Gerefonneerde Scholengemeenschap Randstad
inspireren
I :Sleren Jaarstukken 2014
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
~KPMGAudit
Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 (medel betrekking heett. Paraaf voor ident1ficat1edoele1nd KPMG Accountants N.V .
~ ·
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag van de Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland. In dit verslag wordt verantwoording afgelegd over het jaar 2014. Elle dag wordt er binnen beide vestigingen van de GSR (Rotterdam en Rijswijk) hard gewerkt door leerlingen, medewerkers, ouders en vrijwilligers om van de GSR een mooie school te maken die gaat voor kwaliteit en voor identiteit. Er gaat dan ook veel waardering uit naar de leerlingen, medewerkers, ouders en vrijwilligers. We zijn dankbaar dat we ook in 2014 gereformeerd onderwijs hebben kunnen geven aan kinderen van betrokken christenen in de regio Rotterdam en Rijswijk. We kunnen in dankbaarheid terug zien op een goed en door God gezegend jaar.
C.A. Klapwijk, Bestuurder/Directeur
~KPMGAudit
Document waarop ans rapport d.d.
- 3 JUNI 2015
~
(medel betrekking heett. . Paraal voor ident1!1ca11edoeleinden KPMG Accountants N .V.
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
lnhoudsopgave Kort verslag van de Raad van Toezicht over 2014
2
Jaarverslag
5
Kerncijfers
15
Financiele informatie
16
Jaarrekening
26
Balans per 31 december 2014
27
Staat van baten en lasten over 2014
28
Kasstroomoverzicht over 2014
29
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014
30
Overige gegevens
52
~ KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015
~
{mede) betrekking heeft. Paraaf voor ident1ficat1edoeleinde · ] KPMG Accountants N.V. IL
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Kort verslag van de Raad van Toezicht 2014 Raad van Toezicht/College van Bestuur
Raad van Toezicht/ College van Bestuur Als gevolg van de wet 'goed onderwijs, goed bestuur' is met ingang van 1 augustus 2011 het bestuur en het toezicht op het bestuur in twee bestuursorganen gescheiden. Het College van Bestuur {CvB) is verantwoordelijk voor het besturen van de vereniging en de school. De vereniging heeft een Raad van Toezicht (RvT) ingesteld. De RvT houdt toezicht op het CvB. De RvT bestond in 2014 uit zes leden : • Peter van Duijvenbode • Alexander van Horssen • Jop Versteegt • Jan Hendriks (vicevoorzitter) • Albert van Wijk (voorzitter) • M artin van Middelkoop, in oktober opgevolgd door Carola Schouten. De RvT heeft in 2014 zeven keer samen met het CvB vergaderd. Ontwikkeling RvT/CvB Naast onderwerpen als financien, onderwijs en identiteit is ook elke vergadering gesproken over de ontwikkeling van de nieuwe rollen die de leden van RvT en het CvB innemen . Het is goed om te zien dat het lukt om vanuit de nieuwe rollen ook invulling te kunnen geven aan het besturen (CvB) en het toezien op het bestuur (RvT). Daarbij let de RvT op zijn eigen samenstelling. Met name bij vacatures worden kandidaten getoetst aan het toetsingskader en de passende profielen van de toezichthouder. Voor wat betreft de samenstelling van de RvT: na het aftreden van een lid (Martin van Middelkoop)en de toetreding van een nieuw lid (Carola Schouten) 2014 bleef de RvT evenwichtig van samenstel ling gelet op de gewenste spreiding van competenties. Ook het afgelopen jaar is er sprake van een sterke professionalisering van de RvT en het CvB van de GSR. Door het CvB is een opleiding gevolgd en afgerond : de (universitaire) Master of Management in Education (MME}. De opleiding startte in maart 2013 en werd afgerond in december 2014. Het programma bestond uit drie thema's: positioneren, organiseren en verantwoorden en leiderschap. De opleiding werd afgerond met een masterthesis. Tevens is er een aantal commissies gevormd die bezet zijn door leden van de RvT. Dat zijn de commissies Audit (Jop en M artin/Carola), ldentiteit (Peter en Alexander) en Onderwijs I Kwaliteit (Jan en Alexander). Deze comm issies bereiden, veelal in samenspraak met de bestuurder, het desbetreffende onderwe rp, voor de vergaderingen van de Raad van Toezicht voor. Uiteindelijk is het collectief van de Raad van Toezicht eindverantwoordelijk. Resultaten Oak in 2014 is het CvB gelukt om een sluitende begroting te presenteren aan de RvT. De RvT houdt toezicht op het verloop van de begroting of de~filil'€iil~afgesproken kaders blijft, wat oak gelukt is. Specifieke aandacht is er voor de tn~t~IMlfiri if uwe 1 leerlingen en de impact daarvan op de financiele balans van de schB&J~/rl~~f,'d~ ~!rr~rt d.d. afgelopen j aar verscherpt als ook een verbeterd financieel inzicht gerea liseerd met specifieke sturing op resultaten. We hebben in nauwe samenwerking met CvB.mJg~ ~e28tJi aan het introduceren van een financieel sturingsmodel welke vanaf 2015 geeffectueerd zal warden. Er~
Rf>Uflp},{11g
(medel betrekking heeft. Paraaf voor identificat1edoeleinden KPMG Accountants N.V .
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
is gepaste zorg over de toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de toestroom van nieuwe leerlingen. De investeringen in marketing hebben helaas niet geleid tot het gewenste effect. De RvT heeft met het CvB afspraken gemaakt dater (bezuinigings)maatregelen getroffen worden, als de aangroei van leerlingen achterblijft. Managementcontract In 2014 zijn stappen gezet tot het opstellen van een managementcontract. Dit was een eerste oplevering om de verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden tussen het CvB en de RvT in kaart te brengen. In principe is de cyclus van een managementcontract een jaar, zij het dat somm ige (streef)doelen een langere periode beslaan. Het managementcontract is een zakelijke afspraak tussen t wee partijen . Het contract kent meerdere onderdelen. Het eerste deel is toegespitst op het strategisch beleid van de school, het tweede dee I komt voort uit het toezichtkader waarbij de diverse grotere sub domeinen (financien, onderwijs en identiteit) zijn opgenomen . Als onderliggende documenten voor het managementcontract zijn gebruikt: Toezichtkader RvT; Verslag en afspraken vanuit jaarlijks gehouden functione ringsgesprek Rvt- CvB; Strategisch beleidsplan; Overige beleidsdocumenten zoals financieel jaarverslag, identiteitsplan. ldentiteit In het boekje 'lnspireren tot leren' zijn de uitgangspunten en de beleidsdoelstellingen beschreven op het terrein van de -levensbeschouwelijke- identiteit van de school. Voor de RvT is dit een aangelegen onderwerp en object van toezicht. De levensbeschouwelijke grondslag van de vereniging waarvan de school uitgaat, is immers de legitimatie van de school. Het toezicht is er op gericht dat de identiteit aantoonbaar is in alle beleidsterreinen van de school. Het CvB is daarvoor het verantwoordelijke orgaan. De RvT ziet er op toe dat het identiteitsbeleid door het CvB en school wordt gerealiseerd. Daarop bevraagt de RvT het CvB. Als er in dit verband dilemma's voordoen, dan is de RvT klankbord en 'sparring partner' voor het CvB. De RvT erkent daarbij samen met het CvB het grate belang van toepasselijk personeelsbeleid. Met name onderwijsgevenden zijn belangrijke identiteitsdragers in de school. Het beleid is er dan ook op gericht om medewerkers periodiek te scholen op dit t errein. Maar ook de RvT en het CvB organiseren periodiek bezinningsmomenten om te kunnen beoordelen of het identiteitsbeleid 'up to date' is. De school staat in de gereformeerde traditie en wil dat continueren. Dat vereist voortdurend doordenking tussen RvT en CvB wat dat betekent voor de school en zijn geledingen. Naast het interne identiteitsbeleid heeft dat beleid ook een externe betekenis, waar de RvT samen met het CvB een rol wil vervull en. Welke relaties willen wij onderhouden met gereformeerde scholen in de regio. Te den ken is aan het toeleverend gereformeerd basisonderwijs, maar evenzeer het toeleverend prot. chr. basisonderwijs. Welke relaties zijn nuttig en noodzakelijk met reformatorisch, evangelisch en prot. chr. voortgezet onderwijs in de regio. De GSR maakt deel uit van de landelijke koepelvereniging LVGS. Afstemming van het identiteitsbeleid in dat verband komt ook regelmatig aan de orde. Ook al is dat inhoudelijk primair een bestuurlijke aangelegenheid, de RvT zal toe7JiT~i:.cJE~nde perspectieven van die verschillende relaties. k~ Gelet op de gereformeerde traditie van de GSR is er bij bestuur en tolffiMfu6.kJdttiidacht voor ontwikkelingen in de kerkelijke verbanden waarmee de school zich v~~iWmh"«l~e't>. ip.f\§eWePrt d.d. die relatie niet een primair aa ndachtsgebied is voor toezicht en bestu'!.r ~s ~fi1i P 11IBi-lkenba ar dat kerkelijke ontwikkelingen gevolgen hebben voor de school. De RvT z~ I lHmiefi''d~ t er een
~
(mede) betrekking heett. Paraaf voor ident1ficat1edoeleinden· KPMG Accountants N.V. 3
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
zekere harmonie blijft bestaan tussen de identiteit van de school en de kerken van waaruit zij is voortgekomen en waarmee zij zich nag steeds verbonden weet. Het beleidsplan 'lnspireren tot leren' wordt in het overleg van RvT en CvB periodiek geevalueerd . lndien uit de evaluatie blijkt dater principiele veranderingen nodig zijn die de vereniging raken, dan wordt overleg met de ledenvergadering georganiseerd . In de loop van het cursusjaar 2013-2014 zijn voorbereidingen getroffen om aan het eind van dat cursusjaa r een nieuw geschreven identiteitsbeleidsplan gereed te hebben. Daarbij heeft de commissie identiteit de hulp ingeroepen van verschillende stakeholders op dit terrein die hun bijdrage hebben geleverd. Daarnaast heeft de commissie de expertise ingeroepen van de Universiteit van Kampen. De RvT zal dat plan goedkeuren en het CvB zal het plan daarna vaststellen.
Contacten met de MR De RvT heeft besloten minstens eenmaal per jaar in contact te treden met de medezeggenschapsraad {MR). Oak dat heeft in 2014 plaatsgevonden. Aan de orde is dan of het formele en geregelde overleg tussen CvB en MR reglementair en naar t evredenheid verloopt.
kPMtJ
KPM G Audit Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 ~
(medeJ betrekking heeft.
Paraaf voor idenrificat1edoele1nde · KPMG Accountanls N v.
4
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Jaarverslag Het bestuur van de Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland biedt hierbij haar jaarverslag aan voor het boekjaar dat geeindigd is op 31december2014. Algemene informatie De Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad is een school voor voortgezet onderwijs in de Randstad met twee vestigingen, Rotterdam en Rijswijk. Visie GSR De GSR is een school voor voortgezet onderwijs voor betrokken christenen, die voor hun kinderen Bijbelgetrouw onderwijs zoeken dat aansluit bij hun opvoeding. Ouders verwachten va n de school naast identiteit vooral kwalitatief goed onderwijs. Dat sluit aan bij onze ambitie om een van de beste scholen in de regio te zijn. De GSR biedt onderwijs en vorming om jongeren voor t e bereiden op hun plaats als christen in de same nleving. De ond erwijsconcepten van de GSR zijn er op gericht om leerlingen hun door God gegeven gaven en t alenten te laten ontwikkelen. Kwaliteitsverbetering dient hierin een continu proces te zijn. Missie van de GSR
Toerusten Uitdagen Voorbereiden
KPMG Audit Document waarop ons rappo rt d.d
- 3 JUNI 2015
~
(medel betrekking heeft. Paraaf voor 1dentihca11edoele1nde KPMG Accountants N.V
5
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Toerusten Uitdagen Voorbereiden
• vanuit Bijbels perspectief onderwijzen en vormen van leerlingen • het realiseren van onderwijsleersituaties waarbij de leerling uitgenodigd wordt om zijn/haar mogelijkheden optimaal te ontwikkelen • het bieden van een veilige oefenplaats
Ontdekken Leren Ontwikkelen
• leerlingen kijken naar de wereld waarin ze leven, beschrij ven wat ze zien en leren de betekenis ervan te begrijpen vanuit een Bijbels wereldbeeld • leerlingen verkrijgen kennis en vaardigh eden • leerlingen ontplooien hun gaven en talenten
Verwondering Diploma Zelfstandigheid , 1
• de leerling is onder de indruk van de schepping en zijn Schepper • het diploma staat voo r kennis en vaardigheden op het niveau zoa ls beschreven staat in wet- en rege lgeving • de leerling is in staat om die verantwoordelijkheid te nemen en te dragen die past bij zijn leeftijd
l nspireren tot leren Met het motto 'inspireren tot leren' wordt duidelijk dat de gereformeerde identiteit en goed kwalitatief onderwijs de twee belangrijkste pijlers zijn. Medewerkers van de GSR laten zich inspireren door Gods Woord en geven als identiteitsdrager daar invulling aan op de school. Aanduiding kernactiviteiten De Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad (GSR) is een brede scholengemee nschap voor voortgezet onderwijs. Oat betekent dat er onderwijs kan worden aangeboden op de nivea us van vmbo (basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en theoretische leerweg), havo en vwo. Op 1 oktober 2014 bedroeg het lee rlingaant al inclusief VAVO-leerlingen 1250 (2013: 1.248). Juridische structuur De rechtspersoon lijkheid van de GSR is een verenigingsvorm. De vereniging is opgericht in 1956 t e Rotterdam en is in 1971 verder gegaan als Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland. In 1958 ging de eerste klas van st art van het Gereformeerd Lyceum in Rotterdam. Twee j aar daarvoor was al de Ge ~)~V/~ Mulo te Rotterdam begonnen.
.
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015
d
(medel betrekking heeft . Paraal voor 1den;1f1cat1edoele1nde KPMG Accountant> N V
6
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Beide scholen gingen bij de komst van de Mammoetwet (1968) samen op in de Gereformeerde Scholengemeenschap Rotterdam. Sinds 1960 bestond in Rijswijk de Gereformeerde Mula. Beide scholen fuseerden in 1994 tot de huidige GSR. Organisatiestru ctu ur De wet 'goed onderwijs, goed bestuur' vereist dat met ingang van 1 augustus 2011 het bestuur en het toezicht op het bestuur gescheiden zijn. Sinds 1 augustus 2011 is het Raad van Toezichtmodel ingevoerd. Het College van Bestu ur is verantwoordelijk voor het besturen van de school. Er is een lid College van Bestuur, die tegelijk oak directeur is van de school. Tevens is hij voorzitter van de vereniging. De vereniging heeft een Raad van Toezicht ingesteld. Deze Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur. Het toezicht richt zich op identiteit, onderwijs & kwaliteit, bedrijfsvoering en integriteit. Het managementteam van de GSR bestaat uit een bestuurder/directeur, vier managers onderwijs voor de primaire processen en een manager bedrijfsvoering voor de secundaire processen. Hoofdlijnen van de managementstructuur zijn: De GSR kent vier onderwijskundige afdelingen; deze warden aangestuurd door een • manager onderwijs De secunda ire processen warden aangestuurd door de manager bedrijfsvoering • De eindvera ntwoordelijkheid ligt bij de bestuurder/directeur • De GSR heeft een krachtige beleidsondersteuning georganiseerd. Deze is vormgegeven in twee steunpunten, namelijk: 1. de GSR-academie (beleidsondersteuning t.a.v. kwaliteit, identiteit, onderwijs en (na)scholing) 2. het steunpu nt Zorg (leerlingbegeleiding en passend onderwijs) Deze steunpunten zorgen voor beleidsimpulsen om de kwaliteit van het onderwijs op de GSR te versterken. Tevens ondersteunen ze de GSR in het verankeren van afgesproken beleid . De ontvangen kwaliteitsgelden zijn in 2014 ingezet voor de werkzaamheden van de steunpunten op de GSR. Dit betreft een formatieomvang van 0,45 fte die is ingezet via de GSR-academie en 0,3 fte voor het steunpunt Zorg. De GSR-academie en het steunpunt Zorg hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de hierna beschreven ontwikkelingen onder onderwijs, professionalisering en zorg. Het bevoegd gezag op de GSR is het College van Bestuur. In een managementcontract zijn de bevoegdheden van de bestuurder/directeur gerege ld. Er is 7 keer per jaar een overleg van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Belangrijke elementen van het gevoe rde beleid Onderwijs In het jaar 2013 is het school plan 2013-2017 tot stand gekomen. De kern van het school plan is de ambitie van de GSR dat leerlingen goede prestaties beha e br. gevormd warden . Er is een cultuur gericht op optimalisatie van leerresultaten en om e l:j st~ M~~~ llp_JEQWlingen te halen. Oat vraagt van docenten professionele aandacht voor de ontwikkEtJln.&r~eill\ l~§?J;)~ftrn, r91fillort d.d. constante verbetering van de leerprestaties en kwaliteit van het onderwijs. Het accent is in 2014 op de kwaliteit van het onderwijs (in de klas!) gelegd . Oat willen we via twe~ li.bb»H b~ eJken: 1. via sect ies
~
(medel betrekking hceft. Paraaf voor 1dcntif1cat1edoelr:indP. KPMG Accountants N v.
7
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De aansturing van de secties is strakker georganiseerd. De sectievoorzitters hebben een duidelijke taakomschrijving gekregen. We organiseren drie keer per jaar een sectieoverleg. In 2014 zijn tijdens deze bijeenkomsten onder andere de volgende onderwerpen besproken: doorlopende leerlijnen, toetsing en het bespreken van (examen)resultaten. 2. via de docent De docent beheerst op een goed niveau pedagogisch-didactische competenties. In 2014 hebben we st udiebijeenkomsten georganiseerd. Tijdens een studiebijeenkomst voor alle docenten is passend onderwijs aan de orde gesteld. Verder is gestart met een 'scholingsagenda' en het aanbieden van diverse workshops (pedagogische, didactische en identiteits-thema's) aan docenten. In 2014 is gewerkt aan een project 'versterking didactiek'. In dit project werkt de GSR samen met de CED-groep te Rotterdam, met als doel de effectiviteit van de lessen te versterken. In het schoolplan zijn de volgende vier strategische doelstellingen beschreven: 1. De GSR heeft een goede naamsbekendheid onder ouders met een christelijke, Bijbelgetrouwe achtergrond, als een school die kiest voor gereformeerd voortgezet onderwijs. 2. De GSR levert hoogwaardig onderwijs, dat gegeven wordt door vakbekwame docenten. 3. De GSR kent goede opbrengsten (rendementen en examenresultaten). 4. De GSR biedt brede vorming voor leerlingen, die daarmee voorbereid worden op hun taak in Gods wereld. Om deze doelstellingen te realiseren zijn er in 2014 o.a . de volgende initiatieven ontplooid: 1. Naamsbekendheid: -bezoeken van scholenmarkten -aansluiten bij netwerk van bestuurders en rectoren in Rotterdam-Noord en Zuidplas. Hier warden initiatieven genomen om de voorlichting voor ouders en leerlingen van het primair onderwijs meer te coordineren. -actief gebruik van de socia le media -actief kennis ma ken met basisscholen
2. Vakbekwaam onderwijs: -scholingsagenda ontwikkelen voor medewerkers GSR -scholing schoolleiders: twee schoolleiders hebben een master-opleiding afgerond, een derde schoolleider volgt op dit moment een master-opleiding. -ontwikkelen van een kijkwijzer GSR
3.
Goede opbrengsten -aa ndacht voor onderwijsopbrengsten: analyseren van de resultaten, bespreken met (vak)docenten en -waar nodig- maatregelen nemen; ook scholing voor docenten op het analyseren van resultaten. -aandacht voor digitaal leren: een pilot met tablets in ~ijsWij -aandacht voor goede aansluiting van lee rlingen bi1 !;i~t j " ~ F en naar een (hoger) KPMG Audit onderwijsniveau
Document waarop ons rnpport d.d.
- 3 JUNI 2015 (mcde} betrekking heeft. Paraaf voor iden!lflcat1edoeleinden KPMG Accountant- N.V
8
elf
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
4. Brede vorming: -aandacht voor identiteit van de GSR: digitale dagopening, themadagen -aandacht voor veiligheid. De GSR is een veilige school. In Rotterdam heeft de school via de gemeente het certificaat 'veilige school' gekregen -aandacht voor preventie alcohol, drugs en roken . -maatschappelijke stages. De GSR heeft het voornemen om de maatschappelijke stages te handhaven. De maatschappelijke stages zijn gekoppeld aan het curriculum. De GSR betreurt het besluit van de overheid om geen middelen meer beschikbaarte stellen voor de maatschappelijke stages. Onderwijsresult aten In deze paragraaf geven we informatie over deze onderwijsresultaten. We kijken terug op een schooljaar met mooie resultaten. Het slagingspercentage bij de examens lag in 2014 op 92%. Het slagingspercentage is stabiel te noemen. De afgelopen drie jaar: 91%, 92% en 92%. tabel exame nresulta tcn 201 4
afdeling
aantal kandid at en
to egelaten tot CE
definitief geslaagd
percentage geslaagd
definitief afgewezen
vmbo-b
18
18
18
100%
0
vmbo-t Rtd
49
49
46
94%
3
vmbo-t Rsw
20
20
18
90%
2
havo
89
89
80
90%
9
ath eneum
44
44
39
89%
5
gymn asium
18
18
17
94%
1
to t aal
238
238
218
92%
20
De opbrengsten van het onderwijs kunnen uitgedrukt warden als ee n rendement, waarbij doorstroom van een leerling naar het volgende leerjaa r in dezelfde opleiding als 100% wordt gerekend. Opstroom wordt meegenomen als een rendement van 150%, afstroom wordt gewaardeerd met 50% en doubleren komt neer op een rendement van 0%. We zijn t evreden met het behaa lde rendement. Wei is er aa ndacht voor het iets te lage rendement in de kaderb eroepsgerichte leerweg (tabel opbrengsten GSR 1). Naast het rend ement zijn ook de examenresultaten een belangrijke indicator. exa menresultaten 2014 zijn goed te noemen (tabel opbengsten GSR 1).
De
~ KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 (m~de) betrekking heeft. ~ Paraal voor 1dent1ficat1edoeleinden. KPMG Accountants N.V. 9
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
tabel opbrengsten GSR 1 (2013/ 2014)
rendcmcnt
onderbouwrendement bovenbouwrendement Gemiddelde CE-cijfer Verschil SE-CE
resul tm1t tabel 1
VMBO TL
VMBO BBL
VMBO KBL
VMBO TL
R'wijk 102 82 6,4 +0,36
100 6,9 -0,71
69 6,5 -0,05
100* 91 6,4 +0,16
HAVO
vwo
79 6,5 +0,11
77 6,8 +0.06
Voorlopige gegevens uit cum laude {SOM}
*De inspectie berekent het onderbouwrendement per vestiging (en niet per opleiding) leder voorj aar (maart/april) geeft de inspectie de opbrengstgegevens vrij van de leerlingen die het jaar daarvoor eindexamen hebben gedaan. De inspectie berekent daartoe elk van de vier opbrengstindicatoren en beoordeelt vervolgens elke indicator op basis van de resultaten van de drie meest recente jaren. Over de opbrengsten van elke schoolsoort op een vestiging wordt een opbrengstenoordeel uitgesproken. Het oordeel is onvo ldoende als meer dan een indicator onvoldoende is. tllbel: opbrengsten G SR 2 (20111201 2, 201 2/20 13 en 20 14/201 5) VMBO
VMBO
VMBO
VMBO
BBL
KBL
TL
TL
HAVO
vwo
R'dam
R'wijk Rendcm entindiclltoren
onderbouwrend emcnt 2012
111 94 102 100
2013 2014 Gemiddelde 3 jaar
106 97 100 101
boven bouwrend emcnt 2012 2013
Resultnl'ltindicntore11
2014 Gemiddelde 3 jaar gcmiddcldc CE-cijfcr (2011/)2012 (2012/)2013 (1023/)2014 Gemiddelde 3 jaar vcr schil SE-CE
100 100 100 100*
90 90 69 83
83 79 91 84
71 88 82 80
70 78 79 76
70 63
7.4 7.6 6.9 7.3*
6.4 6.6 6.5 6.5
6.4 6.4 6.4 6.4
5.9 5.8 6.4 6.0
6.1 6.4 6.5 6.3
6.6 6.9 6.8 6.8
0.04 0,21 0.05 0.1
0.2
77
70
0.44 0.3 0.15 1.21 0.01 0.04 [0. ~ II 110:-$2 0.71 0.11 0.06 Jq.©9!!.~ li:l'-16 o,4ij Ptv' CO . .NJdit Gemiddelde 3 jaar 0.12 0.08 Tabel 2 *als gevolg van te weinig leerlingen neemt de lnspectle de gegevens van BBL 1-HMill\Titljij) ~p
opbrengstenkaart De definitieve opbrengstenkaart
- 3 JUN! 2015 2014 wordt maart/april 2015 verwacht. (mcdc) betrckk1ng heeh. Paraaf voor 1dem1ficat1edoele1nd KPMG Accountants N V.
10
~ \
'1
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De beoordeling van de inspectie is gebaseerd op de benchmarking. Oat betekent dat bij het oordeel van de inspectie niet uitgegaan wordt van absolute resultaten, maar van resultaten t.o.v. het landelijke gemiddelde. Als bijvoorbeeld alle opleidingen Theoretische Leerweg 0,6 punt hoger scoren op het gemiddelde examenresultaat is de beoordeling van de inspectie van het gemiddelde examenresultaat in Rijswijk {van 5,8 naar 6,4) ongewijzigd. Op basis van de bovenstaande gegevens (tabel opbrengsten GSR 2) verwachten we dat de inspectie opnieuw voor alle afdelingen groen licht geeft {basistoezicht). Vorig jaar was er sprake van een negatieve tendens voor de opleiding Theoretische Leerweg in Rijswijk. Op basis van de gegevens van schooljaar 2012/2013 waren de onderwijsopbrengsten reden voor een bestuursgesprek met de inspectie. Er is een plan van aanpak gemaakt voor de opleiding in Rijswijk, waarbij met name ingezet is op het op (examen)niveau brengen van de leerlingen van de examenklas Theoretische Leerweg. Op basis van bovenstaande gegevens constateren we dat in Rijswijk (opleiding Theoretische Leerweg) een positieve ontwikkeling is ingezet. Verwachtingen 2015 In 2015 gaan we werken met een specifiek voor de GSR ontwikkeld (financieel) sturingsmodel. Dit is onderdeel van het managementcontract van de bestuurder.
GELO
PRODUKTIE
RESULTATEN
MENSEN
Bij de compenent geld wordt met name de inkomsten beschreven. De belangrijkste inkomstenbron is de subsidie van de overheid, gebaseerd op het aantal leerlingen op de teldatum . Er is nog geen sprake van een derde geldstroom. Onder de prestaties vallen de strategische doelen van de school (naamsbekendheid, resultaat gericht werken, brede vorming, hoogwaardig onderwijs). De derde hoek van de ruit zijn de mensen. Hieronder kijken we naar de overhead, de functiemix, de kosten van de schoolleiding en bestuur. De laatste component is de productie. Het gaat hier om de lessentabel (het aantal geplanctrl~s~nJ1~ kbeleid, ICT en onderhoud J... J 'MGJ . van de gebouwen . Bij {vrijwel) alle aspecten is een minimum en maximum aangeve ~IM~~~h1 ~16rm voor 20~~· d Dit model geeft meer inzicht op details, maar ook duidelijkheid 0%~u8k6 'EJe1 ~~f8~ar~ga W~
..
~ersch·i-~lende componenten t.o.v. elkaar. Er ontstaat een meer inl1,.o~dn'jj~ g2s 5ek over de
fmanc1en van de GSR.
M
(rncdel betrekking heeft . Paranf voor 1dent 1f1cat1edoeleind~n KPMG /\ccot..:ntants N.V ])
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Eind 2014 is binnen de GSR het gesprek gestart over de structuur van de organisatie . We kijken naar de zaken die goed gaan en de dingen die doorontwikkeling vragen. Er is ge'investeerd in de drie R's: rust, reinheid en regelmaat. Deze vormen de basis voor het onderwijs wat we nu geven. Al deze dingen en enkele interne wijzigingen hebben ervoor gezorgd dat we op een andere manier naar leidinggeven gaan kijken. De tijd is nu rijp om de volgende 3R's te introduceren: richting, ruimte, resultaat. Vanuit een collectieve ambitie (GOAL; goed onderwijs voor alle leerlingen) willen we uitgaan van meer resultaatverantwoord elijkheid van de docenten. Docenten werken in resultaatverantwoordelijke teams (mentorenteams en secties) . Er wordt nadruk gelegd op een professionele cultuur, waarin docenten ruimte krijgen om invulling te geven aan hun werk en waarin docenten (en -teams) resultaatverantwoordelijk zij n. Het streven is om voor de zomervakantie 2015 deze plannen uitgewerkt te hebben. Naast deze meer intern gerichte ontwikkeling zal de GSR zich ook meer extern orienteren. De GSR wil een gereformeerde school zijn voor betrokken christenen in de regio. Er wordt al een aantal jaren geinvesteerd in de profilering van de GSR. Deze profile ring zal ingebed moeten zijn in een achterban, in de samenleving. De maatschappelijke meerwaarde zal duidelijk herkend en ondersteund moeten zijn vanuit deze achterban en de samenleving. Oat vraagt om een actief stakeholderbeleid . De GSR wil zich dan ook zich bezinnen op de vraag hoe de samenwerking met en de invloed van de stakeholders vorm krijgt in het onderwijs(programma) op de GSR en in de horizontale verantwoording van het onderwijs op de GSR.
ldentiteit De GSR is een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs. De school wil de gereformeerde identit eit vanuit de inhoud toepassen en bespreken. Dit is beschreven en uitgewerkt in een identiteitsplan. In de Randstad wonen betrokken christenen, die voor hun kinderen bijbelgetrouw onderwijs zoeken. De GSR wil er als gereformeerde school graag zijn voor deze betrokken christenen. De GSR verwacht dat ouders zich vanuit hun eigen overtuiging herkennen in de identiteit van de school. In 2013 zijn voor het eerst met alle ouders (bij de aanmelding van hun eerste kind) motiveringsgesprekken gehouden. In het benoemingsbeleid van de GSR is het vooral van belang dat de medewerker een geloofwaardige drager is van de gereformeerde identiteit van de GSR. Het personeel en in het bijzonder de docenten zijn belangrijke identiteitsdragers, hun gedrag en houding zijn van grote invloed op de identiteit van de school. Zij vertellen de leerlingen over Gods schepping en Zijn werk op aarde. Zij zijn in de klas de directe voorbeelden bij het uitdragen en realiseren van de identiteit in de praktijk van het leven. Naar onze overtuiging is het in dit kader onder andere vanzelfsprekend dat medewerkers van de GSR meelevend lid zijn van een kerkelijke gemeente die staat in de gereformeerde traditie. Beleid ten aanzien van beleggen en belenen
f PMSJ
KPMG Audit
Op 19 december 2013 is een nieuw treasurystatuut vastgeste180dl3ra~~e"l\~§B ~'ti2t:W@2iEHt. In 2014 is geen sprake geweest van beleggingen of afsluiten van le~i 3gJONI
201
5
JP
(mcde) betrekking heef1. Paraaf voor 1dent1ficat1edoeleind n KPMG AccountanL. N.V
12
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Kwaliteitszorg Sinds 2013 worden gegevens uit de schoolpraktijk in het Onderwijsdashboard GSR ingevoerd . Het MT besteed per kwartaal aandacht aan de stand van zaken. Het blijkt een vruchtbare manier te zijn om processen en opbrengsten te volgen en daar waar nodig beleidsmatig in actie te komen. Alie aspecten van kwaliteitszorg, die beschreven staan in het kwaliteitsbeleidsplan van de GSR, hebben in het dashboard een plek; daarmee wordt het systematisch uitvoeren van de kwaliteitscyclus bevorderd. l
Hor izontale verant woording De GSR neemt deel aan de 'vensters voor verantwoording'. Dit venster is via www.schoolvo.nl te bereiken. Hierdoor kunnen alle belangstellenden de informatie van de GSR vergelijken met de gegevens van andere scholen. Het is tegelijk een middel om ons horizontaal t e verantwoorden. Een belangrijk onderdeel van deze horizontale l'~eHM:~~~& AheJi regelmatig via tevredenheidsonderzoeken feedback vragen van leerlingen, oud~Wu~rlnPf~~fapEtfi1uPr%pgREa':~-. Verd er zijn er oudernetwerken waarin toekomstig beleid wordt getoetst bij ouders en feedback ontvangen wordt over de dagelijkse gang van zaken op de .sc3 opJ.NjR~~aten van de tevredenheidsonderzoeken en de oudernetwerken worden binnen de schoolleiding besproken en leiden waar nodig tot beleidsaanpassingen. (mede) betrekking heeft. ~
c:i=DD
Paraaf voor ideniificatiedoeleinde · KPMG Accoun tants N .V.
1
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Alie managers onderwijs hebben jaarlijks twee maal een overleg met een 'oudernetwerk' over de lopende gang van zaken binnen de school. In 2011 is er gestart met een soort 'businessnetwerk GSR' . We hebben contact gezocht met bedrijven, die contact hebben met de GSR. Dit netwerk is nog in ontwikkeling.
~ KPMG Audit Docum ent waarop ans rapport d.d.
- 3 JUN! 2015
d2
(mede) betrekk1ng heef1. Parnaf voor 1de11t1ficat1edoeleind .n· KPMG /\ccount1lnts N.V
14
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Kerncijfers 2014
2013
2012
2011
2010
2009
Financiccl € 9.475.319 € 9.232.998 € 294.829 € 1.780.708
€ 8.944.158 € 9.216.459 -€ 199.298 € 1.485.879
€ 3.980.811
41% 53% 1,52 -15,6% 36%
€ 9.192.547 € 9.475.560
Totale batcn Totale lasten Exp loitat ieresultaat Eigcn vermogcn
-€ 240.553
€ 1.540.155 € 3.783.401
Totaal vermogen Solvabiliteitsratio I (EVffV) Solvabilitcitsratio II (EV+Vo)ffV Liquid itcit Rentabilitcit Kap italisat iefactor Financicring;functie
19% IO% 78%
€
M ateri~l c last en I aanlal leerlingen
€
€
7.580 5.888 662
€ 8.586.898
€ 8.719.179 -€ 60.654
€ 4.263.280
€ 1.523.659 € 4.152.291
€ 1.543.597 €3.991.538
45% 57% 1,71
35% 50% 1,52
40% 57% 1,70
37% 50% 1,35
39% 60% 1,70
16,6%
-13,4% 42% 7%
9,6% 40%
14% 77%
9%
Totale lasten I aantal lccrlingen Pcrsonele lasten I aantal leerlingcn
€9.207.336
€ 9.284.785 -€ 19.938
38% 6% 18%
7%
Transactiefunctie Financiele bufferfunctie Personele last en I tot ale lasten M ateriele last en I tot ale lasten
€ 9.065.965 € 8.966.275 € 161.518 € 1.685.177 € 4.196.370
€ €
€
9% 7.398 € 5.690 € 646 €
24%
8% 20 %
12% 76% 11%
12% 76% 10%
7.524 5.683 864
-1,3% 37% 9%
€ €
7.266 5.534
€ €
€
749
€
22% 6% 74% 14% 7.214 € 5.315 € 1.006 €
-3,9% 40% 8% 19% 13% 78% 11 % 6.876 5.338 739
1250
1248
1225
1234
1287
237 218 10
278
224
216
1.268 239
243 11
240 227 8
253 10
218 6
236 2
56 61 53
59 78
72
49
70
52 67 75
72 44 55
83 59 65
Personccl in dienst 1/IO Docenten°
78,1
73,7
76,0
73,8
78,4
83,0
O ndersteunend pcrsouecl*
24,2
24,5
25,2
26,1
25,0
25,1
5,9 108,2 151
6,9
6,9
6,9
6,9
6,9
105,1 153
106,8 154
110,3 154 83
114,9 158
71
74
Aantal lecl'lingcn 1110 • Eerstejaars l/IO •
Diploma's V1
•
VAVO
Rendcmcnten ondcrwijs VMBO diploma na 4 jaar in HA VO diploma na 5 jaar 117 VWO dip loma na 6 jaar
Schoolleiding Totaal fie Totaal personeu
In
60
Totaal man
81
78
108,1 149 79
Totaal vrouw
70
75
70
82 72
84
* I/ I 012014 was 0,4 fie ondcrst. pers. extra voor vervangingziektc en zwangcrschap (2013: 0,8 fie, 2012: 1,3 ftc, 20 11 :2 ft e) ** op 1/1012014 was 2,9 fte docent en extra voor vervangingzicktc en zwangerschap (2013: 0 fte, 20 12: 1,5 ftc, 2011: 0,6 fte)
KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 (mcdcJ betrckking heeft. ~ Paraaf voor identificat1edoeleindt• KPMG Accountants N. V.
15
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Financiele informatie Het beschikbare eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt EUR 1.540.155. Hiervan is EUR 1.078.377 ge'lnvesteerd in materiele vaste activa. Het restant van EUR 461.778 wordt, tezamen met de voorzieningen aangehouden in de vorm van spaargelden. De overige liquide middelen bestaan uit het verschil tussen de kortlopende schulden en de vorderingen. Het saldo liquide middelen nam ten opzichte van voorgaand jaar af met EUR 232.009 (2013: EUR 127 .326). Zie voor de toelichting het kasstroomoverzicht. Financieel beoordelingskader lnspectie van het Onderwijs Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in 2009 een comm1ss1e vermogensbeheer Onderwijsinstellingen ingesteld. Op basis van het rapport van deze commissie van 29 september 2009 heeft de lnspectie van het Onderwijs een financieel beoordelingskader uitgewerkt waarop de scholen beoordeeld worden. De lnspectie van het Onderwijs heeft dit nieuwe beoordelingskader in februari 2010 aan de scholen bekend gemaakt. In deze paragraaf wordt aan dit financiele beoordelingskader gerefereerd. Current ratio De current ratio geeft aan of de vereniging in staat is om op korte termijn aan de financiele verplichtingen te voldoen. De current ratio is een kengetal voor de zogenoemde statische liquiditeit. Het geeft antwoord op de vraag of er vold oende liquide middelen zijn om de bestaande verplichtingen op korte termijn na te komen. Een waarde van een (1) geeft aan dat dat precies het geval is. Voor alle zekerheid is het gewenst dat de liquiditeit iets hoger is. Per 31december2014 bedraagt voor de vereniging de current ratio 1,52 (2013: 1,71). De lnspectie van het Onderwijs heeft aangegeven dat de ondergrens voor de liquiditeitsratio 0,75 is. De oorzaak van de dating van de current ratio in 2014 is de afname van de liquide middelen op 31 december 2014 ten opzichte van 31 december 2014. De reden van het feit dat de current ratio voor de GSR aan de hoge kant is, is dat de afgelopen jaren gekozen is om minder te investeren, om nog meer bezuinigingen op de personele formatie te voorkomen . Solvabiliteitsratio Een maatstaf voor de financiele soliditeit van een instelling wordt weergegeven met het kengetal solvabiliteit. Solvabiliteit wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Voor de vereniging is de solvabiliteit per 31december2014 0,41. Ultimo 2013 bedroeg deze 0,45. De lnspectie van het Onderwijs hanteert een ondergrens voor de zogenoemde so lvabiliteitstratio 2 van het eigen vermoge n plus de voorzieningen gedeeld door het totaal vermogen van 0,30. De so lvabilite itsratio 2 is voor de vereniging per 31 december 2014 0,53, ultimo 2013 bedroeg deze 0,57. Beide solvabiliteitsratio's zijn ultimo 2014 lager door een afname van het eigen vermogen . De ratio's liggen ruim boven de kritieke ondergrens van 0,3. Het eigen vermogen is afgenomen door afboeking van het negatieve resultaat, dat veroorzaakt wordt door de toekenning van een aanvullende bekostiging van EUR 273.164 in december 2013. Deze aanvullende bekostiging a o &~en als bekostiging in de begroting 2014 en is in 2013 daarom gereserveerd in e.nr~E!:>feillmingsreserve. Van deze bestemmingsreserve is in 2014 EUR 240.553 gebruikt ter dekki ~p~ PtH:!{it negatieve exploitatieresu ltaat ontstaan door het verantwoorden van de aanvullenffgc~!11~8h1~tHriRrzdi~ 0 rt d.d.
- 3 JUNI 2015 (medel betrekking heeft .
Paraaf voor identificat1edoei tlinde KPMG Accm:ntants N . ~ .
~
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
l
f PMGJ
KPMG Aud it Document waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 (mede) betrekking heeft. ~ Paraar voor idenr1ficatiedoeleinde : KPMG Accountants N.V. 1
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Resultaat Het exploitatiesaldo over 2014 bedraagt EUR 240.553 negatief ten opzichte van een begroot exploitatiesaldo van EUR 273.164 negatief. Het negatieve begrotingssaldo van EUR 273.164 is gelijk aan de bestemmingsreserve die ultimo 2013 is gevormd vanuit de in 2013 ontvangen en te verantwoorden aanvullende bekostiging bestemd voor 2014. Het werkelijke exploitatiesaldo 2014 is EUR 32.611 minder negatief. Dit minder negatieve resultaat wordt veroorzaakt door EUR 140.924 meer aan baten en EUR 2.460 meer aan rentebaten, terwijl de lasten maar EUR 110.773 hoger zijn dan begroot. In de volgende paragrafen worden de verschillen met de begroting nader toegelicht. Een ana lyse van de exploitatie ten opzichte van de begroting en het voorgaand jaar ziet er als volgt uit : 2014 Realisatie EUR 1.000 Subsidieopbrengsten Ouderbijdragen en overige opbrengslen
Exploitatiekosten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Lasten leermiddelen Overige lasten
%
2014 Begroting EUR 1.000
%
20 13 Realisatie EUR 1.000
%
9.07 1 122
99% 1%
8.942 110
99% 1%
9.331 144
98% 2%
9.193
100%
9.052
100%
9.475
100%
7.361 243 584 337 951
78% 3% 6% 4% 10%
7.245 253 576 331 960
77% 2% 6% 4% 10%
7.102 221 585 317 1.008
77% 2% 8% 3% 11%
9.476
100%
9.365
100%
9.233
100%
Resultaat voor financiele baten en lasten Rentebaten
28342
31340
242 53
Saldo explo itatie
241-
273-
295
De belangrijkste verschillen tussen exploitatie en begroting De in 2014 ontvangen Rijksbijdragen ad EUR 8.996.736 zijn EUR 73.591 hoger dan begroot. De belangrijkste verschi llen zijn: Verhoging van de personele bekostiging in 2014 met 0,43%. Verschil met begroting EUR
33.475. EUR 8.000 is ontvangen voor het variabel dee l van de subsidie bestrijding voortijdig schoolverlaten. Omdat de toekenning van dit bedrag afhankelijk is van het daadwerkelijke aantal schoolverlaters is dit bedrag niet begroot. EUR 19.532 is meer verantwoord aan bekostiging voor leermiddelen dan begroot. In de begroting is uitgegaan van het lagere bed ragaarr~~tiging dat is ontvangen in kalenderjaar 2014. Echter op basis van toereker1ing1Van~fidsten en bekostiging aan het schooljaar is nog zeven maanden het hogere bedrag vera~~~~~d~~i6ntvangen is in "Document waarop ons rapport d.d . 2013 EUR 4 .784 is in 2013 aan zij-instroombeurssubsidie verantwo.f rjl1dj~1t ~ ~rag was niet 1 begroot. (mede) betrekk1ng heeft. ~ Paraaf voor ident11icat1edoeleindfrn, KPM G AccouPLants N.V. l
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De extra inhouding van EUR 23.009 op de personele bekostiging ten opzichte van de begroting voor het collectieve deel van de uitkeringskosten in december 2013 bleek te hoog. In 2014 is een bedrag van EUR 15.188 terug ontvangen. De in 2014 ontvangen overige overheidsbijdragen en subsidies ad EUR 74.203 zijn EUR 55.667 hoger dan begroot. De volgende bedragen zijn niet in de begroting opgenomen: EUR 14.550 van de gemeente Rotterdam voor begeleiding van beginnende docenten. EUR 30.684 EUR van de gemeente Rijswijk voor de kosten van de asbestsanering in de gymzaal in Rijswijk. EUR 7.357 vanuit het samenwerkingsverband KOERS-VO voor invoering passend onderwijs. EUR 891 vanuit het samenwerkingsverband KOERS-VO voor medefinanciering van de inzet van expertise van medewerkers van KOERS-VO. De personeelslasten zijn EUR 115.898 hoger dan begroot. De belangrijkste verschillen met de begroting zijn: De salariskosten zijn EUR 93.075 hoger dan begroot door de volgende oorzaken Ongeveer EUR 36.000 als gevolg van de CAO-loonstijging van 1,2% per 1 augustus 2014 Ongeveer EUR 15.000 als gevolg van stijgingen in pensioenpremie en sociale lasten Ongeveer EUR 23.000 als gevolg van uitbetaling jubileumgratificaties, hiervoor is een voorziening gevormd Ongeveer EUR 19.000 aan niet begrootte extra inzet van personeel Het restant verschil met de begroting personeelslasten van EUR 22.823 wordt voor het grootste deel verklaard uit de volgende verschillen met de begroting: De kosten voor personeel niet in loondienst voor met name vervanging van ziekte en zwangerschap waren in 2014 EUR 187.622, vanuit het UWV is EUR 63.506 aan uitkeringen ontvangen, resulteert aan kosten voor vervanging EUR 124.116. Begroot is EUR 80.000, overschrijding EUR 44.116. Oorzaa k is een hoger dan gemiddeld ziekteverzuim en de toename van inhuur van vervangende medewerkers. De kosten daarvan zijn hoger dan van personeel in loondienst. De risico's voor kosten op de langere termijn zoals WW-kosten, zijn daarentegen uitgesloten. Vanuit de voorziening voor langdurig zieken is per saldo in 2014 EUR 4.525 vrijgevallen en vanuit de voorziening jubileumgratificaties EUR 1.797. Onder de overige personele lasten is een credit opgenomen van EUR 28.316 in januari 2014 ontvangen van de belastingdienst als credit op de loonheffing in 2013. Dit bedrag is abusievelijk niet opgenomen in de jaarrekening 2013. Onder de overige personele lasten is ee n niet begroot bedrag van EUR 16.184 opgenomen ter waarde van verlofuren op basis van individueel keuzebudget levensfasebewust personeelsbeleid op grond van artikel 7 van de cao VO 2014/2015. Dit betreft het opgebouwde recht van medewerkers die over de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 gekozen hebben voor sparen van deze verlofuren of uitbetaling in de vorm van extra pensioenpremiebetaling in 2015. De afschrijvingslasten zijn EUR 9.843 lager dan ] eroot. D belangrijkste oorzaak is het uitstellen van verva nging van computerwerkplekken. ez1elj ijk lil anger mee te gaan dan in het verleden. In verband hiermee is de afschrijvingster i}frva c · ~PtQi!'.!;v~rmJr~s gewijzigd van drie jaar naar vier jaar. Computerwerkplekken gaan inmiddels rrtieiftlli1S1lt"liEHi1~.Gtoonme~'8'tl di r.I . sommige geva llen zelfs vijf jaar, zonder meer storingen te geven.
- 3 JUNI 2015 Aan huisvestingslasten is EUR 8.400 meer uitgegeven dan begroot. De belangrijkste verschillen met de begroting zijn : (mede) betrekking heeft. . ~ Paraaf voor ident1!1ca11edoelernde · KPMG Accour1tants N. V.
19
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
- EUR 27.507 voor asbestsaneringvan de gymzaal in Rijswijk opgenomen onder de post groot onderhoud, voor deze kosten is subsidie ontvangen van de gemeente Rijswijk. - De kosten voor energie en water zijn EUR 28.388 lager dan begroot door de zachte winter. - De schoonmaakkosten zijn EUR 7.748 hoger dan begroot als gevolg van extra schoonmaak na onderhoudswerkzaamheden en de asbestsanering in Rijswijk. De lasten leermiddelen zijn EUR 5.538 hoger dan begroot. De oorzaak daarvan is een toename van de kosten van eenmalige leermiddelen met name door de toevoeging van digitale licentie aan werkboeken, waardoor deze nog maar een jaar te gebruiken zijn . Het totaal van de overige lasten is EUR 9.220 lager dan begroot. Dit verschil bestaat uit verschillende onder- en overschrijdingen van begrotingsposten. Toelicht ing bij balanspost en De post vorderingen ad EUR 328.367 op 31 december 2014 is met EUR 21.089 toegenomen ten opzichte van 31 december 2013. Het belangrijkste verschil is een verhoging van het bedrag aan nog te ontvangen gemeentelijke subsidies van EUR 32.734 (2013: EUR 8.251). Het grootste deel daarvan is de nog te ontvangen subsidie voor asbestsane ring ad EUR 30.684. De post voorzieningen op de balans is op 31december2014 met EUR 460.475, EUR 36.645 lager ten opzichte van 31 december 2013. De voorziening groot onderhoud is afgenomen met EUR 30.323 doordat het bedrag aan dotatie (EUR 250.000) lager is dan de onttrekking voor groot onderhoudswerkzaamheden (EUR 280.323). De grootste onttrekkingen bedragen EUR 90.006 voor renovatie van de toiletten in Rijswijk, EUR 33.315 voor de verlichting en het plafond in de gymzaal van Rijswijk, EUR 19.987 voor vervanging vloerbedekking A2, trapportalen A-toren, nieuwe kantoren en schone ga ng in Rotterdam, EUR 18.404 voor schilderwerk in de A-2 en de gymzalen in Rotterdam en EUR 16.014 voor de gevelbeplating van de entree in Rijswijk. De voorziening vervanging personeel is afgenomen met EUR 4.525. De voorziening voor jubileumgratificaties is afgenomen met EUR 1.797 op basis van het sala ris en de verblijfduur van het personeel dat in dienst is op 31december 2014. De post kortlopende schulden op de balans is op 31 december 2014 met EUR 1.782.771, EUR 79.788 hoger dan 31 decembe r 2013. Het grootste verschil zit in de post overlopende salariskosten onder overige kortlopende schulden. In 2014 is voor EUR 337.698 EUR (2013: EUR 336.119) uitgegeven aan investeringen. EUR 151.145 (2013: EUR O) is ge'investeerd in verbouwingen. EUR 79.233 is uitgegeven aan ge luiddempende maatregelen in verband met ARBO-richtlijnen in de gymza len in Rotterdam en EUR 30.008 in de gymzaal in Rijswijk. In Rijswijk is tegelijkertijd de wand met ramen vervangen door een gesloten wand, waardoor de gym zaa l beter gebruikt kan worden, geen nieuwe zonwering nodig is en de kosten voor buitenschilderwerk word en beperkt. EUR 70.675 (2013: EUR 60.180) is ge'investeerd in inventaris. EUR 47.833 (2013: EUR 100.451) is ge'investeerd in vervanging van computerhardware. Eµ_R 3.552 -~13: 74.197) is ge'investeerd in technische infrastructuur. EUR 64.493 (2013: 101.291,~ is ge'mv~erd in leermiddelen. 1 •" 1 KPMG Audit Documen t waarop ons rapport d.d.
- 3 JUNI 2015 (mede) betrekk1ng heeft. ~ Paroaf voor identilicatiedoeleir,d •n KPMG Accou11tants N.V
20
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Risicobeheersing De administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing van de GSR zijn zodanig ingericht dat de jaarrekening een juist beeld geeft van de financiele situatie van de GSR en de risico's op onrechtmatigheden en fraude zijn beheerst. Het treasurystatuut is er op gericht om de risico's bij belenen en beleggen te beheersen. Het treasurystatuut is in 2013 aangepast aan de actuele regelgeving. In 2014 is geen sprake geweest van beleggingen of het aangaan van langdurige leningen. Gezien de huidige situatie op de financiele markten bieden beleggingen (nog) maar zeer beperkt hogere rendementen dan ontvangen wordt aan spaarrente. Daarnaast zijn er meer risico's aan verbonden. Wei is vanuit risicospreidingsoogpunt gekozen voor het spreiden van spaargeld over twee banken. Voor het opvangen van personele risico's zijn verschillende maatregelen genomen. De GSR is eigen risicodrager voor de WGA, dit risico is herverzekerd. Voor medewerkers die einde verslagjaar ziek zijn en waarvan ingeschat wordt dat de ziekte langdurig zal zijn, zijn de geschatte loonkosten tijdens ziekte voorzien in de voorziening loonkosten langdurig zieken. Daarnaast wordt in de begroting een bedrag gereserveerd voor ziektevervanging. In de begroting wordt jaarlijks rekening gehouden met een geschat bedrag voor kosten van het collectieve en individuele deel van uitkeringskosten voor personeel dat na uitdiensttredi ng werkloos is.
De meerjarenprognose tot 2017 in de volgende paragraaf laat zien dat de komende jaren de personele formatie op basis van het aantal leerlingen ongeveer stabiel zou kunnen blijven. Echter als gevo lg van geringe doorstroming in het personeelsbestand en de stijging van de salarislasten als gevolg van inkorting van de sa larislijnen, functiemix en entreerecht zijn de personele lasten de afgelopen jaren sterker gestegen dan de personele bekostiging en dit zet zich in de komende jaren voort. Dit heeft tot gevolg dat er toch bezuinigd moet worden op de personele lasten. In de begroting 2015 is hiervoor een taakstelling van € 120.000 opgenomen per 1 augustus 2015. De invulling van deze bezuiniging moet nag warden geconcretiseerd en met de medezeggenschapsraad besproken. De bestuurder wil een deel van de bezuiniging realiseren door een wijziging van de managementstructuur. Voor overige personele risico's is er een beperkte financiele buffer in het eigen vermogen. Vanuit het oogpunt van risicobeheersing wordt jaarlijks een meerjarenbegroting voor vijf jaar opgesteld, gekoppeld aan de jaarbegroting met ee n meerjarenonderhoudsbegroting, een meerjarenliquiditeitsbegroting en een meerjareninvesteringsbegroting. In 2013 is de meerjarenonderhoudsbegroting herzien op basis van een nieuwe inspectie van de staat van onderhoud van de gebouwen en installaties en de op basis daarvan in de komende jaren verwachtte onderhoudsuitgaven. In 2014 is de begroting op een paar punten aangepast op basis van nieuwe informatie. Op basis van de huidige dotatie aan de voorziening zijn er voldoende middelen om de komende jaren het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Wei wordt binnen tien jaar een bijdrage verwacht van de gemeente Rotterdam voor renovatie van met name de buitenkant van het schoolgebouw. Het pand aan de~lenciadreef is opgenomen op een lijst met aandachtspanden van de gemeente Rotterdam er;id t ~ gemeente is de intentie uitgesproken tot renovatie over te gaan. In de contin 1teits ragra 'R' · f!j ~crar~arenprognose tot en met 2016 opgenomen.
Document waerop ons r... pport d.d.
Het grootste risico voor de GSR is een daling van de leerlingaantallen:·+~tJi\\IP li~~~:)ptionsbeleid blijft gericht op het bereiken van een betere bekendheid van de school bij betrokken christenen in de regio Rotterdam. Op basis van de instroom van 2011 en 2014 01~~k i;ljt:,,!:!&l~·ct~,ffect op te~ Pa c:nf voor 1den ·' cat1edoel 1dvn. KPMG Accountant~ N .V
21
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
gaan leveren, met een enorme instroom in 2013 . Helaas was de instroom in 2014 een stuk lager. In het vorige jaarverslag is voor de meerjarenprognose uitgegaan van een hogere leerlingeninstroom op basis van de fors hogere instroom in 2013. De instroom in 2014 was 237 (2013: 278, 2012: 240, 2011: 224). In de meerjarenbegroting wordt voorzichtigheidshalve uitgegaan van een stabiele instroom de komende jaren op basis van het gemiddelde van de instroom van 2011, 2012 en 2014. De instroom van 2013 wordt niet meegenomen omdat dit een eenmalig incident lijkt. Bij de meerjarenbegroting zijn ook twee scenario's gemaakt, een met een lagere instroom van brugklasleerlingen en een met een hogere instroom van brugklasleerlingen . De effecten daarvan voor de komende jaren zij n daarin in beeld gebracht. Het scenario met een lagere instroom in 2015 en volgende jaren dan de prognose van 234 maakt inzichtelijk dat er op dat moment rigoureuzere bezuinigingsmaatregelen noodzakelijk zijn, mocht dit in 2015 het geval zijn dan za l bekeken worden of het noodzakelijk is te starten met de voorbereiding van een sociaal plan. Een andere risicofactor is de onduidelijkheid over de ontwikkeling van het bekostigingsniveau door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Zowel in aanpassingen voor loon-, prijs- en premiestijgingen, als in specifieke geoormerkte en niet geoormerkte subsidies. In de jaarbegroting hanteert de GSR daarom het voorzichtigheidsprincipe. Baten worden pas begroot, als deze daadwerkelijk zijn toegekend of toegezegd door het Ministeri e van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen . In de meerjarenbegroting wordt voor de ontwikkeling van de bekostiging uitgegaan van het overzicht van de verwachte relevante financiele mutaties dat is opgesteld door de VO-raad versie 14 november 2014. Het risico voor de jaren vanaf 2015 blijft bestaan dat extra bezuinigingen worden doorgevoerd of dat de geprognostiseerde verhogingen niet worden toegekend. De financiele situatie van de GSR is ultimo 2014 gezond. Het forse tekort op de exploitatie kan volgens de begroting gedekt worden vanuit de extra toegekende middelen vanuit het herfstakkoord en het onderwijsakkoord. Zonder deze extra middelen, hadden al in 2014 bezuinigingmaatregelen getroffen moeten worden. De liquiditeit is vrij hoog, met name als gevolg van de gereserveerde middelen in de voorzieningen en de bezuinigingen op investeringen in de afgelopen jaren. Het weerstandsvermogen ligt met 17% boven de ondergrens van 10%. Echter uit de meerjarenbegroting in de volgende paragraaf blijkt dat voor 2016 en 2017 forse tekorten warden geprognosticeerd. De hoge liquiditeit en de marge in het weerstandsvermogen vormen maar een beperkte financiele buffer. Deze tekorten overschrijd en deze buffer. Er zijn daarom voor de komende jaren verdere bezuinigingsmaatregelen nodig, als de instroom van het aantal leerlingen niet hoger wordt.
Continu'i teitsparagraaf Op basis van de aangepaste Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt in dit jaarverslag een continu·iteitsparagraaf toegevoegd. In deze par~graaf~worpt inzicht geboden in de 1 meerjarenbegroting voor de komende drie j aar en in· dJ o ,itwi 1ffi_~ ling van de vermogenspositie -f-. .. # a in deze jaren. De cijfers hiervan zijn ontleend aan de voor interni
22
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
las gelaten, aangezien het meest positieve scenario uit de meerjarenbegroting 2013-2017 fors was overschreden met de instroom in 2013. De verwachting was, dat door groei van instroom vanuit de protestants christelijke basisscholen in de omgeving, de verwachte afname van de instroom van de gereformeerde basisscholen zou warden gecompenseerd. De veel lagere instroom in 2014 geeft aan dat deze aanname vooralsnog geen werkelijkheid is geworden en dat de hoge instroom in 2013 een eenmalig incident lijkt. Voorzichtigheidshalve wordt daarom in de meerjarenbegroting uitgegaan van de instroom van de laatste drie jaar exclusief het hoge jaar van instroom 2013. Voor de ontwikkeling van de bekostiging is uitgegaan van het overzicht van de verwachte relevante financiele mutaties dat is opgesteld door de VO-raad versie 14 november 2014. Bij afname van leerlingenaantallen is rekening gehouden met een inkrimping van 1 fte onderwijzend personeel bij een daling met 25 leerlingen in personele lasten en formatie en een gering bedrag aan variabele overige lasten en lasten leermiddelen. Bij afbouw van bepaalde subsidies, zoals leerling gebonden financiering en maatschappelijke stage, is rekening gehouden met vermindering van de personele lasten, overige lasten en formatie die direct va nuit deze subsidies warden betaald. Werkelijk
Wcrl
Begroting
Beg roting
2013
2014
2015
2016
2017
EUR
EUR
Eun
EUR
EUR
12 17
1237
1241
1235
1240
Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen Overige opbrengsten
9.278.555 52.671 144.093
8.996.736 74.203 121.608
9.175.540 89.533 101.200
9.024.4 17 75. 185 101.200
9. 157.629 70. 185 10 1.200
Som van de baten
9.475.319
9.192.547
9.366.273
9.200.802
9.329.014
7. 101.703 22 1.391
7.360.504 242.667
584.996 3 16.864 1.008.044
584.400 336.882 95 1.107
7.38 1.494 257. 185 572.000 3 16.325 9 16.621
7.434.319 274.410 572.000 3 14.796 864.758
7.533.945 254.326 572.000 316.071 865.258
9.232.998
9.475.560
9.443.625
9.460.282
9.541.599
242.32 1
-283.013
-77.352
-259.480
-2 12.585
52.508
42.460
26.933
3 1.000
30.000
294.829
-240.553
-50.419
- 228.480
-182.585
M cc rjarcnbcgroting
aantal lccrlingen ex. VAVO I okt (t-1)
Begroting
Baten
Las ten Personele fasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Lasten leenniddelen Overigc fasten
Resultaal voor financiele baten en L1sten Rcntebaten en soortgelijke opbrengsten
Sal
1217
1237
124 1
1235
1240
fom1aticOP
73,7 6,9 11,2 13,3
74,1 6,9 11,1
75,2 6,9 10,7
74,8 6,9 10,7
75,0 6,9 10,7 13,2
fomlalie DIR fomlalie OOP onderwijs fomlalie OOP algemeen
Tota al
105,1
0 1:::[...·;• ~~ti ft ~®J KPMG1~:~Audit
105,8
Document waarop ans rapport d.d. De meerjaren- en liquiditeitsbegroting 2015-2017 toont de cijfermatige uitgangspositie op basis van de keuzes gemaakt in de begroting 2015. De begroting)'aJm~1~3lGit met een tekort van € 50.419 en dit tekort loo pt in het verwachte scenario de jaren daarna op. Er zullen dus nag aanpassingen moeten volgen voor de j aren 2016-2017 a e j
0~1~~~~g@J1<.ti1t1
23
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
houden. Op basis van het sturingsmodel dat ontwikkeld wordt, warde n de keuzes inzichtelijk gemaakt die consequenties hebben voor de daadwerkelijke invulling van de begroting in de jaren 2016-2017. Op basis van de instroomaantallen die bekend warden in april 2015 en het genoemde sturingsmodel zal er een beleidsrijke meerjarenbegroting worden gemaakt in het voorjaar van 2015. In de begroting 2015 is een taakstelling opgenomen van€ 120.000 op de personele lasten per 1/8/2015. In 2015 heeft dat een effect van € 50.000 bezuiniging op de personele lasten, voor 2016 en volgende jaren is in de meerjarenbegroting een effect meegenomen van€ 120.000. Een deel van de bezuiniging wil het bestuur bereiken door een wij ziging van de manageme ntst ruct uur. Hierover wordt op dit moment met de medezeggenschapsraad gesproken. Op basis van de meerjarenbegroting, de meerjarenonderhoudsbegroting en de meerjareninvesteringsbegroting is een prognose gemaakt van de bal ans ultimo 2015, 2016 en 2017. Deze wordt weergegeven inclusief een vergelijking met verslagjaar en 2013 . Voor de kortlopende schulden, vorderingen en overige voorzieningen wordt voor de prognose uitgegaan van de bedragen ultimo 2014. Door de geprognosticeerde teko rten daalt het weerstandsvermogen in 2017 tot 12% en nadert daarmee de ondergrens van 10%. Dit is ook zichtbaar in de berekende financie le bufferfunctie die onderdeel uitmaakt van de kapitalisatiefactor. Deze daalt va n 10% naar 7%. De onderwijsinspectie hanteert als ondergrens voor deze bufferfunctie O en als bovengrens voor scholen met een omvang van aan totale baten tussen de EUR 6 en EUR 12 miljoen een marge van 15% tot 30%. Een hogere buffer zou duiden op onnodig oppotten van middelen. Maar een buffer van O is voor het bestuur niet acceptabe l, omdat er dan geen ruimte is om onvoorziene risico's op te vangen. Dit maakt inzichtelijk dat er bij ongewijzigde leerlingenaantallen extra bezuinigingsmaatregelen in 2016 en 2017 nodig zijn, zodat de financiele bufferfunctie op een acceptabel niveau blijft. De liquiditeit blijft in dit scenario ook in 2017 met 1,37 ruim voldoende. Mee1jaren prognose balans
Werkelijk 2013
Werkclijl< 2014
Beg roting 201 5
Bcgroling 2016
Begroting 2017
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
ACTIVA: Materiele vaste activa Totaal vaslc activa Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottcndc 11cliva TOTAAL AC TI VA
1.064.867 1.064.867 307.278 2.608.666 2.9 15.944 3.980.811
1.078.377 1.078.377 328. 367 2.376.657 2.705.024 3.783.401
1.161.495 1.161.495 328.367 2.304.422 2.632.789 3.794.284
1.115.728 1.115.728 328.367 2.2 11.525 2.539.892 3.655.620
1. 11 7.535 1.117.535 328.367 2.117.697 2.446.064 3.563.599
PASSIVA: Algemene reserve 13es temmingsreservc publiek Totaal eigc n vcrmogen Voonie ninge n Korllopendc sclmldc n TOTAAL PASSIVA
1.507.544 273. 164 1.780.708 497. 120 1.702.983 3.980.811
1.507.544 32.61I l.540.155 460.475 1.782.771 3.783.401
1.489.736
1.261.255
1.078.670
1.489. 736 52 1.777 1.782.771 3.794.284
1.26 1.255 611.594 1.782.771 3.655.620
1.078.670 702. 158 1.782.771 3.563.599
Financiclc kcngetallen Solva biliteit Solva biliteit 2 Liquidite itsratio Wcc rs tandsvermogen Financiele bufferfunctic Kapitalisatiefactor
45% 57% 1,7 1 19% 14% 38%
41% L#·~::g KPM 53% 1,52 17% JO% 36%
53% 1,48 16% 9% 35%
g 5%
1 ~ ud it Documf;.12! v.aarop
30% 50% or,~mpport
14%
-3 J34% lli!I 2015
d.d.
12% 7% 33%
""h.
tmcoei botrnkkiog Paraa voor 1dent1f1cat1cdoel •ri KPMG /\ccountnnt, N.V .
~ ! · \
24
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De begrotingscijfers voor het jaar 2015 zijn als volgt vastgesteld door de bestuurder en goedgekeurd door de Raad van Toezicht:
Begroting 2015
EUR
EUR
Bat en 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.5
Overige baten
9.175.540 89.533 101.200
Totaal baten
9.366.273
Lasten 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvi ngen
4.3
Huisvestingslasten
572.000
4.4
Lasten lee rmiddelen
4.5
Overige lasten
316.325 916.621
7.381.494 257.185
Totaa l lasten
5.0
9.443.625
Saldo baten en lasten
-77.352
Financiele baten en lasten
26.933
Resultaat
-50.419
Rotterdam, 24 april 2014 Bestuurder/Directeu r
C.A. Klapwijk
~-w
KPMG Audit Document waarop ons rnpport d.c1
- 3 JUN! 2015 lrnedel betrekking heeft. ~ Paraaf voor identif1cat1edoeleinden KPMG Accountants N.V .
25
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Jaarrekening 2014
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
~ KPMG Audit Document wanrop ons r.,pport d.d.
- 3 JUNI 2015
tlf
(mede) betrakk1ng heeft. Paraaf voor 1dent1f1ca11edoeleinde \ KPMG /\ccou,1tnnts N.V. ,\
26
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Balans per 31 december 2014 (no resultaatbestemming)
2014
EUR
2013
EUR
EUR
EUR
Vaste activa 1.1
Materiele vaste activa
1.078.377
1.064.867 1.078.377
1.064.867
Vlottende activa 1.2 1.3
Vorderingen Liquide middelen
2.0
Eigen Vermogen
2.0
Algemene reserve
1 2.0 2
328.367
307.278
2.376.657
2.608.666 2.705.024
2.915.944
3.783.401
3.980.811
1.507.544
1.507.544
Bestemmingsreserv e (publiek)
32.611
273.164 1.780.708
1.540.155 2.1
Voorzieningen
2.2
Kortlopende schulden
460.475
497.120
1.782.771
1.702.983
3.783.401
3.980.811
J ~;w KPMG Audit Document \'Jaarop ons rapport d.d.
- 3 JLirJI 2015 lrncdcl betrckking heeft. Parnc:f voor 1dent heat ed'lc'e : j KPMC Accountant!l f · V .
27
~ .
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Staat van baten en lasten over 2014 2014
EUR
Begroting 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
Baten 3.1 Rijksbijdragen*
8.996.736
9 . 278.5~
8.922.785
3.2 Overige overheidsbij dragen en -subsidies 3.3 Overige baten
74.203
18.536
52.671
121.608
110.302
144.093
Totaal baten
9.051.623
9.192.547
Lasten 4.1 Personeelslasten
7.101.7(
7.244.606
7.360.504
4.2 Afschrijvingen
242.667
252.510
221.391
4.3 Huisvestingslasten
584.400
576.000
584.996
4.4 Lasten leermiddelen
336.882
331.344
316.864
4.5 Overige lasten
951.107
960.327
Totaal lasten 5
1.008.0L
9.475.560
Saldo baten en lasten
9.364.787
-283.013
-313.164
Financiele baten en lasten
Resultaat*
42.460
40.000
-240.553
52.508
-273.164
* Het negatieve resultaat van EUR 273.164 in de begroting 2014 wordt veroorzaakt door het feit dat de aanvullende bekostiging t er hoogte van dit bedrag ontva ngen in december 2013 in 2013 verantwoord moest worden in de jaarrekening. Oorspronkelijk was dit bedrag opgenomen als bekostiging in de begroting 2014. Verantwoo rdlng van deze bekostiging in 2013 veroorzaakt het positieve resultaat in il0~30w n ditm· su ltaat is EUR 273.164 gereserveerd in een bestemmingsreserve ter dekking van het te ort in 2014. Het tekort in 2014 van EUR 240.553 wordt gedekt vanuit deze bestemming r~e!.WiG Audtt Docun- .,1.t waarop ons ropport
- 3 JUN! 2U15
d.d.
ill
(me cl hetrckbng I eeft. p._ a:: voor 1dent licat1edocle J n K, t11lu /\cct u.1tnnts rJ V .
28
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Kasstroomoverzicht over 2014 2014 EUR
2013
EU R
EUR
EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
-283.013
242.321
Gecorrigeerd voor: Afschrijvingen
324.188
299.613
Mutatie v oorzi eningen
-36.645
-153.550 4.530
388.384
Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Schuld en
-21.089
191.649
79.788
-423.748 -232.099
58.699 Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontva ngen interest
156.285
63.229 42.460
52.508 42.460
52.508
105.689
208.793
Tot aa l kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten lnvest eringen in m ateri ele vast e act iva
-336.119
-337.698
Tot aal kasstroom uit invest eringsactiviteiten
--336.119
-337.698
Mutatie liquide middelen
-232.00911-=-i~ I ' "'l i
M
-127.326
•
KPMG Audit Document v1anrop ons rc.pport d.d.
St and liq uide middelen
1/ 1
2.608.666
Stand liquide m iddelen
31/ 12
2.376.657
2.608.666 (mede) betrekking heeft. ~ Paraaf voor identilicatiedoeleinde . KPMG Accountants N.29
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Mutatie liquide middelen
-232.009
-127.326
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014 Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten De rechtspersoonlijkheid van de GSR is een verenigingsvorm. De vereniging is opgericht in 1956 te Rotterdam en is in 1971 verder gegaan als Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland. In 1958 ging de eerste klas van start van het Gereformeerd Lyceum in Rotterdam. Twee jaar daarvoor was al de Gereformeerde Mulo te Rotterdam begonnen. Beide scholen gingen bij de komst van de Mammoetwet (1968) samen op in de Gereforme erd e Scholengemeenschap Rotterdam . Sind s 1960 bestond in Rijswijk de Gereformeerde Mulo. Beide scholen fuseerden in 1994 tot de huidige Gereformeerde Scholgenemeenschap Randstad (GSR) . De vereniging is gevestigd op het adres van de Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad, Valenciadreef 15, 3067 WL te Rotterdam . Treasurystatuut De GSR heeft sinds 10 juni 2003 een treasurystatuut, waarin de bepalingen zijn opgenomen inzake het belenen en beleggen door de GSR. Op 19 december 2013 is een nieuw treasurystatuut vastgeste Id. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Baek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten . Grondslagen voor de waarderi ng van activa en passiva en de resu ltaat bepaling Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover niet anders is vermeld wordt een actief in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan warden vastgesteld . Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is pat-de -afVJi ~keling daarvan gepaard zal 11 gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van her bedrag daarvan betrouwbaar kan t • ..,/1 worden vastgesteld. KPIV G Aud t Docu1 ~ t v:a.irop o s r pport d.d De opbrengsten en kosten word en toegerekend aan de periode waarop zJi' betrekking hebben. I) 11 " 1 'i"''" Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer eemv rmeerde.fing van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan d~1!11¥lva11g t;Jet11ot:1wbaar kanw Paraal voor 1de11t ficat1e toelcind • · KPMG /\ccourtants NV.
30
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, de functionele valuta van de organisatie. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De waarderingsgrondslagen voor de voorzieningen voor groot onderhoud, loonkosten personeel en jubileumgratificaties zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiele positie en vereisen schattingen en veronderstellingen. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Continu'l teit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continu'lteitsveronderstelling. Financiele instrumenten Financiele instrumenten omvatten vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden. GSR maakt geen gebruikt van financiele derivaten . Financiele instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reele waarde, waarbij de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname word en meegenomen. lndien echter financiele instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reele waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Na de eerste opname worden financiele instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Voor de grondslagen van de financiele instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.
Bij zondere w aa rd everminderingen fin anciele instrum enten Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekkmg "WtEten t egen geamort iseerde kostprijs gewaardeerd finan cieel actief wordt berekenJ ats b~t... vel schil tussen de boekwaarde en de co ntante waarde van de verwachte toekomstige kasstrome · , P~~dls€of1feerd tegen de 0 1 0 0 oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Verliezen worden oB~~tWftWe ffi 8J> s'Uc1¥ eg~ d baten en lasten.
- 3 JlJivl
LUIJ
(mcde) betrekking heeft. ~ Paroaf voor 1d.::nt1ftcnt1edOE ' " ~ KPMG J\ccountants N.V 3 ]
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Objectieve aanw1Jzingen dat financiele activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, herstructurering van een aan de organisatie toekomend bedrag ondervoorwaarden die de organisatie anders niet zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een debiteur of emittent failliet zal gaan, en het verdwijnen van een actieve markt voor een bepaald effect. Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen en beleggingen die door de onderneming warden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs warden zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van afzonderlijk belangrijke vorderingen wordt beoordeeld of deze individueel onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. In verslagperiode hebben zich geen bijzondere waardeverminderingen voorgedaan. Materiele vast e activa De verbouwingen, inventaris en apparatuur en lee rmiddelen in uitvoering en vooruitbetalingen op materiele vaste activa warden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen warden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire method e op basis van de economische levensduur rekening houdend met de restwaarde. Op verbouwingen, materiele vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiele vaste activa wordt niet afgeschreven. De • • •
volgende afschrijvingsperce ntages warden hierbij gehanteerd: : 10-33% lnventaris en apparatuur Verbouwingen : 10-25% Leermiddelen : 33%
Onderhoudsuitgaven warden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksd uur van het object verlengen. Ter zake van verwachte kost en van periodiek groat onderhoud aan gebouwen e.d. wordt een voorziening gevormd. Zie hiervoo r de gro ndslag onder het hoofd voorzieningen. Bijzondere waardevermindering of vervreemding van vast e activa Vaste activa met een lange levensduur dienen te warden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoed en dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal warden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaard e van een actief hoge r is dan de g~ha te ~~omstige kasstroom wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaJt geb~eRt....V~P!Vi\! }\1.f8fl1il tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief. Voor verkoop b~ik!;>,i;\r~h.~.fJbV@n~Q(i~~'il d . d gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.
- 3 Ju~I :"i5 Vorderingen
~
(mcde) betrekk1ng heeh.
Pnrnn; voor 1dcntif1cat1edoeleinde · Kn/,..J /,ccuimt:mts N. V.
32
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de eventuele bestemmingsreserves gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves dieter vrije beschikking staan van het Bestuur. lndien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserve is door het bestuur bepaald, en betreft geen verplichting. Het bestuur kan deze verplichting zelf opheffen. Het eigen vermogen betreft volledig publieke middelen. Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en laste n. Uitgaven vinden rechtstre eks plaats ten laste van de voorzieningen.Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a.
de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk);
b.
het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en
c.
er kan een betrouwbare schatting warden gemaakt van de omvang van de verplichting.
Uitzondering op voorgaande voorwaarden betreft de egalisatievoorziening voor groot onderhoud. De toevoegingen aan deze voorziening zijn bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan. Voorziening loonkosten personeel lngaande 2006 is het vervangingsfonds gestopt met de vergoeding van de vervangingskosten voor personeel zoals deze scholen werden vermeld in de reglementen van dit fonds. OC&W stelde daarvoor aan alle scholen een overgangsbudget ter beschikking. Op basis van de langdurige ziektegevallen wordt een voorziening getroffen voor de nog te betalen loonkosten in de eerste twee ziektejaren. De inschatting van de nog te verwachten ziekted uur wordt gemaakt door de leidinggevende van betrokken medewerkers op basis van zijn gesprekken met de bedrijfsarts. De voorziening loonkosten personeel wordt gewaardeerd tegen nominale waarde.
llCl!.;lQ
f ..-~.~l;.~'GJ
KPMG P.udit Document waarop ons r nport d.d.
- 3 JUN! 2315 (mcde) betrckkmg t eert. Paraaf voor ident1flcatred
KPMG /\ccou,1,ants \
~ 1d ·1
\3.3
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Voorziening jubileumgratificaties De voorziening betreft de te verwachten betalingen aan jubileumgratificaties in de komende jaren op basis van het huidige personeelsbestand in vaste dienst en de inschatting van de blijfkans van deze medewerkers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde en is berekend met een disconteringsvoet van 4,7%. Op basis van het personeelsbestand op 31 december 2014 is een nieuwe inschatting gemaakt van de in de toekomst te betalen jubileumgratificaties. l
FJ~ KPMG Audit DocJment •;;aarop ans r ·pport d d.
- 3 JU~:I 2315 (n c •?) betrekking hecft. ' Pare r vcor ident11icatierl0Plr, l .. ta v1G ,\ccou it nL J. J
34
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging warden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. lndien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan warden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Leasing en operationele leases De organisatie kan financiele en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiele lease. Alie andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm.Als de organisatie optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd . Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht. In de verslagperiode is geen sprake geweest van leasing. Er is een meerjarig huurcontract voor kopieermachines en printers dat afloopt op 1 mei 2015. Rentebaten en -lasten Rentebaten en rentelasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder de financiele baten en lasten.
l
~Clf.7'.:..l
A.J £ GJ KPMG Audit Document waarop ons rorir>ort d.d
- 3 mm 2015 (mcdc) betrekking heett. ~ Paraaf voor 1deni1frcat1edoel-'nd •n \ KPMG flccountants N v .J
35
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Toelichting bij de balans
1.1 Materiele vaste activa Het verloop van de materiele vaste activa is als volgt weer te geven: I.I .I
1.1.2
1.1.3
Gebouwcn
Inventaris
Leer-
en
en
Middclcn
Tcrrcincn
apparatuur
Eun
Eun
Eun
Tota al
EUR
Stand per I januari 2014
• •
Aanschafprijs waardeverminderingen
•
763.925
952.027
231.546
1.947.498
-389.333
-400.205
-93.093
-882.631
374.592
551.822
138.453
1.064.867
151.145
122.060
64.493
337.698
-96.784
-60.782
-64.815
-222.381
96.784
60.782
64.815
222.381
-74.540
-168.127
-81.521
-324.188
76.605
-46.067
-17.028
13.510
818.286
1.013.305
231.224
2.062.815
-367.089
-507.550
-109.799
-984.438
451.197
505.755
121.425
1.078.377
Cumulatieve afschrijvingcn en
Boekwaarde
Mutaties in de bockwaarde:
• •
lnvesteringen
• •
Dcsinvesteringen afschrijving Afschrijvingen
•
Saldo
Desinvesteringcn aanschafwaarde
Stand per 31 december 2014
• •
Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
•
Boekwaardc
De WOZ-waarde van de gebouwen en terreinen is EUR 8.281.000 (peildatum 01-01-2013). De panden zijn verzekerd door de gemeentes Rotterdam en Rijswijk. De vereniging is juridisch eigenaar van de aa n de Valenciadreef te Rotterdam gelegen gebouwe n, die zijn gesticht op grond die in erfpach door de gereente Rotterdam is verkregen en van de gebo uwen aan de Trompetstraat 1 en 5 teII ,.Riiswijk. H'.e t economisch claimrecht inzake ;,/ .. "" "-...J deze gebouwen lag tot 31 december 1996 bij het Ministerie afli-\)aflaf\l! Lji:tnuari 1997 bij de gemeenten, waardoor de vereniging over deze activa geen ri sico i:fdpt-:r t v1c.c.Hup ons ' P1 ort d.d
- 3 JlJ~~I 2Q .:i (mcdc) betrekkmg heeft. ~ Pama! voor 1dcnt ficat edoel .in 1 n KPMG Accouritanls N.V.
36
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
1.2 Vorderingen 2013
2014
EUR 1.2.1
Debiteuren
EUR
EUR
72.060
68. 652 72.060
1.2.2
1.2.3
EUR
68.652
Overige vorderingen •
Vooruitbetaalde kosten
107.772
•
Nog te ontvangen bedragen
158.719
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
113.356 135.718
266.491
249.074
-10.184
-10.448
328.367
307.278
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 2013
EUR
EUR
Stand per 1 januari
10.448
9.728
Onttrekking
-1.168
-2.149
904
2.869
10.184
10.448
Dotatie
1.2.4
2014
Stand per 31 december
De dotatie wegens oninbaarheid 2014 bestaat uit een schatting van het bedrag dat ouders niet zullen betalen van de ouderbijdragen en overige posten op de jaar nota. Dit omdat volgens richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap expliciet is aangegeven, dat het vrijwillige bijdragen betreft. Debiteuren De post debiteuren bestaat voor het grootste dee I uit te ontvangen ouderbijdragen.
De vorderingen begrepen in de post debiteuren hebben zowel in 2014 als in 2013 een looptijd korter dan 1 jaar.
l°-TJC i •.
~~!?€]
KPMG Audit Docun•ent v,amcp ons r<·pport d.d.
- 3 JUIJI 2315
d
lmcdc) bctrckk na hecft. Paraaf voor 1dantiflcatiedoelr.ind ,11 KPMG /\ccounlunts N.V.
37
\
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Overige vorderingen De overige vorderingen hebben zowel in 2014 als in 2013 een looptijd korter dan 1 jaar. De post vooruitbetaalde kosten betreffen de kosten van de eenmalig te gebruiken leermiddelen voor de maanden januari tot en met juli van het op het verslagjaar volge nd kalenderjaar.
1.3
Liquide middelen
1.3.1
Kasmiddelen
1.3.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
2014
2013
EUR
EUR
2.639
1.276
2.374.018
2.607.390
2.376.657
2.608.666
De liquide middelen staan geheel ter vrije beschikking.
2.0
Eigen vermogen Stand per 1 Resultaat januari
Overige Mutaties
Stand per 31 december
2014
2014 EUR
EUR
EUR
EUR
Algemene reserve
2.0.1
Algemene r es erve
2.0.2
Bestemmingsreserve (publiek) Best em mingsreserve
1.507.544
-240.553
273.164
1.780.708
-240.553
240.553
1.507.544
-240.553
32.611
1.540.155
B'-1~ KPMG Audit. Document v1aarop ons rapport d.d.
- 3 JUIH 2J't5 lmcde) betrekking heeft . ~ Paraal voor 1den:1ficatiedoeleindJ . \
KPMG Accountants N . V.
38
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De GSR heeft in december 2013 een bedrag ontvangen aan aanvullende bekostiging van EUR 273.164 op basis van het begrotingsakkoord 2014. De besteding van deze extra middelen was opgenomen in de bekostiging van de begroting 2014. Bij het op maken van de jaarrekening is gebleken dat deze aanvullende middelen in 2013 moesten worden verantwoord. Het bestuur heeft derhalve besloten deze EUR 273.164 in 2013 te reserveren in een publieke bestemmingsreserve met de bedoeling deze middelen in 2014 uit deze bestemmingsreserve te onttrekken ter dekking van het tekort, dat is ontstaan op de begroting omdat de middelen niet mochten warden verantwoord in 2014. In het verslagjaar wordt aan deze bestemmingsreserve EUR 240.553 onttrokken ter dekking van het tekort op de exploitatie. Het bestuur heeft besloten het restant van EUR 32.611 in de bestemmingsreserve te laten staan ter dekking van een deel van het begrotingstekort 2015 ad EUR 50.419. Op de bestemmingsreserve berust geen verplichting. De beperkte bestedingsmogelijkheid is aangegeven door het bestuur.
2.1
Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.1.1
2.1.2
2.1.3
Voonienlng
Voonlening groot
Vooniening
loonkosten personeel
onderhoud
jublleumgrat ificaties
EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari 2014
117.990
312.672
Dotaties
109.487
250.000
-114.012 113.465
Onttrekkingen Stand per 31december2014
Totaal
EUR
66.458
497.120
-280.323
-1.797
-396.132
282.349
64.661
460.475
359.487
Voorziening loonko5ten personeel lngaande 2006 is het vervangingsfonds gestopt met de vergoeding van de vervangingskosten voor personee l zoals deze scholen werden vermeld in de reglementen van dit fonds. OC & W stelde daarvoor aan alle scholen een overgangsbudget ter beschikking. Op basis van de langdurige ziektegevallen wordt een voorziening getroffen voor de nog te betalen loonkosten in de eerste twee ziektejaren . Voorziening groot onderhoud De voorziening voor onderhoudskosten wordt gevormd voor periodiek groot onderhoud dat dient te warden verricht op de gebouwen. De voorziening voor onderhoudskosten is langlopend. Voorziening j ubileumgratificaties De voorziening betreft de te verwachten betalingen aa~ jubileumg atificaties in de komende jaren op basis van het huidige personeelsbestand in Jaste dienst Et( , f!'rd lJ~Fi ~fting van de blijfkans van deze medewerkers. Op basis van het personeelsbestand gp~;!., _Qeic.eroQ,~r~SlH~oi~ d d. een nieuwe inschatting gemaakt van de in de toekomst te betalen jubileumgratificaties. Het verschil tussen de inschatting gemaakt op 31 december 2013 en3deDn~cB~tii ng op 31 december 2014 resulteert in een onttrekking van EUR 1.797. (rr.cdc) bctrekbrg hceft. ~ Paraaf voor klcnt1f1r,atiedoelr nd" · \ KPMG /\ccc1rntants N v
39
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
2.2
l
EUR 2.2.1
Crediteuren
2.2.2
ocw
2.2.3
Belastingen en premies sociale
2013
EUR
EUR
EUR
190.863
186.679
319.196
290.082
100.878
112.053
verzekeringen Schulden terzake van pensioenen
2.2.5
Overige kortlopende schulden
• •
Vooruitontvangen ouderbijdragen
173.314
178.457
Vooruitontvangen subsidies OCW (niet)
353.399
375.457
geoormerkt
• •
Vakantiegeld en -dagen
300.886
295.313
Overige
344.235
264.942 1.171.834
1.114.169
1.782.771
1.702.983
Onder de kortlopende schulden staan verplichtingen met een looptijd van minder dan 1 jaar verantwoord. De post belastingen en premies sociale verzekeringen betreft de nog te betalen loonheffing betreffende de beta aide salarissen van december van het verslagjaar. De post schulden ter zake van pensioenen betreft de nog te betalen pensioenpremies betreffende de betaalde salarissen van december van het verslagjaar. Over ige kortlopende schulden In de post overige is op 31 december 2014 een bedrag van EUR 64.443 (2013: EUR 57 .349) opgenomen aan midde len van de leerlingenvereniging 10 Vivat. In 2010 is gezien de omvang van deze middelen besloten het beheer hiervan op te nemen in de administratie van de school. De leerlingenvereniging 10 Vivat blijft verantwoordelijk voor de bestemming van de middelen. In de post overige is op 31 december 2014 een bedrag van EUR 6.237 (2013: EUR 5.799) opgenomen verschuldigd aan het samenwerkingsverband van de vier scholen voor gerefo rmeerd voortgezet onderwijs in Nederland op het gebied van identiteit. De GSR beheert de middelen van dit samenwerkingsverband. In de post overige is op 31 december 2014 een bedrag var-EUR 16 18i4 opgenomen ter waarde 1 van verlofuren op basis van individuee l keuzebudget l evehsf~ se~~'1'ust personeelsbeleid op grond van artikel 7 van de cao VO 2014/2015. Dit 'be"treft ~ lle't RP~~aot~Wsli~ recht van medewerkers die over de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 ~.m.b.e,li~
(mcdc) betrekking heeft.
Pama! voor idcntificatiedoeleinde ·
KPMG Accountants N V
. 40
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Financiele instrumenten De GSR maakt geen gebruik va n uiteenlopende financiele instrumenten. De GSR loopt hierdoor geen rente-, kasstroom en kredietrisico's. De GSR loopt een zeer beperkt risico op uitstaande vorderingen. De vorderingen bestaan voor het grootste deel uit vorderingen op ouders ten aanzien van de ouderbijdrage. Het risico op deze vorderingen is afgedekt met een voorziening voor oninbare debiteuren. De overige grote vorderingen bestaan uit nog te ontvangen rentebedragen, gemeentelijke subsidie, bijdragen voor medegebruik en gezamenlijke exploitatiekosten en door andere scholen nog niet betaalde facturen aan het samenwerkingsverband va n de vier scholen voor gereformeerd voortgezet onderwijs, waarvan de GSR de middelen beheert. De organisatie loopt geen significante liquiditeitsrisico's. De GSR bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het bestuur ziet er op toe dat voor de onderneming steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
Docun•ent v.aarop ons kpport d.d.
- 3 JWJI Wfi (mede) betrckking f ecft. ~ Parnaf voor 1de t frcatredoc r KPMG Accountants f'J. v 41
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Overzicht niet geoormerkte doelsubsidies OCW Omschrijving
Jaar
Ke nm erk
Bedrag van toewijzing
Saldo 2013
Ontvangen in 2014
t.b.v. Exploltatie 2014
Saldo 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
Prestatie subs. Conv. VSPO
2014 651609- l
8.000
Prestatie subs. Conv. VSPO
2014 564268-1
19.991
19.991
19.991
57.720
57.720
Regeling aanv. Bekost. Maatschappelijke stage
20132014
56570-1
57.720
Regeling aanv. Bekost. Maatschappelijke stage
20142015
652543-1
60.840
2013 543354-2
403.209 372.603
Lerarenbeurs
2014 639 144-1 20132014 20122013 20112012 20142015 643529-1 20142015 655542-l
Leerling gebonden financiering
20132014
BEK 13/23549 M
Leerling gebonden financie ring
20112012
BEK13 12281 M
Regeling bekosting lesmateriaal Regeling bekosting lesmateriaal Le rarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs Lerarenbeurs
8.000
60.840 235.205
60.840 235.205
372.603
155.251
2 17.352
11.679
5.044
25.065
16.723
13.934
1.139
1.139
24.979
221
221
20.924
20.924
6.679
14.245
6.3 17
6.317
2.1 06
4.2 11
82.218
82.218
72.545
9.673
76.611
6.497
6.497
Educatieve Minor
2010 275341-1
4.000
4.000
4.000
Prestatiesubsidic VSV VO vast 2015
2015 649734-1
20.000
0
Visueel gehandicapten
2011 2011/2/187921
6.300
3.150
Visueel gehandicapten
2014 601486-1
Zij-instroomsubsidie
2010
Zij-instroomsubsidie
23821523
3. 150
20.000
0
3.150
3.150
0
8.606
4.232
4.374
3.205
552
2.653
19.000
2011 369050-1
19.000
Zij-instroomsubsidie
2013 3/191/27569
20.000
Regeling versterking functicmix
2014 593812-3
185 .705
185.705
185.705
Prestaticbox
2014 610495-1
201.928
201.928
201.928
942.685
964.743
Voor model G zie volgende pagina
1.651.494
20.000 3.150
19.000
Totalen
•
8.000
375.457
-19.000
n l:A~J
353.399
L ..
KPMG Audit Document wa1.1rop ons r pport d.d.
"J J-3 Jrn;1 ... ~
!me el bctrnf.bn locfl.
r..
af voor de . !1cat1cd
i
KPMG /\ccoun ::ints ~ . V42
\
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Model Gl Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving
Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewljzlng
Ontvangen t/m verslagjaar
de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsldlebeschlkklng geheel uitgevoerd en afgerond
nog nlet geheel afgerond
EUR
Lerarenbeurs
2013-2014 546999-1
Totalen
25.065
25.065
25.065
25.065
ja
Error! Not a valid link.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Meerj arige f inanciele verplichtingen Er geen langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan. Per 1 januari 2006 is het bekostigingsstelsel voor voortgezet onderwijs vereenvoudigd . Deze vereenvoudiging houdt in dat vanaf 1 januari 2006 de bekostiging niet meer op schooljaarbasis, maar op kalenderbasis plaatsvindt. Op basis van artikel 5 van de regeling "Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs" (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) is het toege5taan een vordering op te nemen op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) . Deze vordering betreft maximaal 7,5% van de personele lumpsum van het boekjaar. Deze vordering kan pas warden ge'lnd bij discontinu'i teit c.q . opheffing van de onderwijsinstelling. Er is derhalve sprake van een voorwaardelijke vordering. Aangezien de GSR uitgaat van "going concern" is deze vordering niet opgenomen op de balans, maar opgenomen onder de niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen. De voorwaardelijke vordering op OCW heeft ultimo 2013 een waarde van EUR 515.803.
KPMG Audit Document waarop ons r pport d.d.
-3 JUIJI 2015 (me~") betrckk ng lie ft. Pama! voor ,dcntd,:;at1edoeleinj
KPMG
l1CCOU11 Ult::>
~ 1.
N.V.
43
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Toelichting bij de Staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen 2014 EUR
• 3.1.1
Rijksbijdrage sector VO
8.031.993
Rijksbijdrage OCW
•
Begrotlng 2014 EUR
EUR
EUR
2013 EUR
7.987.161
7.749.173
--
--
8.031.993
EUR
7.749.173
7.987.161
Niet-geoormerkte OCW-subsidies 964.743
1.529.382
935.624
-964.743
935.624
1.529.382
8.922.785
9.278.555
-8.996.736
Het bedrag aan rijksbijdrage is in 2014 EUR 44.832 hoger dan begroot. De belangrijkste verschillen de verhoging van de personele bekostiging in 2014 met 0,43% en een ontvangen credit van EUR 15.188 op de afrekening collectieve uitkeringskosten 2013, waarvoor in december 2013 een te hoog bedrag was ingehouden. Het bedrag aan niet-geoormerkte OCW-subsid ies is in 2014 EUR 29.119 hoger dan begroot. In de begroting 2014 is uitgegaan van het lagere bedrag per leerling voor bekostiging leermiddelen, in de realisatie is nog voor 7 maanden het hogere bedrag van toe passing dat gold voor 2013. Het verschil is EUR 19.532 meer bekostiging in realisatie 2014. Daarnaast is in oktober 2014 EUR 8.000 toegekend voor het variabel dee I van de subsidie bestrijding vroegtijdig schoolverlaten. Dit bedrag was niet begroot omdat dit afhankelijk is van het daadwerkelijke aantal schoolverlaters. Het bedrag aan niet-geoormerkte OCW subsidies is in 2014 EUR 564.639 lager dan in 2013 . De belangrijkste extra bedragen in 2013 ten opzichte van 2014 zijn een aanvullende bekost iging toegekend voor behoud van jonge leerkrachten ad EUR 84.711, (d it bedrag zal in 2015 en 2016 weer in mindering worden gebracht op de bekostiging), verantwoord ing van het restant van de prestatieboxgelden van 2012 in 2013 ad EUR 129.735, verantwoording van zijinstroomsubsid iebedragen ad EUR 71.285 (2014 : EUR 4.784) en een aanvullende bekostiging op basis van het begrotingsakkoord van 2014 van EUR 273.146. Het laatste bedrag was oorspronkelijk opgenomen als bekost iging in de begroting 2014 en is in 2013 gereserveerd in een bestemmingsreserve te r dekking van het tekort in 2014.
r.1 J?5J
KPMG Audit Docum
(mede) bctrekking I eeft. ~ Paraaf voor identif1catiedoeleindcn KPMG ;\ccc:untants N.V . 44
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies 2014
EUR
•
Begrotlng 2014
EUR
EUR
2013
EUR
EUR
74.203
Overige gemeentelijke bijdragen en
EUR
52.671 18.536
subsidies
-3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
74.203
18.536
52.671
-18.536
74.203
52.671
De gemeentelijke bijdragen en subsid ies zijn EUR 55.667 hoger dan begroot. In het verslagjaar is EUR 30.684 verantwoord van de gemeente Rijswijk ter dekking van de kosten van asbestsanering in de gymzaal in Rijswijk. Dit bedrag was niet begroot. Vanuit de gemeente Rotterdam is EUR 14.550 aan niet begrote subsidie ontvangen voor begeleiding van beginnende docenten. Er zijn verder niet begrote bijdragen verantwoord vanuit het samenwerkingsverband KOERS-VO van EUR 7.357 (2012: EUR 12.160) voor invoering passend onderwijs en EUR 891 (2012: EUR 11.747) voor medefinanciering van de inzet van expertise van medewerkers van KOERS-VO.
3.3
Overige baten 2014
Begroti ng
2013
2014
EUR
EUR
3.3.1
Verhuur
22.890
3.3.2
Schenking
26.022
22.890
22.890
3.3.3
Ouderbij dragen
45.039
45.000
42.180
3.3.4
Overige
27.657
42.412
56.137
121.608
110.302
144.093
22.886
Onder schenkingen is een bedrag aan giften van EUR 16.369 (2013: EUR 13.972) verantwoord voor een maatschappelijke stageproject in Roemenie en een bedrag van EUR 414 (2013: EUR 6.444) voor ee n maatschappelijke stageproject voor de Voedselbank. De uitgaven voor deze projecten zijn verantwoord onder de overige last en. Een bedrag van EUR 1.111 (2013: EUR 5.605 voor beide projecten) voor het project van de voedselbank is nog niet verantwoord, dit bedrag is nog niet besteed en wordt gereserveerd voor een gelijk project in 2014. Voor het maatschappelijke st ageproject in Roemenie is EUR 5.562 verantwoord van giften die in eerdere jaren ontvangen zijn en nog niet waren besteed . 1 Onder schenkingen is verder een bed rag verantwoord van EUR 3.513 (2013: EUR 4.532) voor het project Sportspirit. De uitgaven voor dit project zijn verantwoord onde f o erlg~·lasten. [; ci.,, 11 ~·1aurur ons r nport d.d.
r
- 3 JLI;'ll
2~ 1 5
(rrC1"l betrnkkirg heeft. ~ Parunf voor 1den·1f.::at1edoelcir..., "1 \ KPMG /\cccuntant " \
45
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
4.1
Personeelslasten 2014
EUR
•
• • 4.1.1
• •
2013
EUR
EUR
5.793.979
5.714.704
5.653.959
673.112
663.902
619.773
Pensioenpremies
843.135
838.545
EUR
852.916
---
Dotatie personele voorzieningen Personeel niet in loondienst
7.310.226
Overige
7.126.648
7.217.151 28.029
-6.322 187.622
80.000
26.334
30.000
-93.850
-82.545
31.270
Premie arbeidsongeschiktheidsverzekering
•
EUR
Socia le lasten
Brutolonen en salarissen
Lonen en salarissen
•
Begroting 2014
EUR
29.788
4.1.2
Overige personele lasten
113.784
4.1.3
Af: uitkeringen
-63.506
7.360.504
-70.809
27.455
18.278 -43.223
7.244.606
7.101.703
Onder de post overige is een bedrag EUR -48.357 (2013: EUR -41. 261) verantwoord als gevolg van detachering van een docent aan de technische universiteit Delft en EUR -57.505 (2013: EUR -56.980) voor doorbelasting salariskosten van de voorzitter en secretaresse van GRIP, het samenwerkingsverband op het gebied van identiteit op gemene rekening tussen de vier scholengemeenschappen voor gereformee rd voortgezet onderwijs in Nederland. Daarnaast warden op deze post de kosten verantwoord voor de overlopende salariskosten verrekend betrekking hebbend op 2014 maar betaald in 2015. Onder de post overige is een credit opgenomen van EUR 28.316 in januari 2014 ontvangen van de belastingdienst als credit op de loonheffing in 2013. Dit bedrag is abusievelijk niet opgenomen in de jaarrekening 2013. De kosten voor personeel niet in loondienst voor met name vervanging van ziekte en zwa ngerschap waren in 2014 EUR 187.622, vanuit het UWV is EUR 63.506 aan uitkeringen ontvangen, resulteert aan kosten voor vervanging EUR 124.116. Begroot is EUR 80.000, overschrijding EUR 44.116. Oorzaak is een hoger dan gemiddeld ziekteverzuim en de toename van inhuur van vervangende medewerkers. De kosten daarvan zij n hoger dan van personeel in loondienst. De risico's voor kosten op de langere termijn zoals WW-kosten, zij n daare ntegen uitgesloten. Het aantal medewerkers bedroeg op 1 oktober 2014 :fil8,2.lte(@3: 105,1 fte) . Op 1 oktober • ' I ""' I 2014 is 3,3 fte (2013: 0,8 fte) ingezet voor vervanging van, ziekte eh zwa~~ersch~p Het gemiddeld aantal medewerkers in fte bedroeg in 2014107,4 ttl PNiu /\udi t Docun ei1t \·1ac1rop 011s r~pport d.d Directie Onderwijs personeel Onderwijsondersteunend personeel
6,5 FTE 76,8 FTE 24,1 FTE
(niedc) bctrekk1ng t1eeft. ~ Pmaaf voor 1rtentif1cati~doelr.ind ?O ,j KPMG ,\ccou ,nnts N.V.
46
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Vermelding op basis van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipubliel<e sector (WNT) Er zijn geen lonen of salarissen uitbetaald, die de norm voor bezoldiging voor topfunctionarissen in het voortgezet onderwijs te boven gaan {EUR 184.448). Op de volgende pagina is het overzicht opgenomen voor vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen. Be loning Raad van Toezicht De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een vrijwilligersvergoeding van EUR 1.500 per schooljaar. De leden van de Raad van Toezicht schenken deze vergoeding als gift aan de GSR.
KPMG /\udit Document waarup ons r pport d.d
,,., - 3 Ju''I I~ ~v.J ~
(rnedc) bctro~krng •1eeft.
~
Parac.. v or dc'lt1hcat1cdoc'eird ., KPMG Acc0u1 .onts N V
4
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Bestuurder / directeur Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad
Omvang dienstverband
Beloning
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
90.961
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 301
01-08-2011
1 fte
A.H. van Wijk
01-08-2011
Nvt
Nvt
N
P.van Duijvenbode
01-08-2011
Nvt
N
J.P. Versteegt
01-08-2012
N
M . G. van Middelkoop
01-08-2011
N
J. Hendriks
N
A. van Horssen
Voor zittersclausule van toe passing
Naam
Datum in functie treding
J
C.A. Klapwijk
J
;j
van Toezich1)
C.J. Schouten Lid Raad KF r!\ls A udit ·ur·" t ·::zarcr c15 ' t ,,,,.. d.d. van Toezicht - . j Ji..,.I Lt. J
Einddatum Functie
Motivatie overschrijding van de norm
15.504
Uitkeringen wegens beeindiging dienstverband Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
01-08-2011
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
01-08-2012
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
13-10-2014
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
13-10-2014
Nvt
~
o.J
-
~
(rrec'l! betrekking '"ieeft. ~ Pare3f voor 1dentificatiedoeleinden· KPi,iG Accountants N.V.
48
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
4 .2
Afschrijvingen op materiele vaste activa 2014
Begroting 2014
2013
EUR
EUR
EUR
4.2.1
Gebouwen en terreienen
74.540
78.714
76.392
4.2.1
lnventaris en apparatuur
168.127
173.796
144.999
242.667
252.510
221.391
De afschrijvingskosten voor de post leermiddelen ad EUR 81.521 (2013 : EUR 78.222) zijn verantwoord onder de post 4.4. lasten leermidd elen. De afschrijvingskosten inclusief afschrijving op leermiddelen bedragen EUR 324.188 (2013: EUR 299.613). De specificatie van de afschrijvingslasten is terug te vinden in de toelichting bij de materie le vaste activa.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Groot onderhoud
4.3.2
Onderhoud
4.3.3
2014
Begroting 2014
2013
EUR
EUR
EUR
277.507
250.000
27.132
25.000
32.333
Energie en water
122.612
151.000
161.713
139.748
132.000
122.786
10.516
12.000
9.859
6.885
6.000
8.305
584.400
576.000
584.996
4.3.4
Schoonmaakkosten
4.3.5
Heffingen
4.3.6
Overige
250.000
In de post groat onderhoud is EUR 27.507 opgenomen voo r de kost en van asbestsanering in de gymzaal van Rijswijk, de kost en hiervan warden gedekt vanuit huisvestingssubsidie van de gemeente Rijswijk. De kosten van energie en water zijn lager dan begroot door de zachte winter in 2014, hierdoor de kosten voor gas en stadsverwarming EUR 23.270 lager dan begroot .
4.4
Lasten leermiddelen 2014
Begroting
2013
2014 EUR
4.4.1
Kosten leermiddelen eenmalig gebruik
4 .4.2
Afschrijvingen geactiveerde leermiddelen
EUR
238.642 78.222 316.864
(riede) bbtrckf. ng ht. 't.
~
Paraaf voor 1dent1!1catiedoclcind" KPMG Accountants N.V.
\
49
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
De kosten van de leermiddelen worden toegerekend aan 2014 naar evenredigheid voor de leermiddelen die gebruikt zijn in het schooljaar 2013-2014 voor de maanden januari tot en met juli 2014 en voor de leermiddelen die gebruikt zijn in het schooljaar 2014-2015 voor de maanden augustus tot en met december 2014.
4.5
Overige lasten Begroting
2014
2013
2014 EUR
EUR
EUR
4.5.1
Administratie- en beheerskosten
743.083
762.138
765.229
4.5.2
Licent iekost en en ICT kosten va n derden
208.024
198.189
242.815
951.107
960.327
1.008.044
In de administratie- en beheerkost en zijn de uitgaven opgenomen voor de maatschappelijke stageprojecten voor Roemenie en de voedse lbank en voor het project van de voedselbank die zijn gefinancierd uit bestemde giften voor een bedrag van EUR 25.858 (2013: EUR 20.416). Deze giften zijn verantwoord onder de overige baten . Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de vereniging, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2BW.
Onderzoek van de jaarrekening
2014
2013
EUR 1.000
EUR 1.000
19
18 2
And ere controleopdrachten
19
20
1{J ~ KPMG /\udit Docurrent v1aarop ons rapport d.d.
- 3 mm 2m5 (mede) betrekking t eeft.
cl
Para' 11ca1 1edoel'li 1"• KPMG Acc r untarits N.V
50
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
5 Financiele baten en lasten
2014
Begroting
2013
2014
EUR
5
Rentebaten
EUR
EU R
42.460
40.000
52.508
42.460
40.000
52.508
Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de organisatie, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
Rotterdam,
Bestuurder/directeur C.A. Klapwijk Msc
Raad van Toezicht P. van Duijvenbode
Ir. J. Hendriks
A. van Horssen MEL
Drs. C.J. Schouten
Ing J.P. Versteegt CPC
mr. A.H. van Wijk
8~q
KPMG l\udit Document waarop ans rrpporl d.ci
- 3 rnm 2J\j (mede) betrekking heeft. Paraaf voor 1dent1f1catiedoelc"Vi KPMG 1\ccc ur t<:nts n.V.
51
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Overige gegevens Aan: Vereniging voor Gereformeerd Voorgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2014 van Vereniging voor Gereformeerd Voorgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiele verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de vereniging is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiele rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 103, lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening ee1 afwijking- van materieel belang bevat als I I'"'\ I gevolg van fraude of fouten. · r ,'J • KPMG /\udit Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de account6Jlt 1 q~ 1 ti l'J~_e.rro~ cli>.eh~~r:singdin aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het ~etrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiele rechtmatigheid 3-'clQ'.ri!~e'..~na leving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben ecb~~rer ~tr~t:ltr
Paraaf voor 1derl'mcati... J0elr. nd KPMG /\cc"t. "1r,ts ll V.
·1
\:j; 52
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
t ot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vereniging. Een controle omvat tevens het eva lueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiele verslaggeving en de gebruikte financiele rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de Vereniging voor Gereformeerd Voorgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ans verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een get rouw beeld van de grootte en de samenstelli ng va n het vermogen van Vereniging voor Gereformeerd Voorgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordee l dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen va n financiele rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overee nstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoa ls vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet geste lde eisen lngevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ans geen t ekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaa rverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h va n het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaa rreke ning zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Rotterdam, 3 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
T.A. Kalmar RA
[_}~JbJ KPMG t.udit Document wa rop ons r pport d rl
- 3 JUW 2J j (mede) botrekkirg lie ft Paraaf voor idc if cat edoe' KPMG Acee 1 tar.• r
53~
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming lngevolge de Wet op het voortgezet onderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling. Het bestuur heeft besloten het negatieve resultaat ad EUR 240.553 te onttrekken aan de in 2013 gevormde bestemmingsreserve van EUR 273.164. Deze bestemmingsreserve is gevormd vanuit in 2013 ontvangen en te verantwoorden aanvullende bekostiging bestemd voor het begrotingsjaar 2014. Het bestuur heeft besloten het restant van EUR 32.611 in de bestemmingsreserve te laten staan ter dekking van een deel van het begrotingstekort 2015 ad EUR 50.419.
Gebeurtenissen na ba lansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voo rgedaan met een significante invloed op het resultaat en het vermogen van de organisatie.
I
'. .
·~ ~:PMG /\udi t Docuriert v1ail1op ons ' pport d c1
- 3 1m11 2J j
~
(mcdc) betrekklng heeft . P:iraaf voor 1dcnt1flcafedooleir·1 ~ KPMG Acccui tant.; N.V . 4