BUREAU STEDELIJKE PLANNING
KLEIN AMERIKA 18 2806 CA GOUDA 0182-689416 WWW.STEDPLAN.NL
[email protected]
Reclame in de Openbare ruimte Amstelveen Een integraal kader dat bijdraagt aan de samenhang en kwaliteit van de buitenruimte
Herziene eindrapportage 24 december 2010
LID NIROV KVK 29048410
Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Klein Amerika 18 2806 CA Gouda 0182 - 689 416 www.stedplan.nl
[email protected] In opdracht van: Gemeente Amstelveen
De in dit document verstrekte informatie mag uitsluitend worden gebruikt in het kader van de opdracht waarvoor dit document is opgesteld. Elk ander gebruik behoeft de voorafgaande schriftelijke toestemming van Bureau Stedelijke Planning BV©
Referentie: Eindrapportage reclamebeleid Amstelveen 201210
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 2
Inhoudsopgave Inleiding 4
1
2
3
4
5
DEEL I Buitenreclame in de gemeente Amstelveen 7 Buitenreclame De markt Reclamebeleid Reclamevormen Knelpunten Doelstellingen en ambities reclamebeleid 16 Beheerste groei Deregulering Handhaving Optimalisatie reclame-inkomsten Conclusie Juridisch kader 18 De Grondwet Algemene Plaatselijke Verordening Privaatrecht Overige wetten en regelgeving Uitvoering beleid 20 Vergunningen Verbetering contracten met exploitanten Handhaving Voorlichtingscampagne Monitoring en evaluatie Financiën 23 Huidige situatie Inventarisatie financiële mogelijkheden buitenreclame Uitbreiden inkomsten uit huidige reclamevormen Toevoegen inkomsten uit nieuwe reclamevormen Overige financiële mogelijkheden Conclusie inventarisatie financiële mogelijkheden Investeren van reclame-inkomsten Conclusie
1
DEEL II Algemene randvoorwaarden buitenreclame 33
2
Randvoorwaarden buitenreclame per deelgebied 36 Bronnenlijst 46 BIJLAGEN Bijlage 1: Analyse beleid 1998 Bijlage 2: Mogelijke uitbreidingslocaties Bijlage 3: Definities reclameniveaus Stadshart Bijlage 4: Ondersteunende illustraties Bijlage 5: Verslag brainstorm 22-01-08 Bijlage 6: Locatielijst potentiële vrije-plakplaatsen Bijlage 7: Locatielijst Nuon-(PEN) huisjes
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 3
Inleiding Reclame in de openbare ruimte is één van de bepalende elementen voor de identiteit van het straatbeeld. Ondernemers komen en gaan, verbouwen, moderniseren, willen de aantrekkingskracht van hun panden versterken en gebruiken hiervoor onder meer gevelreclame, ‚losse‛ borden of objecten voor hun winkel. Veel ondernemers zijn niet op de hoogte van de te volgen procedure bij het aanbrengen van reclame-uitingen. Het aantal verschijningsvormen van buitenreclame en hiermee het risico op verrommeling nemen de laatste jaren toe. Daarnaast dienen er duidelijke richtlijnen te zijn voor exploitanten van buitenreclame. Het is de taak van de gemeente om de hoogwaardige uitstraling van het straatbeeld te bewaken. Een goed reclamebeleid zorgt ervoor dat er evenwicht bestaat tussen de beeldkwaliteit van de gemeente, de verkeersveiligheid, de belangen van de ondernemers en de inkomsten voor de gemeente.
Doel van deze nota Doelstelling is het opstellen van een uitgewerkt integraal reclamebeleid voor de gemeente Amstelveen dat duidelijke handvatten biedt voor toepassing, toetsing en handhaving van buitenreclame en bijdraagt aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarnaast worden de financiële mogelijkheden van het reclamebeleid in beeld gebracht en wordt onderzocht op welke manier de reclameopbrengsten ingezet kunnen worden in het kader van de opwaardering van de openbare ruimte.
Oud en nieuw beleid Deze beleidsnota vervangt het momenteel geldende Reclamebeleid in de openbare buitenruimte van de gemeente Amstelveen. In de praktijk is gebleken dat door ontwikkelingen van reclame-uitingen het oude beleid niet meer goed toepasbaar is. Het nieuwe reclamebeleid omvat dan ook een breder arsenaal aan reclamevormen. Daarnaast is het nieuwe beleid ‘ruimer’ dan zijn voorganger. De regels met betrekking tot buitenreclame zijn minder streng. Zo zijn bijvoorbeeld geveldoeken en meerdere reclameuitingen op één pand toegestaan. Ook is in het beleid het volume aan regels verminderd zodat de richtlijnen met betrekking tot het reclamebeleid zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk zijn. In november 2010 is door de gemeenteraad van Amstelveen de oorspronkelijke nota uit 2010 geactualiseerd. Knelpunten zoals tot dan toe ervaren zijn geïnventariseerd en opgelost. Over het algemeen zijn de mogelijkheden tot het voeren van reclame met de invoering van deze actualisatie verder verruimd.
Werkwijze Het reclamebeleid dat voor u ligt is gebaseerd op een onderzoek. Naast een inventarisatie en analyse van de huidige juridische en bestuurlijke kaders, van de trends en ontwikkelingen op het gebied van reclame-uitingen en van het reclamebeleid in andere steden hebben wij ter plaatse de situatie geobserveerd. Daarnaast hebben oriëntatiegesprekken met ambtelijke sleutelinformanten en ondernemersverenigingen plaatsgevonden. In januari 2008 is een brainstormsessie gehouden met de directie en wethouders van de Gemeente Amstelveen.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 4
Leeswijzer Deze notitie bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de visie op het gewenste reclamebeleid toegelicht. Aspecten als ambities, uitvoering en financiële mogelijkheden van het beleid komen hier aan de orde. Het tweede deel vormt het praktisch handboek met gebiedscriteria op basis waarvan reclame-uitingen aangebracht kunnen worden en handhaving plaats kan vinden.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 5
DEEL I
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 6
1
Buitenreclame in de Gemeente Amstelveen Buitenreclame Reclame is het aanprijzen van of aandacht vestigen op goederen, diensten, activiteiten of namen. Onder buitenreclame vallen alle uitingen met een commercieel karakter in de openbare ruimte én de reclame-uitingen op of aan een gebouw die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze uitingen zijn over het algemeen aangebracht op speciaal voor dit doel bestemde reclamedragers (Wals, 2000). Buitenreclame is een uitgesproken massamedium dat alle economische en sociale lagen van de bevolking bereikt. Hier staat tegenover dat er vanuit de consumenten minder specifieke belangstelling voor het medium bestaat. Het publiek wordt er mee geconfronteerd, of men wil of niet. Reclame is afgeleid van het Latijnse reclamare wat herhaald oproepen betekent. Met de komst van ruilhandel werden de eerste vormen van reclame herkenbaar. In de middeleeuwen was recommandatie of wel aanbeveling de voornaamste vorm van reclame en door de tijd heen zijn daar koopmansmerken, produktietekens, uithangborden en gevelstenen als vormen van reclame bijgekomen. Vanaf de industriële revolutie wordt reclame steeds belangrijker. Dit is onder meer te verklaren uit de steeds grotere afstand tussen het product en de consument. Door rationalisering van de productie en dienstverlening heeft de reclame zich steeds verder ontwikkeld. Op dit moment gaan in deze branche miljarden euro’s om. Een beperkt deel hiervan (2,5%) wordt besteed aan buitenreclame. In Nederland gaat in deze reclamevorm meer dan 100 miljoen euro per jaar om.
De markt De markt voor buitenreclame bestaat uit een landelijke en een lokale markt. De landelijke markt omvat (inter)nationale campagnes op onder andere abri’s, mupi’s, vitrines, billboards en hoge grootschalige reclamemasten. De lokale markt richt zich op de plaatselijke adverteerder en maakt gebruik van gevelreclame, lichtmastreclame, evenementenborden en stadsplattegronden. Aan de onderkant van de markt bevinden zich kleinschalige reclamemogelijkheden zoals afvalbakken, verkeerslichtenkastjes enzovoort. Helemaal aan de onderkant van de markt bevinden zich de wild geplakte affiches, die zich onder meer richten op culturele evenementen en feesten.
Reclamebeleid Het huidige reclamebeleid van de gemeente Amstelveen dateert van 1998. Deze nota beschrijft op welke manier reclame-uitingen in de openbare buitenruimte inhoudelijk en welstandelijk worden beoordeeld en op welke wijze handhaving plaatsvindt. Het reclamebeleid kent een duidelijke gebiedsindeling en is vrij terughoudend. Dat is de reden waarom de diversiteit aan reclamevormen vrij beperkt is. Nieuwe vormen van reclame werden met mate ingevoerd.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 7
Reclamevormen
Buitenreclame in Amstelveen bestaat uit verschillende vormen. Zo kan er een onderscheid aangebracht worden tussen ideële reclame en handelsreclame. Een andere indeling bestaat uit permanente of tijdelijke reclame. Ook kan buitenreclame opgesplitst worden in gevelreclame, stoepof straatreclame en buitenreclame door exploitanten: Dak-, gevel-, en stoepreclame Het betreft hier reclame die gericht is op de bedrijfsactiviteiten in het pand zelf in de vorm van gevel- of uithangborden en reclameborden op straat. Gevelreclame in het Stadshart
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Dak- en gevelreclame in het Stadshart
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 8
Een geveldoek is een vorm van gevelreclame, begin Rembrandtweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Stoepbord in de oude dorpskern van Amstelveen
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Straatmeubilair met reclame door exploitanten Een specifieke vorm van buitenreclame betreft het straatmeubilair met reclamemogelijk-heden, zoals abri’s, mupi’s, en plattegrondinformatiekasten. De plaatsing en exploitatie van dergelijk straatmeubilair met reclamemogelijkheden vindt plaats op contractbasis met een exploitant.
pagina 9
Abri langs de Keizer Karelweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Plattegrondinformatiekast langs de Groenelaan
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 10
Mupi in het Stadshart, begin Rembrandtweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Overige buitenreclame door exploitanten De overige vormen van buitenreclame door exploitanten in Amstelveen bestaan uit reclamevitrines, lichtmastreclame en Nuon stroomhuisjes. Deze vorm van buitenreclame komt tot stand op basis van contracten met exploitanten van buitenreclame waarbij sprake is van verhuur van gemeentegrond of een recht van opstal. Hier staat een vergoeding tegenover. Een uitzondering hierop is de reclame op zogenaamde Nuon(PEN) stroomhuisjes. Exploitatie hiervan vindt plaats op basis van een rechtstreekse overeenkomst tussen Nuon en een reclame-exploitant. Een onderdeel van deze overeenkomst is de verplichting voor exploitant om onderhoud van de omgeving van het huisje op zich te nemen. Reclamevitrine langs de Bovenkerkerweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 11
Lichtmastreclame langs de Keizer Karelweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Nuon-(PEN) huisje met reclame langs de Meander
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Bouwborden en makelaarsborden Bouw- en makelaarsborden dienen feitelijk betrekking te hebben op de verkoop of verhuur van het betreffende onroerend goed. Informatie over nadere regels vindt u in deel II van deze nota
pagina 12
Makelaarsbord langs de Prof. J. H. Bavincklaan
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Ideële, culturele reclame Hiervoor bestaan mogelijkheden in de vorm van sandwich- en driehoeksborden. Ook zijn er in Amstelveen zeven vrije plakplaatsen aangewezen voor het aanbrengen van niet commerciële reclame. Driehoeksborden in het Stadshart
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 13
Vrije-plakplaats (links) en Nuon-(PEN) huisje met reclame langs de Handelsweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
Wildplakken Wildplakken is een fenomeen dat ook in Amstelveen aanwezig is. Dit betreft het illegaal aanbrengen van aanplakbiljetten. Wilplakken onder viaduct Keizer Karelweg
Bron: Bureau Stedelijke Planning bv
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 14
Knelpunten
Op basis van de analyse van het beleid en de gesprekken die gevoerd zijn, kan vastgesteld worden dat het beleid uit 1998 op verschillende punten beperkingen kent (zie analyse bijlage 1). Het reclamebeleid is 10 jaar oud en moet geactualiseerd worden. De uitvoering is niet altijd even consequent. Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van reclame-uitingen bij kruisingen en stoplichten terwijl dit vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid niet toegestaan is. De informatievoorziening omtrent het beleid is niet optimaal. Zo is de éénloketfunctie zoals in 1998 voorgesteld niet geëffectueerd. Het beleid zelf is niet digitaal te verkrijgen. Veel ondernemers zijn niet op de hoogte van het beleid. Tot slot wordt de gemeente momenteel met twee belangrijke vraagstukken geconfronteerd, te weten: De aanwezigheid van illegale reclame-uitingen (gevel- en dakreclame); Aanvragen voor nieuwe reclamevormen waarvoor geen specifiek beleid is geformuleerd. Deze constateringen maken het duidelijk dat de huidige nota niet meer goed toepasbaar is en dus aan vernieuwing toe is. In beide gevallen is het van belang dat de gemeente de regie in handen houdt. Dit betekent dat het reclamebeleid helderheid moet geven over de locaties waar reclame al dan niet toelaatbaar is en over de criteria, die per gebied gehanteerd worden. Daarnaast zal de gemeente moeten investeren in het communiceren en handhaven van het beleid.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 15
2
Doelstellingen en ambities reclamebeleid Met betrekking tot de doelstelling van het reclamebeleid in Amstelveen spelen verschillende overwegingen een rol zoals ruimtelijke kwaliteit, verkeersveiligheid, het voorkomen van overlast, ondernemersbelangen en inkomsten voor de gemeente. Tijdens een brainstorm met wethouders en gemeentedirectie zijn doelstellingen en ambities ten aanzien van het nieuwe reclamebeleid geformuleerd. Een verslag van deze brainstorm is te zien in bijlage 5. Amstelveen staat bekend als een groene en leefbare stad met veel winkels en hoogwaardige voorzieningen. De gemeente Amstelveen streeft naar een kwalitatief hoogwaardig stadsgezicht waarbij duurzaamheid, bruikbaarheid en visuele aantrekkelijkheid de belangrijkste aspecten zijn. Zowel in het uitvoeringsprogramma van de politieke agenda als in het ‚Beeldkwaliteitplan onderhoud‛ staat de versterking van het imago van Amstelveen centraal. Er liggen kansen om Amstelveen regionaal en (inter)nationaal nog beter op de kaart te zetten. Reclame kan door haar veelkleurigheid en variatie op een positieve manier bijdragen aan de identiteit van het stadsbeeld, zowel ten aanzien van de bebouwde omgeving als het buitengebied. Maar dan dient de gemeente wel greep te hebben op de gang van zaken met betrekking tot haar grondgebied. Voorkomen moet worden dat er een visuele chaos ontstaat. Door teveel buitenreclame kan het uiterlijk aanzien van Amstelveen worden aangetast. Evenwicht tussen de behoefte aan reclame en het uiterlijk aanzien van de stad is gewenst. Om dit te kunnen bewerkstelligen is een duidelijk en overkoepelend reclamebeleid nodig dat als kader fungeert waarbinnen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. “De herkenbaarheid van bedrijven en de beeldkwaliteit van de stad moeten elkaar versterken en niet verstoren.”
Beheerste groei Ten behoeve van een gezonde economische ontwikkeling van de gemeente is het belangrijk dat bedrijven zichzelf en hun producten binnen redelijke grenzen voldoende kunnen presenteren. Hierbij is de opgave om een zo groot mogelijke attentiewaarde voor de adverteerder te combineren met de algemene belangen van de gemeente. De gemeente kiest voor een verantwoorde en geleidelijke uitbreiding van het aantal reclameobjecten. Het soort buitenreclame en de locatie spelen hierbij een belangrijke rol.
Deregulering Als overheid ontkom je er dus niet aan om regels op te stellen. Maar de regels moeten zinvol en duidelijk zijn. De gemeente Amstelveen wil dereguleren. Ten eerste wil de gemeente de exploitatie van buitenreclame zoveel mogelijk uitbesteden aan derden. Ten tweede worden ook werkzaamheden in de openbare buitenruimte, zoals plaatsing en onderhoud van straatmeubilair, bij voorkeur uitbesteed aan andere partijen. Ten derde moet het volume aan regels verminderen zodat de richtlijnen met betrekking tot het reclamebeleid zo duidelijk en
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 16
overzichtelijk mogelijk zijn. In het kader van de deregulering past het in hoofdstuk 3 gedane voorstel om door middel van aanpassing van de APV in plaats van twee slechts één vergunning te eisen (bouwvergunning of reclamevergunning op basis van de APV, oftewel APV-vergunning) waarbij het vereiste van een APV-vergunning tot een minimum zal worden beperkt vanwege de bevoegdheid die het college van Burgemeester en Wethouders krijgt om categorieën van APV-vergunningsplichtge reclame-uitingen vast te stellen die APV-vergunningsvrij zijn.
Handhaving Het beleid is gericht op het tegengaan van reclames die afbreuk doen aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Om deze doelstelling te bereiken is een daadkrachtig handhavingsbeleid noodzakelijk. Voorafgaande aan het daadwerkelijk optreden zal een uitgebreide voorlichtingscampagne worden gehouden.
Optimalisatie reclame inkomsten De diverse reclame-uitingen in Amstelveen dragen tezamen bij aan de inkomsten van de gemeente. De leges voor reclamevergunningen dienen kostendekkend te zijn. De inkomsten komen uitsluitend voort uit de contracten met exploitanten. Met betrekking tot het afsluiten van contracten met exploitanten streeft Amstelveen naar een verdere professionalisering. Zodoende verschuift de rol van de gemeente van regulator en controleur naar opdrachtgever en regisseur. Voor Amstelveen zijn de inkomsten uit buitenreclame van belang voor een verdere kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte van de gehele gemeente. Aangezien de inkomsten uit buitenreclame niet het enige doel van het reclamebeleid zijn, streeft de gemeente niet naar maximalisatie van de inkomsten maar naar optimalisatie.
Conclusie Op basis van bovengenoemde overwegingen is de doelstelling van het reclamebeleid in Amstelveen om evenwicht te creëren tussen de kwaliteit van de gebouwde omgeving en openbare ruimte, de openbare orde, de verkeersveiligheid, de belangen van ondernemers en de inkomsten voor de gemeente. Daarnaast is het beleid gericht op het tegengaan van reclames die afbreuk doen aan deze doelstelling. Het nieuw geformuleerde reclamebeleid bevat eenvoudige, duidelijke en toegankelijke regels. Op deze manier worden de administratieve lasten voor bedrijven teruggedrongen. De gemeente zal investeren in een goede voorlichting en in de handhaving van de regels.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 17
3
Juridisch kader De Grondwet Bij het maken van reclamebeleid in de openbare ruimte moet rekening worden gehouden met het grondrecht om gedachten en gevoelens te openbaren op grond van artikel 7 van de Grondwet. Dit artikel ziet toe op e de vrijheid van meningsuiting. In artikel 7, 4 lid van de Grondwet wordt het maken van handelsreclame uitgezonderd van deze bescherming van recht op meningsuiting. Onder handelsreclame verstaat men reclame voor commerciële doeleinden in ruime zin. Hier kunnen dus door de gemeente regels worden opgesteld die handelsreclame verbieden of binden aan voorschriften.
Algemene Plaatselijke Verordening Het juridisch kader voor het toestaan of weren van reclame wordt gevormd door de Algemene Plaatselijke Verordening van Amstelveen (APV) en de Woningwet. Op basis van de huidige artikelen 3.8, 3.9 en 3.10 van de APV is er ten aanzien van reclame-uitingen in het openbaar een verbodsbepaling opgenomen. Met de vaststelling van het nieuwe reclamebeleid, zal de APV hier tegelijkertijd op worden aangepast.
1. 2.
Kort gezegd zijn er twee reclameregimes die naast elkaar bestaan: bouwvergunningplichtige reclame-uitingen en –dragers; niet-bouwvergunningplichtige reclame-uitingen. Voor niet bouwvergunningplichtige reclame-uitingen geldt het vereiste van een reclamevergunning op basis van de APV. De APV biedt de mogelijkheid om nadere regels en voorwaarden op te stellen waarvoor géén APVvergunning vereist is. In deze reclamenota is dit uitgewerkt.
Voor reclame-uitingen en –dragers die bouwvergunningplichtig zijn vervalt het vereiste van een reclamevergunning op grond van de APV. Voor deze reclame-uitingen is geen reclamevergunning nodig. Het reclamebeleid kan geen ontheffing geven van het vereiste van een bouwvergunning. Het bestemmingsplan is toetssteen voor de planologische aanvaardbaarheid. Soms zal daarnaast een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig zijn. Het reclamebeleid vervult in dat geval twee functies: Toetsingskader voor welstandsbeoordeling; Ruimtelijk / stedenbouwkundig toetsingskader voor verlening van vrijstelling van het bestemmingsplan. Omdat deze beleidsnota dient als kader voor de welstandelijke beoordeling van een bouwaanvraag en als stedenbouwkundig / planologisch kader voor de verlening van vrijstellingen van het bestemmingsplan dient aan de onderbouwing van het beleid hoge eisen te worden gesteld. Dit betreft ook het op welstandelijke gronden beperken van het aantal reclame-uitingen. Moet de bouwvergunning worden verleend, dan kan de betreffende reclame-uiting niet op welstandelijke gronden worden geweerd door het niet verlenen van een reclamevergunning. Het om planologische / stedenbouwkundige redenen weren van ongewenste bouwvergunning-
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 18
plichtige reclame-uitingen moet geregeld worden in het bestemmingsplan c.q. in het vrijstellingsbeleid van de gemeente. De APV-vergunning voor bouwvergunningplichtige reclame-uitingen heeft slechts betekenis voor wat betreft openbare orde, ernstige hinder en veiligheidsaspecten. Deze aspecten kunnen na een redactionele wijziging van de APV worden bestreken door een algemeen verbod op reclame waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht c.q. ernstige hinder ontstaat. Hiernaast is de excessenregeling van artikel 12 en 13a van de Woningwet van toepassing voor bouwvergunningplichtige reclameuitingen die in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Privaatrecht Dit recht geldt wanneer de gemeente eigenaar is van de grond. De gemeente kan privaatrechtelijke overeenkomsten afsluiten als zij eigenaar is van de grond of het bouwwerk. De gemeente kan ook reclameobjecten verwijderen van eigen grond. Dit gebeurt binnen het eigendomsrecht (binnen de beginselen van behoorlijk bestuur).
Overige wetten en regelgeving Er zijn ook andere wetten die bepaalde aspecten van reclames regelen, zoals de Woningwet, de Wet milieubeheer, de Monumentenwet en de provinciale verordening. Deze wetten reguleren aspecten van reclames met betrekking tot ruimtelijke ordening, bouwkundige constructie, monumentale en welstandelijke aspecten. Deze regelingen vormen een raamwerk voor reclame-uitingen. Voor de meeste reclameobjecten is in plaats van een reclamevergunning een bouwvergunning nodig.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 19
4
Uitvoering beleid Vergunningen Zolang het aanbrengen van reclame binnen de richtlijnen plaatsvindt is het aanvragen van een reclamevergunning niet nodig. Voor bepaalde reclameuitingen en –dragers zal een bouwvergunning aangevraagd en dus leges geheven worden. Toetsing aan de welstandelijke aspecten van het reclamebeleid zal dan via die weg plaatsvinden. Niet-bouwvergunningplichtige reclame-uitingen, die niet binnen de gestelde criteria passen, kunnen op verzoek van aanvrager worden voorgelegd aan BenW (en indien nodig aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit). Hiervoor zullen leges geheven worden. Mochten BenW voor afwijkende reclame-uitingen vergunning verlenen dan zal het handboek hierop aangepast moeten worden.
Verbetering contracten met exploitanten
De mogelijkheid bestaat om aan, op of boven gemeente-eigendommen reclameobjecten aan te brengen. Voor dit gebruik van gemeentegronden is een afzonderlijke privaatrechtelijke toestemming van de gemeente nodig op grond van het eigendomsrecht. De gemeente vraagt hiervoor een financiële vergoeding of tegenprestatie in natura. Met betrekking tot het afsluiten van contracten met exploitanten van buitenreclame streeft Amstelveen naar een verdere professionalisering. In dit kader zal de gemeente bij nieuwe vormen van buitenreclame, of bij afloop van een contract meerdere offertes aanvragen. Deze offertes worden getoetst aan de reclamenota. Daarnaast vindt beoordeling plaats van de kwaliteit van de reclamedragers, de voorgestelde vergoeding en de randvoorwaarden. Bij het opstellen van de uiteindelijke contracten zijn de volgende elementen van belang: De looptijd dient niet langer te zijn dan 5 jaar (met uitzondering van voorzieningen met hoge investeringskosten); Er dient sprake te zijn van een prijsindexering; Geen overbodige verplichtingen voor de gemeente; De gemeente dient gevrijwaard te zijn van aansprakelijkheid voor schade; De gevolgen van het contract dienen zo min mogelijk extra werk voor de gemeente op te leveren; Uit de bepalingen in het contract dienen bij voorkeur geen additionele kosten voor de gemeente voort te komen; Het contract mag niet stilzwijgend verlengd worden.
Overgangsperiode De nieuwe regelgeving vraagt om een overgangssituatie welke overeenkomt met de doelstelling van de regelgeving. Deze doelstelling is een evenwicht vinden tussen de behoefte aan reclame en het uiterlijk aanzien van de stad. Na inwerkingtreding zal het nieuwe beleid van toepassing zijn op alle nieuwe reclame-uitingen. Voor reeds vergunde reclame-uitingen, die niet meer voldoen aan de voorgestelde richtlijnen wordt een overgangsregeling toegepast. Voorafgaande aan het daadwerkelijk optreden tegen de aanwezigheid van ongewenste reclame of uitstallingen zal een uitgebreide voorlichtingscampagne worden gehouden door middel van publicaties en bijeenkomsten. Voor zover het reclame-
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 20
uitingen betreft waarvoor geen bouw- of reclamevergunning is afgegeven zal hiertegen kunnen worden opgetreden met dwangsommen dan wel bestuursdwang. In sommige gevallen zal handhaven vanwege tijdverloop of andere belangenafwegingen niet mogelijk zijn.
Handhaving Handhaving is van groot belang voor het behoud van de kwaliteit van de stedelijke ruimte en voor de geloofwaardigheid van de gemeente. Zonder een adequate handhaving heeft een beleidsnota weinig zin. Tot de handhavingstaken behoren activiteiten als voorlichten, controleren, waarschuwen en toepassen van bestuurlijke sancties (dwangsom, bestuursdwang, intrekken van vergunning). Na de inwerkingtreding van dit beleid zal dus tegen de aanwezigheid van ongewenste reclame of uitstallingen worden opgetreden.
Tegen reeds vergunde bouwvergunningsplichtige reclame-uitingen kan in beginsel niet worden opgetreden. Voor zover deze niet in overeenstemming zijn met de uitgangspunten van het reclamebeleid zal een minnelijke oplossing met de vergunninghouder uitkomst moeten bieden. Tegen reclame-uitingen waarvoor een APV-vergunning is afgegeven is de vraag of hiertegen kan worden opgetreden afhankelijk van het betreffende vergunningsregime, de eventuele tijdelijkheid van de vergunning, en de bevoegdheid tot intrekking daarvan. Aannemelijk is dat er op basis van een goede overgangsregeling mogelijkheden zijn om tegen deze reclameuitingen, voor zover die niet in overeenstemming zijn met het voorgenomen reclamebeleid, op te treden. Tegen niet vergunde reclame-uitingen kan in beginsel handhavend worden opgetreden. Hierbij kan het vigerende reclamebeleid als toetsingskader worden gehanteerd. Voor zover in overeenstemming met het beleid kan alsnog vergunning worden verleend. Voor zover afwijkend kan middels de intrinsieke afwijkingsbevoegdheid in voorkomende gevallen vergunning worden verleend. Tegen met name langdurig aanwezige niet vergunbare reclame-uitingen zal niet in alle gevallen kunnen worden opgetreden. Door bijvoorbeeld tijdverloop kan de gemeente het recht hebben verspeeld handhavend op te treden. Ook kan een belangenafweging aan handhaving in de weg staan. Het is zeer wel mogelijk dat het om aanzienlijke aantallen illegale reclameuitingen zal gaan, wat meebrengt dat met handhaving een aanzienlijke capaciteit gemoeid is. Het is voor een adequate handhaving in dit verband wenselijk om beleid te formuleren, waarin is opgenomen op welke wijze de handhaving wordt uitgevoerd. Gedacht kan worden aan een gefaseerde uitvoering en/of een handhaving per categorie. Met de invoering van het nieuwe reclamebeleid zal dus sprake zijn van een intensievere handhaving. Dit vergt uitbreiding van de personeelscapaciteit. Deze uitbreiding kan bekostigd worden door de extra inkomsten uit de reclame. Het is niet gemakkelijk om te gaan handhaven terwijl dit eerder niet consequent is gebeurd. Zoals gezegd is daarvoor ten minste toegesneden (uitvoerings)beleid vereist. Hiervoor dient bovendien draagvlak gecreëerd te worden. Hiervoor is een voorlichtingscampagne nodig.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 21
Voorlichtingscampagne De meeste ondernemers zijn niet op de hoogte van de te volgen procedure bij het aanbrengen van reclame-uitingen. Het overleg met de gemeente wordt nogal eens verzuimd. Daarom is het belangrijk dat een goede voorlichting wordt gegeven over het nieuwe beleid en de doelstellingen van het beleid. Zonder draagvlak zullen de ambities moeilijk bereikt worden. De partijen die betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van deze nota hebben voor de vaststelling van deze nota een terugkoppeling gehad. De eerste stap op weg naar meer publiciteit rond het reclamebeleid in het algemeen en handhavingacties in het bijzonder is de bekendmaking van deze nota. De nota wordt ter inzage gelegd voor belanghebbenden, en hier zal publiciteit aan worden gegeven. Op de tweede plaats zal in overleg met de communicatiedeskundigen een overzicht worden gemaakt van de voorlichtingsactiviteiten die in 2008 zullen plaatsvinden. Doel van de voorlichtingscampagne is om burgers en bedrijven op de hoogte te stellen van de inhoudelijke en procesmatige kant van het nieuwe reclamebeleid. Daardoor zal de implementatie van het beleid soepeler verlopen. Burgers en bedrijven zullen tevens goed geïnformeerd worden over het gewenste nalevinggedrag en over de consequenties van ongewenst naleefgedrag. Ook moeten zij goed op de hoogte worden gehouden van de handhavingactiviteiten van de gemeente, met name de acties die regelmatig gehouden worden. Om deze doelstelling te bereiken wordt voorgesteld om externe (pers, ondernemers, winkeliers) en interne doelgroepen (collegeleden, raadsleden, ambtenaren) te onderscheiden en verschillende communicatiemiddelen in te zetten. Gedacht kan worden aan de volgende middelen (afhankelijk van de fase van de informatievoorziening): Persbericht lokale media. Voor de aankondiging van het nieuwe beleid of wanneer er specifieke acties zijn kan een persbericht verstuurd worden naar de lokale media. Brieven. Deze zijn persoonlijk en direct aan ondernemers gericht en worden meestal ingezet om acties aan te kondigen. Ook is het een middel om informatie te verstrekken over regelgeving. Website van Amstelveen. Op de website van de gemeente zal het reclamebeleid digitaal beschikbaar zijn. Daarnaast kunnen persberichten en artikelen geplaatst worden. Thema agenderen. bij vergadering van ondernemersverenigingen. Tijdens vergaderingen van ondernemers- en winkeliersverenigingen kan het reclamebeleid toegelicht worden en kan aandacht gegeven worden aan het handhavingsbeleid. Informatieboekje voor ondernemer. Hierin is exact en op eenvoudige wijze aangegeven wat wel en niet is toegestaan ten aanzien van reclame.
Monitoring en evaluatie De evaluatie is een hulpmiddel voor de uitvoering, eventuele bijsturing en bewaking van het beleid. Door middel van een evaluatie kan vastgesteld worden of de nieuwe regeling effectief, efficiënt en goed handhaafbaar is. Bij de uitvoering van het beleid kunnen knelpunten gesignaleerd worden.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 22
5
Financiën In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt hoe hoog de reclameinkomsten in Amstelveen op dit moment zijn, door welke vormen van buitenreclame deze inkomsten gegenereerd worden en hoe de gemeente deze inkomsten kan vergroten. In het algemeen kan worden gesteld dat met het nieuwe beleid de kwaliteit van de buitenruimte wordt nagestreefd. De kosten daarvan moeten binnen dit beleid worden terugverdiend. Het maken van winst is daarbij niet de bedoeling. Alleen bij de verhuur van gemeentegrond voor commerciële reclame ligt het accent bij optimalisatie van de opbrengsten.
Huidige situatie In de gemeente Amstelveen zijn diverse vormen van buitenreclame aanwezig. De gemeente ontvangt hiervoor inkomsten of producten of diensten. Directe inkomsten worden voornamelijk gegenereerd uit reclamevitrines en lichtmastreclame. Over het jaar 2007 genereerde de gemeente Amstelveen € 523.427,- aan inkomsten uit buitenreclame (zie tabel 5.1). Dit kwam nagenoeg volledig voort uit privaatrechtelijke contracten omtrent reclamevitrines en lichtmastreclame. In 2008 zullen deze inkomsten echter aanzienlijk hoger uitvallen. Dit is het eerste volledige contractjaar waarvoor financiële afdracht voor reclamevitrines plaatsvindt. In dit jaar zal het totale inkomen uit reclame circa € 838.000,bedragen. Daar moeten de meeropbrengsten uit de exploitatie van driehoeksborden nog bij worden opgeteld. Tabel 5.1 Inkomsten uit buitenreclame in 2007 en 2008 (in euro's) Reclamevitrines
Driehoeksborden
Totaal
Tot 22-082016
Onbekend
-
Woongebieden Winkelgebieden Werkgebieden Hoofdroutes Totaal 2007
Lichtmast reclame Tot 31-122010 € 148.502,-
Gemeentelijke begroting 2008
€ 134.000,-
Contractduur
€ 371.175,€ 371.175,-
€ 3.750,-
€ 523.427,-
€ 700.000,-
€ 3.750,-
€ 837.750,-
Kolommen met reclame-uitingen zonder inkomsten verwijderd
Inventarisatie financiële mogelijkheden buitenreclame De gemeente Amstelveen wil de inkomsten uit reclame optimaliseren. Per vorm van buitenreclame kan dit op verschillende manieren plaatsvinden. Ten eerste kunnen aanwezige reclamevormen, die inkomsten genereren, worden uitgebreid. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om nieuwe reclamevormen openbaar aan te besteden. Een derde mogelijkheid is het aanpassen van bestaande contracten. Veranderingen kunnen echter pas worden doorgevoerd wanneer een overeenkomst beëindigd is. In dit hoofdstuk is per vorm van buitenreclame geïnventariseerd welke mogelijkheden aanwezig zijn. BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 23
De financiële gegevens in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op informatie van reclame-exploitanten en diverse gemeentes. Aan de hier genoemde bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Het betreffen slechts indicaties van de mogelijkheden. De gemeente heeft van oudsher een terughoudend reclamebeleid gehanteerd. Daarom wordt aangeraden de geïnventariseerde kansen niet allemaal tegelijk te benutten maar geleidelijk door te voeren.
Uitbreiden inkomsten uit huidige reclamevormen Hieronder zijn de reclamevormen behandeld waaruit extra opbrengsten mogelijk zijn.
Reclamevitrines Aangezien reclamevitrines in Amstelveen verreweg de meeste reclameinkomsten genereren, is het vanuit financieel oogpunt wenselijk het aantal vitrines uit te breiden. Daarbij is het van belang dat de plaatsing vanuit stedenbouwkundig en verkeersveilig oogpunt acceptabel wordt geacht. De toevoeging van twee vitrines aan het bestaande arsenaal zou het totaal aantal vitrines op 12 brengen. Daarmee wordt, uitgaande van een uniforme prijs, circa € 150.000,- aan extra inkomsten gegenereerd. Een mogelijke locatie hiervoor is de Keizer Karelweg, ter hoogte van het Stadshart en het viaduct onder de A9.
Lichtmastreclame De circa 246 lichtmastreclames in Amstelveen bevinden zich vrijwel allemaal langs stedelijke hoofdroutes. Verhoging van inkomsten uit lichtmastreclame zal naar alle waarschijnlijkheid niet gegenereerd kunnen worden door middel van uitbreiding van het aantal reclames. Lichtmastreclame is immers afhankelijk van de vraag van lokale ondernemers. Anders gezegd, de gemeente kan de uitbreiding van lichtmastreclame niet stimuleren. Extra inkomsten moeten om die reden voortvloeien uit het herformuleren van privaatrechtelijke contracten. De huidige overeenkomst met betrekking tot de exploitatie van lichtmastreclame loopt tot 31 december 2010. Daarna zal de gemeente de exploitatie van lichtmastreclame via een openbare aanbesteding in de markt kunnen zetten. Aangezien dit nog drie jaar op zich laat wachten, is het moeilijk nu al uitspraken te doen over de invulling hiervan. Wel is geanalyseerd in hoeverre de inkomsten uit lichtmastreclame voor Amstelveen overeenkomen met, qua inwoneraantal soortgelijke, en omliggende gemeenten. Dit is gedaan door het bedrag dat ondernemers moeten betalen voor het gebruiken van een lichtmastreclame, te vergelijken. In Amstelveen betalen ondernemers bijvoorbeeld € 1.440,- euro per jaar voor lichtmastreclame. Hiervan gaat vervolgens circa € 600,- naar de gemeente. Uit onderzoek blijkt dat de jaarlijkse financiële afdracht aanzienlijk hoger kan zijn. Uitgaande van een afdracht van € 1.000,- kan lichtmastreclame jaarlijks inkomsten van € 246.000,- genereren. Oftewel, circa € 98.000,- meer dan momenteel het geval is. Een openbare aanbesteding in 2011 zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot een aanzienlijke toename van de inkomsten
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 24
uit lichtmastreclame. Bij openbare aanbesteding zullen de reclameexploitanten tegen elkaar opbieden met betrekking tot deze afdracht in de hoop de opdracht te verkrijgen. Wij adviseren om bij de beoordeling van de aanbiedingen rekening te houden met de kosten voor de lokale ondernemers. Deze dienen bij voorkeur niet de dupe te worden van het vergroten van de gemeentelijke inkomsten.
Driehoeksborden Op dit moment loopt een ‘aanbiedingsverzoek permanente driehoeksborden’. Uiteindelijk zal één exploitant, in ruil voor een jaarlijkse vergoeding aan de gemeente, verantwoordelijk zijn voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van circa 80 permanente driehoeksborden. Aangezien deze aanbesteding nog loopt, kan geen uitspraak worden gedaan over gemeentelijke inkomsten. De reden dat de gemeente overgaat tot de exploitatie van driehoeksborden door derden is het besluit een actiever beleid te gaan voeren ten aanzien van het genereren van reclameopbrengsten. In de toekomst zullen de inkomsten uit driehoeksborden dus naar alle waarschijnlijkheid hoger liggen dan de huidige € 3.750,-. De gemeentelijke inkomsten na uitbesteding worden geraamd op € 30.000,- per jaar. Tevens zorgt het uitbesteden van de exploitatie van driehoeksborden ervoor dat de gemeente geen vergunningaanvragen meer hoeft te behandelen. Een dergelijke deregulering zorgt, door het wegvallen van arbeidsuren, voor kostenbesparing.
Toevoegen inkomsten uit nieuwe reclamevormen Voor de nieuwe vormen van reclame die hieronder behandeld zijn, is uit gesprekken en besprekingen gebleken dat daar voldoende draagvlak voor aanwezig is. Op een aantal locaties zullen Rijk en Provincie toestemming moeten verlenen voor het plaatsen van reclamevormen.
Reclamemasten Reclamemasten zijn doorgaans gesitueerd langs Rijkswegen. Door het grote aantal dagelijkse passanten vormt de A9 een aantrekkelijke locatie voor het plaatsen van een reclamemast (waarbij wel rekening gehouden moeten worden met de toekomstige ondertunneling). Navraag leidt ertoe dat een reclamemast langs de A9 in Amstelveen, goed is voor ten minste € 40.000,aan jaarlijkse inkomsten. Maar dit bedrag kan ook veel hoger uitvallen. Zo zijn financiële afdrachten van € 75.000,- per jaar niet ongewoon. Uiteraard is de hoogte van de afdracht afhankelijk van enkele factoren. Hierbij kan gedacht worden aan het aantal passanten, de afstand tot de weg en de zichtbaarheid van de mast. Tevens bestaat de mogelijkheid om de mast te gebruiken voor antennes ten behoeve van de mobiele telefonie. Hiervoor kan een separate overeenkomst met de providers worden afgesloten. Dit ‘dubbele’ gebruik van de reclamemast kan een gemeente rond de € 12.500,- aan extra inkomsten opleveren. Vanwege het feit dat de gemeente Amstelveen reeds meerdere aanvragen van ondernemers kreeg met betrekking tot reclame maken op masten en de hoge gemeentelijke inkomsten die hiermee gepaard gaan, heeft het plaatsen van een reclamemast langs de A9 een hoge prioriteit.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 25
Megavitrines 2
Een megavitrine betreft een reclamevitrine met een oppervlak van 18 m . 2 Een gewone reclamevitrine heeft een oppervlak van circa 8 m . Gelet op de omvang moet de toevoeging van zulke reclamevormen beperkt blijven. Op dit moment vindt onderhandeling plaats over de realisatie van één megavitrine op grond van Rijkswaterstaat, langs de Keizer Karelweg, ter hoogte van een afrit van de A9 waarbij door partijen de voorkeur wordt gegeven aan tegenprestaties in natura. Een goede stedenbouwkundige afweging voor de exacte locatie is van belang. De tegenprestatie is het onderhouden van het viaduct aan de Keizer Karelweg, onder de Rijksweg A9. Dit viaduct vormt een centrale entree tot het Stadshart en is vanwege slecht onderhoud en wildplakken een doorn in het oog van de gemeente. Naast onderhoud zal het viaduct ook worden voorzien van verlichte reclamebakken, waardoor de sociale veiligheid een impuls krijgt. Aangezien de kans groot is dat deze onderhandeling met gesloten beurs plaats gaat vinden, zal de plaatsing van deze megavitrine geen financiële inkomsten genereren.
Reclamezuilen Een veel voorkomende vorm van buitenreclame is de reclamezuil. Momenteel onderhandelt de gemeente Amstelveen over de plaatsing van een reclamezuil in het Stadshart. Bureau Stedelijke Planning is van mening dat een reclamezuil, mede door het hoogwaardige ontwerp, een toegevoegde waarde kan zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in het Stadshart. Reclamezuilen hebben vaak een tweede functie in de vorm van zitbankjes of zelfs een geïntegreerd toilet en watervoorziening voor schoonmaakwerkzaamheden. Voorgesteld wordt om een of twee reclamezuilen te introduceren in of vlakbij het Stadshart (zoals het Stadsplein, het Handelsplein (bij de eindhalte van de tram) en langs de Keizer Karelweg ter hoogte van de entree naar het Stadshart). Het plaatsen van reclamezuilen in Amstelveen kent een gemiddelde prioriteit.
Reclamedisplays Reclamedisplays worden vooral gebruikt voor gemeentelijke, informatie. Hierbij kan gedacht worden aan digitale aankondiging van sociale en culturele manifestaties, sportevenementen, open dagen en actuele (nieuws)berichten. Tevens kan een reclamedisplay gecombineerd worden met een reclamebord. Uit navraag bij een exploitant blijken de opbrengsten van een dergelijk object, met circa € 1.000,- per object per jaar, vrij laag. Dit komt door de hoge kosten (€ 15.000,-) die verbonden zijn aan de plaatsing van het object. Reclamedisplays zijn een mogelijkheid om de stadsentrees van Amstelveen een impuls te geven. Gedacht wordt om de huidige inkomsten uit reclame deels te gebruiken voor het plaatsen van niet-commerciële informatieborden langs de stedelijke entrees in combinatie met de gemeentegrens borden die i.v.m. de nieuwe huisstijl vervangen moeten worden. Op deze borden wordt bijvoorbeeld een maandelijkse agenda getoond met activiteiten in de gemeente op het gebied van cultuur en festiviteiten.
Telefooncellen met reclame-uiting Amstelveen is reeds in onderhandeling geweest met KPN omtrent het vervangen van 25 telefooncellen voor ‘reclamehoudende’ cellen. In ruil
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 26
voor het recht op exploitatie van de reclame-uiting, zou de gemeente jaarlijks € 6.500,- aan totale inkomsten ontvangen. Dit komt neer op € 260,- per cel per jaar. Hierover is nog geen akkoord bereikt. Het is de vraag of het verstandig is dergelijke reclameobjecten te introduceren. De gemeente wil het ontwikkelingstempo laag houden. Telefooncellen met reclameboodschappen hebben dan ook een zeer lage prioriteit.
Stadsklokken met reclame-uiting Een stadsklok genereert een jaaropbrengst van circa € 700,-. Een dergelijke voorziening lijkt overbodig, aangezien vrijwel iedereen een horloge of telefoon (met klok) bij zich draagt. Daarnaast is een stadsklok een object dat ‘de lucht ingaat’ en dus van grotere afstand zichtbaar is. Geadviseerd wordt om voorzichtig te zijn met het plaatsen van stadsklokken. De prioriteit is, net als bij telefooncellen, laag.
Overige financiële mogelijkheden Precario Momenteel heft Amstelveen geen precariobelasting. Hiertoe is de gemeente echter wel bevoegd. Wanneer gebruik wordt gemaakt van precario, kan dit op jaarbasis circa € 10.000,- opleveren. Voor de gemeente levert het heffen van precario veel extra werk op. Vanwege de aanwezige hoge inkomsten uit reclame, heeft precarioheffing geen prioriteit. Dit is ook in lijn met de gewenste deregulering.
Reclamebelasting
Waar precariobelasting gericht is op objecten die zich onder, op of boven gemeentegrond bevinden, kan aan de hand van reclamebelasting heffing plaatsvinden voor buitenreclame op eigen grond. Aan de heffing van reclamebelasting zijn nadelen verbonden: Extra kostenpost voor het bedrijfsleven en dus niet bevorderlijk voor het vestigingsklimaat voor bedrijven ; Toename regelgeving en administratieve handelingen voor bedrijfsleven; Aanzienlijke toename van de werkzaamheden voor het gemeentelijk apparaat; Levert geen bijdrage aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Om die reden wordt geen reclamebelasting geheven. Temeer daar de doelstelling (genereren van € 200.000,- aan inkomsten uit reclame) al ruimschoots gehaald is.
Leges In het kader van deregulering verdient het de voorkeur om waar mogelijk af te stappen van het vergunningenstelsel en te voorzien in een combinatie van duidelijke richtlijnen en handhaving. Om onder meer deze reden wordt afgezien van een reclamevergunning voor bouwvergunningplichtige reclame-uitingen. Niet bouwvergunningplichtige reclame-uitingen worden voor zover aanvaardbaar middels gebiedsaanwijzing en het stellen van voorwaarden en nadere eisen van de vergunningsplicht op grond van de APV ontheven. Wél bouwvergunningplichtige reclame-uitingen kunnen niet middels het reclamebeleid van de bouwvergunningsplicht worden vrijgesteld. BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 27
Conclusie inventarisatie financiële mogelijkheden Het optimaliseren van de inkomsten uit huidige reclamevormen heeft potentie. Daarnaast is het genereren van extra inkomsten uit reclame met name mogelijk door de geleidelijke uitbreiding van het aantal reclameobjecten. Eén van de omschreven gemeentelijke ambities ten aanzien van buitenreclame in Amstelveen is het geleidelijke ontwikkeltempo. Aangezien de gemeente altijd een strikt reclamebeleid heeft gevoerd is het zeer onwenselijk dat er in de komende beleidsperiode een aanzienlijke uitbreiding plaatsvindt van de buitenreclame, zowel in aantal als reclamevorm. Om die reden is in dit hoofdstuk aangegeven in hoeverre iedere besproken mogelijkheid prioriteit verdiend.
Hoogste prioriteit:
Toevoegen van extra reclamevitrines. Vanwege de hoge inkomsten die reclamevitrines genereren en het feit dat er binnen Amstelveen nog ruimte is voor een (kleine) uitbreiding van het arsenaal, verdient de toevoeging van één of twee extra reclamevitrines de hoogste prioriteit. Plaatsen van een megavitrine op grond van Rijkswaterstaat aan de Keizer Karelweg, ter hoogte van de afrit A9.
Hoge prioriteit:
Toevoegen van enkele reclamezuilen. Het plaatsen van reclamezuilen kan een positieve invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. De hoogwaardige uitstraling van het Stadshart kan een nieuwe impuls krijgen door de toevoeging van enkele (twee of drie) reclamezuilen. Tevens kan daar een financiële afdracht of tegenprestatie in natura aan gekoppeld worden.
Toevoegen van één reclamemast. Een reclamemast langs een rijksweg biedt de (grotere) lokale ondernemers een platform om een zeer groot publiek te bereiken. Binnen de gemeente zijn reeds meerdere aanvragen van ondernemers binnengekomen voor het plaatsen van een dergelijke mast. Bijkomend voordeel voor de gemeente zijn de hoge inkomsten.
Lage prioriteit:
Reclamedisplays, Stadsklokken en Telefooncellen met reclame-uiting. Door de lage gemeentelijke inkomsten en het gewenste geleidelijke ontwikkeltempo van buitenreclame, heeft het plaatsen van reclamedisplays en stadsklokken met reclame-uiting een lage prioriteit. Hetzelfde geldt voor het vervangen van (een deel van) de huidige telefooncellen door cellen met reclame-uiting. Tabel 5.2 Inventarisatie van mogelijkheden voor additionele inkomsten voor de gemeente Amstelveen uit (nieuwe) reclamevormen (in euro’s)
Woongebieden Winkelgebieden Werkgebieden Hoofdroutes Totaal
Reclamemast > € 40.000 > € 40.000,-
Telefooncel € 6.500,€ 6.500,-
StadsKlokken € 9.000,€ 9.000,-
Reclamedisplay € 2.000,-*
Reclamevitrines € 150.000,€ 150.000,-**
Reclamezuil ? ?
Leges
Precario X X X
€ 67,- per aanvraag
€ 10.000,-
* Uitgaande van twee reclamedisplays ** Uitgaande van de plaatsing van twee extra vitrines langs de A9 en binnengemeentelijke hoofdroutes
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 28
Investeren van reclame-inkomsten Deze notitie is gericht op een inventarisatie van de financiële mogelijkheden die buitenreclame biedt voor Amstelveen. De gemeente wil meer inkomsten genereren uit reclame. De belangrijkste reden hiervoor is de wens om meer te investeren in de aanleg en het onderhoud van de openbare ruimte. Reclame, als onderdeel van die openbare ruimte, speelt zodoende een belangrijke rol in het tegengaan van verrommeling en achterstallig onderhoud. Daarnaast is het gezien de nieuwe aanpak, waarbij in de meeste gevallen geen ambtelijke toetsing vooraf plaatsvindt, noodzakelijk om reclame-uitingen achteraf te toetsen. Hiervoor dient de handhaving te worden geïntensiveerd. Tevens worden in het kader van citymarketing extra capaciteit en middelen ten behoeve van communicatie en pr van de gemeente ingezet op een aantal voorzieningen, zoals de b-zijdes van de mupi’s. Een raming van de gewenste investeringen in de openbare ruimte is te zien in tabel 5.3. De eenmalige kosten van € 240.000,- worden zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over de twee jaren. Tabel 5.3 Ambtelijke raming van investeringen in openbare ruimte
Onderdeel
Kosten periode 2008 en 2009
Bebouwde kom/gemeentegrens borden in huisstijl Verbeteren bewegwijzering Vervangen lichtmasten t.b.v. driehoeksborden Verwijderen oude objecten voor vrije meningsuiting Intensivering graffitibestrijding Intensivering wildplakbestrijding Beheerkosten reclame-objecten en meubilair (vrije plakplaatsen, fietsenstalling, voorzieningen rond objecten en contractbeheer) Upgraden entreegebieden*
€ 50.000,-
Structurele kosten 2008 en verder € 20.000,-
€ 50.000,€ 25.000,-
€ 10.000,€ 5.000,-
€ 15.000,-
-
€ 20.000,€ 10.000,-
€ 50.000,€ 15.000,€ 40.000,-
€ 60.000,-
€ 15.000,-
Handhaving, extra toezicht Communicatie
€ 10.000,-
€ 40.000,€ 10.000,-
Totaal
€ 240.000,-
€ 205.000,-
Bron: gemeente Amstelveen
* In het collegeprogramma wordt melding gemaakt van een aanpak van de entreegebieden van Amstelveen. Zowel uit ruimtelijke beeldkwaliteit, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en stadspromotie. Voor de diverse locaties zal een nadere uitwerking worden gemaakt, waarbij groen, bebording, meubilair en verharding wordt meegenomen.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 29
Conclusie In dit hoofdstuk is een inventarisatie gemaakt van de financiële mogelijkheden die buitenreclame voor de gemeente Amstelveen biedt. Om de hoge kwaliteit van de buitenruimte in bescherming te nemen streeft de gemeente naar een verantwoorde en geleidelijke uitbreiding van het aantal reclameobjecten. Daarnaast ambieert de gemeente ook de optimalisatie van inkomsten uit buitenreclame. Alleen door de uitbesteding van exploitatie van driehoeksborden wordt meer inkomsten gegenereerd dan in 2007. In de periode 2011-2016 kan door de toevoeging van twee extra reclamevitrines en de herziening van het contract lichtmastreclame circa € 250.000,- aan extra inkomsten op jaarbasis worden gegenereerd. Dit zal niet ten koste gaan van de hoogwaardige uitstraling van de openbare ruimte, aangezien deze meeropbrengsten slechts gepaard gaan met een toevoeging van twee reclameobjecten aan het huidige arsenaal. In tabel 5.5 zijn de geraamde inkomsten afgezet tegen de geraamde investeringen in de openbare ruimte en de Taakstelling Amstelveen Kiest. De inkomsten uit buitenreclame zullen in de periode 2008 en 2009 opwegen tegen de investeringen. In de periode 2010-2016 zal middels een geringe uitbreiding van de reclameobjecten extra inkomsten kunnen worden behaald. Deze zijn nodig om te voorzien in duurzaam beheer van het reclamebeleid en de voorzieningen. Tabel 5.5 Het financiële overzicht voor huidige (2008 en 2009) en verwachte (20102016) inkomsten uit buitenreclame
Omschrijving Inkomsten Taakstelling Amstelveen Kiest Kadernota 2008 Eenmalige kosten (per jaar) Structurele kosten Kadernota 2010 Resteert: (kadernota 2011)
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 30
2008 en 2009 € 870.000,€ 200.000,€ 300.000,€ 120.000,€ 250.000,€ 0,-
2010-2016 € 1.120.000,€ 200.000,€ 300.000,€ 250.000,€ 250.000,€ 120.000,-
DEEL II
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 31
Inhoudsopgave handboek reclamebeleid
1
Algemene randvoorwaarden buitenreclame 33 Ruimtelijke kwaliteit 33 Economie 33 Veiligheid 33 Contracten met reclame-exploitanten 33 Algemeen geldende regels voor reclame 34
2
Randvoorwaarden buitenreclame per deelgebied 36 Gebiedsindeling 36 Procedures 36 Criteria voor het Stadshart 38 Criteria voor overige winkelgebieden en –strips 41 Criteria voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties 42 Criteria voor woongebieden 44 Criteria voor het buitengebied 44 Criteria voor infrastructurele hoofdroutes 45 Bijlagen Bijlage 1: Analyse beleid 1998 Bijlage 2: Mogelijke uitbreidingslocaties Bijlage 3: Definities reclameniveaus Stadshart Bijlage 4: Ondersteunende illustraties Bijlage 5: Verslag brainstorm 22-01-08 Bijlage 6: Locatielijst potentiële vrije-plakplaatsen Bijlage 7: Locatielijst Nuon-(PEN) huisjes
Leeswijzer handboek reclamebeleid Het reclamebeleid van Amstelveen is opgedeeld in twee delen. Er zijn algemeen geldende regels voor reclame. Deze zijn op iedereen van toepassing. Daarnaast zijn er gebiedsgerichte regels. Deze verschillen per deelgebied. Op pagina 33 tot en met 35 kunt u terecht voor algemene randvoorwaarden en regels met betrekking tot buitenreclame. Op de pagina's 38 tot en met 45 zijn specifieke, gebiedsgerichte, criteria omschreven. De overzichtskaart op pagina 37 geeft een geografische indeling van de deelgebieden.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 32
1
Algemene randvoorwaarden buitenreclame In dit hoofdstuk zijn op basis van de doelstelling van het reclamebeleid de algemene randvoorwaarden geformuleerd waaraan buitenreclame in Amstelveen dient te voldoen. Bij twijfelgevallen dient deze steeds voor ogen te worden gehouden.
Ruimtelijke kwaliteit Buitenreclame moet in de schaal en de sfeer van de omgeving passen, ermee in evenwicht zijn. De reclame-uiting dient daarnaast esthetisch aanvaardbaar te zijn en moet bij voorkeur een toegevoegde waarde hebben voor de openbare ruimte en/of het stadsgezicht. De doelstelling is dat bewoners en bezoekers Amstelveen ervaren als een aantrekkelijke stad. Daarom is het van belang de stad niet te beschouwen als een verzameling van functies, maar als een verblijfsruimte voor een groot publiek, waarvan de ruimtelijke kwaliteit zeer belangrijk is.
Economie Ter versterking van het bedrijfsleven en in het kader van de economische promotie wordt gewerkt aan de beeldvorming van de stad. Reclameaanduidingen, met name langs de rijksweg en de hoofdwegenstructuur kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het imago van de stad als economische vestigingsplaats. Bedrijven moeten zich voldoende kunnen presenteren.
(Verkeers)veiligheid Bij het aanbrengen en plaatsen van reclame-uitingen moeten uit oogpunt van openbare orde en veiligheid de uitgangen en nooduitgangen van gebouwen en doorgaande routes naar gebouwen te allen tijde worden vrijgehouden ten behoeve van hulpverlenende diensten. Ook de veiligheid en doorstroming van het verkeer mag niet in het gedrang komen.
Contracten met reclame-exploitanten
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Voor het maken van reclame op straatmeubilair, reclamevitrines, lichtmastreclame etc. heeft de gemeente privaatrechtelijke contracten afgesloten met exploitanten: Lichtmastreclame: Het uiten van reclame aan lichtmasten is vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente Amstelveen en het Nationaal Publiciteits Bureau (NPB) te Haarlem. Ondernemers die gebruik willen maken van Lichtmastreclame kunnen zich wenden tot het NPB. Op 31 december 2010 loopt het huidige contract af en zal mogelijk een nieuwe regeling worden getroffen. Bij een herziening van het contract dient te worden opgenomen dat geen uitbreiding van het aantal mogelijk is. Daarnaast moeten de lichtmastreclames langs de Beneluxbaan herbezien worden, aangezien deze momenteel slecht leesbaar zijn en afleidend kunnen werken op het verkeer; Reclamevitrines, mupi’s en abri’s: het uiten van reclame op reclamevitrines, mupi’s en abri’s is vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente Amstelveen en reclame-exploitant JCDecaux. Ondernemers die gebruik willen maken van reclamevitrines, mupi’s en/of abri’s kunnen zich wenden tot JCDecaux;
pagina 33
Driehoeksborden: Op dit moment loopt een open aanbesteding voor de exploitatie van permanente driehoeksborden; Vrije plakplaatsen: De exploitatie van vrije plakplaatsen zal worden uitbesteed. Dit is bij raadsbesluit vastgesteld op 30 november 2005. In dat geval draagt de exploitant zorg voor onderhoud van de plakplaatsen en kan de gemeente aanspraak maken op een jaarlijkse financiële vergoeding. De gemeente wijst plakplaatsen aan waar zonder vergunning of toestemming niet-commerciële reclame mag worden geuit. Bijlage 6 geeft 21 locaties voor potentiële vrije plakplaatsen weer; De gemeente Amstelveen behoudt zich het recht voor naar eigen inzicht contracten af te sluiten of te wijzigen met reclame-exploitanten. Hierbij staat de ruimtelijke kwaliteit van buitenreclame in Amstelveen voorop.
Algemeen geldende regels voor reclame Niet toegestaan zijn:
Dakreclames (met uitzondering van bedrijventerreinen en enkele winkels in het Stadshart (V&D, Bijenkorf, C&A)); Reclames en reclamebakken op luifels en winkeluitbouwen die licht vanuit de achterzijde uitstralen. Reclame en reclamebakken op luifels voor bovenwoningen hoger dan 60 centimeter, gemeten vanaf de dakrand; Verticale reclames over verschillende bouwlagen; Reclame boven hekwerken of andere erfafscheidingen; Geparkeerde reclamevoertuigen en aanhangwagens met reclame-bebording op parkeerplaatsen langs (of zichtbaar vanaf) de openbare weg; Stadsklokken; Toevoeging van plattegrondinformatiekasten en industriekasten aan het bestaande arsenaal (het huidige aantal bedraagt 25); Reclamevlaggen / vlaggenmasten (met uitzondering van bedrijventerreinen, Stadshart en overige winkelgebieden en –strips); Een uitbreiding van reclameframes op bestaande aantal Nuon-(PEN) en KPN huisjes. Momenteel telt Amstelveen 16 Nuon-(PEN) en KPN huisjes met in totaal 134 reclameframes. Deze frames dienen A0 formaat te zijn (84x118,8 cm). Reclame op deze huisjes mag enkel ideële of culturele reclame betreffen. In bijlage 7 is een locatielijst van de Nuon-(PEN) en KPN huisjes opgenomen; Reclame-uitingen op verkeerslicht- en tramkasten, papier- en glasbakken.
Algemene criteria
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Aan beschermde en gemeentelijke monumenten zijn extra eisen verbonden: hiervoor moet een monumentenvergunning worden aangevraagd; Reclame aan monumenten zonder vergunning is niet toegestaan; Reclame dient te voldoen aan redelijke eisen van welstand. Zowel op zichzelf als in relatie tot de omgeving; Reclame moet esthetisch verantwoord zijn (kleurstelling, in harmonie met gebouw en omgeving); Reclame moet een direct verband hebben met de activiteiten in het pand (met uitzondering van reclame-uitingen op sportvelden in het kader van sportsponsoring en geveldoeken ter verberging van de renovatie van een
pagina 34
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pand, met goedkeuring van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit indien nodig); Reclame met een tijdelijk karakter heeft de voorkeur; Reclame moet binnen de gevellijnen van het pand passen. Het gebouw moet herkenbaar blijven (met uitzondering van geveldoeken ter verberging van renovatie van een pand en tijdelijke geveldoeken op bedrijven- en kantorenlocaties, met goedkeuring van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit indien nodig); Reclame-eisen zijn locatiegebonden. In winkelcentra gelden andere regels dan op bedrijventerreinen of in woonwijken; Reclame moet een economisch belang hebben voor de gemeente of daarin gevestigde bedrijven en ondernemers; Reclame mag niet hinderlijk zijn voor de omgeving (gebruikers, omwonenden en verkeer); Kwantiteit van reclame; een bepaalde vorm van reclame mag niet te vaak terugkomen binnen de gemeente; Makelaarsborden zijn toegestaan onder de volgende criteria: Opschriften en aankondigingen betrekking hebbend op: Openbare verkoping, aanbiedingen ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; Het beroep, de dienst, of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd, zomede op naamborden. Mits deze opschriften en aankondigingen gezamenlijk geen grotere oppervlakte hebben van 0,5 m2 en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter en mits deze opschriften en aankondigingen niet verlicht zijn aangebracht op of aan een onroerende zaak. Bouwborden zijn toegestaan onder de volgende criteria: Per bouwlocatie is er de mogelijkheid één bouwbord te plaatsen; Indien sprake is van projectbouw is daarnaast een artist impression toegestaan; Bouwbord en artist impression mogen worden geplaatst vanaf het moment dat de grond in exploitatie wordt genomen tot het moment dat het eerste pand in gebruik wordt genomen; 2 De maximaal toegstane afmeting per bord bedraagt 30 m ; De borden zijn of worden niet verlicht.
pagina 35
2
Randvoorwaarden buitenreclame per deelgebied Gebiedsindeling In de gemeente Amstelveen is een zonering aangebracht. Per gebied worden criteria genoemd waaraan de reclame-uiting moet voldoen. De geografische indeling van het vorige reclamebeleid 1998 is als uitgangspunt genomen en aangevuld. Tabel 2.1 toont de deelgebieden en de pagina’s waar de desbetreffende criteria omschreven zijn. Kaart 2.1 is een geografische weergave van de deelgebieden. Tabel 2.1 deelgebieden reclamebeleid
Deelgebied Het Stadshart Overige winkelgebieden en -strips Bedrijven- en kantorenlocaties Woongebieden Buitengebied Infrastructurele hoofdroutes
Criteria deelgebied op pagina 38-40 41 42 44 44 45
Procedures Voor reclame-uitingen die niet bouwvergunningplichtig zijn geldt dat wanneer men zich aan de criteria op basis van de APV houdt, reclame vergunningvrij is. In sommige gevallen moet een aanvraag voorgelegd moet aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Voor reclame-uitingen en -dragers die wel bouwvergunningplichtig zijn is dit reclamebeleid een welstandelijk en ruimtelijk/stedenbouwkundig toetsingskader. De per deelgebied geformuleerde criteria dienen als aanvulling op de algemeen geldende criteria te worden gezien.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 36
Kaart 2.1 Geografische indeling buitenreclame, 2010
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 37
Criteria voor het Stadshart
Naast enkele algemene regels voor het Stadshart zijn voor diverse deelgebieden van het Stadshart aanvullende regels opgesteld. Deze gebieden betreffen: Rembrandtweg Verlengde Rembrandtweg en Hemaplein Stadspleinarcades Openbare gebouwen aan en in de nabijheid van het Stadsplein Cultuurstrip Het Buitenplein V&D Handelsplein Kiosken Uitstallingen
Algemene regels voor het Stadshart
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Voor het Stadshart zijn gedetailleerde welstandscriteria opgesteld. Deze zijn onderverdeeld in drie niveaus (openbaar, publiek en privaat). Voor een omschrijving van deze niveaus, zie bijlage 3. Deze welstandscriteria gelden als uitgangspunt voor de hier geformuleerde regelgeving; Zowel tijdelijke als permanente geveldoeken met reclame moeten ondergeschikt zijn aan het pand. Geveldoeken mogen maximaal 30% van het blinde gevelvlak bedekken. Per gevel mag maximaal één geveldoek met reclame worden getoond. Een geveldoek met reclame mag enkel op blinde muren worden opgehangen; In het geval van pandrenovatie zijn geveldoeken met reclame toegestaan die de gehele gevel bedekken, mits goedgekeurd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Na afronding van de werkzaamheden moet het geveldoek verwijderd worden. De reclame op het geveldoek hoeft géén rechtstreekse relatie te hebben met het te renoveren pand; Voor het aanbrengen van een frame voor een geveldoek is een bouwvergunning vereist, alsmede een (tijdelijke) vrijstelling in het kader waarvan de welstandsbeoordeling plaatsvindt. Voor het wisselen van reclame-uitingen in een bestaand frame is geen vergunning vereist. De reclames mogen niet aanstootgevend van aard zijn; Ten aanzien van reclamefolie: zowel tijdelijke als permanente folie met reclame moeten ondergeschikt zijn aan het pand. Reclamefolie mag maximaal 30% van het lichtdoorlatend oppervlak beslaan. Per gevel mag maximaal één reclamefolie worden getoond. Reclamefolie mag enkel op lichtdoorlatende oppervlakken worden opgehangen; Toevoeging van reclamezuilen is beperkt toegestaan in het Stadshart. Hiervoor wordt verwezen naar de uitbreidingskaart in bijlage 2; Voor culturele en gemeentelijke evenementen en boodschappen is gevelprojectie toegestaan; Vlaggenmasten bij openbare en/of culturele instellingen in beperkte mate toegestaan (maximaal 3 per instelling), mits goedgekeurd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit; Voor het plaatsen van stoepborden op de weg bij winkels is in artikel 6.1 van de APV een aparte regeling opgenomen.
pagina 38
Specifieke criteria voor het Stadshart Als aanvulling op onderstaande criteria zijn in bijlage 4 ondersteunende illustraties opgenomen.
Rembrandtweg: Reclame op luifel niet hoger dan 60 cm en niet breder dan 75% van de winkelbreedte. Bij woningen op winkels is reclame op de luifel niet toegestaan; Geen lichtuitstraling aan de gevelzijde van de reclame; Reclame haaks op gevel alleen in standaard luifelframe.
Verlengde Rembrandtweg en Hemaplein: Niveau 1 naamsaanduiding van winkelhofentrees vormgeven als één familie; e Voor 1 verdieping is dwarsreclame toegestaan zoals op gevelaanzicht is aangegeven (bijlage 4.I en 4.K); Rembrandthof (bijlage 4.D t/m 4.G): Niveau 2 reclame boven winkelentree. Maximale hoogte 60 cm. Alle overige reclame achter de pui; Binnenhof (bijlage 4.J): niveau 2 reclame in aangegeven puienstramien. Maximaal 480 cm x 30 cm gesloten reclame. Alle overige reclame achter de pui; C&A winkelstrip (bijlage 4.L): niveau 2 transparante reclame alleen op zonwering, 75% van de winkelbreedte. Gesloten reclame achter de pui tussen de 2,15 m en 2,50 m hoogte en maximaal 75% van de puibreedte. Geen dwarsreclame.
Stadspleinarcades: Niveau 2 reclame Rembrandthof (bijlage 4.M): gesloten reclamezone tussen de 2,80 m en 3,00 m hoogte, max 75% van de puibreedte. Boven de 3,00 m transparante reclame toegestaan (bijlage 4.N), met een max van 20% van het vlak; Niveau 2 reclame Binnenhof: gesloten reclamezone tussen 2,45 m en 2,80 m hoogte. Max 5,20 cm breed; Niveau 2 reclame Oostwand (zie bijlage 4.O): boven de 2,80 m reclame 2 alleen achter de pui. Dit mag max 20% van het vlak vullen (1,65 m ). De onderzijde van de reclame dient zich op een hoogte van 2,80 m te bevinden. De reclame moet minimaal 25 cm los blijven van de boven- en zijkanten. Op de verdieping worden dezelfde regels aangehouden.
Openbare gebouwen aan en in de nabijheid van het Stadsplein:
Cobra Museum (bijlage 4.Q):
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Niveau 1 reclame in de vorm van doek, zeil of gevelprojectie is toegestaan; Geen losse aankondigingen, bijvoorbeeld in de vorm van sandwichborden, toegestaan (met uitzondering van vlaggenmasten, zie algemene regels);
pagina 39
Alle overige aankondigingen achter de pui.
Bibliotheek: Naamaankondiging in open letters boven de entree; Geen reclame toegestaan (met uitzondering van vlaggenmasten, zie algemene regels). Openbaar vervoerscentrum: Op begane grond alleen niveau 3 reclame achter de pui; Geen losse aankondigingen, bijvoorbeeld in de vorm van sandwichborden, toegestaan; Op verdieping alleen naamaankondigingen in samenhang met de architectuur van het scherm van de Cultuurstrip. Cultuurstrip:
Alle reclame in samenhang met de architectuur van het scherm; Reclame in de vorm van doek, zeil of gevelprojectie toegestaan; Geen losse aankondigingen, bijvoorbeeld in de vorm van sandwichborden, toegestaan; Op begane grond alle overige reclame achter de pui.
Het Buitenplein
Binnenhof: Aanduiding van niveau 1 reclame voor Binnenhofentrees te zien als van een familie met Rembrandthof; Geen niveau 2 reclame op gevel toegestaan. Het middenvak (bijlagen 4.R t/m 4.T): Paviljoens: naamsaanduidingen boven entreeportaal, transparante folie achter glas of losse letters voor/achter glas. Reclamezone achter de pui, 60 cm diep boven in de pui. V&D:
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Niveau 1 reclame op dak, gevel en ingangen toegestaan; Alle overige reclame achter de pui; Hoekwinkels: aanhouden niveau 2 reclameregels.
Handelsplein Niveau 2 reclame, naamsaanduiding op luifels en bij entrees alleen met open letters aangegeven (bijlage 4.U); Individuele bedrijfsnamen alleen aangeven achter glas van entree.
Kiosken: Puien volledig transparant houden; Naamsaanduidingen alleen aangeven achter glas in open letters; Geen reclame op daken.
pagina 40
Criteria voor overige winkelgebieden en –strips
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Algemeen: Wanneer men zich aan onderstaande criteria houdt, is een reclamevergunning op basis van de APV niet vereist. Ontheffing van de bouwvergunningplicht is niet mogelijk; Alleen reclames en uitsteekborden tussen 2,40 m en 3,50 m boven het begane grondpeil; Uitsteekborden maximaal 70 cm breed en 90 cm hoog en niet buiten 50 cm van de gevel; Reclames en reclamebakken op luifels en winkeluitbouwen mogen geen licht vanuit de achterzijde uitstralen; Lichtbakken op luifels voor bovenwoningen mogen niet hoger dan 60 cm zijn, gemeten vanaf de dakrand; Gevelreclames mogen niet breder dan 75% van de gevelbreedte zijn; Reclames op of achter etalageruiten dienen ingepast te zijn in de architectuur en het straatbeeld. Zowel tijdelijke als permanente geveldoeken met reclame moeten ondergeschikt zijn aan het pand en mogen maximaal 30% van het gevelvlak bedekken; Ten aanzien van reclamefolie: zowel tijdelijke als permanente folie met reclame moeten ondergeschikt zijn aan het pand. Reclamefolie mag maximaal 30% van het lichtdoorlatend oppervlak beslaan. Per gevel mag maximaal één reclamefolie worden getoond. Reclamefolie mag enkel op lichtdoorlatende oppervlakken worden opgehangen; In het geval van pandrenovatie zijn geveldoeken met reclame toegestaan die de gehele gevel bedekken, mits goedgekeurd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Na afronding van de werkzaamheden moet het geveldoek verwijderd worden. De reclame op het geveldoek hoeft géén rechtstreekse relatie te hebben met het te renoveren pand; Reclamefolie is niet toegestaan in het geval van pandrenovatie; Voor het aanbrengen van een frame voor een geveldoek is een bouwvergunning vereist, alsmede een (tijdelijke) vrijstelling in het kader waarvan de welstandsbeoordeling plaatsvindt. Voor het wisselen van reclame-uitingen in een bestaand frame is geen vergunning vereist. De reclames mogen niet aanstootgevend van aard zijn; Maximaal 3 reclame-uitingen per pand; Voor het plaatsen van stoepborden op de weg bij winkels is in artikel 6.1 van de APV een aparte regeling opgenomen.
pagina 41
Criteria voor bedrijven- en kantorenlocaties
Algemeen: Wanneer men zich aan onderstaande criteria houdt, is een reclamevergunning op basis van de APV niet vereist. Ontheffing van de bouwvergunningplicht is niet mogelijk; Alleen reclames die betrekking hebben op een in het pand gevestigd(e) bedrijf of activiteit; Per gebouw mag op de voorgevel één gevelreclame worden geplaatst. Daarnaast kan gekozen worden voor één dakreclame of voor één extra gevelreclame. In het geval van meerdere vestigingen in een gebouw is één reclame-uiting per bedrijf toegestaan, waarbij geldt dat de reclame-uitingen op één en dezelfde gevel geplaatst moeten worden; Daarnaast is het bij meerdere vestigingen in een gebouw toegestaan middels een, op een bij het pand geplaatst verzamelframe reclame te maken. Dakreclame: afmetingen in verhouding tot de architectuur en de bouwmassa van het pand, met maximaal 25% van de breedte van de gevel en een hoogte van maximaal twee meter; 2 Het maximaal toegestane oppervlak van de dakreclame bedraagt 10 m . Gevelreclame: Afmeting reclame-uiting tegen de voorgevel: Eén reclametekst in de vorm losse letters, een belettering of een lichtbak geïntegreerd in het gevelvlak; Maximale hoogte 100 cm; Maximale lengte 50% van de gevelbreedte met een totale maximale breedte van 1.500 cm. Voor geveldoeken gelden afwijkende criteria (zie onder). Afmeting reclame-uiting tegen een tweede gevel: Maximale afmeting van de gevelreclame 30% van de blinde gevel tot een 2 maximum van 20 m ; Slechts indien er meerdere ondernemingen in een pand gevestigd zijn, kan toestemming worden verleend voor meerdere losse gevelreclames. Indien aanvrager op een pand meerder gevelreclames wil plaatsen dan mag het totaaloppervlak van de gevelreclames niet groter zijn dan 30% van de blinde 2 gevel tot een maximum van 20 m . Aanvragen die leiden tot twee of meer gevelreclames aan één gevel worden voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit; 2 Indien een aanvrager een gevelreclame wil plaatsen die groter is dan 20 m dan zal deze aanvraag worden voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit toetst of de afmeting van de gevelreclame in verhouding staat tot de architectuur en de bouwmassa van het pand. en/of
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Eén bord bij de hoofdingangpartij met naamsaanduidingen met een maximum formaat 100 cm x 50 cm;
pagina 42
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Reclamezuilen in de nabijheid van de hoofdingang van het terrein, niet hoger dan 300 cm –mede afhankelijk van de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan; Vlaggenmasten met een maximum van drie per bedrijf, afhankelijk van de grootte en inrichting van het terrein, bij voorkeur te plaatsen bij de ingang van het gebouw of het terrein. Geveldoeken met reclame: Het plaatsen van een geveldoek op een bedrijven- en kantorenlocatie is maximaal eens per jaar per pand voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twee maanden mogelijk. Indien zich meerdere bedrijven in een pand bevinden dienen deze in onderling overleg te bepalen of en op welke wijze zij de jaarlijks beschikbare ruimte voor geveldoek reclame benutten; Voor een geveldoek dat maximaal 30% van het geveloppervlak beslaat wordt bij de aanvraag voor een bouwvergunning geen welstandstoets uitgevoerd; Een geveldoek groter dan 30% wordt op welstand getoetst door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Indien de architectuur van het pand de combinatie met de reclame toelaat en het geveldoek voor het overige aan de welstandseisen voldoet wordt positief geadviseerd; In het geval van pandrenovatie zijn geveldoeken met reclame toegestaan die de gehele gevel bedekken. Na afronding van de werkzaamheden moet het geveldoek verwijderd worden. De reclame op het geveldoek hoeft géén rechtstreekse relatie te hebben met het te renoveren pand. Reclamefolie: Het plaatsen van een reclamefolie op een bedrijven- en kantorenlocatie is maximaal eens per jaar per pand voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twee maanden mogelijk. Indien zich meerdere bedrijven in een pand bevinden dienen deze in onderling overleg te bepalen of en op welke wijze zij de jaarlijks beschikbare ruimte voor reclamefolie benutten; Voor een reclamefolie die maximaal 30% van het licht-doorlatend oppervlak beslaat wordt bij de aanvraag voor een bouwvergunning geen welstandstoets uitgevoerd; Een reclamefolie groter dan 30% wordt op welstand getoetst door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Indien de architectuur van het pand de combinatie met de reclame toelaat en het geveldoek voor het overige aan de welstandseisen voldoet wordt positief geadviseerd; In het geval van pandrenovatie zijn reclamefolies niet toegestaan. Makelaarsborden: Ten aanzien van makelaarsborden op bedrijven- en kantorenlocaties: De borden hebben betrekking op openbare verkoping, aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; De opschriften en aankondigingen zijn niet verlicht en zijn niet aangebracht op of aan een onroerende zaak; Maximaal twee makelaarsborden per locatie; Slechts toegestaan op het perceel dat ter verkoop / verhuur aan wordt geboden; Slechts toegestaan gedurende aanbieding ter verkoop / verhuur; het bord dient zo spoedig mogelijk na de verkoop / verhuur van het aangebodene te worden verwijderd; 2 Maximale afmeting per bord 6 m .
pagina 43
Criteria voor woongebieden
Algemeen: Wanneer men zich aan onderstaande criteria houdt, is een reclamevergunning op basis van APV niet vereist. Ontheffing van de bouwvergunningplicht is niet mogelijk; Geen reclame-uitingen toegestaan m.u.v.: Een niet verlicht naambord bij vrije beroepen ter grootte van maximaal 50 x 50cm is vergunningvrij; Reclamezuiltjes op voorterrein maximaal 1,10 m hoog; Voor bedrijven, kantoren, hotels en winkels in woongebieden geldt dat voor alle overige reclame-uitingen goedkeuring van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is vereist.
Criteria voor het buitengebied
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Algemeen: Wanneer men zich aan onderstaande criteria houdt, is een reclamevergunning op basis van APV niet vereist. Ontheffing van de bouwvergunningplicht is niet mogelijk; Geen reclame-uitingen toegestaan m.u.v.: 2 onverlichte reclameborden per bedrijfsperceel met een maximale 2 oppervlakte van 1 m voor tijdelijke (seizoens)verkoop van eigen producten.
pagina 44
Criteria voor infrastructurele hoofdroutes
Algemeen: Binnen de gemeente Amstelveen vallen (delen van) de volgende wegen onder hoofdroutes: Rijksweg A9 (in verband met de toekomstige ondertunneling van de A9 kan reclame bij voorkeur geplaatst worden tussen de Amstel en de Beneluxbaan); Amsterdamseweg; Beneluxbaan; Bovenkerkerweg; Burgemeester Boersweg; Burgemeester Rijnderslaan; Groen van Prinstererlaan; Groenelaan; Handweg; Keizer Karelweg; Laan van de Helende Meesters; Oranjebaan; Spinnerij (entreedeel bedrijventerrein Legmeer). Saskia van Uylenburgweg; Sportlaan; Startbaan (ter hoogte van bedrijventerrein Bovenkerk); Zagerij (entreedeel bedrijventerrein Legmeer); Langs deze wegen is in principe ruimte voor toevoeging/uitbreiding van: Enkele reclamevitrines; Eén megavitrine; Reclame(mast) met een speciale vormgeving nabij Stadshart; Eén reclamemast (in de toekomst bij de Burgemeester Boersweg); Lichtmastreclame; Voor het toevoegen of uitbreiden van deze wordt verwezen naar de uitbreidingskaart in bijlage 2.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 45
Bronnenlijst
Schriftelijke bronnen Reclamebeleid in de openbare buitenruimte, 1998 Welstandsnota Stadshart Amstelveen, Welstandscriteria buitenruimte Grondwet Woningwet APV Monumentenwet Privaatrechtelijke contracten (JCDecaux, NPB, Suurland-Falkplan) Wals, 2000
Interviews Dhr Raadschelders – VAD Dhr Rijsterborgh – Rijsterborgh Makelaars Mw Hanssen – Ondernemersvereniging Amstelveen Dhr Buseman – Accountmanager Mw Zorge – Beleidsmedewerker Economische Zaken Mw de Kemp – Director (Foreign) Investment Dhr Hellendal – Wethouder Financiën Mw Tabak – Wethouder mobiliteit Dhr Groot – Wethouder economische zaken en werkgelegenheid Dhr Navis - Gemeentedirectie Dhr Schurink - Gemeentedirectie Mw van Hove – Hoofd Wijkbeheer Zuid Dhr van der Werf - Teamleider vergunningen en ontheffingen Mw Gahar – Juridisch adviseur Wijkbeheer Dhr van Teefelen - Handhaving
Digitale Bronnen www.amstelveen.nl
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 46
BIJLAGEN
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 47
Bijlage 1. Analyse beleid 1998 Pluspunten
Minpunten
Het huidige beleid voorkomt wildgroei. Duidelijke geografische indeling. Voor bepaalde reclamevormen is digitale informatie beschikbaar (gevel- en lichtmastreclame, stoepborden, uitstallingen en aanplakbiljetten). Het huidige beleid dekt veel verschillende reclame-uitingen.
+
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 48
Beleid is verouderd. Voor bepaalde reclame-uitingen is momenteel geen beleid geformuleerd. Uitvoering van beleid is soms inconsequent. Bijvoorbeeld m.b.t. verkeersveiligheid (er is wel reclame bij kruisingen en stoplichten). Voor veel vormen van reclame moet een vergunning worden aangevraagd. Er is geen éénloketfunctie voor het aanvragen van een vergunning ingevoerd. Specifieke toetsingscriteria voor het Stadshart zijn niet digitaal beschikbaar, bovendien is het onlogisch om onderscheid te maken tussen verschillende winkelgebieden. Er is momenteel in Amstelveen veel sprake van illegale reclame. Handhaving conform het oude beleid is complex en Intensief, deze verdient aanscherping; Ondernemers en winkeliers zijn niet goed op de hoogte van beleid. Voor een aanvraag moet vrij veel materiaal ingediend worden. De vergunningaanvraag duurt lang (maximaal 8 weken) en kost €97,50 (2007) / €67,- (2008). Toetsing aan subjectieve criteria m.b.t. welstand. Website verschaft geen informatie voor een aantal veel voorkomende reclame-uitingen (abri’s, mupi’s, vitrines). Tevens is het reclamebeleid niet online verkrijgbaar.
-
Bijlage 2. Mogelijke uitbreidingslocaties
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 49
Bijlage 3. Definities reclameniveaus Stadshart Niveau 1: Openbaar Reclame-uitingen en naamsaanduidingen aan gevels worden onderscheiden in de mate waarin de reclame of de mededeling haar invloed doet gelden op de openbare ruimte. Veelal is het verband met de gebouwtypologie direct te leggen.
1 2
3
Omvangrijke naamsaanduidingen, logo’s en tijdelijke manifestatieaankondigingen. Het betreft mededelingen die van veraf zichtbaar zijn en de functie van een gebouw onmiskenbaar duiden: Op grote warenhuizen, vrijstaand of als gebouw in het gevelbeeld afzonderlijk herkenbaar. V&D, Hema, C&A, Bijenkorf; Op gebouwencomplexen, de winkelcentra en passages van de Rembrandthof en de Binnenhof, waarvan de naamsaanduiding bij de toegang de gemeenschappelijke identiteit onderstreept en naamsaanduidingen van individuele ondernemers moet overstemmen; Op gebouwen met een culturele bestemming, de Cultuurstrip, het Cobramuseum. e
De naamsaanduiding of het logo bevindt zich op of boven de 2 verdieping van het gebouw. Hiervoor zal altijd een bouwaanvraag moeten worden ingediend en vanzelfsprekend een welstandstoets volgen. Banieren en vlaggen kondigen tijdelijke manifestaties aan en dienen na afloop hiervan te verdwijnen.
Niveau 2: Publiek Naamsaanduidingen en logo’s op gevels en luifels. Het betreft hier mededelingen die op kortere afstand, per straatdeel of pleindeel waarneembaar moeten zijn en dienen ter oriëntatie op een specifieke onderneming of openbaar toegankelijke functie. Ten opzichte van het karakteristieke en eenmalige van niveau 1 is op niveau 2 afstemming op de indeling van winkelpui en -luifel. De Rembrandtweg, de verlengde Rembrandtweg, de arcaden aan het Stadsplein, het vervoerscentrum, het Buitenplein, inclusief de gevels van de Binnenhof en V&D, de kantoorbebouwing aan het Handelsplein, inclusief de Parktoren, vallen onder deze categorie. Ook de bibliotheek behoort hiertoe. Dit openbare gebouw zal haar functie in een vanzelfsprekende architectonische expressie tonen. De naamsaanduiding kan op relatief bescheiden wijze bij de toegang een plaats krijgen.
Niveau 3: Specifieke aankondigingen, naamsaanduidingen en reclame Hiertoe behoort informatie in de vorm van aanbiedingen. Deze informatie dient aan de binnenzijde van de winkelpui geboden te worden en valt als zodanig buiten toetsing door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Informatieborden in de openbare ruimte vallen onder uitstallingen, waarvan de richtlijnen apart besproken worden.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 50
Bijlage 4. Ondersteunende illustraties
A)
De stedelijke ruimten van het Stadshart
B)
Niveau 1 en 2 reclame in het Stadshart
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 51
Niveau 3 reclame, entree kantoren Rembrandthof
C)
Voorbeeld reclame-uiting op Rembrandtweg. Transparante reclame op luifel Gebruik van standaard naambord Overige reclame achter pui
E)
Reclame-uitingen langs gevel Rembrandthof, naar niveau
F)
Niveau 3 reclame, winkels Rembrandthof
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
D)
pagina 52
G)
Rembrandthof, Naamaanduiding boven ingang
H) Voorbeeld van gesloten reclame
J)
I)
Binnenhof, Hemaplein
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 53
Doorsnee Rembrandtweg
K)
gevel verlengde Rembrandtweg-Oosthof
L)
C&A winkelstrip, verlengde Rembrandtweg
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 54
M) Rembrandthof, vrij in te delen puien tot 2.80m
O) Oostwand Stadspleinarcades
N) Voorbeeld transparante reclame Rembrandthof
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 55
P)
Gevel Oosthof
R)
Buitenplein; gebruik van standaarduithangbord
T)
Buitenplein
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Q) Niveau 1 reclame-uiting Cobra museum
S)
pagina 56
Buitenplein: 1) Naamsaanduiding boven entreeportaal: - transparante folie achter glas - losse letters voor/achter glas 2) Uithangborden: standaardborden 3) reclamezone: zone achter puit 600 mm, vanaf onderzijde verlicht
U)
Handelsplein, niveau 2 reclame naamsaanduiding kantoorbebouwing
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 57
Bijlage 5. Verslag brainstorm 22-01-2008 Aanwezigen: Frans Hellendall Joss Tabak Jan-Willem Groot Herman Navis Rein Schurink Tabitha van Hove Meerten van der Werf Ranoe Gahar Pieter van der Heijde Murielle Hermsen-Facon Gijs Foeken
Wethouder financiën Wethouder mobiliteit Wethouder economische zaken en werkgelegenheid Gemeentedirectie Gemeentedirectie Projectgroep Projectgroep Projectgroep Bureau Stedelijke Planning Bureau Stedelijke Planning Bureau Stedelijke Planning
Discussiepunten: 1.
Waar liggen de prioriteiten? Ruimtelijke kwaliteit Aan de hand van de discussie is een aantal aspecten genoemd. Deze aspecten zijn van belang bij de beoordeling van een reclame-uiting op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Feitelijk kwam dit pas naar voren tijdens de discussie omtrent poster 2, ‘wat is wenselijk en wat is niet wenselijk?’ Ruimtelijke kwaliteit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende criteria: Maatvoering. Hoe groot is de reclame-uiting in vergelijking met het object/gebouw waar het aan verbonden is? Locatie. Waar is de reclame-uiting gesitueerd? Kwantiteit. Hoeveel reclame-uitingen van een bepaald soort zijn er binnen de gemeente aanwezig? Periode/Tijdelijkheid. Hoe lang zal de reclame-uiting geplaatst worden? Boodschap. Heeft de reclame-uiting een directe relatie met de activiteiten in het bijbehorende gebouw?
Inkomsten De gemeente wil graag meer inkomsten genereren uit reclame. Dit houdt in dat er, deels, meer reclame-uitingen geplaatst zullen moeten worden. Het tempo waarmee dit gaat gebeuren moet niet te hoog zijn. Daarnaast is het ook mogelijk leges en precario te heffen. De grootste bron van inkomsten bestaat echter uit reclamevitrines (+/- € 70.000,- per jaar per vitrine) en lichtmastreclame (+/- € 650,- per jaar per bak). Met het plaatsen van meer reclame-uitingen rijst de vraag: waar ligt de grens? Reclame kan immers ten koste gaan van de ruimtelijke kwaliteit. Niet direct, want reclame kan ook een positief effect hebben op de gemeente. Maar er kan ook te veel reclame zijn. Echter, aan de hand van de scores bij poster 1 en de verdere discussie kan worden gesteld dat de ruimtelijke kwaliteit nog meer prioriteit verdient dan de inkomsten. Verkeersveiligheid scoort relatief laag. Dit heeft te maken met het feit dat men van mening is dat er zich op dit moment geen verkeeronveilige situatie voordoen binnen de gemeente. Er is wel reclame op of naast kruisingen, maar dit heeft volgens de groep geen negatieve effecten op de verkeersveiligheid. Wel wordt gesteld dat het reclamekarakter belangrijk is. Te lange reclame, of aanstootgevende en uitdagende reclame kan de aandacht van automobilisten te lang vasthouden waardoor verkeersonveiligheid zou kunnen ontstaan. Echter, hier gelden nationale regels voor en de risico’s zijn volgens de deelnemers al getackeld. Kort gezegd: verkeersveiligheid scoort laag omdat men van mening is dat er op dit moment geen verkeersonveilige situaties zijn. Dat wil niet zeggen dat dit onbelangrijk is. Voorbeeld Canon Midden 2006 werd de gemeente Amstelveen geconfronteerd met een aanvraag voor een reclamevergunning van Canon, dat op twee geveldelen grote doeken wilde ophangen met daarop reclame voor het eigen bedrijf. De
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 58
welstandscommissie had destijds bezwaar tegen deze reclame-uiting omdat de reclame afbreuk zou doen aan architectuur van het gebouw. Tijdens de discussie is de kwestie Canon meerdere malen voorbijgekomen. Over het algemeen is men het er tijdens de discussie over eens dat ‚wanneer dit soort grote reclame-uitingen mooi zijn, zij een toevoeging vormen voor de gemeente.‛ Het probleem schuilt in het ‘al dan niet mooi zijn’ van een reclame-uiting. Dit is immers subjectief. Wel is tijdens de discussie vastgesteld dat een reclame-uiting in de vorm van een geveldoek: esthetisch verantwoord moet zijn (kleurstelling, in harmonie met gevel en omgeving); verband moet hebben met het bedrijf; met een tijdelijk karakter de voorkeur heeft; binnen de gevellijnen moet passen. Het gebouw moet herkenbaar blijven; gebiedsgerichte eisen kent. Voor bedrijventerreinen gelden andere regels dan voor winkelgebieden; economisch belang moet hebben; de veiligheid in acht moet nemen; bij renovaties juist een aantrekkelijke optie is. Aan de hand van de eerder ter sprake gekomen toetsingscriteria voor ruimtelijke kwaliteit blijkt dat een dergelijke reclame-uiting in het huidige Amstelveen niet meer op voorhand ongewenst is.
2.
Wat is wenselijk, en wat niet? Het voorbeeld van Canon gaf al aan hoe er over diverse reclame-uitingen gedacht wordt. Indien een uiting mooi is, en een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente, is in principe alles wenselijk. Dit betekent dat geen enkele reclame-uiting op voorhand onwenselijk is. Wel kan er onderscheid worden gemaakt tussen uitingen die zonder meer wenselijk zijn en twijfelgevallen. Reclame-uitingen die wenselijk zijn: Telefooncellen, waarover reeds onderhandelingen zijn geweest met KPN, maar de gemeente vond het aanbod niet aantrekkelijk. Reclamezuilen, waarover volgens JCDecaux onderhandeld wordt over het plaatsen van één object, in het Stadshart. Reclamemast. Volgens dhr van der Werf zijn er reeds meerdere aanvragen voor een dergelijke reclame-uiting binnen gekomen. Vervolgens zijn er reclame-uitingen die zich tussen wenselijk en niet-wenselijk bevinden. Megavitrine. Grote vitrines, langs de (snel)weg, zijn niet gewenst. Echter, de vitrine linksonder wordt wel positief ervaren. Volgens JCDecaux wordt op dit moment al onderhandeld over de plaatsing van een dergelijke 18m2 grote vitrine bij een afrit van de A9. Stadsklok. Sommige deelnemers zijn positief, anderen negatief. Grootste negatieve punt lijkt vooral de toegevoegde waarde van een dergelijk object ‚aangezien iedereen een horloge heeft‛. Wel dient opgemerkt te worden dat als de gemeente instemt met de plaatsing van stadsklokken het aantal hiervan beperkt zal blijven. Gevelprojectie. Wordt voornamelijk positief ontvangen. Geveldoek. Het linkerplaatje is niet wenselijk. Over het rechter is men positief. Het rechter gebouw blijft duidelijk zichtbaar, de reclame heeft betrekking op het gebouw en is duidelijk van tijdelijke aard. Reclame-uitingen die niet wenselijk zijn: LCD scherm. Het getoonde voorbeeld bevindt zich op het Rembrandtplein in Amsterdam. Deze is beslist niet wenselijk. Echter, positief is men wel over LCD scherm op Schiphol. De criteria zoals genoemd onder het kopje ‚ruimtelijke kwaliteit‛ zijn in dat verband bepalend.
Belangrijkste conclusie van poster 2 is dat iedere reclame-uiting wenselijk kan zijn, mits voldaan wordt aan een aantal eisen. Deze eisen hangen samen met de eerder genoemde aspecten maatvoering, locatie(s), kwantiteit en tijdsduur.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 59
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 60
3.
Privaatrechtelijke contracten: De voorkeur van invulling gaan uit naar een combinatie van inkomsten en ‘voor wat hoort wat’. De uitspraak wordt gedaan dat de gemeente het liefst zoveel mogelijk taken en werkzaamheden uitbesteed. Dus onderhoud en opwaardering van de openbare ruimte dient zoveel mogelijk bij reclame-exploitanten te liggen. Ook wordt kenbaar gemaakt dat het onmogelijk is om één keuze te maken. De situatie mbt het te sluiten contract kan bij iedere reclamevorm anders liggen. Het is heel erg locatie- en reclamegebonden. Wat wenselijk is: De gemeente moet geen omkijken hebben naar vernieling en vervuiling van reclame-uitingen. Dus: ‘ontzorging’ van de gemeente. Profileren van Amstelveen als reclamestad Wil Amstelveen een stapje verder gaan dan andere gemeentes en meer ruimte bieden voor extremere reclame-uitingen? Dit zal dan stapje voor stapje moeten gaan. Er moet geen motto in de trant van ‘Amstelveen, de Reclamestad van Nederland’ moeten worden gebruikt, want dan jaag je inwoners tegen je in het harnas. Het zou op zich wel wenselijk zijn wanneer er ruimte is om te experimenteren. Hoe dan ook, Amstelveen is altijd terughoudend geweest mbt reclame. Het ontwikkelingstempo moet nu niet ineens omhoog.
4.
Uitvoering van beleid De voorkeur is uitgesproken voor handhaving (uitsterfbeleid) en maximale deregulering. Voor overgangsbeleid wil men het liefst handhaving gebruiken om eventuele ongewenste reclame-uitingen te verwijderen. Hieruit kan de conclusie worden opgemaakt dat men niet enthousiast is over het stimuleren van ondernemers aan de hand van financiële tegemoetkoming. ‚Handhaving vereist middelen.‛ Momenteel ligt er onvoldoende capaciteit en prioriteit bij de handhaving van reclamebeleid. Hierin zal geïnvesteerd moeten worden als de koers van handhaving gevolgd wordt. Voor toekomstig beleid richt de gemeente zich het liefst op maximale deregulering. Daarbij stelt de gemeente de kaders vast. Een mogelijkheid is om per deelgebied aan te geven wat wel is toegestaan. Indien ondernemers hieraan voldoen hoeven zij geen vergunning aan te vragen. Ook hier wil de gemeente, zo lijkt het, de interne werkzaamheden tot een minimum beperken. Opmerkingen: bij maximale deregulering is het uitermate belangrijk dat er veel energie wordt gestoken in de communicatie richting ondernemers en de handhaving. Daarnaast dient er ook veel voorwerk te worden gedaan bij het opstellen van nieuw beleid waarin rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige reclameontwikkelingen (of dit moet getackeld worden)
Conclusies Interessante en nuttige bijeenkomst geweest op basis waarvan algemene conclusies getrokken kunnen worden; Prioriteiten liggen voornamelijk bij ruimtelijke kwaliteit en economie/ondernemers; Ook inkomsten voor de gemeente is een zeer belangrijk aspect; Waar leggen we, mbt verschillende reclame-uitingen de grens? Aspecten die hierin een rol spelen zijn: de locatie, maatvoering, periode en kwantiteit) Wenselijk: zie poster; Uitvoering van beleid: koers is handhaving en maximale deregulering; Algemene doelstelling: versimpeling van het beleid.
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 61
Bijlage 6. Locatielijst potentiële vrijeplakplaatsen
Potentiële plakplaatsen die de gemeente kan aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Aan de zuidzijde van winkelcentrum Groenhof; Aan de zuidzijde van winkelcentrum Kostverlorenhof; Aan de oostzijde van winkelcentrum Westwijk; Aan de zuidzijde van winkelcentrum Bankrashof; Aan de oostzijde van winkelcentrum Middenhoven; Kruising tussen Lindelaan en Haagbeuklaan; Op voorplein van zwembad de Meerkamp; Ten noordwesten van winkelcentrum Waardhuizen; Ten westen van tramhalte Uilenstede; Kruising tussen Maalderij en Looierij; Handelsweg nabij eindhalte tram 5; Kruising tussen Meander en Thomas Cookstraat; Uilenstede, voor het cultuurcentrum Griffioen; Buitenplein; Op het plein nabij Rembrandtweg huisnr. 689; Groenelaan, bij ziekenhuis Amstelveen; Hoek Veenendaalplein / Kastanjelaan; Amsterdamseweg, tegenover de Molenweg; Hoek Den Bloeyenden Wijngaerdt / De Evenaar; Uilenstede tegenover huisnr. 2; Hoek Gerard Doulaan / Pieter Lastmanweg, bij het politiebureau. NB: De locaties 15 t/m 21 zijn bestaande locaties
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
pagina 62
Bijlage 7: Locatielijst Nuon-(PEN) huisjes
In de gemeente Amstelveen zijn momenteel de volgende Nuon-(PEN) huisjes met daaraan bevestigde reclame-uitingen aanwezig:
Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
BUREAU STEDELIJKE PLANNING
Locatie Beneluxbaan, bij ESSO tankstation Keizer Karelweg, nabij de Soerlaan Buitenplein Meander, ter hoogte van huisnr. 1 Gerard Doulaan, tegenover politiebureau Handelsweg, bij Japans restaurant Carmenlaan Montblanc, bij flat Jungfrau Alphen Rondweg Winkelcentrum Groenhof, naast ABN Amro Dr. Willem Dreesweg Poortwachter Binderij, tegenover Praxis Binderij, naast visboer Bouwerij, tegenover Quick Fit Uilenstede, nabij Sportcentrum Totaal
pagina 63
Frames 12 1 9 15 5 10 7 9 7 8 6 7 6 11 6 15 134
Nuon/KPN Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon Nuon KPN Nuon KPN Nuon