GH/VD 01082013 concept
Vaststellingsovereenkomst PARTIJEN:
1. gemeente Heusden, gevestigd te Vlijmen, Julianastraat 34, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester van de gemeente Heusden, de heer Drs. J. Hamming, tevens vertegenwoordigend het college van burgemeester en wethouders alsmede de gemeenteraad voor zover de overeenkomst hun bevoegdheden betreft,
en a. de heer C.A.M. van Delft, geboren te Drunen op 15 november 1948, mevrouw P.S.H. van Delft-van Logten, geboren op 11 augustus 1952, echtelieden, wonende te 5151 AC Drunen, Kleinestraat 29 b. de heer T.A.W. van Delft, geboren te Waspik op 28 januari 1979, wonende te 5151 BB Drunen, Bosscheweg 67a, te dezen zowel handelend: - in privé; en - als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde eigenaren van respectievelijk Berntz vastgoed en J. C.. van Loon Gasservice. De heer C.A.M. van Delft, mevrouw P.S.H. van Delft en de heer T.A.W. van Delft hierna tezamen te noemen: ‘Van Delft’. De heer C.A.M. van Delft en mevrouw P.S.H. van Delft hierna te noemen: ‘C.A.M. van Delft’. De heer T.A.W. van Delft, hierna te noemen: ‘T.A.W. van Delft’. De gemeente en Van Delft hierna tezamen te noemen: “partijen”
OVERWEGENDE DAT: tussen partijen een geschil is ontstaan zoals omschreven in artikel 1 van hun mediationovereenkomst; dit geschil betreft het weigeren van twee bouwvergunningen en het besluit van de gemeenteraad om geen verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor een projectbesluit dat door Van Delft was aangevraagd voor de Bosscheweg; partijen hebben besloten te trachten dit geschil op te lossen door mediation en daartoe in november 2011 een mediationovereenkomst hebben gesloten; in het kader van de mediationovereenkomst gesprekken zijn gevoerd onder leiding van mr. J.E. Lenglet, mediator;
1
GH/VD 01082013 concept
de bedoeling van partijen is een grondtransactie te doen plaatsvinden ter oplossing van het geschil waarbij sprake is van overdracht met gesloten beurzen; partijen gelet op dat uitgangspunt naar aanleiding van de concept vaststellingsovereenkomst gezamenlijk een taxatie hebben doen opstellen waarbij de marktwaarde van de loten in de transactie zijn bepaald, zodat partijen een nadere afweging konden maken bij de beoordeling of de transactie achteraf kan worden beoordeeld als een vorm van staatssteun; partijen het resultaat van hun onderhandelingen en hetgeen zij voor het overige zijn overeengekomen in deze vaststellingsovereenkomst op hoofdlijnen wensen vast te leggen; VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN Artikel 1:
Grondruil c.a.
1.1 De gemeente draagt aan T.A.W. van Delft over een perceel grond, gelegen aan de westzijde van Het Hoog (Touwslager) te Nieuwkuijk ter grootte van ± 10.800 m2, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Vlijmen, sectie N, nummer 3898, hierna te noemen: ‘perceel A’, zijnde een bouwrijp gemaakt perceel 1.2 T.A.W. van Delft draagt aan de gemeente over een perceel grond, gelegen aan de Bosscheweg te Drunen, ter grootte van ± 10.800 m2, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Drunen, sectie L, nummer 6567, hierna te noemen: ‘perceel B’. 1.3 Aan de overeenkomst is een tekening gehecht, waarop perceel A en perceel B schetsmatig zijn weergegeven. De tekening vormt onderdeel van onderhavige overeenkomst en zal door partijen worden geparafeerd. 1.4 Partijen zijn overeengekomen dat de overdracht van de gronden met gesloten beurzen zal plaatsvinden;
1.5 De juridische overdrachten van de percelen A en B vinden plaats ten overstaan van notariskantoor Merkx, Vugts en Vlemmix te Heusden, in twee overdrachten die ook in tijd te onderscheiden zijn, namelijk steeds drie weken nadat de respectievelijke herzieningen als genoemd in de artikelen 2.1 t/m 2.4 van onderhavige overeenkomst, voor de desbetreffende percelen onherroepelijk zijn geworden. 1.6 Alle kosten van de overdracht, waaronder begrepen de notariskosten en het kadastralerecht zijn voor rekening van de gemeente en Van Delft, ieder voor de helft. De verschuldigde overdrachtsbelasting voor perceel B komt voor rekening van de gemeente, met dien verstande dat de gemeente een beroep doet op de vrijstelling 2
GH/VD 01082013 concept
overdrachtsbelasting zoals opgenomen in artikel 15 lid 1 letter c van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970, op basis waarvan de verkrijging van het verkochte, door een publiekrechtelijk rechtspersoon zoals koper, van overdrachtsbelasting is vrijgesteld. De omzetbelasting voor perceel A komt voor rekening van T.A.W. van Delft. 1.7 Zowel perceel A als perceel B zal worden geleverd met alle daarbij behorende rechten en aanspraken (ook die uit hoofde van erfdienstbaarheid als heersend erf) en met alle kwalitatieve rechten, vrij van hypotheken en beslagen en inschrijvingen daarvan. 1.8 Zowel de gemeente als T.A.W. van Delft aanvaarden uitdrukkelijk die lasten en beperkingen kenbaar uit de openbare registers als hiervoor omschreven en die voor partijen uit de feitelijke situatie kenbaar zijn en/of voor partijen geen wezenlijk zwaardere belasting betekenen. 1.9 Partijen garanderen ten opzichte van elkaar het volgende: a. partijen zijn bevoegd tot verkoop en levering van de desbetreffende grond; b. de gronden zijn niet betrokken in een landinrichtingsplan als bedoeld in de Landinrichtingswet en zijn niet ter onteigening aangewezen; c. voor partijen bestaan ten opzichte van derden geen verplichtingen uit hoofde van een voorkeursrecht op optierecht; d. op de gronden rusten de gebruikelijke zakelijke lasten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan; e. aan hen op het moment van het sluiten van de overeenkomst van overheidswege of door nutsbedrijven geen veranderingen betreffende de gronden waren voorgeschreven of aangekondigd, welke toen nog niet waren uitgevoerd; f. perceel A en perceel B zullen ten tijde van de aflevering geheel vrij van huur zijn en/of van huurkoopovereenkomsten of andere aanspraken tot gebruik, leeg en ontruimd en ongevorderd. 1.10 Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakten en de op grond van de ambtshalve kadastrale meting vast te stellen daadwerkelijke oppervlakten, verleent geen van beide partijen een recht op verrekening of op enigerlei ander recht. Bij vorenbedoelde kadastrale meting zal worden uitgegaan van hetgeen is vermeld op de aan deze overeenkomst gehechte situatietekening.
1.11 Partijen dienen de desbetreffende percelen feitelijk te leveren op de datum van notariële overdracht. De feitelijke levering dient te geschieden vrij van hypotheken en beslagen, pacht, huur en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg en ontruimd, tenzij in deze overeenkomst anders is vermeld.
3
GH/VD 01082013 concept
1.12 Het gekochte komt voor risico van de desbetreffende verkrijger bij de notariële overdracht, tenzij de feitelijke ingebruikneming eerder heeft plaatsgevonden, in welk geval het risico vanaf het moment van de feitelijke ingebruikneming overgaat op de desbetreffende verkrijger. 1.13. Partij T.A.W. van Delft heeft om niet het recht van voortgezet gebruik van perceel B tot op moment dat het huidige bedrijf is verplaatst naar het door hem te verwerven perceel A. Met dien verstande dat dit recht in ieder geval vervalt na het verstrijken van de termijn zoals genoemd in art 3.3 van deze overeenkomst..
1.14 Alle baten en lasten komen voor rekening van de desbetreffende verkrijger met ingang van de datum van eigendomsoverdracht. De dan lopende baten en lasten, met uitzondering van de onroerend zaak belasting voor het feitelijk gebruik, zullen tussen partijen naar rato worden verrekend. 1.15 De gemeente verklaart perceel A uitsluitend te hebben gebruikt als opslagterrein voor schone of niet verontreinigde grond ten behoeve van Bedrijventerrein Het Hoog, respectievelijk braakliggend terrein. 1.16 Van een verontreiniging is de gemeente niets bekend, onder meer op grond van: Eigen deskundigheid; Het gebezigde gebruik van het registergoed; Uit de hierboven aangehaalde punten blijkt niet dat perceel A in zodanige mate is verontreinigd met giftige, chemische en/of andere (gevaarlijke) stoffen, dat het aannemelijk is dat deze verontreiniging ingevolge thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak aanleiding zou geven tot sanering of tot het nemen van andere maatregelen. 1.17 T.A.W. van Delft verklaart dat perceel B deel uitmaakt van een perceel, waarop in het verleden een wegenbouwbedrijf was gevestigd. Naar de gesteldheid van de bodem van dit terrein zijn in het verleden meerdere onderzoeken verricht, te weten het saneringsplan d.d. 11 oktober 2006, nr. jopo/wime5/45623, het nader bodemonderzoek d.d. 26 oktober 2000, kenmerk 05082359, het zogenaamde nulsituatie-onderzoek d.d. 24 juli 2000, rapportnummer 00042843, het nader bodemonderzoek d.d. januari 1995, rapportnummer 7372.C0428.AO/R002/JVG/SEP, het nulsituatie-onderzoek daterend van oktober 1992, nummer 92/7372.03/2K. Op 11 oktober 2006 is door J.C. van Loon Gasservice een saneringsplan ingediend, waarvan voornoemde onderzoeken deel uitmaken. Bij besluit van 30 januari 2007 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een beschikking op grond van de artikelen 28, 29, 37 en 39 van de Wet bodembescherming afgegeven, waarna een grondsanering heeft plaatsgevonden. Het saneringsverslag is op 6 september 2011, kenmerk 4
GH/VD 01082013 concept
NB079700044 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Een bevestiging van de goedkeuring is als bijlage aan onderhavige overeenkomst worden gehecht. 1.18 De gemeente verklaart kennis te hebben van de onderzoeken en besluiten genoemd in artikel 1.17 en op de hoogte te zijn van de plaatsgevonden sanering. Noch de onderzoeken noch de sanering vormen een grondslag voor het ontbinden van de overeenkomst. 1.19 De gemeente doet beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting met betrekking tot de overdracht van perceel B. Artikel 2: ·Partiële herziening bestemmingsplannen en bepalingen overige percelen -
-
2.1 Om de vestiging van het gasbedrijf op perceel A te kunnen realiseren is een herziening van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan “Buitengebied” noodzakelijk. (hierna te noemen partiële herziening A) T.A.W. van Delft zal de voor deze herziening benodigde informatie aan de gemeente verstrekken na het verkrijgen van de informatie die voor de herziening noodzakelijk is, neemt de gemeente met in achtneming van de planning, die als bijlage deel uitmaakt van deze overeenkomst, als inspanningsverplichting op zich om alle voor de herziening noodzakelijke werkzaamheden te verrichten. De gemeente brengt het ontwerpbestemmingsplan met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in procedure. De gemeente neemt de inspanningsverplichting op zich te bevorderen dat het ontwerpbestemmingsplan, inclusief eventuele tussentijdse wijzigingen, op de kortst mogelijke termijn in werking treedt en onherroepelijk wordt. . Aan deze overeenkomst is een planning gehecht welke onderdeel uitmaakt van deze vaststellingsovereenkomst, met daarin aangegeven de diverse stappen met daaraan gekoppelde tijdslimiet. Partijen verplichtingen zich jegens elkaar zich hieraan – overmacht uitgezonderd – te houden. De kosten van partiële herziening A komen voor rekening van de gemeente. Indien tijdens de procedure blijkt dat ook andere omgevingsonderzoeken c.q. rapportages nodig zijn, dan worden deze eveneens door T.A.W. van Delft verstrekt. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaakt en alleen in het kader van de planologische procedure nog kan worden gewijzigd. . Vorenstaande publiekrechtelijke medewerking van de gemeente geldt als inspanningsverplichting en laat onverlet de mogelijkheden voor derden om zich (in rechte) tegen het bestemmingsplan te verzetten. Indien derden gebruik maken van de hen toekomende rechtsbeschermingsmogelijkheden zullen partijen onderzoeken op welke wijze de daaruit voor de realisering van het initiatief, waarbij het project Bosscheweg en het project Touwslager onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, voortvloeiende nadelige gevolgen – bijvoorbeeld door aanpassing van het initiatief – kunnen worden ondervangen. Daartoe nemen partijen ook een inspanningsverplichting op zich. Datzelfde zullen partijen doen indien de voor de realisering van het initiatief benodigde publiekrechtelijke medewerking van
5
GH/VD 01082013 concept
overheidsorganen niet (tijdig) afkomt, c.q. verleende publiekrechtelijke medewerking door de bestuursrechter wordt geschorst en/of vernietigd.
2.2. De gemeente heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied het perceel als bedoeld in art. 2.3 buiten het vaststellingsbesluit gehouden. Om die reden zal het vaststellen van de partiële herziening van het bestemmingsplan voor dit perceel (hierna te noemen partiële herziening B) worden opgevat als een programmatische herziening waarvoor Van Delft geen leges verschuldigd is. Ook zal de gemeente geen leges heffen voor de herziening, als bedoeld in art. 2.4 daar de gemeente ten aanzien van dit plandeel in de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State d.d. 26 oktober 2011, nr. 201006997/1/R3, voorziet. T.A.W. van Delft en C.A.M. van Delft vragen niet eerder omgevingsvergunningen aan ter verwezenlijking van de nieuwe bestemming, dan na het onherroepelijk worden van de bestemmingsplannen voor de perceel A respectievelijk de percelen secties L 6564, L 6565 en L 6566. 2.3 In partiële herziening B zal perceel B, teneinde te voldoen aan de recente provinciale eisen met betrekking tot het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit, zoals weergegeven in hoofdstuk 2 van de Verordening Ruimte 2012, de bestemming Natuur krijgen, zodanig dat deze desgewenst als compensatie door de gemeente elders binnen haar grondgebied kan worden ingezet, maar tevens met zodanige bestemmingsregels dat de bestemming geen belemmering oplevert voor de voortzetting van de bedrijfsactiviteiten die na de verplaatsing van het bedrijf van T.A.W. van Delft aan de Bosscheweg toelaatbaar zijn. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Partiële herziening B zal niet eerder dan nadat de onder 2.1 bedoelde partiële herziening A onherroepelijk is geworden, worden vastgesteld, doch uiterlijk zo snel mogelijk na het moment dat de omgevingsvergunning(en), betrekking op het perceel A is/zijn verleend. Ook ten aanzien van dit perceel neemt de gemeente de inspannings- en overlegverplichting op zich als bedoeld in artikel 2.1.
2.4 Perceel Sectie L 6564 (groot 0.08.87 ha) is in eigendom van T.A.W. van Delft. Dit perceel krijgt middels de partiële herziening B de bestemming Wonen. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Perceel Sectie L 6565 en L 6566 is in eigendom van C.A.M. van Delft, met een omvang van 13.596 m2 en grenzend aan perceel B, krijgt middels de partiële herziening B een gewijzigde bedrijfsbestemming conform de aan deze overeenkomst toegevoegde conceptverbeelding 6
GH/VD 01082013 concept
en planregels. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, alsmede bedrijvenlijst, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Ook ten aanzien van deze percelen nemen partijen de inspanningsen overlegverplichting op zich als bedoeld in artikel 2.1.
2.5 Partijen komen overeen dat bij de herinrichting van de overige eigendomspercelen, bedoeld in lid 4 van onderhavig artikel, de huidige in- en uitrit, thans grenzend aan het perceel Bosscheweg 65 te Drunen door en voor rekening van de gemeente zal worden verplaatst naar een locatie, gelegen in het midden van de voorste perceelsgrens van het bedrijfsterrein. Deze verplichting van de gemeente betreft uitsluitend de werkzaamheden die betrekking hebben op de gronden die de gemeente zelf in eigendom heeft. Voorzover de verlegging van de inrit werkzaamheden noodzakelijk maakt op gronden die niet in eigendom zijn van de gemeente, komen deze voor rekening van C.A.M van Delft. De huidige in- en uitrit zal daarna slechts mogen dienen als calamiteitenroute en zal ook als zodanig planologisch worden bestemd, waartoe wordt verwezen naar de voor dit perceel als bindende bijlage geldende bestemmingsregeling, zoals omschreven in artikel 2.4. De nieuwe (vervangende) in- en uitrit dient zodanig gesitueerd te zijn dat ter plaatse slechts één volwassen beuk hoeft te worden gekapt. Hiervoor is een kapvergunning vereist en eventueel een ontheffing in verband met de verkeersveiligheid. Daar deze beuk ligt op grond die in eigendom is van de gemeente, zal de gemeente ervoor zorgdragen dat tijdig doch in ieder geval uiterlijk op het moment dat T.A.W. van Delft zijn huidige gasbedrijf verplaatst naar de locatie Touwslager, beschikt wordt over daartoe strekkende omgevingsvergunningen c.q. vergunningen op grond van de APV. C.A.M. van Delft betaalt aan de gemeente ter compensatie van de te verwijderen beuk en het verwijderen van de beuk een eenmalig bedrag ad € 4910,-. Dit bedrag moet worden voldaan op rekening 28.50.03.909 van de gemeente Heusden bij de BNG te ’s Gravenhage, onder vermelding van “compensatie vellen boom Bosscheweg 67”, binnen 14 dagen nadat de gemeente heeft kenbaar gemaakt te starten met het kappen van de beuk en de compenserende werkzaamheden, waarvan het tijdstip niet eerder mag zijn dan het onherroepelijk worden van de op het gebied B betrekking hebbende partiële herziening. De leges voor de aanvraag van de kapvergunning alsmede de kap en verwijdering van de boom komt voor rekening van de gemeente. 2.6. Op de leges, die Van Delft inmiddels hebben voldaan en waarop de procedures als bedoeld in artikel 4 betrekking hebben, vindt met in achtneming van het bepaalde in de legesverordening een restitutie plaats van 25% zodra de procedures als beschreven in art. 4.1 van deze overeenkomst zijn ingetrokken.
7
GH/VD 01082013 concept
2.7. Indien voor de bestemmingsplanprocedures als bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.5 bedoeld een exploitatieplan wordt opgesteld, zullen hierin geen andere kosten dan die welke zijn genoemd in deze overeenkomst aan Van Delft worden berekend. Artikel 3: Overige verplichtingen Van Delft en Gemeente 3.1 T.A.W. van Delft dient de nodige omgevingsvergunningen (o.a. voor de activiteit milieu, uitweg [indien nodig] en bouwen) aan te vragen ten behoeve van de vestiging van het gasbedrijf op perceel A. Hij zal dit doen uiterlijk binnen een half jaar na het onherroepelijk worden van de partiële herziening A als bedoeld in 2.1 en 2.2 en onverlet hetgeen in artikel 2.2 is bepaald ten aanzien van de aanvraag van omgevingsvergunningen. 3.2 T.A.W. van Delft verplicht zich om binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk worden van de noodzakelijke vergunningen het gasbedrijf voltooid en in gebruik te hebben genomen 3.3 T.A.W. Van Delft verplicht zich om al zijn werkzaamheden, activiteiten en het gebruik ten behoeve van het gasbedrijf op perceel B binnen drie maanden na de dag waarop de in artikel 3.2 bedoelde bebouwing is voltooid en het perceel is ingericht, te beëindigen en beëindigd te houden. 3.4 C.A.M. Van Delft verplicht zich om alle bedrijvigheid, daaronder begrepen die van derden op grond van een met van Delft gesloten overeenkomst, die in strijd is met de bestemmingomschrijving zoals opgenomen in de voorgenomen herziening B als bedoeld in 2.4 op zijn eigendomspercelen zoals bedoeld in artikel 2.4 te (laten) beëindigen, zo snel als redelijkerwijs mogelijk, doch uiterlijk binnen één jaar nadat partiële herziening B onherroepelijk is geworden. 3.5 T.A.W. van Delft levert perceel B vrij van verharding en ook overigens in een staat die geschikt is voor de nieuwe bestemming natuur, in ieder geval inhoudende dat hij er zorg voor draagt dat er geen objecten in de grond achterblijven die de aanplant van bomen en andere groenelementen belemmeren. 3.6 T.A.W. van Delft is verplicht om perceel A in te richten volgens het door de gemeente goedgekeurde inrichtings-/landschapsplan, welk plan onderdeel uitmaakt van onderhavige overeenkomst en de voor dit gebied te maken partiële herziening A, waarin het realiseren en in standhouden van het inrichtings-/landschapsplan als een zgn. voorwaardelijke verplichting is opgenomen. 3.7 Vervreemding van perceel A, dan wel de vestiging van welk recht dan ook op de onroerende zaak, laat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van T.A.W. van Delft 8
GH/VD 01082013 concept
ten aanzien van de instandhouding van de landschapselementen conform het landschapsplan onverlet. 3.8 3.8.1. T.A.W. van Delft en C.A.M. van Delft worden verplicht en dienen zich te verbinden jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in onderhavige overeenkomst bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een beperkt recht, niet zijnde een recht van hypotheek, aan de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde op te leggen. Hiervoor dient koper het bepaalde in de desbetreffende notariële akte woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van €250,- per dag met een maximum van €10.000,-, ten behoeve van de gemeente. Naast deze boete heeft de gemeente de bevoegdheid om nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen. Het verbeurd worden van de boete ontslaat de initiatiefnemer niet van zijn verplichting om alsnog te voldoen aan het bepaalde in dit artikel. 3.8.2. Op gelijke wijze als in artikel 3.8.1 bepaald, verbindt koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de daartoe in de koopovereenkomst aangewezen artikelen, als de in 3.8.1 en 3.8.2 opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder dient daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan te nemen. 3.9
T.A.W. van Delft is verplicht om gelijktijdig met de akte van levering lid te worden van de vereniging Parkmanagement en jaarlijks een geldelijke bijdrage te betalen. De hoogte van die bijdrage voor het gezamenlijk beheer zal door de Stichting Parkmanagement worden bepaald.
3.10
Bij toerekenbare tekortkoming door C.A.M. van Delft ten aanzien van de verplichting zoals opgenomen in art 3.4 van deze overeenkomst, is deze na schriftelijke ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten gunste van de gemeente zonder rechterlijke tussenkomst een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van €100.000,00.
3.11 Perceel A dient door de gemeente in bouwrijpe staat aan T.A.W. Van Delft te worden geleverd. Artikel 4:
Lopende procedures
4.1 De procedures bij de rechtbank te ’s-Hertogenbosch onder nummer 10/2126, 10/1084 en 10/3057 worden ingetrokken na instemming van de gemeenteraad met deze vaststellingsovereenkomst ingetrokken. De rechtbank wordt door Van Delft uiterlijk op 18 september schriftelijk van deze intrekking op de hoogte gesteld. 9
GH/VD 01082013 concept
Artikel 5: Staatssteun Partijen hebben op basis van de taxatie van de objecten betrokken bij de grondruil als bedoeld in deze overeenkomst geconcludeerd dat geen sprake is van (een vermoeden van) staatssteun en/of dat ruimschoots wordt voldaan aan de zgn. minimus-eis. Artikel 6:
Geschillen en ontbinding
6.1 Indien onherroepelijk zou blijken dat onderhavige overeenkomst slechts gedeeltelijk wordt of kan worden uitgevoerd, daaronder begrepen dat zulks geschiedt uitspraken van de bestuursrechter c.q. de Raad van State, verbinden partijen zich tot nader overleg. De gemeente Heusden zal binnen 6 maanden na de uitspraak het/de desbetreffende bestemmingsplan(en) zodanig herzien dat zoveel mogelijk tegemoet gekomen wordt aan het oordeel van de bestuursrechter c.q. de Raad van State en de uitgangspunten van deze overeenkomst. Deze publiekrechtelijke medewerking van de gemeente geldt als inspanningsverplichting en laat onverlet de mogelijkheden voor derden om zich (in rechte) tegen het bestemmingsplan te verzetten. Indien derden gebruik maken van de hen toekomende rechtsbeschermingsmogelijkheden zullen partijen onderzoeken op welke wijze de daaruit voor de realisering van het initiatief, waarbij het project Bosscheweg en het project Touwslager onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, voortvloeiende nadelige gevolgen – bijvoorbeeld door aanpassing van het initiatief – kunnen worden ondervangen. Daartoe nemen partijen ook een inspanningsverplichting op zich. Datzelfde zullen partijen doen indien de voor de realisering van het initiatief benodigde publiekrechtelijke medewerking van overheidsorganen niet (tijdig) afkomt, c.q. verleende publiekrechtelijke medewerking door de bestuursrechter wordt geschorst en/of vernietigd.
6.2 Indien één van de partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende ten minste één maand tekort komt in de nakoming van zijn/haar uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, heeft de nadere partij het recht de overeenkomst te ontbinden, tenzij deze alsnog binnen een maand uitvoering van deze overeenkomst verlangt.
Artikel 7:
Schadevergoeding en kosten
7.1 Partijen verklaren over en weer geen enkele aanspraak te maken op vergoeding van schade, in welke vorm en benaming dan ook, met uitzondering van planschadekosten. 7.2 De Gemeente zal T.A.W. Van Delft schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om vergoeding van schade als bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling 6.1 Wro welke voortvloeit uit partiële herziening A Afhandeling van enig schadeverzoek zal plaatsvinden conform de door de raad vastgestelde Verordening planschadeprocedure. Dit impliceert dat ook T.A.W. Van
10
GH/VD 01082013 concept
Delft rechtsmiddelen kan instellen in de procedure in het kader van de vaststelling van de hoogte van eventuele schade. 7.3 T.A.W. Van Delft verbindt zich om aan de Gemeente het totale bedrag te compenseren van de schade als bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling 6.1 Wro die onherroepelijk voortvloeit uit partiële herziening A. 7.4 De Gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke vaststelling van planschade die voortvloeit uit het in artikel 6.2 bedoelde planologische besluit het bedrag schriftelijk aan de verzoeker meedelen. Ter uitvoering van het in artikel 6.3 bepaalde verplicht de Initiatiefnemer zich het desbetreffende bedrag na iedere mededeling van de Gemeente over te maken binnen twee weken na verzending van de mededeling door storting op rekening 28.50.03.909van de gemeente Heusden bij de BNG te ’s-Gravenhage onder vermelding van planschadekosten “Touwslager”. 7.5 De kosten van onderhavige mediationprocedure zullen door partijen worden gedragen conform hetgeen overeengekomen is in de mediationovereenkomst. De kosten voor de ten behoeve van deze overeenkomst uitgevoerde taxatie komen voor rekening voor Van Delft en de gemeente, ieder voor de helft. Verder draagt iedere partij de eigen kosten, die gemaakt zijn in verband met het onderhavige geschil.
Artikel 8 : Mediationovereenkomst, vaststellingsovereenkomst 8.1.De mediationovereenkomst, inclusief het reglement dat daarvan deel uitmaakt, blijft volledig van kracht, inclusief de geheimhoudingsbepaling. 8.2. De geheimhouding strekt zich niet uit tot de vaststellingsovereenkomst. Artikel 9:
Bekendheid overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis hebben genomen van de in deze overeenkomst aangehaalde bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst.
11
GH/VD 01082013 concept
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud op …………..2013
Van Delft,
De gemeente,
C.A.M. van Delft
drs. J. Hamming
P.S.H. van Delft – van Logten
T.A.W. van Delft
Bijlagen: Tekening van de over te dragen percelen Inrichtings-/Landschapsplan Goedkeuring GS nazorgplan Ontwerp verbeelding, regels en Staat van bedrijven t.b.v. partiële herzieningen (bedrijf, gasbedrijf, wonen en natuur)) Planning div. planherzieningen intrekkingsverklaring
12