Hoe voldoen aan voedselveiligheid bij het opstarten van aquacultuur? 1
Doel ................................................................................................................................................. 3
2
Type voorzieningen en andere definities ........................................................................................ 3 2.1
Type voorzieningen en activiteiten ......................................................................................... 3
2.2
Andere definities en afkortingen............................................................................................. 5
3
Verplichtingen per type voorziening en activiteit ........................................................................... 6
4
Registratie van operatoren en aanvraag toelating/erkenning van voorzieningen ....................... 10
5
4.1
Aquacultuurproductiebedrijven ............................................................................................ 11
4.2
Erkende verwerkingsbedrijven .............................................................................................. 13
Voorwaarden voor het verkrijgen van een toelating – erkenning ................................................ 13 5.1
Beoordeling aanvraag om toelating/erkenning .................................................................... 13
5.2
Garantie op traceerbaarheid van dieren en producten via registratie ................................. 14
5.3
Bewakingsprogramma dieren ............................................................................................... 15
5.3.1
Aanbevolen bewaking en inspecties in kwekerijen en in kweekgebieden van weekdieren .................................................................................................................... 15
5.3.2
Lijst van dieren die gevoelig zijn voor exotische en niet-exotische ziekten .................. 16
5.3.3
Gezondheidsstatus ........................................................................................................ 17
5.3.4
Risiconiveaus van een kwekerij of een kweekgebied.................................................... 19
5.3.5
Soorten gezondheidsbewaking ..................................................................................... 19
5.3.6
Taken van de erkende dierenarts .................................................................................. 20
5.3.7
Meldingsplicht ............................................................................................................... 21
5.3.8
Maatregelen bij bevestiging ziekte ............................................................................... 21
5.3.9
Voorwaarden statuut ‘Ziektevrij’ .................................................................................. 22
5.4
Goede hygiënische methoden............................................................................................... 22
5.4.1
Algemene hygiënevoorschriften voor de primaire productie ....................................... 22
5.4.2
Uitzonderingen .............................................................................................................. 23
6
Voorwaarden voor het behouden van de toelating – erkenning .................................................. 23
7
In de handel brengen van aquacultuurdieren ............................................................................... 24 7.1
Invoer van levende vis in de Europese gemeenschap........................................................... 24
7.1.1
Voorwaarden voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek en voor de aanvulling van put-and-take visbedrijven in de Europese gemeenschap ................................................................................................ 24 1
7.1.2
Binnenbrengen van gevoelige soorten in ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment 25
7.1.3
Dieren bestemd voor de kweek en om in het wild uit te zetten ................................... 25
7.2
Voorkoming van verontreiniging van natuurlijke wateren ................................................... 25
7.3
Vermarkten............................................................................................................................ 25
7.3.1
Voorschriften voor het vermarkten van kleine hoeveelheden levende vis op aquacultuurbedrijven .................................................................................................... 25
7.3.2
Voorschriften voor het vermarkten van kleine hoeveelheden dode visserijproducten op aquacultuurbedrijven ............................................................................................... 26
7.4
Transport ............................................................................................................................... 27
7.4.1
Bijhouden van een transportregister ............................................................................ 27
7.4.2
Kennisgevingsverplichting/gezondheidscertificaat ....................................................... 27
7.4.3
Hygiënevoorschriften (Verordening 853/2004) ............................................................ 28
7.4.4
Voorschriften inzake ziektepreventie ........................................................................... 28
7.4.5
Voorschriften inzake het uitzetten van aquacultuurdieren en producten daarvan en voor transportwater ...................................................................................................... 29
8
Heffingen ....................................................................................................................................... 29
9
Inspectie door het FAVV ................................................................................................................ 30
10
Referenties ................................................................................................................................ 30
2
1
Doel
Het voornaamste doel van het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) bij aquacultuur is het preventief beletten dat ziekten bij aquacultuurdieren zich voordoen en/of kunnen verspreiden. Operatoren die aquacultuurdieren (vissen, schaaldieren, weekdieren, met inbegrip van dieren voor sierdoeleinden) houden of verhandelen, moeten dus afhankelijk van het type voorziening voldoen aan bepaalde verplichtingen. In dit document wordt nader ingegaan op de verplichtingen per type voorziening.
2
Type voorzieningen en andere definities 2.1
Type voorzieningen en activiteiten
Voorziening (inrichting): een plaats die geografisch gezien kan geïdentificeerd worden door een adres, waar ten minste een activiteit wordt uitgeoefend of van waaruit deze wordt uitgeoefend. Er kunnen zich meerdere types van voorzieningen die elk met een activiteit overeenstemmen op een enkele geografische plaats bevinden; Voorziening waar waterdieren worden gehouden: houden van waterdieren zonder de bedoeling ze in de handel te brengen. Gesloten voorziening: dierenwinkels, tuincentra, tuinvijvers, handelsaquaria, groothandels die waterdieren voor sierdoeleinden houden die niet in rechtstreeks contact staan met natuurlijke wateren of die over een systeem voor de behandeling van effluenten beschikken dat het risico van verontreiniging van de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau terugbrengt: er is geen rechtstreeks contact met natuurlijke wateren als het bevoorradingswater niet rechtstreeks afkomstig is van een natuurlijke waterloop er is geen rechtstreeks contact met natuurlijke wateren als het afvalwater niet rechtstreeks in natuurlijke wateren wordt geloosd, maar bijvoorbeeld geloosd wordt in het openbaar rioolnet indien de plaats kan worden overstroomd waarbij water van de voorziening in natuurlijke wateren kan terecht komen, mag de voorziening niet als ‘gesloten’ worden beschouwd De ‘gesloten voorziening’ houdt alleen waterdieren voor sierdoeleinden, en De ‘gesloten voorziening’ brengt alleen dieren in de handel met als bestemming andere ‘gesloten voorzieningen’ Open voorzieningen, kwekerijen, plaatsen voor tijdelijk onderbrengen en put-and-take visbedrijven worden beschouwd als voorzieningen die aquacultuurdieren in de handel brengen. Open voorziening: alle andere voorzieningen voor waterdieren voor sierdoeleinden (sierweekdieren, siervissen, sierschaaldieren) dan gesloten voorzieningen. a) open voorziening met als activiteit het houden van waterdieren voor sierdoeleinden met de bedoeling ze in de handel te brengen b) open voorziening met als activiteit het houden van waterdieren voor sierdoeleinden met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten De ‘open voorziening’ is niet afgezonderd van natuurlijke wateren De ‘open voorziening’ houdt alleen waterdieren voor sierdoeleinden De ‘open voorziening’ mag alleen dieren binnenbrengen die afkomstig zijn van een ‘open voorziening’
3
Kwekerij: gebouwen, gesloten ruimte of installaties van een aquacultuurbedrijf waar aquacultuurdieren worden gekweekt om in de handel te worden gebracht. a) kwekerij met als activiteit het kweken van aquacultuurdieren b) kwekerij met als activiteit het kweken van aquacultuurdieren met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten De dieren zijn geen waterdieren voor sierdoeleinden; De kwekerij brengt de aquacultuurdieren in de handel voor: o De kweek op andere kwekerijen o Voor menselijke consumptie (inrichting voor bereiding/verwerking of plaasen voor tijdelijk onderbrengen) o Of voor heruitzetting in het wild Plaats voor het tijdelijk onderbrengen: alle voorzieningen waar in het wild verzamelde of gevangen waterdieren of aquacultuurdieren tijdelijk worden ondergebracht voor het slachten, zonder dat ze worden gevoederd. Het gaat niet om waterdieren voor sierdoeleinden; De dieren zijn bestemd voor een inrichting voor bereiding/verwerking, zij zijn niet bestemd voor een ‘kwekerij’ of een andere voorziening; Bijvoorbeeld: vijvers of bekkens van inrichtingen voor bereiding/verwerking waar vissen enkele uren tot enkele dagen worden gehouden voordat ze worden geslacht en bereid/verwerkt; Put-and-take visbedrijf: vijvers of andere installaties waarin de vissen uitsluitend bestemd zijn voor recreationeel vissen en waar de herpopulatie gebeurt met aquacultuurdieren afkomstig uit kwekerijen. Er vindt geen overdracht plaats naar andere voorzieningen (kwekerij, plaats voor tijdelijk onderbrengen, ander visbedrijf) en de dieren worden niet gebruikt voor heruitzetting in het wild. Productiegebied: een gebied in zoet water, in zee, in een estuarium, op het land of in een lagune waarin zich hetzij natuurlijke gronden voor weekdieren, hetzij gebieden gebruikt voor de kweek van weekdieren bevinden en waar weekdieren worden verzameld; a) productiegebied met als activiteit het kweken of verzamelen van weekdieren b) productiegebied met als activiteit het kweken van weekdieren met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten Heruitzettingsgebied: een gebied in zoet water, in zee, in een lagune of estuarium dat duidelijk met boeien, palen of andere verankerde materialen is afgebakend en dat uitsluitend bestemd is voor de natuurlijke zuivering van levende tweekleppige weekdieren; Voorziening waar waterdieren worden gehouden: alle voorzieningen waar waterdieren worden gehouden zonder de bedoeling ze in de handel te brengen waterdieren voor sierdoeleinden (sierweekdieren, siervissen, sierschaaldieren) en/of andere aquacultuurdieren (vissen, schaaldieren) en weekdieren het gaat typisch om vijvers van particulieren waarin koikarpers voorkomen en om onderzoeksstations (landbouwscholen, universiteiten, privébedrijven,…) Opgelet! Een onderzoeksstation dat dieren kweekt die worden gebruikt om in het wild te worden uitgezet, voldoet niet meer aan de definitie van ‘voorziening waar waterdieren worden gehouden’ en moet dan ook worden toegelaten/erkend als ‘kwekerij’ Een particulier die vis koopt en die in zijn vijver uitstort om er te vissen moet de vijver laten registreren onder ‘voorziening waar waterdieren worden gehouden’. 4
2.2
Andere definities en afkortingen
In de handel brengen: het feit van het verhandelen van aquacultuurdieren, ze te koop aanbieden of enige ander vorm van al dan niet kosteloze overdracht alsmede iedere vorm van verplaatsing. In de handel brengen is dus niet alleen kopen en verkopen, maar ook heruitzetting in het wild of overbrengen naar de voorzieningen van een andere verantwoordelijke, zelfs als dat gratis gebeurt; Sector Primaire productie: kweken van vissen en verzamelen van levende vissen met als doel deze op de markt te brengen alsook rechtstreeks aan de eindverbruiker te leveren. Behoren eveneens tot de primaire; het vervoer en de opslag van levende visserijproducten, in de aquacultuur te land, en het vervoer van levende visserijproducten, van de plaats van productie naar de eerste inrichting van bestemming Sector Transformatie: slachten, verbloeden, koppen, strippen, verwijderen van vinnen, koelen, het aanbrengen van onmiddellijke verpakking, fileren, roken, … Waterdieren: zijn vissen, weekdieren en schaaldieren. Het zijn in het wild levende en aquacultuurdieren samen. Aquacultuurdieren: zijn waterdieren (vissen, weekdieren en schaaldieren), in al zijn levensfases, die worden gekweekt of die uit het wilde milieu worden gehaald om in een kwekerij/een anders soort van voorziening/ een kweekgebied van weekdieren worden binnengebracht Tot aquacultuurdieren behoren: Die dieren die voor menselijke consumptie zijn gekweekt De dieren die worden gekweekt met het oog op heruitzetting in het wild De dieren voor sierdoeleinden Aquacultuurbedrijf: is de onderneming die één of meer inrichtingen (=kwekerij) bezit/beheert. Epidemiologische eenheid: een groep dieren die ongeveer hetzelfde risico van blootstelling aan een ziekteverwekker lopen. VEN: vestigingseenheidsnummer dat wordt toegekend door de Kruispuntbank van ondernemingen. Inschrijving bij de Kruispuntbank van ondernemingen is verplicht voor eenieder die een handelsactiviteit, ambachtelijke activiteit of niet-commerciële activiteit naar privaat recht wil uitoefenen.
5
3
Verplichtingen per type voorziening en activiteit (bijlage 6, KB 9 november 2009) Type voorziening
Activiteit
Kwekerij Kwekerij
Kweken van aquacultuurdieren Kweken van aquacultuurdieren met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten Voorziening waar waterdieren Houden van waterdieren zonder de worden gehouden bedoeling ze in de handel te brengen Gesloten voorziening Houden van waterdieren voor sierdoeleinde in voorziening die niet in contact staan met natuurlijke wateren of die over een systeem voor de behandeling van effluenten beschikken Open voorziening Houden van waterdieren voor sierdoeleinden met de bedoeling ze in de handel te brengen Open voorziening Houden van waterdieren voor sierdoeleinden met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten Put-and-take visbedrijf Recreationeel vissen Plaats voor het tijdelijk onderbrengen Productiegebied Productiegebied
Heruitzettingsgebied
Tijdelijk onderbrengen voor het slachten, zonder voeren, van wilde waterdieren of aquacultuurdieren Kweken of verzamelen van weekdieren Kweken of verzamelen van weekdieren met bestemming een lidstaat, een gebeid of een compartiment vrij van ziekten Heruitzetten van levende tweekleppige weekdieren
Registratie
Toelating
X
X
X
Erkenning
Register
X X
Bewakings goede voorwaarden programma hygiënische statuut methoden 'ziektevrij' X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X1
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X2
6
1: De uitgaande bewegingen van dieren moeten niet worden geregistreerd 2: als nodig
Ook bij de volgende inrichting zijn de activiteiten onderworpen aan erkenning door het FAVV: Type voorziening Activiteit Verzendingscentra Hanteren van voor menselijke consumptie geschikte levende tweekleppige weekdieren door ontvangst, verwatering, wassen, schoonmaken, naar grootte sorteren, voorzien van onmiddellijke verpakking Zuiveringscentra zuiveren van levende tweekleppige weekdieren om ze geschikt te maken voor menselijke consumptie Gesloten voorziening: Moeten niet door het FAVV worden geregistreerd, toegelaten of erkend De verantwoordelijken zijn niet verplicht om een bewakingsprogramma voor dierenziekten op te zetten, registers bij te houden over de aanvoer en de afvoer van dieren of de ‘goede hygiënische methoden’ in acht te nemen Voorwaarden statuut ‘Ziektevrij’ moeten niet voldaan zijn Gesloten voorzieningen mogen alleen dieren in de handel brengen met als bestemming andere gesloten voorzieningen. Als de dieren bestemd zijn voor open voorziening en moet de voorziening die de dieren in de handel brengt, voldoen aan de voorwaarden voor een ‘open voorziening’ en zich dus laten registreren en een toelating hebben als ‘open voorziening’. Het in de handel brengen van waterdieren voor sierdoeleinden mag de gezondheidsstatus van de waterdieren voor de in de lijsten vermelde ziekten evenwel niet in gevaar brengen. Waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van gesloten voorzieningen mogen niet worden uitgestort in open voorzieningen of een kwekerij van enig ander type en mogen niet in de natuur worden vrijgelaten. Kwekerijen: Die mensen moeten zich bij het FAVV laten registreren en hun voorzieningen moeten, al naargelang van het geval, toegelaten of erkend zijn: a) kwekerij met als activiteit het kweken van aquacultuurdieren De kwekerij moet door het FAVV zijn toegelaten De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: Chronologisch, voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren: o Identificatie van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) o Datum van de verplaatsing o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet een bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen b) kwekerij met als activiteit het kweken van aquacultuurdieren met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten De open voorziening moet door het FAVV zijn erkend De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: Chronologisch, voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren: 7
o
Identificatie van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) o Datum van de verplaatsing o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet een bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen ! De voorwaarden voor statuut ‘ziektevrij’ moeten voldaan worden
Open voorzieningen: Die mensen moeten zicht bij het FAVV laten registreren en hun voorzieningen moeten, al naargelang van het geval, toegelaten of erkend zijn: a) open voorziening met als activiteit het houden van waterdieren voor sierdoeleinden met de bedoeling ze in de handel te brengen. De open voorziening moet door het FAVV zijn toegelaten De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: Chronologisch, voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren: o Identificatie van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) o Datum van de verplaatsing o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet een bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen b) open voorziening met als activiteit het houden van waterdieren voor sierdoeleinden met bestemming een lidstaat, een gebied of een compartiment vrij van ziekten De open voorziening moet door het FAVV zijn erkend De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: Chronologisch, voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren: o Identificatie van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) o Datum van de verplaatsing o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet een bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen !De voorwaarden voor statuut ‘ziektevrij’ moeten voldaan worden Put-and-take visbedrijven: De visbedrijven moeten bij het FAVV geregistreerd zijn De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: o Chronologisch en per aanvoer: o Identificatie van de kwekerij van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Datum van de verplaatsing 8
o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) o Toelatingsnummer van de vervoerder Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet geen bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen maar hij moet wel alle gevallen van vermoeden of bevestiging van een van de in de lijst vermelde ziekten en alle gevallen van verhoogde sterfte melden. Uitgezette vis mag alleen afkomstig zijn van een toegelaten of erkende kwekerij. De vis mag in geen geval naar een andere voorziening (kwekerij/plaats voor het tijdelijk onderbrengen…) worden overgebracht of worden gebruikt voor heruitzetting in het wild. De dieren moeten in goede klinische gezondheid verkeren (geen ziektesymptomen). De gezondheidsstatus van de uitgezette vis mag de gezondheidsstatus van het water waarin hij terecht komt niet in het gedrang brengen (aangrenzend water inbegrepen). De vis moet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben. Hij mag niet afkomstig zijn van een kwekerij met gezondheidsstatus IV (onderworpen aan uitroeiingsprogramma) , V (besmet) of waar een niet te verklaren toename van de sterfte werd vastgesteld. In Wallonië moet de vis afkomstig zijn van een Belgische kwekerij met een groen label of van een kwekerij buiten België met status II (onderworpen aan bewakingsprogramma) of III (onbepaald) maar dan wel op voorwaarde dat negatieve resultaten beschikbaar zijn van een analyse op IHN-VHS waaruit blijkt dat de vis niet is besmet. Dat geldt voor soorten die gevoelig zijn voor VHS/IHN en voor de vectorsoorten als die afkomstig zijn uit een kwekerij waar ook gevoelige soorten worden gekweekt.
Voorzieningen waar waterdieren worden gehouden: De voorziening moeten bij het FAVV geregistreerd zijn De verantwoordelijke moet geen register bijhouden van de aanvoer van aquacultuurdieren De verantwoordelijke is niet verplicht de ‘Goede hygiënische methode’ toe te passen. De verantwoordelijke moet geen bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen maar hij moet wel alle gevallen van vermoeden of bevestiging van een van de in de lijst vermelde ziekten en alle gevallen van verhoogde sterfte melden. De aquacultuurdieren mogen alleen afkomstig zijn van een toegelaten of erkende kwekerij of open voorziening. De gehouden waterdieren mogen in geen geval in de handel worden gebracht. De dieren moeten in goede klinische gezondheid verkeren (geen ziektesymptomen). De gezondheidsstatus van de uitgezette vis mag de gezondheidsstatus van het water waarin hij terecht komt niet in het gedrang brengen (aangrenzend water inbegrepen). De vis moet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben. De dieren mogen niet niet afkomstig zijn van een kwekerij met gezondheidsstatus IV (onderworpen aan uitroeiingsprogramma) , V (besmet) of waar een niet te verklaren toename van de sterfte werd vastgesteld. In Wallonië moet de vis afkomstig zijn van een Belgische kwekerij/open voorziening met een groen label of van een kwekerij/open voorziening buiten België met status I (ziektevrij) voor IHN en VHS. De dieren mogen ook afkomstig zijn van een kwekerij/open voorziening van buiten België met status II (onderworpen aan bewakingsprogramma) of III (onbepaald) maar dan wel op voorwaarde dat negatieve resultaten beschikbaar zijn van een analyse op IHNVHS waaruit blijkt dat de vis niet is besmet. Dat geldt voor soorten die gevoelig zijn voor VHS/IHN en voor de vectorsoorten als die afkomstig zijn uit een kwekerij waar ook gevoelige soorten worden gekweekt. Plaats voor tijdelijk onderbrengen: De voorziening moeten bij het FAVV geregistreerd zijn De plaats voor tijdelijk onderbrengen moet door het FAVV zijn toegelaten 9
De verantwoordelijken moeten een register bijhouden dat ten minste de volgende informatie bevat: Chronologisch, voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren: o Identificatie van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam, adres, of VEN-nr) o Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) o Datum van de verplaatsing o Soort o Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Hij moet ook toezien op de toepassing van de ‘Goede hygiënische methode’ De verantwoordelijke moet een bewakingsprogramma voor dierenziekten toepassen De aquacultuurdieren mogen alleen afkomstig zijn van een toegelaten of erkende kwekerij/kweekgebied van weekdieren. De vis mag in geen geval naar een andere voorziening (kwekerij/plaats voor het tijdelijk onderbrengen…) worden overgebracht of worden gebruikt voor heruitzetting in het wild. De dieren moeten in goede klinische gezondheid verkeren (geen ziektesymptomen). De gezondheidsstatus van de uitgezette vis mag de gezondheidsstatus van het water waarin hij terecht komt niet in het gedrang brengen (aangrenzend water inbegrepen). De vis moet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben. Hij mag niet afkomstig zijn van een kwekerij met gezondheidsstatus IV (onderworpen aan uitroeiingsprogramma) , V (besmet) of waar een niet te verklaren toename van de sterfte werd vastgesteld. In Wallonië moet de vis afkomstig zijn van een Belgische kwekerij met een groen label of van een kwekerij buiten België met status I (ziektevrij) voor IHN en VHS. Zij mogen ook afkomstig zijn van een kwekerij buiten België met status II (onderworpen aan bewakingsprogramma) of III (onbepaald) maar dan wel op voorwaarde dat negatieve resultaten beschikbaar zijn van een analyse op IHN-VHS waaruit blijkt dat de vis niet is besmet. Dat geldt voor soorten die gevoelig zijn voor VHS/IHN en voor de vectorsoorten als die afkomstig zijn uit een kwekerij waar ook gevoelige soorten worden gekweekt.
4 Registratie van operatoren en aanvraag toelating/erkenning van voorzieningen Alle operatoren die in België actief zijn in de voedselketen dienen gekend te zijn bij het Voedselagentschap, en dus geregistreerd. Voor de uitoefening van bepaalde activiteiten is tevens een toelating of een erkenning vereist. Hoofdstuk drie gaf hierbij een overzicht over de eisen per type voorziening. Het verschil tussen een erkende en een toegelaten inrichting is dat erkende inrichtingen gezondheidsstatus I (ziektevrij) hebben. Die status wordt door België toegekend op voorwaarde dat voldaan is aan de eisen die zijn vastgelegd om die status te verkrijgen en na kennisgeving aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten. Het aanvraagformulier dat nodig is voor de registratie en aanvraag toelating/erkenning is terug te vinden op de website van het FAVV (www.favv-afsca.be, Beroepssectoren > Erkenningen, toelatingen en registratie > Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning). Het aanvraagformulier zelf is redelijk beknopt. Het bevat vooral de identificatiegegevens van de operator en de vestiging en de aard van de activiteit waarvoor men een registratie en een toelating/erkenning wil bekomen.
10
Operatoren die actief zijn in de voedselketen kunnen dit formulier voor verschillende doeleinden gebruiken met betrekking tot het FAVV. Naast de aanvraag voor registratie , een toelating en/of een erkenning kunnen ze hiermee : kennis geven van hun (nieuwe) activiteit(en) ; kennis geven van het stopzetten van hun activiteit(en) ; hun administratieve gegevens wijzigen. Dit formulier moet per brief, per fax of via elektronische weg aan het hoofd van de provinciale controle-eenheid (PCE) van de provincie waar de inrichting zich bevindt, worden teruggestuurd. Na ontvangst verkrijgt de operator een registratienummer voor diens voorziening. De aanvraag om toelating/erkenning wordt door de PCE beoordeeld om uit te maken of de betreffende activiteit geen onaanvaardbaar risico met zich meebrengt voor verspreiding van ziekten naar voorzieningen of naar bestanden van wilde waterdieren gelegen in de nabijheid van de voorziening waarvoor een aanvraag is ingediend. Bij de toekenning van een toelating dient het FAVV vóór de toekenning ervan na te gaan of de operator voldoet aan de wettelijk beschreven voorwaarden, eventueel via een bezoek ter plaatse. De bijkomende informatie die voor elke voorziening bij het formulier voor het aanvragen van een registratie, toelating en/of erkenning moet worden gevoegd omvat ten minste de gegevens die zijn vermeld in bijlage 2 van het KB van 9/11/2009:
4.1
Aquacultuurproductiebedrijven
Ten minste de volgende informatie moet aan het Voedselagentschap worden meegedeeld: a) naam en adressen van het aquacultuurproductiebedrijf en contactgegevens (telefoon, fax, email); b) naam en adressen en geografische ligging van alle vestigingsplaatsen (GIS-coördinaten indien mogelijk); Opmerking: De coördinaten voor het identificeren van de geografische plaats van de voorziening moet volledig zijn en het gebruikte systeem moet worden aangegeven, bijvoorbeeld: o 50,032680 en 4,532756: GPS, tientallig stelsel of 50°1’57.65”N en 4°31’57.92’’O: GPS, zestallig stelsel c) een plan van elke plaats met aanduiding van de watervang- en afvoerplaatsen; als geen effluenten in een waterloop worden geloosd, de afvoerplaats vermelden (riool en/of weiland en/of akkerland,…) Opmerking: Wanneer verschillende types van voorzieningen zich op dezelfde geografische plaats bevinden moet het plan het mogelijk maken om elk type voorziening te identificeren en indien nodig om de specifieke waterinlaat en afvoerplaatsen van elke voorziening te identificeren; Concreet kan een voorziening bestaan uit meerdere vijvers/bassins die soms zeer dicht bij elkaar gelegen zijn maar soms ook enkele honderden meters van elkaar verwijderd zijn; d) het productiedoel, het productietype en het maximale productievolume e) het type kwekerij (voor elke plaats): o voor vissen: zoutwaterkooien/-bassins, zoutwatervijver, zoutwatertanks, gesloten systeem met zout water, zoetwaterkooien/-bassins, zoetwatertanks, gesloten systeem met zoet water, onderzoeksfaciliteit, quarantainefaciliteit, andere (+beschrijving); o voor weekdieren: kwekerij van weekdieren, gesloten –kwekerij van weekdieren, open-, verzendingscentrum, zuiveringscentrum, kweekgebied van weekdieren, onderzoeksfaciliteit, quarantainefaciliteit, andere (+ beschrijving); o voor schaaldieren: lagune: omheind gebied, vijvers, bekkens, installaties voor onderzoek, quarantaineinstallaties, andere (+beschrijving); Opmerking: wat het type kwekerij betreft, moet worden verstaan onder: o ‘bassin’; een constructie in hard materiaal, bijvoorbeeld beton 11
o
‘vijver’: een waterpartij (natuurlijk of kunstmatige) waarvan de wanden meestal uit aarde bestaan f) het type productie o voor vissen: broedhuis, kweekkamer, broedstock, opkweek voor menselijke consumptie, ‘put-and-take-visbedrijven’, groothandelaars in siervissen, andere (+beschrijving); o voor weekdieren: broedhuis, kweekkamer, opkweek, andere (+beschrijving); o voor schaaldieren: broedhuis, kweekkamer, opkweek, andere (+ beschrijving); Opmerking: wat het productietype betreft, moet worden verstaan onder: o ‘Opkweek’ (voor menselijke consumptie): Vissen/schaaldieren: het vetmesten/kweken tot een maat die geschikt is voor het slachten in de kwekerij/in een inrichting voor het bereiden/verwerken; Weekdieren: het vetmesten/kweken tot een maat die geschikt is om ze te verzamelen voor consumptie; Opmerkingen: - Als de vissen/schaaldieren worden vetgemest om te worden gebruikt voor herpopulatie van natuurlijke waterlopen (heruitzetting in het wild), moet men: ‘andere’ vermelden en daarbij ‘herpopulatie’ opgeven; - Als de vissen worden vetgemest met het doel ze met een andere kwekerij als bestemming in de handel te brengen moet men ‘andere’ vermelden en daarbij ‘bestemming kwekerij’ opgeven - Als de vissen worden vetgemest met het doel ze met een visbedrijf als bestemming in de handel te brengen, moet men ‘andere’ vermelden en daarbij ‘bestemd voor visbedrijf’ opgeven; - Als de vis wordt vetgemest met het oog op het verzamelen van kaviaar moet men ‘andere ‘ vermelden en daarbij ‘kaviaar’ opgeven. o ‘put-and-take visbedrijf’: de plaats wordt gebruikt voor recreationeel vissen g) de gekweekte soorten aquacultuur (voor elke plaats) Opmerking: Voor waterdieren die tegelijk worden gekweekt als dieren voor sierdoeleinden en voor menselijke consumptie (bijvoorbeeld steur) moeten de ondersoort en het ras worden vermeld en waar nodig, of het gaat om dieren voor sierdoeleinden h) beschikbare informatie over de gezondheidsstatus; i) eventueel, een beschrijving van het type behandeling van het aangevoerde en/of afgevoerde water j) een raming van het type en het aantal leveranciers van aquacultuurdieren; k) een raming van het type en het aantal klanten voor aquacultuurdieren; l ) een raming van de frequentie van de verplaatsingen van aquacultuurdieren; m) de oorsprong van de eieren/jongen dieren (eigen productie of van een leverancier); n) naam en ordenummer van de erkende dierenarts belast met het programma voor de bewaking van de dierengezondheid Nadat deze gegevens doorgestuurd zijn naar het FAVV en het dossier goedgekeurd is, verkrijgt het bedrijf naargelang de activiteit een toelatings- of erkenningsnummer. Opgelet: Indien het bedrijf een ACS (AutoControleSysteem) heeft, vervalt de validatie ervan aangezien er een nieuwe activiteit bijgekomen is. Bij het verkrijgen van een nieuwe activiteit heeft de groenteteler zes maand tijd om het ACS van deze nieuwe activiteit te laten valideren en dus de bonus te behouden. Een teler heeft slechts recht op de bonus als het ACS van alle activiteiten is gevalideerd. Indien er een goedgekeurde gids bestaat dient de validatie te gebeuren door een OCI, indien er nog geen goedgekeurde gids bestaat, dient dit door het FAVV te gebeuren. 12
4.2
Erkende verwerkingsbedrijven
a) naam en adressen van het erkende verwerkingsbedrijf en contactgegevens (telefoon, fax, email) b) geografische ligging van het verwerkingsbedrijf (GIS-coördinaten indien mogelijk) c) plan van de plaats; d) bij aanwezigheid van systemen voor de behandeling van effluenten, een gedetailleerde beschrijving van het systeem; e) de plaats waar de effluenten worden geloosd: riool en/of waterloop, en/of weiland of akkerland, andere (+beschrijving). Opmerking: De inrichting moet alleen met een systeem voor het behandelen van effluenten zijn uitgerust als zij werkt met aquacultuurdieren die afkomstig zijn van een kwekerij/plaats voor tijdelijke onderbrenging/kweekgebied van weekdieren met status V(besmet) en als er risico is voor verspreiding van de ziekte naar kwekerijen/andere soorten van voorzieningen/kweekgebieden van weekdieren of als in de nabijheid in het wild levende waterdieren voorkomen Los van de gezondheidsstatus van de geslachte/bereide/verwerkte aquacultuurdieren moeten de inrichtingen niettemin de ‘goede hygiënische methoden’ toepassen om verspreiding van ziekten naar in de nabijheid voorkomende waterdieren te vermijden. Voor handelingen van de transformatie moet de operator over een erkenning ‘inrichtingen die visserijproducten bewerken’ of ‘inrichtingen die visserijproducten verwerken’ beschikken. Voor kwekers die bewerkingen op kleine schaal uitvoeren voorziet het FAVV versoepelingen in te voeren. De na te leven voorschriften voor de levering van kleine hoeveelheden zijn terug te vinden in hoofdstuk zeven.
5 Voorwaarden voor het verkrijgen van een toelating – erkenning 5.1
Beoordeling aanvraag om toelating/erkenning
De aanvraag om toelating/erkenning wordt door de PCE beoordeeld om uit te maken of de betreffende activiteit geen onaanvaardbaar risico met zich meebrengt voor verspreiding van ziekten naar voorzieningen of naar bestanden van wilde waterdieren gelegen in de nabijheid van de voorziening waarvoor een aanvraag is ingediend. Bij de toekenning van een toelating dient het FAVV vóór de toekenning ervan na te gaan of de operator voldoet aan de wettelijk beschreven voorwaarden, eventueel via een bezoek ter plaatse. Op basis van die risicoanalyse bepaalt de PCE het voor de voorziening typische risiconiveau. Dat niveau bepaalt mede de minimale inspectiefrequentie die de erkende dierenarts moet toepassen in het kader van de opvolging van het diergezondheidsprogramma. Als de risicoanalyse wijst op een onaanvaardbaar risico voor verspreiding van ziekten, kan de operator maatregelen voorstellen die ertoe strekken dat risico te verminderen, bijvoorbeeld: verplaatsen van de betreffende activiteit. Vooraleer een erkenning kan worden verleend voor voorzieningen die aquacultuurdieren in de handel brengen met als bestemming een ziektevrij(e) lidstaat/gebied/compartiment moet eerst een verklaring worden gedaan bij de Europese Commissie en die moet, waar nodig, worden goedgekeurd. Als gevolgd daarvan bedraagt de termijn voor het verlenen van een erkenning ten minste 3 maand. 13
5.2 Garantie op traceerbaarheid van dieren en producten via registratie Naar traceerbaarheid van dieren en diens producten toe is het vrij belangrijk dat operatoren van voorzieningen alles registreren. Zo moet er een register bijgehouden worden met alle in- en uitgaande bewegingen en moet ook voor elk transport van aquacultuurdieren een register bijgehouden worden. *Elke kwekerij/open voorziening/plaats voor tijdelijk onderbrengen en put-and-take visbedrijven moeten een register bijhouden. Het register vermeldt in chronologische volgorde voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren in en uit de voorziening het volgende: - Binnenkomend: Diersoort Herkomst van de dieren (factuur is voldoende) ontwikkelingsstadium (eieren, jonge dieren, voor de handel geschikte maat, …) Hoeveelheid (kg of stuks) De aard en de oorsprong van dierenvoeders De toegediende dierengeneesmiddelen of andere behandelingen die de dieren hebben ondergaan, met inbegrip van de data van toediening of behandeling van de wachttijden. … -Uitgaand: Aantal gestorven vissen tijdens kweek + datum + oorzaak Hoeveelheid slibproductie, al of niet geloosd op rioolnet … -Data van de bezoeken van de erkende dierenarts -Resultaten van het dierengezondheids- en bewakingsprogramma * elk erkend verwerkingsbedrijf moet een chronologisch register bijhouden voor elke aanvoer en afvoer van aquacultuurdieren, dat ten minste de volgende gegevens vermeldt: Identificatie van de kwekerij/plaats van tijdelijk onderbrengen/ het kweekgebied van weekdieren van vertrek (naam en gegevens of VEN-nr) Identificatie van de inrichting van bestemming (naam en gegevens) Datum van verplaatsing Soort of benaming van het product Hoeveelheid (in kg of stuks) * elke vervoerder moet een register bijhouden dat ten minste de volgende gegevens vermeldt: Identificatie van de voorziening van vertrek Identificatie van de voorziening van bestemming Soort en ontwikkelingsstadium (eieren, pootvis, handelsmaat, …) Hoeveelheid (in kg of aantal stuks) Tijdens het vervoer vastgestelde sterfte Plaatsen waar transportwater wordt genomen en geloosd Toelatingsnummer van de vervoerder, tenzij bij eigen vervoer Het origineel register vergezelt de lading, een kopie wordt bijgehouden op het bedrijf De registers mogen op papier of elektronisch worden bijgehouden. Het mag bestaan uit leveringsborderellen die waar nodig zijn aangevuld met de ontbrekende informatie, op voorwaarde dat de informatie makkelijk bruikbaar is voor de controleur. De registers worden gedurende een periode van ten minste vijf jaar bewaard op het bedrijf en kunnen worden voorgelegd telkens wanneer het Voedselagentschap daarom verzoekt. 14
5.3
Bewakingsprogramma dieren
Het doel van het bewakingsprogramma bestaat erin de diergezondheid in het algemeen te verbeteren. Het is namelijk verboden om aquacultuurdieren in de handel te brengen waarvan de klinische gezondheid niet goed is of die afkomstig zijn van een kwekerij waar zich een onverklaarde verhoogde sterfte heeft voorgedaan. Het gaat om een bewakingsprogramma dat wordt ingesteld in elke kwekerij/open voorziening/plaats voor tijdelijk onderbrengen, om de detectie mogelijk te maken van een verhoogde sterfte en/of de aanwezigheid van een ziekte van waterdieren (zie tabel bij 5.3.2). De operator moet er zelf voor zorgen dat een afdoend systeem wordt ingesteld en hij doet beroep op een erkende dierenarts. De erkende dierenarts voert de bedrijfsbezoeken uit zoals hieronder beschreven staat. Hij adviseert de verantwoordelijke met betrekking tot aangelegenheden in verband met de diergezondheid en treft ook de noodzakelijke veterinaire maatregelen. De minimale frequentie waarmee de erkende dierenarts bedrijfsbezoeken moet uitvoeren hangt af van de gezondheidsstatus van de voorziening en van het risiconiveau ervan, dat bepaald werd door het PCE.
5.3.1 Aanbevolen bewaking en inspecties in kwekerijen en in kweekgebieden van weekdieren Aanwezige soorten
Gezondheidsstatus vermeld in deel A
Geen voor de in 5.3.2 vermelde ziekten gevoelige soorten Voor één of meer van de in 5.3.2 vermelde ziekten gevoelige soorten
Categorie I Ziektevrij verklaard
Categorie verklaard
I
zoals Risiconiveau Bewaking
Laag
Ziektevrij Hoog Middelhoog Laag Categorie II Hoog Niet ziektevrij verklaard Middelhoog maar onderworpen aan een Laag door de Commissie goedgekeurd bewakingsprogramma Categorie III Hoog Voor zover bekend niet Middelhoog besmet maar niet Laag onderworpen aan een bewakingsprogramma om de ziektevrije status te bereiken. Categorie IV Hoog Voor zover bekend niet Middelhoog
Passief
Actief, gericht passief Gericht
Frequentie van de inspecties door de erkende dierenarts belast met het opvolgen van het bewakingsprogramma voor dierengezondheid Om de vier jaar
1 keer per jaar of Om de 2 jaar Om de 2 jaar Eén keer per jaar Om de 2 jaar Om de 2 jaar
Actief
Drie keer per jaar Twee keer per jaar Eén keer per jaar
Passief
Eén keer per jaar Om de twee jaar 15
besmet maar onderworpen aan een door de Commissie goedgekeurd uitroeiingsprogramma Categorie V Besmet. Onderworpen aan de minimale bestrijdingsmaatregelen
Laag
Hoog Middelhoog Laag
Om de twee jaar
Passief
Eén keer per jaar Om de 2 jaar Om de 4 jaar
5.3.2 Lijst van dieren die gevoelig zijn voor exotische en niet-exotische ziekten
(bijlage 4,
deel B, KB 09/11/2009)
EXOTISCHE ZIEKTEN ZIEKTE VIS Epizoötische hematopoïetische necrose Epizoötisch ulceratief syndroom WEEKDIEREN Besmetting met Bonomia exitiosa Besmetting met Perkinsus marinus Besmetting met Microcytos mackini
GEVOELIGE SOORTEN Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) en baars (Perca fluviatilis) Genera: Catla, Channa, Labeo, Mastacembelus, Mugil, Puntius en Trichogaster Australische platte oester (Ostrea angasi) en Chileense oester (Ostrea chilensis) Japanse oester (Crassostrea gigas), NoordAmerikaanse oester (C. virginica) Japanse oester (Crassostrea gigas), NoordAmerikaanse oester (C. virginica), Olympia platte oester (Ostrea conchaphila) en Europese platten oester (O. edulis) SCHAALDIEREN Besmetting met het taura- Noordelijke witte garnaal (Penaeus setiferus), syndroomvirus (TSV) Pacifische blauwe garnaal (Penaeus stylirostris) en Besmetting met het Pacifische witte garnaal (Penaeus vannamei) yellow-head-virus Aztekengarnaal (Penaeus setiferus), noordelijke roze garnaal (P. duorarum), kurumagarnaal (P. japonicus), grote tijgergarnaal (P. monodon), noordelijke witte garnaal (P. setiferus), Pacifische blauwe garnaal (P. stylirostris) en Pacifische witte garnaal (P. vannamei) NIET-EXOTISCHE ZIEKTEN ZIEKTE GEVOELIGE SOORTEN VIS Virale hemorragische Haring (Clupea spp.), houtingen (Coregonus sp.), septikemie (VHS) snoek (Esox lucius), schelvis (Gadus aeglefinus), Pacefische kabeljauw (Gadus macrocephalus), Atlantische kabeljauw (Gadus morhua); Pacefische zalmsoorten (Oncorhynchus spp.), regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), meun (Onos mustelus), beekforel (Salmo trutta), tarbot (Scophthalmus maximus), sprot (Sprattus sprattus) en vlagzalm (Thymallus thymallus) Infectieuze Ketazalm (Oncorhynchus keta), cohozalm (O. hematopoïetische necrose kisutch), masouzalm (O. masou), regenboogforel (O. (IHN) mykiss), rode zalm (O. nerka), Amogozalm (O. rhodurus), chinookzalm (O. tshawytscha) en Atlantische zalm (Samo salar) 16
Koi herpes virus (KHV) Infectieuze zalmanemie (ISA) Besmetting met Marteilia refringens
Gewone karper en koikarper (Cyprinus carpio) Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), Atlantische zal (Salmo salar) en beek- en zeeforel (S. trutta) WEEKDIEREN Australische platte oester (Ostrea angasi), Chileense oester (O. chilensis), Europese platte oester (O. edulis) en Argentijnse platte oester (O. puelchana), mossel (Mytilus edulis) en Mediterrane mossel (M. galloprovincialis) Besmetting met Bonamia Australische platte oester (Ostrea angasi), Chileense ostreae oester (O. chilensis), Olympische platte oester (O. conchaphila), Aziatische oester (O. denselammellosa), Europese platte oester (O. edulis) en Argentijnse platte oester (O. puelchana), SCHAALDIEREN Besmetting met het Alle tienpotige kreeftachtigen (orde Decapoda) wittevlekkenvirus
5.3.3 Gezondheidsstatus (bijlage 3, deel A, KB 09/11/2009) Categorie
I
II III
IV V
Gezondheidsstatus
Mag dieren Gezondheidscertificering binnenbrenge Binnenbrengen Verzenden n uit Ziektevrij Alleen JA NEEN als categorie I verzending naar categorie III of V JA als verzending naar categorie I, II of IV Bewakingsprogramma Alleen JA NEEN categorie I Onbepaald (voor zover Categorie I, II NEEN NEEN bekend niet besmet, of III maar niet onderworpen aan een programma om de ziektevrije status te bereiken) Uitroeiingsprogramma Alleen JA JA (artikel 33, par 2) categorie I Besmet Alle NEEN JA (artikel 33) categorieën
Mag dieren verzenden naar Alle categorieën
Categorie III en V Categorie III en V
Alleen categorie V Alleen categorie V
Categorie I: Ziektevrij gebied of compartiment (art 37, KB 9/11/2009): Voorwaarden voor gebieden en afhankelijke compartimenten: In het gebied of compartiment zijn geen ziektegevoelige soorten aanwezig Of als het pathogeen in het gebied of compartiment niet kan overleven 17
Of er werd in de afgelopen 10 jaar geen enkel geval van ziekte geconstateerd en o De omstandigheden waardoor de ziekte tot uiting kan komen zijn aanwezig; o Er worden sedert ten minste 10 jaarpassende bioveiligheidsmaatregelen toegepast o Er is geen bewijs dat de wilde waterdieren besmet zijn o Er zijn maatregelen getroffen om insleep van de ziekte als gevolg van handelsverkeer of import te beletten Of de ziekte werd in de afgelopen 10 kaar vastgesteld of de besmettingsstatus is onbekend en o Er is een aangepast bioveiligheidssysteem aanwezig o Er wordt sedert ten minste 2 jaar een goedgekeurd programma voor gerichte bewaking toegepast zonder dat de ziekteverwekker is ontdekt
Voorwaarden voor onafhankelijke compartimenten: Er is een aangepast bioveiligheidssysteem aanwezig Er wordt sedert ten minste 2 jaar een goedgekeurd programma voor gerichte bewaking toegepast zonder dat de ziekteverwekker is ontdekt Of het gebied of compartiment voldoet aan de in bijlage 5 van het KB 9/11/2009 vastgestelde voorwaarden Thans is slechts één Belgische kwekerij ziektevrij verklaard. Het bedrijf, La Fontaine aux truites in Gérouville, werd erkend als vrij van IHN en VHS. Categorie II: Bewakingsprogramma (art 33, par 1, KB 9/11/2009) Het gaat om een bewakingsprogramma dat wordt opgezet in gebieden/compartimenten waarvan de gezondheidsstatus onbekend is met het oog op het verkrijgen van gezondheidsstatus I (ziektevrij). Dat programma wordt door de lidstaat uitgewerkt op basis van vastgelegde criteria en wordt vervolgens ter kennisgeving en indien nodig ter goedkeuring ingediend bij de Europese Commissie. Het bewakingsprogramma moet aantonen dat de ziekte in het betreffende gebied/compartiment niet is voorgekomen gedurende een periode van ten minste twee jaar voordat gezondheidsstatus I (ziektevrij) kan worden erkend. Indien het nationale grondgebied, voor zover bekend, niet besmet is maar ook niet vrij verklaard is van één of meerdere van de vermelde niet-exotische ziekten, kan de Minister opdracht geven aan het Voedselagentschap om een bewakingsprogramma op te stellen om de ziektevrije status voor één of meer van deze ziekten te verkrijgen. Categorie III (Verordening 2008/896/EG) Voor zover bekend niet besmet maar niet onderworpen aan een bewakingsprogramma om de ziektevrije status te bereiken Categorie IV: uitroeiingsprogramma (art 33, par 2, KB 9/11/2009) Het gaat om het uitroeiingsprogramma dat wordt opgezet in gebieden/compartimenten waarvan de gezondheidsstatus besmet is met een ziekte met het oog op het verkrijgen van gezondheidsstatus I (ziektevrij) voor die ziekte. Dat programma wordt door het Voedselagentschap uitgewerkt op basis van vastgelegde criteria en wordt vervolgens ter goedkeuring ingediend bij de Europese Commissie. Het uitroeiingssprogramma moet het mogelijk maken de bestaande ziekte-uitbraken te elimineren en moet vervolgens aantonen dat de ziekte in het betreffende gebied/compartiment niet is voorgekomen gedurende een periode van ten minste 2 jaar voordat gezondheidsstatus I (ziektevrij) kan worden erkend. Categorie V: Besmet (art 30, KB 9/11/2009) 18
Bij bevestiging van de aanwezigheid van een ziekte die in de lijst is opgenomen, neemt het Voedselagentschap maatregelen om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Deze maatregelen omvatten: 1) De betreffende kwekerij /kweekgebied van weekdieren wordt besmet verklaard; 2) Rondom de besmet verklaarde kwekerij/kweekgebied wordt een beperkingsgebied ingesteld, dat een beschermings- en een toezichtgebied omvat; 3) De verplaatsing van aquacultuurdieren wordt zodanig beperkt, dat deze dieren slechts: a) in kwekerijen/kweekgebieden van weekdieren worden binnengebracht onder de voorwaarden zoals in bijlage 3, deel A b) worden gevangen of verzameld en geslacht met het oog op menselijke consumptie onder de voorwaarden dat de aquacultuurdieren een voor de handel geschikte maat hebben bereikt en geen klinische ziektesymptomen vertonen. 4) het bestemmen voor ophalen en verwijdering van dode vis en schaaldieren Het Voedselagentschap informeert de burgemeester van de gemeente waar de besmet verklaarde kwekerij/kweekgebied voor weekdieren gelegen is. Hoe kan de gezondheidsstatus gekend zijn van de kwekerij waar de aquacultuurdieren gekocht of verkocht worden? Een register van de in België gevestigde kwekerijen en kweekgebieden van weekdieren zal in de nabije toekomst beschikbaar zijn op de website van het FAVV (Beroepssectoren ->dierlijke productie -> aquacultuur) Elke lidstaat moet dat register openstellen voor het publiek en de website van de Europese Commissie bevat links naar de nationale websites van de verschillende landen (http://ec.europe.eu/food/animals/liveanimals/aquaculture/register_aquaculture_establishments_e n.htm
5.3.4 Risiconiveaus van een kwekerij of een kweekgebied (KB 9 november 2009, bijlage 3, deel B, II en Commissie 2008/896/EG) Hoog risico Mogelijke verspreiding Hoog risico of insleep van ziekten naar/van andere bedrijven of wilde bestanden
Middelhoog risico Middelhoog risico
mogelijkheid tot het Groot risico uitbreken van ziekten (veel biomassa, slechte waterkwaliteit), afhankelijk van de aanwezige soort;
Niet noodzakelijkerwijs Geen groter risico een groter risico
waar levende om verder te worden voornamelijk waterdieren verkocht gekweekt of te worden menselijke consumptie worden om uitgezet
Laag risico Laag risico
Uitsluitend menselijke consumptie
5.3.5 Soorten gezondheidsbewaking (KB 9 november 2009, bijlage 3, deel B, III) Passieve bewaking: verplichting om te vóórkomen of de verdenking van bepaalde ziekten of van verhoogde sterfte onmiddellijk te melden. Een onderzoek uit hoofdstuk 5, afdeling 2 is vereist. 19
Actieve bewaking: a) routine-inspectie door het Voedselagentschap, door erkende dierenartsen of door het Voedselagentschap aangewezen gezondheidsdiensten; b) onderzoek van de populatie van de aquacultuurdieren in de kwekerij of in het kweekgebied van van weekdieren op klinische ziektesymptomen; c) diagnosemonsters die moeten worden verzameld bij verdenking van een op de lijst opgenomen ziekte en in geval van tijdens de inspectie waargenomen verhoogde sterfte; d) de verplichting om het vóórkomen of de verdenking van bepaalde ziekten of van verhoogde sterfte onmiddellijk te melden. Gerichte bewaking: a) routine-inspectie door het Voedselagentschap, door erkende dierenartsen of door het Voedselagentschap aangewezen gezondheidsdiensten b) het nemen van de voorgeschreven monsters van aquacultuurdieren en deze met specifieke methoden op specifieke pathogenen te onderzoeken; c) de verplichting om het vóórkomen of de verdenking van bepaalde ziekten of van verhoogde sterfte onmiddellijk te melden
5.3.6 Taken van de erkende dierenarts Buiten de bedrijfsbezoeken voert de erkende dierenarts ten minste uit: Het onderzoek van het register, met name van de sterftegegevens om een gezondheidsbalans van de voorziening te kunnen opmaken en een verhoogde sterfte3 te kunnen vaststellen; Een visuele controle van een representatief monster van alle epidemiologische eenheden; Het uitwendig en inwendig klinisch onderzoek van een representatief monster van dieren die onlangs zijn gestorven of stervend zijn teneinde symptomen/tekens van een in de lijst vermelde ziekte te kunnen opsporen; Bij vermoeden van de aanwezigheid van een ziekte van de lijstmelding van dat vermoeden melden aan het PCE; Bij verhoogde sterfte, monsters voor diagnose nemen die moeten worden onderzocht. De analyses moeten worden uitgevoerd door een door het FAVV erkend laboratorium (zie website FAVV) Bij elk uitgevoerd bezoek moeten de gedane vaststellingen en de getroffen maatregelen worden vermeld in het register met aanduiding van de datum, de naam en de handtekening van de erkende dierenarts. De operator moet er zich ook van vergewissen of het personeel beschikt over de noodzakelijke informatie met betrekking tot het opsporen van ziekten van de lijst. Uitzonderingen: Voorzieningen waar waterdieren worden gehouden, put-and-take visbedrijven en gesloten voorzieningen: geen verplicht programma voor de bewaking van dierenziekten. 3
: Verhoogde sterfte: een niet te verklaren toename van de sterfte (die geen verband houdt met een technisch probleem zoals een te hoge temperatuur, een roofdier, te weinig zuurstof in het water, met slib verontreinigd water, …) tot boven het niveau dat in de gewone omstandigheden als normaal kan worden beschouwd. Hoe moet het sterftecijfer in een kwekerij/kweekgebied van weekdieren genoteerd worden? Het sterftecijfer moet in het register worden opgetekend voor elke epidemiologische eenheid van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren (waar nodig met identificatie van de daarmee overeenstemmende bak/vijver/…) per stadium en per productiecyclus. 20
Het sterftecijfer mag worden uitgedrukt in aantal stuks, in kg of ‘onder verwijzing naar een standaardcontainer’ (op voorwaarde dat de precieze inhoud wordt omschreven). Als het gaat om dieren voor sierdoeleinden moet het sterftecijfer in aantal stuks worden uitgedrukt. Elke verhoging van het sterftecijfer moet de dag zelf in het register worden genoteerd.
5.3.7 Meldingsplicht Verhoging van de sterfte: moet aan erkend dierenarts of aan PCE worden gemeld: Als er abnormale sterfte wordt vastgesteld, moet de erkende dierenarts of de PCE in kennis worden gesteld (behalve als de sterfte wordt verklaard door een andere oorzaak dan een besmetting, bijvoorbeeld te hoge temperatuur, te weinig zuurstof, roofdieren,…). De erkende dierenarts moet de gezondheidstoestand van de kwekerij onderzoeken en de vereiste veterinaire maatregelen treffen. Verdenking of bevestiging van ziekte: moet aan PCE worden gemeld: De PCE moet in kennis worden gesteld wanneer de aanwezigheid van een in de lijst vermelde exotische of niet-exotische ziekte (zie 5.3.2) wordt vermoed of bevestigd, dat wil zeggen zodra met een van die ziekten samengaande symptomen worden vastgesteld en wanneer een laboratoriumresultaat op de aanwezigheid van de ziekteverwekker wijst. Melding gebeurt door: Eenieder die symptomen of de aanwezigheid van een van de bedoelde ziekten of een toename van de sterfte vaststelt, moet een melding doen. En dat ongeacht of het gaat om: de eigenaar of de verantwoordelijke van het aquacultuurproductiebedrijf een persoon die zich bezighoudt met of toezicht uitoefent op de dieren de persoon die de vissen tijdens het vervoer vergezelt of de dierenarts
5.3.8 Maatregelen bij bevestiging ziekte
De PCE wordt in kennis gesteld Officiële dierenarts bezoekt bedrijf en neemt monsters Geen verplaatsing van aquacultuurdieren zonder toestemming van het FAVV Epidemiologisch onderzoek om: o De plaats van oorsprong en de wijze van besmetting te bepalen o Na te gaan of dieren de kwekerij/het kweekgebied hebben verlaten o Bepalen of andere kwekerijen/kweekgebieden besmet zijn
Exotische ziekten:
Kwekerij/kweekgebied van weekdieren wordt officieel besmet verklaard Instelling van beperkingsgebied + bestrijdingsgebied + toezichtsgebied Aquacultuurdieren mogen niet worden uitgezet in en verplaatst vanuit, binnen of naar het beperkingsgebied Informatieverstrekking aan de burgemeester Het FAVV kan alle maatregelen nemen die nodig zijn om verspreiding te vermijden Dieren die een voor de handel geschikte maat hebben bereikt en geen symptomen vertonen: ok voor menselijke consumptie/verwerking (onder toezicht van FAVV) o In voorwaarden die verspreiding van de ziekteverwekker vermijden o In erkende verwerkingsbedrijven o In verzendingscentra/zuiveringscentra met systeem voor het behandelen van effluenten Dode dieren en dieren met symptomen: doden en vernietigen (onder officieel toezicht)
21
Dieren die nog niet voor de handel geschikte maat hebben bereikt en geen symptomen vertonen: doden en vernietigen (onder officieel toezicht, volgens aangepast tijdschema) Kwekerijen/kweekgebied van weekdieren wordt leeggehaald + voldoende lange sanitaire leegstand (onder toezicht van het FAVV) Maatregelen worden opgeheven na o Beëindiging uitroeiing o Bemonstering en bewaking in beperkingsgebied met negatief resultaat
Niet-exotische ziekten: In ziektevrij gebied/compartiment: Minister beslist: Toepassing maatregelen voor ‘exotische ziekten’ om opnieuw ziektevrije status te verkrijgen Dieren zonder symptomen: opkweek tot voor de handel geschikte maat of verplaatsing naar besmet gebied/compartiment mogelijk Instelling van een uitroeiingsprogramma Toepassing van maatregelen voor ‘niet-ziektevrij gebied/compartiment’ In niet –ziektevrij gebied/compartiment: Kwekerij/kweekgebied van weekdieren wordt officieel besmet verklaard Instelling van beperkingsgebied + bestrijdingsgebied + toezichtsgebied Beperkingen van verplaatsingen van aquacultuurdieren vanuit het beperkingsgebied alleen toegelaten bij: o Binnenbrengen in gebied/compartiment met dezelfde of lagere gezondheidsstatus of o Slacht met het oog op menselijke consumptie of o Verwijdering en vernietiging van dode vissen en schaaldieren Burgemeester in kennis stellen
5.3.9 Voorwaarden statuut ‘Ziektevrij’ Voorzieningen waar waterdieren worden gehouden met de bedoeling ze binnen te brengen in een lidstaat, een gebied of een compartiment die (dat) ziektevrij is moet daarnaast voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in bijlage 5 bij het KB van 09/11/2009 om ‘ziektevrij’ te kunnen verklaard en de erkenning te krijgen.
5.4
Goede hygiënische methoden
De verantwoordelijken van aquacultuurproductiebedrijven en van erkende verwerkingsbedrijven moeten ‘goede hygiënische praktijken’ toepassen die zijn afgestemd op de betreffende activiteit. Bij gebrek aan een door het FAVV gevalideerde sectorgids Aquacultuur, moeten de operatoren erop toezien dat ten minste de voor de primaire productie geldende algemene hygiënevoorschriften worden toegepast die zijn vastgelegd in bijlage I van het KB van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen.
5.4.1 Algemene hygiënevoorschriften voor de primaire productie Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat primaire producten beschermd worden tegen verontreiniging met betrekking tot elke verder verwerking van primaire producten. a)Alle infrastructuur die voor de primaire productie gebruikt wordt, incl de infrastructuur voor de opslag en hantering van dierenvoeder, schoon te maken en indien nodig na het schoonmaken op passende wijze te ontsmetten. b) uitrusting, recipiënten, kratten, voertuigen en vaartuigen moeten schoon gehouden worden en indien nodig ontsmet worden Uitrusting en gereedschap: als de voorziening bestaat uit verschillende epidemiologische eenheden moet elke epidemiologische eenheid beschikken over haar eigen uitrustingen en gereedschap die 22
uitsluitend daarvoor wordt gebruikt. De overdracht van uitrustingen en gereedschap tussen de verschillende sectoren van een en dezelfde voorziening moet zoveel mogelijk worden vermeden of de uitrustingen en gereedschap moet worden gereinigd en ontsmet voordat ze in een andere sector worden gebruikt. c) Er moet een ontsmetting plaatsvinden na elk contact met aquacultuurdieren of wilde dieren en producten daarvan en/of met water van een lagere of een onbekende gezondheidsstatus en na levering aan een visbedrijf; d) in de mate van het mogelijk toe te zien op de reinheid van de slachtdieren en indien nodig van productiedieren e)altijd drinkwater of schoon water gebruiken om verontreiniging te voorkomen f) Erop toezien dat het personeel dat producten hanteert in goede gezondheid verkeert en op de hoogte wordt gebracht van de gezondheidsrisico’s. g) voor zover mogelijk te voorkomen dat dieren en schadelijke organismen verontreiniging veroorzaken h) afval en gevaarlijke stoffen zo op te slaan en te hanteren dat verontreiniging voorkomen wordt Opslaan en hanteren van kadavers en organisch afval; de opslagplaatsen moeten gemakkelijk kunnen worden gereinigd en ontsmet. Kadavers en organisch afval moeten worden bewaard in een gesloten en ondoorlatend recipiënt (of gelijkwaardig voorwerp) en onbereikbaar zijn voor roofdieren, voordat ze conform de geldende wetgeving worden verwijderd; Opslaan en hanteren van biociden (ontsmettingsmiddelen): de biociden moeten in België zijn toegelaten en worden gebruikt in overeenstemming met de voorschriften op het etiket. De lijst van toegelaten biociden is beschikbaar op de volgende website: https://portal.health.fgov.be/portal/page?_pageid=56,10156479&_dad=portal&_schema=PR OTAL Hygiënisch opslaan van voeder om verontreiniging ervan te vermijden en beschermd tegen vocht Gebruik van dierengeneesmiddelen, fytofarmaceutische producten en biociden in overeenstemming met de wetgeving De traceerbaarheid van aquacultuurdieren en dierlijke producten, diervoeder, diergeneesmiddel, fytofarmaceutische producten en biociden moet in overeenstemming zijn met de geldende wetgeving. i) de insleep en verspreiding van ziekten voorkomen, onder meer door voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer nieuwe dieren worden binnengebracht en verdachte haarden van ziekten aan de bevoegde autoriteit te melden j) toevoegingsmiddelen voor diervoeders en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving
5.4.2 Uitzonderingen Voorzieningen waar aquacultuurdieren worden gehouden en gesloten voorzieningen: geen verplichte goede hygiënische praktijken.
6
Voorwaarden voor het behouden van de toelating – erkenning
De operatoren komen de verplichtingen inzake traceerbaarheid, de toepassingen van goede hygiënemethoden en de instelling en toepassing van het bewakingsprogramma voor dierenziekten na. De betreffende activiteit brengt geen onaanvaardbaar risico voor de verspreiding van ziekten met zich mee. Als het gaat om voorzieningen waar waterdieren worden gehouden met de bedoeling om ze binnen te brengen in een lidstaat, een gebied of een compartiment die (dat) ziektevrij is:
23
o o
Er moet altijd worden voldaan aan de in bijlage 5 bij het KB van 09/11/2009 vastgelegde voorwaarden om ‘ziektevrij’ te worden verklaard; Er is een systeem voor gerichte bewaking voorhanden
De erkenning wordt geschorst als wordt vermoed dat de ‘ziektevrije’ status van de voorziening niet meer wordt nageleefd. De erkenning wordt ingetrokken als wordt bevestigd dat de ‘ziektevrije’ status van de voorziening niet meer wordt nageleefd.
7
In de handel brengen van aquacultuurdieren
7.1
Invoer van levende vis in de Europese gemeenschap
7.1.1 Voorwaarden voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek en voor de aanvulling van put-and-take visbedrijven in de Europese gemeenschap
De vis is vervoerd onder zodanige omstandigheden dat de gezondheidsstatus ervan niet is gewijzigd De vis moet vergezeld zijn van een dierengezondheidscertificaat De vis is afkomstig van één van de volgende gebieden:
Gebied Albanië Australië Brazilië Bulgarije Canada Chili China Colombia Congo Kroatië Macedonië Indonesië Israël Jamaica Japan Maleisië Nieuw-Zeeland Russiche Federatie Singapore Zuid-Afrika Sri Lanka Taiwan Thailand Turkije
Opmerkingen
alleen karpers
alleen karpers alleen karpers alleen karpers alleen karpers
alleen karpers alleen karpers alleen karpers
alleen karpers alleen karpers alleen karpers alleen karpers
24
Verenigde Staten
7.1.2 Binnenbrengen van gevoelige soorten in ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment
Dieren bestemd voor de kweek en om in het wild uit te zetten: o alleen als zij afkomstig zijn van een ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment Dieren/producten die later worden verwerkt met het oog op menselijke consumptie o alleen als zij afkomstig zijn van een ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment of o indien het gaat om vissen: als zij vóór verzending zijn geslacht en gestript o week- en schaaldieren: worden verzonden in de vorm van niet-verwerkte of van verwerkte producten o tijdelijke opslag alleen toegestaan als: - zij afkomstig zijn uit ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment of - weekdieren: in een verzendingscentrum/zuiveringscentrum/ander bedrijf dat is uitgerust met een systeem voor de behandeling van effluenten dieren/producten dien niet verder worden verwerkt: o niet van toepassing als zij worden aangeboden in detailverpakkingen in overeenstemming met VO 853/2004 o week- en schaaldieren moeten voldoen aan de voorwaarden voor ‘tijdelijke opslag’ als zij tijdelijk worden uitgezet of worden binnengebracht in een verzendingscentrum/zuiveringscentrum wilde dieren: o indien gevangen in niet-ziektevrij gebied/compartiment: quarantaine dieren bestemd voor kweek of in het wild uitzetten o alleen als zij afkomstig zijn van ziektevrij(e) lidstaat/gebied compartiment o in daartoe geschikte erkende voorzieningen in quarantaine worden gehouden
7.1.3 Dieren bestemd voor de kweek en om in het wild uit te zetten
7.2
Voorkoming van verontreiniging van natuurlijke wateren
7.3
Moeten in goede klinische gezondheid verkeren Zijn niet afkomstig van een kwekerij/kweekgebied van weekdieren waar zich een onopgeloste verhoogde sterfte heeft voorgedaan In de handel brengen is verboden als de dieren moeten worden vernietigd of gedood in het kader van de bestrijding van ziekten Herzetting in het wild of put-and-take visbedrijven: de gezondheidsstatus van de kwekerij van herkomst moet ten minste gelijk zijn aan de van de wateren waarin de dieren worden uitgezet
De lidstaten zien erop toe dat de ingevoerde levende vis en de producten daarvan, op geen enkele wijze worden binnengebracht in natuurlijke wateren op hun grondgebied en die wateren niet verontreinigen De lidstaten zien er ook op toe dat het transportwater van de ingevoerde zendingen de natuurlijke wateren op hun grondgebied niet verontreinigt.
Vermarkten
7.3.1 Voorschriften voor het vermarkten van kleine hoeveelheden levende vis op aquacultuurbedrijven Vissen uit de eigen productie kunnen rechtstreeks door de producent geleverd worden aan de eindverbruiker: op het productiebedrijf 25
via plaatselijke handel Aan de plaatselijke detailhandel (kleine winkel, restaurant, …)
De rechtstreekse levering geschiedt in kleine hoeveelheden met Momenteel nog 75kg/week, wet in de maak spreekt over max 50 kg/dag ofwel 20 ton/jaar voor vissen afkomstig van aquacultuur De vis die levend in de handel wordt gebracht, wordt voortdurend in omstandigheden gehouden die optimaal zijn voor zijn overleving.
7.3.2 Voorschriften voor het vermarkten visserijproducten op aquacultuurbedrijven
van
kleine
hoeveelheden
dode
Voor het doden, verbloeden, koppen, strippen, verwijderen van de vinnen, koelen en/of aanbrengen van de onmiddellijke verpakking van kleine hoeveelheden visserijproducten op het aquacultuurbedrijf en voor het in de handel brengen van deze producten, aan de volgende voorwaarden voldaan worden: Exploitanten van aquacultuurbedrijven kunnen kleine hoeveelheden visserijproducten uit de eigen productie waarop één of meerdere bewerkingen is uitgevoerd rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker: op de plaats van productie via plaatselijke handel (via marktkraam aan eindconsument) aan een detailhandel of restaurant, uitgebaat door de producent op de plaats van productie De rechtstreekse levering geschiedt in kleine hoeveelheden met een maximum van 7500 kg/jaar, wet in de maak spreekt over 20 ton/jaar voor visserijproducten afkomstig van aquacultuur. De exploitant van het aquacultuurbedrijf dient voor de bewerking van visserijproducten te voldoen aan de hygiënevoorschriften voor primaire productie: a) de producent moet beschikken over een goed onderhouden lokaal dat zodanig ingericht en uitgerust is om de bewerkingen op hygiënische wijze uit te voeren en met de nodige voorzieningen voor het wassen en ontsmetten van het gereedschap en de handen b) drinkwater of schoon water moet in voldoende hoeveelheden voor handen zijn c) de bewerkingen moeten zo snel mogelijk na het vangen onder hygiënische omstandigheden worden uitgevoerd en de producten moeten onmiddellijk en grondig worden gewassen met drinkwater of schoon water d) de ingewanden en delen van de visserijproducten die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid moeten in dat geval zo spoedig mogelijk worden verwijderd en gescheiden worden gehouden van de voor menselijke consumptie bestemde producten. Dierlijke bijproducten mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks een bron zijn van verontreiniging. e) de visserijproducten moeten onder ijs worden bewaard bij de temperatuur welke die van smeltend ijs benadert. Tijdens vervoer moeten zij op dezelfde temperatuur worden gehouden. Het ijs moet worden gemaakt van drinkwater of schoon water. Het moet op zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. f) de lokalen en de recipiënten die gebruikt worden voor de opslag van visserijproducten, moeten van die aard zijn dat de producten onder goede hygiënische omstandigheden kunnen worden bewaard en dat, waar nodig, het smeltwater niet in contact met de producten blijft. De lokalen en de recipiënten moeten schoon zijn en goed worden onderhouden. g) een onmiddellijke verpakking ten behoeve van de consument mag slechts aangebracht worden in diens bijzijn h) de visserijproducten mogen worden verdeeld in moten of gefileerd op vraag van de eindverbruiker en in diens bijzijn 26
i) er moet een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht worden genomen en er wordt passende, schone kledij gedragen
7.4
Transport
De verantwoordelijken nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat de gezondheidsstatus van de dieren en de producten ervan niet in gevaar zou worden gebracht. Daarnaast mag de gezondheidsstatus van de waterdieren op plaats van bestemming niet in gevaar worden gebracht. Het vervoer mag steeds gebeuren met eigen vervoermiddelen. Voor alle commerciële activiteiten dient het (eigen) vervoermiddel echter ook een certificaat van goedkeuring krijgen. Een uitzondering is voor vervoer van eigen dieren met eigen vervoersmiddelen over een afstand van maximaal 50km.
7.4.1 Bijhouden van een transportregister Bij het transport van levende vissen dient een register bijgehouden te worden. Het register bevat: Identificatie van de voorziening van vertrek en voorziening/inrichting van bestemming Datum Hoeveelheid, soort, stadium Tijdens vervoer vastgestelde sterfte Plaatsen waar het vervoerwater werd gehaald of geloosd Het origineel register vergezelt de lading, een kopie wordt bijgehouden op het bedrijf De registers mogen op papier of elektronisch worden bijgehouden. Het mag bestaan uit leveringsborderellen die waar nodig zijn aangevuld met de ontbrekende informatie, op voorwaarde dat de informatie makkelijk bruikbaar is voor de controleur.
7.4.2 Kennisgevingsverplichting/gezondheidscertificaat Kennisgevingsverplichting is nodig bij het verplaatsen van: Waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van of bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen Naar een andere lidstaat die: Ziektevrij zijn of Onderworpen zijn aan bewakingsprogramma of Onderworpen zijn aan een uitroeiingsprogramma En indien de vissoorten behoren tot soorten die vatbaar zijn voor ziekten waarvan de betrokken lidstaat: Ziektevrij zijn of Onderworpen zijn aan bewakingsprogramma of Onderworpen zijn aan een uitroeiingsprogramma ! Waterdieren voor sierdoeleinden in gesloten siervisvoorzieningen mogen niet worden uitgezet in open siervisvoorzieningen, kwekerijen, heruitzettingsgebieden, put-and-take visbedrijven, kweekgebieden van weekdieren of in het wild, tenzij de bevoegde autoriteit hiervoor toestemming heeft gegeven. Gezondheidscertificaat is nodig bij het verplaatsen van: Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, put-and-take bedrijven, open siervisvoorzieningen en de heruitzetting in het wild Aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie
27
Levende week- en schaaldieren bestemd voor zuiveringscentra, verzendingscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie Naar lidstaten, gebieden of compartimenten die: Ziektevrij zijn of Onderworpen zijn aan bewakingsprogramma of Onderworpen zijn aan een uitroeiingsprogramma Indien de vissoorten behoren tot soorten die vatbaar zijn voor of vector zijn van ziekten waarvan de betrokken lidstaat: Ziektevrij zijn of Onderworpen zijn aan bewakingsprogramma of Onderworpen zijn aan een uitroeiingsprogramma Afkomstig zijn uit lidstaten, gebieden of compartimenten waar: Een uitroeiingsprogramma van kracht is op de betrokken vissoort Het dierengezondheidscertificaat moet ingevuld worden volgens het model van: Deel A van bijlage II en de toelichting in bijlage V (Verordening 1251/2008) indien de zending bestaat uit aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, put-and-take bedrijven, open siervisvoorzieningen en de heruitzetting in het wild. Deel B van bijlage II en de toelichting in bijlage V (Verordening 1251/2008) indien de zending bestaan uit aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn bestemd voor verdere verwerking, zuiveringscentra, verzendingscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie. Dergelijke kennisgeving/gezondheidscertificaat is niet van toepassing op: Vissoorten die vóór verzending is geslacht en gestript Weekdieren of schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie en die daartoe zijn verpakt en geëtiketteerd Aquacultuurdieren of producten daarvan die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking, mits zij zijn verpakt in detailverpakkingen die voldoen aan Verordening nr 853/2004. De lijst van mogelijke vectorsoorten is terug te vinden in bijlage I van Verordening nr. 1251/2008
7.4.3 Hygiënevoorschriften (Verordening 853/2004)
Verse visserijproducten moeten op een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden Indien de visserijproducten onder ijs worden bewaard, moet ervoor gezorgd worden dat het smeltwater niet in contact blijft met de producten Visserijproducten die bestemd zijn om levend in de handel te worden gebracht, moeten onder zodanige omstandigheden worden vervoerd dat de voedselveiligheid of de houdbaarheid ervan niet worden aangetast.
7.4.4 Voorschriften inzake ziektepreventie (Verordening EG 1251/2008) Tijdens het vervoer van aquacultuurdieren mag de gezondheidsstatus van de dieren niet veranderen en moet het risico op verspreiding van ziektes teruggedrongen worden. Aquacultuurdieren mogen niet worden vervoerd in hetzelfde water of dezelfde container als waterdieren met een lagere gezondheidsstatus. Tijdens het vervoer mogen de dieren niet uit hun container worden gehaald en mag het water waarin zij worden vervoerd niet worden vervangen op grondgebied van een derde 28
land dat niet is goedgekeurd voor de invoer van dergelijke dieren of dat een lagere gezondheidsstatus dan de plaats van bestemming heeft. Wanneer aquacultuurdieren over zee worden vervoerd, moet een addendum voor vervoer van levende aquacultuurdieren over zee, ingevuld worden en aangehecht worden aan het desbetreffende diergezondheidscertifcaat.
7.4.5 Voorschriften inzake het uitzetten van aquacultuurdieren en producten daarvan en voor transportwater
8
Aquacultuurdieren en producten daarvan die zijn ingevoerd en die bestemd zijn voor menselijke consumptie, moeten zodanig worden gehanteerd dat besmetting van natuurlijke wateren wordt voorkomen. Aquacultuurdieren die zijn ingevoerd, mogen niet in het wild worden uitgezet, tenzij de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming hiervoor een toestemming heeft gegeven. Het transportwater van ingevoerde zendingen van aquacultuurdieren en producten daarvan moet zodanig worden gehanteerd dat het de natuurlijke wateren niet verontreinigd.
Heffingen
De operatoren van wie de activiteiten onder de bevoegdheid van het FAVV vallen moeten elk jaar een ‘heffing’ betalen voor elke vestigingseenheid (= een plaats die geografisch geïndentificeerd kan worden aan de hand van een adres waar ten minste één activiteit wordt uitgeoefend) waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Sommige operatoren uit de aquacultuursector zijn verantwoordelijk voor voorzieningen met verschillende geografische locaties. In dat geval wordt per provincie 1 VEN of Controlepunt toegewezen en vervolgens worden de verschillende voorzieningen per locatie geregistreerd in SANITEL. De betrokken operatoren betalen slechts één heffing per provincie ook als zij verantwoordelijk zijn voor 2 of meer voorzieningen die gelegen zijn op verschillende plaatsen in dezelfde provincie. Als exploitanten hun activiteiten binnen de voedselketen moeten aangeven bij de PCE (Provinciale controle eenheid) waartoe hun vestigingseenheid behoort, worden de heffingen van het Agentschap niet bepaald op basis van deze aangifte, maar wel op basis van het formulier dat jaarlijks aan deze operatoren wordt toegestuurd en waarop ze vermelden in welke sector ze het grootste deel van het omzet maken. Deze ingevulde formulieren moeten aan het FAVV worden teruggestuurd want de operatoren zullen op basis van de indiciën (= grond van vermoeden) worden gefactureerd. Het bedrag van de heffing hangt af van de voornaamste activiteit van de operator. In de primaire sector betreft dit een forfaitair bedrag, maar als een viskweker het grootste deel van zijn omzet maakt dankzij de verwerking van vis, moet hij een heffing in de sector’ transformatie’ betalen. Deze heffing hangt af van het aantal tewerkgestelde personen die actief zijn binnen de voedselketen. Het FAVV benadrukt ook dat heffingen van operatoren waarvan de autocontrole in 2010 niet voor alle activiteiten werd gevalideerd, zal verdubbelen vanaf 2011 (malus). Daarentegen zullen operatoren waarvan de autocontrole voor alle activiteiten in 2010 werd gevalideerd, een bonus ontvangen (verminderd heffing met 50%). De validering van de autocontrole is niet verplicht in tegenstelling tot de invoering die wel degelijk verplicht is. Operatoren kunnen er immer voor kiezen om de malus te betalen. Toch is het voortaan mogelijk om zijn autocontrolesysteem door het FAVV reeds te laten valideren, ook al bestaat er nog geen gids voor aquacultuur. Bij een gunstige audit van het FAVV voor alle
29
activiteiten, zal de operator vanaf het daaropvolgende jaar en gedurende drie jaar een bonus ontvangen en zal hij ook minder worden gecontroleerd. Van zodra een gevalideerde gids beschikbaar is, zullen de operatoren voor de audit een beroep kunnen doen op een door het FAVV erkend privécertificeringsorganisme.
9
Inspectie door het FAVV
Frequentie op basis van het risico om ziekten op te lopen en te verspreiden: Kwekerijen en kweekgebieden van weekdieren: van 1/jaar tot 1/ 4 jaar Put-and-take visbedrijven en voorzieningen die waterdieren houden zonder de bedoeling ze in de handel te brengen: nog te bepalen frequentie Ten minste: Controle op traceerbaarheid: in het bijzonder de sterftecijfers Controle op de diergezondheid: o Visuele inspectie van een representatief monster van de epidemiologische eenheden o Klinisch onderzoek van dode of stervende dieren Controle op goede hygiënische methoden
10
Referenties
KB van 9 november 2009: betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren. KB van 14 november 2003: betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen Verordening (EG) nr 1251/2008 ter uitvoering van richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten. / Verordening (EG) nr 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne Verordening (EG) nr 853/2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong Beschikking van de Commissie 2008/896/EG betreffende richtsnoeren voor de programma’s voor de op risico’s gebaseerde bewaking van de dierengezondheid, als bedoeld in de richtlijn 2006/88/EG van de Raad. Beschikking van de Commissie 2003/858/EG tot vaststelling van veterinnairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie. Koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het FAVV.
30
Ministrieel besluit van 8 augustus 2008 tot vaststelling van de bijzondere modaliteiten voor een melding met het oog op registratie of een aanvraag voor toelating en/of erkenning bij het FAVV. De activiteitencodes van het FAVV met betrekking tot de sector aquacultuur zijn beschikbaar op de website van het FAVV. Website FAVV: Beroepssectoren -> dierlijke productie -> dieren -> Aquacultuur Beroepssectoren -> Erkenningen, toelatingen en registraties (activiteitenlijst) Beroepssectoren -> Laboratoria -> Erkende laboratoria -> Algemeenheden en referentielaboratoria + DGZ/ARSIA –> wetgeving en contracten http://www.favv-afsca.fgov.be/aquacultuur/: Europese en nationale wetgeving, gezondheidsstatussen, register van aquacultuurbedrijven en nog andere informatie.
31