INFO’ DIAG DIAGNOSEAPPARATUUR
CITROËN
AFTER SALES SERVICE
LEXIA PROXIA CD 35
CITROËN DISTRIBUTEUR NIEUWE AUTO'S - Afleveringstechnicus - Coördinator terugroepacties CITROËN ERKEND REPARATEURS - Servicemanager - Technisch specialist / Onderhoudstechnicus
Nr. 295 26-07-06
DEZE MEDEDELING MOET WORDEN VERSPREID ONDER ALLE MEDEWERKERS DIE RECHTSTREEKS OF INDIRECT TE MAKEN HEBBEN MET DE DIAGNOSEAPPARATUUR VAN LEXIA / PROXIA
ONDERWERP: Diagnosebijzonderheden bij de JUMPER 3. BETREFT: De CITROËN JUMPER 3 OPMERKING: Sommige ingrepen en geïntegreerde functies van de LEXIA-
en PROXIA-
diagnoseapparatuur zijn speciaal bestemd voor de JUMPER 3. OPLOSSING: Volg de procedures die in dit document staan beschreven.
Idnl295
1 / 10
Deze INFO’DIAG beschrijft de bijzondere ingrepen en functies van de diagnoseapparatuur die speciaal zijn bestemd voor de CITROËN JUMPER 3. Hierin komen de volgende onderwerpen aan de orde: •
De handelingen bij het loskoppelen en weer aansluiten van de accu.
•
De bijzondere kenmerken van de communicatie tussen het diagnosegereedschap en de computers van de auto.
•
De BSI - Inleerprocedure van de sleutels en de afstandsbedieningen. - Bijzondere kenmerken van de functie "status van de computers in het CAN-netwerk".
•
Het menu "Onderdelen".
•
De functies van het programmeren en het "Afstemmen van de programmering van de computers met de in de BSI geprogrammeerde configuratie".
Idnl295
2 / 10
HANDELINGEN BIJ HET LOSKOPPELEN EN WEER AANSLUITEN VAN DE ACCU: Door het loskoppelen van de accu wordt de status van sommige computers gewijzigd. Na het weer aansluiten van de accu moeten bepaalde functies opnieuw worden geactiveerd.
Gevolgen van het loskoppelen van de accu
Uit te voeren handelingen
De datum en de tijd staan op Stel de datum de tijd in nul De taal en de eenheden Kies de taal, en de voor afstand en temperatuur eenheden voor afstand en zijn op standaardwaarden temperatuur (indien nodig) Instrumenten- ingesteld (km, °C) paneel Geen actie nodig De gegevens van de (wordt bij het inschakelen boordcomputer zijn gewist. van het contact automatisch geactiveerd) Schakel de De snelheidswaarschuwing snelheidswaarschuwing is uitgeschakeld weer in De in het geheugen Sla de radiozenders opgeslagen radiozenders Autoradio opnieuw in het geheugen op zijn gewist
Idnl295
Handelingen uit te voeren door WerkKlant plaats X
X
Geen
X X
3 / 10
BIJZONDERE
KENMERKEN
VAN
DE
COMMUNICATIE
TUSSEN
HET
DIAGNOSEGEREEDSCHAP EN DE COMPUTERS VAN DE AUTO: Om te kunnen communiceren met de verschillende computers van de auto moet het gereedschap worden aangesloten op een speciale adapter, in aanvulling op de ICC (Citroën communicatie-interface). Deze adapter heeft een tweestandenschakelaar voor de JUMPER 3, de schakelaar moet worden aangebracht in stand "A" (stand B is een voorbereide stand voor uitwendige toepassingen).
Indien nodig wordt op het display van het diagnosegereedschap het aansluitschema van de adapter weergegeven. ADAPTERGEGEVENS: •
Gereedschapnummer: "O.1279"
•
Onderdeelnummer: "9780.X4".
Idnl295
4 / 10
BSI: INLEERPROCEDURE VAN DE SLEUTELS EN DE AFSTANDSBEDIENINGEN: Het menu is toegankelijk na selectie van het menu "Inleren" en vervolgens "Inleren van de sleutels en de afstandsbedieningen". Hierna kan meteen worden begonnen met het inleren van de sleutels en de HF-afstandsbedieningen. Om deze procedure te kunnen uitvoeren, moet u in het bezit zijn van: •
de codekaart van de klant,
•
alle sleutels van de auto.
LET OP: Als de geheime code onjuist wordt ingevoerd, kunnen de sleutels en de afstandsbedieningen niet worden ingeleerd. Vraag de geheime code op volgens de procedure die voor uw land geldt.
AANDACHTSPUNTEN BIJ HET INLEREN VAN DE SLEUTELS: LET OP: De sleutels waarop de inleerprocedure niet wordt toegepast, komen definitief te vervallen (worden onbruikbaar), behalve wanneer de sleutels niet eerder een inleerprocedure hebben ondergaan. Het is niet mogelijk een sleutel die eerder voor de auto is ingeleerd en later bij een inleerprocedure is vergeten, opnieuw in te leren. Als een nieuwe sleutel (die niet op een eerder tijdstip werd geannuleerd ) als vervanging wordt genomen, moeten alle sleutels opnieuw worden ingeleerd. Het afbreken van de inleerprocedure voordat de gegevens definitief in het geheugen worden opgeslagen, heeft tot gevolg dat: •
de tijdens de procedure al ingeleerde sleutels worden geannuleerd,
•
met de sleutels die eerder zijn ingeleerd, voordat met deze procedure werd begonnen, de motor kan worden gestart.. Idnl295
5 / 10
AANDACHTSPUNTEN BIJ HET INLEREN VAN DE HF-AFSTANDSSBEDIENINGEN: Afstandsbedieningen die niet worden ingeleerd met de procedure "Inleren van de sleutels en de afstandsbedieningen" werken niet, maar kunnen later alsnog worden ingeleerd: •
volgens de procedure "Inleren van de sleutels en de afstandsbedieningen",
•
volgens de procedure "Inleren van de afstandsbedieningen", die eveneens toegankelijk is via het menu "Inleren".
LET OP: Voor het inleren van de afstandsbedieningen moet de accuspanning hoger zijn dan 12V. Het inleren is niet toegestaan, wanneer de accuspanning lager is dan 12 V. BIJZONDERE KENMERKEN VAN DE FUNCTIE "STATUS VAN DE COMPUTERS IN HET CAN-NETWERK". Na het op de gebruikelijke manier uitlezen van storingen kan op een aantal schermen een overzicht worden weergegeven van de storingen in de computers waarmee de auto is uitgerust. Aan de hand van deze schermmeldingen kan voor elke computer die is verbonden met een multiplexnetwerk het volgende worden vastgesteld: •
welke permanente of tijdelijke storingen zich hebben voorgedaan,
•
de communicatiestatus van de computer binnen de CAN-netwerken,
•
de aanwezigheid van opgeslagen communicatiestoringen.
N.B.: De schermen worden tijdens de weergave voortdurend geactualiseerd. Deze schermen zijn niet bedoeld als vervanging voor de voor elke computer beschikbare uitleesfuncties. Deze schermen zijn toegankelijk na de globale test en kunnen worden geopend door achtereenvolgens "BSI" > "Storingen" > "Status van de computers in het CAN-netwerk" te selecteren. Idnl295
6 / 10
Het menu "STATUS VAN DE COMPUTERS IN HET CAN-NETWERK" geeft toegang tot 4 submenu' s: •
Het menu "Computers met permanente storingen": Op dit scherm worden alle in de auto aanwezige computers weergegeven. Vóór elke computer waarbij in het geheugen permanente en bevestigde storingen zijn opgeslagen, staat een kruisje .
•
Het menu "Computers met storingen in het geheugen" (permanente en tijdelijke storingen): Op dit scherm worden alle in de auto aanwezige computers weergegeven. Vóór elke computer waarbij in het interne geheugen storingen zijn opgeslagen, staat een kruisje. Dit kunnen zowel permanente (de storing wordt momenteel door de computer gedetecteerd en de juistheid daarvan is bevestigd) als tijdelijke (de storing wordt momenteel niet door de computer gedetecteerd, of wordt door de computer gedetecteerd maar niet zodanig dat deze als permanent kan worden beschouwd) storingen zijn.
Gebruiksdoel van deze schermen: Als tijdens de reparatiewerkzaamheden deze schermen worden geraadpleegd, hoeft niet telkens opnieuw een globale test te worden uitgevoerd (de bevestiging dat een storing is verholpen kan echter alleen worden verkregen door de storingen van de betreffende computer uit te lezen). •
Het menu "Geactiveerde en communicerende computers": Op dit scherm worden alle in de auto aanwezige computers weergegeven. Vóór elke computer die is geactiveerd en communiceert met de andere computers in de multiplexnetwerken, staat een kruisje.
•
Het menu "Computers met communicatiestoringen": Op dit scherm worden alle in de auto aanwezige computers weergegeven. Vóór elke computer waarbij in het interne geheugen communicatiestoringen zijn opgeslagen, staat een kruisje. Idnl295
7 / 10
Gebruiksdoel van deze schermen: In geval van een storing in het multiplexnetwerk kan met behulp van de schermen "Geactiveerde
en
communicerende
computers"
en
"Computers
met
communicatiestoringen" de storing worden opgespoord. HET MENU "ONDERDELEN": Dit nieuwe menu verenigt de toegangsfuncties voor de procedures, zodat de auto snel rijklaar gemaakt kan worden na vervanging of toevoeging van bijvoorbeeld: een HF-afstandsbediening, sleutel, computer. Dankzij dit menu hoeft dan niet door alle menu' s van de computer te worden genavigeerd (inleren, afstemming van de programmering) om de parameters in te stellen. Openen van het menu "Onderdelen": •
Bij PROXIA: het menu kan worden geopend in het diagnoseprogramma van de computer (na de globale test),
•
Bij LEXIA: het menu kan worden geopend vanuit het hoofdmenu van het diagnosegereedschap..
PROGRAMMEERFUNCTIES EN HET "AFSTEMMEN VAN DE PROGRAMMERING VAN DE COMPUTERS MET DE IN DE BSI GEPROGRAMMEERDE CONFIGURATIE": De JUMPER 3 beschikt over een speciale geïntegreerde beheerfunctie voor de programmeergegevens (configuratie van de auto). De BSI slaat de verschillende geprogrammeerde parameters die op de auto betrekking hebben op in het geheugen, deze worden dan (geheel of gedeeltelijk) gekopieerd naar de volgende computers: •
Instrumentenpaneel
•
Airbag
•
Airco
•
Datacommunicatiemodule
Het kopiëren van de programmeerparameters wordt uitgevoerd door de BSI, in opdracht van een diagnosegereedschap. Deze functie heet "afstemmen van de programmeergegevens". Idnl295
8 / 10
Het afstemmen van de programmeergegevens geschiedt in de fabriek, zodra de auto is afgebouwd. Het moet bovendien worden gedaan na elke wijziging van de betreffende computers. OPMERKING: Er is geen beperking aan het aantal keren dat de programmeergegevens kunnen worden afgestemd. Elke keer als het contact wordt ingeschakeld controleert de BSI de status van de programmering van alle computers: een eventuele afwijking in de programmering van een van de computers wordt weergegeven op het instrumentenpaneel door het knipperen van de kilometerstand en de datum. LET OP: Doordat deze programmabeheerfunctie aanwezig is, geeft de diagnoseapparatuur geen toegang tot de verschillende programmeerparameters van de afzonderlijke computers, behalve de BSI (alleen toegang voor uitlezen). Het CBNL levert alleen een geprogrammeerde BSI. PROCEDURE "AFSTEMMEN VAN DE PROGRAMMERING VAN DE COMPUTERS OP DE IN DE BSI GEPROGRAMMEERDE CONFIGURATIE": Met deze procedure kunnen, indien nodig, achtereenvolgens de computers worden afgestemd van het instrumentenpaneel, de airbag, de airco (indien aanwezig) en de datacommunicatiemodule (indien aanwezig) op de in de BSI aanwezige configuratie, met name na vervanging van een van de computers. Op het diagnosegereedschap kan het menu "Afstemmen van de programmering van de computers op de in de BSI geprogrammeerde configuratie" worden geopend: •
in het menu "Programmeren" voor de BSI,
•
in het menu "Onderdelen" voor de andere computers die met deze procedure kunnen worden afgestemd.
Idnl295
9 / 10
Alleen de computers die gebruik maken van de in de BSI geprogrammeerde configuratie en waarvan de programmering kan worden afgestemd op de configuratie van de BSI worden op het beginscherm van dit menu weergegeven. Vóór de computers waarvan de programmering moet worden afgestemd op de in de BSI geprogrammeerde configuratie (verschil in programmering tussen de computer en de BSI) staat een kruisje. De procedure wordt gestart met een druk op de knop "Programmeren". Ga vervolgens te werk aan de hand van de aanwijzingen van het diagnoseapparaat.
Idnl295
10 / 10