Informatie voor patiënten
Zorgplan Obesitas
1
Zorgplan Obesitas Voor u ligt het Zorgplan Obesitas. Dit is er voor iedereen die meedoet aan het obesitasprogramma van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Het zorgplan is uw werkboek. Hierin worden uw persoonlijke doelen vastgelegd, zoals u die samen met een van de zorgverleners van het Obesitasteam hebt geformuleerd. Het gaat om doelen die voor ú belangrijk en haalbaar zijn. Voor iedere deelnemer aan het obesitasprogramma is dat weer anders. Ook worden in het zorgplan de resultaten genoteerd van de metingen die worden gedaan, zoals de meting van uw bloeddruk, vetpercentage, BMI en buikomvang. Verder is er ruimte om op te schrijven welke medicijnen u gebruikt en met welke zorgverleners u een afspraak hebt. Ten slotte kunt u achterin het Zorgplan lezen hoe u het beste kunt bewegen als u wilt afvallen.
De gevolgen van obesitas kunnen verstrekkend zijn. Zo is obesitas een risicofactor voor het krijgen van hart- en vaatziekten, suikerziekte en gewrichtsproblemen. Ook kan het een negatief effect hebben op uw zelfbeeld. Door actief deel te nemen aan het obesitasprogramma verliest u in het eerste jaar in ieder geval tien procent van uw gewicht. Bij 10% gewichtsverlies hebt u al 60% minder kans op het krijgen van hart- en vaatziekten of suikerziekte. Dit is ook het geval, als u dan toch nog te zwaar bent. Een verstandig leefpatroon is dus van groot belang voor uw gezondheid en uiteindelijk voor uw algehele welbevinden! Gedurende het obesitasprogramma krijgt u inzicht in uw eeten leefpatroon en leert u hoe u gezonder kunt leven. Allerlei psychische problemen en emoties kunnen hierbij een rol spelen. Realiseert u zich dat het obesitasprogramma pas echt resultaat kan opleveren als u zich volledig inzet. U bent zelf verantwoordelijk voor het veranderen van uw leefstijl. Dat is niet eenvoudig. Het Obesitasteam helpt u graag met begeleiding en advies!
2
Centrale zorgverlener Tijdens het obesitasprogramma krijgt u met verschillende zorgverleners te maken: een internist, een obesitasverpleegkundige, een diëtist, een fysiotherapeut en een medisch psycholoog. Zij maken deel uit van het Obesitasteam en werken daarin nauw samen. Binnen het Obesitasteam is één persoon voor u de centrale zorgverlener. Meestal is dit een obesitasverpleegkundige. Als u vragen hebt, kunt u bij haar terecht. Eventueel kan zij uw vragen voorleggen aan de andere leden van het team. Mocht u liever een andere centrale zorgverlener willen dan degene die is aangewezen, dan kunt u dit altijd ter sprake brengen. Tips! Voor een goed behandelresultaat is het belangrijk dat de communicatie tussen u en uw centrale zorgverlener goed verloopt. Bereid u daarom goed voor op de gesprekken die u met hem of haar hebt:
Maak een dubbele afspraak als u denkt meer tijd nodig te hebben Noteer vooraf de vragen die u wilt stellen. Schrijf de belangrijkste punten tijdens het gesprek op of vraag uw zorgverlener of die dat voor u wil doen. Het kan prettig zijn om een vertrouwd iemand mee te nemen naar het gesprek. De basis van goede zorg is vertrouwen. Hebt u te weinig vertrouwen in uw zorgverlener? Denkt u dat dingen beter anders kunnen? Bespreek het en probeer samen tot een oplossing te komen!
3
Persoonlijke gegevens zorgverleners Centrale zorgverlener Naam: ____________________________________________ Functie:___________________________________________ Telefoonnummer: __________________________________ Mailadres: _________________________________________ Andere zorgverleners Naam: ____________________________________________ Functie:___________________________________________ Telefoonnummer: __________________________________ Mailadres: _________________________________________ Naam: ____________________________________________ Functie:___________________________________________ Telefoonnummer: __________________________________ Mailadres: _________________________________________ Naam: ____________________________________________ Functie:___________________________________________ Telefoonnummer: __________________________________ Mailadres: _________________________________________ Naam: ____________________________________________ Functie:___________________________________________ Telefoonnummer: __________________________________ Mailadres: _________________________________________
4
Uw doelen Voor een succesvolle deelname aan het obesitasprogramma, is het belangrijk dat u bepaalde doelen stelt. Waarmee moet u rekening houden bij het vaststellen van uw doelen? Wat kunt u doen om te voorkomen dat u tussentijds afhaakt? De volgende adviezen kunnen u helpen om uw doelen daadwerkelijk te bereiken:
Stel de juiste doelen. Uw doelen moeten concreet zijn (bijvoorbeeld een betere conditie, een lagere BMI, een andere kledingmaat, meer bewegen). Uw doelen moeten haalbaar zijn. Uw doelen moeten bij elkaar passen. Bedenk hoe u uw doelen gaat bereiken. Weet waarom u een bepaald doel wilt bereiken. Wat is uw motivatie? Vraag uzelf af welk gedrag u wilt veranderen. Wat moet daarvoor in de plaats komen? Ga na hoe u uw nieuwe gedrag gaat toepassen in het dagelijks leven. Bedenk wat u gaat doen op ‘moeilijke momenten’. Houd vol! Geef niet zomaar op. Gun uzelf de tijd. Houd er rekening mee dat een terugval normaal is. Vraag steun en advies. Aan mensen uit uw naaste omgeving. Aan uw centrale zorgverlener. Aan organisaties die u verder kunnen helpen. Een beloning Stel uzelf een beloning in het vooruitzicht als uw doel is behaald.
5
Waar gaat u aan werken?
In onderstaand schema noteert u in overleg met uw centrale zorgverlener waar u de komende tijd aan wilt werken: Doel
Werkwijze
Hulp
6
Moeilijke momenten
Startdatum
Evaluatiedatum
7
Metingen
datum
Lengte
Gewicht
BMI
Vetpercentage
Buikomvang
Gewichtsverlies in kg
Gewichtsverlies in %
Bloeddruk
Glucose
Cholesterol LDL
Nierfunctie (eGFR)
Conditietest
datum
datum
datum
8
datum
Lengte
Gewicht
BMI
Vetpercentage
Buikomvang
Gewichtsverlies in kg
Gewichtsverlies in %
Bloeddruk
Glucose
Cholesterol LDL
Nierfunctie (eGFR)
Conditietest
datum
datum
datum
9
datum
Lengte
Gewicht
BMI
Vetpercentage
Buikomvang
Gewichtsverlies in kg
Gewichtsverlies in %
Bloeddruk
Glucose
Cholesterol LDL
Nierfunctie (eGFR)
Conditietest
datum
datum
datum
10
datum
Lengte
Gewicht
BMI
Vetpercentage
Buikomvang
Gewichtsverlies in kg
Gewichtsverlies in %
Bloeddruk
Glucose
Cholesterol LDL
Nierfunctie (eGFR)
Conditietest
datum
datum
datum
11
Medicijn
Medicijngebruik
Dosering
Reden
Tijdstip inname
Startdatum
Stopdatum
12
Bewegen om af te vallen
Norm Gezond Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen moet u Bewegen voor uw gezondheid in ieder geval vijf dagen per week ten
minste een half uur matig intensief bewegen. Blokjes van tien minuten inspanning of meer (bijvoorbeeld een stukje fietsen of wandelen) mag u bij elkaar optellen. Fitnorm Om uw conditie op peil te houden moet u in ieder geval
drie dagen per week ten minste twintig minuten intensief bewegen. Bewegen om Als u wilt afvallen, is het belangrijk om goed te bewegen. af te vallen Bewegen kost energie en om die energie weer aan te vullen
gaat het lichaam op een bepaald moment vet gebruiken als brandstof. Hoeveel vet het lichaam gebruikt, hangt onder andere af van de intensiteit waarmee u beweegt, van uw leeftijd en uw lichaamsgewicht. Ook kan het van persoon tot persoon verschillen. In z’n algemeenheid geldt:
Als u matig intensief beweegt, verbrandt het lichaam meer vet dan als u intensief beweegt. De vetverbranding komt geleidelijk op gang en is na ongeveer twintig minuten optimaal. Op het moment dat u een goede conditie hebt door intensief te bewegen, stimuleert dat de vetbranding ook. Het lichaam van iemand met een goede conditie gebruikt meer vet dan van iemand met een slechtere conditie. Om af te vallen is een combinatie van matig intensief bewegen en intensief bewegen dus het beste.
13
(Matig) Om te weten hoe intensief u aan het bewegen (sporten) intensief bent, kunt u de volgende richtlijnen aanhouden: bewegen
Als u matig intensief beweegt, kunt u dat lang volhouden (een half uur tot anderhalf uur). Ook is het mogelijk om tijdens het bewegen nog redelijk gewoon te praten. Dat betekent dat u zo’n vijf tot tien woorden achterelkaar kunt uitspreken zonder pauze. Als u intensief beweegt, kunt u dat een tijdje volhouden (zo’n twintig minuten tot drie kwartier). Praten is een stuk moeilijker, maar in principe moet u zonder pauze nog een paar woorden achterelkaar kunnen zeggen.
14
Persoonlijke aantekeningen
© 2013 Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Europaweg-Zuid 1 Postbus 30001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl
inter35 1112
Wilhelmina Ziekenhuis Assen