Businessplan 2015 & 2016 Centre of Expertise Healthy Ageing OCW-project 1 mei 2015
1
Inhoudsopgave 1
Samenvatting.......................................................................................................................................... 2
2
Inleiding ................................................................................................................................................. 5
3
2.1
Centre of Expertise Healthy Ageing ......................................................................................... 5
2.2
Positionering................................................................................................................................. 6
2.3
Waar staan we op dit moment? SWOT en midterm review ................................................ 6
2.4
Healthy Ageing Hanzehogeschool en het CoE HA................................................................ 7
Missie, visie en doelen ......................................................................................................................... 8 3.1
Aanleiding voor totstandkoming CoE HA .............................................................................. 8
3.2
Missie en visie .............................................................................................................................. 9
3.3
Doel.............................................................................................................................................. 10
3.4
Doelstellingen en prestatie indicatoren ................................................................................. 11
4
Inhoudelijke thema’s .......................................................................................................................... 13
5
Functies................................................................................................................................................. 16
6
Producten en diensten ....................................................................................................................... 17
7
6.1
Producten en diensten van het CoE HA voor partners ...................................................... 17
6.2
Producten en diensten uit de innovatiewerkplaatsen ......................................................... 18
6.3
Producten en diensten onderwijs ........................................................................................... 19
6.4
PR en communicatie ................................................................................................................. 19
Organisatie en governance ................................................................................................................. 20 7.1
8
Organisatie en besturing .......................................................................................................... 20
7.1.1
Sturingsplatform Healthy Ageing .................................................................................. 21
7.1.2
Adviesraad en beoordelingscommissie .......................................................................... 21
7.1.3
Besturing innovatiewerkplaatsen.................................................................................... 21
7.2
Partnerorganisaties..................................................................................................................... 22
7.3
Ondersteunende faciliteiten CoE HA ..................................................................................... 23
7.3.1
Business development ...................................................................................................... 24
7.3.2
Onderwijs, Leven lang leren en arbeid ......................................................................... 25
7.3.3
ICT & Technologie........................................................................................................... 25
Finance en control .............................................................................................................................. 25 8.1
Kosten & baten .......................................................................................................................... 26
8.2
(Co)Financiering ......................................................................................................................... 28
9
Risico-analyse ....................................................................................................................................... 29
10
Actieplannen 2015 & 2016 ................................................................................................................. 31
2
1 Samenvatting Voor u ligt een geactualiseerd businessplan van het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA). Het CoE HA is in januari 2013 van start gegaan. In de afgelopen twee jaar is het aantal partners gegroeid van 35 naar ruim 140 en heeft het CoE HA zich verder ontwikkeld als innovatieplatform. In samenspraak met de partners zijn een aantal keuzes gemaakt waardoor het oorspronkelijke businessplan niet meer actueel is. In verschillende documenten, waaronder de twee managementreviews (2013 en 2014) staan deze keuzes beschreven. De actualisering van het businessplan ondersteunt de ambitie om het CoE HA door te ontwikkelen tot duurzame PubliekPrivate samenwerking. Dit businessplan beschrijft de actuele situatie en de plannen voor de komende twee jaar. Het ministerie van OCW heeft vier miljoen euro subsidie toegekend aan het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA), voor duurzame publiek private samenwerking gericht op innovaties op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden. Het gaat daarbij niet alleen over ouderen en ziekte, maar vooral ook over gezond opgroeien, maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven. Het CoE HA heeft als doel om samen met het werkveld praktijkgerichte zorginnovaties te realiseren, door de opzet van circa vijfentwintig innovatiewerkplaatsen in Noord-Nederland. De vernieuwende structuur van een innovatiewerkplaats biedt werkveld, onderwijs en bedrijven vanuit allerlei vakgebieden de mogelijkheid samen aan de slag te gaan. Dat kan in de vorm van een netwerk, maar het kan ook een fysieke plek zijn: bij een bedrijf, een zorginstelling, op een laboratorium of een werkplek op een school. Op 1 januari 2013 is het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA) van start gegaan. Daarbij werkt de Hanzehogeschool Groningen (HG) samen met inmiddels ruim 140 partners. Dit betreft 18 kennisinstellingen/onderwijsinstellingen, waaronder het UMCG, NHL Hogeschool, Van Hall Larenstein, Stenden en de noordelijke ROC’s; 48 zorg- en welzijnsinstellingen (o.a. ziekenhuizen, Timpaan Groep, Tinten Welzijnsgroep, ZuidOostZorg Friesland, GGD/GGZ); 54 bedrijven (o.a. Ordina, Lode, VitalinQ); 9 netwerkorganisaties (o.a. HANNN en ZIF) en 13 regionale overheden. De Hanzehogeschool is penvoerder van het CoE HA en daarmee eindverantwoordelijk. Het CoE HA maakt onderdeel uit van de prestatieafspraken die de Hanzehogeschool Groningen heeft gemaakt met het ministerie van OCW. In totaal gaat het om 16 miljoen euro, inclusief de 4 miljoen subsidie van OCW. Het doel is dat er na de subsidieperiode een financieel en inhoudelijk duurzame publiek-private samenwerking is gerealiseerd. De organisatie van het CoE-HA bestaat uit een managementteam met ondersteuning en een netwerk van innovatiewerkplaatsen. Het management is verantwoordelijk voor het opzetten en onderhouden van een kwalitatief goed netwerk van innovatiewerkplaatsen en het sturen en bewaken van de resultaten en pi’s zoals die in het businessplan beschreven staan. Het management valt onder verantwoordelijkheid van de HG en de activiteiten in het CoE HA zijn nauw verbonden aan de overige HG activiteiten op HA op onderwijs, onderzoek en ondernemerschap. Per 1 september 2014 zijn alle aan Healthy Ageing gerelateerde activiteiten binnen de Hanzehogeschool ondergebracht bij het Hanzehogeschool Centre of Expertise Healthy Ageing. Op deze manier kan de veelheid aan Healthy Ageing activiteiten beter met elkaar worden verbonden op de driehoek onderzoek-onderwijs-ondernemerschap, zodat Healthy Ageing binnen de HG nog meer een geheel wordt, waarin publiek-private samenwerking centraal staat. Het al bestaande Centre of Expertise Healthy Ageing is opgenomen in dit geheel en wordt aangeduid als OCW project CoE HA. Om coördinatie en verbinding in het ‘HG CoE HA’ te borgen zijn portefeuillehouders benoemd, op de kernprocessen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap. Daarmee zijn er duidelijke aanspreekpunten voor kenniscentra, lectoraten en schools binnen de HG. Deze portefeuillehouders vormen, samen met de directeur van het OCW project CoE HA en samen met de leading dean Healthy Ageing, het sturingsplatform van het ‘HG CoE HA’. In het versterken van ondernemerschap/business development zit nog de grootste uitdaging en dit is de belangrijkste prioriteit voor het OCW-project CoE HA en de portefeuillehouder onder-
2
nemerschap, maar ook voor ontwikkelingen binnen het onderwijs en het onderzoek. De HG positioneert ‘ondernemerschap’ (o.a. in de zin van business development) als ondersteunende benadering van het strategisch zwaartepunt Healthy Ageing HG CoE HA. 1. In het voorjaar van 2014 is, evenals het jaar ervoor, een sterkte-zwakte analyse gemaakt van het CoE HA, met interne en externe stakeholders, onder voorzitterschap van het landelijke Platform Bèta Techniek, dat alle CoE’s begeleidt. In het analyserapport van het Platform Bèta techniek (mei 2014) staat onder meer: “Het centrum heeft in een zeer korte tijd veel van de grond weten te krijgen en een goed netwerk opgebouwd. Verschillende IWP’s hebben zeker de potentie om uit te groeien tot financieel zelfstandige publiek-private samenwerking.” “De overall conclusie is dat dit centrum (ook in vergelijking met andere centra) heel veel heeft weten te bereiken in korte tijd. Een indrukwekkend aantal IWP’s is gestart en een aantal van de IWP’s heeft al flinke stappen gezet.” “De uitdagingen voor de komende jaren zijn: sterkere positionering en profilering (inclusief duidelijke innovatievisie); focus op thema’s, cluster IWP’s; en versterken van ondernemerschap en business development” We konden ons vinden in de conclusies van het Platform Bèta Techniek en zijn trots op het vele dat in weinig tijd is bereikt. De verbeterpunten waren heel logisch en in de afgelopen maanden hebben we een aantal ontwikkelpunten opgepakt. Deze zijn beschreven in de Management Review van 26 juni 2014 die tot stand gekomen is in overleg met interne en externe stakeholders. In september 2014 heeft de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek de voortgang van het CoE HA beoordeeld. In haar advies aan de minister van OCW staat dat “het Centre of Expertise Healthy Ageing een solide basis heeft gelegd die voldoende vertrouwen biedt voor een duurzame financiële en inhoudelijk zelfstandige publiek-private(-publieke) samenwerking in 2016 en verder”. En: ”De commissie constateert dat er sprake is van een goede publiek-private samenwerking, met een organisatie die staat en is ingebed in een actief netwerk van gecommitteerde partners. De cofinanciering van partners ligt besloten in de uitvoering van activiteiten binnen de IWP’s en is aanzienlijk.” Uit gesprekken en uit analyses van o.a. Turner, die het CoE afgelopen maanden heeft geadviseerd, blijkt dat het succes van het CoE HA vooral het succes is van de IWP’s. Doel van het CoE is het realiseren van Publiek-Private Samenwerking. De innovatiewerkplaatsen spelen hierin een belangrijke rol en we zullen deze komende tijd verder optimaliseren. Succesfactoren van de IWP’s zijn: - Versnelde coalitievorming tussen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap/bedrijven - De drive om snel tot tastbare innovatieresultaten te komen (ook op de markt lanceerbare producten en diensten) - Netwerkpartners mede aan het stuur; zij zijn dus mede-eigenaars van de koers van de IWP’s waar zij bij betrokken zijn. Natuurlijk zijn er ook nog ontwikkelpunten en uitdagingen. De belangrijkste zijn: verdere versterking van de inbreng van bedrijven en van business development; het realiseren van een duurzame Publiek-Private Samenwerking door een realistisch verdienmodel voor na de subsidieperiode; het sturen op concrete resultaten en producten.
1
Het in dit businessplan genoemde CoE HA wordt sindsdien binnen de Hanzehogeschool zelf het ‘OCW-project CoE HA’ genoemd. In dit businessplan wordt echter gesproken van het CoE HA. Dit betreft dus het OCW project CoE HA en niet alle HG activiteiten die vallen onder het HG CoE HA. Er is voor gekozen om de naam CoE HA te handhaven in dit document omdat dit de oorspronkelijke naam is waaronder het CoE HA bekend is bij zowel de subsidiegever als de partners. Opdracht van OCW is dat er na afloop van de subsidieperiode een duurzame Publiek-private Samenwerking ontstaat.
3
In de komende twee jaar richt het CoE zich op het realiseren van een duurzame Publiek-Private Samenwerking. Belangrijkste actiepunten daarbij zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Versterken ondernemerschap en business development Kosten en baten en verdienmodel Sterker sturen op resultaten Continu ongeveer 25 innovatiewerkplaatsen actief Kennisdeling Positionering en profilering Sterkere verbinding HG Netwerk van actieve partners
4
2 Inleiding Voor u ligt een geactualiseerd businessplan van het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA). Het CoE HA is in januari 2013 van start gegaan. In de afgelopen twee jaar is het aantal partners gegroeid van 35 naar 140 en heeft het CoE HA zich verder ontwikkeld als innovatieplatform. In samenspraak met de partners zijn een aantal keuzes gemaakt waardoor het oorspronkelijke businessplan niet meer actueel is. In verschillende documenten, waaronder de twee managementreviews (2013 en 2014) staan deze keuzes beschreven. De actualisering van het businessplan ondersteunt de ambitie om het CoE HA door te ontwikkelen tot duurzame PubliekPrivate samenwerking. Dit businessplan beschrijft de actuele situatie en de plannen voor de komende twee jaar. In de eerste hoofdstukken is de actuele situatie beschreven, inclusief de aangescherpte missie en visie, en een uitgebreidere beschrijving van producten en diensten en van ondersteunende faciliteiten. In het laatste hoofdstuk zijn de plannen voor de komende twee jaar kort beschreven. Deze zullen verder worden uitgewerkt in het jaarplan 2015-2016. Het businessplan is bedoeld voor de partners van het CoE HA, de subsidieverstrekker en overige belangstellenden. Het businessplan is geschreven vanuit de Hanzehogeschool als penvoerder en eindverantwoordelijke van het CoE HA. In een aantal teksten ligt daardoor een relatief groot accent op de inbreng vanuit de Hanzehogeschool, echter in het ontwikkelen van concrete activiteiten en het maken van inhoudelijke keuzes hebben alle partners een rol. De conceptversie is op 28 november in de Adviesraad van het CoE HA besproken en in december in het sturingsplatform HG CoE HA. Tevens is het concept voorgelegd aan de beoordelingscommissie en een aantal van de betrokken deans, lectoren en trekkers van IWP’s. Tevens wordt het businessplan naast de roadmaps gelegd die binnen de HG geschreven worden voor Healthy Ageing onderwijs, onderzoek en ondernemerschap en wordt gekeken waar beide elkaar kunnen versterken. 2.1
Centre of Expertise Healthy Ageing
Het Centre of Expertise Healthy Ageing is één van ruim twintig Centres of Expertise die zijn ingericht in Nederland rond thema's die gelden als belangrijke (inter)nationale speerpunten. Het CoE HA richt zich op de maatschappelijke en economische uitdagingen in de zorg- en welzijnssector. Deze sector heeft te maken met vergrijzing, ontgroening, individualisering en technologische innovaties. Door o.a. de vergrijzing stijgen de zorgkosten enorm. Voor Noord-Nederland geldt daarnaast dat in de ‘krimpgebieden’ de kwaliteit van zorg nog extra onder druk staat. In Nederland is het CoE HA het enige Centre of Expertise dat zich richt op Zorg en Welzijn. In de voorbereidingsfase van het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA) is in nauwe samenwerking met bedrijven, zorg- en welzijnsinstellingen en onderwijs- en kennisinstellingen een businessplan geschreven. Dit businessplan is in juni 2012 ingediend bij OCW. Eind 2012 heeft het ministerie van OCW besloten vier miljoen euro subsidie toe te kennen aan het nieuwe CoE HA, voor duurzame publiek-private samenwerking gericht op innovaties op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden. Op 1 januari 2013 is het CoE HA van start gegaan. Daarbij werkt de Hanzehogeschool Groningen (HG) inmiddels samen met ruim 140 partners, waarvan er 131 actief betrokken zijn in de innovatiewerkplaatsen. Tot de partners behoren de vier noordelijke hogescholen, vijf ROC’s, RUG en UMCG, en ruim 45 zorg- & welzijnsinstellingen, 49 bedrijven, 9 netwerkorganisaties en 13 regionale overheden (provincies en gemeenten en gerelateerde organisaties). 2De Hanzehogeschool is penvoerder van het CoE HA en daarmee eindverantwoordelijk. In totaal gaat het om 16 miljoen euro, inclusief de 4 miljoen subsidie. Het CoE HA maakt onderdeel uit van de prestatieafspraken die de Hanzehogeschool Groningen heeft gemaakt met het Ministerie van OCW. Binnen de Hanzehogeschool Groningen is Healthy 2
We spreken van bedrijven als we organisaties in de commerciële private sector bedoelen. Daarnaast zijn er zorg- en welzijnsinstellingen en kennisinstellingen betrokken als partner bij het CoE HA.
5
Ageing een van de zwaartepunten. Dit wordt meer en meer zichtbaar in het onderwijs, onderzoek en ondernemerschap bij de HG. 2.2
Positionering
In Noord-Nederland zijn meerdere netwerken actief op het terrein van Healthy Ageing. Door het HANNN, ZIF, UMCG en andere organisaties wordt het CoE HA beschouwd als een waardevolle toevoeging aan het netwerk. Het CoE HA is een duidelijk herkenbare organisatie die zich van andere initiatieven in NoordNederland onderscheidt door de samenwerking tussen onderzoek, onderwijs, bedrijven en instellingen met de nadruk op praktijkgerichte innovaties. Het CoE HA kenmerkt zich onder meer door het grote aandeel praktijkgericht onderzoek en de sterke betrokkenheid van studenten. Door de gekozen opzet met innovatiewerkplaatsen met een grote in kind bijdrage van de partners heeft het CoE HA een grote uitvoeringscapaciteit. Bovendien is er door de aanwezigheid van de onderwijsinstellingen een directe lijn naar het opleiden van professionals. Tijdens de sterkte-zwakte analyse in april 2014 is door de partners aangegeven dat het CoE HA inmiddels goed bekend staat in het werkveld. Partners zien duidelijk de meerwaarde van de innovatiewerkplaatsen. Dit blijkt onder meer uit de grote belangstelling voor deelname aan de innovatiewerkplaatsen en het aantal aanvragen. Ook wordt het CoE HA steeds vaker benaderd met vragen van andere geïnteresseerden, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Het CoE HA draagt door de gekozen opzet bij aan verdere versterking van het noordelijke speerpunt Healthy Ageing, het sluit aan bij de Top sector Life Sciences and Health (LSH) en het biedt kansen voor vergroten van de economische bedrijvigheid. Noord-Nederland onderscheidt zich door de focus op preventie, participatie en een gezonde leefstijl van jong tot oud. Op 1 juli 2013 is Noord-Nederland in Brussel door het European Innovation Partnership on Active and Healthy Ageing uitgeroepen tot een van de top drie voorbeeldregio’s in Europa op het gebied van Active & Healthy Ageing. De Human Capital Agenda van de topsector Life Sciences & Health vraagt om nieuwe opleidingen voor specialismen in de gezondheidstechnologie, een goede inbedding van gezondheidstechnologie in de curricula van de overige opleidingen, intensieve samenwerking tussen moderne gezondheidszorgpraktijken, bedrijfsleven en opleidingen en het verbeteren van de aantrekkelijkheid van de sector, de opleidingen en het werken in de zorg. Het CoE HA is betrokken bij het actualiseren van deze Human Capital Agenda. Ook is er een sterke verbinding met Europa. De Europese Unie heeft Healthy Ageing benoemd als een van de ‘grand societal challenges’ van de komende periode, en de noordelijke partners sluiten daarom aan op het European Innovation Partnership on Active and Healthy Ageing. De prioriteiten die door het EIP AHA zijn vastgesteld gaan doorwerken in de onderzoeksprogramma’s onder Horizon 2020. Daar speelt het CoE HA op in. Diverse partners van het HANNN hebben al veel ervaring met Europese onderzoek- en innovatieprojecten op dit terrein en door de bundeling van expertise en menskracht zal dit CoE Zorg HA nog beter in staat zijn om zorg te innoveren in de dagelijkse praktijk en de oplossingen te implementeren en op te schalen naar Nederlandse en Europese toepassing. Het CoE HA zal binnen Noord-Nederland haar positie komende jaren verder versterken. Ook op landelijk en internationaal niveau wil het CoE HA een belangrijkere rol gaan vervullen op het terrein van Healthy Ageing. Waar mogelijk haken we aan bij Europese ontwikkelingen. Om de positie te versterken zal verbinding gezocht worden met relevante spelers op zowel het nationale als het internationale veld. Een nationaal en een internationaal netwerk helpt bij het bevorderen van de naamsbekendheid van het CoE HA en bij het realiseren van informatieuitwisseling en samenwerking met andere organisaties. Dit is van belang voor het realiseren van de doelstellingen van het CoE HA en helpt bij de verdere opschaling van innovatieve CoE HA ideeën en projecten. 2.3
Waar staan we op dit moment? SWOT en midterm review
In 2014 heeft het management van het CoE HA ervoor gekozen om ter voorbereiding op de midterm review een sterkte-zwakte analyse te maken van de actuele stand van zaken bij het CoE HA, in samenwerking met het Platform Bèta Techniek. In het voorjaar van 2014 hebben, ter
6
voorbereiding hiervan, experts van het Platform 9 telefonische interviews afgenomen bij vertegenwoordigers van de onderwijspartners, de zorgpartners, de bedrijfspartners en bij de directeur van het CoE. Op basis hiervan is een conceptanalyse gemaakt door het Platform. Deze analyse is op 22 april besproken tijdens een bijeenkomst met elf externe partners en een aantal vertegenwoordigers van de Hanzehogeschool. In het analyserapport van het Platform Bèta techniek (mei 2014) staat onder meer: “Het centrum heeft in een zeer korte tijd veel van de grond weten te krijgen en een goed netwerk opgebouwd. Verschillende IWP’s hebben zeker de potentie om uit te groeien tot financieel zelfstandige publiek-private samenwerking.” “De overall conclusie is dat dit centrum (ook in vergelijking met andere centra) heel veel heeft weten te bereiken in korte tijd. Een indrukwekkend aantal IWP’s is gestart en een aantal van de IWP’s heeft al flinke stappen gezet.” “De uitdagingen voor de komende jaren zijn: sterkere positionering en profilering (inclusief duidelijke innovatievisie); focus op thema’s, cluster IWP’s; en versterken van ondernemerschap en business development” We konden ons vinden in de conclusies van het Platform Bèta Techniek en zijn trots op het vele dat in weinig tijd is bereikt. De verbeterpunten waren heel logisch en in de afgelopen maanden hebben we een aantal ontwikkelpunten opgepakt. Deze zijn beschreven in de Management Review van 26 juni 2014, die tot stand gekomen is in overleg met interne en externe stakeholders. In september 2014 heeft de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek de voortgang van het CoE HA beoordeeld. In haar advies aan de minister van OCW staat dat “het Centre of Expertise Healthy Ageing een solide basis heeft gelegd die voldoende vertrouwen biedt voor een duurzame financiële en inhoudelijk zelfstandige publiek-private(-publieke) samenwerking in 2016 en verder”. En: ”De commissie constateert dat er sprake is van een goede publiek-private samenwerking, met een organisatie die staat en is ingebed in een actief netwerk van gecommitteerde partners. De cofinanciering van partners ligt besloten in de uitvoering van activiteiten binnen de IWP’s en is aanzienlijk.” Uit gesprekken en uit analyses van o.a. Turner die het CoE afgelopen maanden heeft geadviseerd, blijkt dat het succes van het CoE HA vooral het succes is van de IWP’s. Doel van het CoE is het realiseren van Publiek-Private Samenwerking. De innovatiewerkplaatsen spelen hierin een belangrijke rol en we zullen deze komende tijd verder optimaliseren. Succesfactoren van de IWP’s zijn: - Versnelde coalitievorming tussen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap/bedrijven - De drive om snel tot tastbare innovatieresultaten te komen (ook op de markt lanceerbare producten en diensten) - Netwerkpartners mede aan het stuur; zij zijn dus mede-eigenaars van de IWP’s waar zij bij betrokken zijn. In par. 7.3.1 werken we dit verder uit. 2.4
Healthy Ageing Hanzehogeschool en het CoE HA
De HG is penvoerder van het CoE HA en daarmee eindverantwoordelijk. De activiteiten in het CoE HA zijn nauw verbonden aan de overige HG activiteiten op HA. Vanaf september 2014 maken alle HA activiteiten van de HG deel uit van het ‘Hanzehogeschool Centre of Expertise Healthy Ageing’ (HG CoE HA). Het in dit businessplan genoemde CoE HA wordt sindsdien binnen de Hanzehogeschool zelf het ‘OCW-project CoE HA’ genoemd. In dit businessplan wordt echter gesproken van het CoE HA. Dit betreft dus het OCW project CoE HA en niet alle HG activiteiten die vallen onder het HG CoE HA. Er is voor gekozen om de naam CoE HA te handhaven in dit document, omdat dit de oorspronkelijke naam is waaronder het CoE HA bekend is bij zowel de subsidiegever als de partners. Per 1 september 2014 zijn alle aan Healthy Ageing gerelateerde activiteiten binnen de Hanzehogeschool ondergebracht bij het Hanzehogeschool Centre of Expertise Healthy Ageing. Op deze manier kan de veelheid aan Healthy Ageing activiteiten beter met elkaar worden verbonden op de driehoek onderzoek-onderwijs-ondernemerschap, zodat Healthy Ageing binnen de HG nog
7
meer een geheel wordt waarin publiek-private samenwerking centraal staat. Het al bestaande Centre of Expertise Healthy Ageing is opgenomen in dit geheel en wordt aangeduid als OCW project CoE HA. Om coördinatie en verbinding in het ‘HG CoE HA’ te borgen zijn portefeuillehouders benoemd, op de kernprocessen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap. Daarmee zijn er duidelijke aanspreekpunten voor kenniscentra, lectoraten en schools binnen de HG. Deze portefeuillehouders vormen, samen met de directeur van het OCW project CoE HA en samen met de leading dean Healthy Ageing, het sturingsplatform van het ‘HG CoE HA’. In het versterken van ondernemerschap/business development zit nog de grootste uitdaging en dit is de belangrijkste prioriteit voor het OCW-project CoE HA en de portefeuillehouder ondernemerschap, maar ook voor ontwikkelingen binnen het onderwijs en het onderzoek. De HG positioneert ‘ondernemerschap’ (o.a. in de zin van business development) als ondersteunende benadering van het strategisch zwaartepunt Healthy Ageing HG CoE HA, ook op onderzoek omdat de ‘’ bedrijvenkant’ in de regionale en internationale subsidies steeds belangrijker wordt. Door deze sterkere sturing op HA kan de HG zich nog sterker verbinden met de regio en een grotere rol spelen op het Europese toneel, dat alles in overleg en nauwe samenwerking met externe partners.
3 Missie, visie en doelen 3.1
Aanleiding voor totstandkoming CoE HA
In het oorspronkelijke businessplan van het CoE HA wordt verwezen naar de Beleidsagenda 2012 van VWS. Daar staat de maatschappelijke opgave om de zorg anders, beter en toekomstbestendig te organiseren, zodat de zorg ook in de toekomst gezond en betaalbaar blijft. Door vergrijzing en technologische ontwikkelingen neemt de vraag naar zorg de komende jaren verder toe. We leven langer en we kunnen meer ziektes of afwijkingen eerder diagnosticeren en behandelen. Er is een toename van het aantal chronisch zieken en er zijn steeds meer kwetsbare groepen die behoefte hebben aan zorg. Voorbeelden hiervan zijn mensen die door een ongezonde leefstijl fysieke én psychische beperkingen krijgen en ouderen die door fysieke problemen meer en meer geïsoleerd raken en daardoor psychische problemen krijgen. Zeker voor ouderen geldt dat hun mate van zelfstandig kunnen functioneren en de wijze waarop zij deel uitmaken van een sociale omgeving, bijdraagt aan hun welzijn. Niet alleen ouderen hebben meer zorg nodig. Dit geldt ook voor de jeugd. De gezondheidsproblematiek van jongeren neemt door hun ongezonde leefstijl steeds meer toe, met name bij kwetsbare groepen met een lage Sociaal Economische Status (SES). Investeren in Healthy Ageing – gezond en actief ouder worden - levert aanzienlijke maatschappelijke en economische baten op. De huidige zorg- en welzijnsaanpak wordt te duur en leidt tot maatschappelijke en economische schade3. Er moeten oplossingen gevonden worden die tegemoet komen aan het beheersen van de zorguitgaven. Oplossingen moeten bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van leven en zorg. Ze moeten de zorg toegankelijker maken, rekening houdend met het feit dat de burger zich meer manifesteert als een kritische zorgconsument die op basis van informatie eigen keuzes maakt. De burger als ‘afnemer‘ maakt o.a. via patiëntenorganisaties duidelijk hoe ze de toekomstige zorg ziet. De burger is daarmee een actieve participant in dit proces. Er ontstaan nieuwe burgerinitiatieven en zorgcoöperaties. Zorg- en welzijnsinstellingen, welzijnsinstellingen en bedrijven zijn hier al heel actief mee bezig. Ze stellen zich de vraag hoe de toekomstige zorg er uitziet. Met hen zal de burger als (zorg)gebruiker, als mondige deelnemer in het proces, meedenken, meepraten en vormgeven aan de zorg van de toekomst. Hoe verbeteren we toekomstige zorgprocessen, wat zijn de kenmerken van de nieuwe zorgpraktijk en de nieuwe zorgprofessional, hoe komen we tot een meer vraag 3
Gezond en actief ouder worden, Marc Pomp, UMCG, november 2011
8
gestuurde en beter geïntegreerde zorgverlening, op welke wijze kunnen we gebruik maken van nieuwe technologieën? Daarnaast leven er vragen over het wonen (van ouderen) in de toekomst. Wat zijn de kenmerken van het nieuwe woon- en zorgconcept? Hoe verloopt het monitoren van chronisch zieken die thuis wonen, hoe kunnen mensen thuis meer aan zelfdiagnostiek doen, welke technische hulpmiddelen zijn nodig en hoe kunnen die het beste worden gebruikt? Op welke wijze wordt de oudere ondersteund door activiteiten ingezet vanuit de welzijnsorganisaties die de eenzaamheid van deze leeftijdsgroep beperken? Hoe kunnen ouderen gezond blijven eten, welke sociale leefvormen helpen hierbij? Cruciaal daarbij is hoe we (aspirant) professionals in zorg en welzijn, het welzijn, de educatie en de sport zo kunnen toerusten, dat zij optimaal bijdragen aan gezondheid en participatie in de hele levenscyclus van mensen. Allemaal vragen waar het CoE HA een belangrijke rol bij kan vervullen door de zorginnovatie in de praktijk te laten plaatsvinden, de kennis daaruit te oogsten voor nieuw en beter onderwijs in wo, mbo en hbo en voor nieuwe praktische toepassingen en nieuwe commerciële producten en diensten. 3.2
Missie en visie
Missie en visie zijn in 2014 aangescherpt. Ze kunnen worden samengevat in de slogan: Gezond actief ouder worden doen we samen. Missie: Het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA) is een netwerkorganisatie van bedrijven, zorg- en welzijnsinstellingen, onderwijs- en kennisinstellingen, die gezamenlijk praktische innovatie van zorg en welzijn bewerkstelligen en kennis daarover ontwikkelen voor nieuw en beter onderwijs. Het CoE HA draagt door nieuwe producten en nieuwe markttoepassingen van bestaande producten, dienstverlening aan bedrijven en instellingen bij aan • vergroting van gezondheid en welzijn en participatie van burgers (jong en oud) • de verbetering van de beroepspraktijk, en • aan versterking van de economie. Visie: Het CoE HA is in 2016 een duurzaam en toekomstbestendig netwerk waarin partijen samenwerken aan praktijkgerichte vragen en innovaties in zorg en welzijn. Het CoE HA is financieel gezond en draait vanaf 2016 zonder subsidie. In het CoE HA is sprake van publiek-private samenwerking op het terrein van active and healthy ageing. Ondernemers, wetenschappers, docenten en studenten werken in multidisciplinair verband samen aan onderzoek, innovatie en het bevorderen van de kwaliteit van onderwijs. Het CoE HA initieert nieuwe activiteiten, verbindt partners, biedt ondersteuning en borgt de kwaliteit. Om innovaties met maatschappelijke en/of economische meerwaarde succesvol op de markt te brengen biedt het CoE HA ondersteuning op business development, eHealth/technologie en onderwijs/opleiden van professionals. (Top)onderwijs, toegepast onderzoek, innovaties in zorg en welzijn en om-, bij- en nascholing zijn nauw aan elkaar gelieerd. Op deze wijze bieden de beroepspraktijk van zorg en welzijn, bedrijven en onderwijsinstellingen samen toegevoegde waarde aan onderwijs, onderzoek, business en human capital op het gebied van healthy ageing. Het CoE HA richt zich op het realiseren van praktijkgerichte innovatie. Dit betreft het verbeteren en doorontwikkelen van bestaande producten, diensten en onderwijs en het implementeren van innovaties in de praktijk. We sturen op innovaties die zodanig worden ontwikkeld, dat ze reproduceerbaar en opschaalbaar zijn. Er is een relatief grote kans van slagen door het optimaal benutten van bestaande expertise. Daarnaast wil het CoE HA enkele disruptieve innovaties realiseren, met geheel nieuwe diensten en producten. Innovatie vindt plaats vanuit de innovatiewerkplaatsen, dicht bij de zorg- en welzijnsinstellingen, de bedrijven, de professionals èn dicht bij en met de burger. Het CoE start met bestaande vragen en initiatieven van onze partners, deelnemende bedrijven, zorg- en welzijnsinstellingen. Deze initiatieven zijn nu nog vaak kleinschalig en hebben nog niet de kracht om tot een grootschalige oplossing uit te groeien. Dat blijkt uit evaluatie van eerdere innovatieprojecten. Ook succesvolle pilots bloeden vaak dood omdat geen van de betrokken partijen de massa heeft om de pilotresultaten op te schalen en te implementeren. In de innovatieketen van kennisontwikke-
9
ling tot en met succesvolle marktintroductie hapert de overdracht en samenwerking tussen de verschillende spelers. Bedrijven kunnen de vereiste nieuwe kennis niet vinden, onderzoek- en onderwijsinstellingen kunnen de weg naar de markt niet vinden. Zorginstellingen kunnen elkaar niet vinden waar het gaat om de vernieuwing van de werkvormen. Mede daardoor is er te weinig multidisciplinaire samenwerking tussen zorg en welzijnsinstellingen, bedrijven, onderzoekers en onderwijs. Daardoor zijn de resultaten niet alleen te kleinschalig, maar ook te disciplinegebonden en te weinig ‘integraal’. Hierin maakt het CoE HA het verschil. Het CoE HA vult deze lacune op door deze lokale initiatieven te laten groeien en op te schalen naar een implementatie op regionaal en (inter)nationaal niveau. Daartoe is een netwerk van innovatiewerkplaatsen ingericht, waarbinnen de nu nog vaak ontbrekende focus, massa en synergie wél mogelijk is en resultaat geboekt kan worden met de innovatie van de zorg- en welzijnspraktijk. Een netwerk bovendien dat de snijvlakken van verschillende disciplines benut. Door deze werkwijze realiseert het CoE HA zowel economische opbrengsten als maatschappelijke opbrengsten.
3.3
Doel
Op basis van de aangescherpte missie en visie is voor het CoE HA het volgende hoofddoel geformuleerd: Na vier jaar is het CoE HA een duurzaam ecosysteem voor publiek-private samenwerking. Het is een innovatieplatform met 25 innovatiewerkplaatsen, waar tientallen praktijkgerichte onderzoeken en implementaties van nieuwe zorg- en preventie-oplossingen plaatsvinden en waar op de markt lanceerbare producten worden ontwikkeld. Het CoE HA schaalt de resultaten op naar landelijke en eventueel internationale toepassing en zorgt voor inbedding in nieuw en verbeterd onderwijs. Zoals aangegeven in het oorspronkelijke businessplan (2012) levert het CoE HA met dit doel een bijdrage aan de nationale doelstellingen (VWS agenda): • Reductie van het beroep op professionele zorgkosten door burgers langer gezond thuis te laten wonen • Verhoging van de arbeidsparticipatie van burgers • Verhoging van de maatschappelijke participatie van burgers • Voldoende en goed opgeleid personeel • Zorgverleners worden goed en op de juiste plek ingezet De bijdrage van het CoE-HA aan de realisatie van de bovengenoemde doelstellingen komt onder andere tot uiting in: • Het ontwikkelen van een netwerk van innovatiewerkplaatsen; • Het initiëren en uitvoeren van praktijkgerichte onderzoeksprojecten (multidisciplinair); • Het stimuleren en ondersteunen van onderwijsontwikkeling;
10
• • •
Het, tezamen met bedrijven, kennis naar de markt brengen; Het geven van informatie en voorlichting aan professionals en burgers; Het vertalen van lokale oplossingen naar landelijke en internationale toepassingen. Dit doen we op thema’s als: ouderen langer thuis laten wonen met inzet ICT; preventie; extramuralisering; langer gezond doorwerken; en leefstijl, voeding en bewegen. 3.4
Doelstellingen en prestatie indicatoren
Het hoofddoel is uitgewerkt in subdoelstellingen en prestatie indicatoren voor de komende 4 jaar. Hieronder staat in tabelvorm de voortgang ten aanzien van de subdoelstellingen en prestatie indicatoren weergegeven. De pi’s waarde jaar 1 en 2 en jaar 3 en 4 zijn afkomstig uit het oorspronkelijke businessplan. Uit onderstaande tabel blijkt dat we een groot aantal van de PI’s al eerder hebben bereikt dan in het oorspronkelijke businessplan was voorzien, en dat we op enkele PI’s zoals het aantal deelnemende partners al verder zijn gekomen dan de oorspronkelijke doelstellingen. Dat is iets om trots op te zijn. Tegelijk moeten we nog stevig verder aan de slag met de PI ‘het aantal innovaties/toepassingen/producten die geschikt zijn voor de markt’. Er worden in IWP’s al veel innovatieve diensten ontwikkeld, maar we willen in de komende periode ook meer innovatieve vermarktbare producten realiseren. Ook op de PI ‘financiële bijdrage van partners (cash inkomsten) moeten we nog meer voortgang boeken.
11
Subdoelstellingen
Prestatie indicatoren
Het CoE ontwikkelt in de periode tot 2017 een netwerk van innovatiewerkplaatsen.
• •
•
In een periode van 4 jaar initieert en voert het CoE praktijkgericht onderzoek uit (4 grote en 15 kleinere projecten).
• • •
• Het CoE HA actualiseert onderwijs en ontwikkelt nieuw onderwijs ten behoeve van het hbo en het mbo (in samenwerking met mbo, hbo en zorg- en welzijnsinstellingen).
•
Er zijn in de periode tot 2017 innovaties/ toepassingen/ producten die geschikt zijn voor de markt (valorisaties) Start ups (nieuw toevoegde pi)
• •
Het CoE HA is financieel gezond en de inkomsten dekken de kosten.
•
•
•
• • •
Aantal innovatiewerkplaatsen Aantal deelnemende bedrijven/zorg- en welzijnsinstellingen Aantal deelnemende onderwijsinstellingen/ kennisinstellingen Aantal hboen mbo-studenten in IWP’s Aantal onderzoeksprogramma’s met aandacht voor leren, voeding, bewegen (sport) Kleinere onderzoeksprojecten Aandacht voor ouderenzorg in de verpleegkundige, paramedische, welzijns- en aanverwante hbo- en mboopleidingen Aandacht voor technologie en e-health in bovengenoemde opleidingen Hoeveelheid ontwikkeld onderwijs op basis van input van de partners (zorg- en welzijnsinstellingen en bedrijven) Aantal innovaties Waarvan aantal regionaal toepasbare zorginnovaties Waarvan aantal nationaal toepasbare zorginnovaties Waarvan aantal Europees toepasbare zorginnovaties Aantal nieuwe bedrijven op het gebied van Healthy Ageing Financiële bijdrage van partners (cash inkomsten) binnen 4 jaar.
Waarde jaar 1 en 2 • 15
Waarde jaar 3 en 4 • 25
Stand van zaken december 2014 • 23
•
25
•
40
•
8
•
13
• •
25 10
• •
50 50
• 100 mbo stagiairs • 100 hbo-stagiairs
•
5
•
15
• 21 onderzoeksprogramma’s
•
20
•
50
Verdubbeling aantal ects.
Verdubbeling aantal ects.
• 140 (partners totaal)
in
• 71 projecten Nulmeting is bij een aantal partners uitgevoerd. O.a. HG start in 2014 90 credits nieuw ontwikkeld onderwijs (3 minoren); Alfacollege verschillende modulen en aanpassen competentieprofielen en kwalificatiedossiers.
Verdubbeling aantal ects.
• 20 • 10
• •
40 20
• 11 • 4
•5
•
10
•
5
•1
•
4
•
2
• 2
•
12
•
14 (2013-2014)
• € 50K
•
pm
tot april 2014 is € 136K aan cash toegezegd in de IWP’s
12
4 Inhoudelijke thema’s Al in de voorbereidingsfase van het CoE HA is met de partners gekozen voor een aantal cruciale onderwerpen waar het CoE-HA zich op richt. Dit zijn: • De combinatie van preventie, zorg en welzijn. Uitgangspunt daarbij is om de burgers zo lang mogelijk uit de zorg te houden en hun maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie zo veel mogelijk te bevorderen. • Burgers als doelgroep, met daarbij aandacht voor de volledige levensloop (van jeugd naar ouderen). Gezonde leefstijl in de jeugd is immers een essentiële voorwaarde voor ‘gezond ouder worden’ van de ouderen. • Bewegen en voeding en de context van leren, arbeid, wonen en maatschappelijke participatie. Centrale vraag daarbij is hoe een gezonde leefstijl bevorderd kan worden, welke leefstijlinterventies daarbij gewenst zijn en hoe die in de praktijk geïmplementeerd en geëvalueerd kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is versterken van het vermogen tot zelfsturing en adaptatie van de sociaal-fysieke omgeving. • Het bevorderen van sociale participatie en het voorkomen van eenzaamheid onder met name ouderen. Aandacht voor preventie van depressies, angsten, e.d. bij deze doelgroep, gericht op het langdurig behoud van de zelfstandigheid. • Met aandacht voor technologie en ICT (e-health) ter verbetering van de zorg. Het gaat hierbij om technologie ter ondersteuning van zowel de professionals als de burgers. • Kostenreductie van zorg door eerder genoemde preventie en procesverbetering in de bedrijfsvoering, t.b.v. kwaliteits- en productiviteitsverbetering in de zorg. Centraal hierin staat betere integratie (om de huidige versnippering in de zorg te adresseren) en betere vraagsturing (inspelend op de veranderende rol van burgers/cliënten). • Versterking van het vakmanschap van professionals in het licht van alle hierboven genoemde punten. Centrale vraag daarbij is hoe het beroep, de welzijns- en zorgpraktijk en de competenties van de professionals zich ontwikkelen en hoe dat in de praktijk geimplementeerd en geëvalueerd wordt. Op basis hiervan zijn de volgende inhoudelijke thema’s gekozen voor de clustering van de innovatiewerkplaatsen: 1. Bewegen en sport; 2. Voeding; 3. Wonen, vrije tijd en zorg; 4. Welzijn en zorg; 5. eHealth en technologie; 6. Jeugd en leefstijl; en 7. Arbeid en zorg. Onderwerpen als participatie, kostenreductie en versterken vakmanschap professionals lopen door de verschillende thema’s heen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de zeven thema’s. Per thema is aangegeven welke lectoren hierbij betrokken zijn. De lectoraten zijn samen met de partners uit de beroepspraktijk verantwoordelijk voor het praktijkgerichte onderzoek en de kennisontwikkeling op dit thema. Meer informatie over de betreffende IWP’s staat vermeld op de website van het CoE HA. 1. Bewegen & Sport Fysieke inspanning is een van de meest belangrijke voorwaarden voor een gezonde leefstijl. Bewegen en sporten heeft zowel direct als indirect een positief en preventief effect op de gezondheid, maar is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Binnen het thema Bewegen & Sport richten innovatiewerkplaatsen zich op het behalen van gezondheidswinst door een brede toepassing van fysieke inspanning. Bij gezonde mensen van alle leeftijden, en ook bij kwetsbare groepen in de samenleving zoals ouderen, chronisch zieken en verstandelijk beperkten. Betrokken lectoren: C. v.d. Schans, A. Waninge.
13
2. Voeding Voedsel en eetgewoonten spelen een belangrijke rol bij veroudering en (leeftijdgerelateerde) ziekten. Een uitgebalanceerd dieet en juiste voedselkeuzes kunnen belangrijke bijdragen leveren aan het verlengen van gezonde jaren bij het ouder worden. Hierbij speelt bijvoorbeeld ook het tijdig onderkennen en behandelen van ondervoeding een belangrijke rol. Binnen het thema Voeding richten de innovatiewerkplaatsen zich op het ontwikkelen van nieuwe voedingsmiddelen en een gezonde leefstijl in relatie tot voeding, voor zowel gezonde als zieke mensen. Betrokken lectoren: H. Jager, F. van der Leij. 3. Wonen, vrije tijd & Zorg Om de kwaliteit van de leefomgeving van ouderen te versterken zijn innovaties nodig die zorg en welzijn combineren met wonen en recreëren. Thuis, maar ook tijdens het recreëren willen ouderen gebruik kunnen maken van kwalitatief goede zorg en aandacht besteden aan een gezonde levensstijl. Een goede ruimtelijke omgeving draagt ook bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen. Innovatieve aanpassingen aan gebouwen kunnen zorgen voor het beter functioneren van zorginstellingen, kwalitatief goede zorg en besparing van kosten. Binnen het thema ‘Wonen, vrije tijd & Zorg richten innovatiewerkplaatsen zich op innovatieve diensten en producten, het kwalificeren van professionals en een optimale inrichting van een ruimtelijke omgeving. Betrokken lectoren: I. Delies, J. de Jong, M. Mobach, J. Veuger. 4. Welzijn & Zorg De zorgsector heeft te maken met ingrijpende ontwikkelingen. Zo neemt het aantal ouderen niet alleen toe, oudere mensen willen ook graag zo lang mogelijk thuis wonen en mee blijven doen in de samenleving. Ook gemeenten krijgen door de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) meer verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de zelfstandigheid en participatie van burgers. In de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) vinden eveneens veranderingen plaats: vanwege bezuinigingen wordt een overstap gemaakt naar meer extramurale zorg (ambulantisering) van mensen met een psychiatrische aandoening. Deze ontwikkelingen maken de zorg complexer, inhoudelijk en organisatorisch; voor zorgaanbieders en -professionals betekent dit een andere manier van denken en werken. Binnen het thema ‘Welzijn & Zorg’ richten de innovatiewerkplaatsen zich op de organisatie van het zorgaanbod, het kwalificeren van professionals en de ontwikkeling van producten en diensten om passende zorg te kunnen bieden. Betrokken lectoren: Ch. De Heer, L. Korevaar, E. Finnema, J. Christis, E. Bisschop Boele. 5. eHealth & Technologie Moderne informatie- en communicatietechnologie in de vorm van eHealth biedt de mogelijkheid oplossingen te vinden voor problemen in de zorgsector. Door gebruik van ICT, gaming, domotica en care-cure technologie kunnen ouderen langer zelfstandig blijven. eHealth toepassingen worden ook ingezet bij revalidatie van bijvoorbeeld kinderen met een motorische beperking. In vrijwel alle innovatiewerkplaatsen wordt (ook) gebruik gemaakt van technologie, maar binnen het thema eHealth & Technologie richten ze zich specifiek op hoe eHealth-innovaties kunnen bijdragen aan een gezonde levensstijl van mensen in alle leeftijden, ziek en gezond. Betrokken lectoren: A. Dijkstra, H. Velthuijsen. 6. Jeugd & Leefstijl Kinderen en jongeren hebben ook te maken met ontwikkelingen in zorg en welzijn, zoals bezuinigingen en veranderingen in de jeugdzorg. Daardoor is het bijvoorbeeld nodig de aanpak van wijkvoorzieningen voor kinderen te herzien, om de kwaliteit van jeugdgezondheidszorg en scholen, kinderopvang, sportvereniging, etc. op peil te houden. Daarnaast hebben kinderen met een aandoening, zoals dyslexie of een aandacht stoornis, extra aandacht nodig. Ze zijn erg kwetsbaar en hebben vaak problemen met het sociaal en emotioneel functioneren. Binnen het thema ‘Jeugd & Leefstijl’ richten de innovatiewerkplaatsen zich op de zorg en welzijn van kinderen en jongeren. Door met alle betrokken partijen te werken aan innovaties in voorzieningen en behandelmethoden. Betrokken lectoren: J. Doornenbal, R. Mombarg, H. Steenbeek.
14
15
7. Arbeid & Zorg Door de vergrijzing van de bevolking en de verhoging van de pensioenleeftijd moeten werkenden langer inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt. Dat vraagt om preventief handelen van de werkgever en de werknemer. Een ander arbeidsaspect is het op peil houden van het aantal gekwalificeerde zorgverleners voor de toekomstige zorgvraag. Om zorg- en servicediensten in de toekomst te kunnen blijven leveren, zullen de werkwijze, de cultuur en de personeelsinzet van zorgaanbieders moeten veranderen. Binnen het thema ‘Arbeid & Healthy Ageing’ richten innovaties zich op werkgevers bij het toekomstbestendig faciliteren van hun werknemers. Andere innovaties hebben als doel organisaties en zorgprofessionals te ondersteunen bij een vernieuwingsslag in de relatie met hun patiënten/cliënten. Betrokken lectoraten: L. Beukema, L. Polstra.
5 Functies Het CoE HA heeft vijf samenhangende hoofdfuncties, te weten: praktijkgericht onderzoek, innovatie, onderwijsontwikkeling, business development en informatievoorziening en communicatie. De organisatie van het CoE HA kent twee niveaus. Ten eerste het CoE HA en daarbinnen de 25 innovatiewerkplaatsen. De activiteiten die horen bij de functies van praktijkgericht onderzoek en innovatie vinden met name plaats in de innovatiewerkplaatsen. Voor de overige 3 functies, onderwijsontwikkeling, business development en informatievoorziening en voorlichting zijn er zowel activiteiten, producten en diensten op het niveau van het CoE HA als geheel als op het niveau van de afzonderlijke innovatiewerkplaatsen. 1. Praktijkgericht onderzoek
In de innovatiewerkplaatsen vindt praktijkgericht onderzoek plaats dat voldoet aan alle methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek. Het Centre of Expertise Healthy Ageing zet hierbij sterk in op verbinding met belangrijke Healthy Ageing thema’s en de vragen vanuit de markt. De innovatiewerkplaats onderzoekt het probleem/de vraag, ontwerpt en implementeert de innovatie en evalueert de resultaten. Er is nauwe samenwerking tussen onderzoekers, die toegang hebben tot de fundamentele kennis, en uitvoerders, die kennis hebben over de praktijk. Voor studenten is de innovatiewerkplaats een onderwijsomgeving waarin ervaring wordt opgedaan met onderzoek en implementatie van vernieuwingen in de beroepspraktijk. 2. Innovatie
Doel van het Centre of Expertise Healthy Ageing is het realiseren van innovaties in zorg en welzijn, om een constructieve bijdrage te leveren aan maatschappelijke en economische uitdagingen rond vergrijzing, ontgroening, individualisering, technologische innovaties, stijging van zorgkosten en kwaliteit van de zorg in de ‘krimpgebieden’ in Noord-Nederland. Het CoE HA biedt betrokken marktpartijen de gelegenheid onderzoek (te laten) uitvoeren met gebruikmaking van specifieke onderzoeks- en laboratoriumfaciliteiten, expertise en andere ondersteuning (bijv. op gebied van subsidies). De resultaten worden in de vorm van praktijkimplementaties beschikbaar gesteld aan partners en andere geïnteresseerde partijen. 3. Onderwijsontwikkeling
Met de kennis van de innovaties in de zorgpraktijk (de markt) en de vernieuwingen die in de innovatiewerkplaatsen ontstaan geeft het Centre of Expertise Healthy Ageing een impuls aan (vraaggestuurde) vernieuwing en uitbreiding van het onderwijs, op het brede terrein van Healthy Ageing. Het CoE HA ondersteunt de ontwikkeling van bachelors, majors, minors, excellentieprogramma’s en masters. Verder biedt CoE HA studenten, docenten, leerlingen en professionals (uit wo, hbo en mbo) de gelegenheid deel te nemen aan praktijkprojecten zoals die worden uitgevoerd in o.a. de innovatiewerkplaatsen. 4. Business development en contactcentrum marktpartijen
Het Centre of Expertise Healthy Ageing voert - in samenwerking met bedrijven en adviseurs op het gebied van business development – een professioneel business ontwikkelingstraject uit. Het omvat het hele business development traject, van ideevorming en het maken van businessplannen tot het opschalen en marktrijp maken van producten en diensten. Hiermee worden succes-
16
volle pilots van innovaties in zorg en welzijn op grotere schaal geïmplementeerd, uitgerold en in de markt geïntroduceerd. Het CoE HA fungeert als contactcentrum voor marktpartijen in de zorg- en welzijnssector, voor vragen en ondersteuning bij onderzoeks- en innovatieprojecten. 5. Informatievoorziening en voorlichting
Het CoE HA communiceert de resultaten van de innovatiewerkplaatsen en het onderwijsaanbod naar betrokkenen: professionals in zorg & welzijn, ondernemers, beleidsmakers, docenten en studenten. Ook voorlichting aan burgers behoort tot de functies van het CoE HA. Met diverse middelen (website, advertenties, artikelen in dagbladen en vakbladen, radio en tv) informeert het CoE HA relevante doelgroepen over het belang van een gezonde en actieve leefstijl. Verder enthousiasmeert het jongeren voor opleidingen op het gebied van Healthy Ageing door te laten zien welke interessante ontwikkelingen er zijn in de verschillende sectoren (zorg en welzijn, maar ook in relatie tot economie en techniek).
6 Producten en diensten Om de functies van het CoE te realiseren biedt het CoE de volgende producten en diensten aan. 6.1
Producten en diensten van het CoE HA voor partners
Het CoE HA biedt voor de partners de volgende diensten aan: - Een groot netwerk met veel expertise en kennisdeling. - Ondersteuning en advies: o bij het opzetten en inrichten van de innovatiewerkplaats, o doorontwikkeling van de innovatiewerkplaats o toetsing op haalbaarheid, bieden van ondersteuning bij halen resultaten, en stop zetten indien geen uitzicht is op succes. - Ondersteunende faciliteiten business development en onderwijs (zie ook paragraaf 7.3). - Ondersteuning eHealth/technologie: In meerdere innovatiewerkplaatsen zit een technologische component. Bij de partners ontbreekt echter vaak de kennis om dit goed uit te werken. Vanuit het CoE HA wordt dan de verbinding gezocht met een passend bedrijf. Dit kan bijvoorbeeld een ICT bedrijf zijn als het gaat om eHealth. - Projectleiding, met veel expertise op business development, van initiatief tot en met marktintroductie. - Informatieve bijeenkomsten en kennisdeling via themabijeenkomsten, voortgangsgesprekken met IWP’s en een jaarlijks symposium. - Toegang tot kennis en onderzoek binnen HG en andere participerende onderwijs- en onderzoeksinstellingen - Toegang tot financiers van nieuwe start ups Het onderscheidend vermogen van het CoE HA ten opzichte van andere netwerken is met name de grote beschikbare expertise en menskracht en de praktische insteek. Tijdens de sterkte zwakte analyse in april 2014 werd dit bevestigd. Tevens werd aangegeven dat het CoE HA verbindingen tot stand brengt in de publiek-private samenwerking die anders niet waren gelegd. De partners zien duidelijk de meerwaarde van de innovatiewerkplaatsen. Dit blijkt onder meer uit de grote belangstelling voor deelname aan de innovatiewerkplaatsen en het aantal aanvragen, en uit SWOT, Management review 2014 en het advies van de review Commissie van november 2014. Met name het grote netwerk, de publiek-private samenwerking in de innovatiewerkplaatsen en de sturing op de concrete resultaten en ondersteuning op business development maakt dat men verwacht dat de innovatiewerkplaatsen waardevolle producten en diensten op zullen leveren. De eerste resultaten zijn al een feit (zie volgende paragraaf). De versterking op het gebied van business development komt verder aan de orde in hoofdstuk 9.
17
6.2
Producten en diensten uit de innovatiewerkplaatsen
In de innovatiewerkplaatsen is sprake van co-creatie. Partners afkomstig uit bedrijven, zorg- en welzijnsinstellingen en kennisinstellingen werken veelal in samenspraak met klanten/gebruikers aan praktijkgericht onderzoek en de beoogde innovaties. Het praktijkgerichte onderzoek is tegen relatief lage kosten door de inbreng van de hogescholen (onderzoekers, lectoren, kennis en ervaring) en de betrokkenheid van studenten. Innovatiewerkplaatsen kunnen alleen starten als er innovatieve producten en diensten ontwikkeld worden met maatschappelijke en economische meerwaarde op de gekozen thema’s. Dit staat in de voorwaarden voor het aanvragen van een innovatiewerkplaats. In de 25 innovatiewerkplaatsen vindt veel praktijkgericht onderzoek plaats. De ruim 20 onderzoeksprogramma’s, de ruim 70 onderzoeksprojecten en de 5 promotietrajecten gaan de komende tijd veel resultaten opleveren. Het CoE zet sterk in op de verbinding tussen de iwp’s op thema’s en de vraagsturing vanuit de markt. Voorbeelden van producten en diensten die de innovatiewerkplaatsen zullen ontwikkelen zijn: toolkits, leefstijlprogramma’s, gevalideerde app’s, nascholingen voor professionals, zelfmonitoringdienst, serious games. Het CoE HA heeft een overzicht gemaakt van alle te verwachten resultaten per IWP. Vanuit de innovatiewerkplaatsen zijn nu al de eerste concrete en innovatieve producten en diensten opgeleverd. Een aantal voorbeelden van concrete resultaten tot nu toe (dec 2014): • IWP ‘Clinical Malnutrition’: Ontwikkeling van een nieuwe app, de Pt-Global app. Met de Pt-Global app kan niet alleen worden gescreend op ondervoeding, maar juist ook ondervoeding worden vastgesteld en gemonitord. Het doel van de IWP Clinical Malnutrition is de kennis rondom voeding en beweging in relatie tot ondervoeding te vergroten, zowel bij de professional als bij de patiënt/cliënt. De beoogde innovaties dragen bij aan efficiëntie en effectiviteit binnen de zorg (o.a. diëtetiek en fysiotherapie) en daarmee aan een gezonde leefstijl van de patiënt. Partners van IWP Clinical Malnutrition zijn o.a. UMCG Kaakchirurgie (trekker), FrieslandCampina, Ordina, Hanzehogeschool Groningen, Mediq Tefa. De Pt-Global is als testversie gepresenteerd tijdens de Clinical Nutrition Week 2014 in Savannah, USA. • IWP Active Ageing: eHealth platform 'leef gezond met diabetes' voor mensen met diabetes met interactieve informatie over diabetes, beweging en gezonde voeding. Het platform is geintegreerd met de activity tracker Fitbit Zip. Op onderwijs gebied: Scholingsdag voor zorgverleners over gebruik e-Health platform, diabetes, psychosomatiek, Fitbit en motivational interviewing. Op het gebied van onderzoek: Set meetinstrumenten om verandering van gedrag (beweging, voeding en motivatie) te kunnen kwantificeren. • IWP Kind in de Wijk: Analyse van de wijkplannen is gedaan, keuze van de speerpunten is gemaakt; uitvoeringsplan, voeding en bewegen. Nu wordt er concreet gewerkt aan analyse van de opbrengsten tot nu toe m.b.t. voeding en bewegen, validatiebijeenkomst is gepland met de belangrijkste stakeholders. • IWP Health Space Design: Ontwerpvoorstellen ter verbetering van: de wayfinding voor ouderen in het UMCG; de wayfinding voor alle bezoekers in Martini Ziekenhuis Groningen; de positionering van Facility Management in het bouwkundig ontwerpproces (UMCG); organisatorisch-ruimtelijke thema’s aangedragen door ‘s Heerenloo. • IWP Health Food & Technology: Gouden standaard aminozuurprofilering opgezet. Bedrijfskundige informatiestroom opgezet door Telson en Ordina. Start van product development met Medisch Centrum Leeuwarden en Koninklijke Koopmans om te komen tot gezonde voeding van voorheen waardeloze afvalstromen van garnalen en wei. • IWP Maatschappelijke Participatie van mensen met een psychische beperking: Realisatie van rehabilitatieplan en wordt nu ingebouwd in EPD. De IRB gedachte is wijd verspreid en trainingen zijn gestart voor rehabiliteitsplan. Nu wordt er concreet gewerkt aan de Woonschool en herstelacademie. Deze zullen ervoor zorgen dat we een duurzame ambulantisering kunnen maken.
18
6.3
Producten en diensten onderwijs
Op het gebied van onderwijsinnovatie zijn al de nodige resultaten bereikt en veel vernieuwingen zijn nog gaande. Met de kennis van de innovaties in de praktijk van zorg en welzijn en de vernieuwingen die in de innovatiewerkplaatsen ontstaan, geeft CoE HA een impuls aan (vraaggestuurde) vernieuwing en uitbreiding van het onderwijs op het brede terrein van Healthy Ageing. Het CoE HA ondersteunt de ontwikkeling van masters, bachelors, majors, minoren en excellentieprogramma’s. Verder biedt CoE-HA studenten, docenten, leerlingen en professionals uit wo, hbo en mbo de gelegenheid deel te nemen aan praktijkprojecten zoals die worden uitgevoerd in o.a. de innovatiewerkplaatsen. In 2014-2015 zijn 200 studenten met een substantiële omvang betrokken bij de IWP’s. Ook biedt het CoE HA ondersteuning aan de IWP’s op onderwijsontwikkeling en het opleiden van professionals. De onderwijsinstellingen die betrokken zijn bij het CoE HA hebben een aanbod van opleidingen die professionals opleiden voor de zorg en welzijnssector, zowel op mbo niveau als op hbo niveau. Het CoE HA heeft niet zozeer tot doel om het aantal studenten in deze sector te vergroten, dan wel om studenten beter voor te bereiden op de praktijk en de uitdagingen in de zorgen welzijnssector. Daarnaast is het doel om het aantal studenten uit andere sectoren, zoals studenten uit economische opleidingen en technische opleidingen te interesseren en op te leiden voor de uitdagingen in de zorg- en welzijnssector. Studenten werken regelmatig in multidisciplinaire opdrachten samen met studenten van verschillende opleidingen, bijvoorbeeld bij opdrachten rondom ‘zorg en technologie’. Het doel is om het aantal studenten uit deze nadere sectoren dat werkt aan Healthy Ageing gerelateerde opdrachten te vergroten. Vanaf september 2013 is het aantal studenten dat werkt en leert in de innovatiewerkplaatsen sterk toegenomen. In verschillende innovatiewerkplaatsen wordt ervaring opgedaan met het concept leerwerkplaatsen. In totaal zijn al ongeveer 200 studenten betrokken bij de innovatiewerkplaatsen. Met name de innovatiewerkplaats “Welzijn en zorg ouderen: innoveren door leren” werkt met grote groepen mbo en hbo studenten. Het aantal studenten dat betrokken is bij de innovatiewerkplaatsen zal verder stijgen. We verwachten komend jaar een verdubbeling. Het aantal studenten dat HA gerelateerd onderwijs volgt zal verder toenemen, onder andere door het aanbod van nieuw onderwijs op dit vlak. Voorbeelden van concrete activiteiten die in gang gezet zijn: • Ontwikkeling 4 masteropleidingen: Master Healthy Ageing Professional, (Hanzehogeschool); Master Talentkracht en diversiteit (Hanzehogeschool); Master Sensortechnology and health (Hanzehogeschool); Master Zorgtechnologie, (NHL Hogeschool). Bij elke masteropleiding hoort een ‘boegbeeld’ lector, die ook betrokken is bij IWP’s en die masterstudenten zal inzetten bij onderzoek en innovatie binnen IWP’s. • Topminor Toekomst in Gezondheid (30 credits, start september 2014: samenwerking vier noordelijke hogescholen). • Minor Financieel Management in de Zorg (30 credits, start september 2014, HG) • Keuzevak Zorgmarketing (Hanzehogeschool, start februari 2015) • Ontwikkeling modulen ouderen en aanpassen competentieprofielen en kwalificatiedossiers voor technische medewerkers en zorgverleners (Alfa College) • Inrichten elektronische leeromgeving (Stichting ZON) met onderwijsmateriaal over veel eHealth/technologie thema’s. 6.4
PR en communicatie
Communicatie is belangrijk binnen het CoE HA. We onderscheiden interne en externe communicatie. Intern ligt de nadruk op kennisdeling met innovatiewerkplaatsen en partners. Middelen zijn o.a. netwerkbijeenkomsten, symposia, een digitaal platform en nieuwsbrieven. Over belangrijke ontwikkelingen worden betrokkenen ook rechtstreeks geïnformeerd. Een belangrijk aspect van de interne communicatie is het delen van ervaringen tussen innovatiewerkplaatsen, om te leren van good practices en gezamenlijk knelpunten op te lossen.
19
Belangrijkste doel van de externe communicatie van het CoE HA is het vergroten van de bekendheid van het CoE HA in de regio, landelijk en internationaal en het informeren over actuele ontwikkelingen op het gebied van healthy ageing. Het CoE HA gebruikt verschillende communicatiemiddelen waaronder een uitgebreide website (adres www.healthyageing.net), een LinkedIn- en Twitteraccount. Het CoE plaatst regelmatig advertenties en redactionele artikelen in dagbladen, vakbladen en magazines en werkt mee aan radio- en tv-programma’s. De medewerkers verzorgen jaarlijks een groot aantal presentaties en workshops voor verschillende doelgroepen (kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen en overheden); nationaal en ook internationaal. In het communicatieplan, dat in juni 2013 is vastgesteld, staan de belangrijkste activiteiten voor de verschillende doelgroepen beschreven. Gezien de nieuwe ontwikkelingen zal een update worden gemaakt.
7 Organisatie en governance Het CoE HA maakt onderdeel uit van de prestatieafspraken van de Hanzehogeschool met het Ministerie van OCW en valt onder verantwoordelijkheid van de Hanzehogeschool. Daarom is ervoor gekozen om het CoE HA niet als zelfstandig rechtspersoon neer te zetten maar als netwerkorganisatie en dit te verbinden met HG CoE HA (zie ook paragraaf 2.2 en paragraaf 7.1.1). Het HG CoE HA en het CoE HA versterken elkaar op onderzoek, onderwijs en ondernemerschap en de publiek private samenwerking. Het CoE HA maakt maximaal gebruik van alle beschikbare kwaliteiten in de HG. Voor het doen van praktijkgericht onderzoek betekent dit concreet: de expertise, praktijkgerichte onderzoeksopdrachten, afstudeerders en samenwerking met en het doen van pilots bij bedrijven en instellingen. Voor onderwijs gaat het met name om onderwijsontwikkeling, onderwijsaanbod, de aansluiting met het MBO en WO en stageplaatsen. Voor ondernemerschap betreft dit onder meer marketing, verkoop, incubator. Het CoE is georganiseerd als netwerkorganisatie waarbij alle partijen een samenwerkingsovereenkomst tekenen. De partners leveren bijdragen aan de exploitatie van het CoE HA en van IWP’s (in kind en zo mogelijk financieel) en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het CoE. Uiteindelijk draagt de Hanzehogeschool als penvoerder vanwege de Prestatieafspraken met OCW de grootste financiële risico’s en de HG heeft daarom ook de eindverantwoordelijkheid. De aanwezigheid van een diversiteit aan organisaties (kennisinstellingen, onderwijs, zorg- en welzijnsinstellingen, bedrijven en andere marktpartijen) maakt het voor de partners interessant. Het CoE HA maakt maximaal gebruik van alle beschikbare kwaliteiten binnen de HG en mogelijkheden en kwaliteiten van de partners. De organisatie van het CoE HA kent twee niveaus. Ten eerste het CoE HA en daarbinnen de innovatiewerkplaatsen. Elke innovatiewerkplaats bestaat uit een samenwerkingsverband van 5 tot 10 partners gericht op een vraagstuk uit de praktijk waarvoor een innovatieve oplossing nodig is. Er is altijd sprake van publiek-private samenwerking binnen een innovatiewerkplaats. Resultaten van innovatiewerkplaatsen zijn innovatieve producten en diensten met maatschappelijke en/of economische valorisatie. 7.1
Organisatie en besturing
Het management en de ondersteuning zijn gesitueerd bij de Hanzehogeschool als penvoerder. Het management legt verantwoording af aan de partners en subsidiegever. Het management is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het CoE HA, het opzetten en onderhouden van een kwalitatief goed netwerk van innovatiewerkplaatsen en het sturen en bewaken van de resultaten en pi’s zoals die in het businessplan beschreven staan.
20
7.1.1 Sturingsplatform Healthy Ageing In de periode van januari 2013 tot september 2014 is gewerkt met een stuurgroep Healthy Ageing. Vanaf september 2014 is binnen de Hanzehogeschool een sturingsplatform Hanzehogeschool Centre of Expertise Healthy Ageing (HG CoE HA) ingesteld. Dit sturingsplatform is tevens de stuurgroep van het CoE HA. Om coördinatie en verbinding in het ‘HG CoE HA’ te borgen zijn portefeuillehouders benoemd, op de kernprocessen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap. Deze portefeuillehouders vormen, samen met de directeur van het CoE HA en samen met de leading dean Healthy Ageing, het sturingsplatform van het ‘Hanze Centre of Expertise Healthy Ageing’. (zie ook paragraaf 2.4). Onderstaand schema geeft de samenhang tussen weer tussen het sturingsplatform Healthy Ageing, de kernprocessen onderzoek, onderwijs en ondernemerschap binnen de HG en het OCW project CoE Healthy Ageing.
7.1.2 Adviesraad en beoordelingscommissie Om aanvragen voor innovatiewerkplaatsen te toetsen is een beoordelingscommissie opgericht, die vanuit CoE-perspectief de afzonderlijke voorstellen beoordeelt. De commissie is samengesteld uit ervaren sectorkenners die bij het CoE HA zijn betrokken. Expertise uit onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk is geborgd. Nu er 25 innovatiewerkplaatsen actief zijn, wordt gekeken of er gewerkt kan worden met een kleinere commissie die slagvaardiger kan handelen. Voor het eind van het studiejaar 2015/2016 wordt hier een besluit over genomen. Gezien het grote aantal partners is ervoor gekozen om een adviesraad in te stellen in plaats van een partnerraad. De adviesraad is in mei 2014 voor het eerst bij elkaar geweest. In de adviesraad zitten vertegenwoordigers van de primaire en secundaire partners. De raad zal door het management van het CoE HA geïnformeerd worden over de ontwikkelingen en voortgang binnen het CoE HA. De adviesraad adviseert het management, heeft een klankbordfunctie en geeft zo samen met het management en de stuurgroep HA vorm aan de doorontwikkeling van het CoE HA. 7.1.3 Besturing innovatiewerkplaatsen Het CoE HA is in januari 2013 van start gegaan en op dit moment zijn 25 innovatiewerkplaatsen actief. Partners hebben voorstellen voor innovatiewerkplaatsen kunnen indienen in vijf verschillende tranches. Eén van de onderdelen die al in de aanvraag van een innovatiewerkplaats uitgewerkt dient te zijn, is de governance. Alle partners binden zich aan een IWP door middel van een samenwerkingscontract en zijn medeverantwoordelijk voor het behalen van de resultaten. Bij deze eerste 25 innovatiewerkplaatsen van het CoE is er steeds één van de partners die de regie heeft. Het management van het CoE HA bewaakt de voortgang van de IWP’s en stuurt op de ontwikkeling en implementatie van een passend business model. Er zijn procedures en afspraken rond-
21
om werkwijze, rapportage & verantwoording van de IWP’s. Elke IWP wordt jaarlijks geëvalueerd. Elke IWP levert een concreet resultaat in de vorm van een innovatief product of dienst, uiterlijk binnen de periode van 4 jaar. Bij goed presteren zal er voortzetting zijn van de IWP, zo niet dan volgt stopzetting. Vanaf 2015 wordt gewerkt met kwartaalrapportages zodat beter de voortgang gemonitord kan worden. Vanaf april 2015 is het CoE HA gestart met een nieuwe werkwijze voor de acquisitie, opstarten, begeleiden en aansturen van IWP’s. Daarbij wordt gewerkt met projectleiders vanuit het CoE HA. Deze nieuwe werkwijze maakt onderdeel uit van het verduurzamen van het CoE HA en draagt bij aan het opzetten van een toekomst bestendig netwerk. Het streven is om met de nieuwe aanpak minimaal 25 innovatiewerkplaatsen continu actief te hebben. Hiervoor zijn naar schatting 12 aanvragen per jaar nodig, waarvan 5 tot 10 doorstromen naar het daadwerkelijk starten van een nieuwe IWP. Om dit te bereiken wordt een nieuw businessproces ingezet waarbij verschillende fases doorlopen worden (zie paragraaf 7.3.1). Op deze wijze borgen we kwaliteit en innovatie van producten en diensten die daadwerkelijk op de markt komen. In maart 2015 is de eerste projectleider vanuit het CoE HA van start gegaan onder leiding van de manager business development. Er wordt gewerkt met een groeimodel. Naarmate er meer nieuwe IWP’s starten, zullen er meer projectleiders aangesteld worden. De projectleiders zullen ieder een aantal IWP’s aansturen. Er zal een sterkere focus zijn op de te behalen doelen en de samenwerking tussen de partners (PPS). Tevens zullen de projectleiders regelmatig rapporteren over de stand van zaken zodat snel is in te zien of er ergens een interventie nodig is. Naast dat we in de IWP een beter beeld hebben zullen we via de projectleiders ook beter zicht hebben op de onderlinge verbanden tussen IWP’s en deze verder versterken. 7.2
Partnerorganisaties
Bij het CoE HA hebben zich inmiddels ruim 140 partners aangesloten, waarvan er ruim 130 actief betrokken zijn bij de innovatiewerkplaatsen. Het aantal partners is de afgelopen 2 jaar sterk gegroeid. In de eerste tranche zijn 6 innovatiewerkplaatsen gestart, in de tweede tranche 8, in de derde tranche 4, in de vierde tranche 5 en in de vijfde tranche 2. In onderstaande tabel staat een overzicht met het aantal partners dat actief betrokken is in de 25 innovatiewerkplaatsen. Het aantal betrokken partners is in onderstaande tabel afgezet tegen de pi’s uit het oorspronkelijke businessplan.
54
Aantal partners actief in iwp 49
PI: Waarde jaar 1 en 2 10
48
44
15
25
10
10
5
8
8
7
3
5
Netwerkorganisaties
9
8
Overheden
13
13 33
53
Type organisatie Bedrijven Zorg- en welzijnsinstellingen Kennisinstellingen (hbo/w0) Onderwijsinstellingen MBO/overig
Aantal partners in CoE
Totaal 142 131 Tabel: Aantal partners in CoE HA, stand van zaken april 2015
PI: Waarde jaar 3 en 4 15
De verwachting is dat het aantal partners van het CoE verder zal groeien. Er wordt met name ingezet op groei van het aantal partners uit de voedingssector, de medische technologie, de sensortechnologie, de verzekeraars en de regionale overheden. In nieuwe IWP-aanvragen participeren ook gemeenten.
22
Voor partners heeft een meerwaarde om actief deel te nemen in een IWP. In onderstaand schema staat aangegeven wat de meerwaarde voor de verschillende soorten partners kan zijn. Dit is uitgesplitst naar de verschillende fases van het business development proces.
7.3
Ondersteunende faciliteiten CoE HA
Het CoE HA biedt een drietal ondersteunende faciliteiten voor de innovatiewerkplaatsen. De ondersteunende faciliteiten hebben als doel om de IWP’s te ondersteunen op innovatie, groei, tempo, kwaliteit en het realiseren van concrete resultaten. Deze ondersteunende faciliteiten bieden expertise die onder andere bestaat uit advies aan en coaching op: • Business development/financiën • Onderwijs/leven lang leren en arbeid • ICT & Technologie Deze faciliteiten dragen bij aan het realiseren van de doelen, positioneren en het borgen van de voortzetting van het CoE HA, ook na 2016. De expertise is afkomstig van lectoraten binnen de betrokken hogescholen; partners binnen het CoE HA; extern gecontracteerde partijen op basis van concrete vragen; andere innovatiewerkplaatsen. Met experts uit het netwerk van het CoE HA zijn concrete afspraken gemaakt hierover. De diensten uit de ondersteunende faciliteiten worden ingezet op basis van vragen vanuit IWP’s of op initiatief van het management van het CoE HA als er lacunes geconstateerd worden of er expertise ontbreekt om de IWP op een hoger plan te trekken. Inmiddels zijn diverse IWP’s met succes ondersteund op deze wijze en hebben de IWP’s daar daadwerkelijk snellere slagen mee kunnen maken. Een aantal voorbeelden van inzet die gepleegd is door de ondersteunende faciliteiten is: het inzetten van cultuurworkshops; het leveren van een scrum master; het koppelen van andere expertise aan bestaande IWP’s door bedrijven of andere lectoraten.
23
7.3.1 Business development Het proces van business development zal vanaf april 2015 anders worden vormgegeven. Het CoE HA zal de komende periode IWP’s sterker gaan ondersteunen en sturen op de voortgang van de IWP’s in alle fasen (Zie onderstaand schema). Op deze wijze wordt de kans optimaal dat fase 5 succesvol doorlopen wordt en producten en diensten opgeschaald en vermarkt worden. In onderstaand schema staat aangegeven wat de ondersteuning is vanuit het CoE HA aan de IWP’s en partners in dit proces.
Elke ‘nieuw’ te starten IWP doorloopt een aantal fases met activiteiten om te komen tot een gelanceerd product of dienst (zie onderstaand schema).
IWP’s die onvoldoende perspectief hebben om voldoende resultaten te behalen zullen tijdig stopgezet moeten worden, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe kansrijkere IWP’s. Dit betekent dus sterkere sturing en ondersteuning op concrete op de markt lanceerbare producten van IWP’s en op opschalen en vermarkten van producten. Om dit te bereiken gaat het CoE HA intensief samenwerken met het Kenniscentrum Ondernemerschap (KCO) van de Hanzehogeschool (zie bijlage A: CoE HA & Cube050), het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap van de Hanzehogeschool, RUG en UMCG en bedrijfspartners
24
als KPN en Ordina. De Hanzehogeschool legt steeds vaker de verbinding met ondernemerschap in onderzoek en onderwijs op Healthy Ageing. Het KCO screent de komende jaren de resultaten van de innovatiewerkplaatsen van het CoE HA op valorisatiemogelijkheden, organiseert workshops over "Ondernemen in de zorg: healthy lifestyle & healthy ageing” en stimuleert en ondersteunt studenten bij het starten van ondernemingen op het gebied van Healthy Ageing. 7.3.2 Onderwijs, Leven lang leren en arbeid Innovaties in zorg en welzijn hebben veelal consequenties voor het werk van de professionals. Vraagstukken uit de innovatiewerkplaatsen en innovaties gaan daardoor vaak gepaard met een opleidingsvraag van huidige professionals en/of toekomstige professionals. De andere werkwijze leidt tot een onderwijsbehoefte. In deze ondersteunende faciliteit worden activiteiten uitgevoerd die dit proces ondersteunen. Een aantal voorbeelden van concrete activiteiten die in gang zijn gezet: • Symposium Healthy Ageing in het onderwijs: voor en door mbo en hbo docenten (februari 2015). Doel daarvan is docenten, teamleiders en beleidsmakers op een laagdrempelige manier in contact te brengen met de veranderingen die plaats vinden in zorg en welzijn op het terrein van Healthy Ageing. Tijdens dit symposium stond het uitwisselen van ‘good practices’, elkaar informeren over bestaand healthy ageing onderwijs centraal. • Samen met Vilans worden de mogelijkheden onderzocht om nieuwe kennis uit de innovatiewerkplaatsen te ontsluiten voor het onderwijs via het concept van kennisbundels. • In 2015 wordt onderzocht of HA onderwijs digitaal kan worden ontsloten. 7.3.3 ICT & Technologie Vanuit bestaande IWP’s blijkt dat er veel vragen leven op het gebied van ICT & Technologie. Bij de implementatie van e-Health toepassingen in de intra- en extramuraal zorg of bij de particulier thuis is extra aandacht nodig voor de impact die ICT & Technologie heeft, bijvoorbeeld in de domotica. Hierbij kan het CoE HA ondersteuning bieden. Het CoE HA zorgt door middel van deze ondersteunende faciliteit voor bewustwording van de mogelijkheden die er zijn bij de IWP’s, de zogenaamde e-awareness. De e-awareness richt zich op: – De wijze waarop de visie op ICT en technologie beleidsmatig wordt geconcretiseerd;
– De kaders voor de ICT zorgtechnologie op het gebied van architectuur, infrastructuur en informatiemanagement;
– De kosten en de mogelijkheden om hier op te sturen;
– Het vergroten van draagvlak voor het inzetten ICT en technologie.
– Het zorgtechnologie governance model (bemensing);
– Een vergelijking met ontwikkelingen en toepassingen in de sector.
Op deze wijze aantal zaken in kaart kunnen brengen die nodig zijn om te komen tot daadwerkelijke implementies. Afgelopen maanden zijn er vanuit de IWP’s met name veel vragen geweest over domotica toepassingen waarbij deze ondersteunende dienst heeft geholpen om tot concrete voorstellen te komen.
8 Finance en control Voor de komende jaren is de financiële situatie geborgd. Er is voor het tweede jaar 2.6 miljoen aan in kind bijdrage toegezegd van de partners en 1 miljoen profileringsbekostiging. Daarvan wordt in 2014 naar verwachting 2,4 miljoen gerealiseerd. We verwachten voor de jaren drie en vier dat de gerealiseerde bedragen zullen stijgen als alle IWP’s volledig draaien. De opdracht blijft om de komende jaren te zorgen voor meer cash-inkomsten voor het CoE HA. Dit zal een onderdeel worden van het verdienmodel dat komende tijd verder uitgewerkt wordt. Een risico op lange termijn is onvoldoende cash inkomsten om de directe kosten van het CoE-HA te dekken na de subsidieperiode. Met de stafdienst FEZ van de Hanzehogeschool en in samenspraak met partners wordt gewerkt aan een plan om te komen tot een zelfstandig bestaan na vier jaar.
25
Het CoE HA maakt met de partners concrete afspraken over de bijdrage in kind en cash en legt dit vast in de intentieverklaring en/of samenwerkingsovereenkomst. Ook de partners van de innovatiewerkplaats maken concrete afspraken over wie wat bijdraagt en gaat doen. Hiervoor leveren de IWP’s een begroting aan, die goedgekeurd wordt door het CoE HA. Het management van het CoE HA evalueert jaarlijks alle IWP’s en neemt op basis hiervan een besluit over de voortzetting. 8.1
Kosten & baten
Binnen het CoE HA is er een balans tussen uitgaven en inkomsten. Het eerste jaar hebben we minder uitgegeven dan voorzien door het later starten van de IWP’s. Deze gelden zetten we de komende jaren in. Over de vier jaar gezien zijn de financiën in balans. Er is een sluitende begroting voor de komende jaren opgesteld. Hieronder de realisatie kalenderjaar 2013 en meerjarenbegroting kalenderjaar 2014-2016.
26
Exploitatiebegroting
Jaar 1 2013 Realisatie
Jaar 2 2014 Begroot
Jaar 3 2015 Begroot
Jaar 4 2016 Begroot
Totaal 4 jaar 2013-2016 Tot. Real/Begr.
56.157 94.198 37.616 23.815 17.877 7.621
57.561 96.553 39.121 24.410 12.750 18.324 10.000
59.000 98.967 40.686 25.021 13.069 18.782 10.000
60.475 101.441 42.313 25.646 13.395 19.252 10.000
233.193 391.159 159.736 98.892 39.214 74.236 37.621
237.285
258.719
265.524
272.523
1.034.051
Projectkosten Communicatie / Netwerk Inhuur externe expertise Inhuur interne expertise Reis- en verblijfkosten Bijeenkomsten / congressen Kantoorkosten / werkplekken Diverse overige kosten
19.950 38.524 5.316 4.275 3.782
30.000 50.000 100.000 25.000 50.000 30.000 30.000
30.000 40.000 100.000 25.000 50.000 30.000 30.000
30.000 30.000 100.000 25.000 50.000 30.000 31.902
109.950 158.524 300.000 80.316 150.000 94.275 95.684
Totaal projectkosten
71.847
315.000
305.000
296.902
988.749
309.132
573.719
570.524
569.425
2.022.800
14 250.000 -----------250.000
25 537.500 -----------537.500
25 625.000 -----------625.000
25 2.037.500 625.000 ------------ ---------------2.037.500 625.000
559.132
1.111.219
1.195.524
1.194.425
Jaar 2 2014
Jaar 3 2015
Jaar 4 2016
Personele kosten Directeur CoE Manager Business Development Communicatiemedewerker Managementondersteuning Marketing & Communicatie Control Overig Totaal personele kosten
Totale CoE kosten Subsidieregeling IWP's
Totale kosten IWP's Totale kosten CoE incl. IWP's
4.060.300
Financiering
Jaar 1 2013
Prestatiebekosting OCW Marktpartijen (cash bijdrage)
1.000.300 0 ------------
1.000.000 27.500 ------------
1.000.000 17.500 ------------
1.000.000 15.000 ------------
4.000.300 60.000 ---------------
Totale inkomsten
1.000.300
1.027.500
1.017.500
1.015.000
4.060.300
441.168
-83.719
-178.024
-179.425
0
Overschot / tekort Financiering
totaal 4 jaar 2013-2016
In deze realisatie en meerjarenbegroting zijn de vastgestelde toegezegde inkomsten opgenomen, te weten de subsidiebijdrage vanuit het ministerie en de cash bijdrage van de partners in het eerste jaar. Er is voor gekozen om in het eerste jaar 14 IWP’s te laten starten. Begin 2015 zijn alle 25 IWP’s gestart. Er is een maximum investeringssubsidie per IWP van € 25K per jaar. IWP’s die gedurende het jaar starten kregen een deel van dit bedrag naar rato uitgekeerd. Het tweede en volgende deel van de subsidiebedragen zal worden uitgekeerd, nadat de evaluatie van de IWP’s is goedgekeurd. De uitgaven bestaan voor het CoE HA met name uit het verstrekken van subsidie aan de IWP’s, het betalen van de salarissen aan de medewerkers van het CoE en uit projectkosten zoals ondersteunende faciliteiten en het organiseren van partnermeetings, congres, communicatie, enz. Naast de exploitatiebegroting van het CoE HA leggen alle IWP’s een begroting voor aan het CoE HA. Hiervan wordt een overall begroting gemaakt van de inkomsten en uitgaven van de IWP’s. Streven is om de inbreng van partners te verhogen in de IWP’s en met name ook het cash deel. Tevens zullen we subsidiemogelijkheden vanuit lokale en regionale overheden onderzoeken.
27
Het CoE HA heeft inmiddels een goed en duurzaam verdienmodel ontwikkeld. Hierdoor is het mogelijk om in de toekomst een rol te kunnen blijven vervullen in het aanjagen van innovaties en ondersteuning van partners en innovatiewerkplaatsen. Het model bestaat in grote lijnen uit een combinatie van een aantal elementen: een bijdrage van circa 25 k € van een viertal grote partnerorganisaties (o.a. hogescholen); een contributie van een groot aantal van partners van meer dan 10 medewerkers circa 5000 € per jaar, voor partners met 10 medewerkers of minder een contributie van circa € 1000; overige inkomsten o.a. uit subsidies. De partners van een IWP zullen gezamenlijk een bedrag van circa € 5000 per kwartaal betalen aan CoE HA waarvoor het CoE HA de projectleiders levert. Met deze betaling heeft het CoE stabiele inkomsten geborgd waardoor we, samen met partners, innovaties op het brede terrein van Healthy Ageing kunnen blijven aanjagen en realiseren. Het CoE HA stuurt daarnaast op het ontwikkelen van een verdienmodel voor elke IWP. Hiervoor gebruiken we een businesscase systematiek, zoals het Canvas Businessmodel, het Ordina business model en de Maatschappelijke business case van Syntens. Innovatiewerkplaatsen gaan innovaties realiseren en die kunnen dus ook nieuwe geldstromen aanboren. Denk daarbij aan afspraken met de betrokken commerciële bedrijven over winstdelingen of “kick-back fees”. 8.2
(Co)Financiering
In de vorm van intentieverklaringen hebben de partners voor het eerste jaar 2,6 miljoen toegezegd, op een begroting van 3,6 miljoen per jaar. Hiervan is 1 miljoen profileringsbekostiging. Daarvan is in het eerste jaar van het CoE HA slechts € 675.000 door bedrijven en kennisinstellingen gerealiseerd. Daarnaast is er aan stimuleringsgelden vanuit het CoE HA € 250K ingezet en is er voor € 245K aan personeelskosten gemaakt en voor € 33K aan projectkosten gemaakt. Doordat er inmiddels meer IWP’s gestart zijn, zullen de bedragen voor het komend jaar aanmerkelijk hoger liggen. In 2014 is door partners € 2.263.192 in het CoE geïnvesteerd. De gelden die niet gebruikt zijn van de profileringsbekostiging zijn als bestemde reserve meegenomen en daarvan richten we o.a. de ondersteunende faciliteiten in. Het is dan nu ook nog moeilijk te zeggen wat de verhoudingen precies zullen zijn in de bekostiging van het CoE HA. Maar dat we de gewenste verhoudingen halen is zeer aannemelijk, gezien de korte periode van vier maanden die de IWP’s hebben gedraaid in 2013, i.p.v. een heel jaar. De bijdrage van partners is met name in de vorm van in kind middelen. De cash middelen blijven achter. De cash middelen zijn met name van belang voor de verduurzaming van het Centre of Expertise. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel meer er afgezien van de profileringsbekostiging door de partners geïnvesteerd wordt in de IWP’s in het kalenderjaar 2014 t.o.v. kalenderjaar 2013, uitgesplitst per type organisatie. De kennisinstellingen leveren de grootste bijdrage. De vier hogescholen leveren de grootste bijdrage, in totaal € 741.000. (Hanzehogeschool 460K, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden 114K, Van Hall Larenstein 100K, Stenden 67K). Kalenderjaar 2013 Bedrijven Zorginstellingen Kennisinstellingen Onderwijsinstellingen Netwerkorganisatie Overheden Totale omzet IWP
in € in % € 245.970,00 17,29 € 369.800,00 26,00 € 719.483,25 50,58 € 51.000,00 3,59 € 14.616,00 1,03 € 21.500,00 1,51 € 1.422.369,25 100,00
Kalenderjaar 2014 Bedrijven Zorginstellingen Kennisinstellingen Onderwijsinstellingen Netwerkorganisatie Overheden Totale omzet IWP
in € in % € 348.189,50 15,38 € 532.946,18 23,55 € 1.109.812,93 49,04 € 95.943,80 4,24 € 51.800,00 2,29 € 124.500,00 5,50 € 2.263.192,41 100,00
NB. Kalenderjaar 2014 betreft de cijfers van juni 2014. Deze worden geactualiseerd in het jaarplan 2015-2016.
28
9 Risico-analyse In de onderstaande tabel is een aantal risico’s verwoord. Per risico zijn de acties aangegeven om de risico’s te kunnen beheersen. Risico’s ten aanzien van de begroting Wel veel in kind bijdragen, maar onvoldoende cash bijdragen/inkomsten.
Verdienmodel maar weten nog niet of het verdienmodel gaat werken op onderdelen
Het niet nakomen van de afspraken van de partners
Kosten vallen hoger uit dan begroot (tegenvallers).
Het tijdig ontvangen van de in de CoE-HA begroting opgenomen inkomsten van lokale overheden: provincies en gemeenten.
Met de invoering van het nieuwe verdienmodel waarbij de inzet van de projectleider een belangrijke factor zal zijn zullen de IWP’s ook meer cash gaan betalen (ze moeten betalen voor de projectleider). Dit zal onder de aandacht gebracht moeten worden bij de huidige en toekomstige partners en meer insteken op cash naast hun inkind bijdrage. De komende jaren zullen we waar moeten maken wat we te bieden hebben als CoE HA. We starten bij elke nieuwe aanvraag met een 3 tot 6 maandelijkse periode waarin we gezamenlijk komen met een volledige aanvraag die voorzien is van voldoende onderbouwing en kans op het genereren van vermarktbare producten en diensten. Deze fase zal gratis zijn. Daarna zal er voor elke nieuwe IWP een verplichte projectleider worden aangesteld. Dit om meer te garanderen dat de gestelde doelen gehaald gaan worden en ook dat er meer samenhang zal komen binnen de diverse IWP’s. Nadat we dit hebben waargemaakt en daarvoor waardering krijgen zullen we per januari 2017 overgaan tot het invoeren van een jaarlijkse bijdrage van partners aan het CoE HA, dat is het moment waarop de subsidie van OCW stopt. • Intentieverklaringen helpen maar bieden geen garantie. • In de initiatie fase zal de projectleider m.b.v. het Canvas model duidelijk krijgen welke rol een ieder gaat spelen in het project met de daarbij behorende (financiële) verplichting. Deze aanpak moet ertoe leiden dat er minder partners uitvallen. • Aanspreken op nagekomen toezeggingen. • In de samenwerkingsovereenkomst borgen dat de partners in een IWP zelf verantwoordelijk zijn voor de kostenoverschrijding in hun gezamenlijke IWP. • Evt. Kan de projectleider ondersteunen bij bijv. Sia Raak aanvragen voor extra financiën • Naarmate we de business meer centraal stellen geeft dit meer kansen voor realiseren inkomsten/ subsidies op CoE HA
29
Het daadwerkelijk binnen krijgen van de begrote inkomsten uit LLL.
• •
De mogelijkheid dat financiële problemen alleen bij de HG terecht komen i.p.v. ook door de partners gedragen worden.
•
en IWP niveau. Dit blijkt uit toetreding van meerdere gemeentes in de IWP’s Met name via het HG CoE HA zal LLL vorm krijgen. (inkomsten Hanze Professionals en Bedrijven) Voor de IWP is dat geborgd voor de samenwerkingsovereenkomsten en daar is de HG geen risico drager. Voor het Coe HA betreft het de vaste personeelslasten die op de loonlijst staan bij de HG. Echter de verwachting is dat deze medewerkers makkelijk ingezet kunnen worden bij "HG / HG CoE HA".
Risico’s ten aanzien van resultaten •
Er komen teveel IWP's die onvoldoende harde resultaten opleveren: onvoldoende concrete vermarktbare nieuwe producten en diensten -
De innovaties zijn niet reproduceerbaar, waardoor opschaling niet plaatsvindt
Meer sturen op concrete innovatie resultaten. • Kwaliteit van IWP’s gaat voor kwantiteit aan IWP’s. • Inzetten van evt. Cultuursessies door de projectleider. Zodat onderzoekers en ondernemers elkaars taal beter leren begrijpen waardoor in samenwerking meer mogelijk is om te komen tot concrete producten. • Inzet van projectleider om toch te komen tot concrete resultaten (in ieder geval voor alle nieuwe IWP’s, echter bij bestaande IWP doen we dit nu in pilot fase maar kan het zijn dat we meer vraag hiernaar krijgen dat ze dan hun gekregen subsidie moeten aanwenden om de projectleider te betalen van het CoE HA.) • Zo nodig tijdig stopzetten van IWP's die ondanks tijdige signalering en ondersteuning onvoldoende concrete resultaten opleveren. • Opnemen als criterium bij IWPaanvragen en hierop sturen. • In de initiatie fase wordt het facet reproduceerbaarheid meegenomen in het onderdeel waardecreatie aan het idee/product.
30
10 Actieplannen 2015 & 2016 De uitdaging voor de komende jaren zijn: sterkere positionering en profilering; focus op thema’s, clusteren van IWP’s en het versterken van ondernemerschap en business development. Om ervoor te zorgen dat het CoE HA de afgesproken doelen en resultaten behaalt zal met name op de bovengenoemde punten actie ondernomen worden. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste acties. Elk jaar zal dit verder uitgewerkt worden in een jaarplan. 1. Versterken ondernemerschap en business development o Versterken van de inbreng van bedrijven in het CoE en in de innovatiewerkplaatsen o Versterken van de inbreng van lectoren en andere betrokkenen van het Kenniscentrum Ondernemerschap en de business incubator CUBE050 en van inbreng van expertise op dit gebied van partners van het CoE HA o Versterken van Ondernemerschap in Healthy Ageing gerelateerde opleidingen o Versterken van PPS in onderzoek op gebied van Healthy Ageing o Uitwerken van het concept van projectleiderschap vanuit het CoE HA voor nieuwe IWP’s en in overleg voor bestaande IWP’s. Tijdpad: eerste helft 2015 o Verder uitwerken en realiseren van ondersteunende faciliteiten en diensten voor de IWP’s Tijdpad: 2015 en 2016 2. Kosten en baten en verdienmodel o Opstellen en toetsen van een plan om te komen tot een duidelijke borging van voldoende cash, in kind financiering en afzet- en onderzoeksgaranties voor de komende vier jaar en daarna o Versterken financiële bijdrage van bedrijven aan het CoE HA o Aanscherpen plannen voor contributie en concept van betaalde projectleiders. o Zorgen voor inkomsten uit onderzoek en onderwijs (o.a. trainingen, cursussen, nieuwe projecten, subsidies) o Opstellen van een EFRO aanvraag, ook vanuit IWP’s zullen subsidieaanvragen worden gedaan. o Opzetten van een verplichtingenadministratie Tijdpad: 2015 3. Sterker sturen op resultaten o Systematische voortgangsgesprekken 2 x per jaar met alle IWP’s door het management van het CoE HA. o Rapportage en beoordeling van de IWP’s: 3-maandelijkse korte tussenrapportages en uitgebreidere jaarrapportages door IWP’s aan het management van het CoE HA. Onderwerpen zijn dan onder meer de voortgang, de te realiseren resultaten, de business development. Daarbij is ook extra aandacht voor de participatie van bedrijven. o Vanuit het CoE HA zal sterker gestuurd worden op de clusters van IWP’s. Bovendien is het clusteren onder heldere thema’s goed voor de profilering en de herkenbaarheid van het CoE HA. Tijdpad: 2015-2016 4. Continu ongeveer 25 innovatiewerkplaatsen o Het streven is dat er binnen het CoE HA minimaal 25 innovatiewerkplaatsen actief zijn. Dit realiseren we door de instroom af te stemmen op de verwachte uitstroom en hier actief op te sturen. o Proces van initiëren en selecteren verder uitwerken. We verwachten dat we ongeveer 12 aanvragen per jaar nodig hebben om continu 25 of meer IWP’s actief te hebben.
31
Het CoE HA is meer dan alleen de losse innovatiewerkplaatsen. Door de innovatiewerkplaatsen te clusteren onder thema’s kunnen de verschillende IWP’s binnen een thema elkaar versterken. Tijdpad: 2015 en 2016
o
5. Kennisdeling o Vanuit het CoE HA zal meer aandacht worden besteed aan de kennisdeling tussen de innovatiewerkplaatsen binnen een thema. o Verder zal op een aantal generieke thema’s kennisdeling plaatsvinden, onder andere op business development, opschaling en eHealth. Tijdpad: 2015 en 2016 6. Positionering en profilering o Het CoE HA zal zich komende tijd sterker positioneren en profileren. o Naast regionale samenwerking zal het CoE HA investeren in een sterkere positionering op nationaal en internationaal niveau. Op nationaal niveau betreft dit de samenwerking met landelijke organisaties. Op dit moment zijn er al plannen voor samenwerking rondom de human capital agenda van de topsector LSH en samenwerking met het landelijk expertise centrum langdurige zorg Vilans. Op internationaal niveau sluiten we aan bij ontwikkelingen zoals het EIPAHA. o Verder zal het CoE HA de meerwaarde voor partners beter voor het voetlicht brengen, met name door het beschrijven en laten zien van de diensten en faciliteiten die het CoE HA levert aan partners. Tijdpad: 2015 en 2016 7. Sterkere verbinding HG o De HG laat zien hoe zij als penvoerder het OCW project CoE HA duurzaam verankert in de staande organisatie. Dit betekent versterken van de verbinding van het CoE HA met HG (aansluiten bij acties en ontwikkelingen uit de roadmaps onderwijs, onderzoek en ondernemerschap) en versterken van de relaties tussen onderwijs, onderzoek en ondernemerschap. o Paragraaf schrijven over de verbinding van het OCW project CoE HA met de HG op de pijlers onderwijs, onderzoek en ondernemerschap voor het HG CoE HA als onderdeel van de roadmaps. Tijdpad: januari 2015 8. Netwerk van actieve partners o Aan de partners wordt gevraagd om de komende periode te laten zien hoe zij het thema Healthy Ageing en de relatie met het CoE HA verankeren in de eigen organisatie o Het management van het CoE HA onderhoudt en versterkt de relatie met de partners en zal actie ondernemen om de circa 15 nog niet actieve partners te betrekken bij IWP’s en/of andere activiteiten. Tijdpad: 2015
32