INFOBROCHURE Academiejaar 2008-2009
e
1 Bachelor Taal- en Letterkunde: twee talen
Beste Student, De opleiding ‘Taal- en Letterkunde: twee talen’ biedt een programma aan dat aangepast is aan de eisen en maatschappelijke noden van onze tijd. Talenkennis vormt de hoeksteen van onze informatiemaatschappij. Door de toename van de mobiliteit en de schaalvergroting van de internationale contacten wordt het bovendien steeds belangrijker om te beschikken over een hoog ontwikkelde taalvaardigheid in meer dan één taal. Doeltreffende communicatie is echter niet louter een kwestie van taalbeheersing. Ze berust evenzeer op een brede, onbevangen kijk op de maatschappelijke context waarbinnen de communicatie plaatsvindt en op een goede kennis van het culturele en meer bepaald het literaire erfgoed. De opleidingen Taal- en Letterkunde: Germaanse talen, Romaanse talen en Klassieke talen hebben hiervoor de krachten gebundeld en zich verenigd in één opleiding ‘Taal- en Letterkunde’, waarbinnen je naast de combinaties van twee Germaanse talen, twee Romaanse talen of Latijn en Grieks voortaan ook nieuwe talencombinaties kan studeren. Hiermee wordt de “oude” grens van de traditionele taal- of cultuurfamilies doorbroken. De opleiding ‘Taal- en Letterkunde’ is een grote opleiding, waarin de student in grote mate een eigen traject kan uittekenen. As je vragen hebt bij je studiekeuze of praktische problemen ervaart, aarzel dan niet om de studie-adviseur, Mevr. An Vierstraete, aan te spreken of één van de contactpersonen die instaan voor de coördinatie van een groep vakken. Je vindt hun namen in deze brochure. Lees vooral ook steeds de berichten ad valvas, die in de meeste gevallen ook elektronisch kunnen worden geraadpleegd. In deze brochure vind je een korte beschrijving van de nieuwe opleiding en een beknopte beschrijving van de vakken uit de 1e bachelor. We sluiten af met nog wat praktische informatie. Samen met alle medewerkers binnen de opleiding, wensen we je een aangename en vruchtbare studie aan onze universiteit.
Prof. dr. Johan De Caluwe voorzitter van de opleiding
Prof. dr. Pascale Hadermann secretaris van de opleiding
2
De opleiding ‘Taal- en Letterkunde: twee talen’ Studenten ‘Taal– en Letterkunde’ aan de Universiteit Gent kiezen twee talen uit een aanbod van negen: Duits Latijn -
Frans -
Engels -
Nederlands -
Grieks Italiaans Spaans Zweeds
De uurroosters worden zo opgesteld dat je de twee talen die je hebt gekozen uit twee verschillende kolommen zonder enig probleem kan combineren. Je kan de combinaties uitproberen op de portaalsite voor studiekiezers (http://www.opleidingen.UGent.be/).
De opleiding zelf De opleiding tot Bachelor in de ‘Taal- en Letterkunde: twee talen’ wordt georganiseerd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte en duurt drie jaar. Na het behalen van dit diploma heb je rechtstreeks toegang tot diverse Master-programma’s. De doelstellingen van deze bachelor-opleiding zijn dat studenten: • een grondige kennis verwerven van twee talen • vertrouwd zijn met de culturele achtergrond van deze talen en taalgebieden • inzicht hebben in de structuur, het gebruik en de geschiedenis van deze •
talen thuis zijn in de literatuur van deze taalgebieden en in staat zijn (literaire) teksten te analyseren
Om dit streefdoel binnen de termijn van drie jaar te bereiken, werd een programma ontworpen dat op drie pijlers berust. Elk van deze pijlers vind je al terug in het programma van de 1e bachelor. Een studiejaar bestaat uit 60 ECTS. Een eerste pijler vormen de 5 algemene vakken (15 ECTS). Zij komen in alle opleidingen van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor en reiken de studenten algemene basisinzichten in de humane wetenschappen aan. Ze maken je als student ‘Taal- en letterkunde: twee talen’ vertrouwd met de grondbeginselen van de literatuur- en taalstudie, de historische kritiek, de geschiedenis van de filosofie en van de kunst. De tweede pijler van het bachelor-programma zijn de steunvakken. Zij worden door alle studenten van deze opleiding gevolgd, en bieden noodzakelijke kennis, methodes en vaardigheden die de taalspecifieke vakken overschrijden. Het gaat met name om algemene taal- en letterkundige vakken. Deze beslaan ongeveer een zesde van het gehele studiepakket (5 ECTS in de 1e bachelor). De derde en omvangrijkste pijler is de studie van twee talen. Gedurende de eerste twee jaren van de opleiding wegen die twee talen in het programma precies even zwaar (samen 40 ECTS in de 1e bachelor). In je derde jaar krijg je de gelegenheid om de studie van één van de twee gekozen talen extra te beklemtonen en je eventueel te specialiseren in de taalof letterkunde. Hiermee kan je je meteen ook voorbereiden op de keuze van je masterstudie.
3
Per taal is een evenwichtig traject uitgetekend. Elk van de talenpakketten bestaat uit drie delen: taalvaardigheid, een letterkundig en een taalkundig deel. In taalvaardigheid staat de mondelinge en schriftelijke communicatie van de student centraal (bij de klassieke talen: over de betrokken taal); hieraan wordt vooral in het eerste en het tweede bachelor-jaar aandacht besteed. In het letterkundige gedeelte worden de literaire tradities bestudeerd en leer je methoden kennen waarmee je teksten kan analyseren. In het eerste jaar ligt de klemtoon op het aanreiken van een literair en historisch referentiekader. In het taalkundige gedeelte verwerf je inzicht in het taalsysteem, taalvariatie en de functies die taal vervult. Voor de studenten van onze opleiding volstaat het immers niet enkel dat ze een taal kunnen gebruiken, ze moeten ook leren begrijpen hoe deze taal werkt – en dat in soms totaal verschillende contexten. Tenslotte is het van groot belang om ook de geschiedenis en de cultuur (in de brede zin van het woord) van de bestudeerde taalgebieden te kennen, zodat studenten ook inzicht verwerven in de politieke, maatschappelijke en culturele contexten waarbinnen taal en literatuur functioneren.
Les- en werkvormen Dit jaar krijg je met uiteenlopende les- en werkvormen te maken. De afwisseling zorgt ervoor dat diverse vaardigheden ontwikkeld worden. Er zijn natuurlijk de traditionele ex-cathedra cursussen of hoorcolleges, waarbij kennis wordt overgedragen van docent naar student. Extra uitleg en achtergrondinformatie of het gebruik van beeldmateriaal zorgen ervoor dat de lessen, die in de mate van het mogelijke interactief worden opgebouwd, meer zijn dan een overlopen van de “te kennen stof”. Bij de taalspecifieke vakken is er een evenwicht tussen hoorcolleges en werkcolleges, interactieve lessen die de studenten zelfstandig voorbereiden. Voor de werkcolleges worden de studenten verdeeld in groepen van twintig tot dertig personen. Hierdoor krijgen alle studenten de kans hun praktische taalvaardigheid in te oefenen. Bovendien leer je zo je lesgevers ook persoonlijk kennen, zodat je ook sneller bij hen terecht kunt met problemen.
Twee semesters Het academiejaar wordt opgesplitst in twee semesters. Dit betekent dat je eerst twaalf weken les krijgt (en dat er daarna een week gereserveerd is voor inhaalactiviteiten). Hierna heb je twee weken tijd om je examens voor te bereiden. Twee examenweken sluiten het semester af. Na een weekje intersemestriële vakantie, begint het tweede semester, dat is ingedeeld in zes weken les voor en zes weken les na de paasvakantie, gevolgd door een week voor inhaalactiviteiten. Het geheel wordt afgerond met een examenperiode van 6 weken.
Lessenroosters Alle lessen vinden plaats in de Blandijn en het gebouw van de Rozier tussen 8u30 en 18u45. Het gaat telkens om blokken van 1u30 (m.i.v. een pauze van 15 minuten).
4
Algemene vakken (verplicht, uit lijst van de faculteit) Contactpersoon: An VIERSTRAETE –
[email protected]
Historisch overzicht van de wijsbegeerte (Johan Braeckman) In dit opleidingsonderdeel wordt een overzicht gegeven van de grote wijsgerige problemen, van de voornaamste strekkingen in de pogingen tot oplossing van deze problemen en van de belangrijkste begrippen die typisch geworden zijn voor het wijsgerig denken. Hoofdoptiek is hierbij het actuele wijsgerig denken begrijpelijk te maken, maar hiertoe wordt het nodig geacht de historische ontwikkeling te onderzoeken die de voedingsbodem van het hedendaagse denken gevormd heeft. Dit vak is dan ook zo opgevat dat enkele belangrijke wijsgerige stromingen uit het verleden worden onderzocht in hun relevantie voor het denken van onze tijd. In het eerste hoofdstuk van de syllabus wordt de wijsbegeerte gesitueerd binnen de andere pogingen van de mens om zijn plaats in de wereld te bepalen: het mythisch-magisch denken, de grote wereldgodsdiensten, de wetenschap. Daarna worden achtereenvolgens de grote stromingen en figuren belicht, vanaf de Oudheid tot op heden. Hierbij komen vooral de hoofdthema’s van het wijsgerig denken aan bod: de pogingen om tot een adequaat beeld te komen van de natuur en van de mens, de zoektocht naar een fundament voor een ethiek en een politiek en de kritische vraag of over dit alles wel betrouwbare kennis mogelijk is.
Overzicht van de historische kritiek (Marc Boone) Het opleidingsonderdeel presenteert een methode om kritisch om te gaan met de overvloed aan informatie waarmee de huidige tijdgenoot geconfronteerd wordt, alsook met de projectie van deze situatie naar een ver en nabij verleden. Hoe bronnen op het spoor komen, hoe ze kritisch benaderen, en vooral: hoe treedt men op indien bronnen onderling contradictorische informatie geven? Hoe kan men, met andere woorden, overgaan tot het confronteren van uiteenlopende getuigenissen over dezelfde gebeurtenissen om uiteindelijk te komen tot een zo dicht mogelijk aan zekerheid grenzende interpretatie van feiten en van de motieven waarom bepaalde feiten zich hebben voorgedaan, zoals wij kunnen vaststellen. In een tweede deel wordt ingegaan op de historische synthese, en meer bepaald op de manier waarop in de loop der eeuwen samenlevingsvormen zich het verleden hebben voorgesteld. Ook de ontwikkeling van de ‘geschiedenis’ als autonoom wetenschapsgebied komt aan bod: in welke mate hebben ideologische, politieke en filosofische overtuigingen mee gestalte gegeven aan het beeld van het verleden? Alle theoretische beschouwingen worden met concrete toepassingen in de vorm van casussen geïllustreerd. Zoals dit opleidingsonderdeel, dat zelf op een eerbiedwaardige traditie teruggaat, is opgevat, presenteert het een methode die niet enkel voor de beoefenaars van de geschiedenis, maar ook bij uitbreiding voor vele wetenschapsgebieden van mens- en sociale wetenschappen bruikbaar is.
Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen (Bart Keunen) De cursus wil inzichten overbrengen omtrent de samenhang en ontwikkeling van de grote literaire stromingen in Europa sedert de Middeleeuwen. De cursus sluit aan bij de algemene doelstellingen van een een bachelor taal- en letterkunde: de studie van gesproken en geschreven teksten vanuit een ruime historische, sociale, culturele en filosofische context. Ook inzichten omtrent de specifieke eigenschappen van literaire teksten en in het historisch functioneren van literatuur worden via dit vak overgebracht. Het vak biedt een overzicht van de literaire stromingen en hun context, ingedeeld in zes delen (Middeleeuwen, Renaissance, Barok/Classicisme, 18de eeuw, 19de eeuw en 20ste eeuw). Elke deel bevat een cultuurhistorische situering, een overzicht van literaire kenmerken en een bespreking van de belangrijkste literaire exponenten van de stroming.
5
Daarnaast wordt er een reeks van gecanoniseerde teksten besproken die representatief zijn voor de bestudeerde literaire stromingen.
Inleiding tot taal- en tekststructuren (Klaas Willems) Tweede semester, lesgevers: Klaas Willems en Kristof Baten Dit vak biedt een bevattelijk overzicht van de belangrijkste kenmerken en functies van natuurlijke taal (taalsystemen) en taalgebruik (teksten en dialogen). In een eerste deel wordt aandacht besteed aan inzichten uit de semiotiek (algemene tekenleer), neurolinguïstiek, moedertaalverwerving en variatielinguïstiek (o.a. meertaligheid, taalverandering en classificaties van talen in de wereld). Daarnaast worden de verschillen en overeenkomsten tussen gesproken talen en gebarentalen uitgelegd, wordt de evolutie van verschillende types schrift besproken en wordt de relatie tussen taal en denken toegelicht. In een tweede deel ligt de klemtoon op de bespreking en analyse van voorbeelden uit de conversatie-analyse en de tekstlinguïstiek. Speciale aandacht gaat uit naar de relatie tussen taalgebruik en context, de verschillen tussen geschreven en gesproken taalgebruik, de manieren waarop teksten worden opgebouwd en geïnterpreteerd, de relatie tussen expliciete en impliciete informatie in het taalgebruik en problemen van het vertalen. Het studiemateriaal bestaat uit twee delen: een syllabus van ca. 80 bladzijden en een verplichte lectuurbundel met vier bijdragen. Het studiemateriaal wordt te koop aangeboden vóór het begin van de colleges in lokaal 132 (Blandijnberg).
Geschiedenis van de kunst (Claire Van Damme) Dit vak biedt een historisch, internationaal overzicht van de Westerse kunst als belangrijk maatschappelijk en cultureel verschijnsel. De belangrijkste doelstelling is het verwerven van inzicht in de diversiteit van artistieke realisaties, hun contextuele verbondenheid en diachronische verbanden; tevens een aanzet tot esthetische ervaring. Naast een reeks algemene beschouwingen over het studieobject (kennismaking met mogelijke functies, doelstellingen en eigenschappen van kunstwerken en kunstschepping) wordt de aandacht gevestigd op kunst als dynamisch principe (een dialectische relatie met contextuele gegevens), de belangstelling van de kunst voor wetenschappelijke en overige kennisdisciplines, en tenslotte op inter-artistieke relaties en de evoluerende verhouding met het publiek. Het vak biedt tevens een panoramisch overzicht van belangrijke artistieke realisaties van de Klassieke Oudheid tot het begin van de 20° eeuw aan de hand van een uitgekiende selectie van sleutelwerken.
6
Algemeen vak (verplicht voor de studenten Taal- en Letterkunde) Contactpersoon: Marc DE GROOTE –
[email protected] De gekozen talencombinatie bepaalt welk vak je volgt.
Kies je twee talen uit de groep – Duits, Engels, Nederlands en Zweeds, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: geschiedenis en typologie van de Germaanse talen (Luc De Grauwe & Youri Desplenter) (2e semester) Donderdag 16u00 tot 18u45 (met pauze middenin) In de eerste 7 (van 12 weken) wordt het taalkundig gedeelte gepresenteerd door prof. dr. L. de Grauwe. Het situeert de Germaanse talen binnen het geheel van de talen in de wereld en in Europa, gaat in op classificatie en typologie, en beschrijft vervolgens in grote trekken de hedendaagse kenmerken en de historische evolutie van elk van deze Germaanse talen. Het geheel wordt bovendien gesitueerd in een meer theoretisch kader van taalbeschouwing (voorbeeld: de verhouding taal-natie). Ook wordt kort ingegaan op de verhouding tot de Romaanse en de Klassieke talen (vooral op het gebied van de wederzijdse leenbetrekkingen). Een syllabus in papierversie is bij het begin van het 2e semester beschikbaar. In de laatste 5 weken wordt het tweede, literair gedeelte gepresenteerd door dr. Youri Desplenter (enkel voor studenten die twee Germaanse talen studeren). Dit is gewijd aan de vroegmiddeleeuwse literaire monumenten in de Germaanse talen. Er wordt ingegaan op de kenmerken van die teksten en op de cultureel-historische context waarin ze zijn ontstaan. Verder wordt door de studie van de middeleeuwse tekstdragers (handschrift/gedrukte boek) nagegaan hoe die geschriften ons, via de eerste filologen, hebben bereikt. Daartoe wordt ook een inleiding geboden in de editiepraktijk. De studenten lezen voorts zelfstandig een aantal aan te duiden gedichten uit de Edda. Een syllabus zal voor het begin van de 5 lessen kunnen worden aangeschaft.
Combineer je Frans met Italiaans of Spaans, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: Geschiedenis en typologie van de Romaanse e talen (Eugeen Roegiest) (2 semester) Donderdag (8.30-11.15), Auditorium D Deze cursus behandelt de oorsprong, het ontstaan en ontwikkeling van de Romaanse talen, en de invloed van de historische context en wisselwerking op de taalkundige eigenheid van deze talen. De cursus heeft tot doel de student toe te laten de door hem gekozen taal (of talen) te situeren binnen een groter geheel en behandelt daarom thema’s die in het studiecurriculum van de door hem gekozen taal niet aan bod komen. Handboek: E. Roegiest, Vers les sources des langues romanes. Un itinéraire linguistique à travers la Romania, Leuven, Acco, 2006 (ca. €35)
Combineer je Grieks en Latijn, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: encyclopedie van de Klassieke talen (Marc De Groote) (2e semester) Deel I, Vrijdag (8.30-09.45, eerste college: vrijdag 13 februari 2009), Auditorium B Deel II, Maandag (10.00-11.15, eerste college: maandag 9 februari 2009), Lokaal 241
7
Deze cursus bestaat uit 2 delen. Studenten die zowel Latijn als Grieks studeren, volgen beide onderdelen. Deel I: praktisch overzicht van de algemene en bijzondere hulpmiddelen (met inbegrip van ICT); de overlevering van teksten (initiatie paleografie; oriëntatie papyrologie; de verschillende fases van de tekstuitgave; de methode van de tekstkritiek en hermeneutiek). Bij dit deel hoort een persoonlijke taak waarin de verworven inzichten worden getoetst. Deel II: historisch overzicht van de klassieke filologie van in de Oudheid tot de 20e eeuw. Voor elk van beide partims is na intekening een cursus te verkrijgen in lokaal 246.
Combineer je Duits, Engels of Nederlands met Frans, Italiaans of Spaans of combineer je Frans met Zweeds, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: Germaanse en Romaanse talen (Luc De Grauwe & Eugeen Roegiest) Het gedeelte Germaanse talen wordt in de eerste 7 weken van het tweede semester (donderdag van 16u00 tot 18u45, met pauze middenin, in auditorium E) gepresenteerd door prof. dr. L. de Grauwe. Het situeert de verschillende Germaanse talen binnen het geheel van de talen in de wereld en in Europa, gaat in op classificatie en typologie, en beschrijft vervolgens in grote trekken de hedendaagse kenmerken en de historische evolutie van elk van deze Germaanse talen. Dit alles wordt bovendien gesitueerd in een meer theoretisch kader van taalbeschouwing (voorbeeld: de verhouding taal-natie). Ook wordt ingegaan op de verhouding tot de Romaanse en de Klassieke talen (vooral op het gebied van de wederzijdse leenbetrekkingen). Een syllabus is bij het begin van het 2de semester beschikbaar. Het gedeelte Romaanse talen beoogt een eerste kennismaking met het begrip Romaanse taal en een horizonverbredende situering van de door de student gekozen Romaanse taal. Het vak behandelt de oorsprong, ontstaan, ontwikkeling van de Romaanse talen, hun externe en interne taalkundige eigenheid, hun socio-culturele en historische context en wisselwerking. Bij de aanvang van dit gedeelte wordt een selectie uitgewerkt die aangepast is aan de individueel gekozen talencombinatie. Handboek: E. Roegiest, Vers les sources des langues romanes. Un itinéraire linguistique à travers la Romania, Leuven, Acco, 2006 (ca. €35)
Combineer je Frans met Latijn of Grieks of combineer je Italiaans of Spaans met Latijn, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: Romaanse en Klassieke talen (Eugeen Roegiest & Marc De Groote) Het gedeelte Romaanse talen beoogt een eerste kennismaking met het begrip Romaanse taal en een horizonverbredende situering van de door de student gekozen Romaanse taal. Het vak behandelt de oorsprong, ontstaan, ontwikkeling van de Romaanse talen, hun externe en interne taalkundige eigenheid, hun socio-culturele en historische context en wisselwerking. Bij de aanvang van dit gedeelte wordt een selectie uitgewerkt die aangepast is aan de individueel gekozen talencombinatie. Handboek:
8
E. Roegiest, Vers les sources des langues romanes. Un itinéraire linguistique à travers la Romania, Leuven, Acco, 2006 (ca. €35)
Het gedeelte Klassieke talen bestaat uit een praktisch overzicht van de algemene en bijzondere hulpmiddelen (met inbegrip van ICT); de overlevering van teksten (initiatie paleografie; oriëntatie papyrologie; de verschillende fases van de tekstuitgave; de methode van de tekstkritiek en hermeneutiek). Bij dit deel hoort een persoonlijke taak waarin de verworven inzichten worden getoetst.
Combineer je Engels of Nederlands met Latijn of Grieks, of combineer je Duits met Grieks, of combineer je Zweeds met Latijn, dan volg je: Inleiding tot de taal- en letterkunde: Germaanse en Klassieke talen (Luc De Grauwe & Marc De Groote) Het gedeelte Germaanse talen wordt in de eerste 7 weken van het tweede semester (donderdag van 16u00 tot 18u45, met pauze middenin, in auditorium E) gepresenteerd door prof. dr. L. de Grauwe. Het situeert de verschillende Germaanse talen binnen het geheel van de talen in de wereld en in Europa, gaat in op classificatie en typologie, en beschrijft vervolgens in grote trekken de hedendaagse kenmerken en de historische evolutie van elk van deze Germaanse talen. Dit alles wordt bovendien gesitueerd in een meer theoretisch kader van taalbeschouwing (voorbeeld: de verhouding taal-natie). Ook wordt ingegaan op de verhouding tot de Romaanse en de Klassieke talen (vooral op het gebied van de wederzijdse leenbetrekkingen). Een syllabus is bij het begin van het 2de semester beschikbaar. Het gedeelte Klassieke talen bestaat uit een praktisch overzicht van de algemene en bijzondere hulpmiddelen (met inbegrip van ICT); de overlevering van teksten (initiatie paleografie; oriëntatie papyrologie; de verschillende fases van de tekstuitgave; de methode van de tekstkritiek en hermeneutiek). Bij dit deel hoort een persoonlijke taak waarin de verworven inzichten worden getoetst.
9
Taalspecifieke vakken
Duits Contactpersoon: Jaak DE VOS –
[email protected]
Duitse Taalvaardigheid I: Taalverwerving (Torsten Leuschner) (1e semester) College op maandag van 13.00 uur tot 14.15 uur in auditorium A. Oefeningen op maandag van 11.30 uur tot 12.45 uur in lokaal 1.34 of op maandag van 14.30 uur tot 15.45 uur in lokaal 134 (afhankelijk van de talencombinatie; uren onder voorbehoud). De cursus probeert via hoorcolleges, begeleide en niet-begeleide oefeningen de beginnende studenten de basis van de Duitse morfologie, uitspraak, woordenschat en zinsbouw bij te brengen. In de colleges wordt de Duitse basisgrammatica behandeld (naamvallen; vormleer en gebruik van werkwoord, lidwoord, substantief, adjectief, telwoord, voornaamwoord, voorzetsel, bijwoord, voegwoord). Van de studenten wordt verwacht dat ze de colleges aan de hand van een Nederlandstalige basisgrammatica van het Duits voorbereiden. In de oefeningen wordt de toepassing van de stof uit de colleges ingeoefend. Alle lessen worden gegeven in het Duits. Lesmateriaal (door de studenten te kopen): Hans G. Lodder, Basisgrammatica Duits. Bussum, Uitgeverij Coutinho, 2004 of later (ISBN 90 6283 306 3; € 24,50) Thematische woordenschat. Intertaal, 2004 of later (ISBN 90 5451 0560; € 22) Aanbevolen: Grammatica in gebruik – Duits. Leer- en oefenboek. Intertaal, 2003 of later. (ISBN 90 5451 2415; € 21,95) Duitse Taalvaardigheid I: Literaire teksten (Jaak De Vos) (2e semester) Maandag (8.30-11.15u), maandag (14.30-17.15u) of donderdag (8.30-11.15u) In het tweede semester worden begeleide oefeningen Duitse Taalvaardigheid I (literaire teksten) ingericht in kleinere groepen (begeleid door Uta Schaffers en Elke Gilson). De oefeningen bestaan uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Aan de hand van twee korte teksten (Hebel: Unverhofftes Wiedersehen, Rilke: Der Panther) worden de studenten vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen uit de literatuurwetenschap, met een aantal analyse- en interpretatiemethoden en worden ze voorbereid op het schrijven van een Hausarbeit en het houden van een referaat. Na een vijftal weken krijgen de studenten de kans om persoonlijk rond enkele geselecteerde teksten te werken (drama, proza en lyriek). Van iedereen wordt een actieve deelname aan de oefeningensessies (o.m. aan groepsdiscussies), een korte mondelinge (duo-)presentatie en een schriftelijk werkstuk (individueel) verwacht. Lectuurlijst: Friedrich Dürrenmatt: Romulus der Große: Ungeschichtliche historische Komödie, Zürich: Diogenes, 1998. ISBN 3-257-23042-7, €7.90 Andere teksten als fotokopie beschikbaar: Johann Peter Hebel: Unverhofftes Wiedersehen. (1811). Rainer Maria Rilke: Der Panther. (1907/08). Georg Heym: Die Tote im Wasser. (1910). Gottfried Benn: Schöne Jugend. (1912).
10
Heinrich Böll: Wanderer kommst Du nach Spa... (1950) Judith Hermann: Sommerhaus, später. (2000) Duitse Taalkunde I (Martina Penke) (2e semester) Deze cursus bouwt verder op de in “Duitse taalvaardigheid: taalverwerving I” (Eerste Semester) verworven basiskennis van het Duits. Het is de bedoeling deze kennis te verdiepen en taalkundig te onderbouwen aan de hand van een Duitstalig grammaticahandboek. In de lessen komen de volgende thema’s aan bod: spelling, uitspraak, de woordsoorten in het Duits, morfologie en aspecten van de woordvorming. Van de studenten wordt verwacht dat ze de lessen actief voorbereiden. De oefeningen sluiten aan bij de colleges en stellen het aspect taalverwerving centraal. Handboek: Elke Hentschel / Harald Weydt (2003), Handbuch der deutschen Grammatik. Berlin: Walter de Gruyter. Duitse Letterkunde I (Jaak De Vos) (1e semester) College op donderdag van 13u tot 15u45 in auditorium A. In de hoorcolleges van Duitse Letterkunde I wordt in een literatuurhistorisch overzicht aan de hand van een tiental representatieve teksten dieper ingegaan op een aantal sleutelfiguren (Th. Mann, Trakl, Rilke, Benn, Kafka, Brecht, Celan, …) en een aantal thematische zwaartepunten (individu en sociale omgeving, taalkritiek, autobiografische en autopoëtologische positionering, politiek-historische dimensie) van de Duitse literatuur van de 20ste eeuw. Via grondige tekstanalyse worden de studenten vertrouwd gemaakt met verschillende leesmethoden en worden hen ook analytische vaardigheden bijgebracht. De studenten worden tot actieve deelname uitgenodigd en tot persoonlijke reflectie aangezet. Tegen het einde van het semester stelt de docent via MINERVA of gedrukt een syllabus ter beschikking. Bij deze colleges horen een drietal niet-begeleide oefeningen (begeleid door Uta Schaffers): 1. Praktische rondleiding in de Seminariebibliotheek, inleiding in heuristiek (recherche van bronnen, kennismaking met de belangrijkste bibliografische instrumenten, omgang met elektronische databanken, zoekstrategieën in Internet, initiatie in Minervaleeromgeving) – gekoppeld aan kleine zoekopdracht. 2. Schrijfoefening: de studenten vatten in een kort essay vanuit secundaire bronnen leven en werk van een (zelfgekozen) Duitse auteur samen. 3. Schrijfoefening: de studenten schrijven een korte commentaar bij een zelfgekozen citaat uit één van de in de hoorcolleges behandelde teksten. Handboeken: (geen koopverplichting, exemplaren ter inzage in Seminariebibliotheek) Bengt Algot Sörensen: Geschichte der deutschen Literatur. Bd. II: Vom 19. Jahrhundert bis zur Gegenwart. (München: C.H. Beck Verlag 2002. ISBN 3-406-475) (€14.90) Wolf Wucherpfennig, Geschichte der deutschen Literatur. Von den Anfängen bis zur Gegenwart. (Stuttgart: Ernst Klett. Neubearbeitung. ISBN 3-12-347410-0) (€17) Lectuurlijst: R.M. Rilke: Früher Apollo – Quai du Rosaire (1907) (fotocopie) Georg Trakl: Kaspar Hauser Lied (1913)
11
Georg Trakl: Werke, Entwürfe, Briefe. Hrsg. v. Georg-Hans Kemper u. Frank R. Max. Reclam Universal-Bibliothek Nr.8251 Reclam, Ditzingen ISBN 3-15-008251-X € 8.00 Thomas Mann: Der kleine Herr Friedemann. Novelle. Text nach der Erstausgabe von 1898. Fischer (S.), Frankfurt 1997 ISBN 3-10-348126-8 ISBN 978-3-10-348126-6 € 10,00 Franz Kafka: Das Urteil Das Urteil und andere Erzählungen Text und Kommentar. Kommentar v. Peter Höfle Suhrkamp BasisBibliothek (SBB) Nr.36 Suhrkamp, Frankfurt 2002 ISBN 3-518-18836-4 ISBN 978-3-518-18836-1 € 5, 00 Bertolt Brecht: Vom armen BB (1927) (fotocopie) Paul Celan: Todesfuge (1945) (fotocopie) Rose Ausländer: Gericht (1974) (fotocopie) Jurek Becker: Jakob der Lügner. Roman (1969) Text und Kommentar. Roman. Kommentar: Thomas Kraft Suhrkamp BasisBibliothek (SBB) Nr.15 Suhrkamp, Frankfurt 2000 ISBN 3-518-18815-1 ISBN 978-3-518-18815-6 € 9,50 Thomas Bernhard: Die Ursache. Eine Andeutung (1975) dtv Taschenbücher Bd.1299 DTV, München ISBN 3-423-01299-4 ISBN 978-3-423-01299-7
€ 8,00
Thomas Brussig: Am kürzeren Ende der Sonneallee (1999) Fischer Taschenbücher Bd.14847 156 S 2005 Fischer (TB.), Frankfurt ISBN 3-596-14847-2 ISBN 978-3-596-14847-9 € 7,95
Website: http://www.duits.ugent.be/
12
Engels Contactpersoon: Katrien DEROEY -
[email protected]
Engelse Taalvaardigheid I (Miriam Taverniers) (1e semester) • College op maandag: 8.30u – 11.15u, Aud. D • Oefeningen in groepen, op maandag of dinsdag, afhankelijk van de talencombinatie. Dit vak is gericht op de verfijning van het praktisch gebruik van het Engels. Enerzijds is er het inzicht in en de toepassing van de belangrijkste grammaticale regels van het standaard Brits Engels. Daarnaast wordt er intensief gewerkt rond de uitbreiding van de actieve en passieve woordenschat met nadruk op receptieve lees- en luistervaardigheden. Het handboek wordt aangevuld met oefeningen in een elektronische leeromgeving (https://minerva.ugent.be) Lesmateriaal: • Te kopen bij Boekhandel Acco, Sint-Pietersnieuwstraat 105: Vandenbergen, A.M. & M. Taverniers (2008) English Grammatical Usage: A study guide. Acco. • Zelf te bestellen bij een boekhandel: Pauwels, P., C. Bulcaen, R. Erzeel & B. Hoeckx (1999) Working Words At Work. Wolters Plantyn. • Ander materiaal wordt beschikbaar gemaakt via Minerva.
Engelse Taalkunde I (Mieke Van Herreweghe) (2e semester) College op maandag: 8.30u – 11.15u, Aud. D Dit vak behandelt het hoe en waarom van de studie van het Engels als eigentijds verschijnsel en als object van taalonderzoek. Wat behelst de taalkundige studie van het Engels? De positie van het Engels als wereldtaal? Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste historische, maatschappelijke, culturele en geografische ontwikkelingen en de linguïstische thematieken die deze hebben teweeggebracht. Lesmateriaal (zelf te bestellen bij een boekhandel): • Crystal, D. (1995, 2003 second edition) The Cambridge Encyclopedia of the English Language, second edition. Cambridge University Press. • Syllabus bij het begin van het tweede semester aan te kopen via Top Copy (St.Pietersnieuwstraat)
Engelse letterkunde I: Een inleiding tot Engelstalige poëzie en Engelstalig drama en proza (I. Saal) (2e semester) Lesgevers: K. Bollen, K. Claes, P. Codde, R. De Baerdemaeker, J. De Ridder, M. Spies, B. Van Puymbroeck, J. Wagner Wordt gedoceerd tijdens het tweede semester, in groepen. In deze cursus maken de studenten kennis met de theoretische concepten die centraal staan in de studie van de drie voornaamste genres: poëzie, drama en proza. Er is een syllabus beschikbaar aan de start van het tweede semester. Aanvullende literaire werken worden gebruikt om analytische methodes te illustreren en om de studenten vertrouwd te maken met essentiële concepten van de kritische terminologie. Ook scherpen zij zo het noodzakelijke taalbewustzijn aan. In de loop van het semester worden twee korte essays geschreven. Lectuurlijst: wordt later meegedeeld.
13
Geschiedenis en cultuur van de Angelsaksische landen (K. Macdonald) Wordt gedoceerd tijdens het eerste semester, di. 10.00-11.15 u., aud. D en woe. 8.30-9.45 u., aud. E In deze cursus zullen de studenten inzicht ontwikkelen in de karakteristieke en bepalende historische krachten die de Britse en Amerikaanse maatschappij gevormd hebben. DEEL I: Van Angelsaksisch Engeland tot Groot-Brittannië (410-1901) (M. Van Melkebeek) Oktober - midden november; onderricht in het Nederlands Dit gedeelte van de cursus poogt de elementen van continuïteit en verandering bloot te leggen die de geschiedenis van Groot-Brittannië kenmerken. Tot de bestudeerde concepten behoren monarchie, Anglikaanse kerk, "dissenters" en non-conformisme, koninklijk prerogatief en parlement, het Republikeinse experiment, de natie-staat, "Empire", huwelijk en seksualiteit. DEEL II: Britain (K. Macdonald) Midden oktober - begin december; onderricht in het Engels. Deze lessenreeks brengt een overzicht van het leven, de attitudes en de instellingen in de Britse eilanden aan het eind van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw. De nadruk ligt op de relatie tussen zowel het publieke leven als het persoonlijke alledaagse bestaan enerzijds en onderliggende waarden en opvattingen anderzijds. Idealiter verwerven studenten het soort achtergrondkennis dat ontwikkelde Britten in staat stelt (geschreven en audio-visuele) teksten voor een Brits doelpubliek te begrijpen. DEEL III: U.S. History and Culture (G. Vandermassen) Midden november – begin december; onderricht in het Engels. Dit onderdeel van de cursus bestaat uit een korte thematische inleiding tot de studie van de Verenigde Staten. In elk college wordt een aspect van de contemporaine V.S. teruggevoerd tot zijn historische wortels in een verder verleden. Tot de besproken thema's behoren de Amerikaanse ideologie, puritanisme en immigratie.
Website: http://www.english.ugent.be
14
Frans Contactpersoon: Alexander ROOSE –
[email protected]
Franse Taalvaardigheid I (Pascale Hadermann; medewerker: Annemie Demol) (1e semester) De cursus richt zich op de mondelinge en schriftelijke taalbeheersing van het Frans. Aan de hand van grammatica-oefeningen, woordenschatverrijking en steloefeningen verwerft de student een grondige kennis van de Franse grammatica en schrijfwijze. Op het einde van dit opleidingsonderdeel beheerst de student de Franse communicatieve basisvaardigheden. Lectuurlijst (verplichte werken): Grevisse, M. & Goose, A., Nouvelle grammaire française, Louvain-La-Neuve: De Boeck-Duculot. Le petit Robert, Paris: Dictionnaires Robert. Andere relevante lectuur zal tijdens de colleges worden meegedeeld. Didactische werkvorm Collectieve lessen, begeleide oefeningen ondersteund door de elektronische leeromgeving
Franse Taalvaardigheid II (Pascale Hadermann; medewerker: Annemie Demol) (2e semester) Dit vak sluit aan op het vak Franse taalvaardigheid I waarbij dieper wordt ingegaan op de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in het Frans. Naast grammatica-oefeningen en woordenschatverrijking wordt nu ook aandacht geschonken aan het schrijven van verhandelingen. Het is de bedoeling dat de student zich aan het einde van Ba1 correct en genuanceerd kan uitdrukken. Lectuurlijst: Idem Franse taalvaardigheid I Didactische werkvorm: Idem Franse taalvaardigheid I Franse Taalkunde I (Els Tobback en Dominique Willems) (2e semester) In dit vak krijg je de basis aangereikt van de Franse taalkunde. Na een inleiding over wat taalkunde van grammatica onderscheidt, concentreren we ons hoofdzakelijk op de 'zin' en op het 'woord'. Voor de zin gaan we na hoe haar basisstructuur in elkaar zit. Dat doen we ondermeer aan de hand van een heel pak oefeningen op zinsontleding. Van het woord bestuderen we verschillende facetten: we nemen de interne structuur onder de loep en we buigen ons over het vraagstuk van de woordsoorten. We vragen ons hier ondermeer af of het mogelijk is om alle woorden in een beperkt aantal categorieën (werkwoord, naamwoord enz.) onder te brengen. In een lectuurbundel die je zelfstandig doorneemt, komen nog een aantal andere domeinen van de Franse taalkunde aan bod: het gaat vooral om historische en sociologische aspecten van het Frans en om een aantal basisbegrippen van de Franse fonetiek (de klanken van het Frans). Je leert in dit vak inzicht verwerven in de taal als onderzoeksobject. Je leert ook kritisch omgaan met grammatica's. Een heel belangrijk doel van het vak is het ontwikkelen van je analytische vaardigheden.
15
Franse letterkunde I (Alexander Roose en Griet Theeten ter vervanging van Pierre Schoentjes) (1e semester) Dit opleidingsonderdeel, dat de persoonlijke lectuur wil stimuleren door het in een ruimer perspectief te situeren, berust op drie pijlers: - een panoramisch overzicht van de geschiedenis van de Franse literatuur; - een kennismaking met de voornaamste hulpmiddelen; - tekstanalyse. De colleges besteden in de eerste plaats aandacht aan kortere literaire vormen (fiction/essais) in de Franse literatuur van de 19e en 20e eeuw. Lectuur (lijst beschikbaar vanaf het eerste college en op Minerva) en zelfstudie ondersteunen de tekstanalyse die zoveel mogelijk in dialoog tot stand komt. Drie ontmoetingen met Franse auteurs vullen de colleges aan. Het examen bestaat uit een schriftelijk examen over de colleges, over de persoonlijke lectuur, over de geschiedenis van de Franse letterkunde. Studiemateriaal: Een bundel “Choix de textes”, te verkrijgen op het secretariaat van de Vakgroep Frans, lok. 152, 1ste verdieping. AMMIRATI, C., LEFÈBVRE, B. & MARCANDIER-COLARD, C., Littérature française. Manuel de poche, Paris, P.U.F., 1998.
Website: http://www.francais.ugent.be
16
Grieks Contactpersoon: GUNNAR DE BOEL –
[email protected] Oudgrieks: taalverwerving I en II (Marc De Groote) (1e en 2e semester) Taalverwerving I: Maandag (17.30-18.45: lokaal 241); dinsdag (8.30-09.45: leszaal 2 kelder); vrijdag (11.30-14.15: lokaal 241), eerste college: maandag 22 september 2008. Taalverwerving II: Maandag (11.30-14.15, lokaal 241); woensdag (8.30-11.15: leszaal 3 kelder), eerste college: maandag 9 februari 2009. In deze cursus verwerven de studenten een basiskennis van de klassieke Griekse woordenschat, accentenleer en grammatica. Stap voor stap worden, na een korte inleiding over het Griekse schrift, de verbuigingen, vervoegingen en zinsleer aangebracht, steeds vergezeld van zowel klassikale als individuele oefeningen, onder meer thema’s. Voor de training van het tekstbegrip (versio’s, lectuur) worden de studenten in het eerste semester in verschillende groepen onderverdeeld, afhankelijk van hun niveau en ervaring. Onder begeleiding van assistente Sylvie Geerts en wetenschappelijk medewerker Floris Bernard krijgen ze extra oefeningen en/of lezen ze eenvoudige prozateksten. In het tweede semester leest de hele groep met de docent een klassiek prozaschrijver. De studenten dienen zich volgende handboeken aan te schaffen: H. Hansen - G.M. Quinn, Greek. An Intensive Course. Fordham University Press. New York 1992 (of later); te koop in de boekhandel. M. De Groote, Syntaxis van het Oudgrieks. Gent, Academia Press, 2008, VI + 211 pp. ISBN 978-382-1249-4; te koop in de boekhandel. G. Demeyere, Grieks basisvocabularium, Luik 1983 (na intekening te verkrijgen in lokaal 246). P. Baeyens - E. De Waele, Griekse spraakkunst, Luik 1963 (na intekening te verkrijgen in lokaal 246).
De literatuur van de Oudheid (Kristoffel Demoen & Wim Verbaal) (1e semester) Partim Grieks: woensdag, 13 – 14.15 (HIKO, lokaal 129); eerste les 24 september 2008 Partim Latijn: vrijdag, 8.30 – 9.45 (Blandijn, auditorium A): eerste les 26 september 2008 In dit vak hoor je het verhaal van de klassieke literaturen, zonder dat de kennis van Latijn en/of Grieks daarvoor een vereiste is. In de lessen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de belangrijkste genres, gekaderd binnen de historische, socio-politieke en literaire context. Je krijgt niet alleen theoretische inzichten en feitenkennis mee, maar bespreekt in de les ook teksten die je in vertaling gelezen hebt. Als aanvulling bij de lessen krijg je een lectuurpakket met Griekse en Latijnse teksten in vertaling. De syllabi bij deze cursus worden gedrukt en verdeeld door Academia Press.
Oudgriekse letterkunde I (Kristoffel Demoen) (2e semester) Vrijdag, 13.00 – 15.45 (Blandijn, leslokaal 241) Dit vak sluit aan op het vak “De literatuur van de Oudheid” (1e semester): we lezen en interpreteren nu werken in het Grieks. Een deel van de lessen zijn werkcolleges, een deel hoorcolleges. Voor de eerste bereid je thuis zelf de lectuur voor: het gaat om prozateksten die geschreven zijn in een relatief eenvoudige taal (Plato, Theofrastos, Loukianos…). In de
17
hoorcolleges worden, aan een hoger tempo, teksten uit diverse genres gelezen, als verdere illustratie en uitdieping van het vak "De literatuur van de Oudheid". Het lesmateriaal voor de meeste vakken Grieks wordt ter beschikking gesteld door de lesgevers en wordt verdeeld via het vakgroepsecretariaat Latijn & Grieks. Voor de bestelling van tekstuitgaven wordt samengewerkt met de studentenvereniging Philologica.
Website http://www.latijnengrieks.ugent.be/
18
Italiaans Contactpersoon: Sarah DECOMBEL –
[email protected] - tel. 09.264.40.61 Italiaanse Taalvaardigheid I (Claudia Crocco, medewerker: Susan Verhulst) (1e semester) Lesrooster: theorie: vrijdag 13 - 14.15 (auditorium M, Rozier); oefeningen: groep 1: vrijdag 11.30 – 12.45 (lokaal 001b, Blandijn); groep 2: vrijdag 14.30 – 15.45 (lokaal 2.19, Blandijn) Doel: Verwerven parate taalkennis Italiaans. Overzicht van de uitspraakregels en de grammatica. Intensieve taalverwerving met aandacht voor mondelinge taalvaardigheid. Gedoceerd in het Nederlands en het Italiaans. Lesmateriaal: • Sabine VERHULST et al., Syllabus Italiaanse Taalvaardigheid, 5€ (verdeeld door het Instituut voor Italiaanse taal en literatuur) • Sonia BAILINI, Silvia CONSONNO, 2004, I verbi italiani - grammatica, esercizi, giochi, Alma Edizioni (te verkrijgen bij Story) • Susanna NOCCHI, 2004, Grammatica pratica della lingua italiana, Alma Edizioni, 16 (te verkrijgen bij Story) • Luciana FEINLER-TORRIANI, Gunther KLEMM, 2002, (nieuwe uitgave), Thematische woordenschat Italiaans (Nl. bewerking T. van Dijk, T. Gase, M. Warners), Amsterdam/Antwerpen, Intertaal (verkrijgbaar bij Story). • Minerva
Italiaanse Taalvaardigheid II (Claudia Crocco, medewerker: Susan Verhulst) (2e semester) Lesrooster: theorie: maandag 13 - 14.15 (auditorium B, Blandijn); oefeningen: groep 1 maandag 11.30 – 12.45 (LSZ 3); groep 2: maandag 14.30 – 15.45 (LSZ 3) Doel: Vervolmaken parate taalkennis Italiaans. Vervolledigen overzicht van de Italiaanse normatieve grammatica. Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid. Gedoceerd in het Italiaans. Lesmateriaal: cfr. Italiaanse taalvaardigheid I. Cultuurkunde van Italië (Sabine Verhulst) (2e semester) Lesrooster: woensdag 8.30 -11.15, Auditorium B (Blandijn) Doel: Opbouwen feitenkennis. Inzicht verstrekken in de maatschappij, cultuur en geschiedenis van Italië. Bondig overzicht van de geschiedenis van Italië met bijzondere aandacht voor de kunst. Gedoceerd in het Italiaans. Lesmateriaal: • Minerva • Handboek (te verkrijgen bij Story): P.E. Balboni - M.Santipolo, Profilo di storia italiana per stranieri, Perugia, Guerra Edizioni, 2004 (2a ed.).
19
Italiaanse taalkunde I (Claudia Crocco) (2e semester) Lesrooster: vrijdag 13 – 15.45, Auditorium C (Blandijn) Doel: de student vertrouwd maken met de fonetische, fonologische en morfologische structuren van het Italiaans. Op die manier wordt de taalkundige kennis van het standaardItaliaans ontwikkeld. Bovendien worden de studenten voorbereid op de studie van syntactische, semantische en pragmatische fenomenen (Italiaanse taalkunde II). Gedoceerd in het Italiaans. Lesmateriaal: • Handboek (de te kennen hoofdstukken worden aangeduid tijdens de les): Maurizio Dardano, "Nuovo manualetto di linguistica italiana", Bologna, Zanichelli (verkrijgbaar bij Story). • Extra materiaal dat wordt uitgedeeld tijdens de lessen (fotokopies) of via Minerva. • Powerpoint-presentaties
Italiaanse taalkunde I (Claudia Crocco) (2e semester) Lesrooster: vrijdag 13 – 15.45, Auditorium C (Blandijn) Doel: de student vertrouwd maken met de fonetische, fonologische en morfologische structuren van het Italiaans. Op die manier wordt de taalkundige kennis van het standaardItaliaans ontwikkeld. Bovendien worden de studenten voorbereid op de studie van syntactische, semantische en pragmatische fenomenen (Italiaanse taalkunde II). Gedoceerd in het Italiaans. Lesmateriaal: • Handboek (de te kennen hoofdstukken worden aangeduid tijdens de les): BERRUTO Gaetano, 2006 (nuova edizione), “Corso elementare di linguistica generale” Torino, UTET (verkrijgbaar bij Story) • Extra materiaal dat wordt uitgedeeld tijdens de lessen (fotokopies) of via Minerva. • Powerpoint-presentaties
20
Latijn Contactpersoon: Yanick MAES –
[email protected]
Latijn: Taalbeheersing I (Wim Verbaal) De cursus beoogt een verdiept inzicht van de Latijnse taal bij te brengen, waarbij aandacht wordt besteed aan de verschillende niveaus van de taalstudie: fonologie, lexicologie en morfologie. De nadruk ligt echter op de syntax van de Latijnse zin en op de stilistische implicaties van de gekozen zinstructuur. Dit wordt nagestreefd in de vorm van hoorcolleges, begeleide en zelfstandige lectuur en al dan niet begeleide oefeningen. Er heeft een continue evaluatie plaats. Aan te schaffen door de studenten: Harm Pinkster (ed), Woordenboek Latijn/Nederlands, (Amsterdam University Press, 19981)
Latijn: Taalbeheersing II (Wim Verbaal) De cursus bouwt voort op de verworvenheden van het eerste semester. De inzichten in het functioneren van de Latijnse zin worden verdiept aan de hand van complexere tekststructuren. De leesvaardigheid wordt verder geoefend. Er gaat meer aandacht uit naar de stilistische interpretatie van de gelezen teksten. Ook in deze cursus komen theoretische hoorcolleges, begeleide en zelfstandige lectuur en al dan niet begeleide oefeningen aan bod.
Latijnse Letterkunde I (Wim Verbaal) Aansluitend bij het algemene overzicht van “de literatuur van de Oudheid” wordt in deze cursus dieper ingegaan op de culturele en historische contextualisering van de Latijnse literatuur in de Oudheid (derde eeuw voor tot zevende eeuw na het begin van onze jaartelling). Bovendien wordt een introductie gegeven tot de literatuurwetenschappelijke benadering van een tekst en wordt deze toegepast op de lectuur van teksten uit de Romeinse cultuur van de Oudheid.
De literatuur van de Oudheid (Kristoffel Demoen & Wim Verbaal) In dit vak hoor je het verhaal van de klassieke literaturen, zonder dat de kennis van Latijn en/of Grieks daarvoor een vereiste is. In de lessen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de belangrijkste genres, gekaderd binnen de historische, socio-politieke en literaire context. Je krijgt niet alleen theoretische inzichten en feitenkennis mee, maar bespreekt in de les ook teksten die je in vertaling gelezen hebt. Als aanvulling bij de lessen krijg je een lectuurpakket met Griekse en Latijnse teksten in vertaling. Over één van die werken schrijf je een bespreking. Het lesmateriaal voor de vakken Latijn wordt ter beschikking gesteld door de lesgever en wordt verdeeld via het vakgroepsecretariaat Latijn & Grieks.
Website: http://www.latijnengrieks.ugent.be/
21
Nederlands Contactpersoon: Yves T’SJOEN –
[email protected] Nederlandse taalkunde I: Taalbeschouwing (Magda Devos) (1e semester) - 3 studiepunten. Tijdstip en plaats: ma. 14.30-16.00, aud. C In het vak Nederlandse taalkunde I: Taalbeschouwing wordt een algemene inleiding gegeven tot de taalkundige studie van het Nederlands, in de vorm van hoorcolleges. Daarnaast wordt van de studenten verwacht dat ze zelfstandig een literatuurpakket verwerken, met onder meer een aantal taalkundige artikelen over het Nederlands en een inleiding op de Nederland- en Vlaanderenkunde. Het examen is schriftelijk. Het nodige studiemateriaal wordt in één pakket verkocht met het materiaal voor Nederlandse taalkunde I: taalsysteem, en Nederlandse taalvaardigheid I, in de loop van de eerste week van het academiejaar. Verdere informatie hierover volgt ad valvas, in de eerste les en online (http://www.nederlandsetaalkunde.ugent.be/).
Nederlandse taalkunde I: Taalsysteem (Magda Devos) (2e semester) - 4 studiepunten. Tijdstip en plaats hoorcollege: ma. 14.30 – 16.00, aud C. Tijdstip en plaats oefeningen: lok. 0.32a; groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt In het vak Nederlandse Taalkunde I: Taalsysteem wordt een inleiding op de syntaxis van het Nederla nds gegeven, waarbij zowel de verschillende woordsoorten als de syntaxis van de enkelvoudige zin besproken worden. Het onderwijs gebeurt d.m.v. hoorcolleges en aparte oefeningensessies in kleine groepen. Dit onderdeel wordt geëxamineerd met een schriftelijk examen. Het studiemateriaal wordt in één pakket verkocht met het materiaal voor Nederlandse taalkunde I: taalbeschouwing, en Nederlandse taalvaardigheid I, in de loop van de eerste week van het academiejaar.
Nederlandse Taalvaardigheid I (Magda Devos) (1e semester) 3 studiepunten Plaats: lok. 0.32a. Tijdstip en groepsindeling worden ad valvas bekend gemaakt. Het vak Nederlandse Taalvaardigheid I is bedoeld om de schriftelijke en mondelinge beheersing van de Nederlandse taal te bevorderen. Je krijgt de onderdelen Taalzorg, Schrijfvaardigheid en Spreekvaardigheid. In het onderdeel Taalzorg wordt je aangeleerd om een aantal klassieke taalfouten te herkennen en te corrigeren. In Schrijfvaardigheid leer je hoe je zelf een goed gestructureerde tekst schrijft, in correct en verzorgd Nederlands. De genres die onder meer aan bod komen, zijn een betogende tekst en een populariserend tijdschriftartikel. In Spreekvaardigheid ten slotte worden via een groepspresentatie eventuele uitspraak- en spreekproblemen opgespoord en geremedieerd; er wordt ook gewerkt aan het verminderen van spreekangst. Dit vak wordt geëvalueerd via een systeem van permanente evaluatie.
22
Het studiemateriaal wordt verkocht met het materiaal voor Nederlandse taalkunde I: taalbeschouwing en Nederlandse taalkunde I: taalsysteem in de loop van de eerste week van het academiejaar. Nederlandse letterkunde I (Youri Desplenter, Charlotte Cailliau en Carl de Strycker) (1e semester) - 5 studiepunten. Tijdstip en plaats: maandag 16u.-17.15u., auditorium D Groepsindeling en lokalen voor de oefeningen worden ad valvas (prikbord Vakgroep Nederlandse Literatuur) bekend gemaakt Dit opleidingsonderdeel bestaat uit een hoorcollege en een oefeningengedeelte. Met het hoorcollege (Y. Desplenter) wordt beoogd de studenten inzicht bij te brengen in het historisch functioneren van literatuur, meer bepaald in de vroegste periode van de Nederlandse letterkunde, de middeleeuwse. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de syllabus J. Reynaert, D. Coigneau e.a., Overzicht van de Nederlandse letterkunde, deel 1, uitgegeven door Academia Press. Bij het hoorcollege hoort een lectuurlijst. In de oefeningen leren de studenten in kleinere groepen prozateksten analyseren en interpreteren. De oefeningen van het eerste semester (C. Cailliau en C. de Strycker) zijn gebaseerd op een lectuurlijst (zie webstek van de vakgroep). Alle studenten (groepen Cailliau) lezen in elk geval Van de koele meren des doods van F. van Eeden en voor de groepen van De Strycker lezen de studenten De wereld, een dansfeest van A. van Schendel. Nederlandse letterkunde II (Dirk Coigneau, Youri Desplenter en Veerle Uyttersprot) (2e semester) - 5 studiepunten. Tijdstip en plaats: maandag 16u.-17.15u., auditorium D Groepsindeling en lokalen voor de oefeningen worden ad valvas (prikbord Vakgroep Nederlandse Literatuur) bekend gemaakt Ook dit opleidingsonderdeel bestaat uit enerzijds een hoorcollege, anderzijds een oefeningengedeelte. In het hoorcollege wordt het overzicht van de literatuurgeschiedenis voortgezet, met lessen over de laatmiddeleeuwse periode en de rederijkerstijd (Desplenter en Coigneau). Er wordt verder gebruik gemaakt van de syllabus Overzicht van de Nederlandse letterkunde, deel 1. In de oefeningen (V. Uyttersprot) zullen twee epische werken worden geanalyseerd: de Arthurroman De Roman van Walewein en Van den Vos Reynaerde. Uitvoerige toelichting over organisatie, verloop en ondervraging van alle onderdelen van Nederlandse letterkunde I en II wordt gegeven in het eerste hoorcollege.
Webadressen: http://www.nederlandsetaalkunde.ugent.be/ http://www.nederlandseliteratuur.ugent.be/
23
Spaans Contactpersoon: Renata ENGHELS –
[email protected]
Spaanse taalvaardigheid I (Ilse Logie) (1e semester) Wekelijks: dinsdag, 8:30-9:45, Bla C en vrijdag (parallel) 11:30-12:45 Bla HIKO + B en 13 – 14:15, Bla A en B. Dit vak is erop gericht de studenten in staat te stellen zich op een basisniveau, mondeling en schriftelijk, in het Spaans uit te drukken. Hiertoe worden alle aspecten van de normatieve grammatica (met nadruk op morfologie) systematisch ingeoefend. In meer communicatief georiënteerde praktische sessies wordt de student in contact gebracht met het levende Spaans in context, en verwerft hij/zij een basiswoordenschat. Vereiste voorkennis: geen. Doceertalen: Nederlands en Spaans. Examen: schriftelijk. Via Minerva hebben de studenten toegang tot extra studiemateriaal en oefeningenreeksen. Verplicht leermateriaal: I. Logie, Syllabus Spaanse Taalvaardigheid I (Acco). L. Miquel & N. Sans, Rápido, rápido (libro del alumno + cuaderno de ejercicios), Barcelona, Difusión, 2007. K. Buyse, N. Delbecque, D. Speelman, Portavoces. Thematische woordenschat Spaans (boek + Cdrom), Leuven, Wolters Plantyn, 2004 Facultatief leermateriaal: Eén verklarend woordenboek Spaans naar keuze, liefst dat van María Moliner, Diccionario de uso del español, laatste uitgave. Luis Aragonés & Ramón Palencia, Gramática de uso del español I, Teoría y Práctica A1/B2, Madrid, SM, 2005
Spaanse taalvaardigheid II (Ilse Logie) (2e semester) Wekelijks: dinsdag, 8:30 – 9:45, Bla C en vrijdag (parallel) 13 – 14:15 Bla A + B en 14:30 – 15:45, Bla A, B en 001B. Dit vak bouwt voort op het opleidingsonderdeel Spaanse taalvaardigheid I. Bij de normatieve grammatica komt de nadruk te liggen op de syntaxis (construeren van samengestelde zinnen, gebruik van tijden en wijzen, …). In de meer praktisch georiënteerde lessen die hierbij aansluiten worden meer teksten gelezen, geanalyseerd en becommentarieerd, zodat de woordenschat sterk wordt uitgebreid. Vereiste voorkennis: beheersing van de leerstof Spaanse taalvaardigheid I. Doceertaal: Spaans. Examen: schriftelijk. Verplicht leermateriaal: I. Logie, Syllabus Spaanse Taalvaardigheid II (Acco). L. Miquel & N. Sans, Rápido, rápido (libro del alumno + cuaderno de ejercicios), Barcelona, Difusión, 2007. K. Buyse, N. Delbecque, D. Speelman, Portavoces. Thematische woordenschat Spaans (boek + Cdrom), Leuven, Wolters Plantyn, 2004. Aanvullend materiaal op Minerva.
24
Facultatief leermateriaal: Eén verklarend woordenboek Spaans naar keuze, liefst dat van María Moliner, Diccionario de uso del español, laatste uitgave. Luis Aragonés & Ramón Palencia, Gramática de uso del español I, Teoría y Práctica A1/B2, Madrid, SM, 2005 Cultuurkunde van Spanje en Spaans-Amerika (Eugenia Houvenaghel) (2e semester) College op woensdag 8:30 – 11:15, Bla D Na een geografische inleiding en vertrekkende van de historische chronologie, worden de studenten vertrouwd gemaakt met een aantal fundamentele culturele aspecten van de Spaanstalige wereld, zoals: het Spanje van de drie culturen, de vertaalschool van Toledo, de Barok, het religieuze syncretisme, de erfenis van de grote precolumbiaanse beschavingen en talen in Amerika enz. Doceertaal: Spaans Examen: schriftelijk Studiemateriaal: Introducción a la cultura hispánica, een syllabus die via "Minerva" bij het begin van het tweede semester verkrijgbaar zal zijn.
Spaanse taalkunde I (Eugeen Roegiest, medewerkers: Renata Engels, Kimberly Merckx) (2e semester) Maandag: 11.30-13.00 (aud. A: Theorie) én 10.00-11.30 (1 groep), 13.00-14.30 (2 groepen, parallel) (Oefeningen) Het theoretische gedeelte betreft de fonetiek en de fonologie van het Spaans. De cursus omvat de volgende delen : (a) algemene begrippen van de fonetiek, (b) fonologie van het Spaans, (c) spelling, (d) fonotaxis. Het praktijkgedeelte bouwt voort op de reeds geziene grammatica uit de cursus Taalvaardigheid I en heeft tot doel de grammaticale problemen verder uit te diepen aan de hand van een gevarieerd geheel van oefeningen. Zowel voor de theorie als voor de oefeningen heeft de dienst een syllabus ontworpen die tijdens de eerste les verdeeld wordt. Website: http://www.spaans.ugent.be
25
Zweeds Contactpersoon: Freek ADRIAENS –
[email protected]
Zweedse Taalverwerving (Godelieve Laureys met medewerking van Freek Adriaens) (1e semester) Dit opleidingsonderdeel bestaat in een cursus intensieve taalverwerving, waarbij de studenten zowel de uitspraak, de basiswoordenschat en fraseologie als de basisgrammatica van het Zweeds verwerven.
Leermateriaal: • Distanskurs i svenska som främmande språk med tandem learning (cursus uitgewerkt door een consortium van Scandinavische Instituten en instituten voor taaldidactiek van verschillende universiteiten in het kader van het LINGUAprogramma van de EU) 6 modules. • Marie Håkansson, Om uttal. Öva uttal (wordt bezorgd door de vakgroep) • Hellström, Första övningsbok i svensk grammatik (€ 20) (wordt besteld door de vakgroep) • Van Dale:Zweeds-Nederlands, Nederlands-Zweeds
Zweedse Taalvaardigheid I (Godelieve Laureys met medewerking van Freek Adriaens) (1e semester) Tijdens dit opleidingsonderdeel wordt de passieve basiskennis van het Zweeds (uitspraak, woordenschat, grammatica) uitgebreid en worden via gerichte oefeningen actieve vaardigheden in gesproken en geschreven Zweeds aangeleerd. De oefeningen omvatten computergestuurde oefeningen, talenpractica, vertalingen Nederlands-Zweeds en ZweedsNederlands, grammaticale invuloefeningen, opstellen en conversatieoefeningen. Leermateriaal: • Hellström, Första övningsbok i svensk grammatik (€ 20) (wordt besteld door de vakgroep) • Marie Håkansson, Om uttal. Öva uttal (wordt bezorgd door de vakgroep) • Distanskurs i svenska som främmande språk med tandem learning
Zweedse Taalkunde I (Gudrun Rawoens) (2e semester) Het opleidingsonderdeel is erop gericht de praktische kennis verworven tijdens de intensieve cursus Taalverwerving en Taalvaardigheid te systematiseren en een overzicht te geven van de Zweedse grammatica. In aansluiting bij de theorie worden oefeningen gegeven. Leermateriaal: • Gunlög Josefsson: Svensk universitetsgrammatik för nybörjare (€20). (studiemateriaal wordt besteld door de vakgroep.)
26
Zweedse Letterkunde I (Wolfgang Behschnitt) (2e semester) In de cursus wordt eerst de basisterminologie voor de analyse van verhalende teksten aangeleerd. Die kennis wordt vervolgens toegepast bij de analyse van Zweedse novelles. Eerst worden enkele verhalende teksten klassikaal besproken en geanalyseerd, daarna presenteren de studenten een groepswerk, dat klassikaal wordt besproken en dienen de studenten ook een individuele schriftelijke analyse in, die van individuele feedback wordt voorzien en die ook klassikaal wordt besproken . Leermateriaal: Compendium van fotokopies wordt uitgedeeld in de les (kostprijs ca. €15)
Website: http://www.scandinavistiek.ugent.be/
27
Praktische informatie De stuurgroep van de opleiding:
Voorzitter: Johan De Caluwe
Secretaris van de opleiding: Pascale Hadermann
Secretaris van de Examencommissie: Jürgen Pieters
De vertegenwoordigers van de vakgebieden: o
Duitse letterkunde: Benjamin Biebuyck
o
Duitse taalkunde: Luc De Grauwe
o
Engelse letterkunde: Gert Buelens
o
Engelse taalkunde: Mieke Van Herreweghe
o
Franse letterkunde: Pierre Schoentjes
o
Franse taalkunde: Pascale Hadermann
o
Grieks letterkunde: Kristoffel Demoen
o
Griekse taalkunde: Gunnar De Boel
o
Italiaanse letterkunde: Sabine Verhulst
o
Italiaanse taalkunde: Claudia Crocco
o
Latijnse letterkunde: Freddy Decreus (vanaf februari 2009: Wim Verbaal)
o
Latijnse taalkunde: Wim Verbaal (vanaf februari 2009: Wolfgang De Melo)
o
Nederlandse letterkunde: Yves T’Sjoen
o
Nederlandse taalkunde: Timothy Colleman
o
Spaanse letterkunde: Ilse Logie
o
Spaanse taalkunde: Eugeen Roegiest
o
Zweedse letterkunde: Wolfgang Behschnitt
o
Zweedse taalkunde: Godelieve Laureys
o
Algemene taalwetenschap : Dominique Willems
o
Algemene literatuurwetenschap: Jürgen Pieters
De vertegenwoordigers van het AAP: Alexander Roose , Kristof Baten
De studentenvertegenwoordigers: Jonathan Van Gijsel, Sielke Vercooren
28
De facultaire ombudspersoon: Bart Keunen –
[email protected] (voor de taalrichtingen)
Elektronische bronnen: De webstek van de universiteit: http://www.UGent.be/ De centrale bibliotheek: http://www.lib.UGent.be/ Info voor nieuwe studenten: http://www.UGent.be/nl/studiekiezers De webref voor de academische kalender 2008-2009 is: http://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/kalender De webstek van de faculteit met electronische ad valvas berichten: http://www.flwi.UGent.be/ De elektronische leeromgeving van de universiteit: https://minerva.UGent.be/
29