awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
STADSONTWERP
HKA-SINT MARTEN ARNHEM voor
PORTAAL VASTGOEDONTWIKKELING GEMEENTE ARNHEM
PLAN VAN AANPAK OFFERTE CONCEPT 01 10 september 2007
door
awg architecten cvba Paardenmarkt 85 B-2000 ANTWERPEN BELGIE Tel. 00.32.3.233.87.40 Fax. 00.32.3.231.88.45 E-mail
[email protected]
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
1
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
VOORWOORD : ‘ Van nu af aan zal ik de steden beschrijven, ‘ had de Khan gezegd. ‘En jij moet op je reizen nagaan of ze bestaan.’ Maar de steden die Marco Polo bezocht had, waren altijd anders dan de steden die de keizer bedacht had. ‘En toch heb ik in mijn hoofd een model van een stad geconstrueerd waarvan ik alle mogelijke steden kan afleiden, ‘ zei Kublai. ‘ Het omvat alles wat beantwoordt aan de norm. Aangezien de bestaande steden in verschillende graad afwijken van de norm, hoef ik slechts uitzonderingen op de norm te voorzien en er de meest waarschijnlijke combinaties van te berekenen.’ ‘ Ik heb een model van een stad bedacht waarvan ik alle andere steden afleid,’ antwoordde Marco. ‘Het is een stad van louter uitzonderingen, uitsluitingen, tegenspraken, ongerijmdheden, tegenstrijdigheden. Als zo’n stad bestaat uit wat het meest onwaarschijnlijk is, wordt, met het verminderen van het aantal abnormale elementen, de waarschijnlijkheid dat de stad echt bestaat, groter. Dus ik hoef slechts de uitzonderingen aan mijn model te ontrekken en, ongeacht in welke volgorde ik tewerk ga, ik zal uiteindelijk één van de steden aantreffen die, hoewel nog altijd bij uitzondering, bestaan. Maar ik kan deze operatie niet ongelimiteerd doorvoeren ; ik zou steden verkrijgen die té echt lijken om echt te zijn.’ Uit ‘ de onzichtbare steden ‘ van Italo Calvino.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
2
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
INLEIDING :
Elke nieuwe opdracht is de aanleiding voor een specifieke aanpak. Bouwen in en aan een bestaande omgeving - in dit geval de locatie HKA-Sint Marten te Arnhem - vraagt steeds opnieuw om de analyse van de aanwezige karakteristieken, én uiteindelijk om de intelligente ‘zet’ die zowel de huidige kwaliteiten van projectgebied en omgeving versterkt, als er nieuwe kwaliteiten aan toevoegt. Bij de vraag naar een oplossing voor een ruimtelijk-organisatorisch probleem gaat het er o.i. altijd om door ontwerpend onderzoek een welbepaalde houding, een duidelijke mentaliteit met betrekking tot de ‘vraag’ te ontwikkelen, waardoor er voldoende stedenbouwkundige en/of architecturale energie vrijkomt om creatief ‘uit te vinden’. Met andere woorden gaat het om het specifieke karakter van een stad, een gemeente, een dorp, een gebied, een plek, het specifieke karakter van een tijd en de natuur ervan. Het draait hier dus om de ( her- )ontdekking van de identiteit van een welbepaalde plek welke kwaliteit straks de basis, de ruggengraat kan/moet vormen voor het opstarten van een hernieuwde ontwikkeling. Het gaat om de ( her- )ontdekking van die elementen van de identiteit van die plek waaruit straks strategische, stedenbouwkundig/architecturale kracht geput kan worden. Het gaat dus om de ( her- )ontdekking van de ‘cultuur welke deze plek heeft doen ontstaan’, om die vervolgens in te zetten tbv. de toekomst. Het gaat om het bouwen met de herinnering aan dat wat nooit bestaan heeft! Het nauwgezet ( her- )formuleren van de verschillende facetten van de vraag/de opgave – zijnde de basis, de essentie van deze ‘ontwerphouding’ - geeft houvasten om de juiste keuzes te maken die nodig zijn om uiteindelijk een project te creëren dat zich verankert in zijn tijd en omgeving en dit op alle niveaus, zowel stedenbouwkundig als straks architecturaal, maar ook sociaal, historisch en economisch. Daardoor dus een inclusief project, en geen exclusief, maar weldegelijk deel van zijn tijd, op zijn eigen wijze onderdeel van de context. Het resultaat van genoemd ontwerpend onderzoek moet uiteindelijke een stedenbouwkundigarchitecturaal project zijn = een structuur van betekenisvolle ruimten, gemaakt door en met betekenisvolle gebouwen. Die structuur wordt bereikt met middelen = de gebouwde omgeving die de drager en de vormer is van de ( semi-)openbare ruimte en dus van de stedenbouwkundige organisatie.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
3
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
PLAN VAN AANPAK : Naar een inhoudelijke aanpak… Een gestructureerde aanpak moet voorzien in de opmaak van een stadsontwerp voor de locatie HKA-Sint Marten te Arnhem. Dit Plan van Aanpak, waarvan de uiteindelijke en specifieke uitwerking en detaillering in overleg met de opdrachtgever Portaal Vastgoed en desgevallend de gemeente Arnhem verder is op te stellen, kent o.i. drie principiële en opéénvolgende hoofdonderdelen of zogenaamde projectfases : 01. Verkenningsfase 02. Ontwerpfase
03. Productiefase
= Inventaris, analyse- en definitiefase = Ontwerpfase/-ronde 1 = Ontwerpfase/-ronde 2 = Ontwerpfase 3 =… = Productie en Oplevering
1. Verkenningsfase : De Verkenningsfase gaat steeds de effectieve ontwerpfase vooraf en is erop gericht om een zo helder en zo duidelijk mogelijk inzicht/overzicht te krijgen mbt. de probleemstelling/de ontwerpopgave. Tijdens de Verkenningsfase van het project tracht je als ontwerper, zoekend naar de ‘geest van de plek’, de essentie te ontdekken van de stedenbouwkundige structuur, de stedenbouwkundige onderlegger van de omgeving waarin je werkzaam bent en waar uiteindelijk je ontwerp zal moeten bijhoren. M.a.w. bestudeer je de omgeving, de context op haar meest essentiële kenmerken. Het gaat er in deze fase om de verschillende facetten van de opgave zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. De Verkenningsfase heeft daarom op haar beurt twee duidelijk afgelijnde onderdelen/luiken : a. een inventarisatieluik. b. een analyseluik. Daarenboven moeten ons inziens in een derde luik de projectprocedure en de interne en externe communicatie desbetreffend, in gezamenlijk overleg tussen de opdrachtgever en de gemeente zorgvuldig uitgestippeld te worden of m.a.w. de overlegstructuur, de timing en de inhoud van de achteréénvolgende stappen en acties moeten éénduidig georganiseerd worden. Dit tbv. zowel de systematische ontwikkeling van een duurzame ontwikkelingsstrategie zelf zowel als - parallel hieraan – de gestage en zorgvuldige uitbouw van een breed draagvlak voor het project : c. modus operandi en communicatieluik
Luik a. Inventarisatie : a.1. Inventarisatie van Praktische Werkinfo : De Verkenningsfase heeft in de eerste plaats als doel het vergaren van een maximum aan praktische ontwerpinformatie tav. de probleemstelling/de ontwerpopgave of maw. het doel is
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
4
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
hier om een zo juist mogelijk referentiekader te scheppen voor het nieuwe ontwerp : een zo goed mogelijk begrip en inzicht in de – historisch gegroeide – fysionomie/omstandigheid van de gemeente/stad en/of de directe omgeving van het project in het algemeen en het projectgebied / de locatie van de opgave zelf in het bijzonder. Een eerste inventarisatie betreft dus alle concrete en bruikbare informatie mbt. de stedenbouwkundige, historische en technische karakteristieken van de context/de situatie van de project (-gebied). Het betreft hier vnl. informatie als : 1. Digitale tekening (-en ) : Kadastrale kaarten ( digitaal ) van het projectgebied en omgeving met aanduiding van oa. de eigendomsstructuur en de - te behouden en/of te slopen - bouwmassa’s. Terreinmaten / landmeting, hoogtepeilen van het projectgebied ( NAP ) en aanduiding van de resp. kroonlijsthoogtes,… Bestemmingsplannen,… Kabels en leidingen,… Bomenplannen,… Waterbouwkundige plannen en randvoorwaarden,… Inventaris monumenten ( gemeentelijke monumenten, rijksmonumenten,… ),… … 2. Grondstabiliteit / Bodemkwaliteit : Sonderinggegevens / specifieke karakteristieken mbt. de grondstabiliteit ( bv. accidentele grondlagen, gedempte waterlopen en/of grachten, gekende ondergrondse massieven,… ) met mogelijke invloed op het stedenbouwkundige schema. Gegevens mbt. ev. grondvervuiling,… … 3. Waterbouwkundige gegevens en randvoorwaarden,… 4. Luchtfoto’s, fotoreportages,… 5. Stedenbouwkundige cultuur-historisch/morfologische informatie ( oa. cultuurhistorische kaarten, heemkundige gegevens, historische karakteristieken, prenten,… ), voorgaande stedenbouwkundige analyses, studies,… 6. Sociaal-historische gegevens… 7. Over- en inzicht mbt. binnenstedelijke bestemmingsplannen, bebouwingsvoorschriften ( oa. Bouwbesluit, Aanpasbaar Bouwen, Politiekeurmerk, Brandpreventie en -bestrijding, Lichttoetreding, Geluidsbeheersing, Seniorenlabel,… ), gemeentelijke convenanten,… 8. Vigerende beleidsplannen ( oa. stadsorganisatie en -inrichting, verkeer- en parkeerbeleid, milieubeheersing,… ),… 9. …
a.2. Inventarisatie PvE : Anderzijds betreft de inventarisatie de – geleidelijke - opstelling en de onderschrijving van het globaal PvE ( Programma van Eisen ), zijnde de sturende uitdrukking van wensen en verwachtingen vanwege de initiatiefnemers of maw. het overzicht van het totaalpakket van randvoorwaarden, beperkingen, eisen, doelstellingen, verwachtingen en ambities / wensen vanwege de opdrachtgevers tav. de planontwikkeling en de toekomstige structuur en/of invulling ervan. Het PvE ontwikkelt zich gaandeweg - recht evenredig met het project zelf van grof naar fijn.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
5
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Niet ( of niet alleen ) de ontwerper is de betekenisgever, maar de bouwheer/opdrachtgever en de gemeente zal in samenspraak met de ontwerper en andere betrokkenen tot een “haalbare” oplossing moeten komen en dit dmv. het overleg. Immers ontstaan stedenbouw en architectuur op basis van of naar aanleiding van een vraag. Een vraag gesteld door een bestuur, een bouwheer/opdrachtgever. De stedenbouwkundige en daarna de architect ontvangen slechts de maatschappelijke delegatie om concepten voor te stellen die door constante samenwerking en overleg zullen resulteren in betekenisvolle antwoorden op de gestelde problematiek. awg architecten beoogt daarmee het op gang brengen van een gestage en wederzijdse stroom van vragen en antwoorden. De verkenningsfase is naar onze mening essentieel voor de afstemming tussen bouwheer/opdrachtgever, gemeente en ontwerper, maw. essentieel voor de toonzetting van het project.
b. Analyse : Het tweede en parallel deel van de verkenningsfase beoogt de systematische analyse van de ontwerpopgave an sich. Deze analyse beoogt - zoals hiervoor al gezegd - dus het ( her- ) formuleren van de verschillende facetten van ‘de vraag’/‘het probleem’ = ontwerpopgave, om daaruit de houvasten te distilleren die leiden tot een in alle opzichten ‘verankerd’ en dus inclusief en contextueel project. Enerzijds is er de informatie uit de inventarisatieronde zoals beschreven in voorgaand punt, waarbij actuele structuren en patronen inzichtelijk worden. Anderzijds wordt nu getracht om door analyse van het beschikbare materiaal, middels dialoog en overleg met deskundigen en betrokkenen alle knelpunten, pijnpunten, aandachtspunten, hiaten en discontinuïteiten, hindernissen en obstakels,… op te sporen en te inventariseren, over- en inzichtelijk te maken, te nuanceren ( bv. verschillende deelgebieden/zones = verschillende problematiek ) en uiteindelijk thematisch in beeld brengen. Beide worden tegen mekaar gewikt en gewogen. Het gaat er in deze fase dus om stapsgewijs door te dringen tot de essentie, de wortel, het wezen van de opgave, het gaat erom de relaties en connecties tussen problemen te ontrafelen en bloot te leggen, het gaat erom binnen de problematiek orde, logica, hiërarchie en prioriteiten te onderkennen.
c. Modus Operandi : Tijdens de verkenningsfase moeten niet enkel de hierboven genoemde inventarisaties en analyses tot stand komen. Er moet ook vorm en inhoud gegeven worden aan de feitelijke projectprocedure, het progressief stappenplan en niet in het minst het communicatietraject tav. betrokkenen en derden en dit met als uiteindelijk objectief de neerlegging en de goedkeuring ( besluitvorming ) van een stadsontwerp voor de HKA-Sint Martenlocatie. In het kader van deze offerte/plan van aanpak is het voor awg architecten wegens geen of onvoldoende inzicht in de bestuurlijke organisaties, nog onmogelijk om hiervoor een gedetailleerd en representatief stappenplan op te maken. Het stappenplan zoals hierbij gevoegd is een voorstel/is indicatief. De opstelling van definitief stappenplan/projectprocedure moet o.i. onderwerp zijn van een open overleg tussen de verschillende partijen/deelnemers : oa. momenten en/of termijnen van tussenevaluaties, noodzaak van tussentijdse goedkeuringen, prioriteiten mbt. terugkoppelingen,…
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
6
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Zo mogelijk stelt awg architecten graag een collectief, horizontaal en breed ontwerpproces voorop met maximale maar gestuurde betrokkenheid van alle partijen en spelers. Daartoe kan de oprichting overwogen worden van bv. : 1.
Een Planteam/Projectteam met vaste vertegenwoordiging van de opdrachtgever , de gemeente ( projectleiding, vakambtenaren stedenbouw, grondbeleid, stadshistorie, verkeer,… ), mogelijk andere belanghebbenden en de ontwerper(-s) zelf. Dit ter ‘dagelijkse’ dialoog, evaluatie, opvolging en sturing van de projectvoortgang. Het Planteam/Projectteam is het eigenlijke ontwerpteam waarin betrokkenen deelnemen vanuit de eigen deskundigheid en expertise om alzo wezenlijk bij te dragen in en de onderbouwing van de uiteindelijk planvorming.
2.
Een Stuurgroep met vertegenwoordiging van de opdrachtgever en de gemeente. De Stuurgroep voert de directie over het project en staat in voor de besluitvorming – voorbereid door de Projectgroep - ten aanzien van het project.
3.
Een Klankbordgroep met vertegenwoordiging uit de buurt, via Stichting HKA, en zo mogelijk andere belanghebbenden die overlegt met een vaste vertegenwoordiging van de opdrachtgever, de gemeente, de ontwerper(-s).
4.
Zo nodig de begeleiding van dit project door een communicatiedeskundige/adviseur / moderator (voor voorzitterschap, procesbegeleiding, verslaglegging).
5.
De frequentie en de opportuniteit van dialoog, evaluatie en informatie mbt. de projectvoortgang met andere instanties ( burgemeester en wethouders, raadscommissie, raad, welstandscommissie, andere bestuurlijke organen, pers,… ) moet in strikte samenspraak met de opdrachtgevers/projectleiding en de communicatiebegeleiding vastgesteld en ingebouwd worden.
Timing : 2 x 2 werkweken Werkschema : Vergadering Projectteam 2 werkweken Vergadering Projectteam 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam/Conclusie Verkenningsfase. Vergaderingen / Presentaties : 3 vergaderingen Projectteam 1 vergadering Klankbordgroep Rapportage/Stukken :
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
7
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
De fase ‘Verkenningen’ definieert de kaders en randvoorwaarden voor de ontwikkeling van meerdere denkpistes/concepten/modellen ( ontwerpfase ) voor een strategische visie op de opgave. Deze fase betreft hiertoe dan ook de studie en de taakstellende conclusies mbt. oa. de volgende themata :
situatie en verhouding plangebied en omgeving. inventaris aandachtspunten, studiepunten en ankerpunten voor conceptvorming. karakteristiek van plangebied en deelgebieden. karakteristiek van de openbare ruimte. opzet tot algemene strategie/ontwikkelingsvisie. varianten schetsmatige zonering bebouwing/niet-bebouwing. programma/functie en (steden-)bouwkundige zonering. cultuurhistorische onderlegger en uitgangspunten. inrichting van de (semi-)openbare ruimte/landschap. groenstructuur/-beleid. waterstructuur/-beleid. verkeer en parkeren : verkeersstromen/expeditie/parkeren faseringsmogelijkheden. algemene (beeld-)kwaliteit/referenties kwaliteit en normering ( oa. duurzaamheidprofiel, kwaliteitslabels, convenanten,… ) …
De te produceren stukken zijn : Werkboek met planen snedeschetsen, referentiebeelden, programma/functieschema’s, bouwtypologische spreiding, aanzet stedenbouwkundig instrumentarium, enveloppenplan/bebouwingsdiagram = telmodel ( incl. metrages en eenheden ), functioneel-programmatische zonering, ontwerpthemata, aanzet beeldkwaliteit, ontwikkelingsplan/-eenheden/deelprojecten, aanpak cultuurhistorische randvoorwaarden, verkeers- en ontsluitingsschema’s, ondersteunende teksten… Plannen, terrein- en bebouwingssneden en gevelprofielen. 3D-modellen. Werkmaquette. Rapportage/verslaggeving werkvergaderingen Opvolging planning/timing/werk- en vergaderschema. Opmerking : alle stukken – behoudens de werkmaquette – worden in 5-voud aangeleverd!
2. Ontwerpfase : Eenmaal de vraag correct en helder ge(her-)formuleerd is en daarmee het ‘probleem’/de ‘vraag’ inzichtelijk is geworden, kan een volgende stap in het proces gezet worden : het concipiëren / het ontwerpen oftewel het stapsgewijs en dmv. trial en error opzetten van denkpistes om te komen tot een geëigende en genuanceerde strategische aanpak van de plek, het gebied en/of de deelgebieden welke leidt tot de uiteindelijke oplossing van het vraagstuk. Ook dit gebeurt in een permanente en sturende overlegstructuur.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
8
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Volgend op de inventarisatie en de analyse van de Verkenningsfase, is nu de progressieve en stelselmatige uitwerking de volgende stap in het ontwerpproces met als einddoel een vastgesteld stadsontwerp/stedenbouwkundig plan. Het betreft hier mbp. de doorgedreven studie van de potentiële opties en conclusies secu besluitvorming ten aanzien van de definitieve plan- en proceskeuzes. De ontwerpfase beoogt het ‘ontwerpend onderzoek’ en alzo het progressief en stelselmatig onderzoeken van de strategische opties voor de (her-)ontwikkeling van de locatie; eerst nog schematisch, meervoudig, evaluerend en conceptueel, maar daarna steeds meer specifiek, welbepaald, éénduidig en uiteindelijk kaderstellend voor de verdere planvorming. Inzet van/voor de ontwerpfase zijn de principiële uitspraken en keuzes mbt. de algemene strategische benadering van de opgave, waarbij de thematische analyse uit de Verkenningsfase systematisch omgezet worden in antwoorden tav. diezelfde themata. Dergelijk ‘ontwerpend onderzoek’ vergt integraal denken van alle betrokken partijen. Ontwerpend onderzoek vergt een integraal planproces ttz. een planproces waarbij alle participanten ( opdrachtgever, ontwerpers, overheden,… ) van in den beginne en op basis van gelijkwaardigheid aan tafel zitten en vanuit de resp. eigen deskundigheid essentiële input leveren. Die input is niet toetsend of faciliterend, maar wel initiërend en sturend. Daarbij komt dat een integraal planproces een fundamentele basishouding impliceert die ‘onzekerheid’ aanvaardt. Een integraal planproces is een proces welk onzekerheid als een kans / een potentie / een kracht ziet; een onzekerheid die maakt dat men aan het begin van het traject niet weet of NIET WIL WETEN wat het eindresultaat zal zijn. Een integraal planproces beoogt projecten die iedereen altijd al gewild had, maar niemand ooit verwacht had. Als deze basishouding mankeert, krijgt de context geen kans. Dit betekent dat geappelleerd zal worden aan de inbreng van de opdrachtgever, de gemeente en derden/deskundigen. Niet enkel om van gedachte te wisselen over de planevolutie maar om werkelijk een initiërende inbreng leveren. De verkenningsfase – zoals hiervoor beschreven – is daarvoor bv. van essentieel belang omdat in deze fase oa. de projectdefinitie wordt geschreven of maw. de betekenis wordt gegeven aan het project. Maar ook in de verdere planontwikkeling zal gedurig de inbreng van alle partijen gevraagd worden. Ontwerpen is dus (her-)ontdekken en zoeken om uiteindelijk te vinden. Ontwerpen is niet uit-vinden. Wij geloven dat vorm niet ‘gegeven’ wordt; maar dat vorm ‘verkregen’ wordt. Vorm is altijd het resultaat van werken binnen randvoorwaarden en beperkingen. Vorm kan daardoor niet los zijn van de context en dus is vorm altijd het resultaat van ontwerpend onderzoek. Ontwerpend onderzoek en een integrale aanpak betekent ook dat de ontwikkeling van het stadsontwerp gaandeweg/progressief getoetst kan worden op allerlei aspecten ( financieel/kostentechnisch, sociaal, bestuurlijk, milieu/duurzaamheid, fasering/flexibiliteit,… ), waardoor ontwerpopties- en/of -beslissingen systematisch kunnen bijgestuurd en/of onderbouwd worden.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
9
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Deze studie gebeurt modelmatig oftewel door het opzetten van diverse studiemodellen welke elk getoetst kunnen worden aan criteria van haalbaarheid ( stedenbouwkundig, financieel, fasering, programma, politiek/maatschappelijk, cultuurhistorisch,… ). Vervolgens wordt stelselmatig gecombineerd en/of getrechterd en verder fijngesteld tot en met de uitwerking van het ene en definitieve model tot een schetsontwerp.
2.1. Ontwerpfase 1 : In een eerste stap worden de ontwikkelingsmogelijkheden breed in kaart gebracht = basismodellen Het betreft hier het inventariseren van de ev. mogelijke denkpistes en dit binnen de randvoorwaarden en vanuit de mentaliteit/houding zoals die in de definitiefase werden vastgesteld. Dmv. de trial en error methode leidt dit tot een zestal verschillende ontwikkelingsmodellen. Op deze modellen wordt een pro-contra-analyse verricht, waarbij de resp. voordelen en nadelen mbt. de verschillende modellen geïnventariseerd en gewogen worden. De conclusies uit deze pro-contra-analyse leiden uiteindelijk tot beargumenteerde en verantwoorde keuzes van de meest opportune concepten en dit ter verdere uitwerking in Ontwerpfase 2. De middelen hiervoor zijn - per concept - functioneel-programmatische zoneringsdiagramma, een ruimtelijk-strategisch ‘enveloppenplan’ ( aanduiding van bebouwing- en nietbebouwingszones, markering van de footprint, hoogtestrategie/bebouwingshoogte, openbare ruimte/landschap, … ), fasering, de markering van de ontwikkelingseenheden, telmodellen,…
2.2. Ontwerpfase 2 : In een tweede stap worden de gekozen/geselecteerde ontwikkelingsmogelijkheden verder uitgediept. Opnieuw wordt op de doorgewerkte modellen een pro-contra-analyse verricht, waarbij de resp. voordelen en nadelen mbt. de verschillende modellen geïnventariseerd en gewogen worden. De conclusies uit deze pro-contra-analyse leiden tot keuze van de definitieve concept ter verdere uitwerking in Ontwerpfase 3. De middelen hiervoor zijn opnieuw – meer doorgewerkte - functioneel-programmatische zoneringsdiagramma, een ruimtelijk-strategisch ‘enveloppenplan’ ( aanduiding van bebouwings- en niet-bebouwingszones, fasering, markering van de footprint, hoogtestrategie, landschap, … ), de markering van de ontwikkelingseenheden, telmodellen,…
2.2. Ontwerpfase 3 : In een derde en laatste stap wordt het uiteindelijk geselecteerde ontwikkelingsconcept - op basis van de conclusies en aanbevelingen uit de vorige fase - weer verder uitgediept, gedetailleerd, verfijnd, bijgesteld en uiteindelijk afgewerkt als basis voor het stadsontwerp. De middelen hiervoor zijn functioneel-programmatische zoneringsdiagramma, een ruimtelijkstrategisch ‘enveloppenplan’ ( aanduiding van bebouwings- en niet-bebouwingszones, markering van de footprint, hoogtestrategie, landschap, … ), de markering van de ontwikkelingseenheden, telmodellen,…
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
10
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
De opmaak van een stadsontwerp gebeurt alzo in opéénvolgende fases/stappen en dit ahv. de opzet en de evaluatie van opeenvolgende hetzij naast elkaar staande concepten. Verdere ontwikkeling en fijnstelling leiden uiteindelijk tot kaderstellende, strategische keuzes/opties. Hierbij worden principiële en kaderstellende uitspraken mbt. de ontwikkelingsstructuur van de plek beoogt, de onderlinge relaties en verbindingen tussen de plandelen, de resp. verbindingen met de omgeving, de strategie vs. de cultuurhistorische randvoorwaarden, de algemene ruimtelijk structuur en organisatie op het terrein, de bebouwingstypologieën, de programmatisch-functionele capaciteit/bezetting en invulling van de site, de ontwikkelingsstrategie,… Het stadsontwerp heeft als doel om – proefondervindelijk - de stedenbouwkundige randvoorwaarden oftewel het bebouwingsreglement concreet en maatvast te benoemen en vast te leggen voor de (her-)ontwikkeling van het uiteindelijke project. Het verkavelingplan legt oa. vast : 01. Situering : o Stedenbouwkundige inbedding : karakteristiek deellocatie structuur van de (semi-)openbare ruimte/landschap verbindingen, zichtlijnen … o Cultuurhistorische situatie/onderlegger deellocatie. o … 02. Ontwikkelingsenveloppe : o Verkavelingmodel : gemaatvoerd verkavelingplan ( drie dimensies ), bebouwingstypologie, dwars- en langsprofielen bebouwing, dwars- en langsprofielen (semi-)openbare ruimte,… o Ontwikkelingsenveloppe/Karakteristieke Massa. o … 03. (Beeld-)Kwaliteit : Ambitieniveau ( referentiebeelden ) Verkavelingstructuur. Typologie Programma/functie op niveau deellocatie. Percelleering =verticale geleding. Eenheid vs. Differentiatie Plint/Lijf/Kop = horizontale geleding. o (winkel-)puien o Begane Grondlaag. o Kroonlijsten o Kapstructuur. o … Relatie/overgang openbaar/privaat o Buitenruimten. o Erfscheidingen o …
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
11
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Materiaal, Kleur en Detail. … 04. Proefverkaveling/Voorbeeldverkaveling. Bij aanvang werd reeds gesteld dat bij de vraag naar een oplossing voor een ruimtelijkorganisatorisch probleem, het er o.i. altijd om gaat om door onderzoek een welbepaalde houding, een duidelijke mentaliteit met betrekking tot die vraag te ontwikkelen, waardoor er voldoende stedenbouwkundige en/of architecturale energie vrijkomt om creatief ‘uit te vinden’. Met andere woorden gaat het om het specifieke karakter van een stad, een gemeente, een gebied, een plek, een tijd en de natuur ervan. Tegelijkertijd lijkt het ons noodzaak om de discussies omtrent de ontwikkeling van het stadsontwerp ook inhoudelijk breed te trekken. Daarom wil awg architecten binnen het proces enkele bijkomende maar o.i. toch onvermijdelijke gesprek- en werkthema’s aan de orde stellen. Deze thema’s zijn elk inhoudelijk separaat maar toch onverbrekelijk verbonden. Deze thema’s zijn : 1. 2. 3. 4. 5.
Stedelijke Continuïteit en Gelijktijdigheid Banaliteit en Terughoudendheid Intensief Ruimtegebruik en Stedelijke Verdichting. Duurzaamheid en Intelligente Ruïne Integraal en Milieuverantwoord Verder Bouwen.
1. Stedelijke Continuïteit en Gelijktijdigheid : Onze visie tav. het verder bouwen aan een stad wordt in hoofdlijn gedragen door het geloof in de beide complementaire principes van ‘continuïteit’ en ‘gelijktijdigheid’ : nl. de gelijktijdigheid van heden en verleden welke o.i. DE ‘stedelijke’ kwaliteit bij uitstek is. Immers het oude is niet voorbij maar ondertussen is het heden deel van de actualiteit. Naar onze mening is het zaak om mbt. wonen en werken in zowel beeld als structuur te blijven streven naar een neutraliteit welke o.i. de beste garantie is voor het overleven en het steeds recupereren, uitbouwen en verdichten van stedelijke structuren en gebouwen. De betrachting moet o.i. zijn om deel te nemen aan de geschiedenis eerder dan zelf geschiedenis te schrijven : nl. zich inschrijven in een continuïteit. Moderniteit in de zin van ‘een breuk met de geschiedenis’ is nefast. Dit sluit hedendaags en actueel getuigen van vandaag met de middelen ( technieken, materialen ) van deze tijd niet uit. Een stedenbouwkundig ontwerp is niet de kopie van, maar is een ontwerp over de stad/de wijk. Niet het beeld telt maar de essentie, het karakter. Stedenbouwkundige structuren en gebouwen met een ietwat onzekere tijdsoorsprong, tijdloos, vandaags, onzichtbaar aanwezig zijn ons doel. Het moge duidelijk zijn dat ontwerpopties nooit referenties mogen zoeken in de uiterlijke verschijningsvorm, maar wel in de kern van de verschijnselen, niet in het beeld van het oude, maar in het karakter ervan. Niet historiserend = met minderwaardigheidscomplex t.o.v. het verleden, maar wel schatplichtig. In een stedelijk ontwerp zijn stedenbouw en architectuur onontwarbaar één. Stedenbouwkundige intenties worden vertaald met architecturale middelen, vermaterialiseren zich in de gebouwen.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
12
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
De betrachting is om het bestaande op te nemen met de herinnering aan dat wat nooit bestaan heeft! 2. Banaliteit en Terughoudendheid : Een vaststelling is immers dat de stad voor het overgrote deel bestaat uit ‘banaliteit’ in de zin van terughoudendheid en/of neutraliteit. Slechts de ‘instituten’ markeren zich, tekenen zich af en zijn nadrukkelijk aanwezig. Wonen en werken spelen zich doorheen de tijd dan ook in belangrijke mate in die neutraliteit af, gekenmerkt door een steeds wisselend en onvoorspelbaar gebruik / boeiend ‘misbruik’ : de opéénvolgende generaties als opéénvolgende krakerbewegingen die telkens opnieuw stad en gebouwen bezetten. Bestemmingen en gebruiken veranderen doorheen de tijd voortdurend. Het is de kwaliteit van de ‘terughoudendheid’, de ‘gewoonheid’ welke het mogelijk maakt dat stedelijke structuren en gebouwen overleven. 3. Intensief Ruimtegebuik en Stedelijke Verdichting: Dit geloof wordt gevoed door twee eenvoudige vaststellingen welke de uitgangspunten / de basisprincipes vormen voor een tweeledige strategie tav. intensief ruimtegebruik : 1. het tegenover elkaar zetten van openbare ruimte en gebouwen en het aftasten van de grenzen tussen beide om tot verdichting te komen. 2. het inbouwen van een kwaliteitsvolle neutraliteit in stedelijke structuur en gebouwen als garantie voor de flexibele indeling / het flexibel gebruik en de recuperatie van structuren in de tijd ( zie voorgaand punt ). Het is een feit dat kernbebouwing ( dorp/stad ) is opgebouwd rondom openbare ruimten : nl. de straten en de pleinen, zijnde de ( woon- ) kamers van de gemeenschap, het interieur van de gemeenschap, de plaatsen waar goederen en gedachten worden uitgewisseld. De be/gebouwde omgeving is daarbij niets anders dan een - zoals de woning - hiërarchisch gestructureerd gebied = de aanéénschakeling van verschillende betekenisvolle ruimten, gemaakt met betekenisvolle gebouwen. De gebouwde omgeving is daarbij de drager van de (semi-)openbare ruimte/het landschap. In die visie op de openbare ruimte schuilt een eerste werkterrein tav. het intensieve ruimtegebruik. Immers het exploreren van de mogelijkheden van een projectterrein, het onderzoeken van de potenties van een gebied, een plek, het aftasten van de grenzen tussen de openbare ruimte en de bebouwde omgeving en het zorgvuldig zoeken naar een haalbaar evenwicht tussen beide, biedt ons de mogelijkheid om zowel de openbare ruimte als de bebouwde omgeving te versterken, maw. de inzet van de vrije ruimte te intensiveren en te komen tot verdichte structuren die weerstaan aan de erosie van de tijd. Steeds is het ons doel om in een gegeven situatie, onder welbepaalde condities te zoeken naar een ‘haalbaar en gerechtvaardigd maximum’ en dit door het opzoeken van de juiste limieten van oppervlaktes, hoogtes, volumes en de onderlinge positie van volumes tov. elkaar om zo binnen en buiten tot kwaliteitsvolle ruimte te komen. Het uiteindelijke doel is een win-win situatie tav. de openbare ruimte en de bebouwing zelf, ttz. de bevordering van de
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
13
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
gebruikskwaliteit en de gebruiksintensiteit van zowel de gebouwen als de openbare ruimte die zij vormen. Dergelijke exploratie van de limieten gebeurt oa. door het herinterpreteren van de traditionele stedenbouwkundige bouwstenen zoals het ‘gesloten bouwblok’ : bv. het interne van het bouwblok wordt zo mogelijk ontsloten, ontgonnen, aan de gemeenschap toegevoegd. Het binnen wordt buiten, het private wordt (semi-)openbaar, achterzijde wordt voorzijde, minderwaardig wordt gelijkwaardig,… Dit moet o.i. vandaag de visie zijn op intensief ruimtegebruik en dienovereenkomstig de voortdurende zorg voor het zorgvuldig omgaan met de ons nog beschikbare en resterende open ruimte. Onder de gestage bevolkingsaangroei is het leefbaar verdichten en intensiveren van de steden voor de volgende generaties de enige garantie voor levensruimte, op groene en dus onbebouwde zones en gebieden. Het is hun enige garantie op een leefbare wereld in de toekomst. 4. Duurzaamheid en Intelligente Ruïne : Bouwen met bekommernis voor intensief ruimtegebruik is naar onze mening ook het maken van ‘intelligente ruines’, het concipiëren van structuren ( stedenbouwkundig/architecturaalbouwkundig ) en bouwsels waarin de tijd zit ingebouwd. Bouwen is o.i. niet het optrekken van versteende programma’s van eisen. De tijd speelt zich immers af in de gebouwen en niet omgekeerd. Bestemmingen, gebruiken, veranderen voortdurend. Het leven is te wispelturig en te veranderlijk om te worden vastgelegd in programma’s. Wat je met zekerheid weet als ontwerper, is dat je die verandering niet onmogelijk mag maken. Je moet dus niet een programma van eisen verstenen; je kan hooguit proberen het gebouw geschikt te maken voor veranderlijk gebruik. Steden en dus gebouwen moeten vele generaties, leefstijlen en ‘woon’behoeften overleven, meer zelfs : ze moeten nuttig , geschikt en bruikbaar blijven. Dat is o.i. de werkelijke essentie van duurzaam bouwen. Niet zozeer het duurzaam bouwen in de zin van het bijna modieuze milieubewust / bio-ecologisch bouwen maar wel het integraal concept van het ‘tijdsvast’ en ‘tijdsbestendig’ en dus op ‘lange-termijn’ bedenken en construeren. Duurzaamheid is de opdracht van bouwheren/opdrachtgevers. Duurzaamheid is de opdracht van gemeenten en beleidsmakers. Duurzaamheid is de opdracht van de stedenbouwers, de architecten en het hele ontwerpteam, welke voor zeer lange duur de stedenbouwkundige foot-print en het casco+gevels van de gebouwen vastleggen. Installaties, uitrustingen, functionele indelingen en afwerkingen zijn daar deel van maar gradueel van kortere levensduur. 5. Integraal en Milieubewust Verder Bouwen : Toch is er tenslotte ook de collectieve verantwoordelijkheid om milieubewust en met zorg voor de leefomgeving met steden en gebouwen om te gaan. Immers met betrekking tot de ruimtelijke ordening / stedenbouw is de belangrijkste idee voor de komende tijd het inzicht dat de milieulast die veroorzaakt wordt door het bouwen en gebruiken van steden, infrastructuren en gebouwen, staat voor een zeer hoge milieukost, dat dit onhoudbaar is en dat we met z’n allen moeten zoeken naar middelen om daar verandering in te brengen. Zoals alle problemen zogenaamde beperkingen zijn, zo is ook dit bewustzijn een nieuwe bron om creatieve stedenbouwkundige en architecturale energie te genereren. De opdracht voor ontwerpers is : innovatieve, performante, integrale concepten te ontwikkelen.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
14
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
Bouwheren, investeerders, ontwikkelaars en het beleid moeten steden en gebouwen laten ontwerpen die ipv. energie consumeren, energie produceren. Dit kan, dit gebeurt al. Zo zorgzaam mogelijk omgaan met energie betekent vooral zomogelijk geen energie ge/verbruiken. Pollutie maximaal terugdringen wil zeggen gewoon geen afval produceren. Het meest ecologische gebouw is datgene dat nooit gebouwd werd. Aansluitend op het thema van ‘Verdichting’ moeten we hier stellen dat onze meest waardevolle bron, de meest milieukostbare het platteland is. Deze bron niet verder consumeren is eenvoudig : het volstaat er niet meer te bouwen. Het is noodzaak en het is eenvoudig te realiseren. Vermeerdering van aantallen, groei, verbetering van levensstandaard moeten opgevangen worden door steden en gemeenten te consolideren, in te breiden.
Timing : 3 x 2 werkweken. Werkschema Vergaderingen : Vergadering Projectteam Ontwerpfase 1 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam Ontwerpfase 2 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam Ontwerpfase 3 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam/Conclusie Ontwerpfase. Vergaderingen : 4 vergaderingen Projectteam. 3 vergadering Klankbordgroep. Rapportage/Stukken : De Ontwerpfases stellen achtereenvolgend de kaders en randvoorwaarden voor de verdere uitwerking van de concepten secu het verkavelingplan. Het verkavelingplan betreft hiertoe dan ook de studie en de taakstellende conclusies mbt. oa. de volgende themata :
situatie en verhouding plangebied en omgeving. karakteristiek van plangebied en deelgebieden. karakteristiek van de openbare ruimte. Variante uitwerkingen algemene strategie/ontwikkelingsvisie. varianten zonering ( driedimensioneel ) bebouwing/niet-bebouwing = schetsmatige proefverkavelingen programma/functie en (steden-)bouwkundige zonering.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
15
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
cultuurhistorische onderlegger en uitgangspunten. inrichting van de (semi-)openbare ruimte/landschap. groenstructuur/-beleid. waterstructuur/-beleid. verkeer en parkeren : verkeersstromen/expeditie/parkeren faseringsmogelijkheden. algemene (beeld-)kwaliteit/referenties kwaliteit en normering ( oa. duurzaamheidprofiel, kwaliteitslabels, convenanten,… ) …
De te produceren stukken zijn :
Werkboek met planen snedeschetsen, referentiebeelden, programma/functieschema’s, bouwtypologische spreiding, aanzet stedenbouwkundig instrumentarium, enveloppenplan/bebouwingsdiagram = telmodel ( incl. metrages en eenheden ), functioneel-programmatische zonering, ontwerpthemata, aanzet beeldkwaliteit, ontwikkelingsplan/-eenheden/deelprojecten, aanpak cultuurhistorische randvoorwaarden, verkeers- en ontsluitingsschema’s, ondersteunende teksten… Plannen, terrein- en bebouwingssneden en gevelprofielen. 3D-model. Werkmaquette. Rapportage/verslaggeving werkvergaderingen Opvolging planning/timing/werk- en vergaderschema.
Opmerking : alle stukken in 5-voud aan te leveren!
3. Productiefase : Wanneer alle ontwerpbeslissingen genomen zijn en de strategieën uiteindelijk afgekaard, komt het moment om ter afronding de tussentijdse werk- en discussiedocumenten, de planopties en strategische keuzes om te zetten in een definitief document. Wij stellen voor om dit document op te stellen in 1 werkfase. Timing : 1 x 2 a 3 werkweken Werkschema Vergaderingen : Productiefase = 2 a 3 werkweken Vergadering Projectteam/Oplevering Stadsontwerp Vergaderingen : 1 vergadering Projectteam
Rapportage/Stukken : Boekwerk en plankaarten verkavelingplan annex beeldkwaliteitplan : rapportage en onderbouwing cfr. analyses ter onderbouwing keuzes en opties verkavelingplannen,
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
16
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
gemaatvoerde plannen en snedes en profielen, referentiebeelden, programma/functieschema’s, bouwtypologische spreiding, stedenbouwkundig instrumentarium, driedimensioneel enveloppenplan/bebouwingsdiagram = telmodel ( incl. metrages en eenheden ), functioneel-programmatische zonering, ontwerpthemata, aanzet beeldkwaliteit, ontwikkelingsplan/-eenheden/deelprojecten, aanpak cultuurhistorische randvoorwaarden, verkeers- en ontsluitingsschema’s, ondersteunende teksten… Plannen, terrein- en bebouwingssnede en gevelprofielen. 3D-model. Maquette. Rapportage/verslaggeving werkvergaderingen
Opmerking : alle stukken in 5-voud aan te leveren! Stukken in 5-voud.
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
17
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
SAMENVATTING WERK- EN VERGADERSCHEMA :
Verkenningsfase : Vergadering Projectteam 2 werkweken Vergadering Projectteam 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam/Conclusie Verkenningsfase.
Ontwerpfase : Vergadering Projectteam ( = conclusievergadering Verkenningsfase? ) Ontwerpfase 1 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep (?) Vergadering Projectteam Ontwerpfase 2 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep (?) Vergadering Projectteam Ontwerpfase 3 = 2 werkweken Vergadering Klankbordgroep Vergadering Projectteam/Conclusie Ontwerpfase.
Productiefase Productiefase = 2 werkweken Vergadering Projectteam/Oplevering Stadsontwerp
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
18
awg architecten cvba
voor
PORTAAL VASTGOED GEMEENTE ARNHEM
CONCLUSIE : ‘Vandaagse’ stedenbouw en architectuur is niet verbijzonderd, maar gewoon. We weten inmiddels dat zoeken resulteert in eenvoud. Integrale concepten zijn niet simpel, wel eenvoudig. Eenvoud is gecomprimeerde complexiteit. Je kan, rondkijkend overal in Europa, op zoek naar verstandige en dus goede ontwerpers constateren dat de avant-garde vandaag energie, talent, moed en intuïtie gebruikt om zich aan de bestaande context en het milieu te confirmeren. Ontwerpen is niet wat men soms denkt, artistiek hyperventileren of zogenaamd cosmetisch inpassen in een urbane esthetica. Ontwerpen is het gewone, het eenvoudige nastreven, ook al schijnt dat voor sommigen een provocatie. Dit alles heeft ook te maken met de emotionele noden van bewoners en gebruikers. Stedenbouw en architectuur moeten bovenal investeren in deze immateriële, niet kwantificeerbare noden. En meer nog dan voor de praktische noden wordt hiervoor van ontwerpers grote precisie en intuïtie verwacht. We moeten genereuze ontwerpen maken. Stedenbouw/Architectuur moet je ook datgene geven wat je zelf niet kan gevraagd hebben, maar wel had verwacht. Als architect/stedenbouwkundige ben je op zoek naar schoonheid, niet naar elegantie. Op zoek naar de harde kern van schoonheid, niet naar stijl. Op zoek naar mentaliteit. De specifieke eigenheid van een project is belangrijk. Stijl is onbelangrijk, is armoede, verkoopt makkelijk, maar biografisch gaat het snel voorbij en veroudert. Antwerpen, 10 september 2007, awg architecten cvba
10 September 2007
ARNHEM HKA-SINT MARTEN PVA.OFFERTE.CONCEPT.01
19