juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs
In opdracht van de raad van de gemeente Dordrecht
Feitenonderzoek vaststellingsovereenkomst Derde Merwedehaven
Groningen, 29 oktober 2013 prof. dr. H.B. Winter mr. drs. F.W. Visser
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
AANLEIDING UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN BETROKKEN PARTIJEN VERLOOP VAN HET ONDERZOEK OPBOUW VAN DE RAPPORTAGE
2 BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN 2.1 INLEIDING 2.2 VERLOOP VAN DE TOTSTANDKOMING VAN DE OVEREENKOMST 2.2.1. Kaderstelling door de raad en informatievoorziening aan de raad 2.2.2. Advisering van het college 2.2.3. De rol van Delta 2.3 ONTSTAAN VAN INTERPRETATIEVERSCHILLEN 2.4 BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 3 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 3.1 3.2
CONCLUSIE AANBEVELINGEN
1 1 1 2 3 4 5 5 5 5 6 8 8 13 15 15 17
BIJLAGE 1 CHRONOLOGISCH OVERZICHT
19
BIJLAGE 2 DOCUMENTENLIJST
31
BIJLAGE 3 VASTSTELLINGSOVEREENKOMST (EXCLUSIEF ARTIKEL H EN BIJLAGEN)
34
BIJLAGE 4 BRIEF DERDE MERWEDEHAVEN B.V. EN PROAV
36
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeenteraad in Dordrecht besloot op 12 maart 2013 tot het uitvoeren van een feitenonderzoek naar de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst van 18 januari 2011 “betreffende het afbouwen van de stortplaats Derde Merwedehaven te Dordrecht”. De daartoe ingestelde begeleidingscommissie heeft Pro Facto eind maart 2013 met die opdracht belast. Hoofdvraag van het onderzoek is: Hoe verliep de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst, hoe zijn interpretatieverschillen over de overeenkomst ontstaan, wie draagt daarbij welke verantwoordelijkheid en hoe kan voorkomen worden dat de gemeente Dordrecht in de toekomst in vergelijkbare gevallen in dezelfde situatie terecht komt? Voor de beantwoording van deze vraag heeft Pro Facto een uitgebreid dossieronderzoek uitgevoerd over de periode vanaf 1 januari 2008 en zijn gesprekken gevoerd met een groot aantal betrokkenen.
1.2
Uitgevoerde werkzaamheden Na verlening van de opdracht is gestart met bestudering van de raadsstukken die beschikbaar waren via het raadsinformatiesysteem van de gemeente Dordrecht en overige stukken die via internet beschikbaar zijn. Het (digitale) dossier van de betrokken beleidsmedewerker milieu ten aanzien van de Derde Merwedehaven is volledig bestudeerd en relevante stukken zijn aan het onderzoeksdossier toegevoegd. Daarnaast is de berichtgeving op de site www.opgecomenlanden.nl bekeken en zijn persberichten van partijen bestudeerd. De onderzoekers hebben in het kader van het onderzoek met de volgende personen gesproken (in alfabetische volgorde):
Eline van den Boogaard, lid Provinciale Staten PvdA
1
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Robert Brandt, projectleider afbouw DMH, PROAV N.V. Peter Driessen, business unit manager Delta Milieu, thans sales manager Indaver IWS Nederland Remco Flikweert, destijds adviseur planning & control, Stadsontwikkeling, gemeente Dordrecht Suzanne Geerts, senior juridisch adviseur/advocaat, Juridisch Kenniscentrum, Servicecentrum Drechtsteden Erik van Heijningen, oud-gedeputeerde Provincie Zuid-Holland Eelco Hoff, senior beleidsmedewerker milieu, gemeente Dordrecht Arjan Lindhout, senior adviseur/plv. directeur Bijzondere projecten, Provincie ZuidHolland Peter Louwman, directeur Indaver Nederland N.V., voorheen directeur Delta Milieu Dirk Pols, raadslid VVD, gemeenteraad Dordrecht David van Rijn, projectleider afbouw DMH, Indaver Mary Ruisch, fractievoorzitter GroenLinks, gemeenteraad Dordrecht David Schalken-den Hartog, fractievoorzitter Beter voor Dordt, gemeenteraad Dordrecht Piet Sleeking, wethouder gemeente Dordrecht Nelleke de Smoker-van Andel, fractievoorzitter D66, gemeenteraad Dordrecht Annelies Soons, senior juridisch adviseur, Juridisch Kenniscentrum, Servicecentrum Drechtsteden Dion van Steensel, oud-wethouder gemeente Dordrecht Willem Wijntjes, Procuratiehouder Provinciaal Afvalverwerkingsbedrijf Zuid-Holland NV en directeur Bijzondere Projecten Provincie Zuid-Holland
Van alle gevoerde gesprekken is een verslag gemaakt dat door de geïnterviewden is geaccordeerd. Met de heren Brandt, Driessen, Lindhout, Louwman, Van Rijn en Wijntjes is een gezamenlijk gesprek gevoerd.
1.3
Betrokken partijen Bij de vaststellingsovereenkomst zijn, naast de gemeente Dordrecht, de volgende partijen contractant: de provincie Zuid-Holland PROAV N.V. Derde Merwedehaven B.V. Tussen de gemeente Dordrecht, de provincie Zuid-Holland, PROAV en Derde Merwedehaven B.V. zijn diverse overeenkomsten gesloten vanaf het moment dat in 1989 een convenant was gesloten tussen de gemeente en de provincie. Hieronder volgt een kort overzicht. JAAR
OMSCHRIJVING
PARTIJEN
1989 1992 1993 1997
Convenant realiseren stortplaats DMH Verkoop perceel DMH Eigendomsoverdracht perceel DMH Aanvullende overeenkomst o.a. verlenging exploitatietermijn tot 1 januari 2017 Verhuur perceel aan IGAT B.V.
gemeente en provincie gemeente aan PROAV gemeente aan PROAV gemeente en PROAV
2000
2
PROAV en IGAT B.V.
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Over de bij de vaststellingsovereenkomst betrokken partijen ter toelichting nog het volgende. PROAV N.V. is het provinciale afvalbedrijf, waarvan de provincie Zuid-Holland enig aandeelhouder is. IGAT B.V. heeft thans de naam Derde Merwedehaven B.V. Dit is de exploitant van de afvalberging. Delta N.V. bezit een meerderheidsbelang in Derde Merwedehaven B.V. Derde Merwedehaven is contractant bij de vaststellingsovereenkomst.
1.4
Verloop van het onderzoek Bij brief van 28 maart jl. zijn Derde Merwedehaven B.V., PROAV en de provincie ZuidHolland door de voorzitter van de begeleidingscommissie geïnformeerd over de start van het onderzoek en is aan deze drie partijen verzocht hun medewerking te verlenen aan de onderzoekers. Nadat op 3 april jl. door de griffie was aangeven welke ambtenaar de onderzoekers konden benaderen, is met deze persoon, de senior beleidsmedewerker milieu, contact opgenomen en is op 8 april jl. het digitale en het papieren dossier vanaf 1 januari 2008 bestudeerd. Op basis van de bestudeerde en ontvangen stukken is een uitgebreid chronologisch overzicht opgesteld dat in de bijlage bij deze rapportage is opgenomen. Tevens heeft een gesprek plaatsgevonden met de heer senior beleidsmedewerker milieu. Na veelvuldig contact tussen de onderzoekers, de betrokken partijen en de griffie en een tussentijdse bijeenkomst van de begeleidingscommissie op 22 april 2013, ontving de begeleidingscommissie op 10 mei 2013 een brief van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, in reactie op het schriftelijke verzoek om medewerking van 28 maart jl. Hierin stelden GS dat zij ervan uitgaan dat het verzoek van het college om opnieuw inzage te krijgen in de businesscase1 voldoende informatie zal opleveren voor het feitenonderzoek. Tevens bevat de brief de volgende passage: “Mocht u, ondanks de resultaten het onderzoek rond de businesscase, het toch nodig achten om hier een additioneel interview over te houden, dan zien wij dat verzoek tegemoet en staan hier welwillend tegenover.” Op 23 mei 2013 heeft de begeleidingscommissie een brief met een gelijkluidende tekst van Derde Merwedehaven B.V. ontvangen. De begeleidingscommissie en de onderzoekers achtten een dergelijk gesprek wel nodig en daartoe heeft de begeleidingscommissie dan ook een verzoek gedaan. Tussentijds hebben de onderzoekers gesprekken gevoerd met raadsleden, statenleden, de betrokken (oud) wethouders, medewerkers van het Juridisch Kennis Centrum van de Drechtsteden en met de oud gedeputeerde. Daarnaast is een tweede gesprek gevoerd met de betrokken beleidsmedewerker milieu. Vervolgens heeft op 24 juni 2013 de herinzage van de afbouwscenario’s plaatsgevonden. Daarover is door de partijen (gemeente, PROAV en Derde Merwedehaven B.V.) gezamenlijk gerapporteerd op 2 september 2013. Overeenstemming over die rapportage was een voorwaarde voor Derde Merwedehaven B.V. en PROAV om een gesprek met de onderzoekers te voeren. Dat gesprek heeft plaatsgevonden op 4 september 2013. Door de afdeling vergunningverlening is op 13 september 2013 schriftelijk gereageerd op vragen van de onderzoekers. Na afronding van de gesprekken hebben de onderzoekers het voorliggende rapport opgesteld. 1
In reactie op de conceptrapportage is van de zijde van Derde Merwedehaven B.V. en PROAV aangegeven dat de businesscase feitelijk het onderzoeken van afbouwscenario’s was. Om die reden is verzocht om in de tekst de term “afbouwscenario’s” in plaats van “businesscase” te gebruiken. Alleen wanneer sprake is van een citaat, is het woord businesscase blijven staan.
3
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Oorspronkelijk wilde de begeleidingscommissie het eindrapport voor het zomerreces in 2013 laten behandelen in de raad. Dit is niet mogelijk gebleken en daarvoor zijn verschillende oorzaken te noemen. Het was voor de onderzoekers niet mogelijk om eerder dan in september 2013 te spreken met PROAV en Derde Merwedehaven B.V., omdat er door deze partijen in eerste instantie van uit werd gegaan dat herinzage van de afbouwscenario’s voldoende informatie zou opleveren voor dit onderzoek. Deze aanname was niet juist, omdat dit onderzoek een veel bredere scope had dan de herinzage van de afbouwscenario’s. Er ging enige tijd overheen voordat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. wilden instemmen met deelname aan dit (bredere) onderzoek. Nadat medewerking was toegezegd kon een gesprek niet eerder dan in september 2013 worden gepland, omdat als voorwaarde voor dat gesprek door PROAV en Derde Merwedehaven B.V. was gesteld dat er overeenstemming moest bestaan over de rapportage over de herinzage van de afbouwscenario’s. Om de voortgang van het onderzoek te bespoedigen hebben PROAV en Derde Merwedehaven B.V. er begin juli wel mee ingestemd dat onder de voornoemde voorwaarde alvast een gesprek werd gepland in september.
1.5
Opbouw van de rapportage In het tweede hoofdstuk van deze rapportage zijn de deelvragen beantwoord. In het derde hoofdstuk is een antwoord op de hoofdvraag geformuleerd en zijn aanbevelingen opgenomen. In de bijlage van deze rapportage is een chronologisch overzicht opgenomen. Daarnaast is het rapport voorgelegd aan partijen. De tekstuele reacties van de partijen (PROAV en Derde Merwedehaven B.V. gezamenlijk en het college van B&W van de gemeente Dordrecht) zijn verwerkt in het rapport. In bijlage 4 is de begeleidende brief van Derde Merwedehaven B.V. en PROAV opgenomen. De inhoud van deze rapportage is vooralsnog vertrouwelijk en wij vragen de begeleidingscommissie deze daarom als zodanig te behandelen.
4
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
2
Beantwoording onderzoeksvragen
2.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden de door de raad gestelde deelvragen beantwoord. In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst van 18 januari 2011 en de rollen die de raad, het college, Derde Merwedehaven B.V. en Delta daarin hebben gespeeld.
2.2
Verloop van de totstandkoming van de overeenkomst 2.2.1.
Kaderstelling door de raad en informatievoorziening aan de raad De afgelopen tien jaar is als gevolg van de dualisering van het gemeentebestuur in gemeenteland vast te stellen dat gemeenteraden meer dan voorheen met name kaders stellen, de uitvoering van die kaders aan het college laten en vervolgens controle uitoefenen op de uitvoering door het college. In dat verband is in dit onderzoek de vraag gesteld welke kaders de raad heeft gesteld met betrekking tot de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Welke kaders heeft de raad gesteld en hoe is de raad geïnformeerd? De sluiting van de stortplaats is in de raad voor het eerst aan de orde geweest naar aanleiding van motie 17a van de VVD, tijdens de begrotingsbehandeling op 10 en 11 november 2009. De strekking van de motie was het verzoek aan het college om te onderzoeken welke consequenties een voortijdige sluiting met zich mee zou brengen. Dit is een jaar nadat het college op 6 november 2008 met Derde Merwedehaven B.V. heeft afgesproken dat Derde Merwedehaven B.V. een snelle verkenning naar vroegtijdige sluiting zal uitvoeren. Het initiatief tot sluiting kwam in 2008 van Derde Merwedehaven B.V. De raad heeft geen sterke inhoudelijke sturing op dit dossier gegeven. Het kader dat de raad heeft gesteld is dat de sluiting niet tegen elke prijs zou worden geaccepteerd. Er zijn kritische vragen gesteld over de zorgplicht, de afkoopsom en de controle in de periode dat de stortplaats nog open was. De aandacht die de raad voor het dossier Derde Merwedehaven had, werd ingegeven door de (mogelijke) overlast en gezondheidsrisico’s die gepaard gingen met de opslag van afval.
5
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
De raad heeft meer de nadruk gelegd op haar controlerende rol, dan op haar kaderstellende rol. Het dossier is voortdurend geagendeerd, zodat het college – al dan niet in een besloten bijeenkomst – verantwoording af kon leggen over de voortgang van het dossier. De (concept)vaststellingsovereenkomst is voor de eerste keer in december 2010 aan de raad voorgelegd. Tijdens de vergadering op 25 januari 2011 heeft de raad de gelegenheid gehad om wensen en bedenkingen te uiten. Uit het verslag van deze vergadering blijkt dat de aandacht voornamelijk was gericht op de afvalstoffen die zouden worden gestort tot aan de sluiting eind 2012, het stortreglement dat in die periode van toepassing zou zijn en de financiële afwikkeling. Vier van de vijf ingediende amendementen hadden betrekking op de stortactiviteiten2 tot aan de sluiting en op de financiële afwikkeling. Amendement (7) luidde dat de raad als wens bij het college inbracht dat de gemeente Dordrecht door middel van het bestemmingsplan er op zal toezien dat de herontwikkeling van kade en voorterrein geen zware of voor de omgeving overlast gevende, milieubelastende industrie zal bevatten. In de gevoerde gesprekken is aangegeven dat dit amendement verworpen is, omdat zware industrie daar reeds toegestaan was op basis van het bestaande bestemmingsplan. Daarnaast heeft wethouder Sleeking hier nog het volgende over opgemerkt tijdens de vergadering op 25 januari 2011: “Overigens wil ik erop wijzen dat de raad de kaders voor het bedrijventerrein in een bestemmingsplan zal vaststellen. Het is voorbarig daarop nu een voorschot te nemen.”.3 De raad heeft besloten dat er geen wensen en bedenkingen waren met betrekking tot de vaststellingsovereenkomst. De verschillende amendementen die zijn ingediend, zijn verworpen. Wat betreft de tevredenheid van de raad over de informatievoorziening is door sommige geïnterviewden gesteld dat de raad voldoende is geïnformeerd door het college over de voortgang van de onderhandelingen. Andere geïnterviewden zijn van mening dat de raad door het college laat is geïnformeerd over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst en meent dat de raad toen uitsluitend via een wensen- en bedenkingenprocedure invloed kon uitoefenen op de inhoud van de overeenkomst. Na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst is de raad in de raadsinformatiebrief van 16 oktober 2012 voor de eerste keer op de hoogte gebracht van het bestaan van doorlopende activiteiten. Na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst volgde een overlegtraject, het zogenaamde contractoverleg, en de doorlopende activiteiten zijn daarin onderwerp van gesprek. 2.2.2.
Advisering van het college Vervolgens is de vraag hoe het college werd geïnformeerd en geadviseerd, wie dat deed en hoe gedetailleerd dat gebeurde. Door wie werd het college geïnformeerd en geadviseerd? Het college werd door de volgende personen geadviseerd in de periode vanaf 2008 tot het sluiten van de vaststellingsovereenkomst begin 2011: De senior beleidsmedewerker milieu van Stadsontwikkeling
2
Over de stort van onverpakt asbest, de stort van asbest en olie en het stortreglement. Tijdens de raadsvergadering op 20 december 2012 heeft de wethouder over het nieuwe bestemmingsplan nog het volgende gesteld: “De raad heeft intussen de nota van uitgangspunten vastgesteld en de activiteiten die Delta daar nu wil continueren zouden overigens passen in de uitgangspunten zoals de raad die nu heeft vastgesteld”. 3
6
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
o
Was namens de gemeente aanwezig bij alle overleggen aangaande de vaststellingsovereenkomst en de sluiting o Stelde alle adviezen en raadsinformatie brieven op in dit dossier Een adviseur planning en control van Stadsontwikkeling o Bestudeerde namens de gemeente de afbouwscenario’s Een senior juridisch adviseur van het Juridisch Kenniscentrum van het Servicecentrum Drechtsteden o Adviseerde over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst en heeft daarin tekstuele aanpassingen gedaan Een jurist van het Grondbedrijf van de gemeente Dordrecht o Voerde tekstuele aanpassingen in de vaststellingsovereenkomst door. Zijn rol was beperkt tot artikel F van de vaststellingsovereenkomst (het onderdeel herontwikkeling kade en voorterrein en wat daarover inzake vergunningen en bestemmingsplan tussen partijen moest worden afgesproken)
Op welke manier werd het college geïnformeerd en geadviseerd? (gedetailleerdheid, frequentie) De wethouder werd ongeveer maandelijks via memo’s en mails geïnformeerd door de beleidsmedewerker milieu. Deze informatie aan de wethouder was vooral vanaf het moment dat er een concreet voorstel over de sluiting voor lag (4 augustus 2010) zeer gedetailleerd. Voordat er een concreet voorstel voor sluiting was, werd de wethouder ook regelmatig geinformeerd over zaken die de Derde Merwedehaven (o.a. over stortreglement en stortlijsten) betroffen. Op 2 juli 2010 heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden over de toekomst van de Derde Merwedehaven en mogelijke vervroegde sluiting van de stortplaats. Dit overleg markeert de start van de onderhandelingen. Naar aanleiding van dit overleg is een eerste conceptvoorstel voorgelegd aan het college (begin augustus 2010). Op 17 september 2010 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de gemeente, PROAV, Derde Merwedehaven B.V. en de provincie naar aanleiding van dat conceptvoorstel. Tijdens dit overleg werd de gemeente vertegenwoordigd door de wethouder en de beleidsmedewerker milieu. De gemeente werd tijdens dit gesprek niet ondersteund door een jurist. Naar aanleiding van het gesprek op 17 september 2010 hebben Derde Merwedehaven B.V. en PROAV op 20 september 2010 een nieuw voorstel toegestuurd, waarop bij brief van 28 september 2010 door het college is gereageerd. Op deze brief is door Derde Merwedehaven B.V. en PROAV gereageerd bij brief van 5 november 2010. De eerste versie van de vaststellingsovereenkomst, die de onderzoekers hebben gezien, dateert vervolgens van 8 november 2010. Afgezien van het verslag van 17 september 2010, zijn geen verslagen aangetroffen van de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst vanaf het moment dat een eerste concept voorstel (4 augustus 2010) was verzonden door Derde Merwedehaven B.V. en PROAV. De contacten hebben daarna bilateraal en/of telefonisch en per e-mail plaatsgevonden, zonder verslaglegging. Op 29 november 2010 heeft de jurist van het JKC voor de eerste keer tekstuele aanpassingen gemaakt in de conceptvaststellingsovereenkomst. De opmerkingen zijn aangevuld bij email van 6 december 2010. De opmerkingen van de jurist zijn allemaal verwerkt in de vaststellingsovereenkomst. De wethouder informeerde het college over de voortgang van de onderhandelingen. De onderzoekers hebben geprobeerd te achterhalen welke besluitvorming er in het college
7
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
over de vaststellingsovereenkomst is geweest, die niet blijkt uit de openbare besluitenlijsten. In reactie hierop is van de zijde van de gemeente aangegeven dat er geen notulen van de collegevergaderingen worden gemaakt. Als er (financiële) adviezen door het Stadsbestuurscentrum zijn uitgebracht over de financiële consequenties van de sluiting en de bijdrage van Dordrecht daaraan, dan zijn die verwerkt in de adviezen die de beleidsmedewerker milieu heeft opgesteld. Heeft het college geprobeerd nadere informatie te verkrijgen, bijvoorbeeld over het business plan? Het college heeft getracht nadere informatie te verkrijgen, onder meer door inzage te vragen in de jaarrekening over 2009 en de afbouwscenario’s waarin prognoses waren opgenomen tot 2019/2020. Het college wilde aan de hand van de cijfers nagaan of de van Dordrecht gevraagde bijdrage redelijk was. Na twee voorbereidende gesprekken tussen de beleidsmedewerker milieu en de adviseur planning en control enerzijds en de heer Brandt van PROAV en de heer Driessen van Derde Merwedehaven B.V. anderzijds, zijn de afbouwscenario’s op 5 augustus 2010 door de adviseur van PROAV voorgelegd aan de adviseur planning en control van de gemeente Dordrecht, na ondertekening van een geheimhoudingsverklaring door de adviseur. De beleidsmedewerker milieu heeft geen inzage gehad in de afbouwscenario’s. De adviseur planning en control heeft niet rechtstreeks aan de wethouder gerapporteerd over zijn bevindingen over de afbouwscenario’s, maar heeft zijn bevindingen meegedeeld aan de beleidsmedewerker milieu. 2.2.3.
De rol van Delta Wat was de rol van Delta bij de onderhandelingen? In 2000 zijn de activiteiten die PROAV N.V. verricht, ondergebracht in een dochteronderneming, verkocht aan Delta. PROAV N.V. is als bedrijf blijven bestaan met als enig eigendom de stortplaats Derde Merwedehaven en als enige taak het verhuren van de Derde Merwedehaven aan de exploitant van de stortplaats. Delta heeft een meerderheidsbelang in Derde Merwedehaven B.V. en was op die manier betrokken bij de onderhandelingen. Delta is zelf geen partij bij de vaststellingsovereenkomst. Voorafgaand aan de onderhandelingen tussen de gemeente Dordrecht enerzijds en Derde Merwedehaven B.V. en PROAV anderzijds hebben Derde Merwedehaven B.V. en PROAV onderhandeld over de afbouw van de stortplaats vanaf medio 2008. Het initiatief daartoe kwam van Derde Merwedehaven B.V.. Op 6 november 2008 hebben de gemeente Dordrecht en Derde Merwedehaven B.V., op initiatief van deze laatste, afgesproken dat Derde Merwedehaven B.V. een snelle verkenning naar vroegtijdige sluiting doet. PROAV en Derde Merwedehaven B.V. die gezamenlijk het afbouwbedrijf vormen, werden tijdens de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst vertegenwoordigd door de heer Brandt, de adviseur van PROAV en de heer Driessen, business unit manager Verwerking bij Delta Milieu. Tijdens de onderhandelingsgesprekken werd Derde Merwedehaven B.V. niet bijgestaan door een advocaat.
2.3
Ontstaan van interpretatieverschillen De kern van het onderzoek is de vraag hoe de interpretatieverschillen over de vaststellingsovereenkomst zijn ontstaan. Daarover is een aantal deelvragen geformuleerd dat hieronder wordt beantwoord.
8
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Hoe wordt de vaststellingsovereenkomst door de verschillende partijen geïnterpreteerd? De raad en de verantwoordelijke wethouder menen dat eind 2010 is afgesproken dat er geen activiteiten meer met afval zouden plaatsvinden, na beëindiging van de stortactiviteiten. Ook geen andere activiteiten met afval dan het storten van afval. Deze aanname werd door de wethouder en de behandelend ambtenaar gebaseerd op kreten uit de vaststellingsovereenkomst als "vervroegde sluiting" (titel van artikel A) en uit het voortraject het "beeindigen van de exploitatie van de Derde Merwedehaven eind 2012”, zo is aangegeven in reactie op het concept van deze rapportage. PROAV en Derde Merwedehaven B.V. stellen zich op het standpunt dat de vaststellingsovereenkomst niet uitsluit dat er activiteiten met afval plaatsvinden. Met het sluiten van de overeenkomst is uitsluitend beoogd de stortactiviteiten te beëindigen.
“Wij hebben in de overeenkomst nooit uitgesloten dat er tijdelijk afvalstoffen worden opgeslagen. En daarover blijkt nu verschil van inzicht te bestaan”. Peter Louwman, fragment RTV Rijnmond, 11 december 2012
Van de zijde van de provincie Zuid-Holland is aangegeven dat de vaststellingsovereenkomst naar de mening van de provincie regelt dat het storten van afval op de stortplaats Derde Merwedehaven vanaf 1 januari 2013 niet meer is toegestaan. Hoe zijn de interpretatieverschillen ontstaan rond de vaststellingsovereenkomst? Bij brief van 20 september 2010 is een voorstel uitgegaan van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. gezamenlijk, met het onderwerp “Afbouwscenario Derde Merwedehaven”, naar aanleiding van het bestuurlijk overleg op 17 september 2010. In de brief van 20 september 2010 wordt verschillende keren gesproken over “vervroegde sluiting van de DMH” en “de afbouw van de DMH”. Enkele citaten: “Zoals afgesproken hebben wij de mogelijkheid onderzocht om de stortplaats eerder af te bouwen dan contractueel – ultimo 2016 – is voorzien.” en “Onze voorkeur gaat er naar uit dat partijen streven naar een allesomvattende overeenkomst waarin alle aspecten rond de DMH zijn geregeld.” Uit de brief wordt duidelijk dat het de voorkeur heeft van Derde Merwedehaven B.V. en PROAV een allesomvattende overeenkomst te treffen over de afbouw van de Derde Merwedehaven. In de contacten met Dordrecht is dit altijd het streven van Derde Merwedehaven B.V. en PROAV geweest. Dordrecht wilde de oude overeenkomsten handhaven. Als gevolg daarvan zijn deze overeenkomsten uiteindelijk onderdeel van de vaststellingsovereenkomst geworden. Tussen partijen staat ook niet ter discussie dat de vaststellingsovereenkomst betrekking heeft op de activiteiten na 31 december 2012. In artikel F zijn immers bepalingen opgenomen over de herontwikkeling van het voorterrein. Artikel F Vaststellingsovereenkomst 1. PROAV en DMH zijn voornemens om de kade en het voorterrein, behorende bij de Afvalberging, te herontwikkelen. Deze herontwikkeling wordt hierna in dit artikel aangeduid als ‘het Project’. 2. PROAV en DMH zijn exclusief verantwoordelijk voor de volledigheid en juistheid van aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, verklaringen, goedkeuringen en toestemmingen van overheidswege, welke in het kader van de planontwikkeling zijn vereist, en het tijdstip van indiening daarvan.
9
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
3. De Provincie en de Gemeente zullen zich tijdens de duur van deze Vaststellingsovereenkomst inspannen de voortgang van het Project te bevorderen en zich onder meer ertoe inspannen, althans voorzover dat formeel in hun macht ligt, vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, verklaringen, goedkeuringen en toestemmingen die voor de realisering van het Project nodig zijn, direct na indiening van elke aanvraag in behandeling te nemen en binnen de gestelde wettelijke termijnen af te handelen c.q. te doen afhandelen voor zover dat niet tot hun wettelijke taak behoort, zulks onverminderd het bepaalde in de leden 6 en 7 van dit artikel. (…) 8. Partijen zullen in verband met het Project een anterieure overeenkomst sluiten.
Waren betrokkenen bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst geïnformeerd over de voortzetting van afvalverwerking op het voorterrein na 31 december 2012? In artikel A, lid 1, van de vaststellingsovereenkomst is bepaald dat partijen overeenkomen dat de stortactiviteiten op de afvalberging uiterlijk op 31 december 2012 worden beëindigd, waarna PROAV en Derde Merwedehaven B.V. zorg dragen voor het afdekken en inrichten als recreatieterrein van de Afvalberging. In dit artikel is niets bepaald over de voortzetting van afvalverwerking op het voorterrein na 31 december 2012. Het andere relevante artikel uit de vaststellingsovereenkomst is artikel F waarin is bepaald dat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. voornemens zijn de kade en het voorterrein te herontwikkelen. In dit artikel wordt niet aangegeven wat die herontwikkeling inhoudt. De overeenkomst bevat geen bepalingen over andere activiteiten met afval. Uit de verslagen van de overleggen van voor 18 januari 2011 (de datum waarop de vaststellingsovereenkomst is afgesloten) blijkt niet dat de doorlopende activiteiten met afval expliciet aan de orde zijn gekomen tijdens de overleggen in de aanloop naar de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. Tijdens de gevoerde gesprekken is door PROAV en Derde Merwedehaven B.V. aangegeven dat niet expliciet aan de orde is gesteld dat er activiteiten met afval zouden plaatsvinden na 31 december 2012. Wel is benadrukt dat het, door de gemeente geaccepteerde, uitgangspunt van de vaststellingsovereenkomst is, dat de bestaande milieuvergunning het kader is waarbinnen activiteiten plaatsvinden. Daarnaast stellen PROAV en Derde Merwedehaven B.V. zich op het standpunt dat zij er open over zijn geweest dat er een waarde was toegekend aan het voorterrein en dat die waarde moest worden gerealiseerd, door het uitvoeren van activiteiten. Aanvankelijk was het de wens van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. dat de gemeente het terrein zou ontwikkelen, toen bleek dat de gemeente hier afwijzend tegenover stond, hebben PROAV en Derde Merwedehaven B.V. aangeboden het terrein samen met de gemeente te ontwikkelen. Ook deze mogelijkheid is door de gemeente van de hand gewezen, met het oog op het grondbeleid van de gemeente. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat in de aan de gemeente Dordrecht in 2010 gepresenteerde afbouwscenario’s de volgende informatie was opgenomen. De omzet werd gesplitst; omzet extern (omzet gemoeid met stortplaats, 92%, die hield op in 2012); omzet overig (liep door na 2012, tot 2017, de omschrijving daarvan was: stortgas en dergelijke). De afbouwscenario’s kenden geen elementen – behoudens “stortgas en dergelijke” – over andere activiteiten. De conclusie van het verslag van de “terugblik inzage busisnesscase” op 24 juni 2013 luidt, voor zover relevant voor dit onderzoek, “Vanuit PROAV en Delta is aangegeven dat het afbouwbedrijf zou zoeken naar mogelijkheden om de eigen verliezen zoveel als mogelijk te beperken. Hoe dat gerealiseerd kon worden is niet expliciet besproken." Het verslag waarin
10
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
deze conclusie is vervat is voor akkoord getekend namens de gemeente Dordrecht, PROAV en Derde Merwedehaven B.V. Op basis van deze conclusie is het antwoord op de deelvraag of betrokkenen bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst geïnformeerd waren over de voortzetting van afvalverwerking op het voorterrein na 31 december 2012, dat betrokkenen wel waren geïnformeerd over het feit dat er activiteiten zouden plaatsvinden en dat artikel F van de vaststellingsovereenkomst daarop ook wijst, maar dat niet expliciet is aangegeven dat dit activiteiten met afval zouden zijn. Het antwoord op de deelvraag is op grond van het voorgaande dus dat betrokkenen niet expliciet waren geïnformeerd over afvalverwerking op het voorterrein ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. De doorlopende activiteiten met afval zijn tijdens het contractoverleg over de afbouw van 12 april 2012 voor de eerste keer expliciet aan de orde gesteld, namens Derde Merwedehaven B.V. Met een besluit van 29 november 2012 is op grond van vergunningvoorschrift 3.43 door Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland goedkeuring verleend aan het bufferplan “Bufferen afval staalslakken t.b.v. Heros Sluiskil B.V” van 18 juli 2012. Tegen het goedkeuringsbesluit van 29 november 2012 heeft Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven met brieven van 5 en 15 december 2012 bezwaar aangetekend. Dit bezwaarschrift is door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met een besluit van 15 mei 2013 ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing op bezwaar is geen beroep ingesteld, zodat het goedkeuringsbesluit onherroepelijk is. Hoewel Derde Merwedehaven B.V. de mogelijkheid heeft om staalslakken te bufferen vinden op het moment van schrijven van deze rapportage uitsluitend activiteiten ten behoeve van het afdekken van de stortplaats plaats. Derde Merwedehaven B.V. heeft dat toegezegd tot aan 1 april 2013 en heeft die termijn door laten lopen tot op heden. Konden betrokkenen weten dat afvalverwerking voortgezet zou worden? Tussen het college, Derde Merwedehaven B.V. en PROAV staat niet ter discussie dat het vergunningskader, zoals dat van toepassing was toen afval werd gestort, ook na 31 december 2012 van toepassing blijft. Het vergunningkader is ook van toepassing op het voorterrein en de kade. De vigerende milieuvergunning staat vermeld in artikel C, lid 2, aanhef, van de vaststellingsovereenkomst. De vergunning staat niet alleen het storten van afval toe, maar ook andere activiteiten met afval. Van de zijde van het bevoegd gezag voor de vergunningverlening, de provincie Zuid-Holland, is het volgende aangegeven over de activiteiten, naast storten, die zijn toegestaan op basis van de in 2002 verleende vergunning die na inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (op 1 oktober 2010) voor onbepaalde tijd geldt. “In de revisievergunning van 2 april 2002 zijn in de paragrafen 1.4 en 3.5 specifieke vergunningvoorschriften opgenomen voor het bufferen van (afval)stoffen. Bufferen wordt in de omgevingsvergunning gedefinieerd als voorraadvorming en tijdelijke opslag ten behoeve van nuttige toepassing, of ten behoeve van bewerking om nuttige toepassing mogelijk te maken. Daarnaast bevat deze vergunning in de paragrafen 1.6 en 3.7 voorschriften ten behoeve van opslag van niet-gevaarlijke baggerspecie in doorgangsdepots ten behoeve van het bereiden van secundaire grondstoffen. De paragrafen 1.7, 3.8 en 5.2 omvatten voorschriften voor acceptatie van grond ten behoeve van biologische grondreiniging en paragraaf 1.9 bevat een voorschrift in verband met het accepteren en in depot zetten van (secundaire) bouwstoffen en grondstoffen ten behoeve van het inrichten en de bedrijfsvoering van het stortterrein. Tevens mogen in depot worden gezet (secundaire) bouwstoffen die vrijkomen bij de interne verwerking van afvalstoffen, zoals grond uit de
11
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
biologische grondreiniging, uit de doorgangsdepots, het baggerdepot voor niet-gevaarlijke baggerspecie en bouwstoffen uit de scheidingsinstallatie.”4
“Daarbij merkt hij op dat iedereen de vigerende Wm-vergunning als uitgangspunt hanteert.” Gedeputeerde Van Heijningen tijdens het bestuurlijk overleg op 2 juli 2010
In de vaststellingsovereenkomst is in artikel F bepaald dat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. voornemens zijn de kade en het voorterrein te herontwikkelen. Deze herontwikkeling wordt aangeduid als “het Project” en lid 8 van artikel F bepaalt dat over “het Project” een anterieure overeenkomst wordt gesloten door de betrokken partijen. Daarmee is de verantwoordelijkheid voor de herontwikkeling neergelegd bij PROAV en Derde Merwedehaven B.V. en gebeurt de herontwikkeling ook volledig voor rekening en risico van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. Wat onder het project moet worden verstaan, is niet nader gespecificeerd. Dit is ook vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 20 december 2012 door de PvdA fractie: “Derde punt is het project. In onderdeel f. van de vaststellingsovereenkomst wordt gesproken over 'het project'. Een wat mystificerende uitspraak, maar de gemeente zal daar in ieder geval alle medewerking verlenen binnen de formele kaders. De Provincie zou dit ook doen. Maar wat het project inhoudt, dat staat nergens beschreven. Wij, het college en de gemeenteraad veronderstelden dat het project een tijdelijke aangelegenheid was in het kader van het volledig afdekken van de afvalhoop en dan de zaak dicht te doen. PROAV en Delta veronderstelden datje daar gewoon rustig door kon gaan met ongewenste milieuindustrie”. PROAV en Derde Merwedehaven B.V. hebben met de gemeente Dordrecht openlijk gecommuniceerd over de opbrengst die de ontwikkeling van de kade en het voorterrein zouden moeten opleveren. In het voorstel van 20 september 2010 is aangegeven welk bedrag PROAV en Derde Merwedehaven B.V. denken te kunnen realiseren met de herontwikkeling van de kade en het voortraject. Tevens is in die brief aangegeven dat de €X miljoen opbrengsten in de versnelde sluiting van de Derde Merwedehaven worden verdisconteerd. Het college kon om die reden in ieder geval weten dat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. er vanuit gingen dat een X bedrag zou worden verdiend met de herontwikkeling van de kade en het voorterrein. Ook de raad is geïnformeerd over de inzet van de mogelijk opbrengt van het voorterrein. Het raadsvoorstel van 4 januari 2011 bevat hierover de volgende passage: “Delta en PROAV benutten de mogelijke opbrengst van de uitgifte van dit terrein (dat onderdeel blijft uitmaken van het voorterrein van de stortplaats) om de financiële haalbaarheid van het scenario van vervroegde sluiting mogelijk te maken”. Ook de bijdrage van de D66 fractie tijdens de raadsvergadering op 25 januari 2011 laat zien dat de raad op de hoogte was van het feit dat met het voorterrein een opbrengst moet worden gerealiseerd: “Het geld voor de afdekking en de nazorg is de verantwoordelijkheid van de provincie en de Derde Merwedehaven, die de kosten voorlopig op € 30 miljoen hebben geraamd. Dat bedrag zal voor een groot deel moeten komen uit twee jaar afval storten en de opbrengst van het nieuwe bedrijventerrein dat ontwikkeld zal worden.”
4
In reactie op de conceptrapportage is door PROAV en Derde Merwedehaven B.V. en het college aangegeven dat deze opsomming onvolledig is, omdat daarin de bepalingen voor het “kadegebruik derde” als vermeld in paragraaf 1.8 van de vergunning niet worden genoemd.
12
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Het college en de raad konden derhalve weten dat er activiteiten zouden plaatsvinden op de kade en het voorterrein. Ook was het bij het college en de raad bekend welke activiteiten waren toegestaan binnen het geldende milieuvergunningkader. Voorts was het de raad en het college bekend dat Derde Merwedehaven B.V. een afvalverwerkend bedrijf is. Tegelijkertijd staat ook vast dat door Derde Merwedehaven B.V. en PROAV niet expliciet is gecommuniceerd over de activiteiten met afval die men voornemens was op het voorterrein en de kade te verrichten. De focus van partijen lag op vroegtijdig sluiten en afbouwen van de Derde Merwedehaven. Het college kon dus niet weten op basis van expliciet gedane uitlatingen dat er activiteiten plaats zouden vinden op de kade en het voorterrein. Daar staat tegenover dat gelet op de context, de geldende milieuvergunning en artikel F van de overeenkomst, ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in redelijkheid vermoed kon worden dat er op enig moment activiteiten – van welke aard dan ook – op het voorterrein en de kade plaats zouden kunnen gaan vinden. Heeft een bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst betrokken partij informatie achtergehouden die voor de andere partijen relevant zou kunnen zijn? De conclusie van de onderzoekers is dat geen van de partijen informatie heeft achtergehouden voor de andere partijen. Op het moment dat de vaststellingsovereenkomst wisten PROAV en Derde Merwedehaven B.V. dat zij het voorterrein en de kade zouden herontwikkelen en was hun doelstelling daarmee een bedrag van €X miljoen te realiseren. Dit hebben zij gecommuniceerd met de andere partijen. Zij hebben voorafgaand aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst niet gecommuniceerd over de aard van de activiteiten waarmee zij deze opbrengst hoopten te realiseren. Tijdens de gevoerde gesprekken is van de zijde van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. gesteld dat zij ten tijde van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst ook nog geen helder beeld hadden van de activiteiten die daar zouden worden ontwikkeld. Tevens was bij alle partijen bekend dat het voor 31 december 2012 vigerende vergunningkader van toepassing zou blijven vanaf 1 januari 2013, met de beperking dat partijen hadden afgesproken dat er geen stortactiviteiten meer zouden plaatsvinden. De overige activiteiten (anders dan stortactiviteiten) die in de Wm-vergunning worden beschreven, blijven toegestaan. Ten slotte moet worden geconcludeerd dat alle betrokken partijen (college, raad, provincie, Derde Merwedehaven B.V. en PROAV) zich voorafgaand aan het sluiten van de vaststellingsovereenkomst hebben gefocused op het stoppen van de stortactiviteiten en niet op andere mogelijke activiteiten die niet in de overeenkomst zijn genoemd. Zoals de wethouder ook stelde tijdens de raadsvergadering op 20 december 2012: “Maar wij hebben ons, en dat kan ik alleen maar toegeven, we hebben ons wel geconcentreerd op wat er staat en wat we met elkaar hebben afgesproken en niet op alles wat er niet staat”.
2.4
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Welke bestuursorganen zijn bevoegd tot het sluiten van de vaststellingsovereenkomst en op welke grondslag in wet of verordening zijn die bevoegdheden gebaseerd en welke publiekrechtelijke verantwoordelijkheden zijn van deze bevoegdheden af te leiden als het gaat om de vaststellingsovereenkomst? Het college is op grond van artikel 160, lid 1, sub e, Gemeentewet bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten. Het college was dus bevoegd te besluiten tot het aangaan van de vaststellingsovereenkomst. De wethouder heeft in deze
13
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
geen zelfstandige bevoegdheid. Het besluit wordt door het college als geheel genomen. De wethouders vertegenwoordigde het college tijdens de overleggen. De burgemeester is op grond van artikel 171, lid 1, Gemeentewet bevoegd privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de gemeente te verrichten. De burgemeester heeft de vaststellingsovereenkomst daarom ondertekend namens de gemeente Dordrecht. Op basis van artikel 169, lid 4, Gemeentewet geeft het college de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, lid 1, sub e, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In dat laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen terzake ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Welke politieke verantwoordelijkheden gelden? Het college is collectief verantwoordelijk. De portefeuillehouder heeft weliswaar een bijzondere verantwoordelijkheid, maar doordat het college regelmatig is geïnformeerd, de ambtelijke organisatie nauw betrokken was bij de ontwikkeling van de vaststellingsovereenkomst en de burgemeester deze ondertekende, is het college als collectief verantwoordelijk.
14
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
3
Conclusie en aanbevelingen
3.1
Conclusie De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe verliep de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst, hoe zijn interpretatieverschillen over de overeenkomst ontstaan, wie draagt daarbij welke verantwoordelijkheid en hoe kan voorkomen worden dat de gemeente Dordrecht in de toekomst in vergelijkbare gevallen in dezelfde situatie terecht komt? De vaststellingsovereenkomst van 18 januari 2011 die begin februari 2011 door alle vier de partijen is ondertekend, is tot stand gekomen na intensief overleg tussen de betrokken partijen. Hoofddoelstelling van de vaststellingsovereenkomst was dat er na 31 december 2012 geen afval meer zou worden gestort op de Derde Merwedehaven. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de afvalstoffen die tot en met 31 december 2012 zouden worden gestort, zijn financiële afspraken gemaakt en is afgesproken dat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. verantwoordelijk zijn voor de herontwikkeling van de kade en het voorterrein. PROAV en Derde Merwedehaven B.V. enerzijds en college en raad van de gemeente Dordrecht anderzijds zijn nu verdeeld over de vraag of met het sluiten van de vaststellingsovereenkomst is beoogd alle activiteiten met afval – zijnde andere activiteiten dan storten – die ook op het voorterrein kunnen plaatsvinden, te beëindigen. Vast staat dat tijdens de onderhandelingen en de overleggen die hebben plaatsgevonden in de periode van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst niet is gesproken over de andere activiteiten met afval. De vaststellingsovereenkomst vermeldt ook niet wat onder “het Project” voor de herontwikkeling van de kade en het voorterrein moet worden verstaan en bepaalt daarover uitsluitend dat er een anterieure overeenkomst wordt gesloten tussen partijen. Van de zijde van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. is verklaard dat er ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst nog geen concreet beeld bestond van de activiteiten die zouden worden ontplooid op de kade en het voorterrein. Inmiddels hebben die ideeën meer vorm gekregen en uit de verslagen van de contractoverleggen in 2012 blijkt dat er concrete invullingen zijn geformuleerd. In november 2012 is op grond van vergunningvoorschrift 3.43 door Gedeputeerde Staten goedkeuring verleend aan een bufferplan voor staalslakken. Op het moment van schrijven vinden echter uitsluitend activiteiten plaats ten behoeve van het afdekken van de stortplaats.
15
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Tussen partijen staat daarnaast niet ter discussie dat de vigerende milieuvergunning verschillende activiteiten met afval toestaat. Uit de documentstudie en de gevoerde gesprekken blijkt dat Derde Merwedehaven B.V. en PROAV expliciet aan de gemeente Dordrecht hebben gemeld welk bedrag zij dachten te kunnen realiseren met de herontwikkeling van de kade en het voorterrein. Derde Merwedehaven B.V. en PROAV hebben voorgesteld dat de gemeente het voorterrein zou ontwikkelen en hebben daarbij aangegeven welke opbrengst daarmee zou kunnen worden gerealiseerd. Raad en college hadden achteraf gezien willen afspreken dat alle activiteiten met afval zouden worden beëindigd, maar hebben dat voorafgaand aan het sluiten van de vaststellingsovereenkomst niet aangegeven. Eind 2010/begin 2011 had dit kader door de raad nog kunnen worden gesteld. Een aantal leden van de raad heeft via een amendement op de overeenkomst aandacht gevraagd voor de industrie die zich zou vestigen op het voorterrein en wilde daaraan eisen stellen, maar het amendement dat daarop betrekking had, is verworpen. Daarbij moet worden opgemerkt dat in het amendement niet expliciet op afval werd gedoeld maar op zware en milieubelastende activiteiten in brede zin. De verantwoordelijkheid voor het feit dat geen nadere afspraken zijn gemaakt over de activiteiten die na 31 december 2012 zouden gaan plaatsvinden en dan in het bijzonder over activiteiten met afval, kan naar het oordeel van de onderzoekers zowel het college als de raad worden aangerekend. De raad is vanaf begin 2010 periodiek geïnformeerd door het college over de sluiting van de stortplaats. De raad was er, net als het college, van op de hoogte dat de kade en het voorterrein waren opgenomen in de vaststellingsovereenkomst en het was bekend dat Derde Merwedehaven B.V. en PROAV een waarde hadden toegekend aan de kade en het voorterrein, het was hen ook bekend welke activiteiten waren toegestaan binnen het geldende Wm-vergunningkader en ten slotte was het bekend dat Derde Merwedehaven B.V. een afvalverwerkend bedrijf is. Uit het onderzoek komt het beeld naar voren dat het scenario over wat er na 31 december 2012 zou gebeuren, onvoldoende is doordacht en uitgewerkt. Er zijn wel aanvullende afspraken gemaakt over bijvoorbeeld de te storten stoffen, maar die aanvullende afspraken hadden betrekking op de periode tot beëindiging van de stortactiviteiten. In de vaststellingsovereenkomst is bepaald dat er een anterieure overeenkomst zal worden gesloten over “het Project”, maar daarbij hebben raad en college geen oog gehad voor hetgeen de bestaande milieuvergunning toestaat. Tevens waren raad en college ervan op de hoogte dat Derde Merwedehaven B.V. en PROAV een bepaald resultaat wilden realiseren met de herontwikkeling van het voorterrein en de kade en dat dat resultaat zou dienen om verliezen vanwege het stoppen van het storten van afval op te vangen. Ten slotte wisten raad en college beide dat Derde Merwerdehaven B.V. een afvalverwerker is. Het was en is aannemelijk dat het bedrijf activiteiten met afval zou ontplooien ter plaatse. Er zijn in de vaststellingsovereenkomst echter geen beperkingen gesteld aan de herontwikkeling (bijvoorbeeld over de aard van de bedrijvigheid en het aantal toegestane verkeersbewegingen). In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de vraag hoe kan worden voorkomen dat de gemeente Dordrecht in de toekomst in vergelijkbare gevallen in dezelfde situatie terecht komt en worden daarvoor aanbevelingen gegeven.
16
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
3.2
Aanbevelingen 1. In paragraaf 3.1 is al gesteld dat scenario’s over wat er na 31 december 2012 ter plaatse zou gebeuren, onvoldoende zijn uitgewerkt. Dientengevolge zijn daarover dan ook geen gedetailleerde afspraken gemaakt en is volstaan met de afspraak dat daarover een anterieure overeenkomst zou worden gesloten. In de richting van het college wordt aanbevolen voortaan in vergelijkbare situaties, voordat een overeenkomst wordt afgesloten, ook toekomstscenario’s uit te werken. De focus lag nu, zowel bij de raad als bij het college op beeindiging van de stortactiviteiten en realisering van een recreatieterrein. Toch stond tegelijkertijd vast dat de milieuvergunning van toepassing zou blijven. Ook was duidelijk c.q. had duidelijk kunnen zijn dat PROAV en Derde Merwedehaven B.V. inkomsten dienden te genereren met de herontwikkeling. 2. De gemeente werd bij de onderhandelingen vertegenwoordigd door de wethouder en de beleidsmedewerker milieu, die binnen de gemeente de enige was met gedegen kennis van het dossier. De gemeente was daarmee kwetsbaar. Op het moment dat inzage in de afbouwscenario’s moest plaatsvinden werd een ingehuurde accountant ingeschakeld, zonder specifieke kennis van afvalverwerking. Dit leidt tot de aanbeveling dat het voor een medewerker die een dergelijk gecompliceerd dossier trekt, mogelijk moet zijn om de benodigde ondersteuning in te roepen, waartoe een voorziening in middelen en tijd moet worden getroffen. 3. Het is niet uit te sluiten dat door het opnemen van de bepaling in de overeenkomst dat er in de toekomst een anterieure overeenkomst zal worden gesloten over de herontwikkeling van het voorterrein, de indruk is ontstaan dat er tot het sluiten van die overeenkomst geen enkele activiteit mogelijk zou zijn op de kade en het voorterrein. Echter, zolang een bepaalde activiteit binnen de vigerende vergunning past, is het toegestaan om de betreffende activiteit uit te voeren. Dat leidt tot de aanbeveling dat in vergelijkbare gevallen de juridisch geldende situatie, ook voor de toekomst, scherp in kaart te brengen. Dat juridische kader bepaalt immers de (on)mogelijkheden van nader te ontwikkelen toekomstscenario’s. 4. Dat toekomstscenario’s niet nader zijn uitgewerkt, heeft hoogstwaarschijnlijk te maken gehad met de tijdsdruk die bestond. Het dossier Derde Merwedehaven is langlopend en heeft de betrokkenen partijen in de loop der jaren over allerlei verschillende onderwerpen verdeeld gehouden (stortreglementen, stortlijsten, asbesthoudende materialen). De voorbereidende gesprekken over de voortijdige sluiting hebben ongeveer twee jaar in beslag genomen, maar de vaststellingsovereenkomst is vervolgens in slechts tweeënhalve maand tot stand gekomen. Dit leidt tot de aanbeveling dat voor het sluiten van een vaststellingsovereenkomst in een gecompliceerd dossier een helder tijdspad moet worden uitgezet, waarin voldoende tijd is opgenomen voor de consultatie van alle betrokken partijen, voor de inzet van juridische expertise, en voor de inbreng vanuit de gemeenteraad. 5. De raad is gedurende de onderhandelingen met PROAV en Derde Merwedehaven B.V. en de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst door het college periodiek geïnformeerd. De contacten met de betrokken partijen verliepen volledig via het college. De raad kan overwegen in een vergelijkbaar gecompliceerd dossier waarbij een overeenkomst met een derde of derden wordt gesloten, te besluiten deze derde(n) te consulteren in een vergadering van de raad. 6. Ten slotte is in dit dossier geconstateerd dat van de collegevergaderingen geen notulen worden opgesteld. Aanbevolen wordt in gevoelige dossiers wel notulen op te stellen van de
17
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
beraadslagingen in de collegevergaderingen. Deze kunnen een rol vervullen bij de controle door de raad en bij de overdracht van een dossier van de ene naar de andere wethouder.
18
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Bijlage 1 Chronologisch overzicht
Op basis van het uitgevoerde onderzoek is een chronologisch overzicht opgesteld over de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Dit overzicht betreft vooral de periode vanaf 1 januari 2009, maar noemt ook de overeenkomsten die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de Derde Merwedehaven. In het overzicht van de belangrijkste documenten en gebeurtenissen worden ook de daarbij betrokken actoren genoemd. Gecursiveerde teksten zijn citaten uit bestudeerde documenten. Als achter een document of gebeurtenis geen toelichting is opgenomen, bevat dat document geen voor dit onderzoek relevante informatie. Tevens zijn nog een aantal gebeurtenissen opgenomen over de doorlopende activiteiten die hebben plaatsgevonden na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. In het overzicht worden de volgende afkortingen gehanteerd en worden namen soms verkort weergegeven: DMH: Derde Merwedehaven PZH: Provincie Zuid-Holland Van Steensel: wethouder Dion van Steensel, wethouder tot 27 april 2010 Sleeking: wethouder Piet Sleeking, wethouder vanaf 27 april 2010 Hoff: Eelco Hoff, senior beleidsmedewerker milieu Wijntjes: Willem Wijntjes, procuratiehouder PROAV Van Heijningen: Erik van Heijningen, voormalig gedeputeerde tot 27 april 2011, portefeuille o.a. milieu en handhaving) Louwman: Peter Louwman, directeur Milieu bij Delta DvR: David van Rijn, Derde Merwedehaven B.V. BO: Bestuurlijk Overleg
19
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
datum 1 september 1989
12 februari 1992
document of gebeurtenis Convenant inzake realiseren van stortplaats Derde Merwedehaven te Dordrecht Vaststelling bestemmingsplan Opgecomen Landen Lijst met stoffen die op de afvalberging DMH geaccepteerd worden (stoffenlijst) Koopovereenkomst Afvalberging Derde Merwedehaven
26 februari 1993
Akte van overdracht van de grond
22 december 1997
Overeenkomst tot aanpassing en aanvulling van de koopovereenkomst In de periode 2007-2009 is geprobeerd tot een nieuwe stoffenlijst te komen. Dat is niet gelukt. Overleg Derde Merwedehaven B.V. en gemeente
26 november 1991 20 november 1991
2007-2009 6 november 2008 2009 20 januari 2009 1 juli 2009
Start bestuurlijk overleg sluiting stortplaats DMH Presentatie aan raad over nieuwe stoffenlijst DMH Notitie beleidsmedewerker milieu aan wethouder Van Steensel inzake BO 3-7-09
3 juli 2009 10 november 2009
Bestuurlijk Overleg (BO) Motie 17a van de VVD
7 december 2009
College van Dordrecht vraagt DMH schriftelijk om stortlijsten van 2007 t/m 2009 te overleggen Raad is in beslotenheid geïnformeerd over de DMH door
12 januari 2010
actoren Gemeente Dordrecht en PZH
opmerkingen
Gemeente Dordrecht en PROAV Gemeente Dordrecht en PROAV Gemeente Dordrecht en PROAV Uit het raadsvoorstel van 25-1-11 “Op 6 november hebben we met Delta afgesproken dat Delta een snelle verkenning naar vroegtijdige sluiting doet.”
“Verkennen en 1e selectie van aandachtspunten (met name zaken die de totale kosten omlaag kunnen brengen, zoals: • Ontwikkelen voorterrein tot bedrijventerrein.” In deze motie is het college o.a. verzocht aan te geven welke consequenties een voortijdige sluiting met zich mee zou brengen
Wethouder Van Steensel beantwoordt motie 17a mondeling
20
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
wethouder Van Steensel 1 februari 2010
Afspraak Wijntjes van PROAV met wethouder Van Steensel
5 maart 2010
Overleg met Peter Driessen (Delta) en vertegenwoordigers gemeente
8 april 2010
Notitie beleidsmedewerker milieu aan wethouder Van Steensel
14 april 2010
Brief College van Dordrecht aan DMH
2 juni 2010
Brief van Wijntjes aan gedeputeerde Van Heijningen
22 juni 2010
Presentatie aan adviescommissie
2 juli 2010
BO Sleeking, beleidsmedewerker milieu, Van Heijningen en Louwman (Delta) Notitie beleidsmedewerker milieu aan MT stadsontwikkeling
9 juli 2010
Augustus 2010
en de raad besluit dat de motie daarmee als afgedaan kan worden beschouwd. “Delta rendabel te laten exploiteren tot 2013 op basis van de vigerende Wm vergunning” “Dringend gewenst om binnen gemeente na te denken over realisatie blijvend bedrijventerrein ter dekking van kosten vervroegde sluiting.” Wat wordt o.a. van Dordrecht gevraagd: 1. accepteren vergunningkader 4.Bestemmingsplan aanpassen gericht op behoud 4 hectare bedrijfsterrein Schriftelijk verzoek om stortlijsten van 2007 t/m 2009 te overleggen en vraagt de kwartjesbijdrage over 2009 Verzoek om verantwoordelijk wethouders van Dordrecht te informeren en komen tot besluitvormend overleg op bestuurlijk niveau Doorgaan op basis van de huidige vergunning tot eind 2012 en van de gemeente wordt gevraagd het bestaande vergunningkader te accepteren. Uit verslag: “Bij de afbouw wordt de vigerende Wm vergunning als uitgangspunt gehanteerd.” “De door Dordrecht te beantwoorden vragen zijn: • Zijn wij akkoord met het behoud van 4-5 hectare terrein aan de kade tbv bedrijfsterrein (of andere functie die geld oplevert)? (Piet was hier positief over) • Welke invulling hebben wij voor ogen?” Ingediend in verband met ambtshalve wijziging van de milieuvergunning op 2 februari 2010, in verband met Annex II, nieuwe Europese regels voor de aanvaarding van afvalstoffen. Van rechtswege van kracht geworden, omdat de provincie
Derde Merwedehaven B.V. dient nieuw stortreglement in bij de provincie
21
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
4 augustus 2010
Concept voorstel van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. aan de gemeente Definitief op 20 september 2010
5 augustus 2010
Adviseur PROAV legt afbouwscenario’s voor aan adviseur planning en control van de gemeente Dordrecht voorstel van PROAV en Derde Merwedehaven B.V. aan de gemeente
20 september 2010
21 september 2010
Notitie beleidsmedewerker milieu aan wethouder Sleeking
24 september 2010
Advies stadsontwikkeling op voorstel PROAV
daar niet op tijd op heeft beslist. “4) Ontwikkelfunctie van kade. Wij verzoeken u na sluiting de ontwikkelfunctie van de aanwezige kade en voorterrein op u te nemen. De Drechtsteden regio heeft genoemde kade reeds opgenomen in haar “Uitvoeringsstrategie bedrijventerreinen voor de Drechtsteden, van mei 2009”. Een kopie hebben wij bijgevoegd als bijlage 1. Voor het gebruik van de grond en de kade stellen wij een prijs van X euro de m2 voor. Het terrein is circa 4 hectaren groot wat resulteert in een bijdrage van circa X miljoen euro. “
Onder punt 5 voorstel over voorterrein en kade. Gemeente moet X miljoen daarin bijdragen, bestemmingsplan maken en inspannen om opbrengst te maximaliseren. “Het advies op de gevraagde deelname aan de ontwikkeling van de kade en het voorterrein is om wel te faciliteren (aanpassen bestemmingsplan), maar niet deel te nemen. Belangrijkste reden is dat dit strijdig is met grondbeleid van de gemeente, ontwikkelen is niet de rol van de gemeente.” “Advies: medewerking verlenen aan ontwikkeling tot (nat) bedrijfsterrein. Beperking aangeven op gebied van verkeersbewegingen, voorbehoud hinder/geluidszone en opgave ruimtelijke inpassing. Concrete stappen aangeven: overeenkomst en traject tot anterieure overeenkomst, bij voorkeur gelijk op met opstellen nieuwe overeenkomst vervroegde sluiting.” “Financiële controle Eerder is met PROAV en DMH B.V. afgesproken dat wij inzage krijgen in hun bedrijfsgegevens en prognoses. Dat is met een
22
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
28 september 2010
Brief van college van Dordrecht aan Van Heijningen (als bestuurder van PROAV)
5 november 2010
Brief aan het college van PROAV in reactie op de brief van 28 september 2010 Concept 2 vaststellingsovereenkomst Concept 2 vaststellingsovereenkomst voorgelegd aan het JKC Reactie van medewerker JKC op vaststellingsovereenkomst, versie van 17 november 2010
8 november 2010 9 november 2010 29 november 2010
30 november 2010
afspraak van geheimhouding belegd bij het bedrijfsbureau van Stadsontwikkeling. Inzicht is verschaft in een afbouwscenario. Dit scenario bevat natuurlijk de nodige aannames, maar in deze prognose zijn geen vreemde zaken ontdekt.” “Akkoord met het faciliteren van de ontwikkeling van een (nat)bedrijfsterrein (maximaal 4 hectare). Niet akkoord met gevraagde ontwikkelbijdrage.” “Herontwikkeling voorterrein Als gemeente zijn we bereid om in afwijking van het ruimtelijk beleid zoals dat bij zowel gemeente en als provincie is vastgelegd, de ontwikkeling van maximaal 4 hectare (nat) bedrijfsterrein mogelijk te maken. Wij stellen voor om hiervoor, parallel aan de onder punt 1. genoemde op te stellen overeenkomst, ook te komen tot een anterieure overeenkomst.
Er is in dit stadium niet om advies gevraagd Tussen 9 november 2010 en 29 november 2010 heeft de JKC opnieuw een versie van de vaststellingsovereenkomst ontvangen, met daarbij wel het verzoek daarover te adviseren. “De wethouder doet uitgebreid verslag van de resultaten van de onderhandelingen met partijen. Naast informatieve vragen, die door de wethouder worden beantwoord, geven de fracties hun standpunt mee aan de wethouder voor het vervolg van de onderhandelingen. Aan het eind is het niet helder of de raad de overeenkomst moet vaststellen dan wel dat de raad zijn mening kenbaar kan maken in een wensen en be-
In de Adviescommissie op 30 november jl. is vertrouwelijk gesproken over het raadsvoorstel. Raadsbehandeling was voorzien op 14 december 2010
23
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
1 december 2010 2 december 2010
Notitie van beleidsmedewerker milieu aan Sleeking over uitkomst adviescie Nadere afspraken over te storten stoffen op de Derde Merwedehaven
3 december 2010
Mail van Sleeking aan raadsleden
3 december 2010
4 januari 2011
Woordvoerder van Van Heijningen doet mededeling dat vuilstort DMH eerder sluit Vervroegde sluiting bekendgemaakt op persconferentie door Sleeking, Van Heijningen en Louwman Reactie van medewerker JKC op versie 5 van de vaststellingsovereenkomst Openbare besluitenlijst collegevergadering
19 januari 2011
Brief college Dordrecht aan Driessen (van Delta)
3 december 2010 6 december 2010
denkingenprocedure. Helder is dat de raad in beide gevallen snel tot een beslissing moet komen. Na het vervolg van de onderhandelingen zal de wethouder de raad informeren.”: Wethouder heeft aan raad toegezegd dat tekst van de overeenkomst aan de raad wordt voorgelegd Aanhef: “Partijen hebben kennis genomen van de wens van de gemeente Dordrecht om duidelijkheid te verkrijgen over de te storten afvalstoffen op de DMH de komende twee jaren. Partijen spreken met elkaar af: Werken conform Wm vergunning en stortreglement wordt niet gewijzigd. Bestaande kaders worden gerespecteerd.” N.a.v. adviescommissie op 30 november 2010 zijn aanvullende afspraken gemaakt: - geen verruiming van de afvalstromen. Partijen zullen de bestaande kaders respecteren; - minimaal 6 maal per jaar ambtelijke (en eventueel bestuurlijk) overleg over ontwikkelingen in kader van Wm (vergunning, stortreglement, inzicht in gestorte afvalstoffen)
Het college heeft besloten een concept vaststellingsovereenkomst aan te gaan met de provincie, de PROAV en de Derde Merwedehaven BV, onder voorwaarde dat de gemeenteraad geen wensen en bedenkingen heeft. De overeenkomst beoogt de vervroegde sluiting van de Derde Merwedehaven. “Onderdeel van de ter besluitvorming liggende overeenkomst
24
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
21 januari 2011
Brief aan adviescommissie van Sleeking inzake aanvullende informatie voorstel vervroegde sluiting
25 januari 2011
Amendement 7 Als wens bij het college in te brengen dat de gemeente Dordrecht middels het bestemmingsplan zal toezien dat de herontwikkeling van kade en voorterrein geen zware of voor de omgeving overlast gevende, milieu belastende industrie zal bevatten. Besluit in te stemmen met vaststellingsovereenkomst
25 januari 2011
7 raadsleden
Gemeenteraad
25
zijn afspraken over wat er in de resterende twee jaren gestort mag worden. Een belangrijke afspraak hierover staat onder punt 1 van de aanvullende afspraken van 2 december 2010. Kern daarvan is dat er geen verruiming van de te accepteren afvalstromen zal plaatsvinden.” Hierin wordt gesteld dat stortreglement van 2010 geen verruiming tov stortreglement van 2005 is. Daardoor is er geen strijdigheid met de afspraken van 2 december 2010 Is niet aangenomen
1. in te stemmen met het voorstel voor vervroegde sluiting van de stortplaats Derde Merwedehaven met inachtneming van de volgende afspraken: • sluiting stortplaats per 1 januari 2013; • Delta en PROAV zijn samen verantwoordelijk voor de laatste fase van exploitatie en de complete afwerking van de stortplaats; • (…) • Dordrecht ziet af van de stoffenlijst uit 1992; de huidige Wm-vergunning bepaalt wat er gestort mag worden; • (…) • Dordrecht maakt de ontwikkeling mogelijk van vier hectare blijvend bedrijfsterrein langs de kade van de insteekhaven; 2. geen wensen en bedenkingen te hebben inzake het voornemen van het college om de bijgevoegde conceptvaststellingsovereenkomst af te sluiten.
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
27 januari 2011
Omgevingsoverleg
Overleg met Sliedrechtse partijen
3 t/m 8 februari 2011
Ondertekening vaststellingsovk d.d. 18-01-11
Gemeente Dordrecht, provincie ZH, PROAV en DMH B.V.
8 februari 2011
3 maart 2011
Overleg tussen 4 partijen over uitwerking vaststellingsovereenkomst Overleg tussen 4 partijen over uitwerking vaststellingsovereenkomst Omgevingsoverleg
14 juni 2011 9 september 2011
Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief
6 oktober 2011
Contractoverleg afbouw
26 oktober 2011
BO
25 februari 2011
Uit verslag: . “Het heeft vanuit de provincie ontbroken aan heldere en eenduidige communicatie naar buiten en naar ambtelijke apparaten over wat er, volgens gemaakte afspraken tussen contractpartijen, de komende 2 jaar nog gestort mag worden op de Derde Merwedehaven.”
Overleg met Sliedrechtse partijen Gaat over Stortreglement Stortlijsten 2002 t/m 2010 Controle op de stort van onverpakt asbesthoudend afval Het advies van de GGD Zuid-Holland Zuid Aantallen in het verleden uitgevoerde controles Feitenonderzoek provincie PZH, gemeente, PROAV en Derde Merwedehaven B.V. Gemeente Dor-
26
De voorbereiding van de commerciële sluiting van de stort-
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
drecht, provincie ZH, PROAV en Derde Merwedehaven B.V.
19 december 2011 9 februari 2012
Contractoverleg afbouw Contractoverleg afbouw
12 april 2012
Contractoverleg afbouw, beleidsmedewerker milieu afwezig, geen andere vertegenwoordiger van de gemeente
17 april 2012
Openbare besluitenlijst collegevergadering
14 juni 2012
Contractoverleg afbouw
plaats eind 2012 is in volle gang. Er is een strategisch plan voor PROAV N.V. en Derde Merwedehaven B.V. waarin wordt beschreven hoe de afbouw van de stortplaats gaat plaatsvinden. Dit plan zal waarschijnlijk in december worden afgerond. Parallel worden de definitieve deelplannen (nazorg, eindafwerkingsplan etc.) uitgewerkt. Daarna zullen de plannen aan de contractpartijen worden gepresenteerd. “DMH geeft aan dat in het stortplan de eind 2012 gewenste vormgeving is opgenomen. Valt het afvalaanbod gedurende 2012 tegen, dan kan het dat na 2012 bouwstoffen worden aangevoerd om deze gewenste vormgeving te realiseren. Vooralsnog is de insteek dat voorkomen moet worden dat in het afvalpakket moet worden gegraven. Dat kan aan de orde zijn als vanwege een tegenvallend afvalaanbod de vormgeving gecorrigeerd moet worden.” “DvR geeft aan dat er op basis van een privaatrechtelijke afspraak is afgesproken dat er na 31 december 2012 geen van buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen meer zullen worden gestort maar dat de milieuvergunning na 31 december 2012 gewoon blijft vigeren. Dit is ook noodzakelijk omdat ook na 31 december 2012 het beheer van het afvallichaam / voorzieningen gewoon zal moeten doorgaan. Daarnaast blijven andere activiteiten zoals de grondbank en kade gebruik derden ook na 31 december 2012 gewoon doorgaan.” Het college heeft de gemeenteraad per brief geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de afvalberging Derde Merwedehaven. “Naar aanleiding van een discussie over het na 31 december
27
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
10 september 2012
Contractoverleg afbouw
13 september 2012
BO
2012 stoppen met aanvoeren van buiten de inrichting afkomstige te storten afvalstoffen en het na 31 december 2012 continueren van andere vergunde activiteiten zou de Provincie ter zekerheid nagaan of dit volgens haar kan. Deze check is nog niet uitgevoerd.” “Door het afbouwbedrijf zijn verzoeken in gediend om staalslakken te bufferen en bouwstoffen aan te voeren om de gewenste vormgeving te realiseren. De Provincie heeft deze verzoeken in behandeling; Naar aanleiding van de mededeling over de verzoeken m.b.t. bufferen en bouwstoffen voor gewenste vormgeving vraagt Dordrecht of dit naar mening van de Provincie passend is waarop door de Provincie bevestigend wordt geantwoord.” Sleeking deelt mee dat Dordrecht niet akkoord gaat met open overslag. Dordrecht zal dat juridisch laten toetsten. Eventueel kan daarbij ook een beroep op PROAV worden gedaan. De businesscase is echter geheim verklaard. Hierin staat ook dat Dordrecht met betrekking tot 31 december 2012 de nadruk wil leggen op de sluiting van de afvalstort. De andere partijen willen graag gericht zijn op de toekomst
5 oktober 2012
Overleg: afbouwbedrijf/ Dordrecht
11 oktober 2012
contractoverleg
16 oktober 2012
Openbare besluitenlijst collegevergadering
Oktober 2012
Raadsinformatiebrief
PZH, gemeente, PROAV en Derde Merwedehaven B.V. Het college heeft kennis genomen van de informatie over lopende zaken bij de Derde Merwedehaven. Over vervroegde sluiting.
28
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
19 november 2012
BO
4 december 2012
Raadsinformatiebrief, hier ligt een besluit van het college aan ten grondslag van dezelfde datum Het college informeert de gemeenteraad per brief over de laatste ontwikkelingen rond de Derde Merwedehaven
12 december 2012
Document waarin beleidsmedewerker milieu samenvat om welke doorlopende activiteiten het gaat
Sleeking geeft tijdens BO aan in te stemmen met opslag staalslakken “Naast het storten van afval zijn in de milieuvergunning andere activiteiten opgenomen, zoals het tijdelijk bufferen van afvalstoffen etc. in de vaststellingsovk is hier niets over opgenomen. Vanuit Dordrecht is hier de uitleg aan gegeven dat na 31 december 2012 alles dus gericht moet zijn afdekken en herinrichten en er dus geen sprake van aanvoer van afvalstoffen kan zijn. Vanuit Delta en PROAV is aangegeven dat de beëindiging uitdrukkelijk alleen de stortactiviteiten betreft en dat in de financiële scenario’s rondom de vaststellingsovereenkomst rekening is gehouden met inkomsten uit doorlopende activiteiten. Op basis van dit verschil van mening is een overlegtraject gestart om te komen tot aanvullende afspraken over de doorlopende activiteiten. Overigens is in de vaststellingsovereenkomst wel vastgelegd dat Dordrecht meewerkt aan de realisatie van een bedrijventerrein op het voorterrein van de stortplaats. Bufferen van staalslakken is akkoord voor de gemeente, omdat dit op voorterrein of daaraan grenzend plaatsvindt en niet op de stortplaats.” “Welke activiteiten gaat het om? 1. bufferen: het tijdelijk opslaan van afvalstoffen alvorens deze af te voeren voor nuttige toepassing. 2. afval ten behoeve van de scheidingsinstallatie: betreft baggerspecie en zandige/grondige materialen. 3. doorgangsdepot: tijdelijke opslag/ontwatering/rijping van baggerspecie om deze geschikt te maken als bouwstof. 4. Overslag derden: op- en overslag van afvalstoffen, bouwstoffen, grondstoffen of producten ten behoeve van
29
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
18 december 2012
Memo beleidsmedewerker milieu aan Sleeking waarin hij vragen van Sleeking beantwoordt
18 december 2012 29 januari 2013 28 februari 2013 5 maart 2013 5 maart 2013
Raadsdebat Beantwoording vragen leden van PS door GS Advies JKC over inhoud vaststellingsovereenkomst Beantwoording van vragen van raadsfracties door het college Raadsinformatiebrief
5 maart 2013 24 juni 2013
College vraagt GS om inzage in afbouwscenario’s Herinzage afbouwscenario’s
derden en voor aan- of afvoer per schip via de kade. Over de vergunning: “De Milieuvergunning van 2002 is afgegeven voor een periode van 10 jaar. Die tijdelijkheid was wettelijk geregeld voor onder meer afvalbedrijven. De eerste vergunning was van 1992, de tweede van 2002 en in 2012 zou dus een nieuwe vergunning nodig zijn. Dat was al lang voorzien door Delta en werd door iedereen ingeschat als een moeizaam traject. Dit aspect heeft in mijn herinnering in de aanloop meegeholpen bij het kiezen van de datum om te stoppen. Maar het is achterhaald met de invoering van de Wabo op 1 oktober 2010. In de Wabo verviel die regeling van 10 jaar. De vergunning is daarmee niet langer in tijd beperkt.
“In de beleving van het college hebben we uit de gepresenteerde informatie (in de afbouwscenario’s ) niet kunnen zien dat er sprake was van doorlopende activiteiten. GS lijken op basis van de beantwoording van Statenvragen van mening te zijn dat de gemeente het wel wist.” Rapportage daarover dateert van 2 september 2013. “Vanuit PROAV en Delta is aangegeven dat het afbouwbedrijf zou zoeken naar mogelijkheden om de eigen verliezen zoveel als mogelijk te beperken. Hoe dat gerealiseerd kon worden is niet expliciet besproken."
30
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Bijlage 2 Documentenlijst
In het kader van het onderzoek naar de vaststellingsovereenkomst zijn de volgende documenten bestudeerd. Daarnaast zijn via het RIS documenten geraadpleegd over de verschillende vergaderingen die hebben plaatsgevonden inzake de sluiting van de afvalstort op de Derde Merwedehaven. B&W besluitvorming vaststellingsovereenkomst 4 januari 2011 – Besluit B&W vaststellingsovereenkomst Openbare besluitenlijsten B&W Correspondentie 4 augustus 2010 – conceptvoorstel PROAV aan Dordrecht 16 september 2010 – conceptreactie Dordrecht op tekstvoorstel PROAV/Derde Merwedehaven B.V. 20 september 2010 – voorstel PROAV aan Dordrecht 28 september 2010 – conceptreactie Dordrecht aan PROAV 28 september 2010 – brief van Dordrecht aan Van Heijningen inzake afbouwscenario 15 februari 2013 – brief van Dordrecht aan Gedeputeerde Staten inzake asbest 5 maart 2013 – brief van Dordrecht aan DMH – inzage afbouwscenario’s 5 maart 2013 - brief aan Gedeputeerde Staten inzake feitenonderzoek 25 maart 2013 – brief Gedeputeerde Staten aan Dordrecht inzake nakoming vaststellingsovereenkomst Derde Merwedehaven 8 mei 2013 – brief Gedeputeerde Staten aan Dordrecht inzake onderzoek Derde Merwedehaven Informatievoorziening raad 20 januari 2009 - raadsinformatiebrief 9 september 2011 - raadsinformatiebrief Oktober 2012 - raadsinformatiebrief 4 december 2012 – raadsinformatiebrief 5 maart 2013 – beantwoording vragen ex artikel 40 Reglement van Orde 5 maart 2013 – raadsinformatiebrief Raadsverslagen Verslag van de raadsvergadering op 25 januari 2011 Verslag van de raadsvergadering op 20 december 2012
31
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Raadsbesluitvorming vaststellingsovereenkomst 17 december 2010 – Vaststellingsovereenkomst 04 januari 2011 – raadsvoorstel vaststellingsovereenkomst 25 januari 2011 – amendement 7 Derde Merwedehaven 25 januari 2011 – raadsbesluit Versies vaststellingsovereenkomst 08 november 2010 – eerste concept nieuwe overeenkomst 17 november 2010 – overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 17 november 2010 – versie 2 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 29 november 2010 – versie 2 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 29 november 2010 - versie 3 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 02 november 2010 – aanvullende overeenkomst stortafspraken 06 december 2010 – versie 4 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 06 december 2010 – versie 5 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV 17 december 2010 – versie 6 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV definitief 17 december 2010 – versie 6 overeenkomst PZH-Dordrecht-PROAV openbaar 17 december 2010 – vaststellingsovereenkomst inclusief artikel H (geheim) 18 januari 2011 - overeenkomst ondertekend met bijlagen Verslagen bestuurlijk overleg van de volgende data 2 juli 2010 17 september 2010 24 februari 2011 26 oktober 2011 13 september 2012 19 november 2012 Verslagen contractoverleg 06 oktober 2011 12 oktober 2011 19 december 2011 9 februari 2012 12 april 2012 14 juni 2012 10 september 2012 11 oktober 2012 Verslagen omgevingsoverleg 27 januari 2011 3 maart 2011 Overig 12 november 2008 – notitie beleidsmedewerker aan wethouder inzake o.a. vervroegde sluiting 1 juli 2009 – notitie Bestuurlijk Overleg voor wethouder 4 november 2009 – Literatuurlijst Derde Merwedehaven Februari en maart 2010 – aantekeningen van overleggen PROAV en Derde Merwedehaven B.V. met Dordrecht van beleidsmedewerker
32
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
6 april 2010 – notitie van beleidsmedewerker op verzoek van CU/SGP statenfractie over Derde Merwedehaven 8 april 2010 – notitie beleidsmedewerker aan wethouder inzake vervroegde sluiting Ongedateerd - Verklaring geheimhouding financiële gegevens PROAV en Derde Merwedehaven B.V. door Dordrecht 1 juli 2010 – notitie beleidsmedewerker voorbereiding bestuurlijk overleg 2 juli 2010 9 juli 2010 – notitie voor MT stadsontwikkeling Dordrecht door beleidsmedewerker over vervroegde sluiting 18 augustus 2010 – notitie beleidsmedewerker aan wethouder inzake Derde Merwedehaven 3 september 2010 – notitie beleidsmedewerker aan wethouder inzake Derde Merwedehaven 13 en 14 september 2010 – mailverkeer beleidsmedewerker en financieel medewerker over inzage afbouwscenario’s 30 november 2010 – notitie voorbereiding adviescommissie van beleidsmedewerker aan wethouder 1 december 2010 – notitie van beleidsmedewerker over de uitkomst van de adviescommissie 17 november 2010 en 6 december 2010 – mailverkeer tussen medewerker JKC en beleidsmedewerker milieu 5 oktober 2011 – notitie Derde Merwedehaven van beleidsmedewerker aan college en raad 5 oktober 2012 – verslag overleg afbouwbedrijf 12 december 2012 – antwoord Gedeputeerde Staten op vragen van PvdA over sluiting Derde Merwedehaven 28 februari 2013 - Memo van het Juridisch Kenniscentrum Drechtsteden inzake doorlopende activiteiten (geheim) 18 maart 2013 – Memo van het afbouwbedrijf, overzicht lopende kwesties Dordrecht Raadsbesluitvorming onderzoeksvoorstellen 18 december 2012 – motie onafhankelijk feitenonderzoek vaststellingsovereenkomst sluiting Derde Merwedehaven 18 december 2012 – motie onderzoek asbesthoudend materiaal 4 maart 2013 – onderzoeksvoorstel Derde Merwedehaven 4 maart 2013 – raadsbesluit 4 maart 2013 – vaststellen onderzoeksvoorstel Derde Merwedehaven
33
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Bijlage 3 Vaststellingsovereenkomst (exclusief artikel H en bijlagen)
34
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
35
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
36
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
37
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
38
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
39
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
40
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
41
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
42
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
Bijlage 4 Brief Derde Merwedehaven B.V. en PROAV
43
FEITENONDERZOEK VASTSTELLINGSOVEREENKOMST DERDE MERWEDEHAVEN
44