Belastingdienst Rivierenland / Kantoor Arnhem T.a.v. de heer J.P. Wullink Postbus 9007 6800 DJ ARNHEM
23 oktober 2012
Referentie: 010.045/NW/MR/121023 Betreft: Stichting Hogeschool Arnhem en Nijmegen (8108.76.395) / Stichting Fontys /Hogeschool Rotterdam: btw-gevolgen Automotive Centre of Expertise
Geachte heer Wullink, Enige tijd geleden heb ik met uw collega de heer E.J. Bos gesproken over de btw-gevolgen van de initiële samenwerking tussen de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, de Fontys Hogescholen en het Nederlandse Automotive bedrijfsleven. Door uiteenlopende omstandigheden is daarna het samenwerkingstraject aanzienlijk vertraagd. Inmiddels zijn alle interne onduidelijkheden opgelost, gaat de Hogeschool Rotterdam ook deelnemen en wordt de samenwerking geconcretiseerd. Aangezien de deelnemende partijen graag zekerheid willen verkrijgen over de btw-behandeling van de samenwerking in de vorm van het Automotive Centre of Expertice, leggen wij deze hierbij schriftelijk aan u voor. Volgens onze informatie is uw eenheid echter niet competent voor de Stichting Fontys en Hogeschool Rotterdam. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk om de hierna beschreven btw-gevolgen eveneens af te stemmen met de voor de Stichting Fontys competente inspecteur, mevrouw M. Smits (eenheid Oost-Brabant/kantoor Eindhoven, telnr.: 040-2921387) en de contactpersoon voor de Hogeschool Rotterdam, de heer R.G. van der Bijl (eenheid/Rijnmond/kantoor Rotterdam, telnr.: 010-2904711). Met de heer Van der Bijl is telefonisch afgesproken dat hij binnen de eenheid een geschikte collega zal achterhalen en zijn/haar naam zal doorgeven. 1.
Situatie
Initiële samenwerking De stichting Hogeschool Arnhem Nijmegen (hierna: de HAN), de stichting Fontys (hierna: Fontys), de AutomotiveNL BV (voorheen stichting Federatie Holland Automotive en hierna: AutomotiveNL) en de vereniging Focwa Carrosseriebouw (hierna: FOCWA) zijn een samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1) aangegaan inzake het Automotive Centre of Expertise (hierna: het ACE). Verder zijn de HAN en Fontys nog een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst aangegaan (bijlage 2).
1
De Hogeschool Rotterdam De Hogeschool Rotterdam (hierna: de HR) heeft inmiddels het ACE-initiatief ook omarmd en de intentie uitgesproken (bijlage 3) om vanaf 2015 officieel toe te treden tot de samenwerking. Tot 2015 wordt de HR als toehoorder bij de bestuursvergaderingen van het ACE toegelaten, mag zij nog voorbehouden maken en haar studenten naar het ACE sturen. Feitelijk zal de HR al in de jaren 2012/2013/2014 op dezelfde wijze participeren in het ACE als de andere twee Hogescholen. Deze jaren worden via een deelbegroting (tussen het ACE en de HR) inzichtelijk gemaakt. Platform Beta Techniek en businessplan Daarnaast is tevens de prestatieovereenkomst d.d. 14 juli 2011 tussen de HAN en het Platform Beta 1 Techniek (bijlage 4), alsmede het businessplan d.d. 8 december 2010 (bijlage 5) opgenomen. Met name het businessplan is voor alle partijen de basis en uitwerking van de samenwerking. Doel Doel van de samenwerking is om het ACE binnen vijf jaren te laten uitgroeien als het HBO kenniscentrum voor toegepast onderzoek en gespecialiseerd onderwijs op het gebied van High Tech mobiliteit binnen Nederland. Met het ACE verwachten partijen een substantiële bijdrage te leveren aan de verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van de uitstomende studenten. Tevens kan via het ACE een structuur worden gecreëerd gericht op open innovatie, ondernemerschap en kennisvalorisatie. Vormgeving samenwerking Partijen hebben er bewust voor gekozen om de samenwerking vorm te geven in een samenwerkingsovereenkomst. Er wordt derhalve geen aparte juridische entiteit opgericht voor het ACE. Wel treedt het ACE volledig zelfstandig en op eigen naam naar buiten toe op. Er is inmiddels een eigen logo, website (http://www.acemobility.nl/ace/), publicaties etc. Prestaties van het ACE Het ACE verricht de volgende prestaties: 1. 2. 3.
Voor de HAN, Fontys en de HR verzorgt zij producten en diensten (promotionele activiteiten) voor de instroom van nieuwe studenten; de e Voor de 3 en 4 jaars bachelor studenten van de HAN, Fontys en de HR verzorgt zij ‘Topopleidingspakketten’, minors, afstudeertrajecten, honoursprogramma’s en masters; Voor het MKB, grote bedrijven, kennisinstellingen en de overheid verzorgt zij cursussen en toegepast onderzoek.
Bij het uitvoeren van deze activiteiten heeft het ACE geen winstoogmerk.
1
Vaststelling prestatiecontract en toekenning investeringsbijdrage Automotive Centre of Expertise.
2
Inbreng en penvoerderschap Het ACE verricht deze activiteiten met het personeel en (administratieve) diensten, die via de Hogescholen worden ingebracht. Daarnaast bekostigt het ACE haar activiteiten met eigen bijdragen van partijen, subsidies en inkomsten uit haar zakelijke dienstverleningsactiviteiten. Het penvoerderschap van het ACE zal door de HAN worden vervuld. 2.
Btw-gevolgen
2.1.
Ondernemerschap
Het ACE gaat richting de Hogescholen en richting het bedrijfsleven prestaties tegen vergoeding verrichten. Nu het ACE hierbij volledig zelfstandig en op eigen naam naar buiten toe optreedt, kwalificeert de samenwerking daarmee als btw-ondernemer. 2.2.
Inbreng van partijen in het ACE
Inbreng door de HAN en Fontys De Hogescholen brengen op grond van de samenwerkingsovereenkomst in het ACE personeel, geld, 2 huisvesting en (administratieve) in. Uit Europese jurisprudentie volgt dat een dergelijke inbreng van arbeid en kapitaal niet als een prestatie, dan wel als een vergoeding voor een prestatie kan worden gezien. Deze inbreng is voor de btw dan ook niet relevant. Inbreng door HR Evenals de andere twee Hogescholen levert de HR zowel een personele (docenten) als een financiële bijdrage aan het ACE-programma. Op basis van de intentieovereenkomst brengt de HR feitelijk ook arbeid en kapitaal in. De participatie van de HR wijkt in de jaren 2012/2013/2014 materieel dan ook niet af van die van andere twee Hogescholen. De inbreng van de HR zou dan ook overeenkomstig de andere twee Hogescholen moeten worden behandeld. Op grond van de hiervoor aangehaalde Europese jurisprudentie kan de inbreng van HR hierdoor evenmin worden gezien als een prestatie, dan wel als een vergoeding voor een prestatie worden aangemerkt. Ook de inbreng van de HR is daarmee voor de btw niet relevant. Inbreng bedrijfsleven Zowel de AutomotiveNL als de FOCWA hebben geen fysieke of geldelijke inbreng, maar ondersteunen volledig het initiatief. Leden van zowel AutomotiveNL als FOCWA en andere bedrijven uit de Automotive branche hebben 3 een financiële bijdrage toegezegd . Het ACE verricht voor deze bijdragen echter een prestatie, zodat die bijdragen in principe btw-belast zijn (zie ‘prestaties aan bedrijfsleven’ hierna).
2
Wij verwijzen hierbij onder andere naar Hof van Justitie 27 januari 2000, Heerma, C-23/98 en Hof van Justitie 18 oktober 2007, Van der Steen, C-355/06 en Hof van Justitie 26 juni 2003, Kaphag, C-442/01. 3 Voor een overzicht verwijzen wij naar pagina 14 van het businessplan d.d. 8 december 2010.
3
2.3.
Prestaties van ACE aan partijen
Prestatie richting de HAN, Fontys en de HR De prestaties die het ACE richting de HAN, Fontys en de HR verricht, verricht zij in beginsel in het economisch verkeer. Aangezien de prestaties van ACE echter rechtstreeks nodig zijn voor de btwvrijgestelde onderwijsprestaties van de drie Hogescholen, zijn zij op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel u, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (‘de koepelvrijstelling’) btw-vrijgesteld. De koepelvrijstelling is van toepassing als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.
2.
3.
4.
Er moet sprake zijn van aangewezen diensten door een zelfstandige koepelorganisatie (i.c. het ACE) van deelnemers (i.c. de HAN , Fontys en de HR), die btw-vrijgestelde prestaties verrichten of prestaties verrichten waarvoor zij geen btw-ondernemer zijn. Hieraan wordt in casu voldaan nu het ACE een zelfstandige organisatie is en zij prestaties verricht ten behoeve van de onderwijsprestaties van de HAN, Fontys en de HR. De koepelorganisatie moet als doel hebben om diensten te verlenen, die rechtstreeks nodig zijn voor de uitoefening van de activiteiten van de leden. Hieraan wordt in casu voldaan nu de prestaties van ACE zien op verbeteringen van het onderwijs van de HAN, Fontys en de HR. De koepelorganisatie mag alleen terugbetaling van het aandeel in de gezamenlijke uitgaven vorderen. Het ACE beoogt geen winst en vraagt slechts terugbetaling van ieders deel in de gezamenlijke uitgaven. Hiermee wordt ook aan deze voorwaarde voor de vrijstelling voldaan. Er mag door de btw-vrijstelling geen ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen optreden. Door de toepassing van de koepelvrijstelling op de diensten van het ACE zal geen ernstige concurrentieverstoring optreden. Hiermee is ook aan de vierde en laatste voorwaarde van de koepelvrijstelling voldaan.
Vanzelfsprekend kan het ACE de inkoop-btw toerekenbaar aan deze btw-vrijgestelde prestaties niet in aftrek brengen. Prestaties aan bedrijfsleven Naast de prestaties voor de drie Hogescholen gaat het ACE prestaties tegen vergoeding verrichten voor het bedrijfsleven. Deze prestaties zijn btw-belast tegen het algemene tarief. Van zelfsprekend kan het ACE de inkoop-btw toerekenbaar aan de btw-belaste prestaties in aftrek brengen. 2.4.
Algemene bijdragen en subsidies
Naast de inbreng door de deelnemende partijen zal het ACE tevens diverse algemene bijdragen/subsidies ontvangen van diverse partijen. Het gaat hierbij om de volgende bijdragen van: a. b. c. d.
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (ministeriebijdrage); de provincie Gelderland (PG-bijdrage); de gemeente Arnhem (GA-bijdrage); gemeente Helmond/de provincie Noord-Brabant (GH/PNB -bijdrage).
Ad a) Ministeriebijdrage De verleende ministeriebijdrage bedraagt € 5.000.000 voor de periode 2011 tot en met 2015. Doel van deze investering is het tot stand brengen van een Centre of Expertise met de doelstellingen zoals
4
beschreven in de call for proposals uitvoering sectorinvesteringsplannen mbo en hbo van september 2010. Om in aanmerking te komen voor deze subsidie, heeft ACE een zogenoemd prestatiecontract 4 opgesteld . Hoewel de naam van dit contract anders doet vermoeden, wordt geen rechtstreeks aanwijsbare prestatie verricht aan de Ministeries. De doelen en bijbehorende KPI’s zien immers op eigen prestaties en doelstellingen van het ACE. Het ACE verricht dan ook geen prestatie aan de Ministeries en/of een derde waarvoor de bijdrage een vergoeding vormt, zodat btw-heffing niet aan 5 de orde is . Dat het ACE moet voldoen aan de door de Ministeries gestelde voorwaarden, doet daar niet aan af. Er is hierdoor namelijk nog steeds geen sprake van ge- of verbruik aan de zijde van de 6 Ministeries . Ad b) PG-bijdrage De provincie Gelderland verstrekt een eenmalige subsidie van maximaal € 200.000 voor het project 7 ACE . De subsidie is bestemd voor het verbeteren van de kwaliteit en kwantiteit van de uitstromende studenten door middel van gespecialiseerd onderwijs, hetgeen het ACE onder meer als doel heeft gesteld. Deze bijdrage ziet derhalve ook op een eigen prestatie en doelstelling van het ACE. De provincie stelt alleen voorwaarden aan de tijd en de op te leveren voortgangsrapportages. Het ACE verricht dan ook geen prestatie richting de provincie en/of een derde waarvoor de bijdrage een 8 vergoeding vormt, zodat btw-heffing niet aan de orde is . Ad c) GA-bijdrage Het ACE ontvangt van de gemeente Arnhem een subsidie van maximaal € 20.000 per jaar voor maximaal 5 jaar. De gemeente verstrekt deze subsidie ter ondersteuning van het project. De gemeente heeft daarbij overwogen dat het ACE bijdraagt aan doelstellingen die ook de gemeente nastreeft, zoals versterking van het technische innovatie- en arbeidsmarktklimaat rond schone 9 mobiliteit. De gemeente heeft aan de subsidie een aantal voorwaarden verbonden . Een groot deel van de voorwaarden zien op de eigen doelstellingen voor het ACE voor het eerste jaar. Daarnaast zal het ACE in haar communicatie moeten vermelden dat het project is mogelijk gemaakt met steun van de gemeente Arnhem. Deze subsidie kan eveneens worden gezien als een zuivere overheidsbijdrage, waarbij btw-heffing niet aan de orde is. Het ACE verricht immers geen prestatie richting de gemeente of een derde, 10 waarvoor de subsidie een vergoeding vormt .
4
Zie ‘Vaststelling prestatiecontract en toekenning investeringsbijdrage Automotive Centre of Expertise’ (bijlage 4). 5 Wij verwijzen voor de onderbouwing van onze conclusie naar Hoge Raad 20 februari 2009, nr. 41.209, BNB 2009/127. 6
Wij verwijzen daarbij naar HvJ 29 februari 1996, Mohr, C-215/94, r.o. 21 en 22 en HvJ 18 december 1997, Landboden Agrardienste, C-384/95, r.o. 23 en 24. 7 Zie subsidieaanvraag in het kader van het programma Sociaal Economisch Beleid, Projectnaam: Automotive Centre of Expertise (bijlage 6). 8 Voor de ondersteunende jurisprudentie verwijzen wij naar voetnoot 5 en 6. 9 Zie Subsidie HAN voor Automotive centre of expertise (bijlage 7). 10 Voor de ondersteunende jurisprudentie verwijzen wij naar voetnoot 5 en 6.
5
Ad d) GH-bijdrage De gemeente Helmond verleend het ACE een subsidie van maximaal € 300.000. De voorwaarden voor 11 deze subsidie zijn opgenomen in de brief van 24 augustus 2011 . Naast de algemene subsidievoorwaarden van de gemeente, zegt het ACE in deze beschikking toe dat het ACE wordt gehuisvest op de HTACampus (High Tech Automotive Campus). Deze campus wordt door de gemeente gezamenlijk met de Provincie Noord-Brabant ontwikkeld als kloppend hart van AutomotiveNL. Bij deze subsidie is ook sprake van een zuivere overheidsbijdrage, waarbij btw-heffing niet aan de orde is. Het ACE verricht immers geen prestatie richting de gemeente of een derde, waarvoor de 12 subsidie een vergoeding vormt . 3.
Afronding en verzoek
Graag horen wij of u, mevrouw Smits, de heer Van de Bijl en/of zijn collega zich kunnen vinden in bovenstaande btw-gevolgen van het ACE. Als u zich kunnen vinden in de door ons geschetste btwgevolgen, dan verzoeken wij vriendelijk om deze brief voor akkoord te ondertekenen en een kopie daarvan aan ons retour te zenden. Indien u en/of mevrouw Smits, de heer Van de Bijl en/of zijn collega zich hier echter niet of niet volledig in kunnen vinden, dan verzoeken wij u om contact met ons op te nemen, zodat wij onze zienswijze nader kunnen toelichten. Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Mocht u voorafgaande aan uw standpuntbepaling nog een nadere toelichting wensen en/of naar aanleiding van het voorgaande of anderszins nog vragen hebben, dan horen wij dat uiteraard graag. Met vriendelijke groet,
mr. M.A.J. Raafs / drs. N. van de Water
11 12
Zie bijlage: Doorbeschikking Samen Investeren Fase I (bijlage 8). Voor de ondersteunende jurisprudentie verwijzen wij naar voetnoot 5 en 6.
6
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Samenwerkingsovereenkomst HAN – Fontys – Bedrijfsleven van 5 september 2012 Samenwerkingsovereenkomst HAN – Fontys van 5 september 2012 Intentieverklaring ACE – Hogeschool Rotterdam Vaststelling prestatiecontract en toekenning investeringsbijdrage Automotive Centre of Expertise Businessplan d.d. 8 december 2010 Subsidie provincie Gelderland: Subsidie HAN voor Automotive centre of expertise Subsidie Gemeente Arnhem: Subsidie HAN Subsidie Gemeente Helmond: Doorbeschikking Samen Investeren Fase I
Behorende bij de brief van 23 oktober 2012 met kenmerk 010.045/NW/MR/121023 Voor akkoord Belastingdienst Rivierenland / kantoor Arnhem Namens deze,
De heer J.P. Wullink
Voor akkoord Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor Eindhoven Namens deze,
Mevrouw M. Smits
Voor akkoord Belastingdienst/Rijnmond/kantoor Rotterdam Namens deze,
De heer R.G. van der Bijl en/of collega
7