Gereformeerd onderwijs 2.0
Eindrapport werkgroep Toekomst gereformeerd onderwijs Noord-Nederland
Opdrachtgever:
Opdracht:
Leden commissie
bestuur Noorderbasis, bestuur GBS De Wierde, bestuur GBS Eben Haëzer, bestuur VGSO, bestuur VGPONN en de Raad van Toezicht van de GSG. -Maak een concept van de uitgangspunten (wat geven we leerlingen mee, hoe en door wie willen we dat laten doen?) -Vertaal de uitgangspunten in een document waarmee we naar buiten treden, hierin wordt meegenomen wat de consequenties zouden kunnen zijn voor het personeelsbeleid. -Verwoord wat onze droom is, wat de stip op de horizon is. Roelof van den Berg, algemeen directeur Noorderbasis Lucy Doorn, identiteitscoördinator GSG/ bestuurslid (voorzitter, samenroeper) Stoffer Otten, lid Raad van Toezicht GSG Cor Staal, voorzitter VGPONN Gea Varwijk, bestuurslid GBS De Wierde
1
VGPONN
Aanleiding In het voorjaar van 2012 hebben de schoolbesturen in het gereformeerd onderwijs in NoordNederland zes gezamenlijk regionale bijeenkomsten belegd over de vraag: hoe kunnen gereformeerde scholen inspelen op ontwikkelingen in kerk, politiek en samenleving. Wat is de waarde van het gereformeerd onderwijs in de 21ste eeuw? Ouders, medewerkers en leden van de schoolverenigingen werden hiervoor uitgenodigd. Vanuit de historie van het gereformeerde onderwijs werd nagedacht over de toekomst ervan. In november 2012 bracht het LVGS (landelijk verband van gereformeerde schoolverenigingen) de notitie ‘De toekomstagenda van het gereformeerd onderwijs’ uit. Centraal in dit schrijven staat de vraag: wat is de stip op de horizon voor het gereformeerd onderwijs, waar willen we met elkaar naar toe? Voor wie is dat onderwijs en door wie wordt dat gegeven? Vanaf december 2012 is deze notitie besproken met betrokkenen rondom en in de scholen in Noord-Nederland. Op 14 januari 2013 besloten de gezamenlijke besturen en directies van de gereformeerde onderwijsorganisaties in het noorden dat zij gezamenlijk willen optrekken in het zoeken naar antwoorden op bovengenoemde vragen. Diezelfde avond is de werkgroep Toekomst gereformeerd onderwijs gevormd.
Doel van dit rapport Dit rapport wordt aangeboden aan de opdrachtgevende besturen. De opdrachtgevers hebben elkaar beloofd dit rapport te gaan gebruiken om richting te geven aan de gesprekken die zij zullen voeren in hun achterban over de identiteit van de gereformeerde school in de 21e eeuw. De besturen hebben de werkgroep gevraagd de droom voor het gereformeerd onderwijs in de 21e eeuw te formuleren en aan te geven wat deze droom betekent voor het toelatings-, personeels- en ledenbeleid. De werkgroep heeft niet het doel gehad alle juridische consequenties van de geformuleerde droom te onderzoeken en af te wegen, maar wil hier bij de besturen wel aandacht voor vragen.
2
Inleiding Gereformeerde Scholen zijn opgericht door ouders vanuit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt met als doel hun kinderen te onderwijzen overeenkomstig Gods Woord en de Drie Formulieren van Eenheid en in de traditie van de Reformatie. Tot nu toe hebben we deze identiteit geborgd door het leden- en benoemingbeleid te koppelen aan het lidmaatschap van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde Kerken. In de toekomst zouden wij graag samenwerken met Christenen die zich herkennen in de identiteit van onze scholen en zelf ook vanuit deze identiteit willen leven en werken. Deze identiteit sluit aan bij de leer zoals die in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde kerken te vinden is, maar wordt ook buiten deze kerken door veel christenen op dezelfde manier beleefd. Omdat wij de identiteit van onze gereformeerde scholen niet meer willen koppelen aan het lidmaatschap van een bepaalde kerk, maar ons meer willen richten op de inhoudelijke aspecten van het geloof en de doorwerking daarvan in de dagelijkse praktijk, is er de behoefte deze identiteit opnieuw te definiëren. In dit werkdocument hebben wij dat `de Gereformeerde School 2.0` genoemd.
`De Gereformeerde School 2.0` Wij willen in onze scholen graag samenwerken met christenen die willen leven naar Gods Woord, die zich herkennen in de hieronder weergegeven karakteristiek van het christelijk geloof en die zich in hun dagelijks handelen hierdoor willen laten leiden. Het is binnen dat kader dat we onze identiteit vinden en de kern van ons geloof als volgt verwoorden:
3
Kern/karakteristiek van ons geloof
De Bijbel is Gods Woord waarin de Here God zich aan ons heeft geopenbaard en waarin hij aan ons zijn wil heeft bekendgemaakt. We zijn geschapen naar Gods beeld, dit betekent: De Here God heeft ons geschapen en spreekt ons aan om in relatie te leven met hem, met andere mensen en met de schepping. Door de zonde hebben wij de relatie met God verbroken en wijken we af van zijn bedoeling. Als zondaren staan we schuldig tegenover God en zijn we zijn oordeel waard. Om onze zonde heeft God ons en de schepping overgegeven aan gebrokenheid en sterfelijkheid. Redding uit de zonde is er alleen in de weg die God, uit liefde voor ons, heeft gegeven, namelijk verzoening door het offer van zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, de Redder van de wereld. Door hem is er vergeving van zonden en herstel van de relatie met God de Vader, met elkaar en met de schepping en de hoop op het nieuwe volmaakte leven. We krijgen Gods genade door Jezus Christus aan te nemen in geloof. Dat geloof is gave van God en wordt door de Heilige Geest in onze harten gewerkt. Hier hoeven en kunnen wijzelf niets aan bijdragen. Wij zijn God dankbaar voor zijn redding. Wij zijn er van overtuigd dat Gods Geest werkt in de harten van zijn kinderen en dat zij daarom vruchten van de Geest laten zien. Als leerlingen/ discipelen van Jezus zijn we navolgers. Het is ons verlangen de opdracht van Hem te vervullen; namelijk om het evangelie in woord en daad te delen met andere mensen.
Wat betekent dit voor onze scholen De gereformeerde school is drager van deze karakteristieken/ deze identiteit. Allen die werken voor of betrokken zijn bij de school zijn uitdragers van deze identiteit. Deze karakteristieken bepalen het doel waaraan wij werken bij de vorming van kinderen en jonge mensen die door ouders en verzorgers aan onze zorg en aan onze verantwoordelijkheid worden toevertrouwd. Dit betekent dat deze karakteristieken dan ook doorwerken in al ons spreken, doen en laten. Wij beschrijven in dit document de identiteit van de gereformeerde scholen. Hieronder willen wij aangeven hoe het persoonlijk en gezamenlijk geloof vertaald kan worden in een aantal uitgangspunten voor het onderwijs en hoe deze vertaald kunnen worden in de praktijk van het onderwijs. Deze zijn niet uitputtend en bedoeld om aan te vullen en nader in te vullen in de gesprekken die ook op de scholen nog nader gevoerd zullen worden. 4
Uitgangspunten voor het onderwijs
Uitgangspunten De Bijbel is Gods Woord Wij zijn geschapen naar Gods beeld
Vertaalt zich bijvoorbeeld in: Bijbelonderwijs en dagopeningen Respectvol omgaan met elkaar (naastenliefde) en de schepping (rentmeesterschap) Wij gaan uit van een gebroken wereld Een pedagogische visie die rekening houdt met de zondigheid van de mens Wij krijgen vergeving van zonden en een Besef van tijdelijkheid van dit leven en hoop nieuw leven voor de toekomst, zachtmoedigheid, veiligheid, fouten mogen maken, een niet veroordelende houding. Leven uit genade Genadeverkondiging op de scholen: Je redding niet zelf kunnen verdienen Zelfkennis (reflectie op eigen handelen) Bescheidenheid Dienend leven Dankbaarheid voor de redding
Vruchten van de Geest zoals beschreven in Galaten 5, leven en werken met liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Iedere medewerker is vanwege de instemming met de hierboven omschreven identiteit en de daaruit voortvloeiende waarden voor het onderwijs verantwoordelijk voor God en mensen om in geloof en door de Heilige Geest daarin te volharden. Hij zal zich daarom laten voeden in zijn leven met en voor de Here door persoonlijke omgang met de Here en door actief deel uit te maken van de gemeente van Christus. Iedere medewerker is daarop aanspreekbaar.
5
Leden-, benoemings- en toelatingsbeleid De hierboven weergegeven identiteit leidt tot het volgende leden-, benoemings- en toelatingsbeleid. Vanuit wie (ledenbeleid): Alle ouders en anderen die zich verantwoordelijk voelen voor de opvoeding van kinderen, die willen leven vanuit de hierboven beschreven kern van het Christelijk geloof, ouders die beloofd hebben hun kinderen vanuit deze waarden te willen opvoeden en laten opvoeden. En dus ook een grote verantwoordelijkheid voelen. Ouders die zich zelf niet zien als een klant van de school, maar als partner. Door wie (benoemingsbeleid): Door diegene die de hierboven beschreven kern van het Christelijk geloof belijdt en hieruit leeft. De medewerker kan deze kernwaarden vertalen in dagelijks handelen in onderwijskundige zin, maar ook in de omgang met kinderen, collega’s, ouders en omgeving. De medewerker geeft blijk van zijn geloof door trouw en meelevend lid te zijn van de gemeente waartoe hij behoort. Voor wie (toelatingsbeleid): Deze identiteit leidt tot een royaal en ruimhartig toelatingsbeleid. Voor een ieder die zelf Christen is en zijn kinderen graag vanuit de hierboven beschreven Christelijk waarden wil opvoeden en laten opvoeden en die hierop ook aanspreekbaar is.
6