Gereformeerd onderwijs voor christenen “Geïnspireerd en Uitdagend”
Strategisch beleid van de Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland 2012-2015
1
INHOUD
I.
Inleiding
4
II.
Omgevingsverkenning Cultuur en samenleving Kerken Politiek Onderwijskunde
4
III.
Visie VGPONN Herkenbaar Gereformeerd Uitdagend en van goede kwaliteit Welkom Eigentijds Zo dicht mogelijk bij huis Vanuit een lerende organisatie Aanspreken
5
IV.
Identiteit Gereformeerd en/of christelijk Medewerkers en identiteit Leerling en identiteit Ouders en identiteit Toelatingsbeleid Leden- en benoemingsbeleid
7
V.
Leiderschap en management Dienend en doelgericht Onderwijskundig Gedeeld en situationeel Verantwoordelijke organisatie Goed onderwijs, goed bestuur Communicatie
8
VI.
Medewerkers Belang Professionaliteit Medewerker als professional Voorbeeldrol Personeelsbeleid en -beheer
9
VII.
Cultuur en klimaat Professionele cultuur Uitdragen
10
VIII.
Middelen en voorzieningen Gebouwen Financiën Technische middelen
11
2
IX.
Primaire processen Opbrengstgericht werken Leren van elkaar School in lokale context
11
X.
Secundaire processen Kwaliteitszorg Schematisch model Ondersteuningsstructuur Stafbureau
12
XI.
Waardering voor de school Waardering personeel Waardering ouders en leerlingen Waardering samenleving Waardering inspectie
14
XII.
Resultaten en opbrengsten
14
3
I.
Inleiding
Onderwijs geven is een hoopvolle activiteit: je mag werken aan een mooie toekomst voor kinderen. Om relevant en bij de tijd te blijven, moeten scholen vooruit kijken om te zien of de koers van de school hieraan nog voldoet. In dit Strategisch Beleidsplan kijkt VGPONN vooruit. Het plan bouwt voort op reeds verworven inzichten en ontwikkelde werkwijzen, terwijl op andere punten een nieuwe koers wordt gekozen. Voor de indeling van dit document wordt de ordening van het zgn. Ink-model gehanteerd, omdat dit model ook leidend is voor het toetsingskader. Dit model ziet er als volgt uit:
II.
Omgevingsverkenning
Gereformeerd onderwijs wil relevant onderwijs verzorgen vanuit een herkenbare identiteit. Relevant onderwijs vraagt om omgevingsbewustzijn en inspelen op vragen van de tijd. Hier volgt een korte opsomming van waargenomen trends: - Cultuur en samenleving Er zijn belangrijke trends waar te nemen: individualisering, commercialisering en digitalisering van de samenleving. Ouders zijn steeds mondiger, maar hebben ook steeds minder tijd ter beschikking voor hun kinderen. Daarom stellen ze hoge eisen aan de ondersteuning van hun kind door anderen, waarbij de focus ligt op presteren. Het aantal gebroken gezinnen neemt toe. Men is minder bereid vaste en/of langdurige verplichtingen aan te gaan. De vraag ‘wat levert het op voor mij’ wordt meer en meer doorslaggevend. Kinderen groeien op in een ‘digitale’ samenleving, waarin sociale media een belangrijke rol spelen. Scholen moeten met hun onderwijsaanbod met al deze aspecten rekening houden. 4
- Kerken De diversiteit binnen de bestaande Bijbelgetrouwe kerken neemt toe, waardoor de onderlinge verschillen kleiner worden. De persoonlijke beleving van het geloof lijkt belangrijker geworden dan de verbondenheid met een kerk van een bepaalde denominatie. Voor ouders is de band tussen gezin, kerk en school niet meer zo vanzelfsprekend. De afweging bij de keuze voor een school wordt niet alleen bepaald door de identiteit van de school, maar zeker ook door zaken als kwaliteit en bereikbaarheid. - Politiek Vanuit de politiek en de overheid wordt veel nadruk gelegd op de kernvakken, omdat het onderwijs gezien wordt als een belangrijke factor voor het succes van de kenniseconomie. Er is een groot geloof in maakbaarheid en meetbaarheid van onderwijsresultaten. Daarnaast bestaat de tendens dat de overheid de school inschakelt voor de oplossing van allerlei problemen in de samenleving. Hiervoor worden wetgeving en kerndoelen aangepast en ontwikkeld. Passend onderwijs heeft groot draagvlak bij politici. - Onderwijskunde Individualisering van het onderwijs vormt een belangrijke trend, die aansluit bij de politieke ambitie ten aanzien van passend onderwijs. Niet de beperkingen maar de mogelijkheden van iedere leerling zijn leidend voor de school van morgen, waarbij een individuele, doorgaande leerlijn is gewaarborgd. Van de leerkracht vereist dit specifieke vaardigheden en een hoge mate van professionaliteit als het gaat om instructie en differentiatie.
III.
Visie VGPONN
VGPONN staat voor herkenbaar gereformeerd onderwijs, uitdagend en van goede kwaliteit, in scholen waar ouders en leerlingen zich welkom voelen, waar eigentijds wordt gewerkt, ‘zo dicht mogelijk bij huis’, vanuit een lerende organisatie, met medewerkers die zich met elkaar, met ouders en leerlingen en met de samenleving verbonden weten en die bereid zijn elkaar aan te spreken . Deze ambitie vormt het uitgangspunt voor strategisch beleid 2012-2015. Het motto voor de scholen is:
Geïnspireerd en uitdagend - Herkenbaar Gereformeerd Ouders en leerlingen mogen er op rekenen dat de gereformeerde identiteit herkenbaar is in het onderwijs van alle dag. Geïnspireerde leerkrachten doen hun werk vanuit de overtuiging dat een christen mag leven van genade, omdat Jezus Christus de wereld heeft verzoend met God. Deze overtuiging is uitgangspunt wanneer er op school gesproken wordt over zaken als kindbeeld, pedagogisch klimaat, onderwijsconcept, maar ook wanneer het gaat over de eisen die aan leerkrachten worden gesteld over het gedrag van leerkrachten jegens elkaar en jegens ouders en leerlingen. Identiteit is niet een woord dat uitsluitend op de gevel van de school prijkt, maar dat door alle betrokkenen beleefd en uitgedragen wordt. 5
VGPONN streeft er naar om samen met de andere besturen in het gereformeerde onderwijs te werken aan het behoud van een gezamenlijk referentiekader. Het gaat om duidelijke herkenbaarheid en een goede onderlinge aansluiting vanuit een gezamenlijke positiebepaling met de andere schoolbesturen binnen het gereformeerd onderwijs in het noorden van Nederland. - Uitdagend en van goede kwaliteit Leerlingen die aan de gereformeerde scholen worden toevertrouwd, krijgen onderwijs dat passend is bij hun talenten, leerstijl en niveau. Daarbij ziet de school als haar verantwoordelijkheid om leerlingen te stimuleren de van God gekregen talenten te optimaal ontwikkelen en daarmee het beste uit zichzelf te halen. Om dat te realiseren wil VGPONN scholen met een goed pedagogisch klimaat en een effectieve didactische aanpak. Samenwerking met ouders als partners in het onderwijs vormt een vanzelfsprekende basis voor goede onderwijsresultaten. - Welkom De scholen van VGPONN staan open voor kinderen van christelijke ouders uit uiteenlopende christelijke tradities. Doorslaggevend is dat ouders het vanuit de gereformeerde identiteit aangeboden onderwijs omarmen en ondersteunen. VGPONN streeft er naar dat steeds meer Bijbelgetrouwe christenen kiezen voor gereformeerd onderwijs. Dit wordt in de planperiode overtuigend uitgedragen en gecommuniceerd. Waar mogelijk zal de missie van de scholen tot uitdrukking worden gebracht in (een nieuwe) naamgeving van organisatie en scholen. - Eigentijds De scholen van VGPONN zijn zich bewust van de kenmerken van de tijd waarin kinderen opgroeien en voor welke samenleving kinderen worden gevormd en opgevoed – zie hoofdstuk II, omgevingsverkenning. Dit bewustzijn wordt vertaald in zowel de lesinhoud als in de didactische en pedagogische aanpak. - Zo dicht mogelijk bij huis VGPONN streeft er naar om binnen het spreidingsgebied van de organisatie het gereformeerd onderwijs zo bereikbaar mogelijk aan te bieden. Voorwaarden hierbij zijn: de mogelijkheid van verantwoorde onderwijskwaliteit, en een redelijke kostprijs. De organisatie komt in de komende planperiode met een strategisch antwoord op de te verwachten krimp van het aantal inwoners van de regio. - Vanuit een lerende organisatie Het vermogen om te reflecteren en de wil om van elkaar te leren vormen samen een belangrijke sleutel om tot verbetering en versterking van het onderwijs te komen. Hierbij willen we onze winst doen met de kennis en kunde van anderen. Individueel leren draagt bij aan de versterking van de eigen professionaliteit. Leren als team draagt bij aan versterking van het schoolprofiel en het gezamenlijke referentiekader rond de doelen van het onderwijs. Leren over de schoolmuren heen verhoogt het rendement van innovaties en verworven inzichten van de gezamenlijke scholen. - Aanspreken De basis voor verbetering en leren is bewustzijn van zowel de eigen kwaliteiten als de beperkingen. Dat kan niet zonder een cultuur waarin het elkaar aanspreken een vanzelfsprekendheid is, in het besef dat we allemaal leven vanuit afhankelijkheid. Dit besef biedt ruimte om zowel waardering te uiten als om elkaar respectvol op fouten te wijzen. 6
IV Identiteit - Gereformeerd en/of christelijk VGPONN wil onderwijs verzorgen vanuit de gereformeerde/christelijke identiteit. Wat we bedoelen met ‘gereformeerd’ is samengevat in het zgn. Basisdocument Gereformeerd onderwijs dat op de website van VGPONN te lezen is. Kern ervan is dat we het geloof delen dat God in Christus naar ons is toegekomen om ons leven te verlossen, onze relatie met Hem te herstellen en ons door Zijn Geest te vernieuwen. Het onderwijs gaat uit van een Bijbelse visie op mensen, op kinderen. Mensen zijn door God geschapen als unieke wezens met specifieke talenten. Door de zondeval in het Paradijs komt iedere christen in aanraking met dood en zonde. Maar het besef in Christus een nieuwe schepping te zijn, geeft leven, hoop en energie. Een christen mag door de Geest elke dag nieuw beginnen. Maar een christen blijft ook kwetsbaar voor het kwaad. Als christen zie je uit naar een nieuwe wereld, maar sta je ook met beide benen op de grond. Je gebruikt je talenten om je werk zo goed mogelijk te doen: God te eren en goed te doen voor de naaste. Als christen laat je jezelf, de ander en de natuur in hun eigen waarde, omdat dat alles Gods eigendom is. Binnen onze scholen worden leerlingen geholpen zichzelf te leren kennen, hun eigen talenten te ontwikkelen en hun plek als kind van God te ontdekken en in te nemen in de maatschappij. Samen met de ouders zoekt de school voortdurend naar een goede balans tussen respect voor gezagsdragers en ruimte voor eigen verantwoordelijkheid. Binnen de door het bestuur geformuleerde kaders is er, afhankelijk van de plaatselijke situatie, ruimte voor specifieke inkleuring of uitwerking van de identiteit. - Medewerkers en identiteit Bij de werving van nieuwe medewerkers wordt gevraagd naar medewerkers die positief kunnen en willen bijdragen aan het toepassen van wat we vanuit onze gereformeerde identiteit belijden. In het verlengde daarvan komt dit punt vervolgens ook in de functionerings- en beoordelingsgesprekken aan de orde. Om een helder profiel voor de school uit te dragen, heeft binnen de scholen identiteitsberaad plaats. In dit beraad worden op cruciale thema’s afspraken gemaakt over het handelen van de school en van de individuele leerkrachten. - Leerling en identiteit Evengoed als ouders en medewerkers zijn leerlingen identiteitsdragers. Zij dragen op dit gebied bij aan het klimaat van de school. Er is vanuit allerlei invalshoeken voortdurend aandacht voor hun bewustwording hiervan en hun verantwoordelijkheid hiervoor. - Ouders en identiteit Net als medewerkers en leerlingen dragen ook ouders in hoge mate bij aan de wijze waarop de identiteit van de school gestalte wordt gegeven. Een goed voorbeeld, respect, vragen en luisteren, open staan voor elkaar en samen in gesprek durven gaan, zijn middelen waarmee het samenspel tussen ouders en school in de opvoeding van de leerlingen tot kinderen van God tot bloei komt. - Toelatingsbeleid Leerlingen van christelijke ouders die hun kind zowel thuis als op school christelijk willen (laten) opvoeden, zijn hartelijk welkom op de scholen van VGPONN. Met alle ouders wordt een gesprek gevoerd bij aanmelding van hun eerste kind. Naast het kennismaken 7
met elkaar komt in dit gesprek in ieder geval een aantal zaken aan de orde: - in het gesprek laat de school zien waar ze voor staat en waar ze voor gaat; - het gesprek biedt ouders de gelegenheid om na te gaan of dit aansluit bij hun verwachtingen; - in het gesprek wordt aan de ouders commitment gevraagd met de school en wordt besproken welke rol de ouders kunnen spelen in de school. Ook het lidmaatschap/donateurschap van de vereniging komt aan de orde. Ouders zijn dus belangrijk voor de school. Positieve betrokkenheid van ouders draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en daarmee aan de onderwijsresultaten van hun kinderen. - Leden- en benoemingsbeleid Schoolorganisaties die behoren tot de richting ‘Gereformeerd Onderwijs’ mogen een eigen identiteitsbeleid voeren, mits ze daarin consistent en consequent zijn. Om hier invulling aan te geven voert VGPONN een gericht leden- en benoemingsbeleid. Leden en medewerkers dienen lid te zijn van de GKV of de CGK. In lijn met de besluiten van het LVGS waarvan VGPONN lid is, streeft VGPONN ernaar om in de nabije toekomst lidmaatschap en benoeming ook open te stellen voor leden van de NGK. Daarnaast wordt in LVGS-verband onderzocht of een leden- en benoemingsbeleid ontwikkeld kan worden dat is gebaseerd op een inhoudelijk identiteitsdocument in plaats van op een kerkelijke denominatie.
V.
Leiderschap en management
- Dienend en doelgericht leiderschap Leiderschap binnen VGPONN is erop gericht medewerkers te stimuleren zich optimaal te ontplooien in een veilige organisatie. Het gaat om het scheppen van het goed en veilig werkklimaat, waarbinnen medewerkers uitgedaagd worden het beste uit zichzelf te halen. Het leiderschap is erop gericht om in samenwerking de doelen van de organisatie en van de school te realiseren. Dit veronderstelt helder geformuleerde doelen, gestoeld op een overtuigende visie. Daarnaast zijn onmisbaar de bereidheid en overtuiging om de gestelde doelen te bereiken, en het vermogen om anderen te stimuleren daarin een rol te spelen. Leidinggevenden weten vanuit hun professionaliteit wat kernwaarden en kerndoelen zijn. Ze weten vanuit een visie op de organisatie wat ze willen bereiken en via welke processen ze dat kunnen bereiken. Eindverantwoordelijkheid, stimuleren, inspireren en verbinden zijn sleutelbegrippen voor leidinggevenden. - Onderwijskundig leiderschap Vanwege zijn eindverantwoordelijkheid houdt de directeur zich intensief bezig met het onderwijsproces. Vanuit kennis en professionaliteit en door middel van een coachende houding stimuleert en faciliteert hij zijn medewerkers zich steeds meer te bekwamen op pedagogisch en didactisch gebied. De directeur is in staat effectief en opbouwend te reflecteren op het handelen van zijn medewerkers. - Gedeeld en situationeel leiderschap Goed leiderschap speelt adequaat in op de persoon en de situatie. Verbetering van zowel organisatie als processen kan alleen wanneer er sprake is van goede samenwerking binnen de gehele organisatie. De directeur erkent en herkent de grenzen van zijn leiderschap en is in staat verantwoordelijkheid te delen.
8
- Verantwoordelijke organisatie De organisatie is verantwoordelijk voor een veilig en stimulerend werkklimaat. Naast deze essentiële elementen past bij dit klimaat ook dat iedere medewerker zich ten volle verantwoordelijk voelt voor zijn handelen en voor de daaruit voortvloeiende resultaten. Actief verantwoording afleggen aan collega’s en aan de directie is vanzelfsprekend. Alles moet er direct en indirect op gericht zijn onderwijs van zo hoog mogelijke kwaliteit te bieden. - Goed onderwijs, goed bestuur De Code Goed Bestuur is uitgangspunt voor het bestuurlijk handelen. Kernpunten hieruit zijn: 1. Vormgeven en invullen van de actieve horizontale en verticale verantwoording (horizontaal: ouders, medewerkers, leden, medezeggenschapsraden; en verticaal: inspectie, overheid) 2. Vormgeven en invullen van adequaat toezicht op bestuurlijk handelen 3. Ruimte voor en inzetten van goed functionerende medezeggenschap - Communicatie Alle geledingen binnen VGPONN en de daartoe behorende scholen communiceren actief naar belanghebbenden over de visie, idealen, plannen en gerealiseerde doelen van de organisatie en de school. Hierbij hoort ook een verantwoording van de wijze waarop de kwaliteit op school wordt geborgd.
VI.
Medewerkers
- Belang De medewerkers vormen samen het belangrijkste kapitaal voor de scholen en de vereniging. Zonder geïnspireerde medewerkers kan er geen herkenbaar christelijk onderwijs worden gegeven en zonder goed opgeleid en deskundig personeel kan er geen kwaliteit worden geboden. - Professionaliteit Professionaliteit betekent in de eerste plaats dat medewerkers vakkundig en vakbekwaam zijn. Maar het betekent ook dat men beschikt over zelfkennis, kan reflecteren op zijn eigen handelen. Professionele medewerkers kennen hun grenzen en weten wanneer ze hulp moeten vragen, de samenwerking moeten zoeken of scholing nodig hebben. Zij nemen initiatief om zich te verantwoorden. VGPONN streeft er naar dat steeds meer medewerkers geregistreerd staan in de diverse beroepsregisters. - De medewerker als professional Medewerkers zijn er allereerst zelf voor verantwoordelijk dat ze beschikken over de noodzakelijke vakkundigheid. Maar ook dat ze zowel hun kwaliteiten als hun zwakke plekken kennen en herkennen. VGPONN is ervoor verantwoordelijk waar mogelijk ruimte te scheppen voor de verdere ontwikkeling en scholing van haar medewerkers. - Voorbeeldrol De voorbeeldrol van de medewerkers is van groot belang bij de invulling van de christelijke identiteit. Van alle medewerkers wordt gevraagd de grondslag en visie van de school te onderschrijven, en die ook in hun eigen leven voor te leven en uit te dragen.
9
- Personeelsbeleid en – beheer De rechtspositie van het personeel van VGPONN is gebaseerd op de geldende CAO primair onderwijs en de geldende wettelijke kaders. VGPONN draagt zorg voor een goed HRM beleid en zorgvuldig personeelsbeheer.
VII.
Cultuur en klimaat
De cultuur van de school kenmerkt zich enerzijds door de professionaliteit van de medewerkers in de uitoefening van hun vak, en anderzijds door het plezier dat ze daaraan ontlenen. De onderwijskundige ambitie van de school en de wijze waarop de identiteit wordt vormgegeven, is expliciet verwoord en wordt gedragen door de leerkrachten. Ouders en leerlingen ervaren hartelijke gastvrijheid binnen de school. Leerkrachten en ouders werken samen en erkennen elkaar als opvoeders, met ieder de eigen rol en kennis van het kind. - Professionele cultuur De professionele cultuur kenmerkt zich door de ambitie om het best mogelijk onderwijs te willen geven, gericht op een optimale ontwikkeling van iedere leerling. Directeuren hebben scherp wat hiervoor nodig is en hoe ze deze ambitie willen realiseren, en medewerkers zijn zich bewust van de kracht en zwakte van hun school en van de eigen handelingsbekwaamheid. Permanente scholing vormt een vanzelfsprekend onderdeel van de loopbaan. Daarbij gaat het niet alleen om al dan niet collectief georganiseerde trainingen, maar ook om het bijhouden van vakliteratuur. De organisatie geeft medewerkers ruimte binnen de afgesproken kaders en respecteert de professionele verantwoordelijkheid van de individuele medewerker. De medewerker legt vanzelfsprekend, actief en zo feitelijk mogelijk verantwoording af van het eigen handelen, over gehaalde en niet gehaalde doelen, over successen en knelpunten. Deze verantwoording is evaluatief van aard en gericht op verbetering. Goede resultaten worden gevierd. - Uitdragen Medewerkers hebben zich het onderwijskundig beleid van de school eigen gemaakt. Iedere medewerker kan het beleid van de school verwoorden en uitleggen. De onderlinge communicatie kenmerkt zich door oprechte interesse in elkaars visie en mening. Medewerkers tonen belangstelling voor de leerling en zorgen ervoor dat de leerling zich gekend en gezien weet. Medewerkers hebben een open houding jegens ouders en nemen hun op- en aanmerkingen serieus. De directe omgeving van de school weet waar de school voor staat en waar de school voor gaat.
VIII.
Middelen en voorzieningen
VGPONN voert beleid vanuit een meerjarenperspectief. Dit geldt ook voor de aanschaf en inzet van middelen en voorzieningen, omdat men overtuigd is van de bijdrage die hierdoor geleverd wordt aan de kwaliteit van de school.
10
- Gebouwen VGPONN streeft er naar onderwijs te verzorgen in eigentijdse en adequaat ingerichte scholen. Daarbij gaat het vooral om een inrichting die aansluit op de onderwijskundige ambities van de school, en die bijdraagt aan het welbevinden en plezier van de gebruikers. Ouders worden waar mogelijk ingeschakeld bij het onderhoud van de gebouwen. - Financiën De organisatie garandeert een gezonde financiële situatie en besteedt de middelen verantwoord en doelgericht. Om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen beschikt de organisatie daarom over een toereikende liquiditeit. In het toezichtkader wordt dit uitgewerkt naar concrete kengetallen. - Technische middelen Digitale middelen als computers en digiborden zijn belangrijke middelen in het moderne onderwijsproces. VGPONN werkt in de planperiode aan versterking van het voorzieningenniveau op dit terrein. Daarnaast streeft de organisatie ernaar de websites van organisatie en scholen te moderniseren.
IX.
Primaire processen
Het primaire proces is het belangrijkste beleidsgebied van de VGPONN-organisatie en vormt daardoor de kern in onze scholen. Het beleid is erop gericht dat het onderwijs op de scholen voldoet aan alle geldende kwaliteitseisen. Het onderwijs sluit aan op de individuele leerbehoefte van de leerlingen en daagt hen uit zich zo breed mogelijk te ontwikkelen. Wat de opbrengsten van de scholen betreft is het streven om op of boven het landelijke gemiddelde te presteren. Om dit te bereiken wordt voortdurend gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod. Inbedding van de scholen in de maatschappij en de aanwezigheid van draagvlak voor de school in de omgeving vormen een belangrijk onderdeel van het bestaansrecht van de scholen. - Opbrengstgericht werken Met opbrengstgericht werken bedoelen we het op een doelgerichte en systematische wijze werken aan het optimaliseren van de onderwijsprestatie en de leerlingprestaties. Binnen VGPONN is veel aandacht voor dit punt. Om het effect ervan nog verder te vergroten wil VGPONN met name de volgende aspecten nog verder uitwerken: - Onderwijskundig leiderschap Een belangrijke voorwaarde voor het verbeteren van de opbrengsten is onderwijskundig leiderschap op alle lagen in de organisatie. Gesprekken over analyse en opbrengsten worden in alle lagen van de organisatie gevoerd; - Meetbare doelen, zowel kwantitatief als kwalitatief De VGPONN wil ambitieuze doelen voor taal/lezen en rekenen/wiskunde. De VGPONN wil dat leerkrachten een grondige kennis hebben van doelen en leerlijnen en op basis daarvan vaardig kunnen handelen. De VGPONN wil dat alle scholen van de inspectie tenminste het basisarrangement toegekend krijgen, waarbij de eindopbrengsten in overeenstemming zijn met de leerlingenpopulatie. 11
- Zicht op de resultaten De opbrengsten worden op alle niveaus geanalyseerd en besproken. Waar nodig worden op basis daarvan doelen bijgesteld. Verzamelde informatie wordt effectief gebruikt om de leerbehoefte van de leerling in beeld te krijgen waardoor handelingsgericht werken mogelijk wordt. Hiermee bedoelen we dat de werkwijze zich richt op zowel de leerbehoefte van de leerling als op de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Beiden komen vervolgens samen in het ondersteuningsprofiel van de school. - Aandacht voor het versterken van de instructievaardigheden en didactische vaardigheden Leerkrachten zijn de dragers van de kwaliteit: zij bepalen in hoge mate de resultaten van de leerlingen. Door de kennis die ze hebben van hun leerlingen zijn ze in staat leerlijnen zorgvuldig samen te stellen en te volgen. - ‘Leren van elkaar’ De VGPONN wil collegiale consultatie met kracht stimuleren in alle lagen van de organisatie, omdat dit alles te maken heeft met een professionele cultuur. Naast het gesprek over opbrengstgegevens vinden er gesprekken plaats over instructie effectiviteit en didactische effectiviteit. - Brede vorming leerlingen VGPONN wil leerlingen helpen hun talenten zo breed mogelijk te ontwikkelen. Dat vraagt van de scholen dat ze efficiënt zijn in het onderwijs van de kernvakken, zodat er in het curriculum ruimte blijft voor andere onderwerpen en voor specifieke talenten van kinderen. De scholen helpen leerlingen om hun plaats in te nemen in de samenleving. Daarbij geven de scholen zich rekenschap van ontwikkelingen die het leven van de leerlingen raken, maar het is ook belangrijk dat kinderen leren oog te hebben voor belangen, meningen en welzijn van anderen, ongeacht geloof of culturele achtergrond. De toenemende rol van de sociale media in het leven van mensen vraagt dat kinderen leren passend gebruik te maken van de digitale middelen die hen ter beschikking staan, de echte werkelijkheid te onderscheiden van de virtuele werkelijkheid en weerbaar te zijn om risico’s in het gebruik van deze media te onderkennen en te weerstaan. Het vraagt ook van kinderen dat ze leren om juist in het werkelijke leven betekenisvolle relaties op te bouwen. - School in de lokale context De scholen streven ernaar om – indien haalbaar – een kinderopvangmogelijkheid te bieden in het gebouw van de school. Om verbinding te maken met andere scholen en/of instellingen kan huisvesting in een zg. Brede School bijdragen.
X.
Secundaire processen
- Kwaliteitszorg VGPONN structureert de kwaliteitszorg volgens het INK-model. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten aandachtsgebieden: de organisatiegebieden en de resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt het functioneren van de school beschreven, in de resultaatgebieden worden de daarmee behaalde resultaten beschreven.
12
Per organisatiegebied zijn prestatie-indicatoren geformuleerd. De PDCA-cyclus is uitgangspunt om de kwaliteitszorg systematisch te ontwikkelen. Op basis van de meerjarenstrategie worden concrete plannen gemaakt, die meetbaar, resultaatgericht en tijdsgebonden zijn geformuleerd. Afspraken worden geborgd in borgingsdocumenten (opgenomen in het Handboek School Organisatie (HSO) en het Handboek Schoolorganisatie Lokaal (HSL)). Onderwijskundige ontwikkelingen worden onder andere geborgd in een taalbeleidsplan en een rekenbeleidsplan. De wettelijke kerndoelen zijn bekend bij alle medewerkers met lesgevende taken. Ook het toezichtkader van de inspectie is besproken in het team. De school stemt het schoolplan af op de kenmerken van de leerlingenpopulatie en legt hierover verantwoording af aan het bestuur. De school monitort de tussen- en eindopbrengsten en vergelijkt deze met de landelijke norm en de eigen norm. De tussen- en eindopbrengsten evenals de trendanalyses worden besproken met het bestuur .
13
- Ondersteuningsstructuur VGPONN scholen zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van passende ondersteuning voor ieder kind ongeacht van de leerbehoefte. Bijzondere aandacht kan nodig zijn, als er sprake is van gedragsproblemen, of als een leerling moeite heeft met leren of juist hoogbegaafd is. Vroegtijdige signalering is hierbij van belang. De uitwerking van de zorgstructuur is verwoord in de zorggids, welke jaarlijks wordt geactualiseerd en opgeslagen in het HSL. Alle VGPONN-scholen hebben een ondersteuningsprofiel. Op het gebied van de zorg werken VGPONNscholen binnen regionale samenwerkingsverbanden samen met andere scholen en schoolbesturen. - Het stafbureau VGPONN beschikt, samen met de vereniging Noorderbasis, over een stafbureau dat faciliterende en ondersteunende diensten verleent aan de scholen. In het stafbureau zijn de volgende disciplines ondergebracht: secretariaat, Personeel en organisatie, Financiën, leerlingondersteuning en onderwijskundige ondersteuning, ICT en huisvesting.
XI.
Waardering voor de school
- Waardering door personeel Het personeel is gemotiveerd en werkt met plezier en enthousiasme in een veilige omgeving. Dit wordt periodiek onderzocht. De resultaten van het onderzoek worden transparant gepresenteerd en op systematische wijze gebruikt voor verbetering. - Waardering door leerlingen en ouders Ouders en leerlingen zijn tevreden en ervaren de scholen als goed en veilig. Dit wordt periodiek onderzocht. De resultaten van het onderzoek worden transparant gepresenteerd en op systematische wijze gebruikt voor verbetering. - Waardering door de samenleving Buitenstaanders kennen en waarderen de scholen om de manier waarop het onderwijs wordt vormgegeven en om de wijze waarop de school metterdaad betrokken is op haar omgeving. - Waardering door de inspectie Vanuit een gefundeerde visie op onderwijskwaliteit zijn schoolteam en VGPONN de eersten die beoordelen of de kwaliteit van de scholen en van het onderwijsaanbod voldoet. De organisatie, maar ook elke individuele school, maakt daarnaast gebruik van externe feedback: bv. van andere schoolteams of van ouders. Hierdoor levert de beoordeling door de inspectie in de regel geen nieuwe gezichtspunten op. Het betreft een aanvullende meting die de reeds geconstateerde kwaliteit of aandachtspunten bevestigt. Ieder jaar heeft de inspectie een bestuursgesprek met de Algemeen Directeur.
XII.
Resultaten en opbrengsten
VGPONN wil zich profileren met scholen die Bijbelgetrouw , kwalitatief goed, eigentijds, uitdagend en gastvrij onderwijs verzorgen. De organisatie is pas tevreden als leerlingen, ouders en medewerkers tevreden zijn. De organisatie streeft er naar om te voldoen aan de eigen standaarden, die hoger liggen dan de door de inspectie geformuleerde 14
ondergrenzen, met andere woorden: er wordt gestreefd naar opbrengsten die op of boven het landelijk gemiddelde liggen. VGPONN is een lerende organisatie, waarin medewerkers zich voortdurend ontwikkelen op het gebied van pedagogisch en didactisch handelen. Het leren van elkaar is een speerpunt in de scholingsplannen. De VGPONN scholen stralen een herkenbare christelijke identiteit uit, zichtbaar en tastbaar voor de omgeving: betrokkenen in en om de school weten waar de scholen voor gaan en waar ze voor staan. Zowel op schoolniveau als bovenschools zijn de financiën op orde. Er zijn kengetallen beschikbaar die in het jaarverslag worden verantwoord. Beleid en trends worden bestudeerd en geanalyseerd. Het beleid wordt waar nodig op grond van de uitkomsten hiervan bijgesteld. Daarnaast maken de scholen halfjaarlijkse analyses van de opbrengsten en een jaarlijkse analyse van de eindopbrengsten. Deze analyses zijn uitgangspunt voor het voortdurend verbeteren van het onderwijs. Er wordt binnen het VGPONN planmatig gewerkt volgens het INK-model (zie Inleiding) en de Demmingcyclus.
15