öt^laat^^
iVIPGSD2011112512000478
GSD
25.11.2011
INflt
innovation ftSlièfm)-!
0478
TNO Offerte nummef: 129647
Plan ¥an Aanpak 'Feitenonderzoek Derde Merwedehaven" te Dordrecht
\} ^^
THQ> innovation TNO O f f « t e nummer: 129647
Ran van aanpak Teiter»ndenroek Derde Ma-wedehaven'
2 van 28
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
Inteiding 1.1
Achtergronden
%J1 1.3
Doel van het project Opbouw van het projectvoorstel.....
3 ...3
,.,..,.....
.....3 ,3
Onder2K)ekwragen en gevolgen voor de werkwijze....... 2.1 Inkadering en de centrale onderzoeksvraag........ 2.2 De deelvragen 2.3 Reprodiceerbare feiten versus n^nin^n, vermoedens en interpretaöa.....................
......4 4 4
Uitwerking van de aanpak 3.1 Inleiding 3.2 Deelvraag 1: Regels en voorschriften 3.3 Deelvraag 2: Toezien op naleving 3.4 Deelvraag 3: Overtredingen en (^treden 3.5 Deelvraag 4: Externe onderzoeken en metingen 3.6 Deelvraag 5: Acceptatie, storten en beheren 3.7 Deelvraag 6: Onderzoeken en metingen door de exploitant... 3.8 Overteg 3.9 Rapportage 3.10 Presentatie van het feitenonderzoek
8 ......8 8 10 12 13 14
4.
Projectorganisatie, -team en -planning 4.1 Projectteam en -organisatie 4.2 Projectplanning
5.
Projectvoorwaarden en -kosten 5.1 Projectvoorwaarden 5.2 Projectkosten
Bijlage 1: Curricula Vitae
6
....15 16 17 18 19 19 ........20 22 22 .....23
IMII^MMtÊ
innovation
W^i^^k^M A^vj.' i^,^^.
TOT-M5-trftÜtt-
TNO Offerte nummer: 12964? Plan van aanpak 'Feltewmderzoek Derc^ ^^rwectehaven'
3van2S
1»
inletdlrig
1.1
Achtergronden Op de stortplaats 'Derde Merwedehaven' (DMH) is in het verleden overpakt asbesthoudend afval gestort (zie figuur 1.1 voor de globale ligging). In de achter ons liggende periode is discussie ontstaan over de omstandigheden waaronder het afval is gestort. Figuur 1-1: Globale ligging van de stortplaats 'Derde Merwedehaven'
De provincie Zuid-Holland is bevond gezag voor de stortplaats. De provincie ZuidHolland wil duidelijkheid geven over de nu bekende feiten inzake het storten van onverpakt asbesthouderKl afval De feiten moeten boven tafel komen en geordend worden in een feitenonderzoek. Dit plan van aanpak bevat de te volgen wertwjze voor het feitenonderzoek. 1.2
Dmtl van het project
De dc^lstelling van het onderzc^k Is om de feiten met betrekking tot het storten van onverpakt asbesthoiKlend materiaal duidelijk te krijgen volgens een sluitende aanpak. Het onderzc^k mondt niet uit in conclusies en Inperkt zich tot het verzamelen en ordenen van de feiten. 1.3
Opboyw van het projectvourstei
Het projectvcKïrstel fc^staat uit vijf hrofdstukken en een bijlage. In hoofdstuk 2 worden de achtergronden van de vraag toegelicht en de overwegingen voor de aanpak.Ite aanpak, wat er wordt gedaan, staat in hixifdstuk 3. HTC de organisatie van het project is c^^bouwd is Inschreven in hcKïfdstuk 4. I^randvcK>rwaardenen kosten zijn onderitouwd in hcxjfdstuk 5. De bijlage bevat de curricula vitae van de leden van het projectteam van TNO.
^TPI^, innovation TNO Offerte nummer: 129647
Hm ¥Bn aanpak Teitemmderzoek D^de Mer¥«<^havefi'
4van26
2.
Onderzoeksvragen en involgen viKir de werkwijze
2.1
Inkadeiing en de centrale onderzoeksvraag
Het is voor alle betrokken partijen duidelijk dat de feiten die verzameld en geordend moeten worden betrekking hebben op de periode 2003 tot en met 2010. Vóór deze periode is er geen onverpakt asbesthoudend afval gestort en na deze periode ook niet meer. Verder zal het onderzoek zichrichtenop de feiten en omstandigheden die verband houden met het op de stortplaats Derde Merwedehaven storten van onverpakt asbesthoudend afval. Deze feiten en omstandigheden hebben derhalve Ic^scherwijs betrekking op de vergunningen c a . waaronder de exploitant opereerde, de interne werkwijze en procedures van de exploitant voor het verwerken van het asbesthoudend afval, alsmede het toezicht en de handhaving door de provincie. Rekening hoiKiend rrot bovenstóande invulling van de vraaptelling, is de centrale onderzoeksvraag: Wai zijn de feiten in verhemd met de verg^nmng^erlening, het toezicht en de hemdhoving door de provincie en de processen van acceptatie en het storten van onverpakt asbesthoudend materiaai door de Derde Merwedehaven in de jaren 2003 tot en met 2010? D«e centrale onderzoeksvraag kan in deelvragen worden onderverdeeld. Dit betreft im deelvra^n.
2.2
De deelvragen
De deelvragen en wat daaronder wordt verstaan, zijn hieronder samengevat. De uitwerWng van de werkwijze per deelvraag is in hoofdstuk 3 qpgencMnen.
WK| innovation iKeferentfe:
TNO Offerte nummer: 12%47
fHan van aanpak Teitenonderzoek Dercie Merwedehaven'
5 van 28
Tabel 2-f: Deelwa^i van het feitenmnierzoek
1 J. Well^ regels en voorschriften heeft de provincie gesteld en welke wettelijke kaders, rechterlijke uitspraken en normen zijn gehanteerd bij de vergunningverlening en specifieke besluiten? 2. Op welke wyze en hoejrequent heeft de provincie toegezien op de naleving van de vergunning en wat was de aard (bijv. regulier, thema, diepgaand) van het toezicht?
J. Is overtreding geconstateerd en zo ja, op welke wijze en met welke frequentie heeft de provincie handhavend opgetreden?
4. Welke externe onderzoeken en metingen op het gebied van asbest zijn er verricht en wat waren de uitkomsten van deze onderzoeken?
5. Op welke wijze heeft de Derde Merwedehaven de mceptatie, het storten en het beheren geregeld en zijn deze processen schriftelijk vastgelegd? 6, Welke (verplichte en vrifwillige) onderzoehen en asbestmetingen zijn door de Derde Merwedehaven verricht en wat waren de uitkomsten van deze onderzoeken en metingen?
Hiermee worden de regels en yoorschriften (het j juridisch kader) in kaart gebradit die betrekking hd>ben op het storten door de exploitant van onverpakt asbesthoudemi materiaal. Dit betreft de wet en bijbehorende jurisprudentie en het van toepa<^ng zijnde beleid in deze periode. Hiervoor v«jrden de verslagen van de bezodcen 1 gebruikt als bron van infonnatie. De verstagen worden geplaatst in het licht van het stortproces en derisicofactoren-Dit betreft de bezoeken inzake asb^t én de bezoeken in bredere zin. Het stortproces begint bij acceptatie en eindigt bij de afwerking en het b^eer van de stort. De overtredingen wordat benoemd en gdcoppeld 1 aan het stortproces en de daarmee samenhangenderisicofactoren.Door de becoeken te koppelari aan frequentie a i aanleiding worcten redenen voor handhaving inziditelijk. Met deze deelvmag moet inzichtelijk worden 1 gemaakt welke feiten bekend zijn inzake metin^ n en de situatie in de omgeving. Hiertoe worden de bekende meetresultaten van de stort en de cmigeving georda>d weer^s^en en gekoppeld aan feitelijke zaken zoals momant van meten,risico'sen meetomstandigheden en verhouding tot het referaitieniveau van de omgeving. Dit betreft de interne werlwijze door de exploi- 1 tant van de stortplaats. De beschikbare informatie wordt getoetst op viKjrschriften inzake acceptatie van afval, vrijze van storten ai vrtjze van omgang met risico-omstandigheden. De vergunning bamt voorsdiriften die meetver- 1 plichtingen kunnen inhouden voor de exploitant, zowel vanuit milieuhygiënische hoek als vanuit de arbeidsomstandighedaihoek. Getoetst wordt of deze metingen idjn ui^[evoard, onder welke omstandigheden ze zijn uitgevoerd en wat de resultaten v^ren. Indien metingen cmtbreken, wordt dit aangegeven en worden de ralenai hiervoor 1 geïnventariseerd. i
' "'i^,
innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan vain aanpak Teitenonderzoek Derde MenA^edehaYen'
6 van 28
De bovenstaande deelvragen hebben onderlinge samenhangen. Zo kunnen bijvoorbeeld metingen uit deelvraag 6 gekoppeld worden aan deelvraag 4 en ook aan deelvraag 5. Eventiföle samenhangen zullen in zulke ^vallen worden aani^^ven. interpretaties worden echter niet gedaan aangezien dat niet past in een feitenonderzoek. 2.3
RepriKluceerbare feiten vereus memni^n, vermoedens en Intefpretati^
Reproduceerbaar De onderzMksvraag betreft het op papier zetten van de relevante feiten. Interpretaties, meningen of vermoedens dienen in dit project duidelijk gescheiden te worden van deze feiten. De feiten worden weerg^even met daarbij de bron van informatie. Indien informatie ontbreekt of het vermoeden bestaat dat informatie ontbreekt, onvolledig of cmjuist is, dan wordt dat gemotiveerd in de rapportage. Het is mqgelijk dat er steekproeven genomen worden uit de beschikbare brcmnen. In dat i ^ a l wordt aangegeven waarom de steekproef is uitgevoerd en hoe de steeiq)roef is uitgevoerd zodat ook dit voor derden reproduceerbaar Is. Menin^n en vermoedens Het (onbewiföt) opdrijven van meningen en vermoedens is een valkuil. De rap]x>rtB|^ zal feiten zo nauwkeurig medelijk arbeiden van meningen en vermoedens. Meningen en vermc^ens behoren niet In de rapporta^ te staan. Interpretad», Het is zeer wel denkbaar dat voor het begrip, het overzicht en de leesbaarheid informatie uit bijvoorbeeld metingen of bezoekrapporten wordt toegedeeld aan een onderdeel van het stortproces. Dan is deze toedeling een interpretatie van de onderzoeker. Indien dit noodzakelijk is, dan wordt dit toegelicht. In deze zin zijn interpretaties onontkoombaar. Anders wordt het feitenonderzoek onleesbaar. Co*lezen op eenduidigheid^ voll^gheld en structuur Het analyseren van de informatie,inhoudelijke kennis hebben van zowel asbest als het stortproces, ^nduidig rapporteren en de §oede vra^n stellen om alle informatie te verkrijgen, Is niet verenigd in één persoon.
THCI
innovation to/1 ifmr
I
TNO Offerte nummer: 129647
fnan van aanpak Teitenondenoek Derite Merwedehaven'
7 van 2S
TNO heeft daarcHT» voor dit project een projectteam samengesteld. Het projectteam bestaat uft de onderzoeker/auteur. De onderzoeker wordt ondersteund door een deskundige inzake asbest. Om de systematiek van onderzoek te bewaken, de transparantie te garanderen en zorgvuldig toe te zien op het scheiden van feiten van meningen en vermoedens, wordt het team gecompleteerd met een deskundige inzake onderzoekssystematieken en analyse van complexe onderwerpen. Deze deskundige heeft, bewust, geen inhoudelijke kennis van het onderwerp. -3
De curricula vitae van de onderzoekers zijn opgenomen in bijlage 1 van deze offerte. Interview Er worden g^n interviews gehouden om aanvullende informatie te verkrijgen. De betrouwbaarheid van informatie uit interviews is moeilijk vast te stellen. Wel wordt rekening geholpen met het houden van interviews voor verduidelijkingen op het gevonden feitenmateriaal. Indien informatie uit interview afkomstig is, dan wordt dit als zodanig vernield in het rapport en in het chronolcMpsch overzicht.
THCIinnovation TNO Offerte mmtmn 1^647 Ran van aanpak Teitemmderzoek Derde Mef¥vedehaven'
8 van 28
3*
Uitwerking van de aanpak
3.1
Inleiding
Ite aanpak van het project door het projectteam volgt in hoofdlijnen de zes deelvra^n. De aanpak per deelvraag is hiercMider uitgewerict. Vervolgens is nog een aantal algemene werkzaamheden to^elicht. De deelvragen worden q) twee manieren gerapporteerd. Ten eerste in een chronologisch overzicht. Daarmee is het menlijk om per tijdsperiode inzicht te hebben over wat er toen speelde. Ten tweede in een reguliere rapportage. Daarin zijn toelichtingen, overwegingen en verbanden tussen informatie weergegeven. De rapportage bevat het overzicht van alle gebruikte bronnen van informatie. I ^ rapportage en het chronolc^'sch overzicht vormen één samenhangend geheel.
3.2
Deelvraag 1 : Regels en vooi^:hrlften
Doel Alle relevante r^els en voorschriften geordend in kaart brengen Aanpak Cte deelvraag betr^t meerdere asj^cten: 1. welke r^ek en vcxjrschriften golden er in de relevante periode voor de exploitant? 2. met welke achtergronden zijn deze relevante vergunningsvoor^hriften tot stand gekomen? Daartïij dient men zich te reali^ren dat de regels en voorschriften in de lo(^ van de tijd g^/ijzi^ kunr^n zijn. Als dat zo is, dan wordt dit i^rapporteerd. Zo zijn wijzin^pi in de tijd, inzichtelijk.
innovation NotorÜfei TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aan|»k Teltenondefzoek Derde Merweddiaven'
9 van 28
Ad 1:ftegelsen voorschriftm^ De voorschriften in de vergunning(en) van de exploitant worden geïnventariseerd. Hierbij richt de aandacht zich op: acceptatie van afval, ontvangst en afhandeling van het afval naar het stortfront, het feitelijke storten, afdekking van het gestorte afval, afwerking van het stortvak, metingen en registraties op en om de stortplaats, opleiding en kennis van de medewerkers, veiligheid op de stortplaats en het stortfmnt, omgang met calamiteiten en onverwachte situaties. Dit zijn allemaalrisicofactorendie van i n v i e l kunnen zijn op het verspreiden van asbestvezels. Indien er meerrisicofactorennaar voren komen, dan worden ze me^enomen in het feitenonderzoek. De voorschriften die er zijn, worden perrisicofactorbenoemd. Indien ze zijn gewijzigd in de loop van de tijd, dan wordt dit vermeld. Er wordt een chronolc^sch overzicht van de voorschriften opgesteld. Daarmee is altijd inzichtelijk welk voorschrift wanneer van toepassing was. Itocumenten die hiervTOr worden gebruikt zijn: • De van toepassing zijnde voorKihriften in de Wm-vergunning, • Arbo-vcxjrschriften in de re^lgeving, • Beleidsregels van de provfincie Zuid-Holland. De documenten inzake de Wm van DMH en de beleidsregels worden o^^evraagd bij de provincie Zuid-Holland. De Arbo-regels worden nagezocht via de reguliere kanalen. Dat geldt ook voor de jurisprudentie. Kennis inzake asb^t, asbesthoudende materialen en de daarvoor geldende regels zijn bij TNO direct voorhandenAd 2: Achtersrtmden De achtergronden en overwegingen die hebben gespeeld bij het tot stand komen van de Wm-vergunning, worden gebaseerd op de considerans van de vergunning. Indien er redenen zijn om aan te nemen dat de considerans onvoldoende diepgang biedt, zal er aanvullend onderzoek worden gedaan. Onder de achtergronden wordt ook verstaan: handhavingsbeleid op grond waarvan het storten van onverpakt asbesthoiKlend afval kon worden toegestaan. De overwegingen hiervoor worden ^toetst aan de beschikbare kennis over asbest en asbesthoudend materiaal in die periode.
WKI innovation TNO Offate nummer: 129647
Ran van aanpak Te! t^tonderatJët Derde Merwedehaven'
10 van 28
Resultaat Chronolc^sch overzicht van de van toepassing zijnde voorschriften, wettelijke en beleidsmatige ieders, en de achterlig^nde overw^ngen* 3.3
Deelvraag 2: Toezien op naleving
Doel Overzicht maken van de uitgevoerde toezichtacties, aangeven van de aanleiding en bewe^redewn van to^chtacties, inzicht g ^ v e n in de intensiteit en volledigheid van het toezicht Aanpak De basis voor het beantwoorden van de deelvraag wordt gevormd door de bezoekrapporten van de toezichthoLKlers aan de DMH. Deze rapporten bevatten informatie wer de aanleiding van tet bezoek en de constateringen. In deelvraag 1 zijn de wettelijke kaders chrorKilc»{isch aangegeven. In deelvraag 2 worden de constateringen van de toezichtbezoeken eveneens chronolc^sch weergegeven. Zo i^n een koppeling worden gel^d tifêsen de resultaten van het to^chtbezoek en het (de)voorschrift{en) waarop de constatering(en) betreWdng hebben. Per bezoek wordt aangegeven: • Type bezoek: regulier, thematisch of diepgaand, • Welkerisicofactorenzijn geconstateerd. Het handhavingsbeleid van de bevo^de ^zagen wordt geanalyseerd in deelvraag 3. Expliciet wordt hierbij aandacht b^teed aan het teleid met Intrekking tot aani^tondigde en onaangekondigde bezoeken. Daarmee ontstaat er een feitelijk overzicht van de waarnemingen. Het is zo echter nog niet duidelijk of dit overzicht compleet is en een logisch beeld geeft van de situatie. Hiertoe zal/zullen:
Il
WKI
innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak Teftenonderzoek Derde Merwedehaven'
11 van 28
1. een steekproef worden gedaan van alle beschikbare rap|X)rtages van toezichtbezoeken. De steekproef heeft twee doelen: • toeteen of er bezoeloapporten die meer inzicht geven in het de uitvoering van het stortproces, • cx>k is dit een steekproef om te bepalen of er meer bezoekrapporten zijn met informatie over asb«thoiidend afval. Kortom, is alle informatie over asbest in teeld? Zo wordt er een beeld gekregen van de betrouwbaartteid van de infonnriatie over asbesthoiKlend afval. 2. de bezoekrapporten worden getoetst op het benoemen van risicofactoren die van invloed zijn op het verspreiden van asbestvezels, 3. de relevante bezoekra{^x>rten in de tijd worden geplaatet om inzicht te krijgen of er sprake is van regulier, intensief of juist extensief toezicht. ï>e norm daarvoor wordt afgeleid van het toezichtbeleid dat van toepassing was in de betreffemle periode, 4. Getoetst wordt of de bovengenoemde informatie alle informatie is die t^schiM>aar is binnen het archief. Er zal een toetsing gedaan worden of er meer documenten beschikbaar zijn binnen het archief. Zo kan iraicht worden verkr^en of de nu bekende rapporten van tc^zichtbezoeken daadwerkelijk alle rapporten zijn. R^ultaat Chronologisch overzicht van de uitgevoerde toezichtbezoeken. /^alyse van de volledigheid en repre^ntativiteit van de informatie. Analyse van de intensiteit van het toezicht.
^NQ,
innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak Tettênonderzoek Derde Merwedehaven'
12 van 28
3.4
Deelvraag 3: Overtredini^ri en optreden
Doel De geconstateerde overtr^ingen met betreMcing tot asbestNuxiend afval geordend in beeld bren^n, evenals het bijbehorende optreden van de provincie. Aanpak Op basis van de informatie irit deelvraag 2, wordt een overzicht gemaakt van de geconstateerde overtredingen met betrekking tot asbesthoudend afvaL De door de provincie genomen maatregelen worden benoemd c.q. kort samengevat. Of de maatregel conform het door de provinde gehanteerde handhavingsbeleid is, wordt aangegeven. Ode worden afwijkingen hiervan aangegeven. Hiervoor wordt het harKlhavin^beleid in de periode 2003 tot en met 2010 bestiKleerd en als referentiekader genomen. Als er redenen bekend zijn waarom er is afgeweken van het handhavingsbeleid, dan worden de redenen weergegeven. Indien dat niet bekend is, dan wordt dat ook weergegeven. De overtredingen die zijn geconstateerd worden gekc^peld aan de risicofactoren die in deelvraag 1 aan de orde zijn gekomen. Uitgangspunt voor dit onderzoek zijn de 42 bezoekrapportages waarin sprake is van asb^t en de drca 6(X) b^oekraf^rtages over D ^ in algemene zin.
Nb.: In deelvraag 2 vindt een toetsing plaats op deze rapfmrten en of er nog meer rapporten zijn. Indien dat zo is, dan worden dem aarmjiltende rapporten waarin ^rake is van ast>estseretateerde controles, uiteraard meegenmnen in deelvraag 3. R^ultaat De geconstateerde maatregelen, conformiteit met het handhavingsbeleid en redenen voor afv/ijkingen, worden in een chronologisch overzicht weergegeven.
1HC|,MMê-
innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak Teftenonderzoek O&rée Atefwedehaven'
13 van 28
3.5
I^elvraig 4: Externe onderzoeken en metini^n
Doel Inzicht geven in de uitgevoerde externe onderzoeken en metingen en weergeven van de resultaten daarvan. Aanpak
In de periode van 2{K)3 - 2010 kunnen er ook door externe partijen, niet zijfKle de provincie of de exploitant, metin^n en onderzoeken zijn uit^voerd froake het stortan van onverpakt asbesthoixlend afval op de stortplaats. Dit kan informatie i ^ e n overrisico'sof cmistandigheden die de eventuelerisico'sbeïnvloeden* Om te inventariseren of er door derden onderzoeken zijn gedaan worden: •
•
•
Ite m ^ t voor de hand ligi^nde onderzoeksbureaus zoab TNO, RIVM, TAUW e.d. benaderd met de vraag of men in de betreffende periode onderzoeken heeft verricht rond DW^. Indien dat zo is, wordt gevraagd of de rapportage ter hand ^steld kan worden, De gemeenten Dordr^ht en Sliedrecht worden benaderd, evenals de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, de Ari>eidsinspectie en de WOMInspectie met de vraag of men cmderzoeken heeft doen uitvoeren. Indien dat het geval is dan worden de rapporten hiervan of^^raagd en bestudeerd, Mn belan^ngroep(en) wordt ^vraagd om eventuele onderzoeken ter beschiWdng te rtellen.
Indien er onderzoeken beschikbaar zijn, worden de onderzoeksrwultaten en -omstandigheden of^enomen in het chronologisch werzicht. De onderzoeksr^ultaten worden ptoetst aan derisicofactorenzoab benoemd in deelvraag 1. Per rapportage wordt aang^even of de onderzoeksmethode conform de destijds gebruikelijke standaard was. Als we spreken over onderzoek, dan heeft dit alleen tetrekking op asbest. Resultitat Analyse van de externe metingen en toetsing aanrisicofactoren.Plaatsing van de resultaten in het chronologisch overzicht.
TMQ innovation TNO Offerte nummer: 129647
Wan van aanpak Teitjemnóemmk Derde Merwedehaven'
14 van 28
3.6
I^^elvraag 5: Acceptatie, f o r t e n en behereri
Doel De procedure inventari^ren die de exploitant in de relevante periode hanteerde voor het accepteren en storten van afval en het beheren van de stortplaats. Aanpak
De procedures, interne instructies en maatregelen uit het zorp^eem, die door de exploitant werden gehanteerd in de betreffende periode worden c^^vraapi bij de exploitant. Er wordt van uitgegaan dat cteze informatie ter hand wordt gesteld, indien de informatie niet wordt verkregen, wordt hiervan melding gemaakt in het rapport. Tegelijkertijd zal in het archief van de provincie^ worden nag€iaan of er documenten van de exploitant zijn ontvangen waarin deze procedures en bijbehorende andere zaken zijn opgenc«men. Als het goed is, klopt deze informatie met elkaar. De b^chikbare procedures worden gelegd nai^t de vergunningvoorschriften. 1^ vergunningvoorschriften dienen volledig in ^^nduidige procedures uit^werkt zijn. Of d«e voorschriften er zijn, wordt ^toetst. Ctok vindt een toetsing plaats of allerisicofactorenzijn verwerkt in voorschriften c.q. instnxrtia. Resultaat Verwerking in het chronolc^sch overzicht van de procedures e.d. Benoemen van onvolledigheden of onduidelijkheden in de rapiKirtage.
I^ uitvoerraide milieutakoi ^jn door de provincie Zuid/Holland por 1 januari 2011 ovei^edragai aan de On^evinpdienst Zuid/Holland Zuid. In dat kstder is ook het ardiief van de provincie overg^kagoi aan deze Omgevingsdienst
TNCI
Innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak Teft^Kimierzoek Derde Mervweddwven'
15van2B
3.7
Iteelvraag 6: Onderzc^keri en metin^n diKir de exploitant
Doel Overzicht qpistellen van de onderzoeken en metingen die door de exploitant zijn uit^voerdl. Aanpak In het archief van de provincie en van de Omgevingsdienst wordt ^ïnventariseerd welke onderzoeken en metingen van de exploitant zijn ontvangen. Cteze documenten worden getoetst op: • conformiteit met de eisen in de van toepassing zijnde vergunning, • risicofactoren voor de verspreiding van asb«tvezels. Tegelijkertijd wordt aan de exploitant gevraagd om de onderzoeken en metin^n ter hand te stellen die men heeft verricht in verband met het storten van onverpakt asbesthoiKiend a ^ l . Dit betreft de wderzoeken uit de relevante periode. Dit dient, als het goed is, in ^sentie overeen te komen met de informatie die in het archief van de provincie te vinden is. Verschillen hiertimen worden in de rapportage benoemd, indien er verschillen zijn, wordt dit i^rapporteerd. Indien onderzoeken en metingen ontbreken, dan wordt nag^aan wat daarvoor de redenen zijn. Dit wordt Of^enomen in het chronoli^sch overzicht. Verschillen tussen het archief van de provinde en de exploitant worden benoemd in het chronolc^sch overzicht. R^ultaat Chronologiich overzicht van de door de exploitant uit^voerde metingen en onderzoeken. Irracht in ontbrekende rapporten en zo mogelijk de redenen hiervoor.
^TPm^innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak Teftenond^rzoek Derde MenMedehaven'
16 van 28
3.8
Overig
Doel Afstemming inzake de rapportage en de voortgang Aanpak Er vindt zes maal overig plaats met de opdrachtgever. I ^ overlegmomenten zullen ^zamenlijk worden bepaald. Lc^psche overlegmOTfienten lijken te zijn: 1. startoverl«[: bij de aanvang van het project worden de rapporten ter beschikking gesteld en wordt toegang tot het archiefsysteem geregeld. Ook andere praktische zaken worden dan geregeld. 2. 1 maand na aanvang van de werkzaamheden: de voortgang wordt besproken. Ook kunnen praktische problemen zoals het verkrijgen van informatie worden besproken. De structuur van de rapportage wordt besproken zodat hier overeenstemming over is, 3. eerste concept-rapporta^: dit is de rapportage die voor circa 50% gereed is. De structuur van het rapport en het chronologisch overzicht zijn dan gereed. Ook is dan duidelijk welke informatie beschikbaar is, welke informatie ontbreekt en wat de kwaliteit van de informatie in de rapporten is. De rapportage wordt door de opdrachtnemer in detail doorgenomen gedurende de leespauze, 4. bespreken eerste concept-rapporti^: de bevindingen uit de leesperiode ten aanzien van de concept-rapportage worden besproken. Hiervoor wordt diK geen nieuwe versie van het rapport gemaakt, 5. concept-rapportai^: dit is de rapportage die voor 80% gereed is. Dan is er een goed beeld waar het onderzoek naar toe gaat en wat de rapportage zal inhcHxien. Onduidelijkheden, structuurvragen en andere zaken worden besproken, 6. eind-concept: het rapport is wat TNO betreft gereed. Het bespreken van het eind-concept heeft tot doel om te toetsen of de rapportage voor de opdrachtgever duidelijk is en voldoet aan de doelstelling. Ook kunnen resterende inhoudelijke punten worden besproken. Het commentaar op het eind-concept wordt verwerkt tot het definitieve rapport.
^•Kl
innovation TNO Offerte numma^ 12%47
Plan van aanpak Têitenonderzoek Derde Merwe<^haven'
17 van 28
Het rapport bestaat uit een regulier rapport én een bijbehorend chronologisch overzicht. R^ultaat Overeenstemming over de opzet en inhoud van het rapport en het chronologisch overzicht. 3.9
Rapportage
Doel Rapporteren van de bindingen Aanpak De bevindingen voorden verwerict in zowel een rapport als in een chronoIc^sch overzicht. Het rapport bevat de achtergrcwiden, toelichtingen op keuzes, e.d. Het rapport beschrijft ook welke samenhangen er zijn tiBsen de deelvragen en de bevindingen die per deelvraag ]djn gedaan. Het chronologisch overzicht zal zich waarschijnlijk niet g o ^ laten lezen zonder kennis te hebben van het rapport. Ook het omgekeerde zal hoc^stwaarschijnlijk het geval zijn. Ze vormen een cmlosmakelijk geheel. Door het chrcmologisch overzicht feitelijk te houden^ wordt discussie over het overzicht geminimaliseerd. Zo wordt er een \^st punt in de discussie gecreëerd. Naar verwachting wordt het chronolc^sch overzicht een tabel van aanzienlijke omvang. De leesbaarheid en overzichtelijkheid kan daardoor lastig worden. De compleetheid van de feiten maakt dit echter noodzakelijk. In de rapportage wordt informatie die ontbreekt als zodanig aang^even. Dat geldt ook voor tegenspraken in bestiKleerde rapportages. Er worden g^n oordelen ge^vai en odk ^geen conclusie ^troldcen. De faten staan voon^ en daar blijft het bij. RMultaat Definitieve rap|x>rtage
innovation TNO Offerte numma*: 129647
nan van aanpak TeftenmKlerzoek Derde Merwedehaven*
18 van 28
3.10
Pr^entatie van het feiténoncferzoek
Doel Presenteren van de resultaten van het feiteronderzoek aan betrdckenen en derden Aanpak
Er wordt van uitgegaan dat het feltenonderzc^k twee maal wordt gepresenteerd aan betrdckenen c.q. derden. Voor deze pre^ntatie wordt: • een korte PowerïK)int-pr«entatie gemaakt, • de presentatie wordt afgestemd met de opdrachtgever, • TNO is met twee persenen aanwezig in Den Haag, Sliedr^ht of Dordrecht of In de omgeving hiervan. Voor aanvullende presentaties of toelichtin^n is een stelpost opgenomen in de kostenraming. Resultaat T w ^ maal houden van een presentatie.
TNO innovation TNO Offerte nummer: 12%47
Ran ^ n aanpak TeitenoraJer«ek Üeróe Merwed^iaven'
19 van 28
4.
Projectorganisatie^ -team en -planning
4.1
Projectteam en -organisatie
TNO heeft een projectteam samengeteld bestaande uit drie perronen: •
•
•
Drs. Lex Stax: deskundige inzake ontwerp, aanleg en beheer van stortplaatsen. Auteur van diverse rapporten hiervoor voor onder andere het Ministerie van VROM. Co-auteur van het TNO-rapport 'Risicc^richte classificatie van werkzaamheden met asb«f. De heer Stax is auteur van de rapportage van het feitenonderzoek ing. Jan Tempelman: cteskundige iraiake asbet. Al gedurende lange tijd betrcidcen bij uiteenlopende cmden^^eken naar de risico's van asbest. Hoofd-auteur van het TNO-rapport 'Risicogerichte classificatie van werkzaamheden n^t asbest' Drs. Ing. Peter Tromp: deskundige inake asbwt en penvoerder diverse iKxlemnormen asbet (o.a. NEN5897, NEN5897). Co-auteur van het TNO-rapport 'Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest'.
De curricula vitae zijn of^enomen in bijlage 1. Het projectteam zorgt voor de uitvoering van de opdracht. De heer Stax bewaakt, tijd, kwaliteit en kosten en is het eerste aanspreekpunt voor de qxiracht^ver. Ite opdrachtgever wijst ook ^ n contactpersoon aan. Overleggen met derden, zoals de omliggende gemeenten, worden door de opdrachtgever georganiseerd. Indien er vanuit de opdrachtgever de wens is om met de opdrachtnemer te praten over het functior^ren van het projectteam, is het aanspreekpunt bij m o de heer ing. Rob Arzoni. Hij is coördinator van het asbetlatx)ratorium van TNO.
' -^ '/ .i , " 4V
■''KI,
Innovation TNO Offerte nummer: 129647
Plan van aanpak TeltemMKlszi^ Der
20 van 28
4.2
Proj e ctplinning
De projectplaofiing gaat uit van het volgende schema: Fffiiyr 4f: Planning van het feitemmdetzmk
Uit de planning blijkt dat er rond de jaarwisseling een periode is waarin niet inhoudelijk aan de deelvragen wordt gewerkt. Deze |:^riode is be doeld als leesperiode van het conceptrapport. Dat houdt daarmee cK)k in dat het conceptrapport tijdig gereed moet zijn voor de deelvragen die op dat moment beantwoord kunnen worden. Na de leespericxie vindt een overleg plaats tussen opdrachtgever en op drachtnemer. Het conceptrapport wordt dan bespraken. Dit zal naar verwachting leiden tot verdiepende werkzaamheden vwr de deelvragen. Met deze verdiepende informatie wordt het eindconcept opgesteld. He t eindconcept wordt besproken met de ojxlrachtgever. Met het verkregen commentaar wordt het definitieve rapport opgesteld. Uit de planning blijkt verder dat de werkzaamheden voor de diverse deel vragen tegelijkertijd plaatsvinde n. Gelet op de samenhang van de mate rie, lijkt dat CK)k het n^eest Ic^sch en praktisch.