INFO’ DIAG CITROËN
DIAGNOSEAPPARATUUR
LEXIA PROXIA CD 29
Citroën Distributeur Nieuwe Auto's AFTER SALES SERVICE
- Afleveringstechnicus - Coördinator terugroepacties
Nr. 155
Citroën Erkend Reparateur - Servicemanager - Technisch Specialist / Onderhoudstechnicus
DATUM: 05/05/2004
DEZE MEDEDELING MOET WORDEN VERSPREID ONDER ALLE MEDEWERKERS DIE RECHTSTREEKS OF INDIRECT MET DE DIAGNOSEAPPARATUUR VAN LEXIA / PROXIATE MAKEN HEBBEN
ONDERWERP: Hulp bij de diagnose van de BSI: buitenverlichting.
BETREFT:
De CITROËN-modellen C2, C3, C3 Pluriel, Xsara 2 (vanaf organisatienummer 9002), Xsara Picasso (vanaf organisatienummer 9492), Berlingo 2, C5, C8.
Idnl155
1 / 16
AC/QCAV/MTD
Hulp bij de diagnose van de BSI (G01) Buitenverlichting
Geldig voor de volgende CITROËN-modellen: C2 C3 C3 Pluriel Xsara II (vanaf organisatienummer 9002) Xsara Picasso (vanaf organisatienummer 9492) C5 C8
Behandelde symptomen die door de klant zijn gemeld: - Verlichting vóór, automatische inschakeling van de verlichting afhankelijk van de lichtsterkte buiten. - Verlichting achter. - Interieurverlichting. - Verlichting bagageruimte.
Idnl155
2 / 16
Inhoudsopgave 1 Benodigd gereedschap
4
2 Garantie
4
3 Contact met de Technische Dienst
4
3.1
INLEIDING
4
3.2
VOORBEELD VAN TE VERSTREKKEN INFORMATIE
4
4 Aanbevolen voorzorgsmaatregelen
4
5 Herinnering aan de werkwijze
5
5.1
ACTIVERING VAN DE AUTOMATISCHE
5
5.2
LICHTSTERKTESENSOR
5
5.3
EFFECT VAN DEZE FUNCTIE IN DE BSI
5
INSCHAKELING VAN DE VERLICHTING
5.3.1
Programmeren
5
5.3.2
Parametermetingen
6
5.4
EFFECT VAN DEZE FUNCTIE OP DE SCHAKELMODULE OP DE STUURKOLOM
6
5.5
HERINNERING AAN DE NOODLOOPFUNCTIES VAN DE AUTOMATISCHE VERLICHTING
6
6 [G01][S00] Voorafgaande controle van de BSI
7
7 [G01][S01] De verlichting vóór of de verlichting achter doet het niet
10
8 [G01][S02] De interieurverlichting werkt niet goed
15
9 [G01][S03] De verlichting van de bagageruimte doet het niet
16
Idnl155
3 / 16
1
Benodigd gereedschap
Een diagnoseapparaat.
2
Garantie
LET OP: voor de aanvaarding van de kosten van het vervangen van een BSI moet eerst toestemming worden gevraagd.
3
Contact met de Technische Dienst
3.1
Inleiding
Wij verzoeken u de volgende gegevens met de fax eraan te sturen aan de Technische Dienst: •
het nummer of de nummers van het (de) uitgevoerde diagnoseschema(‘s) (G01 t/m G13),
•
de gevolgde diagnosesessie (S0x),
•
tot welke teststap u gekomen bent (optioneel, afhankelijk van het toegepaste diagnoseschema).
3.2
Voorbeeld van te verstrekken informatie
U hebt het diagnoseschema G10 (Ruitenwissers) uitgevoerd, de sessie S06 betreffende de "Controle van de werking van de ruitenwissers vóór" en u bent gekomen tot stap 7.2.1 van het overzicht. U dient dan een kopie van het diagnoseschema, met daarop aangegeven tot welke stap u gekomen bent, mee te faxen.
4
Aanbevolen voorzorgsmaatregelen
Vóór iedere andere handeling dient u het volgende te controleren: •
de accuspanning,
•
de zekeringen, Idnl155
4 / 16
•
of de BSI niet in noodloopfunctie werkt (zie onderstaand punt Voorafgaande controle van de BSI).
5
Herinnering aan de werkwijze
5.1
Activering van de automatische inschakeling van de verlichting
Het activeren van de automatische inschakeling van de verlichting afhankelijk van de lichtsterkte, geschiedt door de linker drukknop van de schakelmodule op de stuurkolom gedurende 5 seconden ingedrukt te houden met de contactsleutel in de stand +ACC. Het uitschakelen van deze functie geschiedt op dezelfde wijze. Het in- of uitschakelen van deze functie kan op het diagnoseapparaat gecontroleerd worden via het menu: "BSI", "Parametermetingen", "Verlichting / Signalering" en de parametermeting "Automatische modus". 5.2
Lichtsterktesensor
Er zijn verschillende typen lichtsterktesensoren: -
lichtsterktesensoren met een draadverbinding, die gemonteerd zijn in de Citroën C8 en C5 (tot aan organisatienummer 9617),
-
lichtsterktesensoren met een multiplexverbinding, die gemonteerd zijn in de Citroën C2, C3, C3 Pluriel, Xsara2, Xsara Picasso, C5 (vanaf organisatienummer 9618).
5.3
Effect van deze functie in de BSI
5.3.1 Programmeren Enkele programmeerparameters zijn opgeslagen in het geheugen van de BSI’s: • de parameter "Optie lichtsterktesensor" (ja/nee), •
de parameter "Gevoeligheid van de functie Automatische inschakeling van de verlichting" (instelbaar tussen 0 en 15) (Lichtsterktesensor met multiplexverbinding),
•
de parameter "Aanwezigheid van lichtsterktesensor / regensensor in het VANnetwerk" (ja/nee).
LET OP: van de bovengenoemde parameters laat het diagnoseapparaat alleen die zien, die daadwerkelijk aanwezig zijn in de software van de BSI.
Idnl155
5 / 16
Daarom laat het diagnoseapparaat, afhankelijk van de softwareversie van de BSI, mogelijk slechts een gedeelte van de bovengenoemde parameters zien. Deze parameters zijn toegankelijk vanuit het menu "HANDMATIG PROGRAMMEREN" - "CONFIGURATIE" nadat het diagnoseapparaat is aangesloten op de BSI. 5.3.2 Parametermetingen Enkele parameters in de BSI zijn toegankelijk. Zij zijn toegankelijk vanuit het menu "Parametermetingen", vervolgens via het menu "Verlichting
/
Signalering"
(of
"Vergrendeling"
voor
de
verlichting
van
de
bagageruimte). 5.4
Effect van deze functie op de schakelmodule op de stuurkolom
Kies op het diagnoseapparaat het menu: "Schakelmodule op de stuurkolom", "Parametermetingen", "Bediening verlichting". 5.5
Herinnering aan de noodloopfuncties van de automatische verlichting
Er zijn meerdere mogelijkheden: •
wanneer de communicatie tussen de BSI en de BSM onderbroken is, regelt de BSM het ontsteken van de verlichting,
•
bij een onderbreking van de communicatie tussen de schakelmodule op de stuurkolom en de BSI, gaan de dimlichten branden.
Idnl155
6 / 16
6
[G01][S00] Voorafgaande controle van de BSI
Stap 1
Identificatie van een BSI in noodloopfunctie: - Eerste geval: bij het aanzetten van het contact (+APC) gaan de parkeerlichten van de auto aan, de ruitenwissers vóór werken met intervallen. - Tweede geval: de motor loopt, de dimlichten branden en de ruitenwissers vóór werken met intervallen.
Vertoont de BSI symptomen van bedrijf in noodloopfunctie?
Nee
Einde van het diagnoseschema
Ja Stap 2
Controleer de zekeringen en de voeding van de BSI – voer indien nodig reparaties uit.
Stap 3
Sluit een diagnoseapparaat aan op de BSI, selecteer het menu "IDENTIFICATIE". Kunt u de softwareversie (*) van de BSI lezen? (*)(of software-uitgave)
Ga naar stap 4 Ja
Ga naar stap 10 Nee
Idnl155
7 / 16
Stap 4
Is de BSI nieuw? (afkomstig van de Afdeling Onderdelen).
Ja
Stap 5
Voor einde juni 2004: Vervanging van de BSI is toegestaan. Vanaf begin juli 2004: De BSI updaten volgens de procedure voor het updaten van lege computers. Nee
Stap 6
Is de BSI eerder geüpdatet? Ja
Stap 7 Nee
Herhaal het updaten van de BSI ten minste driemaal.
Stap 8
Bij de derde poging is vervanging van de BSI toegestaan.
Ga naar stap 10
Idnl155
8 / 16
Stap 10
Sluit een diagnoseapparaat aan op de BSI. Selecteer het menu "TESTEN BEDIENINGSORGANEN" en vervolgens "VERLICHTING / SIGNALERING". Test de claxon.
Werkt de claxon? Ja
Stap 11: Nee
Controleer de bedrading en de aansluiting. Vervang de schakelmodule op de stuurkolom. Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan.
Stap 12
Sluit een diagnoseapparaat aan op de BSI. Selecteer het menu "TESTEN BEDIENINGSORGANEN", vervolgens "VERLICHTING / SIGNALERING". Test de dimlichten.
Werken de dimlichten? Ja
Nee
Stap 14: Einde van het
Stap 13: Einde van het Het ligt diagnoseschema aan de BSI, vervanging is toegestaan.
Idnl155
diagnoseschema De BSM is defect. Het ligt niet aan de BSI, vervanging is niet toegestaan.
9 / 16
7
[G01][S01] De verlichting vóór of de verlichting achter doet het niet
Let op, controleer voordat u met dit diagnoseschema begint, of de BSI niet in noodloopfunctie werkt.
Wij herinneren eraan dat het niet is toegestaan de BSI te vervangen om de volgende redenen: -
te laat of te vroeg inschakelen van de verlichting,
-
het niet inschakelen van de verlichting bij mist,
-
automatische modus vastgelopen,
-
knipperen van de koplampen bij de Citroën C5 en Citroën C8.
Idnl155
10 / 16
Stap 1 Algemeen advies o Dit bereik geldt alleen indien de verlichting het enige probleem is dat bij de auto is geconstateerd. o Controleer de staat van de verschillende lampen. o Controleer de zekeringen van de BSM en van de BSI die met de verlichting te maken hebben.
Stap 2 Werkt de handbediening van de verlichting?
Ja
Ga naar stap 7 Nee Stap 3 Schakel de automatische inschakeling van de verlichting van de auto uit.
Stap 4 Schakel de parkeerlichten handmatig in met de desbetreffende schakelaar. Branden alle parkeerlichten?
Nee
Ja
4.1 Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan.
Ga naar stap 5
Idnl155
11 / 16
STAP 5 Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Testen bedieningsorganen", "Verlichting / Signalering". Test het defecte element (of de defecte elementen). Branden alle parkeerlichten ? Ja
5.1 Het ligt niet aan de BSI. Vervanging niet toegestaan.
Nee
Controleer of de schakelmodule op de stuurkolom gebreken vertoont.
STAP 6 • Indien de 4 parkeerlichten niet branden: vervanging van de BSI is toegestaan. • Indien de 2 parkeerlichten aan dezelfde kant niet branden : controleer de isolatie van de bedrading en ga na of de bedrading in goede staat verkeert; vervanging van de BSI is toegestaan. • Indien 1 tot 3 parkeerlichten niet branden: het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan. (Controleer de staat van de stekkers, de doorverbinding en de isolatie van de bedrading). Einde van het diagnoseschema
Idnl155
12 / 16
STAP 7
De handbediening werkt. Het vervolgen van het diagnoseschema maakt het mogelijk de automatische inschakeling van de dimlichten te controleren. Nok Kies op het diagnoseapparaat de menu's Activation "BSI", "Configureren", "Configuratie" om de configuratie van de parameters te controleren (indien aanwezig) : • "Optie: lichtsterktesensor". • "Gevoeligheid van de functie voor automatische inschakeling van de lichten". • "Aanwezigheid van lichtsterkte-/regensensor in het VAN-netwerk".
STAP 8
Activeer de automatische inschakeling van de lichten met de linker drukknop van de schakelmodule op de stuurkolom.
Nee
Kon de automatische inschakeling van de lichten geactiveerd worden?
Ja
Ga naar stap 9 8.2 Einde van het diagnoseschema. Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan.
Nee
Ja
Controleer of de schakelmodule op de stuurkolom gebreken vertoont.
Kies op het diagnoseapparaat de menu's "Schakelmodule op stuurkolom", "Parametermetingen", "Bediening signalering". Wanneer de linker drukknop van de schakelmodule op de stuurkolom ingedrukt wordt, verandert de parameter van de linker bedieningsdrukknop?
8.1 Einde van het diagnoseschema. Neem contact op met de Technische Dienst. Vervanging is niet toegestaan.
Idnl155
13 / 16
De regensensor heeft een multiplexverbinding
STAP 9
Heeft de regensensor een multiplexverbinding of een draadverbinding?
9.1 Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan. Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Programmeren", "Configuratie" en wijzig de parameter "Gevoeligheid van de werking van de automatische inschakeling van de lichten" om te trachten het geconstateerde probleem te verhelpen.
De regensensor heeft een draadverbinding
STAP 10
Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Uitlezen storingscodes" of het menu "BSI", "Uitlezen storingscodes", "Foutaflezing". Worden er storingen gesignaleerd die verband houden met de regensensor ?
Nee
STAP 12 Ja
Controleer de isolatie en de doorverbinding van de bedrading. Verkeert de bedrading in goede staat?
10.1 Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan.
Ja
Controleer de staat van de bedrading en van de sensor.
Nee
12.2 Einde van het diagnoseschema. Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan.
12.1 Einde van het diagnoseschema. 1) Vervang de lichtsterktesensor. 2) Als de storing niet verholpen is na vervanging van de sensor, is vervanging van de BSI toegestaan.
Idnl155
Maak de bedrading in orde.
14 / 16
8
[G01][S02] De interieurverlichting werkt niet goed
Opmerking 1: Er hoeft geen rekening te worden gehouden met storingen in de BSI die betrekking hebben op de interieurverlichting, doordat de detectie niet goed gebeurt. Repareer daarom een fout in de interieurverlichting alleen wanneer de klant daar zelf over klaagt.
Opmerking 2: Als de interieurverlichting van de Citroën C3, C3 Pluriel of C2 knippert, komt dit doordat een portier niet goed is gesloten. Controleer, wanneer de portieren wél goed zijn gesloten, de informatie over open portieren.
Opmerking 3: Als de interieurverlichting van de Citroën C5 in het geheel niet brandt, komt dit wellicht doordat de interieurverlichtingsfunctie is uitgeschakeld. Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer de drukknop op de interieurverlichting wordt ingedrukt terwijl het portier aan de bestuurderszijde geopend is. De verlichtingsfunctie wordt op dezelfde wijze ook weer geactiveerd, namelijk door de knop op de interieurverlichting in te drukken terwijl het portier aan de bestuurderszijde open staat.
Indien geen van de bovengenoemde mogelijkheden van toepassing is op de betreffende auto, controleer dan de staat van de lamp, de bedrading en de van de BSI verkregen gegevens.
Idnl155
15 / 16
9
[G01][S03] De verlichting van de bagageruimte doet het niet
STAP 1 Algemeen advies • Controleer de lampen. • Controleer de zekeringen. • Controleer de schakelaar van de bagageruimte. • Controleer de staat van de bedrading tussen de BSI enerzijds en de schakelaar voor het openen van de bagageruimte en het slot van de bagageruimte anderzijds. Ga door met stap 2 wanneer alle bovengenoemde onderdelen in goede staat verkeren.
STAP 2 Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Parametermetingen", "Vergrendeling"; verandert de parameter voor het openen van de bagageruimte wanneer u de bagageruimte wilt openen?
Nee
Stap 3 Einde van het diagnoseschema. Vervanging van de BSI is toegestaan.
Ja
STAP 4 Kies op het diagnoseapparaat het menu "BSI", "Testen bedieningsorganen", "Verlichting / Signalering" en voer de test "Verlichting bagageruimte" uit. Lukt de test?
Ja 4.1 Einde van het diagnoseschema. Het ligt niet aan de BSI. Vervanging is niet toegestaan.
Idnl155
Nee
Stap 5 Einde van het diagnoseschema. Vervanging van de BSI is toegestaan.
16 / 16