Informerende sessie Raadzaal uur P.I.G. van Grol mw. N. Smit M. Schoenmaker (MKW secretariaatsservices)

Verslag

Notulist

Informerende sessie Raadzaal 19.30-21.20 uur P.I.G. van Grol mw. N. Smit M. Schoenmaker (MKW secretariaatsservices)

Vergaderdatum

16 december 2008

Soort vergadering Voorzitter Commissiegriffier

Raadsleden: A. Bos (GroenLinks), mw. M. Bos (Lijst El Majdoubi), J.W. Dunselman (CDA)*, M. Göçmenoðlu (PvdA), Z. Güvenç (Lijst Güvenç), P. Harkema (OOZ’81), E.A. Koning (VVD), J.J. Kooter (CDA), mw. F.C. Ligteringen (GroenLinks), R.J. Mauer (D66), H. Sahmi (PvdA), H. Schouten (OOZ’81)*, F.G. Siegel (VVD), B. Stamkot (GroenLinks)*, E.R. Vos (PvdA), W.A. Visser (VVD), O. Yildirim (PvdA), mw. E.M. Zijlstra (OOZ'81) Wethouders: mw. M. Postma, mw. M.W.H. Teuling Insprekers Wildemanbuurt: de heren Lozie en Klop

Aanwezig

Afwezig

* buitengewoon commissieleden 1. Opening/mededelingen 5

De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Er zijn geen mededelingen.

10

2. Vragen De heer Koning (VVD) heeft een vraag over de financiën. Hij wil weten waarom er voor wordt gekozen om in 2010 het minste aan de voorziening te doteren en vervolgens in de nieuwe bestuursperiode er veel meer in te stoppen.

15

20

25

De heer Yildirim (PvdA) heeft een aantal vragen. Hij merkt op dat het meerjarenplan tot 2007 vastgesteld is en nu gaan we direct naar 2009, waarom is dit jaar niet meegenomen? Heeft er bij de vaststelling van het vorige meerjarenplan een inspectie plaatsgevonden en hoeveel was de verhardingsoppervlakte. Bij de nieuwe stedelijke vernieuwingsgebieden wordt deze voorziening uit onderhoud verhardingen betaald, dat wordt toch uit de grondexploitatie vernieuwingsgebied betaald? Wanneer heeft de laatste update van het meerjarenonderhoud plaatsgevonden en wat is de gewenste periodiek weginspectietermijn. Achterstallig onderhoud hoe is dat ontstaan? Hebben wij al jaren bepaald onderhoud niet gepleegd en waarom niet. Een van de kwaliteitseisen is bereikbaarheid onder andere opstoppingen, wat wordt er mee gedaan om dat te voorkomen. De heer Mauer (D66) wil zich aansluiten bij de financiële vraag van de VVD. Als hij het goed begrijpt wordt het budget de komende jaren structureel verdubbeld. In zijn beleving

Verslag 16 december 2008 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 2 van 14

30

35

40

45

50

55

60

65

70

75

betekent structureel tot in het oneindige. Als het achterstallige onderhoud is ingehaald is er toch minder geld nodig? Technische vraag over het schema waarin vergelijking wordt gemaakt met diverse pakketten. Klopt het dat wat betreft veiligheid het niet uitmaakt welk niveau er wordt gekozen? Hij wil weten wat de relatie is tussen de twee prioriteiten, zoals genoemd op pagina 29 van de nota, want als hij het goed leest betekent het vertraging van deze twee projecten. De heer Bos (GroenLinks) vraagt of er nog een formatie stratenmakers is. De heer Harkema (OOZ’81) stelt een aantal vragen. Naar aanleiding van de opmerking van de PvdA merkt hij op dat de projecten die hierin staan al in 2005 liepen. Met andere woorden we liepen dus al achter. Een deel is opgeschoven door vernieuwingsprojecten. De hele Punt is uit de financiering gehaald en toen de corporaties dit toch niet deden, werd het weer een project van de gemeente. Hij wil weten of de kosten die gemeld zijn alleen de horizontale kosten zijn, of is het zo dat als we iets anders willen, bijvoorbeeld gebiedsinrichting, dat dit er nog bovenop komt? We hebben het over groot onderhoud verhardingen, maar hij mist het stuk groen in dit plan. Er was afgesproken dat dit altijd zou worden meegenomen, want tegenwoordig praten we over groot onderhoud openbare ruimten. Op pagina 29 wordt gesproken over bestratingskredieten. Zijn vraag is of er een bijdrage wordt gegeven door de centrale stad. Er bestaan veel meer budgetgelden die hiervoor gebruikt kunnen worden, zijn deze al in het plan verwerkt of zou dat een verlichting voor de plannen kunnen betekenen. Ten aanzien van het budget als zodanig lijkt het erop dat we de problemen doorschuiven naar een nieuw college en dat dit wordt opgezadeld met een schuld. In het stuk kan hij lezen dat het saldo voorziening groot onderhoud voor 2009 voldoende is om de voorbereidingskosten te dekken, maar daar is het budget niet alleen voor bedoeld. Het is de bedoeling om de voorbereidingskosten en het onderhoud als zodanig te dekken. Waarom wordt er niet meer geld in die pot gestort, zodat daarvoor een reserve wordt opgebouwd? We moeten ons realiseren dat de kosten dermate hoog worden als wij aansprakelijk worden gesteld voor alle ongevallen en alles wat daaruit voortvloeit. Hij wijst op De Punt, waar besloten is te wachten tot alle bebouwing is afgerond, maar als hij ziet hoe vaak DWR rondrijdt om problemen op te lossen met riolering, vraagt hij zich af of dit een goede beslissing is. Hij mist in het overzicht dan ook het punt volksgezondheid, want dat komt in het geding. In het stuk wordt gesproken van verhardingen in plaats van bestratingen. Waarom een wijziging van naam? De heer Kooter (CDA) merkt op dat op pagina 7 genoemd staat dat er een verharding wordt aangebracht die eeuwig goed blijft. Hij wil refereren aan de heer Harkema dat men wel rekening dient te houden met verzakkingen. Als dat allemaal is hersteld, zou dit betekenen dat er een afnemende kostenpost voor bestratingen moet zijn op de lange termijn. Er is al gesproken over het budget wat wegvloeit uit de Aker. Als er toch een achterstand is dan hebben we dat geld daar toch hard voor nodig? Tweede fase Osdorperweg vindt hij een dwaling. Er staat al jaren dat het uit het parkeerfonds zou worden opgeknapt en nu staat er in het stuk dat er in 2010 wordt begonnen, maar dat er wordt gewacht op de Groene As. Naar zijn idee wordt dat alleen maar verschoven dus dat houdt in dat dit project ook weer langer duurt. Hij komt in het stuk niet tegen dat de Stadsverwarming voor de Troelstralaan een stuk vergoeding heeft betaald, aangezien de straat vanwege werkzaamheden heeft opengelegen. Hij heeft nog een technische vraag, namelijk in hoeverre


er rekening mee wordt gehouden dat fietspaden erg veel last hebben van boomwortels, dat vindt hij niet terug in het stuk. 80

85

90

95

100

105

110

115

120

Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) wil weten of er ook aan gedacht wordt dat daar waar werkzaamheden worden verricht voor Stadsverwarming of aanleg van kabels dit wel van tevoren wordt meegenomen voordat de wegen permanent verhard worden. Verder wil zij weten of het niet mogelijk is om de installaties voor de Stadsverwarming alvast daar te leggen voor het geval er nieuwbouw gepleegd gaat worden of in de toekomst als er geen fossiele brandstoffen meer zijn. Portefeuillehouder Teuling merkt op dat de VVD al met verkiezingen bezig is. Zij heeft de oplopende lijn niet gerelateerd aan een bestuurswisseling. De reden dat dit is gedaan, is omdat er is gekeken wat weg kan worden gezet en wat wenselijk is om op te bouwen. Er is voor gekozen om dit in stapjes te doen, zodat het onderhoud in de cyclus blijft. Ten aanzien van de vraag waarom het onderhoud eeuwig is. Het is de bedoeling dat er zodanig wordt vernieuwd dat er een goede kwaliteit ontstaat en deze eeuwig goed blijft. Het moet wel op een gegeven moment worden vernieuwd, maar dat geldt voor elk stukje van het onderhoud. De heer Mauer (D66) vraagt hoe het kan dat er in het afgelopen jaar minder dan het basisbudget is weggezet en er zelfs is bezuinigd, terwijl er in 2010 opeens twee keer zoveel weggezet kan worden. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat ook daar waar iets dient te worden weggezet, voorbereidingskosten zijn. Er moeten mensen worden aangenomen en het project moet worden aanbesteed. Dit kost tijd, want er dient een goed bestek te worden gemaakt en het dient volgens de richtlijnen aanbesteed te worden. Het is niet zo dat wat er nu wordt voorgesteld, dat dat niet kan worden uitgevoerd. We hebben ervoor gekozen om dat te vragen wat we kunnen uitvoeren. Het lijkt erop dat we dit jaar minder hebben gedaan, maar er zijn ook overhevelingen geweest van het jaar ervoor wat nog is weggezet. Het is niet zo dat er qua financiën niets is weggezet en dat er dit jaar niets aan de wegen is gebeurd. Er zijn projecten die iets langer hebben geduurd die ook afgehandeld zijn met het geld van het jaar daarvoor. De PvdA vroeg hoe het kan dat er aan het meerjarenonderhoud een jaar niets is gedaan. We zijn wel bezig geweest om het plan goed voor elkaar te krijgen in 2008, maar we kwamen er op een gegeven moment achter dat we een zodanig antwoord wilden hebben op het achterstallig onderhoud dat we hadden, dat we niet alleen een plan wilden hebben voor nu, maar voor meerdere jaren. We hebben ervoor gekozen om een wat langer traject vooraf te hebben waarin we alles hebben meegenomen, de inspectie, maar ook hoe we het in ons bedrijf kunnen uitzetten. Het bleek iets langer te duren om het plan rond te krijgen en vandaar dat het 2009 is geworden. Over de vraag over de inspectie. Er was ook een grondslag voor het meerjarenonderhoud 2004/2007, maar er is nu een nieuw systeem en dat vervangt de oudere gegevens. De gegevens zijn nog gebaseerd op de oude situatie, maar zijn nu met het nieuwe systeem bekeken. Bij het opstellen zijn de stedelijke vernieuwingsgebieden buiten beschouwing gelaten, want dat zijn oude afspraken die wij na moeten komen. Er zijn toen afspraken gemaakt over de inrichting en verharding van die gebieden en dat is gereserveerd. De laatste weginspectie was in 2004 en deze inspecties vinden om de twee jaar plaats.


125

130

135

140

145

150

155

160

165

170

Bij grote projecten wordt altijd bekeken en afgestemd dat er genoeg doorgaande wegen overblijven, zodat het verkeer kan doorstromen, maar dat neemt niet weg dat als er ergens werkzaamheden plaatsvinden, dit overlast oplevert. Er zijn meerdere vragen geweest over financiering en budget en de vraag over hoe de achterstand heeft kunnen oplopen. Als er een achterstand is ontstaan met daarnaast het reguliere werk, waar eigenlijk al niet voldoende geld voor beschikbaar is dan wordt de achterstand steeds groter De heer Yildirim (PvdA) zegt het gaat over het achterstallig onderhoud en hoe dat is ontstaan. Hij neemt aan dat deze achterstand niet alleen in deze periode is ontstaan en vraagt of de wethouder dit kan nuanceren. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat dit komt omdat er niet voldoende budget is vrijgemaakt om een eeuwige cyclus te waarborgen. Dit beloopt meerdere jaren. Het stadsdeel gaan er nu structureel voor zorgen dat de achterstand wordt ingelopen en niet meer ontstaat en er een eeuwige cyclus komt met een goede kwaliteit, met dien verstande dat het dertig jaar goed blijft. De heer Mauer (D66) merkt op dat de VVD het politieke punt aanstipte, maar het legt een behoorlijk beslag op het budget. Incidenteel kan er wel eens ergens geld vandaan worden gehaald, maar structureel moet het uit het stadsdeelfonds worden gehaald of door middel van ombuigingen. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat dit structureel wordt voorgesteld, omdat we de verantwoording nemen om ervoor te zorgen dat er een goed onderhoud van de wegen komt en dan moet daar ook voor worden gekozen. Het neemt niet weg dat er nu kan worden gezegd dat die opbouw naar € 1,9 miljoen in bijvoorbeeld vijf stappen genomen moet worden. Er is nu voorgesteld om het in drie stappen te doen, maar er zijn natuurlijk verschillende keuzemogelijkheden. We hebben nu gekeken wat kan worden uitgevoerd en wat een verstandige keuze is gezien de meerjarenbegroting en daarom is voor deze opzet gekozen. Wat betreft het punt veiligheid vraagt zij aan de heer Adolfs om deze vraag te beantwoorden. De heer Adolfs antwoordt dat de constatering van de heer Mauer terecht is. Er zijn vier niveaus te definiëren. Als we kijken naar het wegenonderhoud en dan specifiek het veiligheidsaspect dan wordt er geen onderscheid gemaakt. In feite kennen we daar alleen de richtlijn ofwel de ondergrens en we kunnen wel naar een hoger niveau, maar dan gaan we naar een ander kwaliteitsniveau voor wat betreft het onderhoud van de wegen. Portefeuillehouder Teuling vervolgt haar beantwoording. Wat betreft het afwachten tot een project is afgerond. Dit klopt, want eerst worden de gebouwen en de school neergezet en de omgeving ingericht en daarna worden de wegen erom heen gedaan. Dit geldt ook voor de brug. Inzake de formatievraag GroenLinks over stratenmakers, dit zit er in verwerkt en in het voorjaar van 2009 komt zij hierop terug. De vraag of het alleen de verharding betreft of ook nog iets meer. Het grootste gedeelte betreft natuurlijk de wegen. Het is wel zo dat daar een stukje groen bij zit, wat gerelateerd is aan de weg. Het overige groen komt uit andere potjes.


175

180

185

De heer Harkema (OOZ’81) vraagt of het dan wel op elkaar wordt afgestemd. Dat was de essentie van zijn vraag, want in het verleden is die fout wel gemaakt. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat dit project ook nog terugkomt in de raad en vraagt om elkaar daar scherp in te houden, want zij vindt het ook belangrijk. Inzake de vraag over bijdrage van de centrale stad kan zij antwoorden dat er € 1 miljoen is gereserveerd en dat dit is meegenomen. De potjes zijn nodig voor extra zaken die niet in het bestratingsbudget zitten. Voorbereidingskosten horen erbij, daarop is het geheel berekend. De aansprakelijkheid is vanzelfsprekend en daarom is ook dit plan samengesteld. Je bent als overheid verplicht om goede straten en goede verharding te regelen en dat moet dan ook zo gebeuren dat er structureel voor een goede basis wordt gezorgd. De heer Harkema (OOZ’81) merkt op dat dit ook een van de redenen is waar de rechter op toetst, of je laakbaar bent geweest, dus je bent verplicht om het te doen.

190

195

200

205

210

215

220

De heer Bos (GroenLinks) vraagt of Osdorp verzekerd is voor de aansprakelijkheid. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat dit gedeeltelijk het geval is, maar als uit de inspectie blijkt dat het onvoldoende is en niet in de planning staat dat het wordt aangepakt, wordt dit toch een probleem. Er moet aangetoond worden dat er goed voor de omgeving wordt gezorgd. De vraag over het verschil in benaming. Er is gekozen voor verharding, omdat bestrating geen recht doet aan alles wat er onder verharding wordt gedaan. Wat betreft de cyclus: we gaan voor de eeuwigheid. De tweede fase Osdorperweg wordt voor een deel uit het parkeerfonds betaald, maar daar kan niet de hele weg van worden onderhouden. Inzake de vraag over de Troelstralaan: hiervoor ontvangen we een normale vergoeding van de Stadsverwarming. De boomwortels worden opgenomen in de inspectie. Normaal gesproken vallen de boomwortels van fietspaden onder klein onderhoud. Is het een structureel probleem en blijkt het erg te zijn, dan wordt gekeken of we het binnen het groot onderhoud moeten meenemen. De vraag van mevrouw Bos of bij het bestraten rekening wordt gehouden met te leggen leidingen. Dat is waarom het Amsterdams coördinatiestelsel actief is om te zorgen dat we dat goed op elkaar afstemmen en dat het wenstracé er is waarin lang van tevoren wordt bekeken en zaken bij elkaar worden geclusterd en niet de ene week het ene en drie maanden erna het andere wordt opgepakt. De voorzitter wil het onderwerp afronden, maar begrijpt dat de heer Sahmi nog een vraag heeft. De heer Sahmi (PvdA) merkt op dat de meeste onvoldoendes zitten bij de gebieden van de stedelijke vernieuwing. Hij wil weten of de corporaties hieraan meebetalen of in ieder geval een bijdrage leveren. Hij weet dat er een afspraak is voor het reserveren van 10% als bijdrage in de openbare ruimte van stedelijke vernieuwingsgebieden. Zijn vraag is: wat gebeurt hiermee of draaien we in principe op voor alle kosten in stedelijke vernieuwingsgebieden? Zijn tweede vraag is of het Dagelijks Bestuur heeft overwogen om eventueel


eenmalig, omdat we toch een groot risico lopen, de kosten te activeren en af te schrijven in dertig jaar, want dan zijn we in een keer van het achterstallig onderhoud af. 225

230

235

Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat bij de genoemd stedelijke vernieuwingsgebieden het nog op de oude manier wordt berekend, waarbij de openbare ruimten nog niet voor de corporaties waren. Bij de nieuwe gebieden zal dit anders gaan, dan zal dit meer in samenspraak gebeuren. Wat betreft de andere vraag heeft zij reeds uitgelegd waarom hiervoor niet is gekozen, omdat wij niet alles in een keer kunnen wegzetten en de wethouder van Financiën is daarbij heel erg streng. In de cyclus van de meerjarenbegroting is gekeken wat nu verstandig is. Zij heeft aangegeven dat wat er nu ligt een voorstel betreft en dat het ook anders kan. Het wegzetten blijft een probleem, want dat betekent dat er ergens gereserveerd moet worden. De voorzitter merkt op dat hij dit punt nu wil afronden. Op 13 januari 2009 zal dit punt in het meningsvormende gedeelte worden behandeld.

240

3. Insprekers Wildemanbuurt De voorzitter nodigt de heren Lozie en Klop uit om plaats te nemen aan de tafel. Dit punt is in de vorige vergadering in het informerende gedeelte behandeld. Hij vraagt aan de heren om hun inspreektijd tot vijf minuten te beperken.

245

De heer Harkema (OOZ’81) merkt op dat het ook de Blomwijckerbuurt betreft. De voorzitter bedankt de heer Harkema voor deze correctie.

250

255

260

265

270

De heer Lozie (inspreker) geeft aan dat de raadsleden binnenkort moeten beslissen over de delen van de Wildemanbuurt. Zij moeten zich dan uitspreken over het slopen van die blokjes. Het begon met de geruchten dat deze woningen gesloopt zouden worden en uiteindelijk kwam er zekerheid. Dit heeft het leven van de bewoners helemaal verpest, de mensen denken nergens anders meer aan. Het betreft hier overwegend oude mensen in de leeftijdscategorie van 65 tot 100 jaar voor wie deze gedachte verschrikkelijk is. De gedachte dat hun woningen vernietigd worden, dat zij weg moeten en de onzekerheid over wat er gaat gebeuren. De vraag rijst waarom? Naar zijn mening is het uitzicht op de Hoekenesgracht kennelijk te mooi en moet daar een andere sociale categorie komen te wonen in heel andere woningen. De redenen die worden opgegeven in de flyers en krantjes en bijeenkomsten deugen niet. Er wordt gezegd dat deze huizen niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Dat is niet waar, want de mensen die er wonen, zijn er best tevreden mee. De woningen zijn dan wel wat klein, maar in goede staat. Ook het argument dat de woningen te oud zijn, klopt niet, want deze woningen zijn van 1960 en zijn dus nog geen vijftig jaar oud. In Amsterdam heb je tienduizenden huizen, die destijds goedkoop gebouwd zijn als arbeiderswoningen, die over de honderd jaar oud zijn. Die huizen worden nog volop verhuurd en worden zelfs verkocht voor € 200.000 tot € 300.000. Er komen vaak jonge mensen in te wonen. Er is een echte reden en die hebben we al vaker vastgesteld, dat is de winstzucht van de schatrijke corporaties. Hij leest een stukje voor uit de Volkskrant over de verplichte deportatie van Chinese burgers, die plaats moesten maken voor bouwprojecten. Onze burgemeester, de heer Cohen, was kortgeleden ook in China met een handelsdelegatie. Tijdens een gesprek met de partijsecretaris refereerde de heer


275

280

285

290

295

300

305

310

Cohen aan de gedwongen verhuizing. Spreker wil hiermee aanstippen dat wat in andere landen als deportatie wordt aangeduid en waarover op het hoogste niveau wordt geklaagd, hier zonder meer alleen maar vanwege winstzucht dreigt te gebeuren. Hij wil dan ook de raadsleden dringend oproepen daarvan af te zien. De heer Klop (inspreker) sluit zich aan bij de heer Lozie. In het voorjaar van 2007 zijn de woningen nog van nieuwe ketels voorzien. Verder hebben de woningen dubbele beglazing en voldoen aan de eisen. De vraag rijst daarom waarom deze woningen moeten worden gesloopt, want de opmerking dat de woningen niet van deze tijd zijn, vindt hij niet terecht. Het enige wat er mankeert is dat er geen lift is, maar een stoellift voor ouderen die slecht ter been zijn en het is opgelost. Iedereen wil er graag blijven wonen. Het verbaast hem dat, terwijl er in Amsterdam zoveel eenpersoonshuishoudens zijn en er op dat vlak te weinig woningen zijn, waarom deze kleine woningen dan weg moeten. Ook als er een woning vrij komt is er altijd ruime belangstelling voor. We wonen allemaal goed en gezellig met elkaar en dat zal niet meer gebeuren als we daar weg moeten. Er is een enorme sociale betrokkenheid onder de bewoners. 80% van de woningen wordt bewoond door eenpersoonshuishoudens en hij hoopt dat de raad begrijpt dat de mensen niet willen dat hun woning wordt gesloopt en gedwongen worden ergens anders te gaan wonen. De voorzitter bedankt de heer Klop en merkt op dat de insprekers de raad een richting hebben aangegeven. De heer Mauer heeft nog een vraag aan de insprekers. De heer Mauer (D66) vraagt of er onder de bewoners een onafhankelijke bewonersenquête is geweest om te peilen hoe de mensen denken over het al dan niet slopen van de woningen. Verder wil hij weten of de heren een bewonerscomité vertegenwoordigen en of zij inbreng hebben gehad in het participatietraject. De heer Lozie (inspreker) antwoordt dat het participatietraject niet ging over slopen, het ging over de gezellige dingen in de buurt. Dat kan ook niet, want wat zou je moeten inspreken over sloop. Hij is lid van het actiecomité Antisloop en ongeveer 80% van de bewoners heeft zich tegen sloop uitgesproken en zij hebben vermeld dat zij naar tevredenheid wonen en dat de woningen goed zijn. De heer Mauer (D66) merkt ten aanzien van zijn vraag over participatie op dat deze niet badinerend bedoeld was en ook niet ging over de manier van slopen. Het punt is dat er in de raad is gevraagd of het mogelijk was, gelet op de tendentieuze manier waarop er een bewonersenquête kan worden gehouden, om een onafhankelijke bewonersenquête. Zijn vraag was of er in de Wildemanbuurt een onafhankelijke bewonersenquête is gehouden vanuit het stadsdeel, corporaties of anderszins en wat hiervan de resultaten zijn. De heer Lozie (inspreker) antwoordt dat die naar zijn weten niet heeft plaatsgevonden.

315

De voorzitter vraagt of nog andere raadsleden vragen hebben. Dit is niet het geval, hij bedankt de insprekers voor hun inbreng en verzoekt hen om plaats te nemen in het publiek. Zoals hij heeft aangegeven betreft het thans het meningvormende gedeelte. De raadsleden kunnen kaders aangeven voor het Dagelijks Bestuur, de wethouder en hij wil graag een van de leden het woord geven.


340

De heer Göçmenoðlu (PvdA) merkt op dat de PvdA de participatie binnen vernieuwingsgebieden heel belangrijk vindt en zij zijn dan ook blij is dat hieraan veel aandacht is gegeven in de afgelopen periode. Dat heeft ook geleid tot bouwstenen voor het vernieuwingsplan. Wat nu belangrijk is, is wat er verder gaat gebeuren. Bewoners, ondernemers en toekomstige bewoners hebben input geleverd en het is belangrijk dat hiermee wat wordt gedaan, dat hieraan een vervolg wordt gegeven. De PvdA wil een aantal punten meegeven richting corporaties en het Dagelijks Bestuur waarop zij het conceptvernieuwingsplan gaan toetsen. Het percentage sociale huurwoningen, er wordt gezegd 60 tot 65, ziet de PvdA als absoluut minimum voor de buurt aan sociale huurwoningen. Verder wat ook hier wordt aangegeven is het aantal grote woningen, eengezinswoningen, starterwoningen, woningen voor ouderen. In de bouwstenen voor het vernieuwingsplan wordt het ook aangegeven, dat zijn punten die de PvdA heel graag wil terugzien in het concept vernieuwingsplan. Hoe meer elementen we hier van terugzien, hoe positiever de fractie van de PvdA het plan zal bekijken. Zij is onvoldoende overtuigd van het slopen van de woningen op de hoek van de Hoekenes- en Osdorpergracht. De speelplekken voor kinderen en inrichting van openbare ruimten zijn heel belangrijk. Belangrijk is de investering in sociaaleconomische pijlers. Het project Wonen en werken in de wijk, zoals dit in Reimerswaal speelt zou ook voor de Wildeman kunnen gelden. Er is behoefte vanuit ROC, er zijn voldoende leerlingen en het aanbod is er, maar de aanvraag moet komen vanuit de corporaties en het stadsdeel. Hij benadrukt dat er een wijk moet komen waarin mensen graag willen wonen en met verschillende doelgroepen.

345

De heer Vos (PvdA) wil iets toevoegen aan het punt openbaar groen. Als er gesloopt wordt, verdwijnt het openbare groen vaak achter de hekken en wordt het kijkgroen. De fractie is er voorstander van dat het groen openbaar en toegankelijk blijft. Ook dienen de oude stempels gehandhaafd te blijven.

320

325

330

335

350

355

360

365

De heer Mauer (D66) heeft de indruk dat er een uitgebreid participatieproces gaande is en dat in juni/juli 2009 het conceptvernieuwingsplan in de raad zal worden behandeld. Dit dient het resultaat te zijn van de uitkomsten uit het participatieproject. Aan de andere kant heeft hij de indruk dat de vrijheid van de corporaties nogal groot is. Het lijkt erop dat zij kunnen doen wat ze willen als ze maar meebetalen aan het buurtwerk. Dat is de reden dat hij vroeg of er een onafhankelijke bewonersenquête had plaatsgevonden. Hij wil weten of er bij de beslissing van wel of niet slopen rekening wordt gehouden met de wensen van de bewoners. Er staat nogal wat genoemd over het economische aspect. Hoe verhoudt zich dit tot de huurontwikkeling in de buurt? De heer Stamkot (GroenLinks) merkt op dat wat GroenLinks betreft er een zestal punten is dat zij belangrijk vindt. 1. De participatie en een onderzoek naar stedelijke vernieuwing en dat deze input wordt meegenomen in het conceptvernieuwingsplan. 2. Behoud en herstel, de bandbreedte zoals deze nu bestaat voor de oranje panden, dat zij zo veel mogelijk in de sfeer van behoud en herstel gehandhaafd blijven. Dit is voornamelijk van belang voor de jongerenhuisvesting, want er komt een enorme behoefte aan goedkopere woningen. 3. Nieuwbouw, vooral aan de randen, gaat gepaard met verdichting en dat heeft een aantal consequenties. Van belang is dat de corporaties niet willen investeren in leegstand.


370

375

380

385

390

395

400

405

410

415

4. De stedenbouwkundige structuur en waardering. Er is al iets gezegd over stempels. Dat is de structuur die historisch is vastgesteld en GroenLinks hoopt dat het plan daarbij aanhaakt. Positief beoordeeld worden de zichtlijnen de wijk uit, maar als er aan de randen verdicht wordt, staat dit haaks op de zichtlijnen. De buurt van de insprekers en andere panden hebben een historische waarde en hij vraagt dit mee te nemen in de waarderingskaart. 5. Het groen wordt goed gewaardeerd in deze buurt met name in de Wildemanbuurt, maar er dreigt een grote stedelijke vernieuwingsingreep. Groen is sterk vertegenwoordigd aan de randen en dit kan leiden tot spanning omdat de plannen aangeven dat hier verdichting gaat plaatsvinden. Uiteraard is het bij verdichting noodzakelijk om te bekijken hoe het groen goed behouden blijft. 6. De winkelwoningen zijn belangrijk om mee te nemen in het stedenbouwkundige concept. De heer Güvenç (Lijst Güvenç) wil eerst zijn complimenten uitspreken voor de projectgroep dat zij met alle input tot bouwstenen is gekomen, waarin voor iedereen iets herkenbaar is. Het is voor Osdorp het allerlaatste grote vernieuwingstraject. Osdorp is al decennia bezig om het in diverse trajecten te proberen en dit geeft de kans om van het beste wat er is gedaan en van alle fouten die gemaakt zijn te leren. We hebben de kans om het met het beste resultaat neer te zetten en we moeten ook geen genoegen nemen met minder. Ook de corporaties kunnen hiermee scoren bij de Osdorpse bevolking. In de stukken kunnen we lezen dat het voornamelijk gericht is op slopen of niet slopen, maar het zou voor de mensen ook prettig zijn om te zien wat de vernieuwing voor hen betekent. Het aspect renovatie is bijvoorbeeld heel belangrijk en hij hoopt dan ook in de volgende rapportages dat hierover meer duidelijkheid wordt gegeven in hoeverre men bereid is om te investeren in de woningen die niet gesloopt gaan worden. Hij kan zich ten aanzien van de lage woningen aan de Hoekenesgracht herinneren dat er een aantal maanden geleden een heel ambitieuze presentatie werd gegeven over het behoud van een aantal woningen/gebouwen, die wij als een soort erfgoed op de kaart wilden gaan zetten en volgens hem betrof dat de woningen die daar langs het water staan. Het zal heel erg tegenstrijdig zijn om die woningen als eerste op de nominatie van de sloopwoningen te gaan zetten. Daar moet toch goed over worden nagedacht. Als er wordt besloten om dat te gaan slopen dan hoopt hij dat de economische afwegingen niet de enige zullen zijn, want er moeten betere redenen voor worden aangevoerd. Het deelgebied 5 is nog een ondergeschoven kindje. Hij vindt dat er voor een integraal resultaat niet achteraf op moet worden terugkomen, maar dat dit gelijk moet worden meegenomen. In een uitwerkingsplan moet ook duidelijk zijn wat men met dat gebied van plan is. Hij heeft het al gehad over de scenario’s. Het moet niet zo zijn dat men met minimale inspanning het maximale resultaat wil behalen. Het zou interessant zijn om in het concept het openbaar vervoer mee te nemen, want de Wildemanbuurt is namelijk niet een op zichzelf staand stuk. Het is een van de meest interessante gebieden, die direct op Osdorpplannen aansluit en uitwerking van plannen voor openbaar vervoer zou daarin een prominente plaats dienen te krijgen. Hij vraagt wat het ambitieniveau van groen is. Hij zou ervoor willen pleiten bepaalde pleinen die al groen zijn als een soort experiment te gaan behouden en om groen heen te bouwen en niet andersom. Ook stedenbouwkundig zou het ambitieniveau kunnen worden neergezet. Ten aanzien van de plek van de haakwoningen begrijpt hij dat deze gebouwen in deze staat blijven, maar als er één blok is dat prominent aanwezig is, dan zijn het wel deze flats. We gaan ze niet slopen, maar er kan wel wat mee worden gedaan bijvoorbeeld sa-


420

425

430

435

440

445

450

455

menwonen, uitdunnen, jongerenwoningen of gaten eruit halen, want het vormt wel een barrière tussen wat nieuw is en wat oud is. Verder zou het interessant zijn om in het ambitieniveau iets met het milieuaspect te gaan doen, want de stadsverwarming wordt nergens genoemd. Het zou een uitdaging zijn om in het hele vernieuwingsgebied alle woningen aan te sluiten op de stadsverwarming. Mevrouw Zijlstra (OOZ'81) merkt op dat op 2 december jl., toen de corporaties aanwezig waren, zij de opmerking heeft gemaakt dat zij vond dat de te slopen locaties A-locaties zijn en de corporaties gingen daar niet in mee. Zij blijft nog steeds bij haar mening. Verder onderschrijft ze de opmerking van de heer Mauer dat de corporaties veel vrijheid krijgen in ruil voor wat zij terugdoen voor de bevolking. Zij vindt dat als 85% van de bewoners aangeeft dat zij niet willen dat hun woningen worden gesloopt, waar blijven wij dan met onze participatie, want dan heeft dat geen zin. De heer Rosier (CDA) maakt zich zorgen over de bewoners van de Hoekenesgracht. Deze bewoners zijn allemaal qua leeftijd oud en hij vindt het geen goede zaak dat deze mensen nu nog moeten verkassen. Als er geen andere mogelijkheid is dan moet ervoor worden gezorgd dat deze mensen bij elkaar kunnen blijven. Hij vindt het zonde dat de woningen aan de Hoekenes- en Osdorpergracht worden gesloopt. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) vindt het schandalig dat er geen bewonersenquête is geweest over de sloop en dat de mensen daarmee geconfronteerd worden. Hoe is het mogelijk dat we geen vat hebben op corporaties en dat dit niet meer is terug te draaien. Het is toch vreemd dat mensen uit woningen kunnen worden gezet, terwijl zij er naar volle tevredenheid wonen. Zij wil benadrukken dat als het mogelijk is om te renoveren, dat daarvoor gekozen moet worden. Als blijkt dat de woningen kwalitatief slecht zijn en het alleen sentiment is dat de mensen bindt, dan vindt zij dat er wel moet worden gesloopt. De heer Siegel (VVD) merkt op dat de VVD zich in grote lijnen kan vinden in het plan zoals het hier voorligt. De VVD heeft een aantal bijeenkomsten bijgewoond en bij hem kwam het zo over dat de meeste mensen voor nieuwbouw waren. Hij is verrast over de reacties die nu naar voren komen. Slopen is emotie en dat komt heel direct bij mensen aan. De mensen krijgen straks nieuwe woningen aangeboden, waarin ze ook weer heel prettig zouden kunnen wonen. Hij wil de opmerking over de macht van de corporaties nuanceren. Zij zijn tenslotte de eigenaren en over het algemeen bepaalt de eigenaar wat er met de woning gebeurt. Wij vinden het als raad toch ook belangrijk dat deze buurt vernieuwd wordt. Hij vindt dat het percentage van de PvdA voor sociale huurwoningen wel iets naar beneden kan. De VVD ziet liever iets meer starters- en koopwoningen komen. Door de koopwoningen krijgen de corporaties meer financiële ruimte om andere zaken zoals starterswoningen en sociale huurwoningen te financieren. De voorzitter dankt de leden voor hun inbreng en geeft de portefeuillehouder de gelegenheid om hierop te reageren.

460

Portefeuillehouder Teuling merkt op dat het boeiend is om te zien hoe de mensen de trajecten verschillend ervaren. Zij vindt het goed dat er meer naar de sociaaleconomische kant wordt gekeken, want de vorige keer was het vooral op de fysieke kant gericht. Zij heeft aan de corporaties ook duidelijk gemaakt dat zij de sociaaleconomische pijlers mee moeten nemen, omdat de raad op dat punt beoordeelt. Zij denkt dat de corporaties ver-


465

470

475

480

485

490

495

500

505

510

baasd zullen zijn over de opmerkingen dat wij vinden dat de corporaties te veel vrijheid hebben, want zij vinden het tegendeel. Natuurlijk hebben we verschillende belangen. Zij zijn dan wel eigenaren, maar uiteindelijk willen we met zijn allen dat de bewoners straks weer goed terecht kunnen in de woningen en dat er een vernieuwingsgebied ontstaat waarop we trots kunnen zijn. Het streven is dat er uiteindelijk iets ontstaat, wat met de mensen is besproken en voldoet aan wat de mensen willen. Waar de bewoners heel veel waarde aan hechten is de sociale cohesie. Deze is in een aantal gebieden heel duidelijk aanwezig, maar ook in een aantal gebieden nog helemaal niet. In de Blomwijckerbuurt is deze al goed en in de Wildemanbuurt minder en dat zal versterkt worden. De PvdA geeft aan dat 60% sociale huurwoningen de ondergrens is. De bewoners hebben in het participatieproject aangegeven dat zij graag terug willen komen en zij niet meer kunnen betalen en zodoende een sociale huurwoning behoeven. Participatie is iets anders dan je zin krijgen. Het is een mogelijkheid om mee te praten. Er is een groot verschil tussen de ene en andere buurt en daar moet consensus in worden gevonden. Het is niet mogelijk om alles wat in het participatietraject is opgenoemd mee te nemen. In het vernieuwingsplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen, maar het betekent ook voor sommige mensen dat zij niet zullen terugvinden wat zij in het participatietraject naar voren hebben gebracht. Het is niet allemaal mogelijk. Ten eerste kan het een financieel probleem zijn, maar het kunnen ook tegenstrijdige belangen zijn. Er is ook een algemeen belang en dat is dat de buurt zo vernieuwd wordt dat deze lange tijd voor de gemeenschap mee kan gaan. Ook ligt er de opdracht, die we van de centrale stad hebben gekregen, om goede huizen neer te zetten en ook meer huizen neer te zetten, want er is een enorme vraag naar huizen. Het is belangrijk dat wij aan onze verantwoordelijkheid voldoen. Er is veel gezegd over de Hoekenes- en Osdorpergracht met name de woningen zijn zo mooi, de bewoners willen er graag blijven wonen. Zij wil een aantal zaken belichten. Een woning dient aan bepaalde basisvoorzieningen te voldoen. We hebben de normen met elkaar afgesproken en daar dienen we niet zomaar vanaf te stappen. In het vernieuwingsplan dienen we wel goed te bekijken of alles weg moet, maar als we besluiten dat er minder gesloopt gaat worden, houdt dit wel in dat er minder woningen kunnen worden gerealiseerd en die zullen dan wellicht ergens anders moeten worden gebouwd. Het ene vraagstuk kan dus consequenties hebben voor het andere vraagstuk. Ten aanzien van de waarderingskaart geeft zij aan dat zij daarop zal letten. Zij wil wel meegeven dat het niet inhoudt dat iets niet meer gesloopt kan worden. Ten aanzien van de economische ontwikkeling zal ook de huurontwikkeling in de gaten worden gehouden, zodat de ondernemers het kunnen blijven betalen. Sociaaleconomisch kan de buurt versterkt worden door te investeren. Het is een heel goed voorbeeld hoe je met elkaar kunt samenwerken. Zij vindt het een uitdaging om voor de Osdorperban iets moois te realiseren. Het behoud van de stempels is belangrijk en dat betekent ook dat het openbaar groen dat er nu is ook behouden dient te blijven en dat het niet opeens privégroen wordt. Het is goed dat de sociaaleconomische pijlers zijn benoemd. Het is belangrijk dat dit weer terug is te zien in het vernieuwingsgebied. Zij weet uit ervaring dat het slopen van een woning voor oude mensen een vreselijke ervaring is. Het betekent dat waar ouderen wonen wij als stadsdeel een extra verantwoording hebben om er zorgvuldig mee om te gaan en inderdaad zoals de heer Rosier opperde de mensen zo veel mogelijk bij elkaar te houden. Zij wil af van het gevoel dat er nooit is gesproken over sloop en dat dit de mensen overkomt. In april jl. is een plan gepresenteerd en ook in oktober jl. zijn er bijeenkomsten geweest waar dit is besproken. Er is juist


515

520

525

530

voor gekozen om geen bewonersenquête te houden, omdat deze vaak suggestief is. Tijdens de avonden hebben we voorlichting gegeven en hebben de mensen gelegenheid gekregen hierover te praten. Dit beeld staat heel goed weergegeven op de tekening en het is duidelijk dat de mensen hier willen blijven wonen. De voorzitter wil na deze inbreng dit punt afsluiten. Hij geeft de heer Göçmenoðlu nog de gelegenheid een vraag te stellen aan de portefeuillehouder. De heer Göçmenoðlu (PvdA) heeft nog twee vragen. Ten eerste de herhuisvesting, een van de probleemknelpunten voor de voortgang is wel herhuisvesting. Laten we erop toezien dat daarover duidelijke afspraken worden gemaakt, zodat de mensen liefst slechts één keer hoeven te verhuizen. Ten tweede het parkeren op het maaiveld: er zijn kansen met de vernieuwing om te kijken naar de mogelijkheden om niet op het maaiveld te parkeren. Zijn vraag is om daar ook naar te kijken. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat zij dit zal meenemen. We hebben tegen de bewoners gezegd dat we in februari/maart 2009 komen met een eerste aanzet van het vernieuwingsplan. Zij wil weten of de raad dit ook in maart 2009 op de agenda wil, zodat zij dit bij de griffie kan inplannen. De voorzitter merkt op dat het op de termijnagenda van maart 2009 staat.

535

Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat deze suggestie de vorige vergadering is gedaan, maar zij wil graag zeker weten dat de raad dat ook wil. De heer Vos (PvdA) antwoordt dat dit goed is om zo eventuele problemen te vermijden.

540

545

De voorzitter merkt op dat hij het verder hierbij wil laten en wil overgaan tot het volgende onderwerp. De heer Güvenç (Lijst Güvenç) merkt op dat zijn vraag over deelgebied 5 nog niet is beantwoord. De voorzitter antwoordt dat deze vraag schriftelijk door de portefeuillehouder zal worden beantwoord.

550

4. Procedureverordening adviseren tegemoetkoming planschade De voorzitter vraagt of er ten aanzien van dit punt nog vragen zijn.

555

560

De heer Mauer (D66) heeft een vraag. Het is een procedureverordening, maar op zich wordt er weinig gezegd over hoe de procedure verder wordt gevoerd op het moment dat er wordt geadviseerd en de adviezen afgerond terugkomen bij Dagelijks Bestuur of raad. De ervaring is dat procedures erg lang duren en hij had verwacht in de procedureverordening terug te vinden dat er ook duidelijk termijnen aangegeven zouden worden. Niet alleen over de wraking maar ook over de afronding van de procedure. Vraag is dus waarom dit niet is opgenomen en of dit op een andere manier is geregeld.


565

570

575

De heer Van Beek (ambtenaar) antwoordt dat de procedureverordening voor planschade zoals deze is vastgesteld strikt betrekking heeft op de advisering. Dat zijn ook de wettelijke eisen die zijn gesteld en het is in die zin een minimale verordening. Over de afronding zouden regels kunnen worden opgesteld. Er is in dit geval aangesloten bij de landelijke verordening. Overigens wat betreft de lange duur van een aantal planschadeprocedures. Het klopt dat het langdradige procedures zijn, maar als het gaat over de termijnen voor besluitvorming van het bestuur dan kan ook terug worden teruggevallen op de termijnen, zoals deze in het ABB zijn gesteld. Deze verordening heeft strikt betrekking op de wijze van advisering. Er zou voor gekozen kunnen worden om dat breder te trekken, maar er is in principe al regelgeving voor de termijnen waarbinnen het bestuur tot besluitvorming moet komen. Daaraan zou deze verordening dus niets toevoegen. De heer Mauer (D66) antwoordt dat het in het belang van de bewoners is dat de procedures korter worden, niet alleen in de voorfase, maar ook bij het vervolg. De heer Van Beek (ambtenaar) antwoordt dat een aantal procedures inderdaad een aantal jaren heeft geduurd. Dit is onwenselijk en zou verbeterd moeten worden.

580

585

590

Mevrouw Zijlstra (OOZ'81) merkt op dat er in het plan staat dat een adviseur wordt aangewezen en verderop wordt er gezegd dat er ook een tweede en een derde kan worden aangewezen. Zij vraagt zich af of, als er zoveel adviseurs moeten worden geraadpleegd, het stadsdeel zich aan hun adviezen moet houden of dat die vrijblijvend zijn. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat dit afhankelijk is van de complexiteit, aard en omvang van de zaak. Soms gaat het maar om één aspect en soms om meerdere aspecten en dan kan het zijn dat de eerste adviseur niet voldoende kennis van zaken heeft om hierover te adviseren en er zodoende nog een tweede adviseur nodig is. De voorzitter bedankt de leden voor hun inbreng en deelt mee dat het punt doorgaat naar het meningvormende gedeelte op 13 januari 2009. 5. Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs

595

De voorzitter vraagt of er nog vragen zijn over dit onderwerp.

600

De heer Mauer (D66) heeft twee vragen. De eerste vraag kan schriftelijk worden beantwoord. Hij wil weten of er een overzicht, een soort matrix beschikbaar is over de deelname van de scholen aan deze voorzieningen, zodat de fractie inzicht kan krijgen in welke scholen hierin actief optreden en welke niet. Verder wordt er iets gezegd op pagina 26 over het praktische fietsexamen. De raad heeft laatst het fietsbeleid behandeld en gehamerd op het actief deelnemen van scholen aan het fietsonderwijs. Het is op zich geen onderdeel van de consensusvoorziening, maar waarom maakt het hiervan geen deel uit, wie bepaalt dat en kan het eventueel alsnog?

605

Mevrouw Zijlstra(OOZ'81) merkt op dat er op pagina 5 iets staat over de beslissingstermijn. Dat wil zeggen dat een school iets aanvraagt en dan duurt het drie tot vier maanden voordat hier een beslissing over wordt genomen. Is dat niet wat lang?


610

615

620

625

630

Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat het mogelijk is om een overzicht te geven. Ten aanzien van het verkeersexamen wordt het theoretische gedeelte door de centrale stad vergoed, maar het praktische niet. Op zich uit de praktijk kan zij zeggen dat de politie hieraan altijd graag meewerkt en dat, als er voldoende vrijwilligers zijn die langs de weg staan, het meestal heel makkelijk te regelen is. De meeste scholen pakken dit ook op. De heer Mauer (D66) merkt op dat tijdens de behandeling van de nota Fietsbeleid naar voren kwam dat er scholen zijn die hebben aangegeven dat zij niet aan het verkeersexamen mee kunnen doen, omdat zij een flink aantal kinderen op school hebben die niet kunnen fietsen en daarom zou het beter zijn om het een consensusvoorziening te laten zijn, want dan zit er enige dwang achter. Portefeuillehouder Teuling antwoordt dat het goed zou zijn om het overzicht te bekijken en als hieruit blijkt dat maar één of twee scholen deelnemen aan het verkeersexamen dan vindt zij dat de heer Mauer gelijk heeft, maar als blijkt dat 90% hieraan deelneemt dan wil zij daarvoor geen extra geld uittrekken. Zij vraagt of de heer Mauer het goed vindt om er op die manier naar te kijken en als hij dan toch vindt dat het nodig is, wil zij daar met de scholen over praten. Portefeuillehouder Postma antwoordt dat drie tot vier maanden de wettelijke termijn is waarbinnen het stadsdeel moet beslissen, maar over het algemeen gaat het sneller. De voorzitter bedankt de leden voor hun inbreng en deelt mee dat het punt doorgaat naar het meningsvormende gedeelte op 13 januari 2009.

635

6. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Hij sluit het informerende/meningsvormende gedeelte om 21.20 uur.

640

Informerende sessie Raadzaal uur P.I.G. van Grol mw. N. Smit M. Schoenmaker (MKW secretariaatsservices)

Recommend Documents