Academiejaar 2015-16
1e Bachelor
Taal- en Letterkunde: twee talen Duits, Engels, Frans, Grieks, Italiaans, Latijn, Nederlands, Spaans, Zweeds
INFOBROCHURE
www.taalenletterkunde.ugent.be www.facebook.com/TLugent
Beste student,
in de opleiding Taal- en Letterkunde: twee talen krijg je een programma dat aangepast is aan de eisen en maatschappelijke noden van onze tijd. Talenkennis vormt de hoeksteen van onze informatiemaatschappij. Door de toename van de mobiliteit en de schaalvergroting van de internationale contacten wordt het bovendien steeds belangrijker om te beschikken over een hoog ontwikkelde taalvaardigheid in meer dan één taal. Doeltreffende communicatie is echter niet louter een kwestie van taalbeheersing. Ze berust evenzeer op een brede, onbevangen kijk op de maatschappelijke context waarbinnen de communicatie plaatsvindt en op een goede kennis van het culturele en meer bepaald het literaire erfgoed. De opleidingen Taal- en Letterkunde: Germaanse talen, Romaanse talen en Klassieke talen hebben sinds enige jaren de krachten gebundeld. Ze zijn thans verenigd in één opleiding Taal- en Letterkunde, waarbinnen je naast de traditionele combinaties van twee Germaanse talen, twee Romaanse talen of Latijn en Grieks voortaan ook nieuwe talencombinaties kan studeren, zoals Engels-Spaans, Frans-Zweeds of Nederlands-Latijn. De opleiding Taal- en Letterkunde is bijgevolg een grote opleiding, waarin de student evenwel in grote mate een eigen traject kan uittekenen. Als je vragen hebt bij je studiekeuze of studiemethode, aarzel dan niet om de studieadviseur (
[email protected]) aan te spreken. Heb je praktische vragen over de organisatie van de opleiding, dan kun je die doorspelen aan één van de contactpersonen die instaan voor de coördinatie van een groep vakken. Je vindt hun namen in deze brochure. Maak meteen gebruik van de elektronische leeromgeving Minerva, waarop je vooral berichten over specifieke vakken zult ontvangen, maar waar ook belangrijke mededelingen over de opleiding worden geplaatst. In deze brochure vind je een korte beschrijving van je nieuwe opleiding en een beknopte beschrijving van de vakken uit de 1e bachelor. Lesuren en leslokalen worden per vak aangegeven. In een groot aantal vakken wordt er les gegeven in groepjes: de groepsindelingen worden op de introductiedag (17 september 2015) bekend gemaakt. Samen met alle medewerkers van de opleiding wensen we je een aangename en vruchtbare studie aan onze universiteit.
Prof. dr. Mieke van Herreweghe voorzitter van de opleiding
Prof. dr. Alexander Roose secretaris van de opleiding
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 2
De opleiding Taal- en Letterkunde: twee talen Studenten Taal- en Letterkunde kiezen aan de Universiteit Gent twee talen uit een aanbod van negen: Duits Latijn -
Frans -
Engels -
Nederlands -
Grieks Italiaans Spaans Zweeds
De uurroosters worden zo opgesteld dat je de twee talen die je hebt gekozen uit twee verschillende kolommen zonder enig probleem kan combineren. Je kan de combinaties uitproberen op de portaalsite voor studiekiezers (http://www.opleidingen.ugent.be/). De opleiding zelf De opleiding tot Bachelor in de Taal- en Letterkunde: twee talen wordt georganiseerd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte en duurt drie jaar. Na het behalen van dit diploma heb je rechtstreeks toegang tot diverse Master-programma’s in het vakgebied. De doelstellingen van deze bachelor-opleiding zijn dat studenten: • een grondige kennis verwerven van twee talen • vertrouwd zijn met de culturele achtergrond van deze talen en taalgebieden • inzicht hebben in de structuur, het gebruik en de geschiedenis van deze talen • thuis zijn in de literatuur van deze taalgebieden en in staat zijn (literaire) teksten te analyseren Om dit streefdoel binnen de termijn van drie jaar te bereiken, werd een programma ontworpen dat op drie pijlers berust. Elk van deze pijlers vind je al terug in het programma van de 1e bachelor. Een studiejaar bestaat uit 60 ECTS of studiepunten. Een eerste pijler vormen de 5 algemene vakken (15 ECTS). Zij komen in alle opleidingen van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor en reiken de studenten algemene basisinzichten in de humane wetenschappen aan. Ze maken je als student Taal- en letterkunde: twee talen vertrouwd met de grondbeginselen van de literatuur- en taalstudie, de historische kritiek, de geschiedenis van de filosofie en van de kunst. De tweede pijler van het bachelor-programma zijn de steunvakken. Zij worden door alle studenten van deze opleiding gevolgd, en bieden noodzakelijke kennis, methodes en vaardigheden die de taalspecifieke vakken overschrijden. Het gaat met name om algemene taal- en letterkundige vakken. Deze beslaan ongeveer een zesde van het gehele studiepakket (5 ECTS in de 1e bachelor). De derde en omvangrijkste pijler is de studie van twee talen. Gedurende de eerste twee jaren van de opleiding wegen die twee talen in het programma precies even zwaar (samen 40 ECTS in de 1e bachelor). In je derde jaar krijg je de gelegenheid om de studie van één van de twee gekozen talen extra te beklemtonen en je eventueel te specialiseren in de taal- of letterkunde. Hiermee kan je je meteen ook voorbereiden op de keuze van je master-studie. Per taal is een evenwichtig traject uitgetekend. Elk van de talenpakketten omvat drie componenten: taalvaardigheid, een letterkundig en een taalkundig deel. In taalvaardigheid staat de mondelinge en schriftelijke communicatie van de student centraal (bij de klassieke talen: over de betrokken taal); hieraan wordt vooral in het eerste en het tweede bachelor-jaar aandacht besteed.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 3
In het letterkundige gedeelte worden de literaire tradities bestudeerd en leer je methoden kennen waarmee je teksten kan analyseren. In het eerste jaar ligt de klemtoon op het aanreiken van een literair en historisch referentiekader. In het taalkundige gedeelte verwerf je inzicht in het taalsysteem, de taalvariatie en de functies die taal vervult. Voor de studenten van onze opleiding volstaat het immers niet enkel dat ze een taal kunnen gebruiken, ze moeten ook leren begrijpen hoe deze taal werkt – en dat in soms totaal verschillende contexten. Ten slotte is het van groot belang om ook de geschiedenis en de cultuur (in de brede zin van het woord) van de bestudeerde taalgebieden te kennen, zodat studenten ook inzicht verwerven in de politieke, maatschappelijke en culturele contexten waarbinnen taal en literatuur functioneren. Les- en werkvormen Dit jaar krijg je met uiteenlopende les- en werkvormen te maken. De afwisseling zorgt ervoor dat diverse vaardigheden ontwikkeld worden. Er zijn natuurlijk de traditionele ex-cathedra cursussen of hoorcolleges, waarbij kennis wordt overgedragen van docent naar student. Extra uitleg en achtergrondinformatie of het gebruik van beeldmateriaal zorgen ervoor dat de lessen, die in de mate van het mogelijke interactief worden opgebouwd, meer zijn dan een overlopen van de “te kennen stof”. Bij de taalspecifieke vakken is er een evenwicht tussen hoorcolleges en werkcolleges, interactieve lessen die de studenten zelfstandig voorbereiden. Voor de werkcolleges worden de studenten verdeeld in groepen van twintig tot dertig personen. Hierdoor krijgen alle studenten de kans hun praktische taalvaardigheid in te oefenen. Bovendien leer je zo je lesgevers ook persoonlijk kennen, zodat je ook sneller bij hen terecht kunt met problemen. De lessen vinden plaats in de Blandijn (Blandijnberg 2), het gebouw van de Rozier (Rozier 44) en soms in het grote auditorium in het UFO (Sint-Pietersnieuwstraat), tussen 8u30 en 18u45. Het gaat telkens om blokken van 1u30 (m.i.v. een pauze van 15 minuten). Twee semesters Het academiejaar wordt opgesplitst in twee semesters. Dit betekent dat je eerst twaalf weken les krijgt (en dat er daarna een week gereserveerd is voor inhaalactiviteiten, de week voor de kerstvakantie). Hierna heb je twee weken tijd om je examens voor te bereiden. Twee examenweken sluiten het semester af. Na een weekje intersemestriële vakantie, begint het tweede semester. De twaalf weken college worden opgebroken door de paasvakantie en gevolgd door een week voor inhaalactiviteiten. Het geheel wordt afgerond met een examenperiode van 6 weken. Electronische Leeromgeving: www.minerva.ugent.be Als beginnend student ben je automatisch ingeschreven zijn voor de Minerva-sites van je vakken. Op deze sites vind je de meest recente informatie van de docenten: aankondigingen, documenten, lesmateriaal etc. Er wordt aanbevolen deze sites wekelijks (voor het lesmoment) te raadplegen.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 4
Lessenroosters en Groepslijsten De lessenroosters zijn beschikbaar in de studiegids en de webapplicatie Centauro. 1.
In de studiegids kan je bovenaan rechts kan je de lessenroosters per semester aanklikken.
Studiegids Bv. Lessenrooster Semester 1
Let wel: de lessenroosters in de studiegids bevatten meer informatie dan je nodig hebt: + Voor de bacheloropleidingen worden alle vakken van de drie studiejaren opgesomd. In de kolom 'MT1' (MT staat voor Modeltraject) kun je zien tot welk studiejaar (Bachelor 1, 2 of 3) het vak behoort. Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 5
+ Voor vakken met meerdere lesmomenten of lokalen, verwijzen we naar de infobrochures of Minerva. Daar kan je zien hoe het vak precies wordt georganiseerd (modules, oefeningen, groepjes etc.). In het eerste jaar werken we met veel groepjes voor oefenlessen. + De studenten worden voor een aantal vakken (vooral taalvaardigheid) in groepjes verdeeld. Deze groepjes, en hun lesmomenten, worden ad valvas aangekondigd op 17 september 2015. 2.
In Centauro kan je, na het ontvangen van een login van de UGent, je lessenrooster oproepen. http://centauro.ugent.be (ook bereikbaar via Oasis)
Nadat je bent ingeschreven aan de UGent en een login hebt ontvangen, kan je in Centauro je individuele rooster oproepen. Dit individuele rooster kan je finaal verfijnen wanneer je weet in welke oefeningengroep je zit. Voor oefensessies bij de taalvakken worden de studenten verdeeld in kleinere groepjes. Deze groepjes worden pas vlak voor het begin van het academiejaar bepaald omdat de inschrijvingen dan nog lopen. Vanaf 17 september in de namiddag worden de groepjes ad valvas bekend gemaakt: op de website van de opleiding (www.taalenletterkunde.ugent.be/ba1) en op papier aan het cafetaria van de Blandijn. In het eerste jaar worden 40 groepen gemaakt op basis van de talencombinaties (of afstudeerrichtingen). Groep 1 bv. is de talencombinatie Nederlands-Duits, groep 40 is de talencombinatie Latijn-Zweeds. Voor grotere talencombinaties als Nederlands-Engels of Engels-Spaans worden er meerdere groepjes gemaakt, bv. Groep 2 is Nederlands-Engels 1, groep 7 is Nederlands-Engels 6. Eens je weet in welke groep je zit (af te lezen op de ad alvas groepslijsten), dan kan je dat nummer intikken in Centauro, en dan ziet je lessenrooster er al minder ingewikkeld uit wat de oefeningen betreft.
Centauro > Mijn kalender
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 6
Introductiedag Op donderdag 17 september organiseert de faculteit een introductiedag voor alle eerstejaarsstudenten. In de voormiddag (10-11.30u, auditorium E) wordt er algemene uitleg gegeven over studeren aan de UGent. Om 14u komt de opleiding Taal- en Letterkunde aan bod en worden er praktische zaken uitgelegd over de lessenroosters en groepsindelingen. Vanaf 15u kunnen studenten taalspecifieke sessies volgen waarin de taalvakken van het eerste jaar worden voorgesteld. http://www.flw.ugent.be/introductiedag De eerste lesweek start op maandag 21 september 2015.
Bibliotheekinstructie Begin oktober volg je een bibliotheekinstructie, waarbij je de werking van de bibliotheek leert kennen, inclusief digitale zoekvaardigheden in catalogi, databases en corpora die relevant voor de studie van taal- en letterkunde. De instructie duurt 1.15u en is verplicht voor alle beginnende studenten. Er zijn 12 sessies tussen 2 en 9 oktober 2015. Je ontvangt in de eerste lesweek een mail met een uitnodiging om voor een van die sessies in te schrijven op https://webapps.ugent.be/eventManager/events/bibTL. http://www.flw.ugent.be/bibliotheek
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 7
Academische kalender Semester 1 do 17/09/2015 ma 21/09/2015 t/m za 12/12/2015 ma 14/12/2015 t/m za 19/12/2015 ma 21/12/2015 t/m za 02/01/2016 ma 04/01/2016 t/m za 30/01/2016 ma 01/02/2016 t/m za 06/02/2016
Introductiedag 12 weken onderwijsactiviteiten eerste semester 1 week inhaalactiviteiten 2 weken kerstreces 4 weken eerstesemesterexamenperiode 1 week intersemestriële vakantie
Semester 2 ma 08/02/2016 t/m za 26/03/2016 ma 28/03/2016 t/m za 09/04/2016 ma 11/04/2016 t/m za 14/05/2016 ma 16/05/2016 t/m za 21/05/2016 ma 23/05/2016 t/m za 02/07/2016
7 weken onderwijsactiviteiten tweede semester, 2 weken paasreces 5 weken onderwijsactiviteiten tweede semester 1 week inhaalactiviteiten 6 weken tweedesemesterexamenperiode
Vakantie en tweede zittijd ma 04/07/2016 t/m za 13/08/2016 di 16/08/2016 t/m za 17/09/2016 ma 19/09/2016 t/m za 24/09/2016 ma 26/09/2016
6 weken zomerreces 5 weken tweedekansexamenperiode 1 week feedback alle examenperiodes en heroriëntaties Start academiejaar 2016-2017
Sluitingsdagen Zondag 1 november 2015 Maandag 2 november 2015 Woensdag 11 november 2015 Vrijdag 18 maart 2016 Maandag 28 maart 2016 Donderdag 5 mei 2016 Vrijdag 6 mei 2016 Maandag 16 mei 2016
Allerheiligen, wettelijke feestdag Allerzielen, decretale feestdag Wapenstilstand, wettelijke feestdag Dies Natalis Paasmaandag, wettelijke feestdag O.L.H. Hemelvaart, wettelijke feestdag vast opgelegde verlofdag Pinkstermaandag, wettelijke feestdag
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 8
ALGEMENE VAKKEN Contactpersoon: An VIERSTRAETE –
[email protected]
Historisch overzicht van de wijsbegeerte (Johan Braeckman, An Ravelingien) 1e semester: Maandag 16-18.45u in het UFO (Sint-Pietersnieuwstraat) In dit opleidingsonderdeel wordt een overzicht gegeven van de grote wijsgerige problemen, van de belangrijkste strekkingen in de pogingen tot oplossing van deze problemen en van de centrale begrippen in het wijsgerig denken. Deze cursus wil het actuele wijsgerig denken begrijpelijk maken, maar om dat te kunnen doen is het nodig de historische ontwikkeling te onderzoeken die de voedingsbodem van het hedendaagse denken gevormd heeft. In dit vak worden dan ook enkele belangrijke wijsgerige stromingen uit het verleden onderzocht in hun relevantie voor het denken van onze tijd. In het eerste hoofdstuk van de syllabus wordt de wijsbegeerte gesitueerd binnen de andere pogingen van de mens om zijn plaats in de wereld te bepalen: het mythisch-magische denken, de grote wereldgodsdiensten, de wetenschap. Daarna worden achtereenvolgens de grote stromingen en figuren belicht, vanaf de oudheid tot vandaag. Hierbij komen vooral de hoofdthema’s van het wijsgerig denken aan bod: de pogingen om tot een adequaat beeld te komen van de natuur en van de mens, de zoektocht naar een fundament voor een ethiek en een politiek en de kritische vraag of over dit alles wel betrouwbare kennis mogelijk is. Vermeersch, Etienne en Braeckman, Johan (2008). De rivier van Herakleitos. Een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte. Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam
Overzicht van de historische kritiek (Marc Boone, Jonas Braekevelt) 1e semester: Vrijdag 8.30-11.15u in het UFO (Sint-Pietersnieuwstraat) Het opleidingsonderdeel presenteert een methode om kritisch om te gaan met de overvloed aan informatie waarmee de huidige tijdgenoot geconfronteerd wordt, alsook met de projectie van deze situatie naar een ver en nabij verleden. Hoe bronnen op het spoor komen, hoe ze kritisch benaderen, en vooral: hoe treedt men op indien bronnen tegenstrijdige informatie geven? Hoe kan men, met andere woorden, overgaan tot het confronteren van uiteenlopende getuigenissen over dezelfde gebeurtenissen om uiteindelijk te komen tot een zo dicht mogelijk aan zekerheid grenzende interpretatie van feiten en van de motieven waarom bepaalde feiten zich hebben voorgedaan zoals wij kunnen vaststellen. In een tweede deel wordt ingegaan op de historische synthese en meer bepaald op de manier waarop in de loop der eeuwen samenlevingsvormen zich het verleden hebben voorgesteld. Ook de ontwikkeling van de ‘geschiedenis’ als autonoom wetenschapsgebied komt aan bod: in welke mate hebben ideologische, politieke en filosofische overtuigingen mee gestalte gegeven aan het beeld van het verleden? Alle theoretische beschouwingen worden met concrete toepassingen in de vorm van casussen geïllustreerd. Dit opleidingsonderdeel, dat zelf op een eerbiedwaardige traditie teruggaat, presenteert een methode die niet enkel voor de beoefenaars van de geschiedenis maar ook bij uitbreiding voor vele vakgebieden in de mens- en sociale wetenschappen bruikbaar is. Handboek: Historici en hun métier. Een inleiding tot de historische kritiek, vierde aangepaste versie verschenen in 2015 bij Academia press, Gent. Aan te vullen met handgeschreven nota's en electronisch aangeleverde illustraties, over de in de les behandelde voorbeelden, die van jaar tot jaar evolueren o.m. in functie van de actualiteit.
Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen (Bart Keunen) 1e semester: Dinsdag 13-15.45u in het UFO (Sint-Pietersnieuwstraat) De cursus wil inzichten overbrengen omtrent de samenhang en ontwikkeling van de grote literaire stromingen in Europa sedert de middeleeuwen. De cursus sluit aan bij de algemene doelstellingen van een bachelor taalen letterkunde: de studie van gesproken en geschreven teksten vanuit een ruime historische, sociale, culturele en filosofische context. Ook inzichten in de specifieke eigenschappen van literaire teksten en in het historisch functioneren van literatuur worden via dit vak overgebracht. Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 9
Het vak biedt een overzicht van de literaire stromingen en hun context, ingedeeld in zes delen (middeleeuwen, renaissance, barok/classicisme, 18e eeuw, 19e eeuw en 20e eeuw). Elke deel bevat een cultuurhistorische situering, een overzicht van literaire kenmerken en een bespreking van de belangrijkste literaire exponenten van de stroming. Daarnaast wordt een reeks van gecanoniseerde teksten besproken die representatief zijn voor de bestudeerde literaire stromingen. Leermateriaal: Syllabus met op beknopte manier weergegeven hoofdlijnen van de stof, aangevuld met sporadische, gedetailleerde achtergrondinformatie. Persoonlijke notities vervolledigen de syllabus. On line illustratiemateriaal (toegelicht tijdens de hoorcolleges)
Visuele cultuur: Kunst in historische context (Koenraad Jonckheere) 2e semester: Woensdag 11.30-14.15u in het UFO (Sint-Pietersnieuwstraat) Dit basisvak geeft een contextuele inleiding op de geschiedenis van de Westerse visuele cultuur, in het bijzonder de beeldende kunst, vanaf circa 1400-heden. Aan de hand van hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis worden conceptuele, methodologische en theoretische vraagstukken over beeldcultuur in haar maatschappelijke context uitgediept. Bijzondere aandacht gaat uit naar de historische, literaire, filosofische en socio-economische verbanden. Het opleidingsonderdeel heeft als doel (1) de (flexibele) grenzen van de visuele cultuur af te bakenen en (2) de specificiteit van het beeld als betekenisdrager te definiëren. Elk college is op dezelfde manier opgebouwd. Per college wordt telkens één specifiek aspect van de Westerse beeldcultuur geanalyseerd (iconografie, iconologie, productie, materiaal, iconoclasme, ...). Eerst wordt een vraagstuk met betrekking tot visuele cultuur in het algemeen en kunst in het bijzonder geformuleerd. Daarna worden, aan de hand van een uitgekiende selectie van kunstwerken en andere beelddragers uit de verschillende historische tijdvakken (ca. 1400 - Heden), enkele mogelijke antwoorden op het initieel probleem geformuleerd. Op die manier worden de studenten (1) vertrouwd gemaakt met belangrijkste eigentijdse concepten, methodologieën en inzichten inzake beeldcultuur in het algemeen en beeldende kunst in het bijzonder en (2) een diachronisch kunsthistorisch overzicht aangereikt. Tegelijkertijd worden ze zich bewust van de historiciteit en van de beeldcultuur en leren ze kunst als specifieke betekenisdrager te begrijpen en ontleden. Leermateriaal: Slides op Minerva en in cursusvorm (Academia Press). Afbeeldingen op Minerva en via een Web based app (visuelecultuur.net). Eigen nota's
Inleiding tot taal- en tekststructuren (Klaas Willems) 2e semester: Vrijdag 14.30-17.15u in Aud. E (UFO, Sint-Pietersnieuwstraat) Dit vak biedt een bevattelijk overzicht van de belangrijkste kenmerken en functies van natuurlijke taal (taalsystemen) en taalgebruik (teksten en dialogen). In een eerste deel wordt aandacht besteed aan inzichten uit de semiotiek (algemene tekenleer), neurolinguïstiek, moedertaalverwerving en variatielinguïstiek (o.a. meertaligheid, taalverandering en classificaties van talen in de wereld). Daarnaast worden de verschillen en overeenkomsten tussen gesproken talen en gebarentalen uitgelegd, wordt de evolutie van verschillende types schrift besproken en wordt de relatie tussen taal en denken toegelicht. In een tweede deel ligt de klemtoon op de bespreking en analyse van voorbeelden uit de conversatie-analyse en de tekstlinguïstiek. Speciale aandacht gaat uit naar de relatie tussen taalgebruik en context, de verschillen tussen geschreven en gesproken taalgebruik, de manieren waarop teksten worden opgebouwd en geïnterpreteerd, de relatie tussen expliciete en impliciete informatie in het taalgebruik en problemen van het vertalen. Het studiemateriaal bestaat uit twee delen: een syllabus van ca. 80 bladzijden en een verplichte lectuurbundel met vier bijdragen. Het studiemateriaal wordt te koop aangeboden vóór het begin van de colleges in lokaal 110.059 (Blandijnberg).
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 10
Europese talen in contact: Geschiedenis en Methodologie (Gunnar De Boel en Mark Janse) 2e semester: College: Dinsdag 16u-18.45u in Aud. E (Blandijnberg 2) Deze nieuwe cursus wordt gevolgd door alle studenten Taal- en letterkunde. Hij biedt een overzicht van de 9 talen in de opleiding en besteedt aandacht aan hun geschiedenis, onderlinge contacten en de rol van literatuur in hun ontwikkeling. Beginnend bij een overzicht van de Indo-Europese taalfamilie worden de trajecten bestudeerd die Klassieke, Romaanse en Germaanse talen hebben afgelegd tot op heden, met aandacht voor de herkomst, typologie en samenhang van de betreffende talen. In de historische lijn die de cursus schraagt wordt stilgestaan bij essentiële thema’s als de invloed van het Latijn, de overlevering van de oudste teksten, processen van standaardisering, taalvariatie, taalcontact en taalverandering. De relatie tussen taal en literatuur komt voortdurend aan bod. De cursus wil daarmee ook een algemene inleiding zijn tot de opleiding taal- en letterkunde. Syllabus wordt aangeboden bij het begin van de lessen. Goede notities zijn van groot belang als toelichting op de leerstof die samengevat wordt in de syllabus.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 11
DUITS Contactpersoon: Benjamin BIEBUYCK –
[email protected]
Duitse taalvaardigheid I: taalverwerving (Torsten Leuschner, Leen Bruijneel, Daniela Dora) 1e semester: College: Maandag 13-14.15 in Aud. A. Oefeningen (1.15u) voor of na het college, in lokaal 120.025 – de groepsindeling wordt bekend gemaakt op 17 september 2015. Het vak “Duitse Taalvaardigheid I: taalverwerving” bestaat uit de volgende onderdelen: • college (= 15 A-uren) (zie verder onder 1.) • begeleide oefeningen (= 15 B-uren) (zie verder onder 2.) • niet begeleide oefeningen en monitoraat (= 15 B-uren) (zie verder onder 3.) 1. College Het college gaat door tijdens het eerste semester op maandag van 13u00 tot 14u15 in auditorium A. Van de studenten wordt verwacht dat zij de stof voorbereiden die in elk college wordt doorgenomen. De voorbereiding bestaat erin dat zij wekelijks een hoofdstuk uit het Nederlandstalige handboek (H. G. Lodder, Basisgrammatica Duits. Bussum, Uitgeverij Coutinho, 2004) vooraf doornemen, inclusief enkele aanvullingen door de lesgever. Deze worden apart voorzien in een Word-bestand op Minerva. Tijdens de colleges bespreekt de docent in het Duits het deel van de stof dat de studenten voor die week uit het Nederlandstalige handboek hebben voorbereid. Op die manier maken de studenten ook kennis met de Duitse grammaticale terminologie. Bij het voorbereiden van de stof van de colleges dienen de studenten ook aandacht te besteden aan de voorbeelden en de voorbeeldzinnen, die tot doel hebben de grammatica te illustreren. Indien nodig worden zij verondersteld woorden of uitdrukkingen die ze ondanks de vertaling in het handboek niet begrijpen, in een degelijk woordenboek op te zoeken (zie hierover ook verder). 2. Begeleide oefeningen Naast het college krijgen de studenten begeleide oefeningen die eveneens betrekking hebben op de stof uit het college. Deze oefeningen vinden plaats voor of na het college in lokaal 2.25. Voor deze oefeningen worden de studenten volgens hun talencombinatie in twee groepen ingedeeld die ad valvas bekend gemaakt worden. De studenten die niet tot de aangeduide talencombinaties behoren, sluiten zich na overleg met de lesgever bij een van de twee groepen aan. De oefeningen worden verzorgd door een praktijkassistente en vinden integraal in het Duits plaats. Ze behandelen dezelfde stof als de colleges, maar wel op een toepassingsgerichte manier. Het gaat meestal om vertaal- en invuloefeningen op de stof die de week voordien in het hoorcollege behandeld werd. Op deze manier hebben de studenten na het hoorcollege steeds één week de tijd om de geziene stof te verwerken a.d.h.v. praktische oefeningen. 3. Niet-begeleide oefeningen en monitoraat Verder wordt van de studenten verwacht dat zij zich het woordenschatboek Kontext Duits aanschaffen (met CD-ROM, uitgeverij Intertaal, 2013, € 17,50). Na het eerste semester dienen zij de woordenschat uit dit boek integraal te beheersen. Deze woordenschat is een onderdeel van het examen. Naast de colleges en de begeleide oefeningen zijn er om de twee weken verplichte monitoraatssessies in kleine groepen (“Tutorium”) met bijkomende uitspraak-, spreek-, schrijf- en woordenschatoefeningen. Deze sessies worden begeleid door een native speaker-praktijkassistente. 4. Examen Na het eerste semester heeft er een schriftelijk examen plaats. De stof voor dit examen bestaat uit de inhoud van het college en van de begeleide oefeningen, incl. de woordenschat uit het boek Kontext en de bijkomende woordenschat uit de colleges en de oefeningen. In de loop van het semester worden er een aantal lessen aan gewijd de studenten op het schriftelijke examen voor te bereiden.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 12
5. Aanbevolen boeken Het handboek (Lodder, Basisgrammatica) en het woordenschatboek (Kontext Duits) zijn verplicht. Daarnaast vermelden wij ook een aantal boeken waarvan de aanschaffing slechts aanbevolen wordt. Als verklarend woordenboek ("einsprachiges Wörterbuch") bevelen wij aan: Duden. Deutsches Universalwörterbuch. Mannheim / Leipzig / Wien / Zürich: Dudenverlag, 7e druk, 2011 (ISBN 978-3-411-05507-4; € 39.95) Als vertaalwoordenboek ("zweisprachiges Wörterbuch") bevelen wij aan: van Dale Groot woordenboek Nederlands – Duits, 3e druk, 2002 (ISBN 9789066481466; € 87,50) of recenter Als vertaalwoordenboek goedkoper, maar uiteraard ook minder informatief: van Dale studiewoordenboek Nederlands – Duits (met CD-ROM), 2006 (ISBN 9789066482500; € 27,95) of recenter Aan wie graag de basisgrammatica van het Duits zelfstandig wil inoefenen, bevelen wij het volgende werk aan: Pons Praxis-Grammatik Deutsch als Fremdsprache. Das große Lern- und Übungswerk. Mit extra OnlineÜbungen. Uitgeverij Klett, ISBN: 978-3-12-561909-8, € 16,99. Dit boek bevat een uitgebreide keuze aan oefeningen op de basisgrammatica van het Duits met bijkomende online-oefeningen. Het boek kan als opstap dienen naar de stof voor het examen, zonder evenwel het niveau te bereiken dat in het examen vereist wordt.
Duitse letterkunde I (Benjamin Biebuyck) (met medewerking van Carolin Benzing e.a.) 1e semester: Donderdag 13u-15.45u, leslokaal 100.035 De hoorcolleges van Duitse Letterkunde I zijn opgevat als een inleiding in de wetenschappelijke studie van Duitstalige literaire teksten. Na een eerste kennismaking met de belangrijkste concepten van deze studie en na een bondig overzicht van de belangrijkste literaire stromingen sinds de 17e eeuw, verdiepen we ons in de literatuur van de 20e en 21e eeuw; we maken gebruik van het (verplichte) handboek en van toelichtingen die via de elektronische leeromgeving Minerva worden ter beschikking gesteld. Hierbij besteden we bijzondere aandacht aan voor beginnende studenten (met enige hulp) goed leesbare teksten van sleutelfiguren. Het 20eeeuwse Duitse drama leren we kennen via Bertolt Brecht en Heinar Kipphardt. Daarnaast lezen en interpreteren we een reeks korte, maar complexe gedichten van Rainer Maria Rilke, Georg Trakl, Elizabeth Langgässer en Ingeborg Bachmann. Verder zetten we de eerste stappen in de analyse van verhalende prozateksten; hiervoor lezen we enkele korte (Thomas Mann, Franz Kafka) en middellange verhalen (Zoë Jenny, Abbas Khider). Door de geschiedenis van de twintigste eeuw leidt ons het herinneringsboek Mein Jahrhundert van Günter Grass. Via deze teksten proberen we een beter inzicht te krijgen in wat “moderniteit” precies betekent in de Duitse literatuur: de spanning tussen individu en gemeenschap, de vervreemding van de taal, de plaats van kunst in de samenleving, de wijzigende opvattingen over literatuur, de effecten van industrialisering en globalisering. We testen gezamenlijk de werktuigen van een grondige tekstanalyse uit en maken ons zo vertrouwd met verschillende leesmethoden en analytische vaardigheden. De studenten worden uitgenodigd om actief aan de besprekingen deel te nemen; van hen wordt verwacht dat ze op het eind van het semester in staat zijn om met behulp van de aangereikte informatie een persoonlijke reflectie over specifieke letterkundige vragen te ontwikkelen en daarover in gedegen Duits te rapporteren. Daarnaast krijgen de studenten de gelegenheid om via het “Tutorium” (monitoraat) de in de hoorcolleges aangereikte leerstof in kleine groepjes in te oefenen. Daartoe worden ze ingedeeld in groepen van ong. 20 deelnemers en gaan ze zelf aan de slag. De oefeningen die ze hierbij maken, tellen voor 20% van het eindcijfer mee. Lectuurlijst Brecht, Bertolt: Mutter Courage und ihre Kinder. Eine Chronik aus dem Dreißigjährigen Krieg (Suhrkamp) ISBN: 978-3-518-18811-8 * 6,00 Eur Kipphardt, Heinar: In der Sache J. Robert Oppenheimer. Schauspiel. (Rowohlt) ISBN: 9783518188583* 7.00 Eur
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 13
Grass, Günter: Mein Jahrhundert (dtv) ISBN: 978-3-423-12880-3 * 9,90 Eur Kafka, Franz: Die Verwandlung (dtv) ISBN: 978-3-423-02629-1 * 4,90 Eur Mann, Thomas: Frühe Erzählungen 1893-1912 (FISCHER Klassik) ISBN: 9783596904051 * 9,99 Eur (we lezen “Schwere Stunde”) Jenny, Zoë: Das Blütenstaubzimmer (btb) ISBN: 9783442723836 * 7,99 Eur Khider, Abbas: Der falsche Inder (btb) ISBN: 9783442744602 * 8,90 Eur Handbuch Allkemper, Alo / Eke, Norbert O.: Literaturwissenschaft. Eine Einführung in die Literaturwissenschaft (UTB) ISBN: 978-3-8252-2590-2 * 18,90 Eur Bijkomend leermateriaal wordt via het digitale leerplatform MINERVA ter beschikking gesteld.
Duitse taalvaardigheid I: literaire teksten (verantwoordelijke lesgever: Benjamin Biebuyck; m.m.v. Carolin Benzing, Warda El-Kaddouri e.a.) 2e semester: Les in 3 groepen op maandag, dinsdag of woensdag - uren en groepsindeling worden ad valvas bekend gemaakt. Via een seminarievorm wordt beoogd de studenten vertrouwd te maken met de basistechnieken van de literatuurwetenschappelijke omgang met Duitse literaire teksten. De lesgevers leggen in de eerste fase van het semester aan de deelnemende studenten aan de hand van een modelanalyse uit hoe je – hands on – bij de interpretatie van een gedicht, een verhalende tekst of een theatertekst te werk kunt gaan. Daarna gaan de studenten zelf aan de slag: via een “Kurzreferat” (10 minuten) en twee “Impulspapiere” proberen ze eigen standpunten uit te werken en ter discussie aan de medestudenten voor te leggen. Van alle deelnemers wordt verwacht dat ze actief aan de discussies deelnemen. Iedereen schrijft ook een “Hausarbeit” (van ongeveer vijf bladzijden), verwerkt zelfstandig een inleidend artikel over literatuurwetenschappelijke methoden en legt op het eind van het semester een mondeling examen af. Voor de eindevaluatie tellen het “Kurzreferat”, de “Impulspapiere”, de deelname aan de discussie, de “Hausarbeit” en het mondelinge examen mee. Centrale doelstellingen van het vak zijn: - het verwerven van tekstsensibiliteit; actieve en kritische tekstanalyse; - het ontplooien van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden. Binnen het vakgebied Duitse Literatuur vormen de oefeningen van “Duitse Taalvaardigheid I: Literaire teksten” uit het tweede semester een aanvulling op het college “Duitse Letterkunde I” uit het eerste semester. In het kader van dit vak zijn er ook monitoraatssessies, waarin de studievoortgang van de deelnemende studenten wordt opgevolgd. Lectuurlijst • • • • • • •
Otfried Preußler Krabat (modelanalyse voor proza) Else Lasker-Schüler Die Wupper (modelanalyse voor drama) Paul Celan “Todesfuge” (modelanalyse voor lyriek) Friedrich Dürrenmatt Die Panne (proza) Ilse Aichinger Spiegelgeschichte (proza) Frank Wedekind Frühlings Erwachen (drama) Gedichten van Mascha Kaléko, Sarah Kirsch, Rolf Dieter Brinkmann, Robert Gernhardt, Ulla Hahn, Ernst Jandl, Reiner Kunze (lyriek)
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 14
Aan te kopen: Ottfried Preussler: Krabat. Roman (dtv) ISBN: 9783423252812 * 12.95 EUR Else Lasker-Schüler: Die Wupper (Reclam) ISBN: 9783150098523 * 4.40 EUR Friedrich Dürrenmatt: Die Panne. Eine noch mögliche Geschichte (Diogenes) ISBN: 9783257235395 * 8.90 EUR Frank Wedekind: Frühlings Erwachen (Reclam) ISBN: 9783150079515 * 2.60 EUR Handbuch Allkemper, Alo / Eke, Norbert O.: Literaturwissenschaft. Eine Einführung in die Literaturwissenschaft (UTB) ISBN: 978-3-8252-2590-2 * 18,90 Eur Bijkomend leermateriaal wordt via het digitale leerplatform MINERVA ter beschikking gesteld.
Duitse taalkunde I (Torsten Leuschner, Leen Bruijneel, Daniela Dora) 2e semester: Donderdag 13u-15.45u, Aud. A 1. College De hoorcolleges van Duitse Taalkunde I zijn opgevat als een inleiding in de wetenschappelijke studie van de Duitse taal voor het achtergrond van de algemene taalkunde. Na een eerste kennismaking met de belangrijkste probleemstellingen, benaderingen en basisbegrippen van de Duitse taalkunde worden de studenten vertrouwd gemaakt met de belangrijkste taalwetenschappelijke aspecten van de Duits op het gebied van de systeemlinguïstiek (fonologie, morfologie, syntaxis), semantiek, pragmatiek en sociolinguïstiek. De colleges zijn gebaseerd op het verplicht aan te schaffen handboek Germanistische Sprachwissenschaft van Peter Ernst (2e druk, UTB 2011). Van de studenten wordt verwacht dat ze per week een hoofdstuk uit het handboek doornemen en daarbij vooral focussen op de vet gedrukte begrippen. Tijdens de hoorcolleges bespreekt de docent de voor te bereiden stof aan de hand van concrete voorbeelden, kleine oefeningen en ander bijkomend materiaal. Er wordt ook aandacht besteed aan de voorbereiding op het schriftelijk examen. 2. Niet-begeleide oefeningen en monitoraat De studenten krijgen in de loop van het semester twee schriftelijke opdrachten die zij elk in twee fasen (proefversie, eindversie) dienen af te werken. Daardoor leren ze hun eerste stappen te zetten in het bibliografisch opzoeken van taalwetenschappelijke literatuur en het analyseren van taalkundige gegevens. Ze worden daarbij ondersteund door verplichte monitoraatssessies in kleine groepen ("Tutorium") die om de twee weken plaatsvinden. Het indienen van zowel de proefversie als de eindversie van elke opdracht is verplicht om aan het schriftelijke examen te kunnen deelnemen. De opdrachten tellen samen voor 15% van het eindcijfer mee. 3. Examen Na het tweede semester heeft er een schriftelijk examen plaats met verschillende types vragen over de inhoud van het college. Dit telt mee voor 85% van het eindcijfer.
Webadres: http://www.duits.ugent.be/ De afdeling houdt ook contact via sociale media, vooral voor berichten over actualiteit: http://www.facebook.com/DuitsUGent http://www.twitter.com/DuitsUGent Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 15
ENGELS Engelse Taal- en Tekstvaardigheid I (Titularis: Miriam Taverniers; Lesgevers: Joanna Britton, Karen De Clercq, Sarah Haas, Ellen Simon) 1e semester: • • • •
12 colleges op maandag 10-11.15u, Bla Aud. D In een aantal lesweken is er aanvullend werkcollege om 8.30-9.45u in Aud. D Bespreking van de tussentijdse toets in de inhaalweek 24 oefeningensessies in groepen (2 lesblokken per week): 8 sessies grammatica; 8 sessies schrijfvaardigheid, en 8 sessies geïntegreerde vaardigheden (spreek- en luistervaardigheid, waarin ook de woordenschat wordt geoefend). De tijdstippen voor de oefeningensessies zijn afhankelijk van de talencombinatie: zie ad valvas 17 september 2015.
Dit vak beoogt een verfijning van het praktisch gebruik van het Engels. Enerzijds is het gericht op het verwerven van inzicht in, en het kunnen toepassen van de belangrijkste grammaticale regels van het standaard Brits Engels. Dit omvat ook het vertrouwd zijn met de terminologie die nodig is om die regels te beschrijven. Daarnaast wordt er gewerkt aan de uitbreiding van de actieve en passieve woordenschat, aan luister- en spreekvaardigheid, en schrijfvaardigheid. Lesmateriaal: • Te kopen bij Boekhandel Acco: Vandenbergen, A.M. & M. Taverniers (2010) English Grammatical Usage: A study guide. Acco. • Zelf te bestellen bij een boekhandel: Pauwels, P., C. Bulcaen, R. Erzeel & B. Hoeckx (1999) Working Words At Work. Wolters Plantyn. • Portfolio English Language and Text Proficiency 1: info i.v.m. waar en wanneer dit beschikbaar is, wordt gegeven in de eerste lesweek. • Ander materiaal wordt beschikbaar gemaakt via Minerva.
Engelse Letterkunde I (Sandro Jung) 1e semester: Dinsdag 8.30u-11.15u, Aud. D This survey course offers a wide-ranging account of British literature from the fourteenth century to the Restoration. While students will be introduced to medieval literature, the greater part of the course will concern itself with the literature and culture of the Renaissance and pre-1700 England. To give an insight into the colourful cultural diversity of British society, the course will investigate a variety of texts though special attention will be given to canonical authors such as William Shakespeare, John Milton and Aphra Behn. We will engage with the performative aspects of drama and poetry and trace changes in the genres from the fourteenth to the late seventeenth centuries. The richness of literary production will be illustrated by discussions of all major genres and detailed accounts of the political, social, religious contexts of the early modern period. This course will be assessed by means of an end-of-semester written examination. Illustrative excerpts are taken from The Norton Anthology of English Literature, ed. Stephen Greenblatt et.al., 9th ed., vol. B and Aphra Behn, Oroonoko, and Other Writings, Paul Salzman (Oxford: Oxford World's Classics, 2009). Reading List: Chaucer ‘s The Canterbury Tales (“The Knight’s Tale,” “The Miller’s Tale,” “The Wife of Bath’s Tale”) Thomas More’s Utopia Spenser’s Faerie Queene (from Book 1) Marlow’s Doctor Faustus Renaissance Sonnets Shakespeare’s Twelfth Night Poetry of John Donne Poetry of Katherine Philips Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 16
John Milton’s Paradise Lost Aemilia Lanyer’s Salve Deus (“Eve’s Apology in Defense of Women”) Joseph Swetnam’s –from The Arraignment of Lewd, Idle, Froward, and Unconstant Women Rachel Speght’s – from A Muzzle for Melastomus Aphra Behn’s Oroonoko poetry by Aphra Behn
Engelse Taal- en Tekstvaardigheid II (Titularis Philippe Codde; Lesgevers: Gert Buelens, Jasper Schelstraete, Cedric Van Dijck, Holly Brown, Eloise Forestier, Tielke Uvin, e.a.) 2e semester: Oefeningensessies Proza en Poëzie in groepen: 2 lesblokken per week – zie groepslijsten In een aantal lesweken is er een hoorcollege op donderdag 8u30-9u45 in Aud. E Het precieze weekschema wordt via Minerva meegedeeld. Dit basisvak helpt studenten een academisch inzicht te verwerven in de specifieke eigenschappen van twee literaire genres van Engelstalige teksten (proza en poëzie) en helpt hen vertrouwd te worden met de essentiële Engelstalige terminologie voor tekstanalyse. De studenten verbeteren hun literaire en taalkundige kennis via de bespreking van literaire teksten. Aan de hand van een syllabus worden de studenten vertrouwd gemaakt met het academische instrumentarium voor de analyse van literaire teksten. Een brede selectie van teksten en tekstfragmenten uit de Engelstalige literaire traditie wordt gebruikt ter illustratie tijdens de seminaries. Syllabus: wordt verkocht voor het begin van de lessen – zie Minerva Lectuurlijst: wordt meegedeeld via Minerva
Engelse Taalkunde I (Mieke Van Herreweghe) 2e semester: Maandag 8.30u – 11.15u, Bla Aud. D Oefeningensessies: worden aangekondigd via Minerva. Dit basisvak geeft studenten een socio-historisch en sub-disciplinegericht inzicht in het hoe en waarom van de studie van het Engels als eigentijds wereldverschijnsel en als object van taalonderzoek. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste historische en geografische ontwikkelingen van het Engels en de linguïstische thematieken die deze hebben teweeggebracht en van aspecten van (stilistische, individuele, …) variatie in het Engels. Als aanvulling bij het hoorcollege krijgen de studenten de taak om in de PC-klas een heuristische oefening uit te werken binnen de Engelse taalkunde. Dit wordt door een assistent begeleid. De tijdstippen voor de oefeningen worden meegedeeld via Minerva. Lesmateriaal (zelf te bestellen bij een boekhandel): • Crystal, David (2003) The Cambridge Encyclopedia of the English Language, second edition. Cambridge University Press. • Syllabus bij het begin van het tweede semester aan te kopen via Top Copy
Webadres: http://www.english.ugent.be
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 17
FRANS Contactpersoon: Annemie Demol –
[email protected]
Franse letterkunde I (Jean Mainil) 1e semester: Donderdag 16-18u45, Rozier Aud. O Dit vak biedt een inleiding tot de geschiedenis van de Franse letterkunde van de Middeleeuwen tot vandaag. Aan de hand van kortverhalen, essays en romanfragmenten maak je kennis met een aantal sleutelteksten uit elke stroming van de Franse literatuur en ontmoet je de belangrijkste auteurs. Door grondige lectuur en klassikale bespreking van deze teksten wordt de methodologie van de tekstanalyse, met inbegrip van de hulpmiddelen, aangebracht. Studiemateriaal: • Lectuurbundel (aangeboden bij aanvang van de cursus) • Xavier Darcos, Histoire de la littérature française, Paris, Hachette Education, 1992. Lectuurlijst (verkrijgbaar bij Standaard Boekhandel) • Honoré de Balzac, Le Père Goriot, Éditions Gallimard, Collection « Folio Classique », 1971, dernière édition 2009. • Albert Camus, L’Étranger, Gallimard, Collection « Folio », dernière édition • Sébastien Japrisot, L’été meurtrier, Paris, Gallimard, Collection « Folio policier », 1998.
Franse taalvaardigheid I (Pascale Hadermann; medewerker: Annemie Demol) 1e semester: Les in groepjes op: • Dinsdag 10-11.15u (lokaal 110.079 of Aud. A) of 11.30-12.45u (lokaal 110.079 of Aud. A) • Donderdag 10-11.15u (lokaal 120.043) of 11.30-12.45u (110.022) • Groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt op 17 september 2015. De cursus richt zich op de mondelinge en schriftelijke taalbeheersing van het Frans. Aan de hand van grammatica-oefeningen, woordenschatverrijking, steloefeningen en mondelinge presentaties verwerft de student een grondige kennis van de Franse grammatica, woordenschat en schrijfwijze. Op het einde van dit opleidingsonderdeel beheerst de student de Franse communicatieve basisvaardigheden. Lectuurlijst (verplichte werken): Bedrane, S., Le vocabulaire, 100 exercices, Collection Profil Pratique, Paris, Hatier. Cornu, P. et al., Erreurs courantes, Louvain, Apeldoorn, Garant. Grevisse, M., Le petit Grevisse, Louvain-la-Neuve: De Boeck- Duculot. Didier, J.-J. & Seron, M., Manuel d’orthographe, Louvain-la-Neuve: De Boeck-Duculot. Le petit Robert, Paris: Dictionnaires Robert. Andere relevante lectuur zal tijdens de colleges worden meegedeeld. Didactische werkvorm: collectieve lessen, begeleide oefeningen ondersteund door de elektronische leeromgeving
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 18
Franse taalvaardigheid II (Pascale Hadermann; medewerker: Annemie Demol) 2e semester: Les in kleine groepjes: • 2 lesblokken op dinsdagmorgen • 1 lesblok donderdagmiddag • Groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt. Dit vak sluit aan op het vak Franse taalvaardigheid I waarbij dieper wordt ingegaan op de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in het Frans. Naast grammatica-oefeningen en woordenschatverrijking wordt nu ook aandacht geschonken aan het schrijven van verhandelingen en aan de mondelinge taalbeheersing, ingeoefend tijdens conversatielessen in groep. Het is de bedoeling dat de student zich aan het einde van Ba1 correct en genuanceerd kan uitdrukken. Lectuurlijst: Bedrane, S., Le vocabulaire, 100 exercices, Collection Profil Pratique, Paris, Hatier. Cornu, P. et al., Erreurs courantes, Louvain, Apeldoorn, Garant. Grevisse, M., Le petit Grevisse, Louvain-la-Neuve: De Boeck- Duculot. Didier, J.-J. & Seron, M., Manuel d’orthographe, Louvain-la-Neuve: De Boeck-Duculot. Le petit Robert, Paris: Dictionnaires Robert. Fischer, W. & Le Plouhinec, A.-M., Mots et contexte, Almere-Antwerpen: Intertaal
Franse taalkunde I (Peter Lauwers, m.m.v. Marieke Van Acker, Thomas Van Damme) 2e semester: Dinsdag 13-15.45u, Rozier Aud. M Bijkomende oefeningen: maandag 17.30-18.45 (Blandijn 100.072) of woensdag 17.30-18.45u (Blandijn 100.072) – de lesgever kondigt de groepsindeling voor deze oefeningen aan. In dit vak krijg je de basis aangereikt van de Franse taalkunde. Na een inleiding over wat de (wetenschappelijke) taalkunde van grammatica onderscheidt en de plaats van het Frans (en zijn varianten) in de wereld, concentreren we ons hoofdzakelijk op de 'zin' en op het 'woord'. We bestuderen hoe woorden met elkaar gecombineerd worden tot steeds grotere gehelen die met elkaar in een functioneel verband treden en op die manier op organische wijze een zin gaan vormen. Dat doen we onder meer aan de hand van een heel pak oefeningen. Van het woord bestuderen we verschillende facetten. Zo vragen we ons af wat er in een woord “zit” op vormelijk vlak (woordvorming) en op het vlak van de betekenis (polysemie, homonymie, …). We bestuderen het woord ook vanuit een lexicografische invalshoek: Wat vind je in een woordenboek? Welke verschillende soorten woordenboeken bestaan er zoal? Tot slot denken we na over de vraag of het mogelijk is om alle woorden in een beperkt aantal categorieën (de zgn. woordsoorten: werkwoord, naamwoord enz.) onder te brengen. Een heel belangrijk doel van het vak is het ontwikkelen van je analytische vaardigheden. Je leert ook kritisch omgaan met grammatica’s en woordenboeken. Studiemateriaal: • Volledig uitgewerkte syllabus (kopies) • Gedetailleerde powerpoints en hand-outs (beschikbaar voor de aanvang van elk college) • Een aantal artikels (via Minerva) Lectuurlijst: Riegel, M. – Pellat, J.-Chr. – Rioul, R. La grammaire méthodique du français. Paris: Quadrige/PUF. (max. 20 euro).
Webadres: http://www.francais.ugent.be
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 19
GRIEKS Contactpersoon: Mark Janse –
[email protected] Oudgrieks: taalverwerving I en II (Marc De Groote) 1e semester: donderdag, 8u30-11u15 in lokaal 110.046, en vrijdag, 11u30-14u15 in lokaal 120.043. 2e semester: maandag, 11u30-14u15 in lokaal 120.043, en woensdag, 8u30-11u15 in lokaal 110.028. Deze cursus biedt studenten een grondig inzicht in de basisstructuren van de klassiek Oudgriekse woord- en zinsbouw en accentenleer. Hij leert studenten die toepassen in begeleide en zelfstandige oefeningen en in thema's en versio's in klassiek Oudgrieks. De belangrijkste grammaticale en syntactische regels en de accentenleer worden zowel in de colleges als tijdens persoonlijke studie grondig ingeoefend en nadien worden de oefeningen verbeterd en besproken. Voor de passieve taalbeheersing (versio's en lectuur) worden de studenten indien nodig in verschillende groepen onderverdeeld, waar zij onder begeleiding teksten van klassieke prozaschrijvers lezen die aan hun individueel niveau zijn aangepast. Deze cursus richt zich zowel tot studenten die in het middelbaar onderwijs al Oudgrieks gestudeerd hebben, als tot degenen die geen voorkennis bezitten. De cursus wordt in het eerste semester (taalverwerving I) immers op twee verschillende snelheden gedoceerd: bij de eerste groep studenten wordt de verworven kennis grondig opgefrist en verder uitgebouwd; de studenten zonder voorkennis worden door een gediversifieerde aanpak, verzorgd door het monitoraat Grieks, tegen het einde van het eerste semester op het niveau van de eerste groep gebracht. De studenten dienen zich vóór de eerste les volgende handboeken aan te schaffen: • H. Hansen - G.M. Quinn, Greek. An Intensive Course. New York, Fordham University Press, 1992 (of later); te koop in de boekhandel. • M. De Groote, Syntaxis van het Oudgrieks. Gent, Academia Press, 2008; ISBN 978- 382-1249-4; te koop in de boekhandel. Voor de volgende twee publicaties kan men tijdens de eerste les intekenen: • G. Demeyere, Grieks basisvocabularium, Luik 1983 (na voorafgaand bericht van de docent af te halen bij Docunet, Martelaarslaan 290). • P. Baeyens - E. De Waele, Griekse spraakkunst, Luik 1963 (na voorafgaand bericht van de docent af te halen bij Docunet, Martelaarslaan 290).
De literatuur van de oudheid (Koen De Temmerman en Marco Formisano) 1e semester: Woensdag, 13u00-15u45, Aud. A In dit vak hoor je het verhaal van de klassieke literaturen, zonder dat de kennis van Latijn en/of Grieks daarvoor een vereiste is. In de lessen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de belangrijkste genres, gekaderd binnen de historische, socio-politieke en literaire context. Je krijgt niet alleen theoretische inzichten en feitenkennis mee, maar bespreekt in de les ook teksten die je in vertaling gelezen hebt. Als aanvulling bij de lessen krijg je een lectuurpakket met Griekse en Latijnse teksten in vertaling. De syllabi bij deze cursus worden gedrukt en verdeeld door Academia Press en zijn te koop in de Story Boekhandel. Nadere specificaties volgen via Minerva: Kristoffel Demoen, Korte geschiedenis van de Griekse literatuur, 2 vol. (syllabus en lectuurbundel), Academia Press, Gent Daniël Knecht, De literatuur van de Romeinen: een gids voor gebruikers, (Didactica Classica Gandensia 50), Gent: Academie Press, 2010
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 20
Oudgriekse letterkunde I (Berenice Verhelst) 2e semester: Vrijdag, 8u30-11u15, Blandijn, leslokaal 100.024 Dit vak sluit aan op het vak “De literatuur van de oudheid” (1e semester): we lezen en interpreteren nu werken in het Grieks. Een deel van de lessen zijn werkcolleges, een deel hoorcolleges. Voor de eerste bereid je thuis zelf de lectuur voor: het gaat om prozateksten die geschreven zijn in een relatief eenvoudige taal (Plato, Theophrastos, stukjes roman,...). In de hoorcolleges worden, aan een hoger tempo, teksten uit diverse genres gelezen, als verdere illustratie en uitdieping van het vak "De literatuur van de oudheid". Naast de colleges wordt voor dit vak ook zelfstandig werk gevraagd: (1) je schrijft een essay over één van de behandelde auteurs, gebaseerd op de lectuur van enkele wetenschappelijke artikels, en (2) je leest een pakket Griekse teksten in vertaling. De lectuurbundel bij dit vak wordt ter beschikking gesteld door de lesgever. Bij dit vak is extra begeleiding voorzien in de vorm van een monitoraat, door medewerkers van de afdeling Grieks. Daarbij komen aan bod: uitleg bij en opvolging van de schrijfopdracht; hulp bij de voorbereiding van de colleges (grammaticale problemen bij de lectuur); ondersteuning bij de cursorische lectuur.
Studenten die Grieks combineren met Latijn volgen ook: Geschiedenis van de Klassieke oudheid (A. Zuiderhoek) 2e semester: Donderdag 16-18u45, Aud. E Dit basisvak helpt studenten bij het verwerven van een referentiekader van feiten, structuren, namen en begrippen die belangrijk zijn voor de studie van de klassieke geschiedenis en het erfgoed van de klassieke oudheid in het algemeen en voor andere vakken en oefeningen die in het opleidingsprogramma voorzien zijn en die geheel of gedeeltelijk verband houden met de geschiedenis van de klassieke oudheid of het erfgoed van de klassieke oudheid. De cursus biedt een overzicht van de grote ontwikkelingslijnen van de evenementiële, institutionele, socio-economische en culturele geschiedenis van de Klassieke oudheid. Handboek F.G. Naerebout/H.W. Singor, De Oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis. Amsterdam: Ambo. Elfde, geheel herziene druk 2008 of latere. 40,00€
Webadres: http://www.latijnengrieks.ugent.be/grieks
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 21
ITALIAANS Contactpersonen:
[email protected]
Italiaanse Taalvaardigheid I (Claudia Crocco, medewerker: Susan Verhulst) 1e semester Theorie: vrijdag 13u00-14u15 in lokaal 100.017 Oefeningen: vrijdag 11u30-12u45 + 14u30-15u45 in 100.017 Dit inleidende vak helpt studenten bij het verwerven van parate taalkennis in het Italiaans. Het vak leert hen ook de normatieve grammatica beheersen (Niveau van het Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen: A1/A2). Inhoud: 1. Spelling en uitspraak; het alfabet; 2. Communicatieve vaardigheden: beleefdheidsvorm, uitdrukking van de tijd; 3. Grammatica: indicatief; de hypothetische tijd; de voornaamwoorden; 4. De telwoorden: hoofd- en rangtelwoorden; 5. De voorzetsels; 6. De naamwoorden; 7. De meervoudsvorming; 8. Bijwoorden; 9. De lidwoorden; 10. De onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd; 11. De modale werkwoorden potere, volere, dovere, sapere; 12. De ontkenning; 13. De woordvolgorde van bevestigende, ontkennende en vragende zinnen; 14. Woordenschat (alledaagse onderwerpen: familie, woning, boodschappen doen, school, sport, …); 15. Oefeningen op lees- en luistervaardigheid i.f.v. de te verwerven woordenschat; 16. Schrijfoefeningen [12 lesblokken geleide oefeningen (met inbegrip van groepswerk)]. Leermateriaal: • • • • •
PowerPoint slides (verdeeld via Minerva) en syllabus Sonia Bailini, Silvia Consonno, I verbi italiani. Grammatica, esercizi, giochi, Firenze, Alma Edizioni, 2004. Susanna Nocchi, Nuova grammatica pratica della lingua italiana, Firenze, Alma Edizioni, 2011. Luciana Feinler-Torriani, Gunther Klemm, Thematische woordenschat Italiaans (Nl. bewerking Heleen Lindijer), Amsterdam/Antwerpen, Intertaal, 2014 (4e druk, boek + CD) http://www.schrijven.ugent.be/italiaans
Italiaanse Taalvaardigheid II (Mara Santi, medewerker: Susan Verhulst) 2e semester: Maandag 11u30-14u15 in lokaal 120.025 Doceertaal: Italiaans. Dit opleidingsonderdeel is erop gericht studenten aan te leren zich op een tussenniveau correct uit te drukken in de Italiaanse taal, zowel mondeling als schriftelijk. De cursus bereidt de studenten voor op het volgen van de in het Italiaans gedoceerde vakken over literatuur, taalkunde en taalverwering uit het tweede jaar van het Bachelorprogramma. Inhoud: Het vak leert studenten de normatieve grammatica en syntaxis te beheersen. Niveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen (CEFR): A2/B1. Grammatica en syntaxis worden schriftelijk en mondeling ingeoefend. De woordenschat wordt uitgediept m.b.v. de thematische woordenschat (zie Leermateriaal). Eindcompetenties: Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen (CEFR): Begrijpen/Luisteren, B1. Begrijpen/Lezen, B1. Spreken/Interactie, A2. Spreken/Productie, A2/B1. Schrijven, A2. Beheersen van de regels van de normatieve grammatica en syntaxis. Beheersen van de specifieke terminologie van de normatieve grammatica en syntaxis. Zich uitdrukken op een tussenniveau in geschreven Italiaans. Zich uitdrukken op een tussenniveau in gesproken Italiaans. Over een uitgebreide woordenschat beschikken.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 22
Leermateriaal: • • • • •
PowerPoint slides (verdeeld via Minerva) en syllabus Sonia Bailini, Silvia Consonno, I verbi italiani. Grammatica, esercizi, giochi, Firenze, Alma Edizioni, 2004. Susanna Nocchi, Nuova grammatica pratica della lingua italiana, Firenze, Alma Edizioni, 2011. Luciana Feinler-Torriani, Gunther Klemm, Thematische woordenschat Italiaans (Nl. bewerking Heleen Lindijer), Amsterdam/Antwerpen, Intertaal, 2014 (4e druk). http://www.schrijven.ugent.be/italiaans
Cultuurkunde van Italië (Sabine Verhulst, medewerker: Jessy Carton) 2e semester: Woensdag 8u30-11u15 in lokaal 100.072 Dit vak wordt gedoceerd in het Italiaans en beoogt het verstrekken van historisch gefundeerde sleutels om de Italiaanse maatschappij en cultuur te begrijpen. De leerinhoud omvat de volgende drie onderdelen: A. zie Syllabus en Powerpoint presentaties: I. Inleiding: een algemene inleiding over Italië aan de hand van o.a. de volgende items: aardrijkskundige gegevens; staatkundige inrichting; media (geschreven pers; televisie; internet II. De Etrusken III. Italië in de Middeleeuwen IV. Humanisme, Renaissance, Maniërisme V. Contrareformatie en Barok VI. De 18de eeuw: Cesare Beccaria VII. Het Risorgimento VIII. Het Ventennio fascista IX. Het naoorlogse Italië (tot heden) X. De Italiaanse film B. Twee gastcolleges door Italiaanse professoren uit partneruniversiteiten in Italië. C. De monografie van de hand van Jaap van Osta, Een geschiedenis van het moderne Italië, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2008 (derde, herziene en uitgebreide druk). Lesmateriaal: • • • •
Referenties: • •
Syllabus: gratis downloaden. Ongeveer 60 pagina's. Kostprijs: 3,00€. PowerPoint presentaties: 3,00 € Geografische kaarten, verdeeld tijdens het eerste college: 2,00€. Handboek: Jaap van Osta, Een geschiedenis van het moderne Italië, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2008 (derde, herziene en uitgebreide druk). Verkrijgbaar bij Story, raamprijs 20,00 €.
M. Castaldi, U. Salvi, Parole per ricordare. Dizionario della memoria collettiva, Bologna, Zanichelli, 2003. Een selectieve bibliografie, geüpload op Minerva.
Italiaanse taalkunde I (Claudia Crocco, medewerker: Costanza Asnaghi) 2e semester: Vrijdag 8u30-11u15 in 110.022 Dit inleidend opleidingsonderdeel heeft tot doel de studenten een overzicht geven van de taalkundige studie van het Italiaans (fonetiek, fonologie, morfologie, diachronie van de Italiaanse taal). Tijdens de cursus maakt de lesgever gebruikt van een aangepaste academische register en van de geschikte taalkundige terminologie. Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee luiken. Het eerste deel van de cursus concentreert zich op de externe geschiedenis van de Italiaanse taal. In het tweede deel worden de de studenten geïntroduceerd in de studie van de fonologische en morfologische structuren van het Italiaans. Inhoud: 1) Inleiding tot de structuren van het hedendaagse Italiaans: algemene begrippen fonetiek/fonologie; het fonologische systeem van het Italiaans; Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 23
algemene begrippen morfologie; woord formatie in het Italiaans. 2) Diachronie van het Italiaans: mijlpalen van de externe geschiedenis van het Italiaans; overgang van het Latijn naar het Italiaans; elementen van diachronische grammatica van het Italiaans;analyse van teksten in het Oude Italiaans. Lesmateriaal: • Syllabus + Powerpoint-presentaties • Extra materiaal wordt uitgedeeld tijdens de lessen of via Minerva: bv 2/3 artikels of hoofdstukken uit een boek. Geraamde totaalprijs: 10 EUR
Webadres: http://www.italiaans.ugent.be/
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 24
LATIJN Contactpersoon: Yanick MAES –
[email protected]
Latijn: taalbeheersing I (Giovanbattista Galdi, Wim Verbaal, Koen Wylin & Frédéric Van Vosselen) 1e semester: Woensdag 16u-18u45 in lokaal 110.022 Donderdag 13u-15u45 in lokaal 120.043 De cursus beoogt een verdiept inzicht van de Latijnse taal bij te brengen, waarbij aandacht wordt besteed aan de verschillende niveaus van de taalstudie: fonologie, lexicologie en morfologie. Bijzondere nadruk zal gelegd worden op de ontdekking van de syntax van de enkelvoudige Latijnse zin en de stilistische implicaties van de gekozen zinstructuur via de aan de UGent ontwikkelde positionele leesmethode. De cursus heeft de vorm van hoorcolleges, begeleide en zelfstandige lectuur en al dan niet begeleide oefeningen. Er heeft een continue evaluatie plaats. Aan te schaffen door de studenten: Harm Pinkster (ed), Woordenboek Latijn/Nederlands, (Amsterdam University Press, 19981) Syllabi ter beschikking gesteld door de lesgever
Latijn: taalbeheersing II (Wim Verbaal & Frédéric Van Vosselen) 2e semester: Maandag 14u30-17u15 in lokaal 120.043 OF op Woensdag 16u-18u45 in lokaal 110.022 Groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt. De cursus bouwt voort op de verworvenheden van het eerste semester. De inzichten in het functioneren van de Latijnse zin worden verdiept aan de hand van complexere zin- en tekststructuren. De leesvaardigheid wordt verder geoefend. Er gaat meer aandacht uit naar de stilistische interpretatie van de gelezen teksten. Ook in deze cursus komen theoretische hoorcolleges, begeleide en zelfstandige lectuur en al dan niet begeleide oefeningen aan bod.
De literatuur van de oudheid (Koen De Temmerman & Marco Formisano) 1e semester: Woensdag, 13u00-15.45u, Blandijn Aud. A In dit vak hoor je het verhaal van de klassieke literaturen, zonder dat de kennis van Latijn en/of Grieks daarvoor een vereiste is. In de lessen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de belangrijkste genres, gekaderd binnen de historische, socio-politieke en literaire context. Je krijgt niet alleen theoretische inzichten en feitenkennis mee, maar bespreekt in de les ook teksten die je in vertaling gelezen hebt. Als aanvulling bij de lessen krijg je een lectuurpakket met Griekse en Latijnse teksten in vertaling. De syllabi bij deze cursus worden gedrukt en verdeeld door Academia Press. Kristoffel Demoen, Korte geschiedenis van de Griekse literatuur, 2 vol. (syllabus en lectuurbundel), Academia Press, Gent Daniël Knecht, De literatuur van de Romeinen: een gids voor gebruikers, (Didactica Classica Gandensia 50), Gent: Academie Press, 2010
Latijnse letterkunde I (Marco Formisano) 2e semester: Donderdag 13u-15u45, lokaal 120.043 In deze cursus bestuderen we hoe in de Latijnse poëzie in de eerste eeuw voor Christus het concept van de bundel of het boek als eenheid steeds belangrijker wordt. Tegelijk gaan we in op het problematische statuut van het boek als eenheid en op de implicaties die dat heeft voor wat “het lezen van Latijnse poëzie” precies betekent. We beginnen met de losse gedichten en bekijken hoe die teksten, en onze lezing ervan, zijn ingebed in een cultuurhistorische context. We vragen ons ook af wat dit betekent voor een ‘biografische’ benadering. Daarna zetten we de stap naar de lectuur van een volledige bundel. De gedichten die we lazen zullen zo een Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 25
andere draagwijdte en vaak ook betekenis krijgen. Centrale auteurs zijn Catullus, Tibullus, Propertius en Ovidius. De teksten bereid je thuis zelf voor: daarvoor je krijgt een tekstbundel met commentaar. In de hoorcolleges worden de teksten aan een hoger tempo gelezen: we testen gezamenlijk de werktuigen van een grondige tekstanalyse uit en trainen zo verschillende analytische vaardigheden. Je probeert ook actief aan de besprekingen deel te nemen. Op het eind van het semester ben je dan in staat om met behulp van de aangereikte informatie een persoonlijke reflectie te ontwikkelen. Uiteindelijk bestuderen we tegen deze achtergrond een nader te bepalen boek uit Ovidius’ ruime oeuvre.
Webadres: http://www.latijnengrieks.ugent.be/latijn
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 26
NEDERLANDS Contactpersoon: Yves T’SJOEN –
[email protected]
Nederlandse taalkunde I: taalgebruik (Jacques Van Keymeulen; Lesgevers oefeningen: Anne-Sophie Ghyselen, Kaat Opdenacker, Roxane Vandenberghe, Steven Delarue ) 1e semester: • College: Maandag 14.30-15.45u, Aud. C • Oefeningen 1 lesblok: Les in 8 groepjes – uren en lokalen worden ad valvas bekend gemaakt op 17 september 2015. In het vak Nederlandse taalkunde I: taalgebruik wordt vooral ingegaan op de zgn. Externe geschiedenis van het Nederlands, d. i. de geschiedenis van de Nederlandse taal in haar maatschappelijke context, met inbegrip van een kennismaking met de interne taalgeschiedenis. De lessen bestaan grotendeels uit hoorcolleges. De studenten moeten een boek kopen, dat als achtergrondinformatie gebruikt zal worden. Verdere informatie hierover volgt via Minerva (het digitale leerplatform van de faculteit), in de eerste les en online (http://www.flwi.ugent.be/nederlandsetaalkunde/). In de oefeningen van Nederlandse Taalkunde I: Taalgebruik concentreren we ons op taalvaardigheid. Er zijn lessen schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. Bij schrijfvaardigheid ligt de focus op zakelijk schrijven: we bekijken verschillende soorten zakelijke teksten en analyseren de structuur en de stijl ervan. De studenten krijgen zelf een aantal schrijfopdrachten, zoals een zakelijke mail en een betogende tekst. Daarnaast moeten de studenten aan de slag met een zelfstudiepakket taalzorg en spelling. Die leerstof wordt getest aan de hand van een examen, waarbij taal- en spelfouten uit een tekst gehaald moeten worden. Voor spreekvaardigheid ligt de klemtoon op voorbereid spreken. We bekijken de kenmerken van een boeiende, goed gestructureerde presentatie en gebruiken de lessen als oefenmomenten. Daarnaast worden de studenten attent gemaakt op regionale klanken in hun taal en worden ze getraind in het spreken van standaardtaal (versus tussentaal of dialect). Bij wijze van test voor dat onderdeel moeten de studenten een presentatie houden. Het studiemateriaal wordt via Minerva ter beschikking gesteld.
Nederlandse taalkunde I: taalsysteem (Timothy Colleman; lesgevers oefeningen: Steven Delarue, Emmeline Gyselinck, Anne-Sophie Ghyselen ) 2e semester: • College: Maandag, 14u30-15.45u, auditorium D. • Oefeningen 1 lesblok: Les in 6 groepjes - Tijdstip en plaats van de oefeningen worden ad valvas bekendgemaakt, samen met de groepsindeling. In het vak Nederlandse Taalkunde I: Taalsysteem wordt een inleiding op de syntaxis van het Nederlands gegeven, waarbij zowel de verschillende woordsoorten aan bod komen als de syntaxis van de enkelvoudige zin en van de nominale constituent. Het onderwijs gebeurt d.m.v. hoorcolleges en aparte oefeningensessies in kleine groepen. Het examen is schriftelijk, en bestaat zowel uit praktische ontledingsoefeningen als uit meerkeuzevragen. Het studiemateriaal bestaat uit een handboek (Willy Vandeweghe. Grammatica van de Nederlandse zin. Achtste, herziene druk. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 2013), een syllabus over de woordsoorten die in het begin van het tweede semester te koop wordt aangeboden en een bundel met oefeningen die beschikbaar is via Minerva.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 27
Nederlandse letterkunde I (Youri Desplenter, medewerker: Jasmien Aerts) 1e semester: Hoorcollege: Woensdag 11u30-12u45 in Aud. E Oefeningen: Groepsindeling en lokalen voor de oefeningen worden ad valvas. Tijdens de eerste lesweken worden de groepjes samengenomen voor plenaire oefeningen, op dinsdag 16u in Aud. C. Dit opleidingsonderdeel bestaat uit een hoorcollege en een oefeningengedeelte. Uitvoerige toelichting over organisatie, verloop en ondervraging van alle onderdelen van Nederlandse letterkunde I en II wordt gegeven in het eerste hoorcollege. Er zijn in de eerste lesweken nog geen oefeningen in kleine groep! Hoorcollege Met het hoorcollege wordt beoogd de studenten inzicht bij te brengen in het historisch functioneren van literatuur, meer bepaald in de vroegste periode van de Nederlandse letterkunde, de middeleeuwse. Syllabus: wordt ter beschikking gesteld. Lectuurlijst bij het hoorcollege 1. Karel ende Elegast (één van de volgende edities) • G. Stellinga (ed.), De ridderroman ‘Karel ende Elegast’, Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1970 (Klassiek Letterkundig Pantheon 132) • R. Roemans, H. van Assche (ed.), Karel ende Elegast, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1979 (tiende druk; Klassieke Galerij 9) • A.M. Duinhoven (ed.), Karel ende Elegast, ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1982 (Nederlandse Klassieken) • A.M. Duinhoven (ed.), K. Eykman (vert.), Karel ende Elegast, Amsterdam: Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1998 (Nederlandse Klassieken) 2.
Beatrijs (één van de volgende edities) • R. Roemans, H. van Assche (ed.), Beatrijs, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1978 (tiende druk; Klassieke Galerij 21) • F. Lulofs (ed.), Beatrijs. Uitgegeven met inleiding en aantekeningen, Leiden: Martinus Nijhoff, 1983 (zesde herziene druk; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) • G. Kazemier (ed.), Beatrijs. Met inleiding en aantekeningen, Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1978 (tweede druk; Klassiek Letterkundig Pantheon 184) • Th. Meder (inl. en ed.), W. Wilmink (vert.), Beatrijs. Een middeleeuws Maria-mirakel, Amsterdam: Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1995 (Nederlandse Klassieken)
3.
Van den vos Reynaerde (één van de volgende edities) • P. de Keyser (ed.), Van den vos Reynaerde. Uitgegeven, ingeleid en verklaard, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1984 (tiende druk (bewerkt door A. van Elslander); Klassieke Galerij 8) • F. Lulofs (ed.), Van den vos Reynaerde. De tekst kritisch uitgegeven, met woordverklaring, commentaar en tekstkritische aantekeningen, Hilversum: Verloren, 2001 (herdruk van de tweede verbeterde druk uit 1985; met een ten geleide van W.P. Gerritsen; Middelnederlandse Tekstedities 9)
4.
Lanceloet van Denemerken (één van de volgende edities) • G. Stellinga (ed.), Het abel spel “Lanseloet van Denemerken” en de sotternie “Die Hexe” na volghende, Culemborg: Tjeenk Willink – Noorduijn, 1971 (vierde druk) • R. Roemans, H. van Assche (ed.), Een abel spel van Lanseloet van Denemerken, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1982 (achtste druk; Klassieke Galerij 123) • H. Van Dijk(ed.), Lanseloet van Denemerken. Een abel spel, Amsterdam: Amsterdam University Press, 1995 (Alfa. Literaire teksten uit de Nederlanden)
Evaluatievorm: periodegebonden (schriftelijk examen)
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 28
Oefeningen moderne literatuur Lesgever: Prof. dr. Lars Bernaerts en Jasmien Aerts In de oefeningen staat de analyse van modern proza centraal. In de inleidende lessen worden instrumenten voor de analyse van verhalende teksten aangereikt aan de hand van het handboek Vertelduivels van Luc Herman en Bart Vervaeck. Daarna gaan de studenten zelf aan de slag: in groepjes geven ze een presentatie over een van de romans uit de lijst. Na het referaat wordt er een discussie op gang gebracht, waarin actieve deelname van de studenten verwacht wordt. Elke student leest alle romans uit de lijst. Aan het einde van de lessenreeks wordt een examen georganiseerd waarbij de student vragen krijgt over de verhaalanalyse en de te lezen romans. De student moet in staat zijn om fragmenten uit de romans juist toe te wijzen, ze binnen de roman te situeren en kort te interpreteren. Bij het college hoort ook een kleine schrijfopdracht: er wordt van elke student een recensie verwacht van ongeveer 450 woorden over een nader te bepalen roman of verhaal. Voor de inleidende colleges lezen alle studenten Oeroeg (1948) van Hella Haasse. Lectuurlijst: • • • • •
*Cyriel Buysse, Het recht van de sterkste (1893) *Willem Elsschot, Kaas (1933) F. Bordewijk, Rood paleis (1936) Louis Paul Boon, Menuet (1955) A.F.Th. van der Heijden, De sandwich (1986) (* beschikbaar op www.dbnl.org)
Evaluatievorm: permanent (groepswerk/referaat, individuele schrijfopdracht) en periodegebonden (schriftelijk examen)
Nederlandse letterkunde II (Youri Desplenter, Kornee van der Haven, medewerker: Veerle Uyttersprot) 2e semester: Hoorcollege: Maandag, 16u00-17u15, auditorium D. Oefeningen: Groepsindeling en lokalen voor de oefeningen worden ad valvas bekend gemaakt. Hoorcollege Lesgevers: Prof. dr. Youri Desplenter en prof. dr. Kornee van der Haven In het hoorcollege wordt het overzicht van de literatuurgeschiedenis voortgezet, met lessen over de rederijkerstijd en de renaissance (tot het midden van de zeventiende eeuw). In de colleges zal er aandacht zijn voor literaire genres en auteurs, maar ook voor het functioneren van de middeleeuwse en vroegmoderne literatuur binnen het bredere culturele en maatschappelijke leven van de Lage Landen. Het lesmateriaal bestaat uit enkele primaire teksten, lesnoties, een syllabus en enkele hoofdstukken uit Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt (zie hieronder). Handboeken: • •
deel Y. Desplenter: syllabus wordt ter beschikking gesteld deel K. van der Haven: Riet Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse literatuur in de tijd van Rembrandt, Utrecht: Bijleveld 1994 (selectie van hoofdstukken; beschikbaar op de collegeplank van de Faculteitsbibliotheek), aangevuld met een reader vroegmoderne poëzie
Lectuurlijst bij het hoorcollege 1. Elckerlijc • A. Van Elslander (ed.), Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1985 (achtste druk; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) 2.
Mariken van Nieumeghen • D. Coigneau (ed.), Mariken van Nieumeghen, Hilversum: Verloren, 1996 (Middelnederlandse tekstedities 4; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 29
3.
Warenar • P.C. Hooft / S. Coster, Warenar. Bezorgd door Jeroen Jansen, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker (Delta), 2004 [1617]
4.
Gysbreght van Aemstel • Joost van den Vondel, Gysbreght van Aemstel. Met inleiding en aantekeningen door Mieke B. Smits-Veldt, Amsterdam, Amsterdam University Press, 1994 [1637] (ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org)
Evaluatievorm: periodegebonden (schriftelijk examen) Oefeningen Lesgever: Dr. Veerle Uyttersprot Het oefeningencollege van Nederlandse letterkunde II bestaat uit werkcolleges in kleine groepen waarin tekstfragmenten worden gelezen en geanalyseerd. We richten ons op didactische en lyrische teksten. Allereerst proberen we zicht te krijgen op het middeleeuwse mens- en wereldbeeld aan de hand van fragmenten uit Jacob van Maerlants Der Naturen Bloeme en uit Het Boek van Sidrac. Vervolgens bekijken we een aantal lyrische teksten. De troubadourslyriek zal hierbij aan bod komen, maar we lezen ook liederen uit het Gruuthusehandschrift. De studenten worden verder vertrouwd gemaakt met de typische moeilijkheden van het Middelnederlands. De voornaamste grammaticale problemen worden tijdens de werkcolleges behandeld en moeten vervolgens individueel worden ingeoefend via de oefensite Middelnederlands Digitaal. De klemtoon van de colleges ligt evenwel op de analyse en de interpretatie van de gelezen teksten. Bij Der Naturen Bloeme wordt aandacht besteed aan de figuur van Jacob van Maerlant en aan de middeleeuwse kennis over mens en dier. Uit Het Boek van Sidrac lezen we fragmenten in verband met het middeleeuwse denken over aarde en heelal. Bij de lyrische teksten zal het onder andere gaan om de veranderende wetenschappelijke inzichten rond dit genre. Belangrijk bij de werkcolleges is de participatie van de studenten Ze moeten regelmatig teksten lezen die tijdens de colleges verder worden uitgediept. Tijdens het semester moeten de studenten hun kennis van het Middelnederlands ontwikkelen door regelmatig oefeningen te maken (via Middelnederlands Digitaal). Na deze oefenfase komen er in de loop van het semester ook drie testmomenten. Aan de studenten wordt ook de kans geboden om in de universiteitsbibliotheek een aantal handschriften met Middelnederlandse teksten van naderbij te bekijken. Cursusmateriaal: • Selectie van tekstfragmenten die op Minerva worden geplaatst uit de volgende werken: o Jacob van Maerlant, Der Naturen Bloeme o Het Boek Van Sidrac o Enkele lyrische teksten • Cursus met een overzicht van de grammaticale moeilijkheden van het Middelnederlands: Een inleiding in het Middelnederlands. Deze cursus is beschikbaar via Minerva. • Enkele artikels met recente wetenschappelijke inzichten over de behandelde teksten. • Powerpoints Evaluatievorm: • permanent: oefeningen op Middelnederlands Digitaal (participatie wordt beoordeeld) + 3 schrijfopdrachten (1 heuristische opdracht, via Curios; 1 uitgebreide opdracht om grammaticale vaardigheden te testen, via Curios; 1 vertaalopdracht). De drie schrijfopdrachten staan op 1/3 van de punten voor het oefeningencollege • periodegebonden (schriftelijk examen): voor 2/3 van de punten
Webadressen: http://www.nederlandsetaalkunde.ugent.be/ http://www.nederlandseliteratuur.ugent.be/onderwijs Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 30
SPAANS Contactpersoon: Clara Vanderschueren –
[email protected]
Spaanse taalvaardigheid I (Laura Alonso, medewerkers: Liesbeth Vandenbulcke, Lidia Fernández Pereda, María Teresa Navarrete) 1e semester Hoorcollege: Vrijdag, 11u30-12u45, Blandijn Aud. D Oefeningen: Les in 4 groepen op Vrijdag 13u00-14u15 of 14u30-15u45 De groepsindeling voor de oefeningen wordt bekend gemaakt op 17 september 2015. Dit vak is erop gericht de studenten in staat te stellen zich op een basisniveau, mondeling en schriftelijk, in het Spaans uit te drukken. Hiertoe worden alle aspecten van de normatieve grammatica (met nadruk op morfologie) systematisch ingeoefend. In meer communicatief georiënteerde praktische sessies wordt de student in contact gebracht met het levende Spaans in context, en verwerft hij/zij een basiswoordenschat. Vereiste voorkennis: geen. Doceertalen: Nederlands en Spaans. Examen: schriftelijk examen (80%) en permanente evaluatie (20%). Via Minerva hebben de studenten toegang tot extra studiemateriaal en oefeningenreeksen. Verplicht leermateriaal: I. Logie, Syllabus Spaanse Taalvaardigheid I (Academia Press), laatste, herziene uitgave . Thematische woordenschat Spaans, Amsterdam/Antwerpen, Intertaal, laatste beschikbare uitgave. Syllabus Communicatieve Oefeningen: ¡Adelante! via Minerva Facultatief leermateriaal: Eén verklarend woordenboek Spaans naar keuze, liefst dat van María Moliner, Diccionario de uso del español, laatste uitgave. RAE, Nueva gramática básica de la lengua española, Espasa Libros, 2011.
Spaanse taalvaardigheid II (Elizabeth Amann, medewerkers: Liesbeth Vandenbulcke, Lidia Fernández Pereda, Ariane Ruyffelaert, María José González Dávila, Nettah Yoeli-Rimmer, Maxim Rigaux) 2e semester Hoorcollege: Woensdag 10u-11.15u, Blandijn Aud. B Oefeningen: Vrijdag 10u-11u15 of 11u30-12u45 De groepsindeling voor de oefeningen wordt bekend gemaakt op 17 september 2015. Dit vak bouwt voort op het opleidingsonderdeel Spaanse taalvaardigheid I. Bij de normatieve grammatica komt de nadruk te liggen op de syntaxis (construeren van samengestelde zinnen, gebruik van tijden en wijzen,…). In de meer praktisch georiënteerde lessen die hierbij aansluiten worden meer teksten gelezen, geanalyseerd en becommentarieerd, zodat de woordenschat sterk wordt uitgebreid. Vereiste voorkennis: beheersing van de leerstof Spaanse taalvaardigheid I. Doceertaal: Spaans. Examen: schriftelijk examen (70%) en permanente evaluatie (30%). Verplicht leermateriaal: R. Enghels en I. Logie, Syllabus Spaanse Taalvaardigheid II en Spaanse Taalkunde I (Academia Press). Thematische woordenschat Spaans, Amsterdam/Antwerpen, Intertaal, laatste beschikbare uitgave. Aanvullend materiaal op Minerva.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 31
Facultatief leermateriaal: Eén verklarend woordenboek Spaans naar keuze, liefst dat van María Moliner, Diccionario de uso del español, laatste uitgave. RAE, Nueva gramática básica de la lengua española, Espasa Libros, 2011.
Cultuurkunde van Spanje en Spaans-Amerika (Laura Alonso, medewerker: María Teresa Navarrete) 2e semester: Donderdag, 16u-18u45, Aud. B Na een geografische inleiding en vertrekkende van de historische chronologie, worden de studenten vertrouwd gemaakt met een aantal fundamentele culturele aspecten van de Spaanstalige wereld. Doceertaal: Spaans Examen: schriftelijk examen en werkstuk (groepswerk) Verplicht studiemateriaal: Tekstbundel (ter beschikking gesteld door de docent) Aanvullend materiaal via Minerva
Spaanse taalkunde I (Renata Enghels + medewerkers) 2e semester: Maandag, 11u30-13u00 (auditorium A: Theorie) én 10u00-11u30 (1 groep), 13u00-14u30 (2 groepen, parallel), 14u30-16u00 (1 groep) (Oefeningen). Groepen en lokalen voor de oefeningen worden ad valvas bekend gemaakt. Het eerste deel van het theoretische gedeelte biedt een overzicht van de geschiedenis van het Spaans. De studenten worden verder ook ingewijd in het domein van de semantiek, met als belangrijkste noties polysemie, homonymie, synonymie, enz. Dit deel brengt ook een inleiding tot de lexicologie van het Spaans. Hierin worden de belangrijkste basisbegrippen gedefinieerd die verband houden met de analyse van het Spaanse lexicon. Een belangrijk deel van de cursus behandelt ook de fonetiek en de fonologie van het Spaans, en omvat de volgende delen: (a) algemene begrippen van de fonetiek, (b) fonologie van het Spaans, (c) spelling, (d) fonotaxis. Het deel oefeningen bouwt verder op de grammatica uit de cursus Taalvaardigheid I, en is bovendien complementair aan Spaanse taalvaardigheid II. Aan de hand van een gevarieerd geheel aan oefeningen worden grammaticale problemen verder uitgediept. Volgende thema’s komen aan bod: het gebruik van de tijden en wijzen, het gebruik van ‘ser’ en ‘estar’, de vertaling van ‘worden’, het gebruik van het clitische voornaamwoord ‘se’, de passieve constructie, enz. Verder worden oefeningen voorzien over het lexicologische en fonetische deel bij de theorie van Spaanse taalkunde I. Zowel voor de theorie als voor de oefeningen wordt een syllabus te koop aangeboden.
Webadres: http://www.spaans.ugent.be
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 32
ZWEEDS Contactpersoon: Freek ADRIAENS –
[email protected]
Zweedse taalverwerving (Freek Adriaens) 1e semester: Les in de eerste 6 lesweken Lesmomenten en groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt op 17 september 2015. Dit opleidingsonderdeel bestaat uit een cursus intensieve taalverwerving, waarbij de studenten zowel de uitspraak, de basiswoordenschat en fraseologie als de basisgrammatica van het Zweeds verwerven. Leermateriaal: • Marie Håkansson, Om uttal. Öva uttal (wordt bezorgd door de vakgroep) • Paula Levy Scherrer, Karl Lindemalm: Rivstart A1 + A2 (textbok) (€ 40) ISBN 9789127434202 • Gunnar Hellström, Första övningsbok i svensk grammatik (€ 24) (te koop in boekhandel Story) • Van Dale: Zweeds-Nederlands, Nederlands-Zweeds (Praktijkwoordenboek) (te koop studententarief van € 79 in boekhandel Story)
tegen
Zweedse taalvaardigheid I (Freek Adriaens) 1e semester: Lesweken 7-12 Lesmomenten en groepsindeling wordt ad valvas bekend gemaakt op 17 september 2015. Tijdens dit opleidingsonderdeel wordt de passieve basiskennis van het Zweeds (uitspraak, woordenschat, grammatica) uitgebreid en worden via gerichte oefeningen actieve vaardigheden in gesproken en geschreven Zweeds aangeleerd. De oefeningen omvatten vooral conversatieoefeningen, talenpractica, grammaticale invuloefeningen en opstellen. Leermateriaal: zie “Zweedse taalverwerving”
Zweedse taalkunde I (Freek Adriaens en Martje Wijers) 2e semester: Maandag 11u.30-14u.15 in Rozier D2.18 of D2.20 (Les in 2 groepen) De cursus biedt een introductie in de Zweedse taalkunde en behandelt de fonologische, grammaticale en morfologische structuur van het Zweeds. De nadruk ligt hierbij in het bijzonder op hetgeen dat Zweeds van andere, met name Germaanse, talen onderscheidt (bijvoorbeeld woordvolgorde en bepaaldheid). De onderwerpen die aan bod komen in de cursus worden theoretisch behandeld en vooral ook praktisch toegepast in oefeningen die als doel hebben de zekerheid van de student te bevorderen met betrekking tot het formuleren van correcte en gevarieerde Zweedse zinnen. Leermateriaal: Rosenqvist, Håkan. 2012. Syntaxboken. Svensk satslära i teori och praktik. Stockholm: Natur och Kultur. €30 Wijk-Andersson, Elsie. 2008. Ny Grammatik - det svenska språkets struktur. Stockholm: Hallgren & Fallgren. €30 Extra materiaal dat tijdens de lessen of via Minerva wordt verspreid.
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 33
Zweedse letterkunde I (Sophie Wennerscheid en Sara Van den Bossche) 2e semester: Donderdag 16u-18u45, in Blandijn leslokaal 100.035 Deze cursus is opgevat als een inleiding in de Zweedse literatuur en de Zweedstalige literatuurwetenschap. De studenten krijgen in deze cursus een basisterminologie (in het Zweeds) aangereikt voor de literatuurwetenschappelijke analyse van literaire teksten. De cursus bestaat uit en combinatie van theorie en praktijk. De belangrijkste terminologie wordt eerst verklaard waarna de toepassing van de terminologie geïllustreerd wordt aan de hand van concrete voorbeelden die klassikaal besproken worden. De nadruk wordt gelegd op epiek en dramatiek, maar naast deze traditionele genres komen ook kinderliteratuur en verfilmingen aan bod. Van de studenten wordt actieve deelname aan de lessen verwacht. Daarnaast worden zij verondersteld een aantal opdrachten (schriftelijke en mondelinge) te vervullen waarin ze de kans krijgen te tonen dat zij de aangereikte literatuurwetenschappelijke werktuigen zelf kunnen hanteren. Leermateriaal • Primaire literatuur wordt ter beschikking gesteld via Minerva • Handboek: Claes-Göran Holmberg & Anders Ohlsson, Epikanalys. En introduktion. Lund: Studentlitteratur, 1999 (ca. €20)
Webadres: http://www.scandinavistiek.ugent.be
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 34
EXTRA-CURRICULAIR Naast de lessen kun je je kennis van de talen, taalkunde en letterkunde aanvullen met onderstaande extracurriculaire activiteiten. De activiteiten worden aangekondigd via de facultaire agenda: http://www.flw.ugent.be/agenda
Discovering Linguistics, Linguistic Discoveries Lezingenreeks met grote namen uit de taalkunde. Zij presenteren hun onderzoeksspecialisme op toegankelijke wijze aan studenten en alumni van de opleiding taal- en letterkunde. Deze lezingenreeks kadert in het project Internationalisation@Home, waarbij we onze studenten kennis willen laten maken met buitenlandse onderzoekers. http://www.dlld.ugent.be/ Permanente Vormingen Letterkunde De opleiding taal- en letterkunde organiseert twee lezingenreeksen over moderne en historische Europese letterkunde. In 2015-16 zijn de thema’s resp. Literatuur en migratie en Great Plays. Ideale avondlezingen om je docenten op een andere manier aan het werk te zien. Zie: http://www.taalenletterkunde.ugent.be/permanentevorming Griekenlandcentrum Voor zij die klassieke talen studeren of interesse hebben in de antieke oudheid, is er het aanbod van het Griekenlandcentrum, met in 2015-16 een lezingenreeks over Goden & Godsdiensten. http://www.latijnengrieks.ugent.be/GC Bib sessions & Library Lab De facultaire bibliotheek organiseert regelmatig interessante workshops en tutorials rond ontwikkelingen in de digital humanities. http://www.flw.ugent.be/bibliotheek/librarylab Lezingen, workshops, congressen, doctoraatsverdedigingen etc. Tal van occasionele lezingen waarop studenten welkom zijn. Meestal gratis, soms, in het geval van congressen, tegen gereduceerd studententarief. Zie de facultaire agenda. Filmavonden Enkele taalafdelingen, zoals Duits en Spaans, organiseren filmcycli. Daarnaast zijn er occasionele filmvertoningen. Lingforum Forum voor jonge taalkundigen. Studenten zijn welkom op de lunchlezingen, die aangekondigd worden via facebook: https://www.facebook.com/ugent.lingforum Literary Studies Workshop Tweewekelijkse discussiemiddag over lopende projecten, artikels en doctoraatstudies in de literatuurwetenschappen. http://www.letterkunde.ugent.be/node/39 Zie ook Twitter account: @LitUGent
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 35
Inoefenen talen via praatgroepen, digitale platformen, zomercursussen etc. Alle talen Duits Engels Frans Italiaans Nederlands Spaans Zweeds
Erasmus Language tandem, Macharius taalcafé, www.taalmix.be Tandem, Goethe Institut, DAAD Creative Writing werkgroep, Simile (tijdschrift), Literary writing competition Alliance Française Oost-Vlaanderen Zomercursussen in Italië Filologica creatief schrijven, Dilemma (tijdschrift) Hablamos Español facebook-groep http://learningswedish.se
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 36
Praktische informatie De ombudsman voor de taalrichtingen: Jacques Van Keymeulen –
[email protected] De studieadviseur: An Vierstraete –
[email protected] Contactgegevens: http://www.flw.ugent/monitoraat/contactSB Elektronische bronnen: De webstek van de opleiding Twee Talen: http://www.taalenletterkunde.ugent.be
De webstek van de universiteit: http://www.ugent.be De centrale bibliotheek: http://www.lib.ugent.be Info voor nieuwe studenten: http://www.ugent.be/nl/studiekiezers De academische kalender 2015-16: http://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/kalender De webstek van de faculteit: http://www.flw.ugent.be/ De elektronische leeromgeving van de universiteit: https://minerva.ugent.be De elektronische leeromgeving voor schrijfvaardigheid van de opleiding T&L: http://www.schrijven.ugent.be
Infobrochure Bachelor 1 Taal- en letterkunde UGent 2015-2016 – p. 37