Kaartjes drukken 1. Wat is de behoefte? Het is leuk wanneer je met je verjaardag kaartjes krijgt. Maar zelf kaartjes versturen en anderen een gelukkige verjaardag kunnen wensen geeft misschien nog meer voldoening. Jammer genoeg zijn mooie en originele verjaardagskaarten vrij duur. Wij gaan op zoek naar een betaalbare oplossing. Aan welke behoefte moet het ontwerp voldoen? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………
2. Zoeken naar een oplossing? o Ik ga naar de winkel en koop kaartjes. o Ik maak zelf kaartjes. o Ik vraag aan mama of papa of er nog kaartjes van vorig jaar over zijn. 3. Uitvoeren 1. zo zou het er uit moeten zien
1
2. Technische eisen Bij het realiseren van ons werkstuk letten we op volgende zaken: • Juist meten. • Mooi binnen de lijntjes snijden met het snijmes. • Mooi sjabloneren. • Binnen de lijnen werken. Werkvoorbereiding: MIDDELEN Benodigdheden: Zoek en schrap de volgende woorden in het raster: snijmes, aluminiumfolie, snijmat, lat, schaar, fluostift, waterverf, vod, spatrooster, karton, potlood, plakband, tandenborstel, water, lijmstift, plastic mapje, gomstempeltje, krant. Q A W A T E R V G N
S L A V A W A O O O
P U T E N L A D M T
A M E J D A H F S R
T I R P E T C L T A
R N V A N S S U E K
O I E M B N T O M P
O U R C O I A S P L
S M F I R J M T E A
T F I T S M J I L K
E O U S T E I F T B
R L T A E S N T J A
E I A L L E S A E N
V E W P O T L O O D
K R A T N A R K O V
MATERIALEN Waar komt papier vandaan? Vul in: 21 cm, 29,4 cm, oud papier, 80, lompen wit, houtpulp, 150, Amber Graphic. Papier wordt gemaakt uit ……………………………., uit …………………... en soms ook uit ………………………………………….. Dat papier heeft ook een naam …………………………………………, een kleur …………………. En zelfs een gewicht, namelijk ……………. gram. Het papier dat wij zullen gebruiken is zwaarder; het weegt …………… gram.
2
Het blad waar je nu naar kijkt heeft een bepaalde grootte. Meet eens de breedte en de hoogte van dit blad. Breedte: ……………………….. Hoogte: ………………………… Die grootte ( of dat formaat) noemen we A4. Als je dit blad in twee plooit en in twee gelijke delen knipt, dan heb je twee vellen papier van het formaat A5. Als je vier A5-bladen zou nemen en je kleeft ze aan elkaar, dan krijg je één groot blad van het formaat A3. MILIEU De werkplek Beantwoord de volgende vragen. Is er genoeg daglicht aan je tafel? JA / NEEN Heeft iedereen genoeg plaats op de werktafel om het product te maken? JA / NEEN Liggen de nodige gereedschappen binnen handbereik zodat je niet moet rechtstaan? JA / NEEN METHODE Welke technieken kunnen we gebruiken om het kaartje te maken? Er zijn 4 druktechnieken die we kunnen toepassen op het kaartje: doordruk, diepdruk, vlakdruk en hoogdruk.
3
Stel je eens voor dat we een rond gaatje knippen uit een plastic mapje en dat op een papier liggen. Je neemt een spatrooster en wat verf en je spat boven het plastic mapje. Wat gebeurt er? De verf is als het ware ............................... het plastic gevallen; daarom noemen we dat .................................................
Een techniek die meer door kunstenaars dan door drukkers gebruikt wordt, is diepdruk. De kunstenaar neemt een plaatje zacht metaal en ........................... daar een tekening in. Daarna smeert hij ...................... op het metalen plaatje (een beetje als choco op een boterham). De inkt komt daardoor ook in de ..................................... De kunstenaar verwijdert vervolgens alle overtollige inkt zodat enkel de inkt in de krassen achterblijft. Als je nu op het metalen plaatje een blad papier legt en het goed aandrukt, dan wordt de inkt op het papier gedrukt. Hier wordt de inkt die ................................. ligt dan het metalen plaatje ..........................................; vandaar de naam ........................................... Die techniek is zeer moeilijk om uit te voeren, wij pakken het iets eenvoudiger aan.
4
5
De kranten van vandaag worden op een heel andere manier gedrukt. Via ......................................... worden dunne metalen platen gemaakt waarop de krant geprint staat. De letters en foto’s zijn .......................... dan de ruimte ertussen. De plaat wordt vastgemaakt op een ronde buis met aan de ene kant een bakje .................................. en ......................... en aan de andere kant een rubberen buis. Als het systeem begint te draaien dan zorgt een speciaal mechanisme ervoor dat op de donkere vlakken ................................... kleeft en er op de witte vlakken een zeer dun laagje ........................... komt. De metalen plaat drukt op de rubberen rol en die drukt op zijn beurt op het ............................................ De inkt ligt hier niet lager of hoger maar op hetzelfde niveau van de teksten en tekeningen zelf, vandaar dat we hier spreken van ............................. Van drukker tot journalist Vul de volgende woorden in: inkt, drukker, drukpersen, grafische, fotografen, hoofdredacteur, journalisten, computer, redacteur, vormgever.
Een .......................................... is iemand die in een drukkerij werkt. Daar bedrukt hij bijvoorbeeld een vel papier dat dan samen met andere bedrukte papieren een krant vormt. Hij doet dat natuurlijk niet alleen! De ............................... ( een beetje de baas van de krant) zorgt ervoor dat alles gaat zoals het moet. De .................................. (die zorgen voor de artikels) en de ....................................... (die zorgen voor de foto’s) geven al hun materiaal aan de ..................................... . De redacteur en de .......................................... zorgen er dan voor dat alles netjes in de krant kan staan, ze doen dat met de ..............................
6
Daarna gaan de computerbestanden naar de .......................................... waar de .................................... zorgt dat de .......................................... en het krantenpapier samen een nieuwe krant vormen. Al die mensen werken in de .......................... sector.
In de wereld van het drukken gebeurt er natuurlijk veel meer dan dat; men drukt boeken, naamkaartjes en uitnodigingen, men ontwerpt verpakkingen, bedrukt T-shirts en petjes ... Ook schilders en kunstenaars gebruiken vaak druktechnieken voor hun kunstwerken.
7
8
Aan de slag! Geleide instructie van de werkstappen: Handeling
Kritische punten
Aanbrengen van persoonlijke bescherming.
Losse haren samenbinden, juwelen verwijderen.
Richt je werkpost in.
Materialen: Zwart tekenpapier, plastiek matje Middelen, Lijm, schaar, breekmes, potlood, gom, lat.
Controle van de grondstoffen.
Ligt mijn tekening correct op het plastiek? Is het vastgekleefd?
Het sjabloon wordt gesneden
Snij heel traag en voorzichtig op de lijnen. Het is heel belangrijk dat je dat rustig doet, zodat je een mooi resultaat krijgt. Teken met een potlood rechte lijnen en knip het mooi uit! Leg het mooi recht en kleef het vast.
Het formaat van de kaart wordt getekend en gesneden Het sjabloon wordt op de kaart aangebracht. We gaan sjabloneren.
Neem de tandenborstel en strijk de haartjes in met wat witte waterverf. Neem ook het spatraam en beweeg de tandenborstel heen en weer zodat de verf door je sjabloon spat.
Controle van de leerkracht We sjabloneren met een tweede kleur.
We verwijderen het sjabloon.
We werken zoals hierboven maar gebruiken nu rode verf. We beperken het rood tot enkele spatjes. Doe dit heel voorzichtig.
9
Vul in: De techniek van het sjabloneren is een ………………………. Techniek. We noemen dat zo omdat de verf …………………………… het sjabloon op de juiste plaats op de kaart komt.
We snijden de letters ‘CARD’.
Draai je kaartje, kleef de letters erop en snij ze uit: gebruik een lat!
We tekenen een kader.
Draai je kaart om en teken rond de uitgesneden letters een kader dat 5mm breder is dan de letters zelf.
Maak rechthoek in aluminiumfolie.
Meet correct af en knip mooi recht. Smeer lijm binnen het kader dat je tekende rond de letters ‘CARD’. Kleef het aluminiumfolie erop. Let erop dat de blinkende kant naar beneden gericht is.
Schrap wat niet past. Voel eens aan de letters, ze zitten dieper / hoger dan het blad! Stel je voor dat we de lager gelegen letters vol zouden gieten met verf en je legt er een blad op, wat zou er dan afgedrukt worden? De dieper gelegen vlakken / de hoger gelegen vlakken. Daarom noemen we die techniek een vorm van door / diep / hoog druk.
Terwijl het kaartje droogt, nemen we het plastic mapje. Schrijf je naam met fluostift op het mapje, draai het om en druk dat af op het krantenpapier. Je zult zien dat je naam in spiegelbeeld afgedrukt wordt. 10
Schrijf je naam in spiegelbeeld op het krantenpapier. Leg daarop het plastic mapje. Ga met fluostift over de lijntjes. Druk dat af onder de woorden ‘gedrukt door’. Vul in op de juiste plaats: schreven, fantasie, schreven, vlakdruk, dun vlak. Met de fluostift heb je een heel …………………………. Verflaagje geschreven op het mapje. Als je dat afdrukt, dan spreken we van een …………………………… techniek; het mapje is immers ………………….. Kijk eens goed naar de vorm van de letters boven je afgedrukte naam! Het woord ‘CARD’ is geschreven met …………………. letters. De woorden ‘gemaakt door’ noem je een letter zonder …………….……...
We gaan stempelen.
Neem de stempel, de gouden verf en stempel je kaart.
Vul in. Bij deze techniek worden de ………………………… gelegen delen van de
stempel
afgedrukt.
Daarom
noemen
we
die
techniek
………………………………….
11
Testen van het product Technische eisen
OK
NOK
Zijn de juiste afmetingen gebruikt? Was de sjabloon netjes gesneden? Zijn er toegepast?
verschillende
druktechnieken
Geef je kaartje nu zelf een cijfer op 10
/10
Is er goed gewerkt? Vragen
JA
NEE
Had je steeds het nodige materiaal bij? Heb jij achteraf alles goed opgeruimd? Heb je de werkwijze goed gevolgd? Heb je de opdracht zoveel mogelijk zelf uitgevoerd?
12