, ruim 30 procent naar de UGent, ruim 11 procent naar de VUB, bijna 11 procent naar de UA, en 2 procent naar het LUC. De verdeelsleutel houdt onder meer rekening met wetenschappelijke prestatiecriteria.
Minder geld In plaats van de 22,9 miljoen euro die in het financieringsdecreet was bepaald, krijgen de universiteiten volgend jaar maar 19,7 miljoen euro. Ook het bijzonder onderzoeksfonds moet inleveren en
VOOR
De sector van het wetenschappelijk onderzoek krijgt op jaarbasis 30 miljoen euro meer. Dat is het gevolg van een fiscale maatregel waarbij universiteiten, hogescholen en wetenschappelijke fondsen worden vrijgesteld voor de helft van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van assistent-onderzoekers of postdoctorale onderzoekers.
TEGEN
“I
Studenten Fopspenen tegen nachtlawaai De stad Leuven heeft de campagne ‘Zeg neen tegen nachtlawaai’ gelanceerd en verspreidt bierviltjes, affiches en snoep-
Meer studenten- en onderwijsnieuws vindt u op pagina’s 13 tot 15
Reacties op deze rubriek kunt u ons toesturen via www.kuleuven.ac.be/ck/reactie.htm
Het wordt stilaan een traditie: rectoren die tijdens hun openingstoespraken revolutionaire hervormingsvoorstellen doen. Zo liet de Gentse rector De Leenheer weten elke student te willen verplichten minstens drie maanden in het buitenland te gaan studeren. Wat vinden ze van dat idee op ónze universiteit? Professor Luc Delbeke, directeur Internationale Relaties, versus Jeroen Vandromme, studentenvertegenwoordiger op de Academische Raad.
Tim Vuylsteke Professor Luc Delbeke Directeur Internationale Relaties K.U.Leuven
“Verplichting in eerste instantie voor docenten, dan pas voor studenten” n het kader van de internationalisering is studentenmobiliteit zeker een goede zaak. Vooral voor de student zelf heeft een uitwisseling tal van voordelen, zowel op persoonlijk vlak als voor zijn opleiding. Niemand zal ontkennen dat een langdurig verblijf in het buitenland een persoonlijke verrijking vormt: tijdens zo’n verblijf maak je niet alleen het dagelijkse leven in dat andere land mee, door het feit dat je aan een universiteit studeert, kom je ook in contact met het beste wat de cultuur van dat land te bieden heeft. Bovendien is een universiteit een tolerant milieu: je komt er in aanraking met een grote diversiteit aan opinies, en dat kan met het oog op het latere professionele leven alleen maar positief zijn. Trouwens, is de studententijd niet de ideale periode voor zo’n buitenlands verblijf? Nadien zullen er niet veel zijn die daartoe nog een kans krijgen.” “Ook voor de opleiding van de student kan een verblijf in het buitenland een meerwaarde betekenen. Een universitaire opleiding is immers per definitie een onderzoeksgebaseerde opleiding, en het eigen departement kan nooit op alle vlakken van het vakgebied een gevorderde expertise voorleggen. Daarom kan het zeer handig zijn voor een paar vakken of voor het maken van een werkstuk naar het buitenland te trekken. Op dit moment worden veel Erasmusbestemmingen echter niet gekozen in functie van de opleiding. Spanje is bijvoorbeeld een zeer populaire
fopspenen. Bedoeling is dat studenten die laatste op het ogenblik dat ze de neiging voelen veel lawaai te maken in hun mond stoppen. De politie heeft zich de voorbije jaren op de Tiensestraat geconcentreerd. De hinder door te luide muziek in de cafés is na overleg met de uitbaters sterk afgenomen, maar de overlast op straat blijft, ondanks de stewards die de fakbars zelf inzetten. De overlast betreft overigens niet alleen lawaaihinder, maar ook vandalisme. De politie heeft inmiddels beslist het aantal nachtelijke patrouilles te voet in deze buurt te verhogen. Nieuw sinds het begin van dit academiejaar is dat de politie ook klachten over lawaaihinder krijgt van de studenten zelf.
Een bewakingsagent van Groep 4 heeft klappen gekregen toen hij samen met een collega twee inbrekers betrapte bij een inbraak in een auditorium van de K.U.Leuven aan de Celestijnenlaan. De inbrekers trachtten een videoprojector te stelen. Bij de achtervolging kreeg een van de agenten een slag in de ribben. Beide daders zijn spoorloos.
Meer geld (bis)
Studenten verplicht naar buitenland? VOOR
Inbrekers
de vrije universiteiten krijgen ruim 3 miljoen euro minder voor hun loonkosten dan eerder bepaald werd. In totaal zou het om een besparing van ongeveer 12 miljoen euro gaan. Volgens het kabinet gaat het eigenlijk niet om een echte besparing. “We hadden een groeipad uitgetekend en de fase voor 2004 zal nu pas in 2005 gehaald worden. Het gaat dus om een vertraging van de groei.”
Jeroen Vandromme Studentenvertegenwoordiger Academische Raad
bestemming, maar het is niet voor alle richtingen de ‘beste’ keuze.” “Ten slotte kan een buitenlands verblijf ook voor de opleiding zelf, voor de docenten, een voordeel opleveren. De feedback die een student meebrengt van een partneruniversiteit kan interessante vergelijkingspunten bieden voor de docent.” “Een buitenlands verblijf biedt dus zeer veel voordelen. Op zich is er dan ook niets tegen om zo’n verblijf verplicht te maken, al moet er eerst toch nog wat werk verricht worden. Ik zou de verplichting in eerste instantie dan ook tot de docenten richten. Zij moeten in hun studieprogramma’s de mogelijkheid voorzien om enkele maanden aan een, voor de opleiding interessante, buitenlandse universiteit te studeren. Nu wordt alles nog te veel aan de student overgelaten. Een uitwisseling moet interessant zijn voor zowel student als docent, dan pas kunnen we zoiets verplicht maken.”
foto: Rob Stevens
“Niet iedereen wil of kan naar het buitenland”
“A
llereerst wil ik benadrukken dat Sociale Raad en Kringraad uiteraard niet gekant zijn tegen internationalisering en studentenmobiliteit. Buitenlandse studieverblijven leveren studenten vanzelfsprekend tal van voordelen op, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak. Maar als we het hebben over het verplicht maken van zo’n buitenlands verblijf voor elke student, dan zijn er toch wat bedenkingen te maken.” “Ten eerste is er de financiële component. Er zijn veel meer studenten die een uitwisseling niet kunnen betalen dan er zijn die dat wel kunnen. Op die manier worden de rijksten, wordt de elite bevoordeeld, en dat willen we natuurlijk absoluut vermijden. Er bestaat wel een beurzensysteem, maar zelfs mét een studiebeurs blijft een Erasmusuitstap een dure onderneming. Het enige wat echt eerlijk zou zijn, is het verblijf van élke student te financieren,
TEGEN
maar dat is volgens ons onmogelijk. Zoveel geld zal nooit vrijgemaakt kunnen worden. Daarom denken we dat het op korte termijn beter zou zijn geld te investeren in het bestaande systeem, en dat te optimaliseren.” “Ten tweede is er het aspect van de keuzevrijheid. Een tijdje in het buitenland verblijven is een grote stap die uiteindelijk maar relatief weinig studenten willen of durven zetten. Er zijn nu eenmaal heel wat studenten die het helemaal niet zien zitten om zo ver van huis te gaan studeren. Een verplichting zoals de Gentse rector voorstelt zou dan ook niet fair zijn tegenover hen. We kunnen beter wachten op een geleidelijke omschakeling in de mentaliteit van de studenten, die een buitenlands studieverblijf evidenter moet maken dan nu het geval is. Trouwens, onze rector zegt altijd dat de K.U.Leuven een topuniversiteit moet worden. Wel, dan hoef je toch niet per se andere oorden op te zoeken? Ik bedoel: natuurlijk vormt een Erasmusavontuur een enorme persoonlijke verrijking, maar studenten die niet naar het buitenland trekken, zijn toch niet minderwaardig?” “Ten slotte is er ook nog een praktische overweging: straks duren onze bacheloropleidingen drie jaar, en het is niet wenselijk tijdens het laatste jaar van je opleiding of deelopleiding naar het buitenland te trekken. Dat zal als gevolg hebben dat heel wat studenten het buitenlandse studieverblijf in het tweede jaar van hun opleiding zullen plaatsen, vooral dan de studenten die enkel een bacheloropleiding volgen, en geen master. Er zullen dus enorm weinig tweedejaarsstudenten in Leuven zijn, wat een groot probleem zou betekenen voor de kringwerking en de studentenbeweging. Dat probleem is natuurlijk niet onoverkomelijk, maar het mag ook niet genegeerd worden. Daarom: laat ons eerst het bestaande systeem optimaliseren, en dan zien we wel verder.”
foto: Rob Stevens
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
5
NIEUWS / ONDERZOEK
Suske en Wiske ontleed
De Academische Analyse Karla Venken
H
et mag inderdaad vreemd heten. Ondanks de populariteit en het commerciële succes van de Vlaamse strip is er nauwelijks academische belangstelling voor het beeldverhaal, terwijl film of televisie wél volop wetenschappelijke aandacht krijgen en in universitaire studieprogramma’s aan bod komen. In het kunstonderwijs kan je terecht voor een opleiding tot pakweg kinderboekenillustrator of animatiefilmer, maar het beeldverhaal wordt enkel in Hogeschool Sint-Lukas Brussel aangeboden, als keuzerichting in de meestercyclus van de opleiding Grafische en Reclamevormgeving - Pascal Lefèvre stond vijf jaar geleden overigens mee aan de wieg van die richting en doceert er stripgeschiedenis en stripanalyse. Van het nieuwe hogeschooldecreet en de bamahervormingen verwacht Lefèvre niet meteen veel striponderwijsheil. Het Vlaamse cultuurbeleid is al even schoorvoetend in zijn erkenning van het stripmedium. Het enige concrete overheidsinitiatief tot dusver, is de oprichting van een werkgroep beeldverhaal in het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL). Lefèvre maakt deel uit van die werkgroep. “Behalve onder meer werkbeurzen voor stripauteurs en subsidies voor striptijdschriften, wil het VFL productiesubsidies toekennen aan stripuitgevers om ook ‘moeilijkere’ albums op de markt te brengen - het is een teken aan de wand
dat zelfs in het zeer commerciële genre als de familiestrip de afgelopen twintig jaar geen nieuwe reeksen zijn verschenen, tenzij dan rond BV’s of een televisieserie...” “Straks verschijnt bij uitgeverij Oogachtend een eerste graphic novel met steun van het VFL, het geheel geschilderde Steenstof van Gerolf Van de Perre. Het kan het begin zijn van een traditie om de ontwikkeling van de volwassen strip te stimuleren, zoals dat bijvoorbeeld in Frankrijk al langer én met succes gebeurt.” Heksenjacht
Communicatiewetenschapper Lefèvre (40) publiceert al ruim vijftien jaar over strips en maakt deel uit van de redactieraad van The International Journal of Comic Art, het enige academische tijdschrift over strips wereldwijd. In 1997 vond hij het tijd voor een synthese, en begon aan een ambitieus doctoraat: het ontwerp van een algemeen-theoretisch kader om vorm en stijl van strips te beschrijven, wat tot dusver zo goed als ontbrak - ook internationaal staat het striponderzoek immers nog in de kinderschoenen. Hij bracht de vormelijke aspecten van het stripmedium systematisch in kaart: tekening, tekst, plaatindeling en vertelling. Toetssteen werden de 71 verhalen van Suske en Wiske die tussen 1945 en 1971 in de krant verschenen en waar Willy Vandersteen zelf de hand
foto: Rob Stevens
Promotor Gust De Meyer noemde hem, met een Wiske-knipoog, De Dappere Doctorandus. Pascal Lefèvre behaalde begin deze maand immers als eerste in het Nederlandse taalgebied een doctoraatstitel met een studie over strips.
in had - de reeks werd vanaf 1972 overgenomen door Paul Geerts. Lefèvre: “Voor het theoretische luik heb ik me vooral op strip-, film- en literatuurtheorieën gebaseerd, maar me onder meer ook verdiept in waarnemingspsychologie en kunstfilosofie en theorie. Het heeft me zwaar verbaasd dat er in de kunstgeschiedenis amper theorie omtrent tekeningen tot ontwikkeling is gekomen: die worden veelal beschouwd als een stadium in de creatie van een schilderij. Hoe zinvol of interessant een inhoudelijke analyse ook is, met zijn unieke combinatie van tekeningen en tekst kan je niet om de vorm van een strip heen. Allicht is elke verfilming van een Kuifje-album gedoemd de fans teleur te stellen, omdat geen enkele acteur is in staat op te roepen wat die enkele schematische bolletjes en lijntjes tot het toch zo karakteristieke hoofd van Kuifje maken... “ “De keuze voor Suske en Wiske lag eigenlijk voor de hand: het is al ruim vijf decennia de populairste strip in Vlaanderen. Hoewel de beeldtaal en fantasierijke verhalen van Vandersteen van bij het begin een breed publiek aanspraken, haalde de culturele elite er vaak zijn neus voor op. Ik vind dat de uitvindingen die Vandersteen ten tonele voerde in
zijn strips de verbeelding van de lezer meer stimuleren dan de creaties van Panamarenko.” “Vroegere analyses van Suske en Wiske, de meeste van na 1968, zijn zeer ideologisch gekleurd en hadden veel van een heksenjacht waar Vandersteen als rechtse rakker, seksist en racist uitkwam. Het is bijzonder jammer dat de herwaardering voor het werk van Vandersteen er pas na zijn dood is gekomen. Want zijn aparte cocktail van humoristische familiestrip, spannende
’De uitvindingen die Vandersteen ten tonele voerde in zijn strips stimuleren volgens mij de verbeelding van de lezer meer dan de creaties van Panamarenko’
avonturen, licht sarcastische commentaren op de actualiteit, herkenbaarheid en zelfrelativering, heeft onmiskenbaar zijn stempel gedrukt op de Vlaamse familiestrip.” • The International Journal of Comic Art: www.comicsresearch.org/ijoca/
De dagelijkse publicatie van twee stroken in de krant heeft mee de vorm van Suske en Wiske bepaald. Het dwingende formaat liet geen wijdlopende vertellingen toe, wat de verhalen helder en meestal chronologisch maakte. De druktechnieken van toen beperkten de mogelijkheden inzake tekenstijl. Door de dagelijkse verschijning kon Vandersteen anderzijds wel inspelen op de actualiteit.
Appeltje schillen op Open Bedrijvendag Op 5 oktober nam ook de Afdeling PMA - Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering - van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen deel aan de Open Bedrijvendag. Tal van opstellingen overtuigden de bezoekers van de boeiende mogelijkheden die de mechatronica oplevert. ‘Chirurgie op afstand’, zoals op de foto foto: Rob Stevens
geïllustreerd wordt met een appel, was slechts één van de vele smaakmakers.
6 CAMPUSKRAN T 16.10.2003
NIEUWS
Expo toont moeilijkheden van kinderen in verkeer
Oversteken moet je leren Gert Gielen
P
brengen is het verband tussen snelheid en remafstand. Bij een hogere snelheid duurt het remmen niet alleen langer, de afstand die afgelegd wordt voordat we zelfs maar beginnen te remmen bij een plotse hindernis zoals een overlopend kind, in de zogenaamde schrikseconde, is ook veel hoger. Een snelheidsverschil van 10 km per uur kan het verschil betekenen tussen kunnen stoppen en een botsing tegen 47 km per uur. En bij 50 km per uur is een aanrijding voor een kind in de helft van de gevallen dodelijk.” Het is dus niet helemaal onterecht dat er vooral over snelheid gesproken wordt als men het heeft over verkeersveiligheid.
auwels: “Mijn onderzoek richt zich op wat we motorisch leren noemen, de manier waarop mensen leren motorisch te reageren op bepaalde informatie. In verkeerssituaties is de vaardigheid waarmee weggebruikers reageren op situaties een bepalende factor, naast de kwaliteit van de voertuigen en de infrastructuur. De Vlaamse Regering heeft zich tot doel gesteld het aantal verkeersdoden tegen 2005 met een derde en tegen 2010 met de helft te verminderen. Om dat te halen, zal op die drie factoren moeten worden ingewerkt.” “Met de tentoonstelling willen we vooral aan volwassenen duidelijk maken hoe moeilijk verkeerssituaties kunnen zijn voor kinderen. Motorisch leren gebeurt altijd contextueel, in heel specifieke situaties. Bij andere vormen van motorisch leren kan de omgeving aangepast worden om de drempel te verlagen, kinderen leren bijvoorbeeld tennissen met kleinere rackets en zwemmen in een ondiep bad. In het verkeer moeten ze het echter meteen even goed doen als volwassenen, er bestaan geen aparte fietspaden en wegen voor hen.” “Een verkeerssituatie is bovendien een heel open situatie. Terwijl je bij turnen of atletiek te maken hebt met een gesloten situatie - je weet dat er niet plots iemand tegen je aan zal lopen terwijl je aanloopt voor een sprong - kan in het verkeer net als bij een balsport de context van het ene op het ander moment volledig veranderen.” “Uit mijn eigen experimenten met kinderen blijkt bijvoorbeeld dat oversteken een bijzonder moeilijke taak is, te vergelijken met een inhaalmanoeuvre voor een volwassene. Om in te schatten wanneer een auto ons zal bereiken, baseren we ons op de snelheid waarmee het beeld van de auto vergroot op ons netvlies. Dat is een complexe berekening die kinderen alleen aanleren in reële verkeerssituaties. Daar komt nog bij dat je vaak rekening moet houden met andere factoren, bijvoorbeeld als je oversteekt tussen geparkeerde auto’s die eventueel kunnen vertrekken. In het verleden hebben we daar een groot project rond opgezet, onder de titel ‘Oversteken moet je leren’. Een van de opstellingen op de tentoonstelling, waarbij de bezoeker moet inschatten wanneer de op een scherm geprojecteerde auto’s hem zullen bereiken, probeert die boodschap over te brengen aan volwassenen.”
foto: ingezonden
Sinds juli toert de ‘VerkeersACADEMIE’ door Vlaanderen. Vanaf 18 oktober strijkt ze voor drie maanden neer in de Museumzaal van de K.U.Leuven. In opdracht van de Vlaamse Regering maakte Technopolis een tiental interactieve opstellingen die volwassenen duidelijk moeten maken hoe gevaarlijk en complex verkeerssituaties kunnen zijn voor jonge zwakke weggebruikers. Professor Jan Pauwels van het Departement Kinesiologie werkt al twintig jaar rond verkeersveiligheid en -opvoeding en gaf inhoudelijk advies bij de uitwerking van de tentoonstelling. We weten het wel, maar verkeersgedrag blijkt bijzonder moeilijk te veranderen. Pauwels: “We leven ook in een maatschappij waar snelheid cruciaal is, in het hele economische proces gaat het erom alles zo snel mogelijk te doen. In het verkeer en in het algemeen bij motorisch gedrag gaat hogere snelheid echter altijd samen met een lagere nauwkeurigheid. Als je trager rijdt, heb je meer tijd om informatie op te pikken en te verwerken en dus meer tijd om te reageren met een gecoördineerde beweging.” “Wat wij doen is verkeersopvoeding, maar het is duidelijk dat dat niet volstaat, er is ook handhaving nodig. De onbemande camera’s langs de Leuvense ring wer-
Mercatortelescoop ingehuldigd
Na Naamsestraat, La Palma Gert Gielen
Vorige vrijdag werd op het Canarische eiland La Palma de Mercator-telescoop van het Instituut voor Sterrenkunde officieel ingehuldigd. De telescoop is intussen twee jaar operationeel, maar het oorspronkelijke idee voor een eigen telescoop dateert al van de jaren ’80 van de vorige eeuw, zegt professor Christoffel Waelkens.
W
aelkens: “Toen ik hier eind jaren ’70 begon, waren er naast het theoretische onderzoek eigenlijk geen observatieprojecten meer. Omdat we dat toch belangrijk vonden, voor ons onderzoek maar ook om onze studenten de kans te geven zelf sterren te observeren, kreeg ik de opdracht voor observatietijd te zorgen bij diverse telescopen. Dat lukte ook, vooral in Chili, maar omdat ons specifieke onderzoeksdomein, namelijk pulserende sterren, observaties vereist over een lange tijdsperiode, groeide stilaan het idee om een eigen telescoop te bouwen op het noordelijk halfrond.” “We beschikten toen over de spiegel van een telescoop die in de jaren ’50 op het Premonstreitscollege in de Naamsestraat was geplaatst. Het was natuurlijk vrij naïef om die telescoop in ons klimaat en midden in een stad te plaatsen, maar de spiegel leek ons nog goed bruikbaar. We hebben dan
een project ingediend en dat later bijgesteld omdat we een grotere spiegel wilden. De spiegel waar het eigenlijk allemaal om begonnen was, ligt hier nog altijd in de gang. (lacht)” Wat volgde was een administratieve lijdensweg, want om in de internationale samenwerkingsakkoorden rond de observatiesites op La Palma te stappen, was de goedkeuring nodig van niet alleen de Vlaamse en federale regering, maar ook die van alle gemeenschappen. Het project werd doorgeschoven van het ene bureau naar het andere, tot in 2001 de akkoorden uiteindelijk ondertekend konden worden. Intussen was de bouw van het observatorium al begonnen, zodat de telescoop in mei 2001 in gebruik kon worden genomen. Duur
In vergelijking met recente reuzentelescopen is de Mercator-telescoop met een dia-
De tentoonstelling wil volwassenen niet enkel bewust maken van de positie van jonge weggebruikers, bezoekers worden ook gewezen op de gevolgen van hun eigen rijgedrag. Pauwels: “Eén concept dat nog altijd moeilijk blijkt om over te
foto: ingezonden
Schrikseconde
Jan Pauwels: “Kinderen leren tennissen met kleinere rackets en zwemmen in een ondiep bad. Maar in het verkeer moeten ze het meteen even goed doen als volwassenen, er bestaan geen aparte fietspaden en wegen voor hen.”
ken, mensen rijden trager omdat ze bestraft kunnen worden. Als er bij het voetbal geen kaarten uitgedeeld worden, en er staat geld op het spel, schoppen de spelers elkaars benen ook kapot.” • Verkeersacademie, van 18 okt. tot 25 jan., Museumzaal, Universiteitshal, Naamsestraat 22, www.verkeersacademie.be
meter van 1,2 meter vrij bescheiden. Toch was het voor Instituut voor Sterrenkunde van belang om een ‘eigen’ telescoop te hebben. Waelkens: “Eén van onze belangrijkste onderzoeksdomeinen is pulserende sterren, dus sterren die om een of andere reden trillen. Om dat gedrag te bestuderen, heb je meestal een reeks observaties nodig over een langere periode. De tendens in de sterrenkunde is dat er steeds grotere telescopen en duurdere satellieten gebouwd worden, waarmee steeds verder kan worden gekeken. Uiteraard werken wij ook mee aan dergelijke projecten, maar we specialiseren ons in onderzoek waarbij het tijdselement belangrijk is en het niet altijd nodig is de allerkrachtigste telescoop te gebruiken.” “Dit project heeft alles samen 2,5 miljoen euro gekost. Dat lijkt een groot bedrag, maar het komt overeen met de afschrijfkost van slechts vijftig observatiedagen bij een van de vier achtmetertelescopen van de Europese sterrenwacht in Chili.” “Wat er zo interessant is aan de trillingen van sterren? We noemen dit domein asteroseismologie, naar analogie met de seismologie van de aarde. Zoals we onze kennis over het binnenste van de aarde vooral halen uit de studie van aardbevingen, kunnen we door trillingen van sterren heel wat leren over hun structuur en onrechtstreeks over hun evolutie. Daarnaast kan verandering ook veroorzaakt worden door de invloed van andere sterren - in het geval van zogenaamde meervoudige sterren - of door explosieve fenomenen zoals supernova’s. De Mercator-telescoop stelt ons in staat om sterren gedurende lange tijd nauwkeurig te volgen, maar ook om flexibel te reageren op onverwachte gebeurtenissen. En mijn ervaring leert me dat de interessantste ontdekkingen in de astronomie meestal tot stand komen door open te staan voor het onverwachte.” • www.ster.kuleuven.ac.be • www.mercator.iac.es
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
7
MA ATSCHAPPIJ
Debatreeks ‘Development & Cultures’ - Luc Huyse over de Belgische genocidewet en de strijd tegen straffeloosheid
“We hebben getracht als klein land groot te zijn. Daar is niets mis mee” Wouter Verbeylen
Op 7 oktober startte een nieuwe jaargang van de tweewekelijkse debatreeks Development & Cultures. Eerste spreker was professor emeritus Luc Huyse. Die stelt momenteel zijn kennis van collaboratie en repressie in België ten dienste van internationale organisaties die werkzaam zijn in landen met een problematisch verleden. Campuskrant had vooraf een gesprek met hem. Huyse: “Met de genocidewet hebben we getracht als klein land groot te zijn. Daar is niets mis mee. In de strijd tegen de straffeloosheid is ons dat niet gelukt. Maar er zijn nog tal van andere domeinen
“Wij hebben in België in de loop der jaren een knowhow ontwikkeld, soms veel te smalend ‘compromisdemocratie’ genoemd, waarvan bepaalde aspecten bruikbaar zijn in hedendaagse conflictgebieden.”
buitenland flink wat stof opwaaien doordat ze een rist aanklachten opleverde tegen buitenlandse staatshoofden. Onder internationale - en vooral Amerikaanse druk werd de genocidewet deze zomer drastisch aangepast. Luc Huyse: “Eigenlijk is er geen genocidewet meer. De juristen op de studiedag vroegen zich vooral af: heeft de nieuwe genocidewet van 5 augustus nog wel tanden? Nee dus. Maar als je werkelijk een balans wil opmaken, moet je niet alleen de huidige wet bekijken, maar de hele periode van tien jaar overschouwen, vanaf de oude genocidewet in 1993. En dan merk ik toch wel een aantal pluspunten.” “Zo is in het Belgische politieke huishouden de materie van de straffeloosheid hoog op de agenda geplaatst. Bovendien is er bij het publiek veel informatie verspreid over de situatie in conflictgebieden als Rwanda, Guatemala, het bloedbad in Sabra en Chatila. Dat is een belangrijke verworvenheid.” CK: Heeft het publiek niet vooral een negatieve kijk gekregen op politici en hun hooggestemde idealen? Huyse: “Nee, het publiek heeft vooral een meer realistische kijk gekregen op de positie van België in de internationale context. Er is een ballonnetje doorgeprikt, maar dat lijkt mij geen probleem: elke stap naar meer realisme in de politiek, is er één gewonnen.” “Natuurlijk heeft de hele affaire ook negatieve kanten. Je moet die genocidewet als een experiment bekijken: België was een soort proefterrein. Men kéék naar ons, en die situatie had gerust nog wat langer mogen duren. Nu is er inderdaad de wrange nasmaak dat alles wel bijzonder snel is afgevoerd.” CK: Kan België überhaupt meespelen op internationaal niveau?
waar ons land een voortrekkersrol kan spelen.” “Er wordt nu in vele gebieden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika geworsteld met een verleden van burgeroorlog, wrede repressie, genocide. Soms kiest men daar voor strafrechtelijke vervolging, maar ook voor alternatieven als een waarheidscommissie of lokale verzoeningsmechanismen. België zou in tal van VNinstanties kunnen aansturen op maatregelen die deze alternatieven in allerlei opzichten ondersteunen. Nu mikt de internationale gemeenschap, ook de grote ngo’s, te eenzijdig op bestraffen. In sommige omstandigheden zijn die alternatieven een betere gok.” “Trouwens, België heeft toch wel wat ervaring met het op vreedzame wijze ontmijnen van etnische en levensbeschouwelijke conflicten. Er is bij ons in de loop der jaren ter zake een knowhow ontwikkeld, soms veel te smalend ‘compromisdemocratie’ genoemd, waarvan bepaalde aspecten wellicht bruikbaar zijn in hedendaagse conflictgebieden.” Waarheidscommissies
Drie jaar geleden kondigde Luc Huyse in Campuskrant aan dat hij zijn kennis van collaboratie en repressie in België ten dienste ging stellen van internationale organisaties die elders in de wereld met een gelijkaardige problematiek bezig zijn. Dat resulteerde inmiddels in het boek Reconciliation after Violent Conflict. A Handbook. Huyse: “Dat is een soort practical field guide geworden voor mensen ngo-medewerkers, journalisten, politici die werken in gebieden met een problematisch verleden. Het boek gaat zeer praktijkgericht in op thema’s als verzoening, gerechtigheid, waarheid.” CK: Is het dan mogelijk een scenario uit te schrijven voor succesvolle verzoening?
8 CAMPUSKRAN T 16.10.2003
Huyse: “Natuurlijk zijn er geen mirakeloplossingen. Dat merk je keer op keer als je met de betrokkenen ter plaatse praat. Ik had het daarnet al over waarheidscommissies als één van de routes die, als alles goed gaat, naar verzoening kunnen leiden. Er zijn nu al in 25 landen zulke commissies aan het werk geweest. Die hebben allemaal hun eigen kleur en karakter, aangepast aan de specifieke situatie in het betreffende land. Het handboek resumeert de ervaringen, gaat na wat kan en wat onvermijdelijk tot mislukkingen leidt. Ik presenteer als het ware menu’s, de ingrediënten, de vooren nadelen van elke keuze, de risico’s van elke stap in de zoektocht naar waarheid.” “Men zegt wel: ‘Truth is the ultimate form of justice’, maar waarheid bestaat in vele vormen. Er is de waarheid van het slachtoffer en de waarheid van de dader, de waarheid van de overheid en die van de historici. In Zuid-Afrika lijkt de Waarheids- en Verzoeningscommissie haar werk goed gedaan te hebben, maar je zal pas over een tweetal generaties echt merken of het daadwerkelijk een succes is geweest. Er zijn nu 21.000 slachtoffers van het apartheidsregime geïdentificeerd - dat is slecht een fractie van alle slachtoffers van het regime. Je merkt nu al dat er vooral bij de zwarte jongeren, ondanks die waarheidscommissie, heel veel frustratie leeft over de manier waarop met het apartheidsregime is afgerekend.” Schuld en boete
Huyse: “We moeten, ik zei het al, dringend afstappen van het denkbeeld dat we steeds het pad van de bestraffing moeten bewandelen. Je mag niet vergeten dat de strafrechtbank, zoals die bij ons al een paar eeuwen in gebruik is, in se een westerse uitvinding is, die vaak botst met de cultuur van Afrikaanse landen.” “Het westerse strafrecht en zijn instanties, de zogenaamde punitive justice, zoeken naar individuele schuld en boete, zijn heel dadergericht, en in handen van professionals. De traditonele rechtspraak in Afrika, bijvoorbeeld, is veel meer gemeenschapsgebonden, geeft voorrang aan het slachtoffer en richt zich vooral op het herstellen van de geleden schade.” “Een probleem van deze traditionele rechtspraak is dat ze zich vooral bezig-
foto: Rob Stevens
O
p 3 oktober was Luc Huyse ook al in Leuven, als één van de deelnemers aan de Jura Falconis-studiedag over de Belgische genocidewet. Die wet deed de voorbije jaren in binnen- en
houdt met kleinere zaken als diefstal en burenruzies. Hoe kan je die dan mobiliseren voor de behandeling van massale schendingen van mensenrechten? Dat wordt nu geprobeerd in Rwanda, in de zogeheten gacacatribunalen.Een aloude techniek voor de aanpak van misdrijven en conflicten wordt daar nu aangewend als alternatief voor de falende officiële rechtbanken, zowel de nationale als het internationale strafhof van Arusha.” CK: Blijft het grootste probleem niet dat in ex-conflictgebieden de berechting van misdaden zelden een prioriteit is? Huyse: “De agenda na het beëindigen van een burgeroorlog of een genocide is bijzonder complex. Je hebt een hele waslijst van prioriteiten: een minimale fysieke veiligheid waarborgen, vrije verkiezingen organiseren, de economie heropstarten, de munt stabiliseren, enzoverder. De berechting van misdaden is slechts één item op die agenda, en zeker niet altijd het meest dringende in landen als Rwanda, die nauwelijks in staat zijn hun burgers eten te geven. Alleen mogen andere prioriteiten geen alibi worden om het ‘gevecht’ met het verleden helemaal achterwege te laten, om deuren dicht te slaan die nadien niet meer geopend kunnen worden.” “Terugkomend op de problematiek van de genocidewet en de strijd tegen de straffeloosheid, als je pakweg 1983 vergelijkt met 2003, dan is er op dat gebied grote vooruitgang geboekt. Universele normen winnen aan reikwijdte en kracht. Dit is in feite de juridische dimensie van de globalisering. Het is niet meer dan normaal dat die op een grote afstand van de economische en culturele globalisering tot stand zal komen, maar we zijn er toch maar mee bezig.” • De debatreeks van de Interdisciplinary Course on Development and Cultures vindt tweewekelijks plaats, telkens op dinsdag om 21u. Info: www.psy.kuleuven.ac.be/icdc/ • Het handboek ‘Reconciliation AfterViolent Conflict’ van Luc Huyse is online raadpleegbaar op www.idea.int.
Gynaecoloog André Van Assche
EEN LEVEN LANG
“Jonge mensen krijgen veel te weinig aandacht van de overheid” Wouter Verbeylen
5.398 baby’s bracht André Van Assche op de wereld, de laatste op 17 september. Tussendoor vond hij nog de tijd om baanbrekend wetenschappelijk werk te verrichten, waarvoor hij in 2004 een eredoctoraat ontvangt aan de Universiteit van Athene. Maar nu is het genoeg geweest, vindt Van Assche zelf. “Iederéén denkt dat hij onmisbaar is. Dat is niet erg realistisch.”
“E
erlijk gezegd ben ik destijds zonder vast doel aan mijn studie geneeskunde begonnen”, vertelt André Van Assche. “Mijn enige zorg in het eerste jaar was: er door geraken, want de slaagpercentages lagen toen rond de dertig procent. Wat geneeskunde écht inhield, wist ik niet. Dat leer je pas door er in te zitten. Tijdens mijn stage ontdekte ik dat verloskunde en gynaecologie een gebied was dat mij lag, waar ik iets aan kon hebben, en vooral: waar nog heel veel werk aan de winkel was. Ik verrichtte in die tijd wetenschappelijk werk bij professor Renaer rond diabetes en zwangerschap, en dat is sindsdien de lijn in mijn wetenschappelijk onderzoek gebleven.” Liever niet thuis
“Veertig jaar geleden was de situatie niet zó verschillend van vandaag. Het klassieke patroon van de prenatale raadplegingen bestond al; in de loop der jaren is het natuurlijk allemaal wel verfijnd. Er waren toen ook nog een stuk meer thuisbevallingen dan nu, en van een echografie was nog geen sprake. We volgden de zwangerschap klinisch op: we controleerden de groei van baarmoeder en foetus, we namen de bloeddruk, enzoverder.” Inmiddels zijn de echografie tijdens de zwangerschap en de epidurale verdoving bij de bevalling gemeengoed geworden. Toch heeft de verbetering van de technische mogelijkheden een keerzijde gehad. André Van Assche: “Velen zijn het
ziekenhuis als een té technische, te ‘cleane’ omgeving beginnen ervaren. Zeker de laatste twintig jaar merk ik dat zwangere vrouwen dat vaak als een reden zien om het ziekenhuis te ontvluchten en voor een thuisbevalling te kiezen. In het UZ hebben we daarop ingespeeld door de bevallingskamers gezelliger te maken, om het klinische zo weinig mogelijk te benadrukken.” “We hebben ook een zogenaamd ‘geboorteboek’ samengesteld, waarin zwangere vrouwen alle mogelijkheden bij bevalling in het UZ aangeboden krijgen. Onze stelregel is: alle wensen die niet in tegenspraak zijn met de veiligheid, kunnen worden opgevolgd. Niemand is bijvoorbeeld verplicht te gaan liggen bij de bevalling; niemand is verplicht een epidurale verdoving toe te staan. Alle aandacht gaat uit naar het individuele persoonlijke gebeuren dat een bevalling tenslotte is.” “Ik blijf er wél van overtuigd dat bevallen in het ziekenhuis de veiligste weg is. In Nederland bijvoorbeeld, waar thuisbevallen nog vaker de regel is, zit men momenteel ook met de vraag of de thuisbevalling niet moet worden afgeraden. Want tijdens een bevalling kunnen er zo veel complicaties optreden, dat je altijd in staat moet zijn om naar een hogere versnelling te schakelen.” Zorgeloos zwanger
Het belang van goed geïnformeerd zijn kan niet genoeg onderstreept worden,
vindt André Van Assche. “Ik heb bijvoorbeeld steeds gepleit voor een zogenaamd preconceptionele raadpleging: de eerste prenatale raadpleging gebeurt bij voorkeur vóór de zwangerschap. Die preventieve controle is nog veel te weinig ingeburgerd, terwijl ze zoveel problemen kan vermijden. Ze kan bijvoorbeeld erfelijke aandoeningen opsporen, of problemen als nierziekten of diabetes.” “Voor sommige zaken moet je de maatschappij de tijd geven, voor andere
rend, en via de assistentenopleiding en het postgraduaatonderwijs stonden we op onze dienst in contact met verschillende generaties gevestigde gynaecologen.” “Maar toch zijn voor mij dé hoogtepunten in mijn carrière de wetenschappelijke verwezenlijkingen binnen de perinatale geneeskunde, vooral rond hypertensie en zwangerschap, en diabetes en zwangerschap. In ’79 hebben wij in een studie aangetoond dat afwijkingen bij de groei van het leven in de baarmoeder gevolgen hebben voor het latere leven van kinderen en volwassenen. Het was de eerste keer dat dit bewezen werd, en sindsdien is keer op keer gebleken dat onze bevindingen klopten. Dat geeft je
“Het is al langer geweten dat vrouwen best foliumzuur innemen vóór de zwangerschap, om een open rug bij de baby te voorkomen. Een nationale informatiecampagne zou daar bijzonder nuttig zijn, maar de overheid wil niet mee. Dat begrijp ik dus niet.”
moet je vechten. Het is bijvoorbeeld al langer geweten dat je vrouwen best foliumzuur laat innemen vóór de zwangerschap, om een open rug bij de baby te voorkomen. We hebben daar jaren geleden een rapport over gemaakt, dat bij de Koninklijke Academie is gepubliceerd. Een nationale informatiecampagne zou daar bijzonder nuttig zijn, en dat hebben we de overheid meermaals laten weten, maar zonder gevolg. Dat begrijp ik dus niet.” “Persoonlijk vind ik trouwens dat jonge mensen nog altijd veel te weinig aandacht krijgen van de overheid. Jonge koppels zouden zo zorgeloos mogelijk in verwachting moeten zijn, maar in de praktijk zorgt een zwangerschap vooral bij vrouwen nog al te vaak voor een moeilijke keuze tussen kinderen en carrière. Ook de kinderopvang is nog onredelijk duur - eigenlijk zouden er subsidies moeten komen zodat bedrijven hun eigen kinderopvang kunnen organiseren.” Realistisch blijven
Op 17 september stond André Van Assche voor het laatst aan de verlostafel, en bracht hij zijn 5.398ste baby op de wereld. “Klinisch werk, verloskundig én gynaecologisch, heeft me altijd veel voldoening gegeven. Vanaf ’83 zag ik me wel gedwongen mijn klinische taken stilaan af te bouwen - ik werd toen diensthoofd van de Dienst Verloskunde & Gynaecologie, en dat bracht veel extra werk mee. Ik heb ook bijzonder graag lesgegeven. Ik vond de contacten met de studenten erg stimule-
uiteraard een enorme stimulans om verder te doen: je moet je ergens in vast kunnen bijten. Ik werd dan nog eens omringd door een team van goede wetenschappers, waardoor we steeds vooraan bleven in belangrijke ontwikkelingen binnen ons vakgebied.” Voor André Van Assche is het goed dat het doek nu valt. “Je mag niet naïef zijn: iederéén denkt dat hij onmisbaar of superieur is. Een piloot denkt na twintig jaar ook dat hij nog beter is dan zijn jongere collega’s. Maar dat is niet erg realistisch. Na mijn vertrek zal het klinisch en wetenschappelijk werk onverminderd voortgezet worden onder professor Ignace Vergote, het nieuwe diensthoofd.” “Het enige gebied waarin ik de volgende jaren nog actief zal zijn, is de European Board and Colleges of Obstetrics & Gynaecology waarvan ik sinds kort voorzitter ben. Binnen Europa was er in het verleden een veel te groot verschil tussen de opleidingen en klinische praktijken van de lidstaten. Er mag dan wel een vrij verkeer van goederen en personen zijn, en weldra ook van diploma’s, maar in feite werd er weinig over nagedacht of die gelijkwaardigheid van diploma’s ook beantwoordde aan de realiteit. Binnen deze Gynaecologenvereniging heb ik jarenlang geijverd voor een opleidingsprogramma dat beantwoordt aan een minimumstandaard. Dat programma is er nu, het wordt in heel Europa toegepast, en ik ga er als voorzitter op toekijken dat alles in goede banen loopt.”
In memoriam foto: Rob Stevens
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: De heer Fabian Rubini, student 1ste Licentie Informatica, Faculteit Wetenschappen, geboren te Luik op 8 augustus 1982 en overleden te Cheratte (Visé) op 23 september 2003.
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
9
Personeelskrant
z e sw e k e lijk se b ijla g e v o o r personeel
EEN LEVEN LANG
De collega’s (7)
Jef Duerinckx, projectmanager Technische Diensten
Annelies Decorte
Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt? Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt? In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega waarmee u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
foto: Rob Stevens
N
Na haar werk rijdt Patricia naar de rust en de bossen van Baal. Maar thuis heeft ze onmiddellijk weer haar handen vol met haar grote hobby: katten. “Ik hou heel veel van honden - en andere dieren -, maar als je de hele dag op het werk bent, dan kun je geen hond houden. Daarom koos ik voor een kat, dat is een veel zelfstandiger dier. Ondertussen is het niet bij eentje gebleven, want zwerfkatten vinden blijkbaar heel makkelijk de weg naar mijn huis. Veel verwaarloosde dieren lopen hier binnen en een aantal blijven uiteindelijk hangen. Zo heb ik momenteel zeven katten in huis.” Daarnaast vindt Patricia nog tijd voor een aantal andere hobby’s. Ze houdt van borduren en werkt ook met hout. Zo heeft ze bijvoor-
Iwein Speelman
Het Leuvense hoogspanningsnet, KotNet, de Campusbibliotheek Arenberg, ... overal had Jef Duerinckx wel iets in de pap te brokken. Tot begin september althans, want toen ging hij met pensioen. Een man van weinig woorden onderhoudt ons drie uur lang over zijn leven en werk.
J
ef Duerinckx begon aan de universiteit te werken in 1965, op de elektriciteitsdienst van de Technische Diensten. “Ik werd daar binnengeloodst door ingenieur Marcel Pijpen, van wie ik nog les had gekregen tijdens mijn opleiding tot ingenieur elektro-mechanica. Je moet weten dat de universiteit, en dan vooral Campus Arenberg, toen in volle expansie was. We waren betrokken bij de installaties van labo’s, liften, hoogspanningscabines en dergelijke, en we moesten ervoor zorgen dat alles optimaal functioneerde.” “De latere Leuvense burgemeester Vansina heeft trouwens nog deeltijds op onze dienst gewerkt - dat was een zeer nuttig contact toen jaren nadien het hoogspanningsnetwerk vernieuwd werd in Leuven. Aanvankelijk had elk campusgebouw een hoogspanningscabine waar Iverlek telkens een aparte rekening voor stuurde. Het leek ons een goedkopere oplossing om al die cabines te verbinden: er was dan slechts één voedingspunt nodig. Vansina was toen al burgemeester en verleende zijn medewerking aan dat project.” Breekhamer door het raam
foto: Rob Stevens
beeld haar eigen badkamerkasten gemaakt. “Ik werk heel graag met mijn handen, dan kom ik tot rust en het vormt een tegenwicht voor het denkwerk van overdag.” Als we haar de vraag stellen naar welke collega zijzelf nieuwsgierig is, hoeft ze niet lang na te denken. “Ik heb iemand uitgezocht van de logistieke diensten. Het werk dat zij doen wordt immers vaak over het hoofd gezien.” We mogen volgende keer langsgaan bij Josette Vanderidt, die bij de Centrale Dispatch werkt.
Wordt vervolgd
?
10 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
In 1970 belandde Jef Duerinckx door een herstructurering bij de onderhouds- en exploitatiedienst. “Daar heb ik veel praktische ervaring opgedaan. Veiligheid - met maatregelen als sirenes, noodverlichting en branddetectie werd in die tijd een belangrijke bekommernis. Gaandeweg heb ik meer en meer verantwoordelijkheid gekregen. In 1980 kreeg ik de verbouwingsdienst onder mijn hoede en leidde ik projecten zoals de vernieuwing van Alma 1 toen nog in de Bondgenotenlaan -, het vroegere Terbank, het Sencie-instituut, enzovoort. In 1988 werd ik verantwoordelijk voor het studiebureau elektriciteit en een deel van het projectmanagement. Een decennium later werd mijn bevoegdheid uitgebreid tot alle studiebureaus bouw en technieken - en het totale projectmanagement.” Al bij al een rustig parcours? “Goh. Natuurlijk hebben de naweeën van ’68 ons af en toe van onze nachtrust beroofd. In die tijd bleven we ’s nachts in groepjes van twee de gebouwen bewaken om nakend oproer tijdig te kunnen signaleren. Vooral de gebouwen met de labo’s van Franstalige professoren waren kritieke punten. Maar alles bleef voornamelijk beperkt tot verbaal geweld.” “Ik herinner me ook dat studenten soms knettergek werden van het lawaai als er werken waren tijdens de blokperiode. Zo hebben ze ooit eens een breekhamer en een karrenvracht bouwmateriaal uit een raam naar beneden gesmeten om hun ongenoegen te uiten.”
Schroevendraaiertje
Jef Duerinckx heeft veel tijd en energie gestoken in zijn werk. Wachten hem nu lange namiddagen met een murmelende televisie op de achtergrond? “Nee, ik denk ten stelligste van niet. Kijk, elektriciteit zal me altijd mateloos blijven boeien. Ik ga altijd gewapend met een schroevendraaiertje op pad. Bij mij thuis valt nog heel wat te repareren, mijn kinderen zal ik af en toe ook uit de brand kunnen helpen, hun kinderen dan weer...” “Ik heb weinig angst voor het beruchte ‘zwarte gat’. Ik denk dat je dat zelf kunt afwenden door vroeg te blijven opstaan en de routine van je werk door een alternatief te vervangen. En ik speel ook nog voetbal: er is een veteranenploeg in Meensel-Kiezegem waar ik deel van uitmaak, en ik speel ook nog in een ploeg bestaande uit collega’s van de K.U.Leuven. Op 9 november spelen we trouwens in Barcelona, een wisselbeker tussen vier universitaire ploegen. Ploegmaat en coach Fred Bellefroid - de man die het standbeeld ‘De kotmadam’ gecreëerd heeft - heeft die beker ontworpen. Normaal spelen wij elk jaar tegen Gent, Kopenhagen en Twente. Dit jaar is er Barcelona bijgekomen.” We laten een fris paar pinten aanrukken en Jef wordt iets persoonlijker. “Ik zou graag hebben dat je via het artikel nog eens mijn dank overbrengt aan iedereen die mee gezorgd heeft voor een voor mij onvergetelijke afscheidsreceptie met heel veel attenties en een magnifieke ambiance. Ik vind dat menselijke aspect heel belangrijk. Ook op mijn werk was dat zo en ik hoop dat dat zo blijft. Allez, nog een pintje?”
foto: Rob Stevens
a lang nadenken wist Chantal Vervaeke, diensthoofd van de afdeling FAO van de financiële diensten, wie zij wou leren kennen via Campuskrant: haar keuze viel op Patricia Waege. Patricia werkt op het Departement ESAT (elektrotechniek). “Eigenlijk heb ik een heel leuke functie, ik mag geld uitgeven!”, lacht Patricia. Het vergt een hele uitleg om haar werksituatie goed te schetsen. “Binnen ESAT heb je de onderzoeksafdeling PSI, die zich bezig houdt met spraak- en beeldverwerking. De professoren en onderzoekers die binnen deze afdeling werken, kun je ook nog eens in drie groepen opsplitsen: zij die werken rond spraakverwerking, de groep medische beeldverwerking en VISICS - beeldverwerking voor industrie, media, cultuur, teledetectie enzovoort. Elke groep heeft haar eigen onderzoeksprojecten en moet daarvoor geld zien te vinden.” Patricia’s functie is drieledig: in de eerste plaats neemt ze de budgetaanvragen en het aanwerven van medewerkers voor haar rekening. Als het project loopt, is ze verantwoordelijk voor de financiële opvolging en rapportering, en moet ze ervoor zorgen dat de medewerkers betaald worden. In een laatste fase let ze er ook op dat die medewerkers na afloop van een project niet zonder werk komen te staan. “Eigenlijk kun je mijn job bondig omschrijven als een mengeling van administratief projectbeheer en een beetje secretariaatswerk.” Hoelang werkt Patricia al op deze plaats? “Dat is toch al zo’n twintig jaar. Het is zelfs nog allemaal begonnen met professor Oosterlinck, die toen nog geen rector was, maar betrokken was bij het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid. Sinds het ontstaan van de onderzoeksafdeling zijn we wel een paar keer verhuisd, om uiteindelijk hier aan het Arenbergkasteel te belanden.”
“Ik ga nog altijd gewapend met een schroevendraaiertje op pad”
Personeelskrant Hoe kantoorspierletsels te vermijden
Maak geen
cockpit van je bureau
Karla Venken
Ook als je heel licht kantoorwerk doet, is het risico op spierletsels niet gering. Zelfs gewoon lang achter een computerscherm zitten, kan al aanleiding geven tot overbelasting van nek en schouders. De ‘muisarm’ is een ander voorbeeld van wat in het medisch jargon RSI heet en stilaan tot een heuse kantoorziekte uitgroeit. Als de computer een grote boosdoener is, wat valt daar dan tegen te beginnen? Dertig procent van de werkende bevolking brengt immers de helft van zijn arbeidstijd door aan een pc, cijfers die onder het administratief personeel van de K.U.Leuven allicht nog hoger liggen.
C
ampuskrant vroeg en kreeg advies van Jan Seghers van het Labo Ergonomie, die vorige maand doctoreerde met een proefschrift over RSI (zie vorige Campuskrant, pag. 18). “RSI of Repetitive Strain Injuries is een verzamel-
K.U.Leuven, die door de arbeidsgeneeskundige dienst IDEWE aan een gebruikersonderzoek werd onderworpen, biedt de nodige verstelmogelijkheden maar slechts weinigen benutten die ook allemaal. Nochtans is die instelling, zowel
Werkmethode • Ook als je ideaal zit, blijft het onverantwoord om uren na elkaar aan het scherm of klavier geluisterd te blijven, kortom: pcpauzes moeten er zijn. “Voor de gadget-liefhebbers: er bestaat
mogelijk voorrang aan functietoetsten.” “Om een goede doorbloeding van de spieren te garanderen, kan je ook zittend een aantal oefeningen doen. Stap ook af van de cockpit-inrichting van je kantoor, waar alles binnen handbereik ligt. Waarom niet je telefoon of printer zo plaatsten dat je uit je stoel moet opstaan, of een kort overleg met je collega’s rechtstaand houden aan een hoge tafel?”
Ergonomische gadgets
naam voor spierletsels die het gevolg zijn van het herhaaldelijk uitoefenen van eenzelfde beweging, of veroorzaakt worden door te lang in dezelfde houding te zitten. Ondanks de zeer geringe inspanning en de constante belasting van de spieren bij bijvoorbeeld pc-gebruik, wat ik heb onderzocht, treedt toch spiervermoeidheid op, die cumulatief tot overbelastingsletsels kan leiden. Een groep proefpersonen voerde in ons labo gedurende anderhalf uur beeldschermwerk uit, en hoewel zij verschillend antwoordden op de vraag of ze vermoeidheid in de spieren voelden, werden bij iedereen wel veranderingen in de spieren opgemeten.” “Een oplossing is niet eenvoudig, omdat die spiervermoeidheid van verschillende factoren afhangt, waaronder ook stress. Uit de literatuur blijkt overigens dat RSI-gevoelige mensen doorgaans ambitieus, plichtsgetrouw en resultaatgericht zijn: mensen die daardoor allicht in hun werksituatie de signalen van hun lichamen negeren... Maar een goede werkhouding en dito werkmethode kunnen het ontstaan van RSI zeker helpen voorkomen.”
Bureaustoel • Een goede zithouding is het uitgangspunt, en daarvoor is een goed afgestelde bureaustoel onontbeerlijk. “Bij het zitten wordt de normale S-kromming van de rug immers verstoord, wat maakt dat in die houding de rug meer belast wordt dan bij staan of liggen. De stoel moet dat opvangen, door in de eerste plaats steun in de onderrug te bieden. De standaard bureaustoel van de
van hoogte als van zitdiepte en lendesteun, essentieel. Richtlijnen vind je op de website van de unief, via de homepage van IDEWE.” “Idealiter moeten de voeten plat op de grond kunnen staan, en je armen in een hoek van negentig graden net boven het tafelblad uitkomen. Probleem is dat de tafels die heel wat personeelsleden als bureau gebruiken, niet verstelbaar én helaas veel te hoog zijn. Dat hoogteverschil kan niet voor iedereen met de verstelbare stoel worden opgevangen, en dan is een voetsteun een aangewezen hulpmiddel.”
Scherm en klavier • Om het zitplaatje anatomisch correct te vervolledigen, moeten scherm en klavier goed opgesteld worden. “Scherm en klavier moeten recht voor je en dus in één lijn staan. Omdat je handen idealiter in het verlengde van je onderarm liggen bij het typen, is het geen goed idee om de ‘voetjes’ van je klavier uit te klappen. Zorg er verder voor dat je de muis binnen de straal van je onderarm ligt, als je die zeer frequent gebruikt. De bovenrand van het scherm op ooghoogte, zoals IDEWE op zijn infopagina’s adviseert, blijkt ook uit mijn onderzoek de ‘beste’ resultaten inzake spierbelasting van nek- en schouders op te leveren. Dat betekent meteen ook dat langdurig op een laptop werken uit den boze is: wil je de bovenrand van het scherm op ooghoogte hebben en de ideale afstand tussen scherm en klavier bewaren, moet je eigenlijk met een extern keyboard werken.”
software die op basis van het aantal muiskliks signaleert dat het tijd is om even de benen te strekken... Langdurig pc-gebruik vermijden is grotendeels een kwestie van gewoontes aankweken en kan op velerlei manieren. Door de organisatie van je werk zelf: plan het zo dat pc-taken regelmatig worden afgewisseld met andere - ik geef toe dat je dit niet altijd of helemaal zelf in de hand hebt. Werk je bijna continu aan een computer, bedenk dan dat langdurig muisgebruik duidelijk zwaarder belast dan langdurig typen: geef dus waar
• En wat dan met de bestaande hulpmiddelen, zoals polssteunen voor muis en klavier? “Laten we zeggen dat het veeleer ergonomische gadgets zijn, die extra persoonlijk comfort kunnen bieden. Ze zijn zeker niet essentieel, en kunnen al helemaal niet een slechte werkhouding of arbeidsorganisatie compenseren. Werknemers zouden desgewenst wel de mogelijkheid moeten krijgen om een dergelijk hulpmiddel gedurende minstens een week uit te testen, om na te gaan of het voor hen inderdaad efficiënter werken toelaat. Net als het gevoel van spiervermoeidheid zelf blijkt het effect van een polssteun immers grotendeels subjectief. Hetzelfde geldt voor de nieuwe generaties muizen en keyboards, waarvan nog niet is bewezen dat hun design inderdaad ‘ergonomisch’ is.” • www.kuleuven.ac.be/admin/lp/niv3/bdi21.htm
36423956187 uitgeteld
951872
Facturenbureau & helpdesk In deze rubriek pakken wij graag uit met exacte cijfers. Daarom namen we het zekere voor het minder zekere, en opteerden we voor de dienst Facturenbureau & helpdesk. Daar zijn ze namelijk niet vies van cijfers, en naar verluidt beschikken ze ook over bijzonder geavanceerde telramen. Op het facturenbureau slagen 17 medewerkers erin om jaarlijks niet minder dan 150.000 facturen en 15.000 onkostennota’s te verwerken. Ze doen bovendien hun uiterste best om de doorlooptijd van de documenten zo kort mogelijk te houden. Het kleinste bedrag dat het facturenbureau ooit uitbetaalde was 0,12 euro (vijf oude Belgische franken!) - voor één labo-onderdeeltje. En de absolute mammoet onder de facturen
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
was een kolos van 580.000 euro - voor de uitbreiding van een woonwijk met 160 studentenkamers. Uiteraard was er voor die laatste uitgave wel eerst een aanbesteding gedaan via de Technische Diensten van de universiteit. De K.U.Leuven telt trouwens ongeveer 1.750 kredietbeheerders, die samen bijna 43.200 kredieten onder hun hoede hebben. De helpdesk krijgt gemiddeld zo’n 22.000 telefoonoproepen per jaar. Het doel van de desk is om alle gebruikers van SAP over heel de universiteit wegwijs te maken in het systeem. De drie medewerkers lossen vragen en problemen van allerlei aard op, en verschaffen leveranciers informatie over de status van hun facturen. (rvh)
11
TA A LT I P Niet geslaagd, derde zit? Nele Nivelle
I
n het meest gebruikte Nederlandse woordenboek valt te lezen dat taal “een evoluerend, sociaal symbolencomplex” is, en dat klopt. Dat blijkt ook in de volgende kwestie. Sinds jaar en dag trachten studenten hun programma af te werken in eerste zit. Daarmee bedoelde een student tot voor enkele jaren dat hij of zij ernaar streefde om tijdens de eerste zittijd goede examenresultaten te behalen, en om in juni het begeerde diploma binnen te rijven. Liep er al eens wat mis in juni, geen nood, want de studenten kregen een herkansing in tweede zit. Die tweedezitters namen deel aan de tweede zittijd in september. De gecursiveerde termen zijn typische staaltjes van studententaal. De inspanningen van menig taalverbeteraar ten spijt, vertikte de Vlaamse student het om het woord examenperiode te gebruiken. Dat woord wordt nochtans door alle normatieve naslagwerken aangegeven als de correcte term voor zittijd, kortweg zit, wat een al te letterlijke vertaling zou zijn van session d’examens. Volgens diezelfde bronnen is de enige juiste betekenis van zittijd de tijd dat iemand of een vergadering, bijvoorbeeld een examencommissie, zitting houdt. Aan die patstelling kwam echter een einde. Anno 2001 besloot ook de K.U.Leuven semesterexamens in te voeren, en wel in januari en juni, gevolgd door één enkele beraadslaging over de behaalde resultaten. De vraag is nu hoe de taal evolueert naar aanleiding van die sociale verandering. Volhardt de student in de boosheid, en spreekt hij nu van een eerste zittijd in januari en een tweede zittijd in juni? Heeft een student met her-
examens derde zit? Dat lijkt alvast niet de trend te zijn. Wat we zien gebeuren, is dat er een betekenisdifferentiatie optreedt tussen de woorden examenperiode en zittijd. Herexamens blijft de student afleggen tijdens de tweede zittijd. De eerste zittijd slaat dus zowel op de examens in januari als op die in juni. Met de termen eerste en tweede examenperiode wordt nu onderscheid gemaakt tussen de januari- en juni-examens. September wordt de derde examenperiode genoemd. Die betekenisevolutie vind je ook terug op talrijke facultaire en zelfs rectorale sites van de K.U.Leuven. Op de onderwijspagina’s van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte luidt het: “Over de examens van de 1e examenperiode (januari) wordt pas in juni gedelibereerd. De 1e examenperiode (januari) en de 2e examenperiode (juni) behoren dus allebei tot de eerste zittijd. In augustus-september wordt de tweede zittijd georganiseerd.” Naslagwerken die zittijd markeren en afkeuren in de hierboven aangegeven betekenis, en die in de plaats daarvan examenperiode voorstellen, zullen het lemma moeten reviseren. Examenperiode betekent tegenwoordig immers iets anders dan enkele jaren geleden. Of zittijd in deze nieuwe betekenis zal worden goedgekeurd, is koffiedik kijken. Die conclusie zal u, lezer, nauwelijks bevredigen, en u soms toch nog praktische problemen opleveren, maar u kan zich troosten met de wetenschap dat taal een “evoluerend sociaal symbolencomplex” is, en dat zittijd zich momenteel in een transitstation bevindt en zijn bestemming waarschijnlijk nog lang niet bereikt heeft...
foto: ingezonden
Jan Vanhees: “Een overhellende wand van 45 graden beklimmen, met slechts hier en daar een opening groot genoeg om je vinger in te steken... Het is geen werk voor beginnelingen, maar het is doenbaar.”
12 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
SPORT
Jan Vanhees over alpinisme en Conrad Anker
“Een stoel kan wel even, maar niet te lang” Ludo Meyvis
Wie in de licentie Lichamelijke Opvoeding voor Sportmanagement en Recreatieagogiek opteert, kan bij Jan Vanhees terechtkomen. Voor de nietsvermoedende student het weet, hangt hij of zij dan drie weken aan een spekgladde verticale rotswand te bengelen.
“N
ou, zo’n vaart loopt het ook weer niet. Maar de studenten krijgen wel een grondige algemene outdooropleiding, en daar hoort alpinisme ook bij. De opleiding in onze afdeling mondt in het laatste jaar ofwel uit in een uitdieping in sportmanagement, met onder meer sponsoring, sportorganisatie enzovoort, ofwel in een meer praktijkgerichte oriëntatie. Interesse voor de praktische kant is er heel zeker. Alpinisme spreekt tot de verbeelding, zoveel is duidelijk. In het kader van de bama-hervorming wordt er trouwens aan gedacht om de optie ook voor andere studenten open te stellen.” “Het moeilijkste punt bij het leren klimmen is dat je je angst moet overwinnen, je moet leren koelbloedig te blijven. Als je dat kunt, en je beheerst de basisbewegingen en -technieken, dan is klimmen heus niet gevaarlijk.” Jan Vanhees is Vlaanderens enige gediplomeerde beroepsberggids. “Het is niet evident om in dit vlakke land de nodige vooropleiding bij elkaar te scharrelen. Die heb je nodig om door het loodzware toelatingsexamen te komen, waarna de echte opleiding pas begint.” “In de zomer werk ik vooral in de Franse of Italiaanse Alpen. Lang stilzitten kan ik niet, ik moet er op uit. Een stoel kan wel even, maar niet te lang. Het is niet omdat de Alpen zo bekend zijn en niet de allergrootste hoogte bereiken, dat ze voor een alpinist niet interessant zouden zijn. In de Alpen is de weg naar de top belangrijker dan de hoogte.” “Op de hele wereld zijn er veertien toppen boven de 8.000 meter. Samen met mijn vrouw, Lut Vivijs, geen onbekende in het wereldje der alpinisten, heb ik er daar drie van beklommen. Zo’n berg van 8.000 meter is op een heel andere manier moeilijk dan een Alpentop. In de Alpen heb je vooral een heel goede techniek nodig, terwijl zo’n top van 8.000 meter vooral fysieke eisen stelt. Op die hoogte wordt je lichaam immers zwaar op de proef gesteld. De zuurstofschaarste zorgt ervoor dat je ook minder helder denkt, waardoor er gevaar bestaat voor verkeerde beslissingen. Ook het bevriezingsgevaar mag je niet onderschatten. Dat ligt in de Alpen anders, maar daar heb je dan onderweg weer veel meer moeilijke punten te overwinnen.” Anker in de bergen
“Onze afdeling is er trots op dat we binnenkort één van de àllergrootste namen in het alpinisme in Leuven mogen ontvangen. Conrad Anker is beroepsalpinist. Dat wil zeggen, hij staat onder contract bij The North Face, één van de grootste producenten van professionele uitrusting. Anker besteedt zowat de helft van de tijd aan klimmen, inclusief de vaak lange voorbereidingen natuurlijk. De rest van de tijd werkt hij op een meer ‘gewone’ manier voor het
bedrijf.” “Anker is een expert in big wall climbing. Daarmee bedoelen we het beklimmen van zo goed als verticale, gladde wanden, met hooguit wat millimeterspleetjes om je haken in te bevestigen. Een beklimming van zo’n wand - er bestaan er die twee kilometer hoog zijn - kan tot drie weken duren. Je vordert dus maar enkele tientallen meter per dag. Niet vergeten dat je alles mee naar boven moet nemen: je klimmateriaal, maar ook eten en drinken voor drie weken, extra kleding, slaapuitrusting enzovoort. Slapen doe je daar letterlijk tussen haakjes: je hangt een soort hangmat op aan een paar haken.” “Big Walls zijn uiteraard verschrikkelijk moeilijk, maar de limieten worden voortdurend verlegd, onder meer door betere uitrusting. Momenteel ligt de grens van het beklimbare bij overhellende wanden, tot 45 graden, met slechts hier en daar een opening groot genoeg om je vinger in te steken... Dat is geen werk voor beginnelingen, maar het is doenbaar.” Raadsel
“Verder is Anker bekend van zijn werk rond het mysterie van Mallory en Irvine. Dat zijn twee klimmers uit de jaren ’20, van wie beweerd wordt dat ze de top van de Everest gehaald zouden hebben, dertig jaar voor Hillary en Tensing Norgay dus. Het probleem was dat ze op hun tocht verdwenen zijn, zonder enig spoor. Conrad Anker heeft uiteindelijk, 80 jaar later, het stoffelijk overschot van Mallory teruggevonden. Zijn ervaring leerde hem waar de twee Britten hoogstwaarschijnlijk geklommen zouden hebben. Anker volgde dat vermoedelijke traject, en vond inderdaad wat hij zocht. De vraag of Mallory al dan niet de top gehaald heeft, is nog niet definitief beantwoord, maar volgens Anker is het hoogst onwaarschijnlijk. Hij is een groot kenner van klimmateriaal - het testen daarvan is trouwens zijn job - en met het materiaal van die tijd en op dat traject lijkt het Anker zeer twijfelachtig. De camera van Mallory zou uitsluitsel kunnen brengen, en daar is men momenteel naar op zoek.” “Daarnaast heeft Conrad Anker een resem firsts op zijn naam, zowat overal ter wereld, inclusief Antarctica. Het spreekt vanzelf dat we behoorlijk enthousiast zijn dat we die man naar Leuven kunnen halen. Op 3 november geeft hij een seminarie voor onze studenten, en ’s avonds geeft hij een voordracht voor het grote publiek, over het mysterie van Mallory en Irvine, en over big wall climbing. Iedereen is welkom.” • Voordracht Conrad Anker, maandag 3 nov. om 20u, Maria-Theresiacollege. Inkom: 6 euro / 5 euro voor studenten en personeelsleden. Organisatie: K.U.Leuven, The North Face en buitensportzaak en berggidsenbureau Namaste alpinisme.
NIEUWS / STUDENTEN K.U.Loket-toepassing voor studenten klaar
Preventief Gezondheidscentrum helpt studenten stoppen
’Mijn studentendossier’:
Vermageren is belangrijk motief voor rokende studentes
online je gegevens wijzigen Annelies Decorte
Personeelsleden kunnen al een tijdje hun gegevens opzoeken en aanpassen via ‘mijn personeelsdossier’ in K.U.Loket. Onlangs werden de mogelijkheden van K.U.Loket uitgebreid met de toepassing ‘mijn studentendossier’.
Reiner Van Hove
In de eerste Campuskrant van dit academiejaar pleitte professor Roger Blanpain voor een volledig rookverbod aan de universiteit. Ook het Preventief Gezondheidcentrum wil dit academiejaar extra aandacht besteden aan stoppen met roken. Met dat doel voor ogen werd vorig jaar al gepeild naar het rookgedrag van 1.179 eerstejaarsstudenten.
H
et was Hanna Eerdekens die - met de hulp van promotor Stephan Van Den Broucke en co-promotor Maura Sisk - de studie uitvoerde, in het kader van haar opleiding Jeugdgezondheidszorg. “We legden de eerstejaarsstudenten die op de gebruikelijke preventieve medische controle kwamen, een enquêteformulier voor. Daarmee wilden we te weten komen hoeveel studenten roken, en wat de belangrijkste motieven zijn om te roken.” “Voor het percentage rokers hebben we twee verschillende cijfers. De studenten moesten namelijk niet alleen op de enquête noteren of ze al of niet rookten, ook de secretaresse van het Gezondheidscentrum stelde hen - mondeling - die vraag. In het gesprek voelden vele studenten zich duidelijk geremd, want uit de cijfers van de secretaresse bleek dat 15,3 procent van de meisjes en 19,1 procent van de jongens rookt, terwijl de cijfers uit de enquête 28 procent voor meisjes en 35 procent voor jongens waren.” De titel van Eerdekens’ thesis is ‘Het verband tussen gewichtsperceptie bij meisjes en de gepercipieerde voordelen ten aanzien van roken’. Anders gezegd: roken meisjes om te vermageren? Het onderzoek gaf een positief antwoord op die vraag: “De motieven voor het roken zijn wel degelijk verschillend voor jongens en meisjes. Voor jongens kwam ontspanning op de eerste plaats, gevolgd door het bevorderen van sociaal contact. Ook voor meisjes
kwam ontspanning op de eerste plaats, maar bij hen is vermageren de tweede belangrijkste motivatie, gevolgd door sociaal contact.” “Ons onderzoek ging ook na hoe rokers tegenover de nadelen van roken staan. Uit die gegevens blijkt dat ze niet wakker liggen van de kwalijke gevolgen van roken voor hun eigen conditie en de gezondheid van anderen.” Rollenspel
Volgens Eerdekens, die inmiddels zelf huis- en schoolarts is, kunnen de resultaten van haar onderzoek gebruikt worden in rookpreventieen rookstopprogramma’s. “Je kan je bijvoorbeeld afvragen of het wel zin heeft jongeren er steeds opnieuw op te wijzen hoe slecht roken voor de gezondheid is. Daar trekken ze zich, zo blijkt uit de studie, toch niets van aan. Aangezien de jongeren vooral roken om te ontspannen, lijkt het mij nuttiger om rollenspelen te organiseren, waarbij ze op een gezonde manier met stress leren omgaan. Wat de meisjes betreft, moeten we natuurlijk ook inspelen op die vermageringsdrang, door voedingsadvies en psychologische begeleiding te geven.” De thesis van Eerdekens dient als theoretische onderbouw voor het rookstopprogramma en -beleid van Studentenvoorzieningen. De universiteit wil de rokende studenten helpen met de zogenaamde minimale interventie strategie. Eerdekens: “Die strategie houdt in dat eerst nagegaan wordt of er sprake is van
een fysieke verslaving en of de roker gemotiveerd is om te stoppen. Als de student meer dan tien sigaretten per dag rookt, of als hij bij het opstaan steevast eerst een sigaret opsteekt, dan wordt nicotinesubstitutie pleisters of kauwgom - of de rookstoppil aangeraden, op voorschrift van de huisarts.” “Maar in de eerste plaats staat of valt alles met de motivatie van de roker. Als die absoluut niet gemotiveerd is, dan beperkt het Gezondheidscentrum zich tot het geven van een strikt rookstopadvies, en het verstrekken van informatie. En de roker wordt uitgenodigd voor latere begeleiding, voor het geval hij of zij alsnog wenst te stoppen. Wie voldoende gemotiveerd is, kan een rookstopprogramma volgen, waarbij in groep naar een volledige rookstop gestreefd wordt. Studenten die een lichte motivatie tonen, probeert het centrum over de drempel te trekken.” • Alle informatie over rookstop en het rookstopbeleid van het Preventief Gezondheidscentrum vind je op www.kuleuven.ac.be/gezondheid/ preventie/dossiers/rookstop/ index.htm • Voor wie niet op eigen houtje kan stoppen met roken, worden er twee parallelle rookstopcursussen georganiseerd. De cursussen starten op 27 en 31 oktober. Alle info op de eerder vermelde website, of bij Rikka De Roy,
[email protected]
Voor jongens is ontspanning het belangrijkste motief om te roken, gevolgd door het bevorderen van sociaal contact. Ook bij meisjes staat ontspanning op nummer één, maar bij hen neemt vermageren een foto: Rob Stevens
tweede plaats in.
J
e vindt deze toepassing op de homepagina van de K.U.Leuven of je komt er rechtstreeks via de link www.kuleuven.ac.be/studentendossier. Aanmelden gebeurt met je gebruiksnummer en je paswoord. Via ‘mijn studentendossier’ kan je je persoonlijke gegevens bekijken: naam, geboortedatum en nationaliteit. Een aantal gegevens kan je online aanpassen: burgerlijke stand, de taal waarin je wil communiceren en je adresgegevens. Sinds dit academiejaar kan je kiezen op welk adres je K.U.Leuven-correspondentie aankomt: thuisadres of kotadres. Via het K.U.Loket zijn wijzigingen, als je van kot verandert, of tijdens de zomervakantie, snel doorgegeven. Dat kan Cedric Berckmans beamen: hij had bij zijn inschrijving voor de eerste kandidatuur rechten het nummer van zijn kot niet doorgegeven. Enkele simpele muisklikken maakten dat in orde, zodat hij niet opnieuw moest aanschuiven bij de Dienst Studentenadministratie. Dat is natuurlijk nog belangrijker voor buitenlandse studenten - zo kon Marijn Holwerda uit Groningen online zijn thuisadres en een fout in zijn Leuvense kotadres wijzigen.
Privacy
‘Mijn studentendossier’ bevat ook een rubriek ‘curriculum’. Als je daarop klikt, vind je per academiejaar dat je was ingeschreven aan de K.U.Leuven de studierichting en het behaalde resultaat terug. Wie zich dit jaar inschreef voor een opleiding waarbij je opties moet kiezen, kon eventuele fouten nog online corrigeren tot 15 oktober. Liesbeth Van Den Bussche, die bij de eerste inschrijving een vergissing had gemaakt, heeft haar fout op deze manier rechtgezet. “Ik had me ingeschreven voor de enige kandidatuur sociologie Groep A. Bij mijn thuiskomst bleek dat die groep bedoeld was voor mensen die al een universitair diploma hadden. Ik heb eerst maatschappelijk werk gedaan, dus ik had me voor de verkeerde groep ingeschreven. Ik was blij dat ik niet terug moest naar het secretariaat, maar mijn optie online kon aanpassen naar Groep B.” Opletten: wie een verkeerde optie laat staan, kan in de problemen komen - op basis van dit systeem vult de faculteit immers je examenprogramma in. Ten slotte is er ook nog de rubriek ‘privacygegevens’. De wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer verbiedt het doorgeven van je persoonsgegevens aan derden. De universiteit houdt zich daar uiteraard aan, en vraagt je toelating om bepaalde zaken door te geven. Zo kun je aangeven of je al dan niet wilt opgenomen worden in het fotoboek van de studentenkring, en of je vroegere secundaire school op het einde van het academiejaar je studieresultaten doorgestuurd mag krijgen. Tot hiertoe maakten al 1.658 studenten gebruik van de nieuwe toepassing. De meesten van hen wijzigden adresgegevens, een driehonderdtal voerde de juiste optie in en 119 pasten hun privacygegevens aan. In de toekomst zal ‘mijn studentendossier’ nog worden uitgebreid met allerlei andere toepassingen. Zo zul je formulieren kunnen downloaden en afdrukken of de status controleren van de aanvraag voor een studietoelage. Wordt vervolgd... • www.kuleuven.ac.be/studentendossier
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
13
NIEUWS / ONDERWIJS
Televisieschool biedt studenten een ABC van de TV
“Verwacht geen champagne, maar cola light” Reiner Van Hove
“Ik dacht: als Dina Tersago een job bij Woestijnvis krijgt, dan maak ik toch ook een kans”, aldus een afgestudeerde communicatiewetenschapper. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Televisiezenders en productiehuizen zoeken mensen met ervaring. Maar hoe doe je ervaring op als je geen job te pakken krijgt? Een stage is een eerste mogelijkheid, de pas opgestarte Televisieschool een tweede.
A
l is die Televisieschool een onrechtstreekse vorm van ervaring: drie mensen uit het vak bieden studenten communicatiewetenschappen in acht sessies een inside blik op de televisiewereld. De opleiding is niet opgenomen in het curriculum, maar de studenten krijgen op het eind van de rit wel een certificaat. Initiatiefnemer van de Televisieschool is Johan Tuyaerts, die tot voor kort creatief directeur was van het productiehuis TV De Wereld, en aan de wieg stond van programma’s als Zalm voor Corleone, Gentse waterzooi en De schaduw van het kruis. Tuyaerts: “Het idee is eigenlijk ontstaan vanuit een nood in de sector. De werkgevers zijn op zoek naar polyvalente en flexibele mensen. Iemand die begint
research zou doen, terechtkomt in een productionele stage. We willen de vraag beter afstemmen op het aanbod, en in overleg met de productiehuizen nieuwe interessante stageplaatsen creëren.” “Toen ik nog studeerde, waren stages allesbehalve vanzelfsprekend. Ze zaten nog niet in het programma, en werden vaak zelfs afgeraden. Ik heb toen toch, illegaal zeg maar, stage gelopen bij het lifestyle-programma van Mimi Smith. Ik herinner me nog goed dat Mimi haar programma altijd afsloot met ‘Hou je wel in je vel !’ (lacht) Het was misschien niet mijn lievelingsprogramma, maar ik heb er wel geleerd hoe je een onderwerp moet uitwerken voor televisie. Dat zeg ik ook tegen mijn studenten: je zegt tegen je vrienden misschien liever dat je stage
“Een programma als Expeditie Robinson toont prachtige beelden, maar die plaatjes zijn het werk van doodvermoeide cameramensen, die soms ook nog eens een tropische ziekte opdoen.”
als deskresearcher, kan bijvoorbeeld een maand later gevraagd worden om mee op stap te gaan met een opnameploeg. Je moet dus van alle markten thuis zijn. En studenten die stage lopen bij de televisie, maken meestal maar een deel van het productieproces mee. Daarom heb ik, samen met twee collega’s, besloten om een aantal workshops te ontwikkelen. De bedoeling is dat wij, als mensen met een voet in de sector, de studenten een elementair ABC van de televisie meegeven. Zo krijgen ze een volledig en pragmatisch beeld van het productieproces, en kunnen ze beter voorbereid aan een stage beginnen.” Tuyaerts studeerde zelf communicatiewetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij stapte met zijn idee naar zijn gewezen prof Gust De Meyer. Die vond het meteen een prachtig initiatief: “Het past in onze filosofie om onze studenten zoveel mogelijk bruikbare ervaring mee te geven. We bieden bijvoorbeeld praktische vakken aan als videoproductie en e-commerce. We hebben ook een lokaal afgestaan aan Radio Scorpio, omdat er studenten van ons stage lopen bij die zender. Ik heb destijds gepleit voor de invoer van de stages - dat is vrij nieuw voor de humane wetenschappen. De stage is nog altijd niet verplicht, maar het merendeel van onze studenten kiest er toch voor. En de reacties zijn bijna onverdeeld positief.” Tuyaerts: “Het is ook de bedoeling dat de lesgevers van de Televisieschool die stages mee helpen coördineren. Nu gebeurt het soms dat iemand die liefst
loopt bij In de gloria dan bij Nonkel Jef, maar dat is een verkeerde houding.” Creatieve crisis
Samen met televisieregisseur Jan Matthys (Zalm voor Corleone, De bende van Wim, de Pieter Aspe-verfilmingen) en eindredacteur Jourik Vandervorst (De laatste show) verzorgt Tuyaerts in totaal acht sessies. De opleiding is opgebouwd rond de drie pijlers van een televisieprogramma: inhoud (redactie en research), vorm (regie) en organisatie (productie). Tuyaerts: “In de tweede sessie heb ik het over mijn persoonlijke stokpaardje: hoe ontwikkel je een programma? De studenten krijgen dan ook zelf de kans om een idee uit te werken. Ik vind het belangrijk om dat creatieve aspect te benadrukken. VTM komt uit een heel zware creatieve crisis, en algemeen hebben we een opmars gezien van buitenlandse formats. Daar loop je namelijk veel minder risico mee: ze hebben hun succes al bewezen, en vaak krijg je er nog een handleiding bij ook. Ik merk dat stagiairs in de tv-sector al snel iets hebben van: we worden hier helemaal niet gevraagd om creatief te zijn. Maar ik vind dat we ervoor moeten zorgen dat we later niet met nostalgie over De Mol zullen spreken als het laatste Vlaamse format.” Tuyaerts is momenteel volop bezig met het opstarten van een nieuw productiehuis: Sultan Sushi. Daarvoor kan hij natuurlijk talent gebruiken, en dat vindt hij misschien in de Televisieschool: “Dat is natuurlijk niet het primaire doel van
14 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
het initiatief. Maar ik geef eerlijk - en met plezier - toe dat dit voor mij ook een ideale manier is om studenten te leren kennen en eventueel te rekruteren. Ik kreeg trouwens onlangs nog een mailtje van een vriendin die bij Studio 100 werkt, en die vroeg om talent uit de Televisieschool naar haar door te verwijzen. Een gelijkaardige vraag kreeg ik van een medewerker van het programma Nachtwacht.” Niet alleen de sector, maar ook de studenten vinden de Televisieschool duidelijk een goed idee. Tuyaerts: “Er kwam zoveel respons dat we een tweede reeks sessies hebben moeten organiseren. Per reeks laten we maximaal zesentwintig studenten toe, om geen afbreuk te doen aan de interactiviteit van de opleiding. Waarom werk in de televisiesector zo gegeerd is? Tja, er straalt, denk ik, nog altijd iets mythisch vanaf. De realiteit is natuurlijk anders. Misschien dat in de glorieuze begindagen van VTM de champagne nog bij liters vloeide, maar nu is die champagne toch cola light of water geworden. De televisiesector is anno 2003 een harde concurrentiële wereld. En er moet ook hard gewerkt worden. Een programma als Expeditie Robinson toont prachtige beelden, maar die plaatjes zijn het werk van doodvermoeide cameramensen, die soms ook nog eens een tropische ziekte opdoen.” Man vangt bot
De studenten die deelnemen aan de Televisieschool zien er voorlopig nog kerngezond uit. Het gros van de cursisten studeert communicatiewetenschappen. Katrien Delcourt is een uitzondering. Zij studeerde Germaanse, gevolgd door
een extra jaar culturele studies. Momenteel maakt ze haar lerarenopleiding af: “Eén van mijn proffen vertelde me over deze opleiding. Het is mijn bedoeling om in de televisiesector aan de slag te gaan. Ik zou het liefst culturele programma’s maken, zoals Voetzoeker en Zwerfroute, en - op de Nederlandse televisie - Kunst omdat het moet.” Niet alle deelnemers zijn even gebrand op een job bij de televisie. Hans Martens zit in de tweede licentie communicatiewetenschappen: “Ik loop momenteel stage bij Cinema Zed, dat heeft niets met televisie te maken. Maar ik wil alle opties openhouden, en daarom heb ik me ingeschreven. Als ik toch in de televisiewereld terechtkom, dan zou ik het liefst documentaires maken, over wereldproblemen en geschiedenisachtige toestanden.” Filip Hubin is al afgestudeerd als communicatiewetenschapper, en is nu op zoek naar een job: “Ik heb verschillende pistes in gedachten, maar televisie is zeker de belangrijkste. Het is inderdaad geen evidente business om werk in te vinden. Ik heb spontane sollicitatiebrieven geschreven naar productiehuizen als Woestijnvis en Jok Foe. Soms krijg je helemaal geen reactie, soms krijg je een brief in de trant van: helaas hebben we momenteel geen vacatures. Van die sollicitatie bij Woestijnvis had ik wel meer verwacht. Voor mijn thesis heb ik namelijk het programma Man bijt hond doorgelicht. En ik dacht: als Dina Tersago daar een job krijgt, maak ik toch ook een kans. (lacht) Maar ze hebben niets van zich laten horen. De Televisieschool is een nieuw initiatief, dus wat de waarde ervan is, moeten we afwachten. Maar ik hoop dat deze opleiding mijn kansen op een job vergroot.” • Er zijn nog enkele plaatsen voor de extra reeks sessies van de Televisieschool. Info:
[email protected]
STUDENTEN
Cultuur kort
Leuvense burgie-teams behalen ereplaatsen op
UUR KULtUUR: Jazz met het Jan De Haas Quintet
internationale katapultwedstrijd
Opgepast: vliegende bowlingballen! Sven Nevens
Wat deed u deze zomer? Smelten op het strand van Blankenberge? Verdampen op een zuiderse costa? Of dehydrateren boven uw cursussen?
N
De wedstrijd zelf bestond uit een precisieopdracht en een afstandsopdracht. Frank: “Eerst moesten we onze bowlingbal zo dicht mogelijk bij een vlaggenmast zien te schieten die op 50 meter afstand stond. Vervolgens was het: alle remmen los!” Bert: “We hebben uren nagedacht over het concept, vervolgens was het berekeningen en tekeningen maken, en
• http://users.pandora.be/purple_shadow/katapult.html
Gorki in het stadspark Meer dan 4.000 studenten waren op 24 september afgezakt naar het stadspark voor de Welkom Middag, met cultuurmarkt, K.U.Leuven infomarkt en het allereerste UUR KULtUUR van dit academiejaar. Onder een heerlijk herfstzonnetje gaf Gorki het beste van zichzelf.
foto: Rob Stevens
Veiligheidsbunker
toen alles goedgekeurd was door onze monitor zijn we beginnen bouwen - stoffige aangelegenheid! We kozen voor een balistamodel - een gigantische kruisboog - waarbij we veel massa konden steken in onze boog zelf zodat er meer materiaal gebogen kon worden en dus veel energie kon worden opgeslagen. Een eenvoudig maar efficiënt ontwerp! De katapult mat zes bij vier meter en was drie meter hoog. Profielen kopen zou een erg dure grrap geweest zijn, maar gelukkig vonden we in de container van Bekaert afgekeurde exemplaren “Onze constructie was niet zonder die we goed konden gebruirisico: we hebben op het punt gestaan ken.” Het eerste schot werd gelost ermee te kappen omdat niemand in op het grasveld voor het kasteel de buurt van de opgespannen van Arenberg. Stijn: “Onze katapult wilde staan” begeleiders waren blijkbaar niet bang dat we ver zouden schieten... Eén en ander was trouwens echt wel niet zonder risico: op een gegeven moment hebben we op het punt gestaan ermee te kappen omdat niemand in de buurt van de katapult wou staan als hij opgespannen was. En we hadden een opspanner nodig. Uiteindelijk hebben we dan met paletten een veiligheidsbunker gebouwd.” Het uiteindelijke resultaat mocht er wezen. Katapuleuven versloeg teams uit onder meer de Verenigde Staten, Slovenië, Spanje en Polen en eindigde tweede, net voor het rivaliserende Leuvense team Kratapult. En wat is er ondertussen van de katapult geworden? Gijs: “In eerste instantie was het de bedoeling dat de katapult geschonken zou worden aan het militair museum maar inmiddels is de boog gesneuveld en zijn ze niet meer geïnteresseerd. Helaas vonden we ook geen van onze ouders bereid om het ding in de tuin te plaatsen en dus staat het nu ergens in een hoekje stof te vergaren. Zonde hè?”
foto: ingezonden
iets van dat alles voor Kratapult en Katapuleuven, de twee Leuvense studententeams die deelnamen aan de European Composite Catapult Competition For Engineering Students in Nederland. Zij mochten drie dagen lang hun kunstjes tonen met een 200 kilo zware reuzenkatapult en een uit de kluiten gewassen bowlingbal. Gewapend met een gietijzeren helm en een handvol prangende vragen, katapulteerde ik mezelf naar Gijs de Boevé, Frank Welkenhuyzen, Stijn Kusters en Bert Deketelaere - de stuwende krachten achter Katapuleuven. Hoe komt iemand erbij om bowlingballen weg te schieten met een reuzenkatapult? Gijs: “Alle studenten uit de tweede kandidatuur burgerlijk ingenieur moesten een bepaalde opdracht - met hulp van een assistent - tot een goed einde brengen. Wij waren meteen kandidaat om een katapult te bouwen uit gepultrudeerd composietmateriaal. Dat is opgebouwd uit glasvezeldraden die door een harsbad worden getrokken en na verharding krijg je dan een succesvolle combinatie van sterke glasvezels en buigzaam hars.” “De pultrusietechniek is al lang bekend, maar doel van deze wedstrijd was om de kennis ervan bij ingenieurstudenten aan te zwengelen. Het construeren van een katapult leent zich goed tot het bestuderen van de interne spanningen en de elasticiteit van het materiaal. Om aan de wedstrijd te mogen deelnemen mocht de katapult niet meer dan tweehonderd kilo wegen en moest hij minstens honderd meter ver kunnen schieten.”
Jan De Haas is vooral bekend als de slagwerker die al jaren zijn ritmisch talent tentoonspreidt in tal van ensembles. Minder bekend is dat hij daarnaast ook een begenadigd vibrafonist en percussionist is. Aan zijn kwartet werd een gitaar toegevoegd en dat levert een minder courante combinatie op. Jan zelf jongleert tussen vibes en percussie, terwijl de vakkundige inbreng van Nathalie Loriers (piano), Hendrik Braeckman (gitaar), Piet Verbist (contrabas) en Mimi Verderame (drums) voor een verrassend klankenpalet zorgt. Dat leent zich uitstekend voor een spannend en evenwichtig repertoire dat bestaat uit een selectie eigen composities en jazzstandards, aangevuld met werk van anderen. Verwacht een kleurrijke variatie met invloeden uit bebop, latin jazz en funk. • 22 oktober, 22u, Grote Aula, Maria-Theresiacollege, St.-Michielsstraat 6. I.s.m. Jazzlab Series, www.jazzlabseries.be
Passage In de Spina (gebouw B) van de KULAK loopt nog tot 30 oktober Passage, een tentoonstelling van jonge beeldende kunstenaars uit Noord-Frankrijk, met schilderkunst, fotografie, installaties, video enzovoort. Het project werd opgezet in samenwerking met de Ecole régionale des beauxarts de Dunkerque.
foto: Rob Stevens
foto: Patrick Holderbeke
Het Katapuleuven-team
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
15
PORTRET
Professor Koen Lenaerts in het hoogste Europese rechtscollege
“Europa is een maatschappelijk project” Ludo Meyvis
foto: ingezonden
Er wordt druk gebouwd in het Europees kwartier van de Luxemburgse hoofdstad. Ook het kantoor van Koen Lenaerts in het Hof van Justitie oogt nog wat kaaltjes. Hij heeft dan ook nog maar enkele dagen geleden de eed afgelegd die hem tot rechter in het hoogste Europese rechtscollege maakte - al doet hij tijdens het gesprek uitvoerig zijn best om dat ‘hoog’ te nuanceren.
I
n juridisch verantwoorde volzinnen, inclusief voetnoten, onderhoudt hij uw dienaar over het belang van Europa, de Europese instellingen en, uiteraard, het Europese recht. Hij spreekt geanimeerd, en véél: onze bijdrage blijft ongeveer beperkt tot een “Goeiedag” en “Bedankt en tot ziens”. “Daar komt de bibliotheek,” zegt hij, “en daar komt de foto van onze zes dochters. En die andere reeks foto’s heb ik gekregen van mijn collega’s van het Europese Gerecht van eerste aanleg, ook hier in Luxemburg, waar ik veertien jaar rechter geweest ben, tot ik aan het Hof benoemd werd.”
toegepast onderzoek, en op het vlak van dienstverlening verwijs ik graag naar mijn voorbereidend werk voor de Verklaring van Laken en de Conventie over de toekomst van Europa. Eigenlijk creëer je synergieën: wetenschappelijk werken beïnvloedt je praktijkwerk, en omgekeerd.” “Ik ben er zeker van dat mijn academisch verleden minstens even zwaar gewogen heeft als grond voor mijn benoeming als mijn ervaring bij het Gerecht van eerste aanleg, al is die
tussen de Unie en de lidstaten. In deze functie spreekt het Hof zich ook uit over de grondrechten van de burgers, zoals die door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verwoord worden, en door de constitutionele tradities van de lidstaten.” “De tweede functie van het Hof is die van hoogste rechtscollege van de communautaire rechtsorde. Het zorgt voor de eenheid in interpretatie en toepassing van het Europese recht. Dat gebeurt vaak langs zogenaamde preju-
“Volgens mij was de Irak-crisis anders verlopen als Europa institutioneel een paar jaar verder gestaan had dan nu...”.
Trots
“Mijn benoeming zal wellicht geen ingrijpende wijzigingen in mijn tijdsbesteding teweegbrengen. Ik blijf mijn werk in Luxemburg combineren met mijn werk aan de Leuvense rechtsfaculteit. Het vergt heel wat organisatie, zeker als je een groot gezin hebt, maar het gaat. En bovendien, ik zou niet kunnen kiezen. Ik ben hoogleraar, zo voel ik me, én ik oefen het ambt van Europees rechter uit. Kiezen is hopelijk nooit aan de orde.” “Ik heb de praktische en de wetenschappelijke kant eigenlijk altijd gecombineerd. Als praktizijn heb ik in Luxemburg gewerkt als referendaris voor René Joliet, de vroegere Belgische rechter bij het Hof, daarna als advocaat in een groot Brussels kantoor dat veel Europese zaken had, en daarna, toen ik 34 was, als rechter bij het Gerecht van eerste aanleg. Tegelijkertijd wil ik alle aspecten van mijn werk in Leuven zéér ernstig blijven nemen, zowel wat onderzoek betreft als onderwijs en dienstverlening. De meer fundamentele aspecten van het Europees recht worden onder meer behandeld in de handboeken Europees Recht in Hoofdlijnen en Europees Procesrecht, die ik respectievelijk met Piet Van Nuffel en Dirk Arts geschreven heb. Het zijn trouwens nog altijd de enige Nederlandstalige handboeken van die omvang in België, en ze worden ook in het Engels uitgegeven in Londen.” “Mijn werk als rechter in Luxemburg beschouw ik een beetje als
natuurlijk mooi meegenomen. Je solliciteert niet echt voor zo’n benoeming. In het vakgebied kent men je belangstelling voor de functie en dan word je er op een bepaald ogenblik door de regering voor voorgesteld. Het is zeker geen partijgebonden politieke aangelegenheid. Het houdt een belangrijke professionele erkenning in, en ik zou liegen als ik zei dat ik het niet ervaar als een heel grote eer. Per slot van rekening ben je op deze plaats de enige Belgische vertegenwoordiger: er is maar één rechter per lidstaat.” “Leuven scoort op het vlak van de hoogste Europese magistratuur trouwens niet slecht. Josse Mertens de Wilmars is twaalf jaar Belgisch rechter in het Hof geweest, en daarna vier jaar voorzitter, en Walter van Gerven is zes jaar advocaat-generaal geweest. Het vervult me met trots dat ik in hun voetsporen mag treden.” Functies
“Het Hof van Justitie heeft twee functies. Het is een constitutioneel hof, met dien verstande dat de grondwet van Europa bestaat uit de Verdragen waarop de Unie is gebaseerd. Een echte grondwet, voorbereid door de Conventie, ligt nu ter discussie. Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van die Verdragen en dus in de eerste plaats van de evenwichten tussen de Europese instellingen, die ieder over hun eigen prerogatieven beschikken, en
16 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
diciële vragen, die zowat de helft van het werk uitmaken. Dat zijn vragen die rechters van een lidstaat stellen nog vóór een zaak door hen beslecht wordt, vragen rond de interpretatie van bepaalde Europese rechtsregels, feitelijk vaak betreffende vermoedelijke conflicten van de eigen nationale wetgeving met die van Europa. De nationale rechter zondert die vraag dan af uit het dossier en legt ze voor aan het Hof. Vooral zogenaamde uitleggingsarresten zijn van belang. De uitleg die het Hof geeft aan een bepaalde norm, wordt namelijk onderdeel van de norm zelf, krijgt dus dezelfde rechtskracht, en overstijgt aldus het belang van de concrete zaak.” Vertrouwensrelatie
“Het Hof van Justitie heeft het hoogste gezag in de zaken waarvoor het bevoegd is, maar dat wil niét zeggen dat het als instelling in een hiërarchisch hogere positie staat tegenover de nationale rechtscolleges. Ik zou het eerder een vertrouwensrelatie willen noemen, een relatie van gezaghebbende dienstbaarheid. Zo komt een prejudicieel arrest van het Hof tot stand in dialoog met de nationale rechter.” “Het Hof staat wél hiërarchisch hoger ten aanzien van die andere Europese rechtbank, met name het Gerecht van eerste aanleg. Het Hof kan immers geadieerd worden als cassatieinstantie. Het treedt dan niet in een
beoordeling van de feiten, maar spreekt zich uit over vragen van rechtspleging en juiste toepassing van het Europees recht. Ook hier draait alles rond het bewaren van de eenheid binnen het Europese recht. Zowat 80 procent van de beslissingen van het Gerecht van eerste aanleg worden definitief zonder hogere voorziening bij het Hof. Van de resterende 20 procent wordt ongeveer een derde herzien. In praktisch alle gevallen gaat het om principiële kwesties, waarrond hooggekwalificeerde juristen van mening kunnen verschillen, en het is dan aan het Hof om daarin te beslissen. Een verbroken arrest houdt dus zeker geen verdoken blaam in! Je mag niet vergeten dat het Europese recht al bij al nog vrij jong is, en dat het dus voortdurend in beweging is.” “De zaken waarover het Hof zich moet uitspreken, ongeveer vijfhonderd per jaar, hebben potentieel vaak grote financiële gevolgen. Een uitspraak over het al dan niet geoorloofd zijn van bepaalde subsidies, in wat voor vorm dan ook, kan voor een bedrijf of zelfs voor een hele sector gevolgen hebben. Het spreekt vanzelf dat de vijftien rechters van het Hof over de hoogste graad van onafhankelijkheid moeten beschikken om daarover te oordelen. Op dat vlak is er een heel duidelijke consensus. Alle actoren in Europa begrijpen immers dat het systeem betrouwbaar moét zijn, en dat de onafhankelijkheid van het gerecht te allen prijze gegarandeerd moet zijn. Nu, ik moet zeggen dat ik tijdens mijn ambtsperiode bij het Gerecht van eerste aanleg geen énkele poging heb weten ondernemen om die onafhankelijkheid in het gedrang te brengen. Aan het Hof, waarvan de praktische werking niet zo grondig verschilt van die van het Gerecht, verwacht ik dergelijke pogingen evenmin.” Spraakmakend
“Het is moeilijk om echte toppers aan te wijzen in de arresten van het Hof, omdat een groot aantal arresten principiële vragen aansnijden. In de jaren ’60 zijn wellicht de allerbelangrijkste arresten geveld. Die arresten hebben het fundament gelegd waarop de Europese
FORUM rechtsorde stoelt. Zij hebben onder meer de voorrang en de inroepbaarheid van het Europese recht door de burgers vastgelegd. Een arrest uit 1991 bouwt hierop voort en stelt dat een burger schadevergoeding moet kunnen krijgen van een lidstaat die de rechten schendt die deze burger put uit het Europese recht. Dit arrest klinkt misschien minder spectaculair dan het arrest-Bosman, maar het belang is potentieel veel groter: het bepaalt immers dat ‘Europa’, met inbegrip van zijn lidstaten, geen vage, niet aansprakelijke constructie is, maar een ‘gewone’ deelnemer aan het rechtsverkeer, tegen wie je je kunt verweren.” “Andere spraakmakende arresten bevorderden de onderlinge erkenning van diploma’s, of de gelijkheid van man en vrouw. Er zijn arresten gewezen over de transparantie van de administratie, waardoor je als burger toegang tot bepaalde documenten kunt afdwingen, enzovoort. Het Hof is een essentiële component van het Europese systeem, samen met de Raad, de Commissie en het Parlement. De rol van die Europese instellingen zal in de toekomst alleen maar toenemen.” Imago
“Europa worstelt met een imagoprobleem, daar ben ik me goed van bewust. Maar er is een kentering ten goede, en het Belgische voorzitterschap heeft in dat verband een erg positieve rol gespeeld. Ik stel vast dat steeds meer mensen en organisaties merken dat hun wereld niet ophoudt bij de nationale grenzen, en dat heel wat zaken nu eenmaal beter werken als je ze op een Europese schaal aan-
pakt. Van de kant van de Europese instanties stel ik een duidelijke bereidheid vast om de structuren inzichtelijker te maken. De invoering van een Europese Grondwet moet ook in dit perspectief worden bekeken.” “Europa wordt nog te veel gepercipieerd als een economisch project, terwijl het véél meer is. Europa is eerst en vooral een maatschappelijk project. Het zit complex in elkaar, maar er komt stilaan toch stroomlijning in. Als de Grondwet er eenmaal zal zijn, zal Europa niet ‘moeilijker’ zijn dan een gemiddelde staat, vind ik. Europa wordt beter uitlegbaar. Bovendien mag je misschien ook niet verwachten dat kennis van de Europese instellingen echt bij iedereen zal doordringen. Trouwens, hoeveel mensen hebben een helder inzicht in de staatsstructuur van België?” “Ik vind het heel belangrijk dat Europa niet iets is dat top-down door de bewindslieden en naamloze ambtenaren gedicteerd wordt, een vervan-mijn-bed-show, maar dat het een bottom-up gevoel zal oproepen, iets dat ‘van ons’ is. Daar zijn we nog niet aan toe, maar er wordt aan gewerkt. Ik denk trouwens dat de Conventie daar veel toe heeft bijgedragen. In dat kader werden regelingen getroffen voor dingen die de mensen wél direct aanbelangen, bijvoorbeeld structuren voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, of op extern vlak de creatie van het ambt van minister van buitenlandse zaken van de Unie enzovoort. Het is maar een eigen projectie achteraf, maar volgens mij was de Irak-crisis anders verlopen als Europa institutioneel een paar jaar verder gestaan had dan nu...”.
advertentie
Het ‘vaderland’ in gevaar?
Democratie aan onze universiteit Zeker voor de lagere bestuurlijke niveaus van de universiteit zijn democratische verkiezingen noodzakelijk volgens professor Daniel van Steenberghe. Hij kijkt dan ook bezorgd aan tegen de tendens om steeds meer functies van hogerhand toe te kennen. Democratie is het minst slechte bestuurlijke systeem, zei Churchill na een halve eeuw politieke ervaring. Het is naast de christelijke waarden ook één van de hoofdpijlers van onze Europese beschaving, die sommigen schimpend “oud Europa” noemen. Een democraat heeft steeds het recht de democratie als bestuurlijk systeem in vraag te stellen. Men moet echter deze vraagstelling afwegen tegenover de door de geschiedenis steeds opnieuw aangetoonde ontsporingen van het autoritarisme. Wan-
was het beslissende woord, ook al kende de instelling vaak sterke personaliteiten die hun visie kracht bijzetten. Niettegenstaande deze uitmuntendheid en traditie, ziet men recent steeds meer de neiging om functies binnen het universiteitsbestuur toe te kennen. In plaats van primi inter pares te zijn worden bekleders van deze functies steeds meer door de ‘overheid’ bepaald; de missi dominici. De rechtstreekse rectorsverkiezing is op zich geen essentiële bijdrage tot de democratische structuur van een grote universiteit zoals de onze.
“De wetgever heeft de benaming ‘Zelfstandig Academisch Personeel’ gegeven om duidelijk te maken dat hun denken en praxis onafhankelijk moeten zijn van bestuurlijke instructies.” neer dergelijk debat plaatsvindt in een universitaire instelling, moet men daarenboven rekening houden met de bijzonderheden van haar opdracht en met het bijzondere karakter van de (hoofd)spelers. Men kan niet zomaar De Republiek van Plato ter hand nemen als leidraad. De universiteit is een bijzonder kenniscentrum, gedragen door vele experten en bevolkt door voornamelijk studenten. Het is een vrij unieke constellatie waarbij ambtenaren van (hoog) niveau een groot deel van de werknemers uitmaken. Het is ook een voorbeeld bij uitstek van de non-market sector. Het is dus geenszins vergelijkbaar met een commercieel bedrijf waar variërende managementtechnieken schering en inslag zijn. De universiteit moet, zonder te vervallen in een Utopia, een samenleving zijn die begeesterd is door zijn multipele finaliteiten, de zogenaamde opdrachten. Het moet er aangenaam leven zijn en eenieder moet er zijn talenten kunnen ontplooien en hiervoor erkend worden. De wetgever heeft juist daarom aan een fractie van de universitaire werknemers de benaming Zelfstandig Academisch Personeel gegeven. Dit om duidelijk te maken dat hun denken en praxis onafhankelijk moeten zijn van bestuurlijke instructies. Dit uiteraard zonder een onontbeerlijke coördinatie te negeren. Zonder afspraken, of zonder op mekaar af te stemmen kan men geen harmonie bereiken. Onze universiteit scheert sedert geruime tijd toppen, ook volgens internationale normen. Consensus
Het is immers niet mogelijk de kandidaat-rector vooraf te kennen of te evalueren. Kiesprogramma’s, die meestal niemand zich naderhand herinnert, spelen hierbij nauwelijks een rol. Dit ligt wel anders op lagere echelons waar departementsvoorzitters, voorzitters van POC en voor niet te grote faculteiten de kandidaat-decaan meestal goed gekend zijn. Door rechtstreekse interactie met de persoon kan men zich een waar oordeel vormen over zijn/haar menselijke kwaliteiten en bestuurlijke capaciteiten. Alexis de Toqueville, die het Ancien Régime, de revolutie en de restauratie aan de lijve ervaarde, was in zijn boek De la Démocratie een voorloper van Churchill. Zijn pleidooi mag niet verloren gaan. Sommigen, zelfs van het ZAP, zijn voorzichtig in hun publieke uitlatingen. Indien dit uit hoofde van de nodige reflectie is, geen probleem. Indien dit een onzekerheid weerspiegelt, dan zitten wij fout. “Wanneer men niet durft te zeggen wat men meent, eindigt men met niet meer te menen wat men zegt”, zei de Griekse stoïcijn Zeno reeds in de 3de eeuw voor Christus. Laten wij hopen dat alle geledingen van onze universiteit, die in de eerste plaats de studenten toebehoort, hun verantwoordelijkheid opnemen. Het ‘vaderland’ is misschien in gevaar. Daniel van Steenberghe, gewoon hoogleraar Faculteit Geneeskunde, Departement Tandheelkunde, mondziekten en kaakchirurgie
Rector in debat met ZAP Op 15 oktober trad de rector in debat met het ZAP over de discussienota ‘Strategie, Beleid & Organisatie’. U leest er alles over in de volgende Campuskrant.
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
17
A D VA LVA S
Publicaties
Doctoraten Deze rubriek is gebaseerd op de databank ‘Agenda K.U.Leuven’, die u vindt onder agenda.kuleuven.be Economische en Toegepaste Economische
Toegepaste Wetenschappen
Wetenschappen
26 sept., Stijn Put, Functionele Gradiënt materialen aangemaakt met behulp van elektroforetische depositie.
25 sept., Carlo Altomonte, Essays on Foreign Direct Investment in Transition Countries. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte
25 sept., Arthur Cools, Langage et subjectivité. Vers une approche du différend entre Maurice Blanchot et Emmanuel Lévinas. Letteren
29 sept., Karen Lahousse, The Distribution of Postverbal Nominal Subjects in French: a Syntactic, Semantic and Pragmatic Analysis. 11 okt., Tom Goyens, Gemeinschaft and Revolution: The German Anarchist Movement in New York City. 1880-1906.
29 sept., Tom Sels, De Tesla-transformator als multifunctionele testomgeving voor HS-toepassingen. 29 sept., Hans Vande Sande, Modelling and Finite Element Simulation of Non-Linear and Anisotropic Quasi-Static EM Systems. 29 sept., Martin Vogels, Modeling and Simulation Techniques for Oversampled Data Converters. Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen
13 okt., Frank Joosten, Collectiva en aggregaatsnamen in het Nederlands: begripsbepaling en typologie.
8 okt., Karolien Denef, The Relationship Between Soil Aggregation, Organic Matter and Microorganisms as Affected by Clay Mineralogy.
Psychologie en Pedagogische
15 okt., Karine Vandermeiren, Global Change and Potatoes - Impact of Increased Tropospheric 3 okt., Caroline Van Eccelpoel, Transsaccadic Object Perception: Semantics in an Orientation- CO2 and O3 on the Physiological Performance and Tuber Yield of Solanum Tuberosum cv Dependent Object Lexicon. Bintje. 13 okt., Anneloes Vandenbroucke, Blocking in Human Pavlovian Conditioning. A Search for Farmaceutische Wetenschappen Boundary Conditions. 29 sept., Eliangiringa Kaale, Determination of Aminoglycoside Antibiotics in Bulk and Human Serum Samples by Capillary Electrophoresis. Sociale Wetenschappen 1 okt., Pascal Lefèvre, Willy Vandersteens Suske en Wiske in de krant (1945-1971). Een theoreGeneeskunde tisch kader voor een vormelijke analyse van 2 okt., Gunnar Naulaers, Non-Invasive strips. (zie ook artikel op pagina 6 -red.) Monitoring of the Neonatal Cerebral and Splanchnic Circulation by Near-Infrared Spectroscopy. 14 okt., Jerry Welkenhuysen-Gybels, The Detection of Differential Item Functioning in Likert Score Items. 3 okt., Luo Xu, Studies on the Structure and the Expression of Motilin and Mutagenesis of the Motilin Receptor. Wetenschappen 29 sept., Dieter Buntinx, Influence of Shape 6 okt., Yanming Huang, Drug Eluting Stents. Anisotropy and Exchange Bias on the Domain Structure and Magnetoresistance of Mesoscopic Anti-Inflammatory Approach to Prevent Restenosis After Stent Implantation. Ferromagnets. Wetenschappen
Doctoraten vereenvoudigd op het web Naar aanleiding van elke doctoraatsverdediging publiceert de K.U.Leuven op haar website een vulgarisatie van de proefschriften. U vindt ze op www.kuleuven.ac.be/doctoraatsverdediging/0203/
Hostgroep K.U.Leuven
Vacature: studentenjob (m/v) met inhoud
Wie een mededeling wil laten opnemen in deze rubriek, kan een digitaal formulier invullen op www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm
Humane Wetenschappen H. Arts, Dagboek van een Godzoeker, ISBN 90-5826-233-2, Leuven, Davidsfonds, 2003, 124 p. Met zekerheid spreken over Iemand die schijnbaar niet bestaat: het past niet in de canon van deze tijd. Toch spreekt Herwig Arts over God, tot God. In zijn dagboek is hij bijzonder open en ad rem over wat hij helder kon aanvoelen of begrijpen. L. Boeve, God. Hoe voelt dat?, ISBN 90-5826234-0, Leuven, Davidsfonds, 2003, 304 p. In dit boek gaat het over de actuele honger naar religieuze ervaringen. Hebben christenen daarop het alleenrecht? Hoe ervaren zij God? En wat betekenen die vele andere vormen van authentiek zinzoeken in onze samenleving? S. Christiaensen (ed.), Veiligheid bij muziekevenementen in openlucht. Verantwoordelijkheden, regelgeving en handreikingen voor een gemeentelijk beleid, ISBN D 2003 8132 55, Brussel, Politeia, 2003, 150 p., 29 euro. In dit boek worden de verantwoordelijkheden belicht van de organisatoren van concerten en festivals en van de lokale besturen. Komen achtereenvolgens aan bod: de civiele en de politiële veiligheidszorg, risico-inschatting inzake bevolkingsconcentraties en brandbeveiliging, de persoonscontrole, de aansprakelijkheden en de aangewezen verzekeringen, het gemeentebestuur als regisseur van de veiligheid. J. Cumps en D. Phillips, An A to Z of Common Errors, ISBN 90-5350-362-5, Antwerpen, Garant, 2003, 167 p. In deze praktische gids vind je een alfabetisch overzicht van de meest frequente moeilijkheden die Vlamingen en Nederlanders ondervinden wanneer ze Engels spreken of schrijven. De uitleg in het boek is geformuleerd in eenvoudig Engels en de items worden geïllustreerd met duidelijke voorbeelden uit kranten, het internet, radio en televisie. P. D’Haese en J. Lamberts (red.), De eucharistie in het hart van de Kerk en voor het leven van de wereld, ISBN 90-334-5068-2, Leuven, Acco, 2003, 226 p., 19,50 euro. In het eerste deel De eucharistie begrijpen komen aan bod: de maaltijd van de Heer volgens het Nieuwe Testament (Mgr. Houssiau), de ontwikkeling tot de eucharistische maaltijd (A. Goossens), symbolische theologie van de eucharistie (A. Haquin), de aanwezigheid van Christus (P. De Clerck), het eucharistisch gebed (G. Pinckers). Deel twee De eucharistie beleven biedt: de hedendaagse eucharistische praktijk (P. D’Haese), de zin van de hervorming (L. Lemmens), de dynamiek van de viering (D. Dufrasne), de diverse diensten en de actieve deelname (J. Lamberts), het hart van de Kerk (M. ‘T Joen), gebroken brood voor de wereld (P. Pas). Deel drie De eucharistische cultus behandelt de oorsprong van Sacramentsdag (J.-P. Delville) en de eucharistische vroomheid (D. Maes).
Dan ben jij de host(ess) die we zoeken!
J. Lamberts (red.), Ars celebrandi of de kunst van het waardig vieren van de liturgie, ISBN 90-334-5116-6, Leuven, Acco, 2003, 179 p., 19 euro. Een liturgie die wil zijn wat ze beoogt, vraagt van hen die erin voorgaan een kennis van, een vaardigheid in en een adequate viering van onze christelijke mysteriën. Men hoort naast de waardering voor de grotere creativiteit wel eens klagen over een vergaand amateurisme. Het 15de Internationaal Colloquium van het Liturgisch Instituut van de K.U.Leuven behandelde daarom de ars celebrandi. Dit verslagboek biedt de inspirerende lezingen van o.m. L.-M. Chauvet (Parijs), A. Heinz (Trier), A. Vernooij (Tilburg), e.a.
Stuur snel een mailtje naar
[email protected] Meer info vind je op www.kuleuven.ac.be/hostgroep
S. Opdebeeck, H. Van Hove, C. Van Audenhove, Zin in zorg? Reflecties en gesprekken over zingeving aan mantelzorg, Leuven,
• Ben je een dynamische duizendpoot met zin voor initiatief? • Heb je zin om je horizon te verruimen en de universiteit ook ‘achter’ de schermen te leren kennen? • Zegt het je iets om de vele K.U.Leuven-festiviteiten mee in goede banen te leiden? • Ben je niet allergisch voor hoedjes (v) of stropdassen (m)? • And last but not least: zit je in 1ste of 2de kan?
18 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
LUCAS, 2003, 131 p., 15 euro. Mensen in zorgsituaties worden op twee niveaus met zinvragen geconfronteerd. Hoe geeft men zin aan een maatschappelijk weinig gewaardeerde activiteit als zorgverlening? Hoe motiveert men voor zichzelf de keuze om deze zorg op te nemen en vol te houden? Het tweede niveau heeft te maken met de confrontatie met de pijn en de functionele beperkingen van het verzorgde gezinslid. Deze confrontatie kan existentiële vragen oproepen: wat is de zin van het lijden, wat is de zin van een leven met zoveel pijn? Vooral het eerste zingevingsniveau komt in dit rapport aan bod. B. van Daele, Het Romeinse leger, ISBN 905826-224-3, Leuven, Davidsfonds, 252 p., 24,95 euro. Hoe werkte het Romeinse leger? Infanteristen, ruiters, koeriers, slingeraars, verkenners, huurlingen... : hoe werden zij gerekruteerd en ingezet? Welke wapenuitrusting droegen zij? Hoe lang duurde hun legerdienst? Hoe verliepen de troepenbewegingen en de bevoorrading? Kon een goede soldaat carrière maken en werd de slechte gestraft? Kortom: waarin lag het succes van het Romeinse leger? Dit intrigerende boek is een levendige kennismaking met een legendarische krijgsmacht. Van het prille begin tot het uiteenvallen van het Romeinse Rijk.
Biomedische Wetenschappen K. De Rick, G. Loosveldt, C. Van Audenhove, F. Lammertyn, De vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg, Leuven, LUCAS, 2003, 237 p., 20 euro. Gedurende de laatste decennia heeft er in de geestelijke gezondheidszorg een belangrijke verschuiving plaatsgevonden, namelijk van institutionalisering van ernstig en langdurig psychisch zieken naar deïnstitutionalisering en vermaatschappelijking. Begin 2000 startte in drie Vlaamse regio’s een project over de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg. Dit rapport is een weerslag van een drie jaren durend actieonderzoek waarin drie groepen van voorzieningen begeleid werden bij het ontwikkelen van een maatschappelijk steunsysteem voor langdurig psychisch zieken die in de gemeenschap verblijven. S. Van Houdt en A. Van Meerbeeck, Zin in zorg? Pleegzorg voor personen met een handicap: een doorlichting, Leuven, LUCAS, 2003, 137 p. + bijlagen, 15 euro. Dit onderzoeksrapport wordt ingeleid met basisinformatie over de organisatie van de pleegzorg voor personen met een handicap en met cijfergegevens over de plaatsingen, over de behandeling van pleegzorgaanvragen, over de kenmerken van pleeggezinnen en pleeggasten en over de financieringsbronnen en het personeel van de diensten. Vervolgens worden de resultaten van de twee onderzoeksluiken beschreven. Het eerste luik behelsde een doorlichting van de werking van de twaalf door het Vlaams Fonds erkende pleegzorgdiensten. Het tweede brengt de eigenheden en de knelpunten van de pleegzorgsector in kaart. A. Van Meerbeeck, Determinanten voor de instroom in tehuizen voor niet-werkenden, Leuven, LUCAS, 2003, 75 p. + bijlagen, 15 euro. De concrete aanleiding voor dit onderzoek was de vaststelling dat vele mogelijke cliënten van zorgvoorzieningen voor volwassen personen met een verstandelijke handicap uit internaten en scholen voor buitengewoon onderwijs stromen, zonder (meteen) naar een voorziening voor volwassenen te gaan. In dit onderzoeksrapport worden de diverse trajecten van de respondenten inzake het gebruik van voorzieningen in kaart gebracht. Ook de determinanten voor uithuisplaatsing komen aan bod. Ter afronding worden de onderzoeksresultaten geïntegreerd en worden conclusies en beleidsaanbevelingen geformuleerd.
Bevorderingen, benoemingen en aanstellingen in het zelfstandig academisch personeel voor het academiejaar 2003-2004 Bevorderingen Gewoon hoogleraar
Godgeleerdheid Johan Verstraeten Rechtsgeleerdheid Lieven Vandekerckhove Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen (ETEW) Filip Roodhooft Sociale Wetenschappen Geert Loosveldt Letteren Lieven D’hulst Johan Tollebeek William Van Belle Luc Van Der Stockt Hans Vlieghe Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (PPW) Marie-Claire Foblets Jan Van Damme Daniël Wildemeersch Wetenschappen Désiré Bolle Stefaan Poedts Toegepaste Wetenschappen Bart Demoen Georges Gielen Robert Puers Jan Van Humbeeck Geneeskunde Carine Carels Guillaume Droogmans Anne Marie Hausman George Sutherland Willy Van Driessche Farmaceutische Wetenschappen Peter De Witte Jan Tytgat Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (FLOK) Bartholomeus Vanreusel Buitengewoon hoogleraar
Sociale Wetenschappen Luc De Vos Geneeskunde Frans Debruyne Koen Demyttenaere Dirk Vanderschueren Boudewijn Van Houdenhove Jan Verhaegen Hoogleraar
Godgeleerdheid Gilbert Van Belle Rechtsgeleerdheid Stephan Parmentier ETEW Christophe Crombez Hans Degryse Marleen Willekens Hoger Instituut Voor Wijsbegeerte Stefaan Cuypers Leon Horsten Letteren Carine Defoort Piet Desmet Nadia Lie Willy Smedts Paul Trio Frank Van Eynde Interfacultaire / Interuniversitaire Instituten
Jan De Maeyer Serge Verlinde Rectorale diensten Johan Hoornaert Wetenschappen Luc De Meester Arnoldus Kuijlaars Toegepaste Wetenschappen Martine Baelmans Bart Blanpain Dirk Cattrysse Bart Preneel Eric Steegmans Jozef Vander Sloten Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen (LTBW) Dirk De Vos Dirk Raes Erik Smolders Geneeskunde Kanigula Mubagwa Luc Raeymaekers Marc Van Hulle FLOK Marc Van Leemputte
Hilde Staels Wetenschappen Willem Van Neer Toegepaste Wetenschappen Gerda Janssens LTBW Jos Van Orshoven Geneeskunde Jozef Arnout Erwin Bellon Bart Bijnens Marina Danckaerts Marc Hoylaerts Dominique Huyskens Marc Miserez Paul Proost Marc Sabbe Maria Schetz Thierry Vandendriessche Marc Van De Velde Wim Van Paesschen Caroline Weltens Carine Wouters FLOK Michel Probst Marijke Van Kampen
Deeltijds hoogleraar
Benoemingen en aanstellingen
PPW Filip Dochy Geneeskunde Daniel Engelbert Blockmans Guy Bogaert Xavier Bossuyt Koenraad Devriendt Gert Matthijs Patrick Matthys Bart Meyns Guido Moens
Buitengewoon hoogleraar
Kerkelijk Recht Pieter Coertzen Hoogleraar
PPW Rudi D’hooge Geneeskunde Peter Donceel Walter Sermeus
Hoofddocent
Godgeleerdheid Leo Kenis Rechtsgeleerdheid Wouter Devroe Sociale Wetenschappen Bart Maddens Geert Van Hootegem Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Gerd Van Riel Letteren Jan Van Der Stock Toon Van Houdt PPW Norbert Vanbeselaere Karine Verschueren Wetenschappen Luc Brendonck Joris Winderickx Toegepaste Wetenschappen Erik Duval Edward Heylen Jan Vermant LTBW Jan Michiels Geneeskunde Gertrudis Carmeliet Joseph Mebis Johannes Swinnen FLOK Christophe Delecluse Deeltijds hoofddocent
Rechtsgeleerdheid Axel Haelterman Caroline Van Schoubroeck Letteren
Wetenschappen Stefaan Vaes LTBW Ann Van Loey Geneeskunde Peter Janssen Aleyde Van Eynde Thomas Voets Farmaceutische Wetenschappen Anja Rabijns FLOK Gert Vande Broek Deeltijds docent
Godgeleerdheid Hans Ausloos Karline Demasure Benedicte Lemmelijn Kerkelijk Recht Adrianus Van Der Helm Letteren Eugene Schreurs Dries Vanysacker Wetenschappen Maria Janssens Koenraad Muylaert Erik Van Der Eycken Anton Van Rompaey Gert Verstraeten Toegepaste Wetenschappen Jacques Clerinx LTBW Christophe Courtin Emiel Hensen
Edwin Kets Erik Vranken Geneeskunde Frédéric Amant Veerle Baekelandt Philippe Debeer Sophie Debrock Jean-Marie Degryse Joseph Dens Rita Derua Inge Fourneau Marc Jacquemin Katrien Lagrou Walter Luyten Joannes Menten Lieve Naesens Christophe Pannecouque Hilde Pince Siegfried Segaert Carl Spiessens Jean Steyaert Sabine Tejpar Baki Topal Dominique Trouet Paul Vanderschot Johannes Van Loon Astrid Van Wieringen Ingrid Witters Farmaceutische Wetenschappen Steven Simoens FLOK Katleen Desloovere Koenraad Peers
A D VA LVA S
Gastdocent
Geneeskunde Mulkens Filip Gasthoogleraar
Farmaceutische Wetenschappen Massart Desire Buitengewoon gastdocent
ETEW Mayeres Inge Sociale Wetenschappen Van Rompaey Veerle Letteren Lauwers Peter Viaene Vincent Wetenschappen Degryse Patrick Steenbergen Therese LTBW Anthonis Jan Kirschhock Christine Lammertyn Jeroen Mathys Janick Sels Bert Geneeskunde Baens Mathijs Duyck Joke Vermeire Severine Farmaceutische Wetenschappen Gils Ann Lescrinier Eveline
Benoemd of onderscheiden Wie een mededeling wil laten opnemen in deze rubriek, kan een digitaal formulier invullen op www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm
Hoofddocent
Letteren Philip Van Peer Wetenschappen Robert Speijer Patrick Van Dijck Hans Van Winckel Toegepaste Wetenschappen Herman Bruyninckx Geert Deconinck Jan Fransaer Bert Lauwers Johan Suykens Geneeskunde Zeger Debyser Deeltijds hoofddocent
Wetenschappen Stefan De Gendt Onderwijsbeleid Wim Van Petegem
Professor emeritus Herman Delooz, voorzitter van de European Society for Emergency Medicine, ontving de International Emergency Medicine Leadership Award van de American Academy of Emergency Medicine. Hij is daarmee de eerste Europeaan aan wie deze eer te beurt valt.
Professor Koen Binnemans, hoofddocent aan de Faculteit Wetenschappen en verbonden aan de Afdeling Coördinatiechemie, werd verkozen tot ondervoorzitter van de European Rare-Earth and Actinide Society (ERES).
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP De vacaturelijsten met vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2003-2004 vindt u op de website www.kuleuven.ac.be/admin/rd/niv3p/ad-i01.htm. De vacatures worden ook wekelijks aangekondigd in de eNieuwsbrief, die u vindt op www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief.
Docent
Rechtsgeleerdheid Geert Van Calster ETEW Stijn Viaene Sociale Wetenschappen Marc Hooghe Letteren Leo De Ren Raphaël Ingelbien Lies Sercu Hans Smessaert PPW Hilde Colpin Hans Grietens
Organiseer je iets? Kondig het gratis aan in de
eNieuwsbrief K.U.Leuven Surf naar www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief/
Onderzoekskalender Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert: Dienst Onderzoekscoördinatie Naamsestraat 22, 3000 Leuven (t) 016 32 40 53, (f) 016 32 41 9,
[email protected]
K.U.Leuven gesigneerde artikelen Sportkledij, kantwerk, pennensets, sleutelhangers, paraplu’s, Sedes-beelden, boeken, enz.
Boetiek K.U.Leuven Oude Markt 13, 3000 Leuven, tel. 016 32 40 16 (open 10-12u en 14-16u) of surf naar www.kuleuven.ac.be/boetiek/
16.10.2003 C A M P U S K R A N T
19
world.wide.wetenschap
In beeld
• Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten •
Gratuit
foto: Liesbeth Bernaerts
Klapstuk # 11 De elfde editie van Klapstuk, het internationale dansfestival van Stuk, loopt stilaan weer naar zijn einde. Snelle beslissers kunnen donderdag 16 oktober om 20u nog (gratis!) naar Le Séminaire III, waarin Alain Platel en Isnelle da Silveira u het resultaat van hun workshop tonen, een gedurfd project waarin ze een aantal jonge dansers de kans geven hun talenten te tonen aan een groter publiek. Meer info en tickets: (t) 016 32 03 20, www.stuk.be. foto: Séminaire I met Heleen en PJ Vervondel
Alles moet gratis, zegt toch de heilige Steven. Dat hebben ze goed begrepen op de site gewijd aan Jules Ferry, een Franse wereldverbeteraar uit de 19de eeuw. Turven van Balzac en Hugo, Madame de Staël en Racine, Proust en Mérimée en tientallen andere klassiekers uit de Franse literatuur vindt u hier gewoon voor niks op een kluitje. • http://www.julesferry.com/biblio.html
Avalon Het Avalon-project van de Yale Law School bevat duizenden historische documenten uit de politieke, diplomatieke en juridische sfeer. Een steekproef leert hoe rijk deze verzameling is. Zeg nooit meer dat u de processen van Nürenberg, de codex van Hammurabi, het Communistisch Manifest of de visie van Bush op 9/11 even niet bij de hand hebt. Bijhouden, punt. • http://www.yale.edu/lawweb/avalon/avalon.htm
De eerste computer De Analytische Machine van Charles Babbage (1792-1871) wordt algemeen beschouwd als het eerste toestel dat iets van een computer had. Op deze uitvoerige site vindt u allerlei documenten over deze goede man, die in zijn vrije uurtjes ook Lucasian Professor was in Cambridge, net als Isaac Newton en Stephen Hawking. • http://www.fourmilab.ch/babbage/
Geschiedenis van de anesthesie Het eerste anesthetische instrument bestond uit een ferme fiool whisky, waarmee kleinzerige figuren na orale toediening naar dromenland geholpen werden. De chirurgijn kon dan rustig een paar meter darm verwijderen zonder dat de patiënt hiertegen protesteerde. Er is veel gebeurd sindsdien, zo leert deze rijk gestoffeerde site. • http://www.anes.uab.edu/aneshist/aneshist.htm
Marie Curie foto: Rob Stevens
Akkoord, het zijn geen échte kneusjes die begin oktober de Nobelprijs kregen, maar toch, in vergelijking met Marie Curie komen ze heel wat tekort. Een twééde Nobelprijs, bijvoorbeeld. Op deze site van het American Institute of Physics vindt u haar turbulente levensloop beschreven. • http://www.aip.org/history/curie/contents.htm
Kijk mama, zonder handen! Geschiedenis van de economie
Buitenlandse studenten ontmoeten heel wat onvermoede klippen op hun tocht naar een Belgisch diploma. Zo blijkt dat Lagelanders zich hoofdzakelijk per fiets verplaatsen, en dat zij zich wel eens houden aan het verkeersreglement. De Leuvense politie nodigde eind september de buitenlandse studenten uit om hen te leren fietsen en/of hen de geldende regels bij te brengen. Sommigen verloren wel het evenwicht, maar niet het noorden.
Documents for the History of Economics, noemt deze site zich. Geen Java-gezwijmel of Flash-gedoe, maar gewoon ter zake, teksten van Adam Smith, Vilfredo Pareto, John Maynard Keynes en vele tientallen anderen die zich druk maakten om het slijk der aarde. • http://www.ecn.bris.ac.uk/het/index
Goed fout Strange Science is een mooie site over minder geslaagde interpretaties uit de paleontologie en de biologie. Het leuke van deze site is dat hij tjokvol inspiratie zit voor wetenschapshistorici uit de 22ste eeuw, om zich te vermaken met de bizarre denkbeelden waar die gekke eenenwintigste-eeuwers ongestraft voor uit konden komen. Of dacht u echt dat het allemaal wààr is wat die wetenschappers u verkondigen? Komaan zeg. • http://www.strangescience.net/index.htm
Darwin
foto: Rob Stevens
U hebt natuurlijk de mond vol over Darwin en hoe geweldig die is, maar hebt u On the Origin of Species by means of Natural Selection eigenlijk ooit gelézen? En zijn vele bijdragen in de Gardeners’ Chronicle? Op deze stek vindt u zowat al Darwins boeken en artikels verzameld. • http://pages.britishlibrary.net/charles.darwin/
Kauwgomballenschoen
Hispanistiek
Drie jaar nadat de Bondgenotenlaan opnieuw werd aangelegd, wordt ze al ontsierd door maar liefst 200.000 achteloos weggeworpen stukjes kauwgom. Als ze niet stuk voor stuk met een mes weggepulkt worden, zullen ze daar nog zowat twintig tot vijfentwintig jaar blijven. Een campagne om wat bedachtzamer om te springen met afgekauwde ‘sjieken’ was begin oktober in het straatbeeld te zien. Vijf sculpturen verbeeldden het plakkerige contact tussen schoenzool en weggeworpen kauwgom. Affiches en brochures moesten de kauwende wandelaar ervan overtuigen om zich in de toekomst wat beter te gedragen. De campagne was een gezamenlijk initiatief van de stad Leuven, de K.U.Leuven, de Lijn Vlaams Brabant en de K.H.Leuven.
Soms overkomt het ons dat wij zin hebben om in een Spaanse historisch-linguïstische database van 100 miljoen woorden te grasduinen. Niet vààk, maar het gebeurt. Als u dat ook hebt, volgt u ons dan naar Corpus del Español, en verbaas u over de mogelijkheden waarover taalkundigen tegenwoordig beschikken. • http://www.corpusdelespañol.org
20 C A M P U S K R A N T 1 6 . 1 0 . 2 0 0 3
(lm) Vorige afleveringen vindt u terug op www.kuleuven.ac.be/ck/reeksen/worldwidewetenschap.htm