HOUDBAARHEIDSDATUM VAN DELTASTEDEN, OVER BODEMDALING IN RELATIE TOT STEDELIJKE PLANNING Door de mens veroorzaakte bodemdaling vormt een grote bedreiging voor deltasteden, bleek op het symposium ‘Houdbaarheidsdatum van Deltasteden’, dat Deltares op 4 juni organiseerde als onderdeel van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. Oplossingen zijn er maar de ontwikkeling en uitvoering ervan vragen om nieuwe vormen van stadsplanning en bestuur.
1
Vergeleken met bodemdaling is de stijging van de zeespiegel als gevolg van klimaatverandering een langzaam proces, zei Maarten Smits, directeur van Deltares bij de opening van het symposium. De belangrijkste oorzaak van die bodemdaling – of relatieve zeespiegelstijging - is ‘man made’, namelijk de onttrekking van grondwater, vooral voor het winnen van drinkwater voor de steeds groeiende stedelijke bevolking. Waar het voor Nederlandse steden als Gouda en Boskoop vooral een lastig probleem is, is het voor megasteden als Jakarta levensbedreigend. In sommige delen van Jakarta daalt de bodem met 10 centimeter per jaar en als er niets gebeurt daalt de stad deze eeuw met een meter of vijf. Als gevolg van de bodemdaling neemt de kusterosie toe en daarmee groeit het gevaar van overstromingen, waarbij het bestaan van meer dan vier miljoen mensen wordt bedreigd.
Jakarta is niet de enige stad die wordt bedreigd. Smit refereerde aan een presentatie van Deltaresmedewerker Gilles Erkens, een maand eerder over de resultaten van onderzoek naar bodemdaling in vier andere megasteden (Ho Chi Minh, Bangkok, Dhaka en New Orleans), die wereldwijd heel wat stof deed opwaaien. Als Deltares komen we nogal wat problemen tegen die te maken hebben met bodemdaling, zei Smits. De vraag is vooral welke oplossingen er zijn en hoe we ze kunnen toepassen in een stedelijke omgeving.
2
Waterplan Om te beginnen moet bodemdaling hoger op de agenda komen van bestuurders en stadsplanners, zo bleek uit de bijdrage van Roelof Stuurman van Deltares. In New Orleans bijvoorbeeld, in 2005 zwaar getroffen door de orkaan Katrina, werd de daling van het maaiveld tot voor kort toegeschreven aan de winning van olie en gas. De grootste oorzaak, grondwateronttrekking bleef buiten beeld, omdat geen enkele instantie verantwoordelijk is voor grondwaterbeheer. Niet alleen wordt er veel opgepompt voor de watervoorziening, er verdwijnen ook grote hoeveelheden grondwater via lekke rioleringsbuizen. Ongelijkmatige zetting van de ondergrond in combinatie met huizen die op palen zijn gebouwd leidt niet alleen tot lekkende rioolbuizen, maar ook tot allerlei andere vormen van schade. Zo gaat in New Orleans meer dan de helft van het drinkwater verloren door kapotte leidingen, moeten wegen en opritten regelmatig worden verhoogd, wordt de vegetatie aangetast door zoute kwel, rotten houten funderingspalen weg omdat ze deels boven het grondwater uitkomen voor zover ze niet naar beneden worden getrokken door negatieve kleef, de zakkende grond die aan de paal hangt. En natuurlijk een groeiend gevaar voor overstromingen, zoals bleek in 2005. Deltares is betrokken bij het Greater New Orleans Urban Water Plan, dat in 2010 is geïnitieerd door de staat Louisiana, Regelmatig reist hij af naar New Orleans om over het plan te praten. Het grote probleem is volgens hem nog steeds het beheer van het grondwater. Het wordt nog steeds op (te) grote schaal onttrokken, waardoor bodemdaling en verzilting ook nog steeds doorgaan, maar niemand lijkt de verantwoordelijkheid te nemen. Implementeren van het plan is een lastige zaak, vertelde hij. Je kunt wel met technische oplossingen komen, maar om ze te realiseren is een cultuuromslag nodig. Zetting Nederlandse steden leven al een paar eeuwen langer met water dan New Orleans, maar dat wil niet zeggen dat de problemen van grondwateronttrekking en bodemdaling hier tot het verleden behoren, bleek uit de bijdrage van Rien Swets van de gemeente Gouda. De oorspronkelijke nederzetting is gebouwd op rivierklei, maar de daaropvolgende uitbreidingen vonden plaats op veenpakketten van soms 20 3
meter dikte. Ontwatering van het veen zorgt voor zetting, die vaak ook nog eens ongelijkmatig is vanwege kleipakketten in het veen. Zetting ofwel bodemdaling betekent regelmatig ophogen van wegen en vervangen van rioleringen en andere leidingen. Het betekent ook wateroverlast, omdat hemelwater als gevolg van de relatief hoge grondwaterstand soms niet snel genoeg afgevoerd kan worden.
Het hoge grondwaterpeil is overigens noodzakelijk om paalrot van houten funderingen te voorkomen. Jaarlijks geeft Gouda ruim 40 miljoen euro uit aan maatregelen om de effecten tegen te gaan, maar netto zakt de bodem nog steeds. De voorgenomen uitbreiding van Gouda in de Zuidplaspolder, de diepste polder van Nederland, is dan ook een uitdaging, aldus Zwets, waarvoor we creatieve oplossingen moeten ontwikkelen. Grachtengordel Bij het vinden van de oplossingen kan het verleden een belangrijke rol spelen, zo bleek uit de bijdrage van Ton Schaap van de gemeente Amsterdam. Aan de hand van historische kaarten en ander beeldmateriaal liet hij zien hoe zeer de ontwikkeling van de fameuze grachtengordel is gebaseerd op waterhuishouding van het gebied. Stedenbouw was watermanagement, waarbij op de tekentafel de beste oplossing werd ontwikkeld afhankelijk van de omstandigheden ter plekke. In feite is de grachtengordel het resultaat van een rationeel en pragmatische ontwerpproces met de moddermolen als belangrijkste instrument. Zelfs bij de bouw van de grachtenhuizen werd rekening gehouden met de zachte ondergrond. Anders dan in de meeste Europese steden is de schil heel licht dankzij grote ramen en halfsteensmuren, meer een scheepshuid dan een woning. Dat heeft echter niet kunnen verhinderen dat ook Amsterdam te maken heeft met bodemdaling, met name in de vroegere uitbreidingen, zoals de Watergraafsmeer, maar ook in de binnenstad.
4
Ook in Rotterdam wordt veel gebruik gemaakt van historische gegevens over de ontwikkeling van de stad in relatie tot de waterhuishoudkundige en geomorfologische omstandigheden. De ontstaansgeschiedenis is belangrijk, zo bleek ook uit de bijdrage van Martin Hanning van de gemeente Rotterdam, omdat de ontwikkeling van de verschillende delen van de stad inzicht geeft in zettingsverschillen die zich kunnen voordoen. Je weet wat je te wachten staat. Ambities De grote uitdaging is vervolgens hoe je stedelijke ambities kunt combineren met de waterhuishoudkundige condities. Dat vergt de nodige inventiviteit, vertelde Hanning van de gemeente Rotterdam. In het centrum is de ruimte beperkt,maar zijn de ambities hoog, vertelde hij. Zo is het Centraal Station onlangs geheel verbouwd. Om zetting te voorkomen en de stabiliteit van de naastgelegen hoogbouw te garanderen, moesten de bouwers wel hun toevlucht nemen tot het bevriezen van de bodem tijdens de bouw.
Ook bij de aanleg van IJburg, de jongste uitbreiding van Amsterdam noopten stedelijke ambities de ontwerpers tot creatieve oplossingen een rol. In dit geval ging het om de ambitie dat Amsterdam een ongedeelde stad moet blijven. Tegelijkertijd moeten de opgespoten eilanden waaruit IJburg bestaat, worden beschermd tegen overstromingen ook en vooral als het waterpeil in het IJsselmeer gaat fluctueren om de voorraad zoet water, ook in hete en droge zomers veilig te stellen. Anticiperend daarop zijn de buitenkeringen ophoogbaar gemaakt, vertelde Ton Schaap van de gemeente Amsterdam, dat wil zeggen dat er extra ruimte is gereserveerd voor het verhogen van de keringen. Kentering Het achterliggende probleem is echter dat bij het realiseren van stedelijke ambities de lokale (grond)waterhuishouding gezien wordt als een min of meer belangrijke randvoorwaarde, maar niet als een integraal deel van het stedenbouwkundig ontwerp. Maar misschien moeten we zeggen “werd”, want uit de bijdrage van Stijn Koole van Bosch & Slabbers Landscape + Urban
5
design bleek sprake van een kentering. Met gepaste trots wist hij te melden dat drie samenwerkende Nederlandse ontwerpbureaus, samen met Deltares, tot de winnaars behoren van de Rebuild by Design competitie, uitgeschreven als reactie op de verwoestende uitwerking van orkaan Sandy in het noordoosten van de Verenigde Staten.
In hun voorstel ‘Living with the bay’ wordt stadsplanning daadwerkelijk geïntegreerd met waterbeheer – inclusief bescherming tegen overstromingen - want alleen dan kun je, aldus Koole, komen tot duurzame oplossingen. Wat in ieder geval niet duurzaam is, is het bouwen van megacentrales om de energie te leveren om onszelf steeds verder omlaag te pompen, waardoor we de dijken steeds verder moeten verhogen. In plaats van het water zo snel mogelijk weg te pompen, moeten we de stad veel meer als spons gaan zien, die het water juist vasthoudt.
Als voorbeeld noemde hij de ‘blue green streets’, waarbij wegen en wadi’s worden gecombineerd met groenstroken. Daarmee pak je niet alleen het probleem van de bodemdaling aan, maar verbeter je ook nog het stedelijk klimaat. 6
Dilemma’s Hoewel bodemdaling niet dateert van vandaag of gisteren, neemt de urgentie toe omdat de risico’s groter worden. Enerzijds neemt de kans op overstromingen toe, anderzijds zijn de gevolgen ervan steeds groter vanwege de groeiende aantallen mensen die de deltametropolen bevolken en de groeiende economische waarde in het gebied. Toch gebeurt er nog betrekkelijk weinig en wat er gebeurt is het dempen van de put als het kalf verdronken is. Pas na de verwoestende gevolgen van orkaan Katrina en enkele jaren later Katrina, besloten respectievelijk New Orleans en New York om de problemen aan te pakken. Erg van harte gaat dat overigens niet, getuige het feit dat in New Orleans nog steeds op grote schaal grondwater wordt onttrokken. De vraag is dan ook, wat maakt bestuurders huiverig voor een integrale aanpak van bodemdaling. Volgens Gerard Jan van Ellen van Deltares heeft dat vooral te maken met de dilemma’s waar bestuurders tegenaan lopen. In een variant op de uitspraak van Von Clausewitz noemde Van Ellen ‘implementatie een voortzetting van de politiek met andere middelen. Vragen waar bestuurders mee kampen hebben vooral betrekking op de verdeling van kosten en baten (wie betaalt en wie profiteert?), van verantwoordelijkheden (welke organisatie is waarvoor verantwoordelijk?) en van aansprakelijkheden (hoe groot is het risico?). De zaak wordt nog eens extra gecompliceerd doordat burgers en media zich ermee bemoeien en druk zetten op het proces. Tegen de tijdgeest van transparantie in, pleitte Van Ellen voor ‘decompressie’ van vraagstuk. In een besloten omgeving zouden bestuurders van betrokken organisaties moeten overleggen over mogelijke oplossingen voor eerdergenoemde verdelingsvraagstukken en op basis daarvan een afwegingskader ontwikkelen voor de verschillende technische maatregelen om het vraagstuk aan te pakken en bijbehorende strategieën voor governance. In wezen worden de bestuurlijke arrangementen voor het aanpakken van bodemdaling daarmee onderdeel van het ontwerpproces. Op die manier kun je het wenkend perspectief van de ontwerper, omzetten in een handelingsperspectief waar bestuurders, maar ook burgers en bedrijven iets mee kunnen, aldus Van Ellen.
7
8
9
Etalage Tijdens het debat onder leiding van Guido Wallagh, partner/adviseur bij Inbo bleek dat bodemdaling wel wat hoger op de bestuurlijke agenda zou mogen staan. Het gevoel van urgentie neemt wel toe, maar omdat het een geleidelijk proces is, in de orde van millimeters per jaar, is er niet echt sprake van een crisis. Een ramp a la Katrina of Sandy helpt waarschijnlijk wel om het probleem hoger op de agenda te krijgen, maar het is natuurlijk veel beter om bestuurders, burgers en bedrijven te verleiden met het uitzicht op nieuwe kansen en nieuwe verdienmodellen, zoals het streven om steden ‘klimaatbestendig’ te maken. In principe is er voldoende kennis in huis om oplossingsrichtingen te ontwikkelen. Dat blijkt wel uit het feit dat Nederlandse bureaus en bedrijven hoog scoren met hun plannen voor respectievelijk New Orleans en New York, maar het probleem is dat dat zich (nog) niet vertaalt in een strategie om het probleem aan te pakken. Daarvoor zou je eigenlijk een aantal proefprojecten moeten uitvoeren: Integrale projecten waarin stadsplanners en waterexperts samen met burgers en bestuurders een plan ontwerpen, inclusief de bijbehorende bestuurlijke arrangementen. De Zuidplaspolder bijvoorbeeld, waar de gemeente Gouda wil gaan bouwen, of de polder Rijnenburg in het zuidwesten van de gemeente Utrecht zouden een etalage kunnen worden van zowel technische als bestuurlijke vernieuwing. Een nieuwe variant van Dutch Design en een potentieel exportproduct. Alle presentaties staan op http://www.slideshare.net/deltares Contactgegevens Deltares: Boussinesqweg 1 2629 HV Delft P.O. Box 177 2600 MH Delft tel: +31 (0)88 335 8273 Contactpersoon Deltares: Maaike Bos tel: +31 (0)88 335 7809
[email protected]
10