Heel veel zin Column van Marcel van Roosmalen, uitgesproken tijdens Kenniscafe NISB Live! ‘ Binden en behouden jongeren bij sport’ op 9 december 2015 in jongerencentrum LevelZ in Zwolle. Als ik mijn beroep opnieuw zou mogen kiezen was ik weer in Arnhem geboren. Dat ik later columnist ben geworden, daar heb ik vanavond spijt van gekregen. Ik kan u veel spannende verhalen over dat beroep vertellen, maar de waarheid is dat ik de hele avond achter een computer heb gestaan. Achter een statafel, omdat dat volgens het NISB beter voor mijn lichaam is. In een buitenwijk. Ergens in Zwolle. In een jongerencentrum waar een avond werd georganiseerd met de pakkende naam ‘Jongeren binden en behouden bij sport’. De opdracht aan mij was: ‘schrijver vat de avond op een grappige manier samen. Houdt u ons eens een spiegel voor.’ Ik kan u nu vast zeggen: dat is niet gelukt. De reden? Laten we het er op houden dat 33 sprekers over het thema ‘binden en behouden’ te veel is voor een leuk voorleesverhaal, en als ik eerlijk ben ook voor een leuke avond. Van deze avond heb ik maar drie dingen onthouden: Iedereen stopt met hockeyen als hij 18 wordt. Bij de tennisclub krijg je gratis pannenkoeken Jongeren willen een prikbord naast de kleedkamerdeur om op te kijken, maar kijken daar niet op als het er hangt. De avond begon. Een jongen met een bril en een groene blouse kwam het podium op. Ik kende hem nog, hij heette Peter. We hadden elkaar aan het begin van de avond een handje gegeven. Hij werkte bij het NISB, hij ging de boel aan elkaar praten en hij had er zin in. Heel veel zin. “En jij?”, vroeg Peter. Het leek me het beste om te zeggen dat ik er ook heel veel zin in had. Peter zei dat we gingen beginnen . Hij vatte het probleem, de stelling, hetgene waar we het over gingen hebben als volgt samen: “Er zijn
jongeren die sporten en er zijn jongeren die niet sporten.” Daarna zei hij iets wat me verbaasde: “Het onderwerp ‘Jongeren binden en behouden bij sport’ leeft in Nederland, maar ook buiten Nederland. De mensen zijn echt benieuwd naar wat zich hier afspeelt vanavond.” De opdracht was duidelijk: “Laten we twitteren en vergeet niet om #nisblive in je tweet te zetten.” Er werden ons twee mensen aangekondigd met verstand van binden en behouden. Het waren Gerda en Sanne. Ze droegen beiden een jurk en een bril en ze hadden sombere grafieken meegenomen. Gerda trapte af met een tekening van een schuine streep naar beneden die ‘de skihelling van NOCNSF’ werden genoemd. Sanne kwam met cijfers. Zwolse cijfers. Die waren nog somberder. Ze gaf twee redenen waarom Zwolse jongeren stoppen met sporten: 1) Jongeren krijgen een baantje, bijvoorbeeld vakkenvullen. 2) Jongeren hebben het te druk met vrienden Op een wit doek verscheen ter ondersteuning een voor mij totaal onduidelijk vierkant met daarin allemaal kriskras door elkaar geschreven ‘kernwoorden’ die jongeren zeiden op de vraag waarom ze gestopt waren met sporten. Dit was niet te ontcijferen. Het was dan ook heel gemeen van die Sanne dat ze toen zei: “Ik denk dat jij daar meer over gaat vertellen, he Gerda? ” Gerda, ook niet gek, antwoordde: “Ik kan daar kort over zijn, Sanne: er is niet een gouden ei, er is niet een oplossing. Er zijn acht stappen.” Op hetzelfde scherm verscheen nu een tekening van een taart, waaruit acht punten waren gesneden. Dat waren acht punten te veel. Ik dacht aan de acht voetbalwedstrijden die ik vanavond miste. Dat waren: Bayer Leverkusen – Barcelona
AS ROMA – Bate Borisov Dynama Zagreb – Bayern Munchen Olympiakos – Arsenal Dynamo Kiev – Maccabi Tel Aviv Chelsea – Porto Valencia – Lyon AA Gent Sint Petersburg Art Langeler, de oudtrainer van PEC Zwolle die tegenwoordig bij PSV werkt, stond opeens op het podium. Heel zelfverzekerd. Hij kwam vaak bij amateurclubs over de vloer en sprak daar graag en veel in het openbaar. Hij sprak graag puntsgewijs. Hij hoorde bij voetbalclubs altijd dezelfde verhalen. 1) 2)
Veel jongeren verlaten de club. We hebben te weinig vrijwilligers.
Over punt 1 zei hij dat daarvoor drie oorzaken bestonden: 1) 2) 3)
Ze hebben een baantje Ze hebben te veel verplichtingen Ze studeren
Daarna zei Art iets wat ik onthield: Zwolse jongeren konden best wat minder trainen omdat er, op PEC Zwolle na, toch geen prestatiegerichte voetbalclubs in Zwolle waren. “Het maakt dus niet uit hoe vaak ze trainen.” Hier werd meer dan honderd jaar Zwolse sportgeschiedenis in een zin samengevat. Vervolgens maakte Art zich populair onder zijn minder succesvolle collega’s – “Het popt zomaar bij me op.” door te stellen dat trainers wel wat meer mochten doen voor minder salaris. Bij mij popte ondertussen ook van alles op. Ik miste vanavond bijvoorbeeld acht voetbalwedstrijden: Bayer Leverkusen – Barcelona
AS ROMA – Bate Boresov Dynama Zagreb – Bayern Munchen Olympiakos – Arsenal Dynamo Kiev – Tel Aviv Chelsea – Porto Valencia – Lyon Gent Sint Petersburg Presentator Peter zei voor de zekerheid maar even wat hij van het verhaal van Art Langeler vond: ‘Ik vond het persoonlijk een heel mooi verhaal. Als ik vijftien zou zijn, zou ik zin krijgen om lid te worden van een sportvereniging.’ De mensen in de zaal werden in groepjes verdeeld om de volgende vraag te beantwoorden: “Zijn de trainers van jullie club in staat om dit neer te zetten? Welke onderdelen kan je gebruiken als club?” Daaronder stond weer die hashtag: nisblive Ik keek op mijn mobiele telefoon. Er hadden al vier mensen getwitterd, twee ervan werkten bij het NISB Via twitter kwam een vraag binnen van een medewerker van NISB die niet aanwezig was. Die vraag werd door een andere NISBmedewerker heel enthousiast hardop voorgelezen. De twitteraar vroeg zich af hoe Art aankeek tegen het Zweedse experiment om de score bij jeugdvoetbalwedstrijden niet meer bij te houden. Art vond dat een heel goed idee. Misschien moest Art maar bondscoach worden, dacht ik. Kregen we met z’n allen weer zin in het Nederlands elftal omdat het zo lekker bevrijd speelt. Voor de situatie in Zwolle maakte het verder niets uit: ze hoefden daar niet te trainen, ze deden er niet aan prestatiesport. In de pauze sprak ik verschillende mensen, de meesten waren beroepshalve erg betrokken bij de thematiek. Wat ik grappig vond is dat de meesten onbedoeld humoristisch waren door ongevraagd te zeggen wat ze van het thema ‘binden en behouden’ vonden. Dat je iemand ziet als je de deur van de wc opentrekt en dat die dan zegt: “Ik bedenk interventies om mensen van de uit- naar de aanknop te krijgen.”
Maar het allerliefste vond ik die mevrouw, die met dat rode krulhaar daar, die me in de pauze een tomaatje aanbood en vroeg of ik het leuk vond om in het donker achter een statafel in een jongerencentrum in een buitenwijk van Zwolle te staan typen. U vindt dat een leuke vraag, en dat begrijp ik, maar voor het eerst in jaren kreeg ik zin om te bewegen. Niet slaan, natuurlijk niet, maar om hard weg te rennen. Dat ik dat niet heb gedaan, heeft maar een reden. Ik zou niet weten welke kant op, want waar in godsnaam is hier in de buurt een station?