(In)effectiviteit van Angstcommunicaties
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem
(In)effectiveness of Fear Arousing Communications in Reducing Physical Inactivity: Role of Attitude Functions, Self-Monitoring and Self-Esteem
Jolande Lok Open Universiteit Nederland
Eerste Begeleider: dr. Natascha de Hoog Tweede Begeleider: dr. Mark Hommes
April 2011 Faculteit Psychologie Afstudeerrichting Klinische Psychologie
Studentnummer 838459779
1
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties Inhoudsopgave Samenvatting
4
Summary
5
Inleiding
6
Lichamelijke Inactiviteit
7
Gedragsverandering
8
Voorlichting
8
Fear appeals
9
Verklaringsmodellen angstcommunicaties
9
Fear appeals in gezondheidinterventies
13
Attitude en Attitudefuncties
13
Persoonlijkheidskenmerken Self-esteem en Self-monitoring
15
Relatie attitude, self-esteem en self-monitoring
17
Effectiviteit van Fear Appeals
17
Onderzoek
19
Doelstelling onderzoek
19
Vraagstelling onderzoek
20
Begrippenomschrijving onderzoek
20
Hypothesen
21 23
Methode Onderzoeksgroep
23
Design
23
Manipulatiemateriaal en Meetinstrumenten
24
Onafhankelijke variabelen
25
Afhankelijke variabelen
25
2
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties Modererende variabelen
26
Controlevariabelen
28
Procedure
28
Analyse
29
Manipulatiecheck
29
Hypothesetoetsing
30
Resultaten
30
Kenmerken van de Onderzoeksgroep
30
Analyse Controlevariabelen
31
Algemene Statistieken
32
Manipulatiecheck
33
Hypothesetoetsing
33
Discussie
35
Conclusie
39
Kanttekeningen
39
Aanbevelingen
40
Literatuur
42
Bijlage 1: Figuur 1 (conceptueel model)
49
Bijlage 2: Tabel 1: Beschrijvende statistieken gebruikte schalen
50
Tabel 2: Correlaties variabelen
51
Tabel 3: Resultaten analyse van effect van ernst op attitude met
52
self-monitoring en self-esteem als interactievariabelen Tabel 4: Resultaten analyse van effect van attitude op intentie Bijlage 3: Vragenlijst (instructie, vragenlijst, debriefing)
53 54
3
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties
4
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem Jolande Lok
Samenvatting In een pre-experimenteel onderzoek is met het stadiamodel (Das, De Wit & Stroebe, 2003; De Hoog, Stroebe & De Wit, 2005; Stroebe, 2000) als theoretisch kader nagegaan wanneer angstcommunicaties effectief zijn in het veranderen van lichamelijke inactiviteit en welke rol (instrumentele, sociale-identiteit en behoud-van-eigenwaarde) attitudefuncties en selfmonitoring en self-esteem hierbij spelen. De onderzoeksgroep bestond uit 94 respondenten, 32 mannen en 62 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 47 jaar. Nadat deelnemers willekeurig over een milde en zware ernstconditie verdeeld waren, vulden ze eenmalig een vragenlijst in (nameting). Attitudefuncties, ernst, kwetsbaarheid en intentie werden gemeten met zelfgeformuleerde items; self-esteem met de Rosenberg’s Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1965), en self-monitoring met de Revised Self-Monitoring Scale (Lennox & Wolfe, 1984). Ernst werd halverwege de lijst gemanipuleerd met een tekst die ernstige of minder ernstige gezondheidsgevolgen van lichamelijke inactiviteit beschreef. Uit de analyses bleek dat ernst geen effect had op de drie attitudes en dat self-monitoring en self-esteem geen modererend effect hadden op de relatie tussen ernst en attitude. Echter, kwetsbaarheid en de drie attitudes voorspelden de intentie voldoende te gaan bewegen. Beperkingen van het onderzoek worden besproken en enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek worden gedaan.
Keywords: angstcommunicatie; stadiamodel; attitudefuncties; ernst; kwetsbaarheid; intentie; self-monitoring; self-esteem; lichamelijke inactiviteit.
(In)effectiviteit van Angstcommunicaties
5
(In)effectiveness of Fear Arousing Communications in Reducing Physical Inactivity: Role of Attitude Functions, Self-Monitoring and Self-Esteem Jolande Lok
Summary The pre-experimental study examined when fear arousing communications are effective in reducing physical inactivity, and what role (utilitarian, social identity, and self-esteem maintenance) attitude functions and self-monitoring and self-esteem play, using the stage model as theoretical base. The population consisted of 94 participants, 32 male and 62 female, the mean age was 47. After the respondents were randomly assigned to a high or low severity condition, they filled in a questionnaire (posttest). Attitude functions, severity, vulnerability and intention were measured by self-made items; self-esteem was assessed with the Rosenberg’s Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1965), and self-monitoring with the Revised Self-Monitoring Scale (Lennox & Wolfe, 1984). Halfway though the questionnaire severity was manipulated by a message describing very severe health consequences or less severe health consequences of physical inactivity. Analyses showed that there was no effect of severity on the three attitudes and no moderation effect of self-monitoring and self-esteem on the relation between severity and attitude. However, vulnerability and the three attitudes did predict the intention to exercise. Limitations of the research were discussed and some recommendations for further research were made.
Keywords: fear arousing communication; stage model; attitude functions; severity; vulnerablity; intention; self-monitoring; self-esteem; physical inactivity.