Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de openbare raadsvergadering en de openbare raadsavond op donderdag 16 mei 2013 in het gemeentehuis te Zuidwolde. Om 19.30 uur begint de openbare raadsavond met een presentatie RUD door de heer J.J. Vogelaar, kwartiermaker/beoogd directeur, Om 20.00 uur vindt er een rapportage dorpshuizen plaats door de directeur van de Stichting Welzijn De Wolden, de heer P. Leenaarts. Hierna is er pauze van 20.45 –21.00 uur. Om 21.00 uur begint de vergadering van de gemeenteraad.
AGENDA
Aanvang/streeftijd
Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad
21.00 uur
Algemeen Opening Vaststelling agenda Besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 11 april 2013
21.30 uur
1. 2. 3.
Besluitvormend/bespreekstuk Instemming uitwerking duurzaamheidslening voor starters
21.35 uur
4.
Besluitvormend/hamerstuk Vaststelling Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017
22.05 uur
5.
6.
22.10 uur Opiniërend Brief aan minister R. Plasterk van de Vereniging Drentse Gemeenten over samenwerking in Drenthe m.b.t. de decentralisaties
7.
Ingekomen stukken
8.
Sluiting
22.40 uur
Zuidwolde, 3 mei 2013 De voorzitter van de Raad,
R.T. de Groot Pagina 1 van 2
Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken. Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden. Opiniërend Tijdens het opiniërende vergaderblok voert de raad opiniërende discussies. De resultaten van deze discussies vormen bouwstenen voor voorstellen aan de raad. Deze raadsvoorstellen worden in een volgende vergadering besluitvormend behandeld
Pagina 2 van 2
Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 11 april 2013 om 20.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: H.S. Benning (Gb.), H. Buld-Kist (Gb.), J.M. Dekker (VVD), P. Groot (Gb.), A. Haar (D66), M.S.J. Hulst (VVD), W. Kamphuis (CDA), H. van Noord (CDA), D. Oosterveen (Gb), C.H.D. de Rijk (PvdA), W. Rumph (CDA), H.G. Scheper-Beijering (VVD), G.F. Timmerman (VVD), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU), J.R. van ’t Zand (Gb.), D. Zantingh (CDA) Voorzitter: Griffier: Verslag:
R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke D.Y.S. Kloosterhof
Tevens aanwezig: J. ten Kate, M. Pauwels-Paauw en J.H. Lammers, wethouders; N. Kramer, secretarisdirecteur Afwezig met kennisgeving: A.F. Assink (PvdA), G.C. Leffers-Heeling (Gb) Vragenhalfuur voor de burgers Hiervan wordt geen gebruikgemaakt. Vragenhalfuur voor de raad De heer Verheijen (GL) stelt een artikel 37A-vraag over de renteloze lening aan dorpshuis De Bastogne in Ansen. Beantwoording vindt plaats door wethouder Pauwels-Paauw. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. Hij wijst erop dat de agenda is gewijzigd. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. De agenda wordt door de raad vastgesteld. 2A. Benoeming 2e waarnemend vice-voorzitter raad De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel om de heer Groot (Gb) te benoemen als 2e waarnemend vice-voorzitter van de raad. 3. Besluitenlijst raad 14 maart 2013 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. De raad stelt de lijst vast. 4. Kennisname werkplan Scala nieuwe stijl; beschikbaarstelling middelen transitiekosten Op dit punt is een inspreker. De heer Zeldenrust, directeur Scala, spreekt in. De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. Wethouder Pauwels-Paauw zegt de raad toe dat hij wordt geïnformeerd als de omstandigheden wijzigen rondom Scala, o.a. door besluitvorming gemeenteraad Hoogeveen. Het college presenteert in dat geval een nieuw voorstel aan de raad. De raad stemt in met het voorstel.
1
5. Vaststelling bestemmingsplan Gijsselterweg 29 te Ruinen De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 6. Brief van het college over de samenwerking met de gemeente Hoogeveen d.d. 12 maart 2013 Dit agendapunt wordt opiniërend door de raad behandeld. Dhr. Groot neemt het voorzitterschap over. Burgemeester De Groot zegt aan de raad toe dat (financiële) vragen en opmerkingen worden meegenomen in het plan van aanpak dat nog naar de raad komt. En dat de raad nauw blijft betrokken bij dit proces. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de raad nader geïnformeerd wil worden: financieel, procesmatig, rapportages en ook richting de burgers. Dit kan in een startnotitie of bij het plan van aanpak. 7. Ingekomen stukken De raad stelt de lijst met ingekomen stukken vast. 8. Sluiting De voorzitter meldt nog de verhindering van mevrouw Assink (PvdA) en mevrouw Leffers-Heeling (Gb) en sluit om 22.45 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 16 mei 2013,
de griffier,
de voorzitter,
2
Vraag Artikel 37a Raadsvergadering 11 april 2013 Onderwerp: Renteloze lening dorpshuis De Bastogne in Ansen
Inleiding
in de Meppeler Courant van 29 maart lazen wij een bericht dat De Bastogne af wil van de renteloze lening die de gemeente vijf jaar geleden verstrekt heeft. Het gaat om een bedrag van 86.000 Euro die vanaf 2012 in 25 jaar moet worden terugbetaald. Het bestuur heeft op 25 september een verzoek tot kwijtschelding ingediend bij het College, En tot op heden geen antwoord van het College gekregen.
Vragen aan het college a. Wat is het standpunt van het College ten aanzien van het verzoek tot kwijtschelding? b. Waarom heeft het Bestuur van de Bastogne tot op de dag van vandaag geen antwoord van het College gekregen?
Namens de fractie van GroenLinks
Erik Verheijen
Toezeggingenlijst vergadering Raad 11 april 2013
Data
Onderwerp
Afspraak/Toezegging
Actie door
11-042013
Scala nieuwe stijl
Wethouder Pauwels-Paauw
11-042013
Samenwerking met Hoogeveen
De raad wordt toegezegd dat hij wordt geïnformeerd als de omstandigheden wijzigen rondom Scala, o.a. door besluitvorming gemeenteraad Hoogeveen. De raad wordt toegezegd dat (financiële) vragen en opmerkingen worden meegenomen in het plan van aanpak dat naar de raad komt. En dat de raad nauw blijft betrokken bij het proces van ambtelijke samenvoeging.
griffie, 18 april 2013
Burgemeester De Groot
Afdoening vóór
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 16 mei 2013 : VIII, punt 4 : 925 : Wethouder Jan ten Kate
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Duurzaamheidslening voor starters. Samenvatting: Bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma woonplan 2011-2015, in de raadsvergadering van 31 januari 2013, is gesproken over het onderzoeken van de mogelijkheid om een starterslening in te voeren. In dit voorstel wordt hier op terug gekomen vanwege diverse ontwikkelingen. Eind 2012 is een start gemaakt met een provinciaal woningmarktoffensief onder leiding van de provincie Drenthe. Het woningmarktoffensief is de kapstok waaronder een aantal acties hangen die gerelateerd zijn aan (het aanjagen van) woningbouw. Een daarvan is de startersmanifestatie die op 25 mei 2013 gehouden zal worden in alle gemeenten van Drenthe. In de loop van 2013 zal er ook nog specifieke aandacht worden geschonken aan (provinciale) duurzaamheid(-smaatregelen/-regelingen) voor de bestaande particuliere voorraad. Een van de redenen waarom de provincie maar ook andere gemeenten volop inzetten op verduurzaming van de woningvoorraad is, omdat de energielasten de komende jaren verder toe nemen. Mensen gaan steeds meer betalen voor gas en elektra. Het aantal mensen dat straks meer betaalt aan gas en elektra dan aan hypotheek gaat naar verwachting verder toenemen. Ook het aantal mensen dat ‘onder water staat’ door onder andere stijging van hun (vaste) lasten en als gevolg daarvan hun verplichtingen niet meer kunnen voldoen is aan het toenemen. Daarop vooruitlopend is het idee ontstaan om € 100.000,-, die in de reserve woonplan zit te gebruiken om starters te stimuleren om hun toekomstige woning duurzaam te verbouwen. In plaats van het inzetten van een starterslening. Daarbij is het idee aansluiting te zoeken bij provinciale en/of landelijke regelingen. We zien een ontwikkeling op ons afkomen dat de levensduur van de bestaande woningvoorraad de komende jaren toe zal moeten gaan nemen aangezien de nieuwbouwbehoefte zal afnemen. Een verouderde, slecht geïsoleerde woningvoorraad is voor de marktpositie van De Wolden als woongemeente niet wenselijk. Een kwalitatief gezonde woningvoorraad wel. Met een duurzaamheidslening speciaal voor starters wordt geprobeerd de starter te stimuleren en de woningvoorraad te verduurzamen. Fase van besluitvorming: In februari en september 2006 en bij de behandeling van de herziening van het Uitvoeringsprogramma woonplan 2011-2015 is gesproken over de invoering van een starterslening. In dit raadsvoorstel wordt u een alternatief voorgelegd. Na besluitvorming zal het alternatief mogelijk nader worden uitgewerkt.
Pagina 1 van 3
Ontwerpbesluit: Het college vraagt u: 1. om een duurzaamheidslening voor starters verder uit te mogen werken in plaats van een starterslening; 2. in principe in te stemmen met dekking voor deze duurzaamheidslening vanuit de reserve Woonplan tot ca. € 100.000,-. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Bij de behandeling van het Uitvoeringsprogramma woonplan 2011-2015, in de raadsvergadering van 31 januari 2013, is gesproken over het onderzoeken van de mogelijkheid om een starterslening in te voeren. In 2006 is al eens een vergelijkend onderzoek verricht. In de raadsvergadering van 23 februari 2006 en 14 september 2006 is besloten om in te zetten op een aantal middelen speciaal gericht op starters en gebruik te maken van landelijke financieringsvormen. Er is bewust gekozen om niet in te zetten op een starterslening omdat dit het scheefwonen zou bevorderen. Aanleiding: Eind 2012 is een start gemaakt met een provinciaal woningmarktoffensief onder leiding van de provincie Drenthe. Het woningmarktoffensief is de kapstok waaronder een aantal acties hangen die gerelateerd zijn aan (het aanjagen van) woningbouw. Een daarvan is de startersmanifestatie die op 25 mei 2013 gehouden zal worden in alle gemeenten van Drenthe. De officiële aftrap hiervan zal plaats vinden op 24 april 2013 in het provinciehuis in Assen. In de loop van 2013 zal er ook nog specifieke aandacht worden geschonken aan (provinciale) duurzaamheid(-smaatregelen/-regelingen) voor de bestaande particuliere voorraad. Om starters te stimuleren om hun aan te kopen woning duurzaam te verbouwen willen we daarvoor specifiek voor De Wolden € 100.000,-, uit de reserve woonplan gebruiken. Daarbij is het idee aansluiting te zoeken bij provinciale en/of landelijke regelingen. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: De energielasten zullen de komende jaren verder toe nemen. Mensen gaan steeds meer betalen voor gas en elektra. Het aantal mensen dat straks meer betaalt aan gas en elektra dan aan hypotheek gaat naar verwachting verder toenemen. Ook het aantal mensen dat ‘onder water staat’ door onder andere stijging van hun (vaste) lasten en als gevolg daarvan hun verplichtingen niet meer kunnen voldoen is aan het toenemen. De meeste mensen die een woning kopen investeren het geld dat ze kunnen lenen in de verbouwing van hun woning. Daarbij is het isoleren van een woning bijvoorbeeld niet een eerste prioriteit maar naar de toekomst toe wel een hele belangrijke. Ook levert dit niet direct, zoals dit in het verleden wel het geval was, waardevermeerdering op. Met een duurzaamheidslening en de communicatie daar omheen willen we starters inspireren om investeringen te plegen in hun woning. Het verduurzamen zou hiermee een hogere prioriteit kunnen krijgen. Beoogd effect: We zien dat starters die voor het eerst een woning kopen het moeilijk hebben op de woningmarkt. Een groot deel van de particuliere voorraad waar zij op aangewezen zijn is niet duurzaam en vergt investeringen. Met een duurzaamheidslening speciaal voor starters wordt geprobeerd de starter te stimuleren, de woningvoorraad te verduurzamen en de woningmarkt een impuls te geven. We zien een ontwikkeling op ons afkomen dat de levensduur van de bestaande woningvoorraad de komende jaren toe zal moeten gaan nemen aangezien de nieuwbouwbehoefte zal afnemen. Een verouderde, slecht geïsoleerde woningvoorraad is voor de marktpositie van De Wolden als woongemeente niet wenselijk. Een kwalitatief gezonde woningvoorraad wel.
Pagina 2 van 3
Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: Op diverse manieren wordt de verkoop van kavels/woningen gestimuleerd door de gemeente. Echter voor de bestaande particuliere markt wordt nog relatief weinig gedaan. In de toekomst verwachten we dat een flinke slag in de verduurzaming van deze voorraad nodig is om de woningen courant te houden. Met de invoering van een duurzaamheidslening kunnen we hier een begin mee maken. Er zit nog ca. € 115.000,in de reserve woonplan die gebruikt kan worden voor beleid/uitvoering van het Woonplan 2011-2015. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: Er zit nog een bedrag van ca. € 115.000,- in de reserve woonplan. Voorgesteld wordt om de raad dekking te vragen voor € 100.000,- vanuit de reserve woonplan, voor een nadere uitwerking van een revolverend fonds ten behoeve van een duurzaamheidslening voor starters. Personele effecten: Vanuit de reguliere werkzaamheden voor volkshuisvestelijk beleid worden deze uren verantwoord. Juridische effecten: Er zal een SVN regeling gemaakt moeten worden met een bijbehorende verordening. In deze verordening zal worden aangegeven voor welke doelgroep de regeling bedoeld is, waarvoor men een duurzaamheidslening kan krijgen en hoeveel men kan lenen. Dit zal in overleg met de cluster juridische zaken opgepakt worden. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) n.v.t. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Er zal spoedig contact worden gezocht met de SVN. Zij kunnen de gemeente adviseren en de regeling uitvoeren. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe deze er uit zal zien. Er zal zo spoedig mogelijk een raadsvoorstel gemaakt worden met een bijbehorende regeling/verordening die ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd. Bijlagen: n.v.t.
Zuidwolde, 3 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 3 van 3
Ontwerp Nr.
VIII / 4
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 mei 2013;
Besluit:
1. Een revolverend fonds ten behoeve van een duurzaamheidlening voor starters verder uit te mogen werken in plaats van een starterslening; 2. In te stemmen met dekking van deze duurzaamheidslening vanuit de reserve Woonplan tot ca. € 100.000,-.
Zuidwolde, 16 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 16 mei 2013 : VIII, punt 5 : 915 : Wethouder Henk Lammers
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Beleidsplan Recreatie en Toerisme (R&T) 2013-2017. Samenvatting: De gemeente De Wolden stelt een nieuw beleidsplan R&T op. De Wolden heeft een goede basis voor ontwikkeling van de recreatiesector en er zijn kansen voor groei. In de afgelopen jaren is deze groei echter achtergebleven. Er is een flinke impuls nodig. Doel van voorliggend beleidsplan is om voor alle betrokkenen bij de R&T sector van De Wolden een koers te geven voor ontwikkeling. Het gewenste resultaat is een groei van de toeristisch-recreatieve bestedingen. Beoogd effect hiervan is een bijdrage te leveren aan de lokale economie, leefbaarheid en werkgelegenheid in De Wolden. Het beleidsplan heeft als centrale visie ‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’. Dit betekent dat de focus komt te liggen op het vermarkten van De Wolden binnen een bredere regio, op het versterken van de verblijfsfuncties en recreatieve voorzieningen in de gemeente en op kwaliteitsverhoging van het (bestaande) product. Hierdoor kunnen ook nieuwe doelgroepen worden aangetrokken. De komst van een grote trekpleister blijft welkom. Het beleidsplan biedt zowel een toetsingskader voor (ruimtelijke) initiatieven als een strategie voor ontwikkeling. Vele betrokkenen uit de R&T sector hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het beleidsplan. Het uitvoeren ervan vraagt om flinke investeringen door de sector en het overig bedrijfsleven. Voor de gemeentelijke bijdrage aan het volgen van de koers in het beleidsplan wordt de financiële dekking gezocht binnen de budgetten voor programma 6 Recreatie en Toerisme. Zonodig zal er jaarlijks bij de Kadernota/ Programmabegroting een aanvullend budget gevraagd worden. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - De Inspraaknotitie Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 vast te stellen; - Het Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Begin 2012 is gestart met het opstellen van een nieuw beleidsplan R&T. Als tussenstap heeft de raad op 13 september 2012 een kaderstellende notitie vastgesteld. Voorliggend beleidsplan is een uitwerking van de keuzes in deze notitie. Aanleiding: Met het vaststellen van de financiële Kadernota 2012 heeft de raad het besluit genomen om een nieuw R&T beleid op te stellen. Dit besluit bouwt voort op de Toekomstvisie
Pagina 1 van 6
(2005), Structuurvisie (2010) en het Collegeprogramma (2010). Er zijn diverse ontwikkelingen die nu vragen om nieuw beleid: • Veranderingen in het gedrag van recreanten en toeristen in algemene zin. • Ontwikkelingen rondom de toeristische informatiepunten (TIP’s). • Stagnatie in de groei van het aantal toeristische overnachtingen in De Wolden, terwijl groei het streven is. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: De Wolden heeft een goede basis voor ontwikkeling van de R&T sector en er zijn kansen voor groei. In de afgelopen jaren is deze groei echter achtergebleven, o.a. door: • er is onvoldoende financiële draagkracht binnen de huidige doelgroepen om groei te realiseren; • delen van het toeristisch aanbod (accommodaties) zijn toe aan vernieuwing; • de promotie en (online) vindbaarheid van het aanbod is te beperkt, mede door de (lokale) organisatie van informatievoorziening en promotie. Om te komen tot groei van de sector is een stevige impuls nodig. Doel van voorliggend beleidsplan is om voor alle betrokkenen bij de toeristisch-recreatieve sector van De Wolden een koers te geven voor ontwikkeling van deze sector. Het beleidsplan heeft als centrale visie ‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’. Dit betekent dat de focus voor de komende jaren komt te liggen op het vermarkten van De Wolden in een bredere regio, op het versterken van de verblijfsfuncties en recreatieve voorzieningen in de gemeente en op kwaliteitsverhoging van het (bestaande) product. Hierdoor kunnen ook nieuwe doelgroepen worden aangetrokken. De komst van een grote trekpleister blijft welkom. Het beleidsplan biedt zowel een toetsingskader voor (ruimtelijke) initiatieven als een strategie voor ontwikkeling. Beoogd effect: Het gewenste resultaat van de koers in het beleidsplan is om de R&T bestedingen te vergroten. De gemeente en de R&T sector zetten gezamenlijk in op een ontwikkeling van de bestedingen uit overnachtingen in De Wolden, die (tenminste) 1%-punt boven de provinciale ontwikkeling in Drenthe per jaar uitkomt. Voor de bestedingen uit dagrecreatie zetten we in op een ontwikkeling die tenminste gelijk is aan de provinciale ontwikkeling. Beoogd effect hiervan is een bijdrage te leveren aan de lokale economie, leefbaarheid en werkgelegenheid in De Wolden. Het gewenste resultaat lijkt misschien niet ambitieus maar dat is het wel. De toeristischrecreatieve bestedingen in De Wolden zijn in de afgelopen periode weinig gegroeid, terwijl de bestedingen in Drenthe gemiddeld wel flink zijn gestegen. De beoogde groeicijfers in dit beleidsplan betekenen dat wanneer Drenthe 12% groei uit vakanties realiseert (zoals tussen 2007-2011 het geval was), De Wolden maar liefst 13%, oftewel ruim twee miljoen euro meer bestedingen uit vakanties moet halen (uitgaande van een totaal aan bestedingen uit vakanties in De Wolden van zestien miljoen euro in 2007). Een belangrijke nevendoelstelling van dit beleidsplan is om daar waar mogelijk en nodig bij te dragen aan verdere verbetering van de recreatieve voorzieningen in de gemeente De Wolden. Daarmee willen we een bijdrage leveren aan het woon- en leefklimaat voor inwoners en aan het vestigingsklimaat voor bedrijven in De Wolden en omstreken. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting voorgesteld besluit Bij het implementeren van het beleidsplan staan drie uitgangspunten centraal. Ten eerste werken we vraaggericht (de bezoeker centraal). Ten tweede streven we naar effectievere samenwerking binnen de sector, tussen sector en gemeente en met omliggende gemeenten. En tot slot zien we de onderscheidende kwaliteiten van het gebied als een kapstok voor promotie en productontwikkeling.
Pagina 2 van 6
De visie is uitgewerkt in drie sporen van beleid: A) gebiedsmarketing, B) ontwikkeling van bedrijven en C) infrastructuur voor toerisme en recreatie. A) Gebiedsmarketing Doel is De Wolden beter te vermarkten, als onderdeel van de toeristische regio Zuidwest Drenthe. De gemeente heeft daarin vooral een stimulerende en waar nodig een meer actieve, aanjagende rol: • Gebiedsmarketing bestaat naast promotie ook uit (coördinatie van) productontwikkeling. • We leggen afspraken vast met TIP over professionalisering en het oppakken van taken op het terrein van gebiedsmarketing, zoals promotie en coördinatie van productontwikkeling (minimaal op schaalniveau van De Wolden en afstemmen binnen ZW Drenthe). Uitgangspunt is dat de extra kosten van de nieuwe taken van de TIP door marktpartijen worden gefinancierd. • Qua marketingstrategie biedt aansluiting bij de ingeslagen weg van de gemeente Westerveld perspectief. Westerveld zet het gebied toeristisch op de kaart als ‘Het nationale Park van Drenthe’. B) Ontwikkeling van bedrijven Het doel van ‘ontwikkeling van bedrijven is verbetering van het product van individuele ondernemers. De gemeente heeft daarin zowel een kaderstellende rol als een stimulerende rol: • Ruimtelijke ordening: ‘ja, mits.. en wat kan wel-houding’ blijven toepassen, ruime voorschriften in bestemmingsplannen, handhaven onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. • Relatiebeheer en advies: inzet bedrijvencontactfunctionaris, bedrijfsbezoeken en stimuleren goed vooroverleg met gemeente, toepassen Handreiking Vrijetijdssector en Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie. • Inspiratie: ondernemers inspireren over onderwerpen als marketing en doelgroepsegmentatie. • Toeristenbelasting: adviestarieven recreatieschap zoveel mogelijk volgen, met een bandbreedte van ca. 10%. De forensenbelasting volgt de procentuele stijging van de toeristenbelasting. C) Infrastructuur recreatie en toerisme Het doel is de R&T infrastructuur op peil te houden en te verbeteren. De gemeente heeft daarin vooral een stimulerende rol: • Het bestaande Fietsplan De Wolden voorziet in een aanpak om nieuwe fietspaden aan te leggen. Dat is een gemeentelijke taak. Voor overige R&T infrastructuur (o.a. wandel-, ruiter- en ATB routes en paden en ook niet-gemeentelijke fietspaden) ondersteunen we initiatieven van derden (zoals recreatieschap, R&T sector, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, terreinbeheerders en inwoners (dorpsvisies), daar waar nodig en mogelijk. • We behartigen het recreatief belang in projecten en beleid voor onderwerpen als objectbewegwijzering, gemeentelijke fietspaden, waterberging en landinrichting. Besluitvorming hierover valt buiten het bereik van dit beleidsplan. Het gewenste resultaat van het beleidsplan (groei van de bestedingen) kan vaak maar langzaam gerealiseerd worden. Bestemmingsplanwijzigingen en het aantrekken van investeringskapitaal door particuliere initiatiefnemers nemen veel tijd in beslag. Hierdoor duurt het nog jaren voor het aanbod van (verblijfs)recreatieve faciliteiten is verbeterd. Wel kan marketing helpen om binnen een kortere periode te komen tot groei. Dit betekent dat gebiedsmarketing van cruciaal belang is voor resultaten op korte termijn. De gewenste resultaten kunnen alleen behaald worden met een maximale inspanning en inzet van middelen door zowel gemeente als TIP en R&T sector en een goede samenwerking onderling en met buurgemeenten. Mocht gedurende de beleidsperiode
Pagina 3 van 6
blijken dat middelen (bijvoorbeeld voor gebiedsmarketing) niet losgemaakt kunnen worden, dan wel dat de verschillende vormen van samenwerking niet op gang komen, dan moeten we ook de verwachtingen met betrekking tot de gewenste resultaten bijstellen. Het inzetten van middelen om het beleidsplan te realiseren is een investering in een sector, die zich in de afgelopen jaren in Nederland en in Drenthe ondanks de crisis relatief gunstig heeft ontwikkeld. Een vitale toeristisch-recreatieve sector draagt bij aan zowel de lokale economie als de leefbaarheid van de gemeente De Wolden. Alternatief beleid: Geen beleid vaststellen. ‘Niets doen’ leidt tot stilstand en achteruitgang van de sector. Voor het onderdeel ‘gebiedsmarketing’ geldt dat in het beleidsplan wordt voorgesteld om de uitvoering ervan in samenspraak met de R&T sector en de gemeente te beleggen TIP De Wolden, indien TIP aan bepaalde voorwaarden kan voldoen. Hiermee is de uitvoering van deze deelstrategie afhankelijk van de inzet van de TIP. Een alternatief is om zelf als gemeente de gebiedsmarketing op te pakken. Hier kleeft een bezwaar aan. De overheid stelt het algemeen belang centraal. Er mogen geen doelgroepen worden buitengesloten. Dit uitgangspunt botst met marketing want dat gaat juist om keuzes maken (dus bepaalde doelgroepen buitensluiten) en het principe ‘klant is koning’. Het heeft daarom de voorkeur de gebiedsmarketing te laten uitvoeren door een andere organisatie dan de gemeente, met draagvlak in het bedrijfsleven. Financiële effecten: Looptijd beleidsplan 2013-2017 Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om flinke investeringen door de toeristischrecreatieve sector en het overig bedrijfsleven. Dit zijn zowel investeringen op individueel bedrijfsniveau als investeringen door ondernemers gezamenlijk om met een goede gebiedsmarketing De Wolden op de kaart te zetten. Voor de gemeentelijke bijdrage aan het volgen van de koers in het beleidsplan wordt financiële dekking gezocht binnen de budgetten voor programma 6 Recreatie en Toerisme. Zonodig zal er jaarlijks bij de Kadernota/Programmabegroting een aanvullend budget gevraagd worden. 2013 Voor 2013 is voor toerisme en recreatie in totaal een bedrag van ca. € 132.000 beschikbaar, waarvan ca. € 32.000 incidenteel. Dit is exclusief de kosten van ambtelijke uren. Circa € 96.000 van het totaalbedrag van € 132.000 is bestemd voor subsidies aan Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe en TIP De Wolden. Deze organisaties dragen met hun activiteiten bij aan de uitvoering van dit beleidsplan. Het resterende bedrag van € 36.000 is gelabeld voor gemeentelijke projecten en activiteiten om een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van dit beleidsplan. In het uitvoeringsprogramma voor 2013 wordt de besteding van dit bedrag verder ingevuld. In het beleidsplan is in de tabellen op de pagina’s 39-40 een onderverdeling van de genoemde bedragen opgenomen. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: Het betreft hier beleid waarin de gemeente autonoom is. Participatie- en communicatieparagraaf: Vele betrokkenen uit de R&T sector hebben bijgedragen aan dit beleidsplan. We kunnen stellen dat dit beleidsplan breed gedragen wordt door de R&T sector. Bij de start is een informatiebijeenkomst georganiseerd voor alle betrokkenen. Vervolgens is gesproken over de visie op ontwikkeling van de sector tijdens een rondetafelbijeenkomst met
Pagina 4 van 6
sleutelpersonen uit de sector. Daarna is de strategie bepaald in een brainstormsessie met diverse ondernemers en toeristische organisaties. De bijeenkomsten zijn zonder uitzondering goed bezocht. Ook is er ruimte gemaakt voor overleg met TIP De Wolden en de klankbordgroep: het Toeristisch Platform De Wolden. Verder is informatie uit de dorpsvisies gebruikt en zijn de uitkomsten van een inwonersenquête over recreatiewensen op dewolden.nl geraadpleegd. En tot slot zijn de indirect belanghebbende organisaties, zoals de ANWB en de verenigingen van dorpsbelangen per mail benaderd om hun aandachtspunten door te geven. Inspraaknotitie Het ontwerp beleidsplan heeft in het kader van de inspraak ter inzage gelegen van 31 januari tot en met 14 maart 2013. In totaal zijn vijf reacties ontvangen. Deze reacties zijn verwerkt in een inspraaknotitie die in de bijlage is toegevoegd. Daarbij is ook de gemeentelijke reactie vermeld en eventuele gevolgen voor het beleidsplan. Fatale termijnen: Het huidige beleidsplan R&T heeft een looptijd tot van 2008 tot en met 2012. Het is daarom wenselijk om in 2013 zo snel mogelijk te beschikken over een nieuw beleidsplan. Aanpak en uitvoering: Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om grote inzet van de toeristisch-recreatieve sector, het overig bedrijfsleven en de gemeente. Voor het gemeentelijk deel stelt het college jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast, mede op basis van een eveneens jaarlijkse voortgangsevaluatie. In het beleidsplan zijn indicatoren opgenomen aan de hand waarvan de voortgang van het uitvoeren van het beleidsplan en de gewenste resultaten kunnen worden gevolgd. Bij de uitvoering van het beleidsplan vormt het toeristisch platform een adviescommissie voor het gemeentebestuur. Verder wordt gebruik gemaakt van de ondersteuning van het Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe, Marketing Drenthe en het Drents Internet Platform Het is de bedoeling de uitvoeringsprogramma’s voor 2013 en 2014 in ieder geval te richten op: • Het opstellen van een aanpak voor gebiedsmarketing (promotie en productontwikkeling) samen met de TIP en R&T sector in afstemming met de andere gemeenten in Zuidwest Drenthe. Aansluiting bij de ingeslagen weg door Westerveld, die het gebied toeristisch op de kaart zet als ‘Het nationale Park van Drenthe’ biedt hiervoor perspectief. • In overleg met de TIP komen tot een dusdanig constructie dat de TIP de uitvoeringsorganisatie wordt voor de gebiedsmarketing. Daarbij verkennen en benutten we tegelijk de samenwerkingsmogelijkheden binnen Zuidwest Drenthe. • Inspiratiebijeenkomsten gebiedsmarketing. • Opstellen facetbestemmingsplan recreatie en aanbieden aan de raad. In het beleidsplan is opgenomen dat TIP De Wolden onder voorwaarden de beoogde uitvoeringsorganisatie is voor de gebiedsmarketing van De Wolden. Sinds het opstellen van het beleidsplan is de TIP inmiddels verder gevorderd met de ingezette transitie van drie losse infokantoren naar één Woldense organisatie. Deze transitie is noodzakelijk voor de TIP om zich op gebiedsmarketing te kunnen richten. De gemeente is inmiddels in onderhandeling met het bestuur van TIP De Wolden over de uitwerking van de gebiedsmarketing en de wijze waarop de TIP de gebiedsmarketing kan uitvoeren.
Pagina 5 van 6
Bijlagen: - Beleidsplan recreatie en toerisme 2013-2017; - Inspraaknotitie Beleidsplan recreatie en toerisme 2013-2017.
Zuidwolde, 3 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 6 van 6
Ontwerp
Nr.
VIII / 5
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 mei 2013;
Besluit:
-
De Inspraaknotitie Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 vast te stellen; Het Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 vast te stellen.
Zuidwolde, 16 mei 2013 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’
Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 26 april 2013
actief en betrokken
dewolden.nl
Colofon Het opstellen van het beleidsplan is een coproductie van Bureau BUITEN (Joost Hagens en Frank van de Lustgraaf) en Marketingbureau Deniels (Niels Dijkstra), in nauwe samenwerking met de gemeente De Wolden. Daarnaast is Adri Ooms ingeschakeld als dagvoorzitter bij de verschillende bijeenkomsten met de sector en bewoners. Beeldmateriaal: Oebele Gjaltema | Verbeelder en gemeente De Wolden.
1
Inhoud Samenvatting ................................................................................................................ 3 1. Inleiding.................................................................................................................. 6 1.1 Aanleiding.......................................................................................................... 6 1.2 Doelstelling ........................................................................................................ 6 1.3 Proces ............................................................................................................... 7 1.4 Inhoud en opbouw beleidsplan.............................................................................. 7 2. Analyse ................................................................................................................... 8 2.1 Economische betekenis recreatie en toerisme.......................................................... 8 2.2 Toeristisch-recreatief aanbod................................................................................ 9 2.3 Organisaties in de toeristisch-recreatieve sector .....................................................11 2.4 Trends & ontwikkelingen .....................................................................................13 2.5 Concurrentieanalyse ...........................................................................................14 2.6 Doelgroepanalyse ..............................................................................................14 2.7 SWOT ..............................................................................................................15 3. Visie ......................................................................................................................17 3.1 Ontwikkelingsrichting .........................................................................................17 3.2 Uitgangspunten .................................................................................................17 3.3 Doelgroepen .....................................................................................................18 3.4 Waar zetten we op in? ........................................................................................18 4. Gebiedsmarketing....................................................................................................20 4.1 Organisatie van gebiedsmarketing........................................................................21 4.2 Visitor journey cycle ...........................................................................................23 4.3 Promotie...........................................................................................................24 4.4 Productontwikkeling ...........................................................................................25 5. Ontwikkeling van bedrijven .......................................................................................27 5.1 Ruimtelijke ordening ..........................................................................................27 5.2 Advies en relatiebeheer ......................................................................................30 5.3 Kapitaal om te investeren ...................................................................................31 5.4 Inspiratie ..........................................................................................................31 5.5 Toeristenbelasting en forensenbelasting ................................................................31 6. Infrastructuur recreatie en toerisme ...........................................................................33 6.1 Recreatieve paden en routes ...............................................................................34 6.2 Beleidsterreinen met een recreatief belang ............................................................35 6.3 Toeristische toegangspoorten ..............................................................................36 7. Uitvoering ..............................................................................................................37 7.1 Uitvoeringsprogramma .......................................................................................37 7.2 Participatie........................................................................................................37 7.3 Financiën ..........................................................................................................38 7.4 Monitoring ........................................................................................................39 Bijlagen .......................................................................................................................41 Bijlage 1 Literatuurlijst............................................................................................41 Bijlage 2 Kenmerken van het gebied .........................................................................42 Bijlage 3 Doelgroepsegmentatie op basis van het BSR Model ........................................45 Bijlage 4 Trends en ontwikkelingen ...........................................................................48 Bijlage 5 Participatie ...............................................................................................50 Bijlage 6 Potentiele thema’s voor productontwikkeling .................................................53 Bijlage 7 Toelichting bronnen cijfers voor monitoring ...................................................55 Bijlage 8 Overzicht doel, gewenste resultaat, visie en strategie voor ontwikkeling............56
2
Samenvatting Doel van het Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 is om voor alle betrokkenen bij de toeristisch-recreatieve sector van De Wolden een koers te geven voor de ontwikkeling van deze sector in de periode 2013-2017. Het gewenste resultaat is een groei van toeritisch-recreatieve bestedingen die boven de provinciale groei uitgaat en waarin De Wolden binnen Drenthe aan marktaandeel wint. Een nevendoelstelling van dit beleidsplan is om daar waar mogelijk en nodig bij te dragen aan verbetering van de recreatieve voorzieningen in de gemeente De Wolden. Het beleidsplan biedt zowel een toetsingskader voor (ruimtelijke) initiatieven als een strategie voor ontwikkeling van de sector. Het beleidsplan is het resultaat van een proces waar vele betrokkenen uit de toeristischrecreatieve sector aan hebben bijgedragen. Analyse Uit de analyse blijkt dat De Wolden een flinke toeristisch-recreatieve sector kent in een gebied met waarden als rust en stilte, landschappelijke afwisseling, natuur, cultuurhistorie en streekidentiteit. De Wolden is bovendien centraal gelegen in een toeristisch aantrekkelijke regio. Echter, ondanks de aanzienlijke inzet van ondernemers en de gemeente de afgelopen jaren, blijven de resultaten achter. Gezien de goede basis en de kansen die er liggen, is er een stevige impuls nodig die meer groeiperspectief biedt. Visie Om deze impuls te bereiken is gekozen voor de visie ‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’. Daarbij komt de focus te liggen op het vermarkten van De Wolden in een bredere regio, op het versterken van de verblijfsfuncties en recreatieve voorzieningen en op kwaliteitsverhoging van het (bestaande) product. Hierdoor kunnen we meer gebruikmaken van de grote variëteit in dagrecreatieve voorzieningen in de wijdere omgeving– in aanvulling op het meer beperkte dagrecreatieve aanbod in De Wolden. Daarmee kunnen nieuwe doelgroepen worden aangetrokken. Ook blijft de komst van een in het oog springende recreatieve trekker in De Wolden welkom. Bij het implementeren van de visie staan drie uitgangspunten centraal. Ten eerste moet dit vraaggericht gebeuren (de bezoeker centraal). Er wordt gestreefd naar effectievere samenwerking binnen de sector, tussen sector en gemeente en met omliggende gemeenten. De onderscheidende kwaliteiten van het gebied zijn een kapstok voor promotie en productontwikkeling. De visie is uitgewerkt in een strategie voor ontwikkeling bestaande uit drie sporen: A) gebiedsmarketing, B) ontwikkeling van bedrijven en C) infrastructuur voor toerisme en recreatie. A Gebiedsmarketing Voor de gebiedsmarketing is het van belang dat wanneer bezoekers eenmaal hebben gekozen voor Drenthe, De Wolden in beeld is als aantrekkelijke bestemming. Om dit te bereiken moet het aanbod van De Wolden beter worden vermarkt als onderdeel van de grotere regio Zuidwest Drenthe. Deze vermarkting bestaat naast promotie ook uit (coördinatie van) productontwikkeling. De gemeente heeft hierin vooral een stimulerende en waar nodig een meer actieve, aanjagende rol. Ingezet wordt op een groeimodel voor gebiedsmarketing op het gewenste schaalniveau van Zuidwest Drenthe. Dit is nodig omdat de organisatiestructuur van de TIP en sector in De Wolden nog niet klaar is voor gewenste werkwijze en omdat de samenwerking tussen de gemeenten in Zuidwest Drenthe ook nog niet zo ver is. Qua marketingstrategie biedt de
3
ingeslagen van de gemeente Westerveld die het gebied toeristisch op de kaart zet als ‘Het nationale Park van Drenthe’, perspectieven voor De Wolden. Voor de uitvoering van de gebiedsmarketing ziet de gemeente een belangrijke rol weggelegd voor de TIP. Voorwaarde is dan wel dat de reorganisatie van TIP die momenteel gaande is, tot resultaat heeft dat de organisatie op professionele wijze de gebiedsmarketing kan uitvoeren. Uitgangspunt is dat de extra kosten van gebiedsmarketing worden gedragen door marktpartijen. B Ontwikkeling van bedrijven Het doel van het onderdeel ‘ontwikkeling van bedrijven’ is verbetering van het toeristischrecreatieve product van individuele ondernemers, zodat dit product beter aansluit bij de vraag (zoals de behoefte aan meer comfort, ruimte en onderscheidende accommodaties die een totaal beleving aanbieden). De gemeente heeft hierin zowel een kaderstellende rol als een stimulerende rol. Op het terrein van ruimtelijke ordening wordt de ‘ja, mits… en wat kan wel’ houding gehanteerd en moeten de mogelijkheden in het bestemmingsplan worden verruimd. De gemeente houdt vast aan het tegengaan van permanente bewoning van recreatiewoningen. Verder zet de gemeente in op advies, relatiebeheer en het inspireren van de sector over onderwerpen zoals doelgroepsegmentatie en gebiedsmarketing. Voor de toeristenbelasting volgt de gemeente zoveel mogelijk de ontwikkeling van de adviestarieven van het recreatieschap, met een bandbreedte van circa 10%. De gemeente laat de stijging van de forensenbelasting zoveel mogelijk meelopen in de procentuele verhoging van de toeristenbelasting. C Infrastructuur recreatie en toerisme Doel van deze beleidslijn is waar mogelijk bij te dragen aan verbetering van de toeristischrecreatieve infrastructuur. De gemeente heeft hierin vooral een stimulerende rol. Om dit te bereiken zet de gemeente vooral in op het ondersteunen van initiatieven voor nieuwe routes en paden van partijen als de toeristisch-recreatieve sector, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en inwoners. Ook maken we daar waar mogelijk en nodig ruimte voor ondersteuning van initiatieven van de inwoners en acties voortkomend uit de dorpsvisies. Verder neemt de gemeente bij beleidsvorming over onderwerpen als gemeentelijke infrastructuur, objectverwijzingen en landinrichting het recreatief belang mee, zodat bij besluitvorming over deze onderwerpen een integrale afweging van alle belangen kan worden gemaakt. De besluitvorming over deze onderwerpen valt buiten het bereik van dit beleidsplan. Ambitieus maar realistisch We moeten ons realiseren dat het gewenste resultaat van dit beleidsplan (groei van de bestedingen) vaak maar langzaam gerealiseerd kan worden. Het wijzigen van bestemmingsplannen en aantrekken van investeringskapitaal door particuliere initiatiefnemers nemen doorgaans veel tijd in beslag. Dit betekent dat het nog jaren duurt voordat bijvoorbeeld nieuwe of verbeterde faciliteiten gerealiseerd zijn. Wel is het soms mogelijk met marketing binnen een kortere periode te komen tot groei. Dit betekent dat in ieder geval het onderdeel gebiedsmarketing voor de komende jaren van cruciaal belang is. Uitvoering Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om een grote inspanning van de toeristischrecreatieve sector, het overig bedrijfsleven en de gemeente. Om de inzet van de gemeente 4
te bepalen stelt het college jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast op basis van de jaarlijkse voortgangsevaluatie en aan de hand van de beschikbare middelen in de begroting. In het beleidsplan zijn indicatoren opgenomen aan de hand waarvan de voortgang kan worden gevolgd. Bij de uitvoering van het beleidsplan vormt het toeristisch platform een adviescommissie. Verder wordt gebruik gemaakt van de ondersteuning vanuit de activiteiten van het Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe, Marketing Drenthe en het Drents Internet Platform. Financiën Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om flinke investeringen door de toeristisch-recreatieve sector en het overig bedrijfsleven. Dit zijn zowel investeringen op individueel bedrijfsniveau als investeringen door ondernemers gezamenlijk om met een goede gebiedsmarketing De Wolden op de kaart te zetten. Voor de gemeentelijke bijdrage wordt financiële dekking gezocht binnen de budgetten voor programma 6 Recreatie en Toerisme. Zonodig wordt jaarlijks bij de Kadernota/ Programmabegroting een aanvullend budget gevraagd. Voor 2013 is voor toerisme en recreatie in totaal een bedrag van ca. € 132.000 beschikbaar, waarvan ca. € 32.000 incidenteel. Dit is exclusief de kosten van ambtelijke uren. Een groot deel van het totaalbedrag (ca. € 96.000) is bestemd voor subsidies aan Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe en TIP De Wolden. Deze organisaties dragen met hun activiteiten bij aan de uitvoering van dit beleidsplan en/of ondersteunen de uitvoering ervan. Het resterende bedrag (€ 36.000) is gelabeld voor gemeentelijke projecten en activiteiten om een bijdrage leveren aan het uitvoeren van dit beleidsplan. In het uitvoeringsprogramma voor 2013 wordt de besteding van dit bedrag verder ingevuld.
5
1.
Inleiding
1.1 Aanleiding De toeristisch-recreatieve sector zorgt voor werkgelegenheid en is een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale economie van De Wolden. Bestedingen van bezoekers dragen eraan bij dat bepaalde voorzieningen in de dorpen in stand gehouden kunnen worden. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van toeristisch-recreatieve voorzieningen en infrastructuur voor een aantrekkelijk woonklimaat voor eigen inwoners en indirect voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Dit beleidsplan richt zich op de ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector. Het beleidsplan bouwt daarmee voort op de Toekomstvisie 2005-2020, het Collegeprogramma 2010-2014 en de Structuurvisie 2010-2030, waarin het belang van de toeristischrecreatieve sector voor De Wolden is aangegeven. Dit beleidsplan vervangt het ‘Beleidsplan Recreatie en Toerisme De Wolden 2008-2012’ (2007) en de notitie ‘Voorwaarden in het toeristisch-recreatief beleid voor realisatie van complexen met nieuwe recreatiewoningen’ (2010).
1.2 Doelstelling Dit beleidsplan heeft als doel om voor alle betrokkenen bij de toeristisch-recreatieve sector van De Wolden een koers te geven voor de ontwikkeling van deze sector in de periode 2013-2017. Het gewenste resultaat van het volgen van deze koers is om de toeristisch-recreatieve bestedingen te vergroten. Ingezet wordt op een ontwikkeling van de bestedingen uit vakanties die (tenminste) 1%-punt boven de provinciale ontwikkeling in Drenthe per jaar uitkomt. En voor de bestedingen uit dagtochten zetten we in op een ontwikkeling die tenminste gelijk is aan de provinciale ontwikkeling. Dit lijkt misschien niet ambitieus maar dat is het wel. Zo zijn de bestedingen aan vakanties in De Wolden in de afgelopen periode maar weinig gegroeid, terwijl soortgelijke bestedingen in Drenthe gemiddeld wel flink zijn gestegen. Een beoogd groeicijfer in De Wolden van 1% boven het Drents gemiddelde betekent dat wanneer Drenthe 12% groei uit vakanties realiseert (zoals het geval was tussen 2007-2011), De Wolden maarliefst 12%+1% (13%) groei moet behalen. Dit percentage betekent een groei van ruim twee miljoen euro (berekend op basis van het totale aantal bestedingen aan vakantie in De Wolden van zestien miljoen euro in 2007). Een belangrijke nevendoelstelling van dit beleidsplan is om daar waar mogelijk en nodig bij te dragen aan verdere verbetering van de recreatieve voorzieningen in de gemeente De Wolden. Op die manier willen we een bijdrage leveren aan het woon- en leefklimaat voor
6
inwoners van De Wolden en ook aan het vestigingsklimaat voor bedrijven in De Wolden en omstreken.
1.3 Proces Het proces om dit beleidsplan op te stellen is eind 2011 ingezet met als doel om in 2013 te beschikken over een nieuw beleidsplan. Als tussenstap heeft de raad op 13 september 2012 de kaderstellende notitie vastgesteld. Daarin staan de visie op de ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector en de bijbehorende uitgangspunten. Dit beleidsplan is een uitwerking van de keuzes in de kaderstellende notitie en mondt uit in een strategie en uitvoeringsprogramma.
Vele betrokkenen uit de toeristisch-recreatieve sector hebben bijgedragen aan dit beleidsplan. Bij de start is een informatiebijeenkomst georganiseerd voor alle betrokkenen. Vervolgens is tijdens een rondetafelbijeenkomst met de sleutelpersonen uit de sector gesproken over de visie op ontwikkeling van de sector. Daarna is de strategie bepaald in een brainstormsessie met diverse ondernemers en vertegenwoordigers van toeristische organisaties. De bijeenkomsten zijn zonder uitzondering goed bezocht. Verder is er ruimte gemaakt voor overleg met TIP De Wolden, buurgemeenten in Zuidwest Drenthe en de klankbordgroep: het Toeristisch Platform De Wolden. Ook is informatie uit de dorpsvisies gebruikt en zijn de uitkomsten van een inwonersenquête over recreatiewensen op dewolden.nl geraadpleegd. En tot slot zijn de indirect belanghebbende organisaties, zoals bijvoorbeeld de ANWB en verenigingen van dorpsbelangen per e-mail benaderd om hun aandachtspunten door te geven.
1.4 Inhoud en opbouw beleidsplan Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bevat de analyse en een overzicht van sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen (strengths, weaknesses, opportunities, threats of SWOT). Vanuit de SWOT is de ontwikkelingsrichting (visie) bepaald. Die staat in hoofdstuk 3. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 is de visie uitgewerkt in drie deelstrategieën. Hoofdstuk 7 gaat in op de uitvoering van dit plan, de financiering ervan en het monitoren van de voortgang.
7
2.
Analyse
Dit hoofdstuk gaat in op de uitkomsten van een analyse van de toeristisch-recreatieve sector in De Wolden. De uitkomsten worden samengevat in een overzicht van de SWOT. De elementen van de SWOT zijn richtinggevend voor de uitwerking van het beleidsplan. 2.1 Economische betekenis recreatie en toerisme Toerisme en recreatie kennen een goede uitgangspositie in De Wolden. Het aandeel van de sector in de totale werkgelegenheid (10%) is in De Wolden ruim hoger dan het Nederlands gemiddelde (5,4%), maar ongeveer gelijk aan het Drents aandeel. De gemeente scoort vooral bovengemiddeld als het gaat om actieve vormen van recreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden.
Figuur 2.1 en 2.2 Aandeel werkgelegenheid recreatie en toerisme in 2011 en bestedingen vakanties en dagtochten 2000-2011 (bron: Ecorysrapport Drenthe verdient beter 2012) De groei van de sector blijft in De Wolden de laatste tien jaar achter op andere Drentse gemeenten, zie figuur 2.2. Zo zijn de bestedingen uit dagtochten en vakanties in Drenthe in 2011 ten opzichte van 2007 gegroeid met bijna 12%, terwijl deze groei in De Wolden slechts ruim 3% bedroeg. Zowel de bestedingen aan dagtochten als die aan vakanties groeiden minder snel in De Wolden dan in de rest van de provincie. Dit komt vooral door een stagnerend of zelfs licht dalend aantal meerdaagse bezoekers dat hier een vakantie doorbrengt. In de figuren 2.3 en 2.4 is de ontwikkeling van het aantal overnachtingen in de gemeente weergegeven. Daaruit blijkt dat er, na een topjaar in 2007, een overwegend dalende trend heeft ingezet. Wel heeft er, in lijn met de algemene trends op de toeristische markt, een verschuiving plaatsgevonden van minder overnachtingen op campings en meer in huisjes.
8
425.000 400.000 375.000 350.000 325.000 2007
2008
2009
2010
2011
figuur 2.3 Aantal toeristische overnachtingen in De Wolden per jaar, afgeleid uit inkomsten toeristen- en forensenbelasting 2007-2011. (Bron: gemeente De Wolden, 2012) 150.000 125.000 100.000 75.000 50.000 25.000
va n ge n in
W on 2e
iz oe np
la at se n
/s ta ca ra
ca m pi
en Se
ea tie
bu ng
al ow s
H ot el
s
ng
p. -a p
B& B en
s sa cc om m od at ie
R ec r
G
ro ep
C am
pi n
gs
0
2007 2008 2009 2010 2011
figuur 2.4 Aantal overnachtingen per accommodatievorm (selectie) per jaar, afgeleid uit inkomsten toeristen- en forensenbelasting 2007-2011. (Bron: gemeente De Wolden, 2012).
2.2 Toeristisch-recreatief aanbod De rust en stilte, de landschappelijke afwisseling, de cultuurhistorie en streekidentiteit, de authentieke bebouwing (boerderijen, esdorpen en lintdorpen) en de verschillende vormen van verkaveling vormen belangrijke toeristisch-recreatieve waarden in De Wolden. Deze waarden zijn uitingen van het onderliggende verhaal van heel Zuidwest Drenthe, ook wel de ‘gebiedsessentie’. De gebiedsessentie van Zuidwest Drenthe is als volgt samengevat in twee zinnen: ‘De overgang van laag Nederland naar het Drents Plateau biedt steeds andere mogelijkheden voor natuur en mensen. De overgang van laag naar hoog verrijkt natuur en cultuur’. Voor het Reestdal is een aparte essentie opgesteld: ‘een idyllisch natuurrijk boerenland langs een kronkelende grensrivier’. Met deze gebiedsessenties van Zuidwest Drenthe en het Reestdal kan De Wolden zich onderscheiden ten opzichte van vergelijkbare vakantiebestemmingen op de zandgronden in noord en oost Nederland. Beide essenties zijn bepaald met de zogenaamde ‘Interpretation’-methode aan de hand van de historische, geografische en culturele aspecten van dit gebied (zie bijlage 2 ‘Kenmerken van het gebied’). Het aanbod aan dagattracties in De Wolden is voornamelijk kleinschalig en lokaal gericht. De grootste attracties zijn Thermen Holiday en Pitch&Putt. Het Bezoekerscentrum Dwingelderveld trekt ongeveer 150.000 bezoekers per jaar, maar ligt net buiten de gemeentegrenzen. Er zijn relatief weinig attracties waar een groot bedrag per bezoeker uitgegeven wordt en relatief weinig evenementen die grote aantallen bezoekers van buiten 9
De Wolden aantrekken. De bekendste evenementen in De Wolden met een bovenregionale uitstraling zijn het internationale Concours Hippique (CH) De Wolden en de Oldtimerdag. De Wolden kent daarnaast diverse kleinschalige evenementen die tussen de 1.000 en 5.000 bezoekers per keer trekken. De Wolden ligt zeer centraal in het regionale recreatielandschap. Binnen de actieradius van een verblijfsrecreant - gemiddeld 43km reizen op een dag (Toerdata Noord, 2009) - liggen onder andere het Nationaal Park Drents-Friese Wold, de (historische) winkelcentra van Meppel en Zwolle, het Waterreijk met het Nationaal Park Weerribben-Wieden, Giethoorn en Blokzijl, Plopsaland Dalen, attractiepark Slagharen, Hoogeveen (‘Beste Binnenstad 20112013’), het Planetron Dwingeloo en vele andere (landschappelijke) attracties. Zie ook figuur 2.5.
Figuur 2.5 Impressie verblijfsgebied vakantieganger De Wolden (bron: Google Maps, bewerking Bureau BUITEN). Qua accommodaties zijn er veel (eenvoudige) campings en bungalowparken te vinden, sommigen met extra faciliteiten. Er zijn daarnaast enkele hotels en B&B’s, maar het luxe/kwaliteitssegment is ondervertegenwoordigd. De bereikbaarheid en ligging van De Wolden is gunstig, geredeneerd vanuit het westen en het zuiden. Recreanten en toeristen die naar Drenthe trekken, komen over de snelweg door De Wolden. De gemeente kent daarnaast goede mogelijkheden voor routegebonden recreatie, zoals bewegwijzerde fietsroutes (Heerlijkheid Ruinen route, de 10
Dwingelderveldroute, de Monnikenroute en de Reestdalroute), ruiter- en menroutes, mountainbikeroutes en wandelroutes. Uit een studie naar paarden- en menroutes (2011) blijkt De Wolden een goede uitgangspositie te hebben voor routegebonden paardensport, wel zijn er ontbrekende schakels geconstateerd. Soort voorziening (sommige bedrijven tellen mee in meerdere categorieën) Ateliers en galeries B&B’s Campingterreinen Complexen met recreatiewoningen met centrale verhuur- en beheerorganisatie Complexen met recreatiewoningen zonder centrale verhuur- en beheerorganisatie Dagattracties, incl. musea en zwembaden Groepsaccommodaties (gastenverblijf met >9 slaapplaatsen) Hotels Locaties met een tot enkele (solitaire) vakantiewoningen/-appartementen, niet op een park Minicampings
Aantal 19 31 9 5 5 30 18 5 39 17
2.3 Organisaties in de toeristisch-recreatieve sector Er zijn veel organisaties die een rol spelen in de toeristisch-recreatieve sector van De Wolden. Figuur 2.5 geeft een overzicht. Uit dit figuur blijkt dat de organisatiestructuur van de sector zeer gefragmenteerd is. Zo heeft De Wolden een aantal ondernemersinitiatieven zoals Stichting Rondje De Wolden, de Vereniging van Recreatieondernemers rond het Dwingelderveld (VRD) en de Ondernemerscoöperatie het Reestdal. Deze initiatieven richten zich op promotie en/of productontwikkeling. Dit geldt ook voor de lokale organisaties zoals de Echtener stichting de Es (Huus met de Belle) en stichting RECO uit Zuidwolde. Verder zijn er verschillende organisaties binnen De Wolden betrokken bij de informatievoorziening en lokale promotie. Dit zijn de Tourist Info Punten (TIP’s) in Ruinen, Ruinerwold en de Wijk. De TIP´s houden zich vooral bezig met één onderdeel van marketing: het voorzien in lokale infobalie’s in Ruinen, Ruinerwold en de Wijk. Naast de TIP’s zijn er drie folderpunten bij ondernemers. Op schaalniveau van De Wolden en Zuidwest Drenthe vindt er beperkte samenwerking plaats. Dit alles betekent dat activiteiten zoals promotie en productontwikkeling wel worden opgepakt door de TIP’s, maar voornamelijk op lokaal niveau van de dorpen. Stichting TIP De Wolden heeft een overkoepelende functie en is het centrale aanspreekpunt voor de gemeente. Formeel zijn de lokale TIP´s echter autonoom qua beleid. De TIP’s worden gefinancierd met ondernemersbijdragen, een subsidie van de gemeente en daarnaast met inkomsten uit de verkoop.
11
Ook heeft De Wolden een Toeristisch Platform. Dit is een adviescommissie van het college van B&W waarin het toeristisch-recreatieve werkveld is vertegenwoordigd. De gemeente stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor activiteiten van het Toeristisch Platform zoals excursies en bijeenkomsten.
Figuur 2.5 Organogram organisaties in en om De Wolden die betrokken zijn bij toerisme en recreatie. De gemeentelijke subsidies zijn met een € teken aangegeven. De promotie op een hoger schaalniveau wordt uitgevoerd door Marketing Drenthe en door Tourist Info Drenthe (TID). TID faciliteert en ondersteunt daarnaast de lokale TIP’s in Drenthe. De twaalf Drentse gemeenten en Ooststellingwerf hebben TID in 2009 opgericht als een dochterorganisatie van het recreatieschap. TID wordt gefinancierd met bijdragen van de deelnemende gemeenten en met inkomsten uit de webwinkel. De stichting Marketing Drenthe zet Drenthe op de kaart buiten de provinciegrenzen. De kernwaarden van Drenthe, zoals rust, ruimte en oorspronkelijkheid worden 'toekomstgericht' gemaakt. Zo moet Drenthe in de beeldvorming een vitale, dynamische provincie worden. Het beoogde resultaat van de campagne is een significante imagoverbetering van Nederlands mooiste provincie. Marketing Drenthe wordt door de provincie gefinancierd.
De gemeente De Wolden participeert in het Recreatieschap Drenthe, een gemeenschappelijke regeling van de twaalf Drentse gemeenten en Ooststellingwerf. Deze organisatie ondersteunt het gemeentelijk beleid door zich te richten op coördinatie (onder 12
andere ten aanzien van subsidies), belangenbehartiging, proces- en projectmanagement, advisering, beleid en beheer. Hierin speelt het ‘Fonds voor Recreatie en Toerisme’ een belangrijke rol. Door dit fonds kan het recreatieschap met cofinciering snel inspelen op kansen bij andere overheden. De gemeente De Wolden betaalt jaarlijks een subsidiebijdrage aan het recreatieschap. In 2009 hebben TID, Marketing Drenthe en Biblionet Drenthe de stichting Drents Internet Platform opgericht. Dit is de organisatie achter de toeristische portal drenthe.nl en de Drenthe App. Het platform bouwt ook websites voor lokale toeristische organisaties in dezelfde huisstijl als drenthe.nl, zoals de website vakantieinhetreestdal.nl. In 2013 wordt ook de website tipdewolden.nl in de huisstijl van drenthe.nl opgeleverd.
2.4 Trends & ontwikkelingen Er zijn verschillende ontwikkelingen die kansen bieden voor De Wolden. De interesses van de groeiende groep gepensioneerden sluiten aan op het toeristisch-recreatieve aanbod in De Wolden. Daarnaast is de groeiende algemene aandacht voor cultuurhistorie, authenticiteit en tot rust komen gunstig voor De Wolden. Ook bieden streekproducten, kwaliteitshoreca en paardensport en –recreatie kansen. Daarnaast kan er op trends ingespeeld worden. Recreanten en toeristen worden meer gevoelig voor kwaliteit en sommigen zijn bereid hiervoor te betalen. In de verblijfsrecreatie zijn er goede groeiperspectieven voor kwaliteitshotels, luxe B&B’s, vernieuwende vormen van plattelandsaccommodaties en combinaties van recreatie met zorg. De groeiende voorkeur van de moderne toerist voor ‘voor elk wat wils’ maakt dat de centrale ligging van De Wolden vermarkt zou kunnen worden. Daarnaast is het effectief profileren op het internet en nieuwe media steeds essentiëler – dit geldt zowel voor de gebiedspromotie als voor het aanbod aan accommodaties. Hier kan De Wolden – al dan niet in regionaal verband – op inspelen.
Op de kortere termijn vormen de negatieve gevolgen van de crisis een bedreiging. De uitgaven aan vakanties staan onder druk. De perspectieven voor veel toeristisch-recreatieve bedrijven lijken in de komende periode niet al te gunstig. Realiteit is ook dat het soort toeristisch-recreatieve bedrijven waarvan er veel zijn in Zuidwest Drenthe (middelgrote campings, familiebedrijven) en dus ook in De Wolden, last hebben van gebrek aan kapitaal om te investeren. Op de langere termijn (vooral na 2020) is de voorspelde bevolkingskrimp in de regio een bedreiging, omdat de krimp het voorzieningenniveau onder druk zet. Juist toeristische ontwikkeling kan bijdragen aan het behoud van het (economisch) draagvlak voor voorzieningen. Belangrijk daarbij is wel dat grotere aantallen bezoekers naar De Wolden moeten komen dan nu het geval is om effectief voorzieningen te kunnen behouden.
13
Voor de toeristisch-recreatieve sector geldt dat de concurrentie van buitenlandse bestemmingen stevig blijft. Ook zetten veel andere gemeenten in de omgeving in op toerisme en recreatie, wat betekent dat afstemming van ambities op een hoger schaalniveau steeds noodzakelijker wordt. De verschuiving van de vraag – van campings en eenvoudige bungalows naar onderscheidende en ook luxere bungalows en hotels – zal doorzetten. In bijlage 4 ‘Trends en ontwikkelingen’ zijn meer relevante trends en ontwikkelingen, als aanvulling op deze paragraaf.
2.5 Concurrentieanalyse De Wolden heeft ten opzichte van haar concurrenten een gunstige ligging nabij populaire recreatiegebieden, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Park Dwingelderveld en het Nationaal Park De Weerribben/Wieden. In De Wolden zijn landschappelijke kwaliteiten aanwezig, maar deze zijn niet uitzonderlijk. Andere toeristische plattelandsgebieden – in Drenthe, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld het Vechtdal, de Achterhoek, of de Veluwe – zijn landschappelijk ook aantrekkelijk. De Wolden scoort minder dan haar concurrenten op het gebied van aanwezigheid van grote ketens met herkenbaarheid voor de consumenten innovatiekracht. Ook heeft De Wolden een relatief groot aandeel in campings en eenvoudige verblijfsaccommodaties, wat minder goed aansluit bij de wensen van de toerist van de toekomst.
2.6 Doelgroepanalyse Voor een analyse van de aanwezige en kansrijke doelgroepen maken we gebruik van het ‘Brand Strategy Research’ (BSR) model. Dit model hanteert een indeling in zeven doelgroepen op basis van leefstijl, aangeduid met verschillende kleuren. Het model wijkt daarmee af van traditionele indelingen in doelgroepen op basis van leeftijd en gezinssamenstelling (zie ook bijlage 4 ‘Doelgroepsegmentatie op basis van het BSR Model’). Uit de analyse blijkt dat een bovengemiddeld en overgroot deel van zowel de toeristen als de recreanten/inwoners van De Wolden behoort tot de ‘gezellig lime’ en ‘rustig groene’ leefstijl. Onder de ‘lime en groene’ consumenten zijn sociale, rustgevende en licht sportieve activiteiten in de natuur populair– zoals wandelen, fietsen of een braderie bezoeken. Het bezoek aan kunst- of culturele activiteiten is in deze doelgroepen laag. Men stelt geen hoge eisen en is snel tevreden op een lokale camping of een knusse B&B. De ‘gele’ (uitbundige), ‘rode’ (creatieve) en ‘blauwe’ (luxe) leefstijlen zijn min of meer gemiddeld aanwezig in De Wolden. De ‘aqua’ (ingetogen) en ‘paarse’ (ondernemend) leefstijlen zijn ondervertegenwoordigd in De Wolden. Dit zijn grofweg de doelgroepen die zijn geïnteresseerd in cultuur, nieuwe belevingen, avontuur/ontdekking en kwaliteit.
14
Van de huidig meest aanwezige doelgroep (‘groen’ en ‘lime’) kunnen we beperkte groei in aantallen verwachten. Ook bieden de groene en lime consumenten weinig groeimogelijkheden qua bestedingen. Om toch te komen tot groei zowel in aantallen als in bestedingen moeten we ons dus (ook) meer richten op het aantrekken van andere doelgroepen. In het volgend hoofdstuk over de visie van dit plan gaan we daar verder op in. 2.7 SWOT De uitkomsten van de analyses in de voorgaande paragrafen zijn samengevat in een overzicht van sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT) in figuur 2.7. Ook staan we stil bij de belangrijkste bevindingen uit de SWOT, die als input zijn gebruikt voor het formuleren van de ontwikkelingsrichting (visie) van dit beleidsplan. Sterkten • Aandeel toeristisch-recreatieve banen in totale werkgelegenheid ruim boven Nederlands gemiddelde • Ligging ‘Poort van Drenthe’ • Gemeentelijk draagvlak voor ontwikkeling toeristisch-recreatieve sector • Gevarieerd landschap, overgang van laag Nederland naar Drents plateau • Rust en stilte • Veel fiets-, wandel- en paardensportfaciliteiten • Diverse, kleinschalige dagattracties die lokaal samenwerken • Cultuurhistorie in het gebied, es- en brinkdorpen authenticiteit en streekidentiteit • Enkele grotere voorzieningen en nabijheid grotere dagattracties in de regio • Goed ontwikkelde paardensport • Natuurlijke attracties aan randen gemeente • Goede infrastructuur en bereikbaarheid Kansen • Verzilvering (nieuwe ouderen) biedt kansen • Er komt meer aandacht voor de regio, cultuurhistorie en authenticiteit Interpretation-aanpak handvat voor • productontwikkeling en promotie • Kansrijke niches in recreatiemarkt - onder andere paarden, cultuurhistorie en streekproducten • Kansrijk verblijfrecreatie: luxe B&B’s, boutique hotels, kwaliteit bij de boer • Vraag naar cross-overs van onderwerpen als educatie, zorg, sport en voeding met toerisme • Mogelijkheden in profilering binnen Drenthe • Arrangementen met omliggende attracties
Figuur 2.7
Zwakten • Groei van de sector blijft achter bij veel andere gemeenten • Weinig kwaliteitshotels & -bungalows, veel campings • Gemeente mist een centraal punt of attractie, geen must-sees of do’s • Weinig mogelijkheden om geld uit te geven • Aanbod voornamelijk gericht op lime en groene doelgroep • Beperkte vindbaarheid op internet • Aantal bovenlokale evenementen beperkt • Beleid heeft (nog) niet geleid tot voldoende realisatie van uitbreidingsplannen ondernemers • Organisatiestructuur TIP’s gefragmenteerd en nog (te) lokaal georiënteerd • Beperkte effectiviteit promotie- en informatiekanalen
Bedreigingen • Budgetten gemeente onder druk • Concurrentie van zowel gemeenten in de regio, als regio’s elders in Nederland en buitenland De uitgaven aan vakanties staan onder druk door • de economische crisis • De perspectieven voor veel R&T bedrijven in komende periode niet al te gunstig door crisis • Op termijn afnemende vraag naar aanwezige accommodaties / achterblijvende vernieuwing. • Veel gemeenten in de regio zetten in op toeristisch-recreatieve ontwikkeling – afstemming noodzakelijk! • Huidige doelgroepen besteden beperkt en zit weinig groei in • Toekomstige bevolkingskrimp in de regio • Huidige doelgroepen hebben anno 2012 veel alternatieven in Nederland
Overzicht SWOT
‘De basis is aanwezig… Een fraai en afwisselend landschap, waarin de rust, stilte en de sfeer van Drenthe beleefd kunnen worden, dat karakteriseert De Wolden. Er is een ontwikkelde verblijfsrecreatieve sector en er is sprake van een authentiek en kleinschalig aanbod aan dagrecreatie. Een ander belangrijke sterkte van De Wolden is de ligging: zowel qua bereikbaarheid uit het westen, als qua ligging in het toeristisch-recreatieve landschap van Zuidwest Drenthe en de wijdere omgeving, heeft De Wolden een sterke positie. Er liggen diverse bovenregionale attracties, natuurgebieden en aantrekkelijke steden net buiten de gemeentegrenzen. De basis voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling is daarmee goed. … en er zijn kansen voor verdere ontwikkeling… De vergrijzing van toeristen en recreanten is een belangrijke kans voor De Wolden, evenals de groeiende belangstelling voor cultuurhistorie en authenticiteit. Met het toeristische 15
gebiedsprofiel (interpretation) als handvat voor productontwikkeling en promotie kan op deze en andere kansen worden ingespeeld. Nichemarkten (paardensport, liefhebbers cultuurhistorie) kunnen nog beter worden bediend en inspelen op de trend naar meer luxe in de verblijfsrecreatie is noodzakelijk. Dat vergroot ook de kansen op groei buiten het hoogseizoen – kort verblijf, tweede of derde vakantie – waarmee wordt ingespeeld op de veranderende markt. Het ‘merk’ Drenthe kan als kapstok worden gebruikt om Zuidwest Drenthe en daarbinnen De Wolden (plus wijde omgeving) beter op de kaart te zetten. … met aanzienlijke inzet van ondernemers en gemeente in de afgelopen jaren… Vooral op het gebied van recreatieve routes, kleinschalige samenwerking en de projecten in regionaal verband zijn successen geboekt. Op het gebied van evenementen en het realiseren van routes door onder andere inwonersinitiatieven is er sprake van enige vooruitgang, terwijl er ook nog openstaande actie- en verbeterpunten zijn. Ondanks een grote inzet zijn op het gebied van productontwikkeling, promotie, en kwaliteitsverbetering (nog) onvoldoende resultaten geboekt. Het toeristisch aanbod, met name de accommodaties, is onveranderd aan vernieuwing toe. … blijven aansprekende resultaten desondanks nog achter. De gewenste impuls in toeristische overnachtingen en dagtochten is niet gerealiseerd. De meest aanwezige toeristisch-recreatieve doelgroepen (lime, groen) in de gemeente kennen een beperkte betalingsruimte. Bovendien is de promotie- en informatievoorziening nog onvoldoende gericht op het voor de toerist relevante zoek- en boekniveau. De gemeente kent daarnaast geen echte (bovenregionale) toeristische trekker. De conclusie is dat er voor toeristische ontwikkeling in De Wolden een goede basis ligt, dat er kansen zijn, maar dat er stevige impuls nodig is. De groei van het aantal toeristen en recreanten in de periode 2008-2012 is achtergebleven. Bovendien laat de SWOT zien dat het groeiperspectief van de toeristisch-recreatieve sector in de gemeente op dit moment te klein is. Dit komt doordat: •
• •
er binnen de huidig meest aanwezige doelgroepen in De Wolden onvoldoende betalingsruimte is om een duurzame groei van de sector te realiseren; delen van het toeristisch aanbod, met name de accommodaties, aan vernieuwing toe zijn. de promotie en (online) vindbaarheid van het toeristisch aanbod in De Wolden te beperkt is, mede door de (lokale) organisatie van informatievoorziening en promotie. Dit sluit onvoldoende aan op de vraag van de hedendaagse toerist.
16
3.
Visie
3.1 Ontwikkelingsrichting In het vorige hoofdstuk is geconcludeerd dat De Wolden beschikt over een verblijfsrecreatieve sector in een gebied met waarden als rust en stilte, landschappelijke afwisseling, natuur, cultuurhistorie en streekidentiteit. De wijdere omgeving biedt – in aanvulling op het meer beperkte aanbod in De Wolden zelf – een grote variëteit in dagrecreatief aanbod. Daarbinnen is de gemeente strategisch gelegen. Dat maakt De Wolden een uitstekende uitvalsbasis. Gelet op deze constateringen is in samenspraak met de toeristisch-recreatieve sector gekozen voor de visie ‘verblijf in De Wolden, actief in de regio’. De visie betekent dat de focus voor de komende jaren ligt op het vermarkten van De Wolden in een bredere regio van Zuidwest Drenthe en op het versterken van de verblijfsfuncties en recreatieve voorzieningen in de gemeente. Vanwege de bijzondere culturele en natuurlijke waarden in het Reestdal geldt dat daar gekozen wordt voor kwaliteitsverhoging van het bestaande product, met eventueel nieuwe doelgroepen. De keuze voor deze visie is gemaakt bij het vaststellen van de kaderstellende notitie op 13 september 2012 door de gemeenteraad. Binnen de gekozen ontwikkelingsrichting is er ruimte voor een in het oog springende recreatieve trekker in De Wolden. De gemeente zal actief inspelen op signalen van initiatiefnemers die belangstelling hebben voor de gemeente als vestigingsplaats voor een grote trekker, die past bij de aard en ambitie van De Wolden. Bij bewezen marktruimte en een goede landschappelijke inpassing is een dergelijke ontwikkeling welkom. De visie is opgesteld samen met vertegenwoordigers van de toeristischrecreatieve sector van De Wolden. Daarbij zijn diverse belangenorganisaties op de hoogte gesteld van de gekozen visie. Uit de reacties is gebleken dat de visie op hoofdlijnen wordt gedragen.
3.2 Uitgangspunten Bij het uitwerken van de visie ‘verblijf in De Wolden, actief in de regio’ gelden de volgende uitgangspunten: • Vraaggericht: de bezoeker centraal. Wat de (potentiële) bezoeker of doelgroep verlangt moet centraal staan. • Opschaling en verbreding. ‘Grensoverschrijdend’ denken en handelen waar dit gepast is. Voor wat betreft onderlinge samenwerking betekent dit: “lokaal waar het kan, regionaal waar het moet”. Daarnaast is het van belang om over sectorgrenzen heen te kijken naar kansen. • Meer en effectievere samenwerking. Hier gaat het om meer samenwerking en afstemming tussen de gemeente en de sector, de sector onderling, de sector met het overig bedrijfsleven en met buurgemeenten. • Essentie gebied. Het profiel van Zuidwest Drenthe en het Reestdal (zoals omschreven met de Interpretation-methode) is een kapstok voor promotie en productontwikkeling.
17
3.3 Doelgroepen Voor de bestaande doelgroepen ‘gezellig lime’ (gewone vakantie, niet te duur) en ‘rustig groen’ (dichtbij huis, ontspannen, bedachtzaam) zal De Wolden een aangename bestemming blijven (voor meer informatie over de doelgroepen, zie bijlage 4 ‘Doelgroepsegmentatie op basis van het BSR Model’). Zoals gezegd kunnen we van de bestaande doelgroepen echter beperkte groei verwachten, zowel qua aantallen als bestedingen. Daarom komt de focus in de inspanningen meer te liggen op het aantrekken van andere soorten toeristen. De gele (actieve recreatie, levensgenieters) en aqua (betrokken, cultuur, kwaliteit) doelgroepen sluiten het meest aan bij de visie en die besteden in de regel meer aan hun verblijf en activiteiten dan de lime en groene doelgroep. Wanneer er sprake is van de komst van luxe verblijfsrecreatieve accommodaties, dan is tevens een focus op de stijlvol en luxe blauwe doelgroep (exclusief, sportief en social network) passend. Een deel van de ondernemers zou zich bijvoorbeeld meer kunnen richten op de ‘aqua’ doelgroep die geïnteresseerd is in cultuur, lekker eten en inspirerende activiteiten. Het Interpretation-profiel (zie bijlage 2 ‘Kenmerken van het gebied’) biedt een kans om deze doelgroep extra aan te trekken, omdat in het profiel naast natuur ook het aspect cultuur wordt betrokken bij het aanbod. Ook is deze doelgroep eerder in staat buiten de reguliere vakanties op stap te gaan. Precies die ingrediënten die kunnen worden ingezet om de bedden te vullen in het laagseizoen.
3.4 Waar zetten we op in? Om de visie uit te werken, zetten we samen met de sector in op drie verschillende sporen voor beleid: • Gebiedsmarketing. Dit is het langetermijnproces en/of beleidsinstrument bestaande uit verschillende met elkaar samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van de gewenste doelgroepen (Hospers 2009). Gebiedsmarketing is dus geen synoniem van promotie. Promotie maakt net als (gezamenlijke) productontwikkeling onderdeel uit van gebiedsmarketing. Gelet op de gefragmenteerde organisatiestructuur van het toeristisch werkveld in De Wolden (p.12) ligt er een vraagstuk op het gebied van organisatie om te komen tot professionele en samenhangende gebiedsmarketing. Daarbij is ook financiering een belangrijk aandachtspunt. • Ontwikkeling van bedrijven: De (verblijfs)recreatieve bedrijven moeten de mogelijkheid hebben te vernieuwen (uitbreidingen, productvernieuwing). De houding van de gemeente ten aanzien van particuliere initiatieven en de regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast zijn de financieringsmogelijkheden voor ondernemers en het toepassen van marktgerichte ontwikkelingsstrategieën een aandachtspunt. • Toeristisch-recreatieve infrastructuur: de toeristisch-recreatieve infrastructuur (recreatieve routes, ontsluiting, toeristische informatie) moet van goede kwaliteit blijven. Kansen voor verbetering en uitbreiding moeten zoveel mogelijk worden benut. Bij de uitvoering van dit beleidsplan heeft de gemeente vooral een stimulerende rol en daar waar nodig en mogelijk een aanjagende dan wel kaderstellende rol. Dit verschilt per beleidsspoor.
18
Ambitieus maar realistisch We moeten ons realiseren dat het gewenste resultaat (groei van de bestedingen) vaak maar langzaam gerealiseerd kan worden. Procedures voor bestemmingsplanwijzigingen om te komen tot bedrijfsontwikkeling nemen doorgaans veel tijd in beslag. Ook moeten initiatiefnemers actief op zoek naar investeerders. Dit betekent dat het nog jaren duurt voordat bijvoorbeeld nieuwe of verbeterde faciliteiten, passend bij de behoeften van de gewenste doelgroepen, gerealiseerd zijn. Dit is in de evaluatie van de afgelopen beleidsperiode al naar voren gekomen. Wel is het soms mogelijk met marketing binnen een kortere periode groei te realiseren. Dit betekent dat in ieder geval het onderdeel gebiedsmarketing voor de komende jaren van cruciaal belang is.
Visie: ‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’ • • • • •
De Wolden als uitvalsbasis Inzetten op meer overnachtingen Ontwikkelen verblijfsrecreatie Verbinden promotie & producten met regio Focus op nieuwe én bestaande doelgroepen
De Wolden ligt centraal tussen unieke recreatielandschappen en grote attracties, en zou zich daarom als uitvalsbasis kunnen ontwikkelen voor toeristen. Versterken van verblijfsaccommodaties - uitbreiding of ‘upgrading’ – in de gemeente past daarbij. Het op hoger schaalniveau organiseren van (gebieds)promotie en het aanjagen van productontwikkeling past bij de focus op de regio. Intergemeentelijke samenwerking is hierbij een belangrijke succesfactor. Gezien de aard van de attracties en activiteiten in de regio, is een doelgroepenfocus op de ‘gele’, ‘aqua’ en bestaande ‘groenlime’ doelgroep passend. Als er voldoende wordt ingezet op de ontwikkeling van luxe verblijfsrecreatie, dan zou een focus op de blauwe doelgroep ook kansrijk zijn.
19
4.
Gebiedsmarketing
Overzicht SWOT, inzet gemeente en beoogde resultaten: Sterke en zwakke kenmerken De Wolden (SWOT): • Cultuurhistorie in het gebied – landschap es/brinkdorpen, authenticiteit en streekidentiteit. Natuurlijke attracties aan randen gemeente. • Gemeentelijk draagvlak voor ontwikkeling toerisme en recreatie. Veel gemeenten in de regio zetten in op toeristisch-recreatieve – afstemming is noodzakelijk. Diverse, kleinschalige dagattracties die lokaal samenwerken. • • Organisatiestructuur TIP’s gefragmenteerd. • Beperkte vindbaarheid op internet. Promotie en informatievoorziening nog (te) lokaal georiënteerd waardoor effectiviteit beperkt is. • Aanbod voornamelijk gericht op lime en groene doelgroep. • De Wolden heeft weinig mogelijkheden om geld uit te geven. Verder achterblijvende vernieuwing toeristisch product en aantal bovenlokale evenementen beperkt Kansen en knelpunten (SWOT): • Huidige doelgroepen hebben anno 2013 veel alternatieven in Nederland. • Er komt meer aandacht voor de regio, cultuurhistorie en authenticiteit. Interpretation-aanpak biedt handvat voor productontwikkeling en promotie. • Mogelijkheden voor profilering binnen het sterke merk ‘Drenthe’. Arrangementen ontwikkelen met omliggende attracties. • Er zijn kansrijke niches in recreatiemarkt - onder andere paarden, cultuurhistorie en streekproducten. Verzilvering (nieuwe ouderen) biedt kansen. Vraag naar cross-overs van onderwerpen als educatie, zorg, sport en voeding met toerisme. Budgetten gemeente onder druk. • Waar zetten we als gemeente op in: • Afspraken vastleggen met TIP over professionalisering en het oppakken van taken op het terrein van gebiedsmarketing, zoals promotie en coördinatie van productontwikkeling (minimaal op schaalniveau van De Wolden en afstemmen binnen ZW Drenthe). Uitgangspunt is dat de extra kosten door marktpartijen worden gefinancierd. • Samen met TIP en R&T sector de Visitor Journey Cycle doorlopen om ontbrekende schakels in de aanbod (producten), promotie en informatievoorziening op te sporen en zoveel mogelijk te repareren. • Opstellen promotieplan, samen met TIP, toeristisch-recreatieve sector en andere ondernemers. Daarbij samenwerking in ZW Drenthe aangaan. De ingeslagen weg Westerveld biedt perspectief (‘Het nationale park van Drenthe’). • Het initiatief voor productontwikkeling ligt bij de toeristisch-recreatieve en andere (lokale) organisaties en ondernemers en moet zoveel mogelijk gefinancierd wordt door marktpartijen. TIP heeft hierin een coördinerende rol en zorgt samen met het bedrijfsleven voor promotie van de producten. De gemeente ondersteunt productontwikkeling daar waar mogelijk en nodig. Beoogde resultaten (te behalen samen met TIP, R&T sector en bedrijfsleven): • TIP is de uitvoeringsorganisatie voor gebiedsmarketing, die de activiteiten afstemt binnen ZW Drenthe. Uitgangspunt is dat gebiedsmarketing gefinancierd wordt door marktpartijen. • In 2013 is er een promotieplan, opgesteld in afstemming met ZW Drenthe. Met dit plan zetten TIP en de toeristisch-recreatieve (en andere) ondernemers het aanbod van De Wolden op professionele wijze op de kaart in de looptijd van dit beleidsplan om de gewenste doelgroepen aan te trekken en te behouden. • De Wolden beschikt in 2013-2017 in toenemende mate over aantrekkelijke toeristisch-recreatieve producten die aansluiten op de behoeften van de gewenste doelgroepen. Daarbij is maximaal gebruik gemaakt van de kernkwaliteiten en kansrijke thema’s van De Wolden. De producten worden door de TIP en het bedrijfsleven gepromoot.
Toelichting Marketing Drenthe zet Drenthe op de kaart buiten de provinciegrenzen. Wanneer bezoekers eenmaal hebben gekozen voor Drenthe en daarbinnen Zuidwest Drenthe moet ervoor gezorgd worden dat De Wolden in beeld is als een aantrekkelijke bestemming. En als toeristen en recreanten hier zijn, moeten ze langer vastgehouden worden. Om dit te 20
bereiken willen we het aanbod en de strategische ligging van De Wolden beter vermarkten, als onderdeel van de toeristische regio Zuidwest Drenthe. Het instrument dat we daarvoor inzetten is gebiedsmarketing. De gemeente heeft hierin vooral een stimulerende en waar nodig een meer actieve, aanjagende rol. Promotie en (coördinatie van) productontwikkeling zijn activiteiten die een belangrijke onderdeel zijn van gebiedsmarketing. Het zijn juist deze activiteiten die in De Wolden en Zuidwest Drenthe in samenhang met elkaar moeten worden opgepakt om te komen tot effectieve gebiedsmarketing. Daarom is het van belang om binnen de regio de marketingactiviteiten nauw op elkaar af te stemmen. In de afgelopen periode is daarmee op initiatief van het recreatieschap een start gemaakt met het project Bestemming Zuidwest Drenthe. Dit project is onlangs afgelopen. De betrokken gemeenten zijn voornemens deze afstemming voort te zetten en onderzoeken momenteel welke werkwijze daarvoor het meest geschikt is. Naast afstemming op regionaal niveau is de samenwerking binnen De Wolden een groot aandachtspunt om te komen tot effectieve gebiedsmarketing. Voor de gewenste samenhang in activiteiten is het nodig één Woldense uitvoeringsorganisatie aan te wijzen die de regie voert op de promotie en (coördinatie van) productontwikkeling. Deze organisatie moet daarbij voortbouwen op de keuzes in dit beleidsplan met betrekking tot de gewenste doelgroepen, de toeristisch-recreatieve kernwaarden van De Wolden (als onderdeel van Zuidwest Drenthe) en de strategie om De Wolden binnen de bredere regio te promoten. In de volgende paragrafen wordt de strategie voor gebiedsmarketing verder toegelicht aan de hand van de onderwerpen organisatie, het doorlopen van de ´visitor journey cylce´, promotie en productontwikkeling.
Figuur 4.1
Uitingen van gebiedsmarketing in andere regio’s.
4.1 Organisatie van gebiedsmarketing Op dit moment is er geen organisatie binnen De Wolden die is toegerust om de gebiedsmarketing uit te voeren en dit in afstemming binnen Zuidwest Drenthe te doen. In hoofdstuk 2 is geconstateerd dat de lokale TIP´s zich vooral bezighouden met de infobalie’s en enige promotie en productontwikkeling op dorpsniveau. Deze werkwijze stamt nog uit het verleden toen de kantoren ieder in een zelfstandige gemeente waren gehuisvest, toeristen minder mobiel waren en internet geen (grote) rol speelde. De huidige toerist is echter steeds mobieler en georiënteerd op een wijdere omgeving. Tegelijkertijd is de toerist meer actief op het internet en beschikt over tablets en smartphones waarmee ter plekke toeristische informatie over een gebied kan worden opgehaald. Daarmee neemt het belang van de aanwezigheid van infobalies af.
21
Vanwege de geschetste ontwikkelingen heeft het bestuur van TIP De Wolden in 2012, op nadrukkelijk verzoek van de gemeente, een advies laten opstellen over een toekomstbestendig organisatiemodel. Daarin staat dat het getrapte model met TIP De Wolden als koepel met daaronder de autonome TIP’s in de dorpen omgevormd moet worden tot één organisatie. Deze organisatie moet zich op het schaalniveau van de gemeente met een groeimodel naar Zuidwest Drenthe, veel meer richten op marketing en daarbinnen op dienstverlening aan ondernemers. Bij het opstellen van dit advies zijn alle ondernemersverenigingen, de TIP's in de dorpen, Tourist Info Drenthe, het Toeristisch Platform en de Recron geraadpleegd. Daaruit is gebleken dat er bij de meeste van deze organisaties draagvlak is voor deze uitbreiding van de taken van de TIP. In 2013 maakt TIP De Wolden een start met implementatie van het nieuwe organisatiemodel. Dit betekent onder andere een fusie van de lokale afdelingen tot één organisatie. Ook betekent dit dat TIP De Wolden een aantal dagen per week een extra professionele kracht, met kennis van marketing en relatiebeheer, moet inhuren voor de nieuwe taken. Door de geschetste reorganisatie kan TIP De Wolden zich in de komende periode meer richten op gebiedsmarketing van De Wolden. Wel moet TIP De Wolden voldoen aan de onderstaande voorwaarden. Deze voorwaarden wil de gemeente vastleggen in de presentatieovereenkomst, die is verbonden aan de subsidie. • De organisatie richt zich op vraaggerichte vermarkting van het toeristisch-recreatief aanbod van heel De Wolden (alle dorpen en subregio’s in de gemeente). • Er is afstemming en samenwerking met de partners in Zuidwest Drenthe (andere TIP’s, gemeenten en ondernemers). • Er is afstemming met de andere buurgemeenten (zoals die in het Vechtdal, Reestdal en Waterreijk), Tourist Info Drenthe, Marketing Drenthe, Recreatieschap Drenthe en Drents Internet Platform. • Het toeristisch-recreatief en overig bedrijfsleven heeft de mogelijkheid om met behulp van inspraak invloed uit te oefenen op het beleid en de activiteiten van TIP De Wolden (bijvoorbeeld door het instellen van een raad van advies of omvorming van de stichting tot een vereniging, die verantwoording moet afleggen aan de leden in de algemene leden vergadering). • Er is afstemming/samenwerking met organisaties zoals Rondje De Wolden, RECO en het Cultureel Platform De Wolden. Doel daarvan is de (lokale) productontwikkeling door deze organisaties te coördineren en hun producten te promoten. Financiering uitbreiding taken TIP De Wolden De huidige TIP-organisatie financiert haar activiteiten uit (donteur)bijdragen van toeristischrecreatieve ondernemingen en andere bedrijven (onder andere detailhandel). Daarnaast ontvangt de TIP jaarlijks een gemeentelijke exploitatiesubsidie. Ook zijn er inkomsten uit de verkoop van fietskaarten, souvenirs etcetera. Uitbreiding van de werkzaamheden van de TIP op het terrein van gebiedsmarketing kost geld. Dit komt onder andere door de inhuur van een extra professionele kracht. Dit betekent dat TIP De Wolden meer inkomsten nodig heeft om de nieuwe taken te kunnen uitvoeren.
22
Uitgangspunt is dat de extra kosten van gebiedsmarketing door de TIP zoveel mogelijk wordt betaald door marktpartijen omdat deze partijen een direct voordeel hebben van marketing. Dit bekent dat de TIP de jaarlijkse bijdragen van de bedrijven moet verhogen. (Uit een vergelijking met een andere gemeente in Drenthe waar de regionale Vereniging voor Toeristisch Recreatief Belang (VTRB) zich reeds intensief bezighoudt met gebiedsmarketing, blijkt dat de huidige jaarlijkse bijdragen in De Wolden tot wel 50% lager zijn dan in die gemeente.) Een andere manier om inkomsten te genereren is het verlenen van specifieke diensten aan individuele bedrijven, die daarvoor een rekening ontvangen. Ook kan worden nagegaan of er (beperkte) mogelijkheden zijn de verkoop bij de infobalies uit te breiden. In 2013 onderzoekt TIP De Wolden wat de beste oplossing is voor het financieringsvraagstuk. De TIP wil graag starten met de nieuwe werkzaamheden op het terrein van gebiedsmarketing zonder direct al de ondernemersbijdragen flink te moeten verhogen. Met behulp van de resultaten uit de nieuwe werkzaamheden wil de TIP namelijk draagvlak creëren op basis van waarvan een geleidelijke verhoging van de ondernemersbijdragen in de komende jaren kan worden doorgevoerd. Het is daarom denkbaar dat de TIP de komende periode een beroep doet op de gemeente voor een incidenteel overbruggingskrediet, bijvoorbeeld in de in de vorm van een garantstelling om de tijdelijke extra kosten voor de komende jaren te dekken. Omdat er sprake is van een geleidelijke verhoging van de ondernemersbijdrage over een aantal jaren, neemt de hoogte van de garantstelling die aan de gemeente ter wordt gevraagd, per jaar af.
4.2 Visitor journey cycle Om na te gaan of er nog ontbrekende schakels zijn in het aanbod en de promotie neemt de gemeente initiatief om samen met de TIP en de sector de ‘visitor journey cycle’ (ook wel bezoekcyclus) van De Wolden te doorlopen. Met dit instrument worden de kritische stappen binnen (het plannen van) een vakantie of daguitje door de gewenste doelgroepen beschreven. Bij elke stap kan de bezoeker 1 Besluiten en afhaken door ontbrekende schakels. Elke stap plannen is daarmee een potentiële valkuil. Een goed doordachte marketingstrategie werkt integraal alle stappen uit. Voorkomen moet worden dat bezoekers onderweg afhaken. Over eventuele acties die nodig zijn om ontbrekende schakels toe te voegen maken we in de eerste plaats afspraken met de TIP en ondernemers. De gemeente ondersteunt daarin waar nodig en mogelijk. Daarnaast proberen we desgewenst individuele ondernemers te inspireren om in te springen op eventuele hiaten (zie ook hoofdstuk 5). Tot slot kan het zijn dat ontbrekende schakels betrekking hebben op voorzieningen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente (denk bijvoorbeeld aan
23
5 Herinneren en vertellen
2 Zoeken en boeken
4 Bezoeken en beleven
3 Reizen en aankomen
bewegwijzering, zie ook hoofdstuk 6). Daar waar mogelijk proberen we deze ontbrekende schakels toe te voegen. Deze analyse op basis van de ‘visitor journey cylce’ is aanvullend op de constateringen in de SWOT en acties in dit beleidsplan.
4.3 Promotie De plaatsen Ruinen en Echten en het Reestdal genieten enige toeristische bekendheid. Toch staat het toeristische aanbod van De Wolden nog te weinig op het netvlies van de potentiële bezoeker. Bovendien is in de SWOT geconstateerd dat de aanwezige promotiemiddelen niet voldoende aansluiten bij het oriëntatie-, zoek- en boekgedrag van de bezoeker. Daarom is een promotieplan nodig dat richting geeft aan de gebiedspromotie door TIP De Wolden, samen met de toeristisch-recreatieve sector en overig bedrijfsleven. TIP De Wolden heeft op de korte termijn geen capaciteit voor het opstellen van een promotieplan vanwege de op handen zijnde reorganisatie (zie vorige paragraaf). Gelet op de constateringen in de SWOT is het echter wel nodig dat er snel een promotieplan komt als kader voor de gebiedspromotie. Daarom neemt de gemeente hierin initiatief. Dit betekent dat de gemeente in samenspraak met TIP De Wolden en de toeristisch-recreatieve en andere ondernemers een promotieplan opstelt. We doen dit zoveel mogelijk in nauwe afstemming met de andere gemeenten en toeristische partners in Zuidwest Drenthe.
Uitgangspunten voor het promotieplan zijn: • We profileren het aanbod en de strategische ligging van De Wolden binnen de toeristische regio Zuidwest Drenthe. De vraag hierbij is of ingegaan moet worden op de uitnodiging van Westerveld om mee te doen met de strategie van deze gemeente (zie verderop in deze paragraaf). • De gekozen strategie moet ruimte bieden aan de inwoners en ondernemersgroepen om zich als dorp of regio onder een regionale vlag te profileren. In veel dorpen is deze behoefte sterk aanwezig. Dit blijkt onder andere uit de acties in een aantal dorpsvisies. Sommige dorpen zijn bovendien zelf toeristische iconen die we moeten inzetten om De Wolden beter op de kaart te zetten (denk aan Ruinen en Echten). • De gemeente maakt afspraken met de TIP over de uitvoering van het promotieplan dat samen met de toeristisch-recreatieve en andere ondernemers moet worden opgepakt. In de uitvoering van het plan heeft de gemeente verder waar nodig en mogelijk vooral een aanjagende en/of ondersteunende rol. Wat komt er in het promotieplan? In een promotieplan wordt De Wolden (als onderdeel van Zuidwest Drenthe) gepositioneerd aan de hand van de kernkwaliteiten, het concurrentievoordeel (o.a. strategische ligging) en de gewenste doelgroepen. Positioneren is een techniek waarmee een imago of identiteit kan 24
worden gecreëerd in de perceptie (in het hoofd) van de doelgroep. Het kiezen van een passende gebiedsaanduiding en ontwikkelen van merkconcept (branding) hoort hier bij. Een vervolgstap is het samenstellen van een communicatiestrategie. Onderdelen daarvan zijn het samenstellen van een campagne voor promotie en informatieverstrekking. Hierbij maken we keuzes met betrekking tot de inzet van media als internet, twitter, folders en infoboekjes en bijvoorbeeld beursbezoek. Ook is het nodig per doelgroep zogenaamde Product-Markt-Cobinaties (PMC’s) samen te stellen. Zowel het aanbod van individuele ondernemers als de gezamenlijke productontwikkeling in de vorm van themaroutes, evenementen en arrangementen moeten hierin worden meegenomen. ‘Het nationale park van Drenthe’? Voor De Wolden is de eveneens landelijk gelegen buurgemeente Westerveld een belangrijke partner op het gebied van toerisme en recreatie binnen Zuidwest Drenthe. Westerveld heeft onlangs al haar promotiestrategie bepaald. Het streven van Westerveld is om de aanwezige parels, routes, evenementen, activiteiten, musea, horeca en verblijfsaccommodaties met elkaar te verbinden en te verpakken tot een unieke belevenis. Daarbij is gekozen voor de aanduiding ‘Het nationale park van Drenthe’, vanwege de natuurgebieden in Westerveld. In de promotie schaalt Westerveld ‘Het nationale Park van Drenthe’ op naar de hele gemeente, dus ook het landschap, de dorpen en het cultuurhistorisch erfgoed zijn er onderdeel van. Wat betreft Westerveld ligt samenwerking met de buurgemeenten voor de hand. De natuurgebieden houden niet op bij de gemeentegrenzen en de verbinding met de omliggende steden heeft een meerwaarde in de toeristische regio. Voor De Wolden liggen er kansen om in te gaan op de uitnodiging van Westerveld tot samenwerking. Uit de analyse in hoofdstuk 2 blijkt dat De Wolden vooral een strategische ligging als concurrentievoordeel heeft. Het ontbreekt hier aan grote trekpleisters om de aandacht te trekken van potentiële toeristen die De Wolden nog niet (goed) kennen. Het is daarom wenselijk om in een promotiecampagne samen op te trekken met een buurgemeente, die wel grotere trekkers heeft zoals Westerveld met de nationale parken. De Wolden heeft dan wel geen volledig natuurgebied met het label ‘Nationaal Park’ binnen de grenzen, maar er is volop natuur zoals in de Boswachterij Ruinen en het Reestdal. Bovendien ligt de gemeente aan de rand van het Nationaal Park Dwingelderveld. En omdat ‘Het nationale park van Drenthe’ in de communicatie wordt opgeschaald naar het landschap, de dorpen en het erfgoed kan deze term ook heel De Wolden afdekken. Vanuit het oogpunt van marketing is ‘Het nationale park van Drenthe’ een betere aanduiding dan ‘Zuidwest Drenthe’. Voor inwoners is ‘Zuidwest Drenthe’ natuurlijk een hele duidelijke term. Bij potentiële bezoekers die dit gebied niet kennen, trekken dit soort termen met een windrichting echter maar weinig de aandacht (Hospers 2009). En de aandacht trekken is nou juist wel de bedoeling! Hier geldt het geheim van de sportvisser: ‘niet de sportvisser maar de vis moet het aas lekker vinden’ (Hospers 2009).
4.4 Productontwikkeling Daar waar het de eigen bedrijfsvoering betreft zijn ondernemers zelf verantwoordelijk voor hun productontwikkeling. Daarnaast is er de gezamenlijke ontwikkeling van producten en diensten in de vorm van arrangementen, themaroutes, evenementen en dergelijke. Deze laatste vorm van productontwikkeling is een belangrijk onderdeel van de gebiedsmarketing in De Wolden. 25
Uit de SWOT blijkt dat het toeristisch-recreatieve product in de Wolden voornamelijk gericht is op de ‘gezellig lime’ en ‘rustig groene’ doelgroepen en dat toeristen en recreanten op weinig plekken geld (kunnen) uitgeven. Buiten CH De Wolden en de Oldtimerdag zijn er geen evenementen waarvoor mensen van buiten de regio in grote getale naar De Wolden komen. Het is nodig dat het toeristisch aanbod meer gericht wordt op de kansrijke doelgroepen ‘ingetogen aqua’, ‘uitbundig geel’ en eventueel ‘luxe en stijlvol blauw’. Voor de gele doelgroep zijn producten die refereren aan eindeloze ontdekkingstochten en spectaculaire attracties aantrekkelijk. De aqua doelgroep voelt zich aangetrokken tot producten rondom bezinning, kunst en historie. En blauw is geïnteresseerd in producten die weelde en weldaad, rust en culinair genieten uitstralen. Voor het verdere uitwerken van productontwikkeling zijn er in De Wolden diverse thema’s en voorzieningen waarmee de gewenste doelgroepen aangetrokken kunnen worden. De toeristische profielen van Zuidwest Drenthe en het Reestdal die op basis van de Interpretation-methode zijn opgesteld, zijn daarbij een belangrijke kapstok. Kansrijke thema’s zijn bijvoorbeeld het kunst- en cultuuraanbod, cultuurhistorie, paardensport, wandel-, fiets- en mountainbikemogelijkheden, het culinaire aanbod, streekproducten en de diverse voorzieningen voor kinderen (dit is geen uitputtende opsomming). In bijlage 6 ‘Kansrijke thema’s voor productontwikkeling’ worden deze thema’s kort toegelicht. Het initiatief voor productontwikkeling ligt bij partijen als de toeristische en maatschappelijke organisaties en (groepen) ondernemers. In De Wolden zijn dit veelal lokale organisaties zoals RECO, Ondernemend Reestdal, de Vereniging van Recreatieondernemers rondom het Dwingelderveld en ook de ondernemersverenigingen in de dorpen. De TIP moet als verantwoordelijke voor de gebiedsmarketing vooral zorgen voor coördinatie van de productontwikkeling door deze organisaties en de promotie. De gemeente kan daar waar nodig en mogelijk vooral een stimulerende rol innemen. We maken met de TIP (prestatie)afspraken over de coördinatie van productontwikkeling en de promotie van de producten. En verder zijn er mogelijkheden voor incidentele (co)financiering vanuit het bestaande budget voor sociaal-economische vitalisering om productontwikkeling aan te jagen. Voorwaarde voor ondersteuning is wel dat de initiatiefnemers bereid zijn zich aan te sluiten de strategie voor de gebiedsmarketing.
26
5.
Ontwikkeling van bedrijven
Overzicht SWOT, inzet gemeente en beoogde resultaten: Sterke en zwakke kenmerken De Wolden (SWOT): • Weinig kwaliteitshotels & -bungalows, veel campings • Aanbod voornamelijk gericht op lime en groene doelgroep • Beleid heeft (nog) niet geleid tot voldoende realisatie van uitbreidingsplannen ondernemers Kansen en knelpunten (SWOT): • Op termijn afnemende vraag naar huidig aanwezige accommodaties / verder achterblijvende vernieuwing toeristisch product. • Concurrentie van zowel gemeenten in de regio, als regio’s elders in Nederland Waar zetten we als gemeente op in: • Ruimtelijke ordening: ‘ja, mits.. en wat kan wel-houding’ toepassen, bestemmingsplan verruimen, handhaven op permanente bewoning recreatiewoningen. Meer inzetten op handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen. • Advies en relatiebeheer: inzet bedrijvencontactfunctionaris, jaarlijks een aantal bedrijfsbezoeken uitvoeren. De mogelijkheden van vooroverleg, de Handreiking Vrijetijdssector en inzet van het Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie onder de aandacht brengen. • Ondernemers inspireren: bijeenkomsten en informatieverstrekking over onderwerpen als (gebieds)marketing en doelgroepsegmentatie. • Probleem van gebrek aan kapitaal om te investeren bij ondernemers plaatsen op de gebiedsagenda ZW Drenthe (gebiedsagenda is het uitvoeringsinstrument van provinciale Omgevingsvisie). Adviestarieven toeristenbelasting recreatieschap zoveel mogelijk volgen, met een bandbreedte • van ca. 10%. De forensenbelasting loopt mee in de % stijging van de toeristenbelasting. Beoogde resultaten (te behalen met R&T sector en bedrijfsleven): • Verbetering van het toeristisch-recreatieve product van individuele ondernemers in De Wolden zodat dit product beter aansluit bij de huidige vraag (zoals meer behoefte aan comfort, ruimte en onderscheidende accommodaties die een totaal beleving aanbieden)
Toelichting De visie van dit beleidsplan vraagt op om een impuls in kwaliteit van het aanbod aan verblijfsaccommodaties. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid en uitdaging voor de toeristisch-recreatieve ondernemers. De gemeente kan de toeristisch-recreatieve sector hierin slechts stimuleren. Verder heeft de gemeente een kaderstellende rol. We doen dit op verschillende manieren. 5.1 Ruimtelijke ordening ‘ja, mits.. en wat kan wel’ Ook in de komende beleidsperiode hanteren we een ‘ja, mits.. en wat kan wel’-houding ten opzichte van ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie. Dit betekent dat de gemeente open staat voor (verblijfs)recreatieve initiatieven, binnen de daarvoor gestelde planologische randvoorwaarden zoals aangetoonde marktruimte en een goede landschappelijke inpassing. Dit geldt zowel voor kwaliteitsverbetering en uitbreiding van bestaande voorzieningen als voor nieuwvestiging van bedrijven.
27
De marktruimte voor nieuwe ontwikkelingen is afhankelijk van trends en ontwikkelingen. Zo geldt voor de verblijfsrecreatie dat er groeiperspectieven zijn voor kwaliteitshotels, luxe B&B’s en vernieuwende vormen van plattelandsaccommodaties. Recreanten zoeken een totale vrijetijdsbeleving, een bungalow met recreatiemogelijkheden en landschapskwaliteiten ineen (Rabobank, 2009). De markt voor kamperen stagneert. Een uitzondering daarop vormen innovatieve producten, zoals Glamping – glamour camping (ANWB, 2009). Verruiming mogelijkheden bestemmingsplan Om de visie ‘verblijf in De Wolden, actief in de regio’ na te streven is vernieuwing in de verblijfsrecreatieve sector nodig. Om dit mogelijk te maken willen we onder voorwaarden de mogelijkheden verruimen voor: • De combinatie van verblijfsrecreatie en zorg, om in te spelen op de toegenomen behoefte aan recreatieverblijven voor zorgbehoevenden. • De mogelijkheden voor realisatie van familie-recreatieverblijven. Doel is om in te kunnen spelen op de toegenomen behoefte aan korte vakanties met familie en groepen vrienden. • Verruiming van de maximale dakhelling die nu 30 graden bedraagt, om in te spelen op de behoefte aan meer comfort. • Beperkte mogelijkheden binnen het kampeerseizoen voor een/enkele semi-permanente kampeermiddelen op minicampings om in te spelen op de behoefte aan meer comfort. Daarnaast onderzoeken we of we maatregelen kunnen invoeren op het gebied van flexibele bestemmingen, experimenteerruimte, stimuleringsplanologie en campervoorzieningen. • Experimenteerruimte geeft ondernemers de mogelijkheid om creatieve ideeën onder bepaalde voorwaarden op kleine schaal uit te werken. Denk bijvoorbeeld aan vakantiewoningen deels onder de grond (foto ‘Hidden House’ op camping De Blauwe Haan in Uffelte) of een boomhut als recreatieverblijf (foto boomhut op camping De Norgerberg in Norg). Indien het werkt en de ondernemer wil de experimenten uitbreiden dan is een bestemmingsplanwijziging nodig. Dan kan ook de planologische en wettelijke afweging gemaakt worden.
• •
Flexibele bestemmingen zijn minder gedetailleerd dan de huidige recreatiebestemmingen en bieden de ondernemer daardoor meer flexibiliteit. Stimuleringsplanologie biedt de mogelijkheid een op maat gesneden bestemmingsplan te maken dat stimuleert waar dat wenselijk of nodig is. Dit naar voorbeeld van een pilot in het gebied Krachtighuizen in de gemeente Putten. De hoofddoelstelling van het nieuwe bestemmingsplan is het aanwezige (verblijfs)recreatieve product te verbeteren waarbij moet worden gezorgd voor een goede landschappelijke inpassing. Uniek in het plan is dat een ondernemer meer planologische rechten kan ‘verdienen’ door aandacht te besteden aan kwaliteit. In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen recreatieterreinen. Het kwaliteitsniveau van het terrein en daarnaast de gebruikelijke 28
•
onderwerpen als de ligging ten opzichte van de natuurgebieden bepalen van de planologische mogelijkheden voor de recreatieve terreinen. De markt voor overnachtingsplaatsen voor camperaars groeit. Zo blijkt uit cijfers van de BOVAG dat sinds 2001 het aantal campers in Nederland is gegroeid van circa 20.000 naar ruim 80.000 in 2013. Uit onderzoek van de Nederlandse Kampeerauto Club blijkt dat camperaars circa 40 euro per persoon per dag uitgeven. Dit is bijna evenveel als de gemiddelde uitgave per dag van een dag- of verblijfstoerist in Noord Nederland (Toerdata Noord 2009). Veel camperaars wensen geen gebruik te maken van (en te betalen voor) uitgebreide kampeervoorzieningen zoals op de reguliere campings. Deze camperaars hebben vooral behoefte aan serviceplekken en (goedkope) plaatsen voor ‘kort overnachten’. Dit soort plekken zijn er momenteel niet in De Wolden. In de huidige situatie is het mogelijk specifieke campervoorzieningen te realiseren op recreatieterreinen waar kamperen is toegestaan (campings en minicampings). De gemeente treedt daarom in overleg met de recreatieondernemers in De Wolden die volgens het huidige bestemmingsplan campervoorzieningen mogen realiseren. Indien daaruit blijkt dat deze partijen onvoldoende voornemens zijn dit soort voorzieningen aan te bieden, zal de gemeente de mogelijkheden onderzoeken voor een stimulerend beleidskader waardoor het ook voor andere (markt)partijen mogelijk wordt camperplaatsen in te richten.
Tegengaan permanente bewoning recreatiewoningen Vanuit recreatief belang is permanente bewoning van recreatiewoningen ongewenst. Vakantiehuisjes die permanent bewoond worden, zijn niet meer beschikbaar voor recreatief gebruik. Daarnaast neemt de totale recreatieve waarde van de parken waar een deel van de vakantiewoningen permanent wordt bewoond, af doordat het park de uitstraling krijgt van een woonwijk. In De Wolden is permanente bewoning van recreatiewoningen een probleem op met name de parken zonder een centrale organisatie voor beheer en verhuur. In het bestemmingsplan Buitengebied (2002) is vastgelegd dat permanente bewoning van recreatieverblijven niet is toegestaan. Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk: • Iemand beschikt over een tijdelijke vrijstelling: de gemeente verstrekt incidenteel vrijstelling voor tijdelijke bewoning van recreatiewoningen. Het gaat dan om noodgevallen, waarbij de aanvrager kan aantonen niet direct in aanmerking te kunnen komen voor een andere vorm van huisvesting. • Iemand beschikt over een persoonsgebonden gedoogbeschikking: de gemeente heeft zich aangesloten bij het Rijksbeleid ten aanzien van permanente bewoning. Kern van dit beleid is dat personen die zich voor de peildatum 31 oktober 2003 hebben ingeschreven op een recreatief adres of die andere objectieve bewijsvoering van bewoning van een recreatiewoning kon overleggen, een gedoogbeschikking hebben kunnen aanvragen. In de looptijd van het beleidsplan willen we meer inzetten op handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen. Dit heeft consequenties voor diverse processen in de organisatie. Deze worden in 2013 verder uitgewerkt, waarna de afweging wordt voorgelegd in het jaarlijkse handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). Verder is er net als in de vorige beleidsperiode geen mogelijkheid voor verruiming van het bestemmingplan om nieuwe solitaire recreatiewoningen te realiseren. Solitaire vakantiewoningen zijn (een of meerdere) losse vakantiewoningen zonder een centrale beheer- en verhuurorganisatie. Verruiming van het bestemmingplan om nieuwe 29
recreatiewoningen te realiseren, is, onder planologische voorwaarden, alleen mogelijk op bestaande of nieuwe complexen met centrale voorzieningen waarbij de nieuwe woningen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Doel van deze eis is permanente bewoning van recreatiewoningen tegen te gaan. Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt in dit kader verstaan het via één bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer of exploitatie, zodat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt. Dit betekent dat wanneer er beheer, onderhoud en verhuur van de woningen en het complex plaatsvindt, dit centraal aangestuurd moet worden via één bedrijf, stichting of andere rechtspersoon. Deze voorwaarde leggen we zowel in het bestemmingsplan vast als in overeenkomsten met initiatiefnemers.
5.2 Advies en relatiebeheer De verbetering van dienstverlening aan ondernemers en het stimuleren van het ondernemersklimaat staan hoog op de prioriteitenlijst van de gemeente De Wolden. Bedrijvencontactfunctionaris Samen met ondernemers heeft de gemeente afspraken gemaakt ter verbetering van de dienstverlening. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Ondernemersakkoord. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is de inzet van de bedrijvencontactfunctionaris. Deze functionaris heeft een schakelfunctie tussen de Woldense ondernemers en de gemeente. Ook de toeristisch-recreatieve ondernemers kunnen de bedrijvencontactfunctionaris inschakelen wanneer zij (uitbreidings)plannen of problemen hebben met betrekking tot hun bedrijf. Vooroverleg Een ander onderdeel van het Ondernemersakkoord is de mogelijkheid tot vooroverleg tussen initiatiefnemers en gemeente met als doel heldere wederzijdse verwachtingen te creëren over procedures van meer complexe projecten. We zijn niet verplicht deze vorm van overleg aan te bieden. Het vooroverleg heeft dan ook geen formele status. De Wolden biedt deze vorm van vooroverleg wel aan. Met name bij de meer complexe projecten kan het voor zowel gemeente als aanvrager lonend zijn.
Bedrijfsbezoeken De gemeente De Wolden vindt het belangrijk om te weten wat er speelt bij de toeristischrecreatieve bedrijven, ook als er geen specifieke (uitbreidings)plannen zijn. In de komende beleidsperiode willen wij daarom zowel bestuurlijk als ambtelijk periodiek diverse toeristisch-recreatieve bedrijven in De Wolden bezoeken. Handreiking vrijetijdssector Ondernemers kunnen gebruik maken van de ‘Handreiking vrijetijdssector’ die het Recreatieschap Drenthe in 2012 heeft laten maken. De handreiking geeft veel informatie 30
over hoe ondernemers praktisch kunnen omgaan met omgevingsaspecten. Ook bevat de handreiking een procedureschema voor ruimtelijke plannen. Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie Ook in de komende periode kunnen recreatiebedrijven, die willen uitbreiden maar dat niet kunnen door natuurregels, voor een advies terecht bij Kwaliteitsteam Natuurlijke Recreatie. Het instellen van dit team is een onderdeel van samenwerkingsproject van de RECRON en de Natuur- en Milieufederatie Drenthe, ondersteund door de provincie Drenthe, het Recreatieschap Drenthe en de Drentse gemeenten. Momenteel onderzoekt het recreatieschap of het mogelijk is het kwaliteitsteam, in een andere samenstelling, ook te kunnen inschakelen voor een bedrijfseconomisch advies.
5.3 Kapitaal om te investeren De negatieve gevolgen van de crisis vormen een bedreiging voor de toeristisch-recreatieve bedrijven. Realiteit is dat vooral ook het soort bedrijven, waarvan er veel zijn in De Wolden Zuidwest Drenthe (kleinere recreatiebedrijven, veel campings en familiebedrijven), last hebben van gebrek aan kapitaal om te investeren. Om de visie van dit beleidsplan uit te voeren, hebben deze bedrijven echter wel een kwaliteitsimpuls nodig. Dat is in principe de verantwoordelijkheid van de ondernemers. De gemeente schept in het beleid de ruimte die hiervoor nodig is. Aanvullende financiële middelen voor een kwaliteitsimpuls zijn echter zeer gewenst. Die middelen heeft de gemeente niet. Er zouden middelen vrijgemaakt moeten worden uit provinciale, nationale of Europese fondsen. De Wolden en de andere gemeenten in Zuidwest Drenthe zetten dit thema daarom hoog op de Gebiedsagenda Zuidwest Drenthe. De gebiedsagenda is het instrument voor de implementatie van de Omgevingsvisie Drenthe (2010) van de provincie.
5.4 Inspiratie In de SWOT is geconstateerd dat veel van het aanbod in De Wolden gericht is op de ‘lime’ en ‘groene’ doelgroep (zie paragraaf 2.5), terwijl we juist ook willen inzetten op andere, kansrijke doelgroepen. Bovendien is er op termijn afnemende vraag naar de huidig aanwezige accommodaties. In de uitvoering van dit beleidsplan willen we ondernemers daarom inspireren en uitdagen zich waar mogelijk ook op andere, kansrijke doelgroepen te richten. Daarmee kunnen zij maximaal profiteren van de inspanningen om met gebiedsmarketing meer mensen uit de andere doelgroepen naar De Wolden te trekken. Zo biedt met name de doelgroep ‘aqua’ (ingetogen, geïnteresseerd in cultuur) mogelijkheden voor de aanwezige ‘groene’ en ‘lime’ accommodaties. Om ondernemers te inspireren zorgen we voor een toelichting op de kansen van de doelgroepen waar de gebiedsmarketing in dit beleidsplan zich op richt. Centraal staan daarin de mogelijkheden voor productontwikkeling, zowel individueel op bedrijfsniveau als gezamenlijk, en mogelijkheden voor ondernemers om aan te haken bij de gebiedspromotie.
5.5 Toeristenbelasting en forensenbelasting Ondernemers die tegen vergoeding overnachtingen aanbieden, bijvoorbeeld in een hotel, B&B, recreatiewoning of op een camping, moeten toeristenbelasting betalen. De gemeente 31
heft toeristenbelasting omdat bezoekers voordeel hebben van voorzieningen van de gemeente. Ondernemers kunnen de heffing daarom doorrekenen aan hun klanten. De inkomsten zijn een algemeen dekkingsmiddel. Dit betekent dat de inkomsten niet specifiek bestemd zijn voor de toeristisch-recreatieve uitgaven van de gemeente. De tarieven voor de toeristenbelasting worden op Drents niveau afgestemd. Hierin ligt een voortrekkersrol bij het recreatieschap. Een individuele extra verhoging van deze tarieven kan De Wolden uit de markt prijzen en minder aantrekkelijk maken voor recreatieondernemers. Daarom streeft de gemeente er zoveel mogelijk naar om de tarieven van de toeristenbelasting niet sneller te laten stijgen dan de adviestarieven van het recreatieschap. Daarbij geldt een bandbreedte van circa 10%. Eigenaren van tweede woningen of stacaravans betalen forensenbelasting wanneer zij in een andere gemeente dan De Wolden wonen en de woning of stacaravan meer dan 90 dagen per jaar voor zichzelf of hun gezin beschikbaar houden. Zij hebben dan namelijk voordeel van de voorzieningen van de gemeente De Wolden. De gemeente laat de stijging van deze heffing in de komende beleidsperiode zoveel mogelijk meelopen in de procentuele verhoging van de toeristenbelasting.
32
6.
Infrastructuur recreatie en toerisme
Overzicht SWOT, inzet gemeente en beoogde resultaten: Sterke en zwakke kenmerken De Wolden (SWOT): • Goede bereikbaarheid en infrastructuur • Groot aantal fiets-, wandel- en paardensportfaciliteiten Kansen en knelpunten (SWOT): Kansrijke niches in recreatiemarkt - onder andere paarden en streekproducten • • Goed zicht op kansen en knelpunten routes (onder andere dorpsvisies en onderzoeken) • Beheer routes staat onder druk Waar zetten we als gemeente op in: • Het initiatief om recreatieve routes en paden te realiseren ligt bij partijen als toeristische en maatschappelijke organisaties, inwoners en terreinbeheerders. De gemeente kan daar waar nodig en mogelijk enige ondersteuning bieden. • Met gebruikers en het recreatieschap de haalbaarheid van gewenste ruiter- en menroutes onderzoeken. • Lobby van gemeente bij het recreatieschap om het wandelnetwerk uit te breiden naar de rest van gemeente en omliggende regio’s. • De gemeente neemt keuzes/uitgangspunten van dit plan mee in andere beleidsterreinen met een recreatief belang, zodat binnen die beleidsterreinen een integrale afweging van alle belangen kan worden gemaakt. • Profileren van Ruinen en omgeving de tot Poort van het Dwingelderveld (onderdeel van uitvoeren Visie Ruinen uit 2010). Samen met ondernemers gebruikmaken van evt. mogelijkheden om de Wijk uit te bouwen tot een • poort van het Reestdal. Beoogde resultaten (te behalen met recreatieschap, andere R&T-organisaties en inwoners): • Nieuwe routes en paden om te wandelen en paardrijden en voor MTB-ers. • Uitbreiding wandelnetwerk naar rest van de gemeente en buurgemeenten. • Nieuwe producten op basis van de toeristisch-recreatieve infrastructuur. • Versterkte functies toegangspoorten Ruinen (Dwingelderveld) en de Wijk (Reestdal)
Toelichting Een goede fysieke toeristisch-recreatieve infrastructuur draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de gemeente. Het maakt dat toeristen, recreanten en bewoners op verschillende manieren kunnen recreëren, en dat de accommodaties en attracties in De Wolden goed vindbaar en ontsloten zijn. Bovendien kunnen toeristen en recreanten dan goed van en naar omliggende gebieden.
De Wolden kent een groot aantal mogelijkheden om te fietsen, wandelen en (in mindere mate) te paardrijden en mennen. Wel kan de bekendheid van de routes beter. De 33
mogelijkheden voor routegebonden recreatie zijn lang niet altijd bekend bij bezoekers en ook inwoners. Hierin ligt een belangrijke opgave voor de gebiedsmarketing (hoofdstuk 4). Daarnaast zijn er nog diverse wensen om de recreatieve routes en paden uit te breiden. De gemeente heeft vooral een stimulerende rol om uitbreidingen te realiseren. In hoofdstuk gaan we daarop in.
6.1 Recreatieve paden en routes Het initiatief voor het realiseren van routes en paden om te wandelen, paardrijden, mennen en mountainbiken ligt bij partijen als de terreinbeheerders, het recreatieschap, bedrijfsleven, Tourist Info Drenthe of inwoners (dorpsvisies). Dit geldt ook voor de nietgemeentelijke fietspaden. De gemeente kan daar waar nodig en mogelijk een ondersteunende rol innemen.
Wandelen Er zijn vele wandelpaden en -routes in De Wolden, al dan niet gemarkeerd in het veld. Zo zijn er diverse dorpsommetjes en andere wandelroutes bij de dorpen, zoals het Vlinderommetje in Zuidwolde, het Struunpad in Koekangerveld en de knapzakroutes. In het Reestdal, de Boswachterij Ruinen-Echten, het Dwingelderveld en andere (natuur)gebieden in De Wolden zijn diverse wandelroutes. Ook doen meerdere Lange Afstandswandelroutes (LAW) de gemeente aan. Dit zijn onder andere het Westerborkpad, de Loop van de Reest en de route ‘Neem de tijd’ langs de Nationale Parken van Noord Nederland. In de komende beleidsperiode gaan we na of er bij de dorpen met plannen voor ommetjes behoefte is aan ondersteuning in het vinden van oplossingen voor (vaak vrij bewerkelijke) vraagstukken over tracés over particuliere terreinen, beheer, onderhoud en promotie (samen met TIP). Indien er behoefte is aan ondersteuning onderzoeken we of en zo ja hoe we dat kunnen aanbieden. In het kader van de ruilverkaveling zijn er in de komende jaren mogelijkheden voor de gemeente om het eigendom van grond te verwerven voor ommetjes, wanneer er ook financiële dekking kan worden gevonden. Indien dat het geval is informeren we de nabijgelegen dorpen hierover. De Wolden heeft als eerste gemeente in Drenthe een wandelnetwerk met knooppunten. Dit netwerk gaat door een deel van de gemeente. De gemeente wil zich ervoor inzetten om met Recreatieschap 34
Drenthe de mogelijkheden te verkennen het netwerk naar de rest van De Wolden en aangrenzende gemeenten uit te breiden. Dit wandelnetwerk moet zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande wandelroutes en ommetjes. Paardrijden en mennen In de Boswachterij Ruinen kan vrij geruiterd worden. Dit betekent dat ruiters welkom zijn op alle paden en wegen met uitzondering van de gemarkeerde routes voor andere recreanten. Verder is De Wolden aangesloten op het uitgebreide men- en ruiternetwerk in het Dwingelderveld. Daarnaast zijn de vele openbare zandwegen in het buitengebied van De Wolden zeer geschikt voor ruiters en menners. In het rapport Paardrijden en Mennen in Zuidwest Drenthe (2011) zijn diverse wensen geuit met betrekking tot routes en paden. Enerzijds is er sprake van een aantal ‘kleinere’ wensen en ook knelpunten, waarover recreatieschap, gebruikers en/of gemeente inmiddels in gesprek zijn met de terreinbeheerders. Daarnaast ligt er een wens om op meerdere plekken van de gemeente, zoals rondom Zuidwolde en tussen Veeningen en het Reestal, gemarkeerde ruiterroutes aan te leggen. Dit is een lastige opgave, gelet op het feit dat in die gebieden het grondeigendom versnipperd is en er geen sprake is van hele grote aaneengesloten stukken natuur zoals in de Boswachterij Ruinen en het Dwingelderveld. In de komende beleidsperiode zullen we samen met gebruikers, Recreatieschap Drenthe en terreinbeheerders de haalbaarheid van deze gewenste routes onderzoeken en nagaan of we de gebruikers kunnen ondersteunen bij eventuele realisatie.
6.2 Beleidsterreinen met een recreatief belang Op diverse terreinen van gemeentelijk beleid spelen recreatieve belangen een rol. Denk hierbij aan beleid of projecten voor infrastructuur (onder andere de gemeentelijke fietspaden), waterberging en landinrichting maar ook aan beleid met betrekking tot de zwembaden en objectverwijzingen. Daar waar mogelijk neemt de gemeente de recreatieve belangen en keuzes in dit beleidsplan mee in dit soort projecten en beleid, zodat in de besluitvorming een integrale afweging kan worden gemaakt. De besluitvorming met betrekking tot deze beleidsterreinen valt buiten het bereik van dit beleidsplan. Zo geldt voor de aanleg van nieuwe gemeentelijke fietspaden dat deze voor de komende jaren is vastgelegd in het Fietsplan (2008). Hierin zijn de bestaande fietsroutes beoordeeld en is een overzicht van prioriteiten gegeven voor de nog aan te leggen fietsverbindingen en vrijliggende fietspaden. Er is voor gekozen de prioriteit te baseren op de noodzaak om een fietspad aan te leggen omwille van de verkeersveiligheid. De meeste fietspaden die een hoge prioriteit hebben gekregen, hebben ook een (grote) recreatieve waarde. Voor beleid voor objectverwijzingen geldt dat gemeente de algemene richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) volgt. Volgens deze richtlijnen moeten toeristische objectverwijzingen inmiddels niet meer met blauwe borden worden aangeven zoals nu gebruikelijk is in De Wolden, maar met bruine borden. Dit betekent dat de gemeente vanaf heden bij het plaatsen van nieuwe toeristische objectverwijzingen bruine borden gebruikt in plaats van blauwe borden. Voor de bestaande blauwe borden geldt een uitsterfconstructie.
35
6.3 Toeristische toegangspoorten Een toeristische toegangspoort is een instrument om de bezoekersstromen te stimuleren en te geleiden, aldus het rapport ‘Poorten Zuidwest Drenthe’ dat het Recreatieschap Drenthe in 2012 heeft laten opstellen. In het rapport staat verder dat: “Een goede poort heeft functies op het gebied van gastvrijheid, visitormanagement, verkeersveiligheid, informatievoorziening, kort verblijf, economische bedrijvigheid en zonering van de recreatiedruk. Poorten zijn verder bouwstenen voor gebiedsbranding, ze dragen bij aan het ontwikkelen van een gebied tot een sterk en aantrekkelijk merk. Bij de locatie van een poort zijn niet alleen overwegingen van zonering, bereikbaarheid, doelgroepkenmerken van belang. Ook de afstand tot de andere poorten is cruciaal in verband met het creëren van goede mogelijkheden voor exploitatie.” Het rapport gaat uit van twee toeristische toegangspoorten in De Wolden. Zo is Ruinen een poort voor het Dwingelderveld. Daarnaast worden in het rapport van het recreatieschap mogelijkheden gezien voor de Wijk om zich al poort voor het Reestdal te ontwikkelen. Ruinen - Poort van het Dwingelderveld Een van de deelprojecten in het Visiedocument Ruinen uit 2010 is de ontwikkeling van Ruinen tot een ‘Poort van het Dwingelderveld’. Het gebied rondom de Benderse met hotspots zoals het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten waar jaarlijks ca. 150.000 bezoekers komen en de Schaapskooi, speelt daarin een belangrijke rol. Doel van dit deelproject is de relatie van het dorp met de omgeving te versterken met toeristisch-recreatieve routes en (informatie)voorzieningen, zodat het dorp meer bestedingen kan aantrekken en daarmee meer kan profiteren van de nabijheid van het Dwingelderveld. Op initiatief van de gemeente wordt dit deelproject op dit moment verder uitgewerkt. De visie en uitgangspunten van dit beleidsplan nemen we waar mogelijk mee in de uitwerking van dit deelproject. De Wijk – Poort van het Reestdal Het Reestdal is een belangrijke toeristische parel in De Wolden. Het gebied is met de projecten ‘Reestdal op de kaart’ en ‘Idyllisch Reestdal’ in de afgelopen periode samen met de buurgemeenten, recreatieschap en ondernemers op de kaart gezet door toeristische producten te generen en aan te jagen. Het in stand houden van de producten en het promoten van het gebied gaat verder en wordt opgepakt door de onlangs opgerichte Stichting Ondernemend Reestdal. Deze werkzaamheden hebben een relatie met de gebiedsmarketing die in hoofdstuk 4 is behandeld. Het rapport Poorten Zuidwest Drenthe dat het recreatieschap heeft laten opstellen, wijst de Wijk aan als een potentiële poort van het Reestdal. De resultaten van het ‘Centrumplan de Wijk’ dat momenteel wordt uitgevoerd, bieden wellicht mogelijkheden om samen met de ondernemers het dorp verder uit te bouwen tot poort. In de looptijd van dit beleidsplan onderzoeken we of en zo ja hoe het dorp meer een fysieke poortfunctie voor het Reestdal kan krijgen.
36
7.
Uitvoering
7.1 Uitvoeringsprogramma Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om een flinke inzet van de toeristisch-recreatieve sector en het overig bedrijfsleven. Organisaties zoals het Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe, Marketing Drenthe en het Drents Internet Platform bieden daarbij ondersteuning. De bijdrage van de gemeente aan de uitvoering van dit beleidsplan wordt jaarlijks vastgelegd in een uitvoeringsprogramma, dat het college vaststelt. Het uitvoeringsprogramma wordt samengesteld aan de hand van de beoogde resultaten die zijn genoemd in de hoofdstukken ‘Gebiedsmarketing’, ‘Ontwikkeling van bedrijven’ en ‘Toeristisch-recreatieve infrastructuur’ en aan de hand van de beschikbare middelen. Ook de tussentijdse evaluaties van de behaalde resultaten in het voorgaande jaar vormen belangrijke input. Het college stuurt het uitvoeringsprogramma ter informatie door naar de gemeenteraad, tezamen met de tussentijdse evaluatie. Voor wat betreft de uitvoeringsprogramma’s van 2013 en 2014 zetten we in ieder geval in op de volgende onderwerpen. Nadere invulling vindt plaats na vaststelling van dit beleidsplan: • Het opstellen van een promotieplan samen met TIP De Wolden, toeristisch-recreatieve sector en ook overig bedrijfsleven, in afstemming met de andere gemeenten in Zuidwest Drenthe. • Begeleiden van de reorganisatie van TIP De Wolden zodat de TIP de uitvoeringsorganisatie kan worden voor gebiedsmarketing. Daarbij verkennen we ook de samenwerkingsmogelijkheden binnen Zuidwest Drenthe. • Inspiratiebijeenkomsten gebiedsmarketing. • Opstellen facetbestemmingsplan recreatie waarin zoveel mogelijk onderwerpen uit paragraaf 5.1 worden meegenomen, en aanbieden aan de raad. (Dit is al na het vaststellen van de visie in de kaderstellende notitie in gang gezet in verband met de planning van de Beheersverordening Buitengebied).
7.2 Participatie Bij uitvoeren van dit beleidsplan maakt de gemeente op verschillende manieren gebruik van inbreng uit toeristisch-recreatieve werkveld, overig bedrijfsleven en inwoners. In de eerste plaats proberen we daar waar mogelijk ruimte te maken voor ondersteuning van toeristisch-recreatieve initiatieven die voortkomen uit de dorpsvisies. In de tweede continueren we de inzet van het Toeristisch Platform De Wolden. Dit platform is een adviescommissie voor het gemeentebestuur. In het platform is het toeristisch veld vertegenwoordigd. Het platform is er voor de ondernemers en streeft ernaar vanuit deze adviesfunctie het toeristisch product in de gemeente te verbeteren. Het platform is niet 37
bevoegd te adviseren over dossiers die betrekking hebben op individuele ondernemers/bedrijven. In de derde plaats zijn de recreatieondernemers een belangrijke partner bij het vaststellen en invullen van de koers voor de gebiedsmarketing, samen met de TIP.
7.3 Financiën Het uitvoeren van dit beleidsplan vraagt om flinke investeringen door de toeristischrecreatieve sector en het overig bedrijfsleven. Dit zijn zowel investeringen op individueel bedrijfsniveau als investeringen door ondernemers gezamenlijk om met een goede gebiedsmarketing De Wolden op de kaart te zetten. Voor de gemeentelijke bijdrage aan het volgen van de koers in het beleidsplan wordt de financiële dekking gezocht binnen de budgetten voor programma 6 Recreatie en Toerisme. Zonodig zal er jaarlijks bij de Kadernota/Programmabegroting een aanvullend budget gevraagd worden. Tevens wordt geprobeerd gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden vanuit het fonds van het Recreatieschap Drenthe en van ondersteuning door de provincie zoals in het kader van de Gebiedsagenda Zuidwest Drenthe. De gebiedsagenda is het instrument om de Omgevingsvisie Drenthe (2010) van de provincie te implementeren. Voorts gaan we na of er mogelijkheden zijn om gebruik te maken van Europese middelen. Hiervoor maken we gebruik van de ondersteuning van het Europa Service Punt (ESP). 2013 Voor 2013 is voor toerisme en recreatie een bedrag van ca. € 132.000 beschikbaar, waarvan ca. € 32.000 incidenteel. Dit is exclusief de kosten van ambtelijke uren. Circa € 96.000 van het totaalbedrag van € 132.000 is bestemd voor subsidies aan Recreatieschap Drenthe, Tourist Info Drenthe en TIP De Wolden. Deze organisaties dragen bij aan de uitvoering van dit beleidsplan en en/of ondersteunen de uitvoering ervan. Het resterende bedrag van € 36.000 is gelabeld voor gemeentelijke projecten en activiteiten om een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van dit beleidsplan. In het uitvoeringsprogramma voor 2013 wordt de besteding van dit bedrag verder ingevuld. In de tabellen hieronder is een onderverdeling van deze bedragen opgenomen. Structurele middelen 2013 Omschrijving Toelichting en doel Subsidie Het Recreatieschap is een gemeenschappelijke Recreatieschap regeling. De bijdrage van de gemeente wordt Drenthe vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het recreatieschap. Doel subsidie: het recreatieschap richt zich op coördinatie (o.a subsidies), belangenbehartiging, proces- en projectmanagement, advisering, beleid en beheer en draagt daarmee bij ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector in De Wolden. Subsidie TIP De De subsidie voor de TIP’s in De Wolden is een Wolden cofinancieringsbijdrage die op basis van een prestatiecontract wordt verstrekt. Andere inkomsten van de TIP’s komen uit ondernemersbijdragen en verkoop. Doel subsidie: momenteel richten de TIP’s zich op
Bedrag in euro
51.673
38
Budget promotie, acquisitie en evenementen
Budget sociaaleconomische vitalisering (in totaal max. 55.000 euro). Toeristisch Platform
het verstrekken van informatie aan bezoekers en enige lokale promotie en productontwikkeling. Volgens de koers van dit beleidsplan gaat TIP De Wolden zich meer richten op de uitvoering van gebiedsmarketing (lokale informatievoorziening is daar slechts een onderdeel van). Flexibel besteedbaar budget (In 2012 o.a. advertorial Drenthe Gids, organiseren hippisch café, subsidie Ronde van Drenthe, beursparticipatie Zuidwest Drenthe). Doel: snel inspelen op kansen die zich voordoen op het gebied promotie, acquisitie en evenementen ten behoeve van versterking van de toeristisch-recreatieve sector. Flexibel budget voor ondersteuning van initiatieven, waaronder toeristisch-recreatieve initiatieven, op basis van incidentele cofinanciering. Doel: sociaal-economische vitalisering.
37.180
9.300
PM Budget voor vergaderkosten, excursies met de toeristisch-recreatieve sector en netwerk- en informatiebijeenkomsten. Doel subsidie: ondersteuning van het platform als adviescommissie van het college, t.b.v. ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector.
Incidentele middelen 2013 Omschrijving Toelichting en doel Tourist Info TID ondersteunt en faciliteert de lokale TIP’s Drenthe (TID) (uniforme huisstijl, centrale inkoop), ontwikkeling kaartmateriaal en promotie op Drents schaalniveau, in samenwerking met Marketing Drenthe. Bijdrage is incidenteel. Na 2013 moet op basis van evaluatie worden beslist of de bijdrage gecontinueerd wordt. Doel subsidie: promotie en bijdragen aan goed geoutilleerde TIP’s die uniform en herkenbaar zijn qua uitstraling. Budget voor Budget voor implementatie beleidsplan. In het beleidsplan R&T uitvoeringsprogramma dat na vaststelling van dit beleidsplan wordt opgesteld, wordt bepaald hoe dit budget wordt ingezet. Budget voor Budget voor opstellen promotieplan. Doel: een beleidsplan R&T kader geven voor samenhangende gebiedspromotie van De Wolden door TIP, toeristisch-recreatieve ondernemers en overig bedrijfsleven (zie hoofdstuk 4).
2.500
Bedrag in euro
7.092
15.000
10.000
7.4 Monitoring Dit beleidsplan heeft als doel om voor alle betrokkenen bij de toeristisch-recreatieve sector van De Wolden een koers te geven voor de ontwikkeling van deze sector in de periode 2013-2017. Jaarlijks monitoren we de mate waarin gemeente en sector de koers volgen met behulp van procesindicatoren (hoe ver is de uitvoering van dit plan gevorderd en in hoeverre zijn de acties in het uitvoeringsprogramma uitgevoerd en zijn de beoogde resultaten voor de drie beleidssporen bereikt). De indicatoren om de voortgang van het beleidsspoor ‘Infrastructuur toerisme en recreatie’ te meten, geven tevens informatie over
39
de voortgang van de nevendoelstelling van dit beleidsplan (daar waar mogelijk en nodig bijdragen aan verbetering aan de recreatieve voorzieningen in de gemeente De Wolden).
Gewenste resultaat Groei van de toeristisch-recreatieve bestedingen is geen directe doelstelling van dit gemeentelijke beleidsplan. Groei kan immers niet een-op-een toegerekend worden aan de inzet van de gemeente. De gemeente is één van de vele partijen die daar invloed op heeft. Er zijn ook andere partijen zoals ondernemers, TIP, Marketing Drenthe, recreatieschap etcetera. Daarom is het streven om meer bestedingen te behalen een gewenst resultaat van dit beleidsplan, dat we samen met de sector willen bereiken. We definiëren dit resultaat als volgt: •
De Wolden richt zich in de periode 2013 - 2017 op de ontwikkeling van de bestedingen uit overnachtingen die (tenminste) 1%-punt boven de provinciale ontwikkeling in Drenthe per jaar uitkomt.
•
De Wolden richt zich in de periode 2013 – 2017 op een ontwikkeling van de bestedingen uit dagrecreatie die tenminste gelijk is aan de provinciale ontwikkeling in Drenthe.
Deze gewenste resultaten zijn gekoppeld aan de groei in Drenthe. Op deze manier wordt rekening gehouden met de invloed van macro-ontwikkelingen zoals de financieeleconomische crisis, consumentenvertrouwen en het concurrentieveld. Om na te gaan of en in hoeverre de gewenste resultaten worden bereikt, meten we de voortgang met de volgende resultaatindicatoren: • Elke twee jaar: totaal bestedingen vakanties (16.000.000 EUR in 2011 in De Wolden) en totaal bestedingen dagrecreatie (17.500.000 EUR in 2011 in De Wolden). • Elk jaar: totaal toeristische overnachtingen (360.260 in 2011 in De Wolden) en totaal banen > 12 uur/week in de vrijetijdssector (293 in 2011 in De Wolden). In bijlage 7 staat een toelichting op de bronnen van de cijfers die we gebruiken voor deze indicatoren. De jaarlijkse monitor met indicatoren gebruiken we als input voor het samenstellen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.
40
Bijlagen Bijlage 1
Literatuurlijst
ANWB- Adjied Bakkas CBS Dijk, van-Bettenhaussen, E. ECORYS Gemeente De Wolden Gemeente De Wolden Gemeente De Wolden Gemeente De Wolden Gemeente De Wolden
2009 2009 2011 2012 2012 2012 2012 2011 2010
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Wolden Wolden Wolden Wolden Wolden
2008 2008 2007 2007 2005
Gemeente De Wolden Gjaltema, O. Grontmij
2010 2011 2011
Hospers, G.J. Hospers, G.J. KvK MotivAction NBTC NVM BOG Rabobank Rabobank Recreatieschap Drenthe
2009 2011 2011 2009 2010 2009 2011 2012 2011
Recreatieschap Drenthe
2012
Recreatieschap Drenthe Recreatieschap Drenthe Recron Roelofs BV, in opdracht van Recreatieschap Drenthe Smartagent Company Sociaal-cultureel planbureau Steeghs advies Stichting Recreatie
2011 2011 2010 2012
Toerdata Noord Toerdata Noord
2010 2009
41
De De De De De
2011 2005 2007 2005
Trendboek toerisme & recreatie Toerisme en recreatie in cijfers Handboek city- en regiomarketing Toerisme in Drenthe verdient beter Overnachtingscijfers toeristenbelasting Memo regiomarketing en organisatie Evaluatie Beleidsplan R&T 2008-2012 Structuurvisie 2010-2030 Notitie voorwaarden toeristischrecreatieve beleid voor realisatie nieuwe recreatiewoningen Sportnota De Wolden Kampeernota De Wolden Beleidsplan R&T 2008-2012 Cultuurnota De Wolden DE WOLDEN: ACTIEF EN BETROKKEN TOEKOMSTVISIE DE WOLDEN 2005-2020 Visiedocument Project Ruinen Interpretation Zuidwest Drenthe Paardrijden en Mennen in Zuidwest Drenthe Citymarketing in perspectief Er gaat niets boven citymarketing Brochure collectief financieren Het marktpotentieel van Streekproducten Trends in toerisme / Destination Holland Leisuremarktonderzoek 2009 Sectorinformatie Sectorinformatie Oplegnotitie bij Toeristisch-recreatief ontwikkelperspectief Uffelte-Ruinen Handreiking vrijetijdssector in planologische procedures (+ oplegnotitie) Camperbeleid Paardenroutes Zuidwest Drenthe Recreantenatlas Dagrecreatie Masterplan fietspaden Drenthe Leefstijlatlas dagrecreatie Trends in belangstelling cultureel erfgoed Interpretationrapport Reestdal Plattelandstoerisme in Europa, succes- en faalfactoren Toerisme in Cijfers Consumentenonderzoek Toerisme
Bijlage 2 Kenmerken van het gebied Toerisme en recreatie stopt niet bij de gemeentegrens. Een beschrijving van de landschappelijke kenmerken voor zowel de gemeente als de regio is daarmee een logisch vertrekpunt voor het beleidsplan. Achtereenvolgens komen Zuidwest Drenthe, De Wolden en het Reestdal aan de orde. Zuidwest Drenthe De Wolden ligt in de regio Zuidwest Drenthe, die verder bestaat uit de gemeenten Meppel, Hoogeveen, Westerveld en Midden-Drenthe. In 2011 is met de Interpretation-methode een profiel opgesteld van de regio Zuidwest Drenthe, waarmee de regio zich kan onderscheiden in de vrijetijdssector. Interpretation-methode Met behulp van de Interpretation-methode kan de essentie van een plaats of gebied worden bepaald aan de hand van historische, geografische en culturele aspecten. De methode is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek waaruit is gebleken dat kennis van en ervaring in een gebied leidt tot waardering voor en identificering met het gebied. Pas als je een gebied begrijpt, ga je het waarderen. En als men het gebied waardeert, dan blijken mensen langer te (ver)blijven, meer te besteden en vaker terug te komen. Om bezoekers te laten begrijpen wat de essentie is van het gebied, moeten diverse boodschappen moeten worden overgebracht. Dit kan met sleutelervaringen via het hoofd (begrijpen), het hart (emotie) en handen (voelen en proeven). Sleutelervaringen zijn belevingen die gasten meemaken om de essentie te snappen. Het Interpretation-profiel van Zuidwest Drenthe laat zich als volgt omschrijven. Zuidwest Drenthe is het overgangsgebied waar het Drents Plateau langzaam oprijst uit laag Nederland. Op het plateau hebben boeren duizenden jaren geleden de hoge, drogere gronden bewerkt, is er recht gesproken en zijn er landgoederen op de overgang gesticht. Later werd vanaf het plateau het laagveen tot rijke graslanden ontgonnen, die nu worden beweid vanuit de fraaie monumentale boerderijen in de wegdorpen. De handel vanuit Meppel en later ook Hoogeveen, en de ligging ten opzichte van de Randstad hebben er voor gezorgd dat “westerse” invloeden hier Drenthe binnenkomen en zich langzaam mengen met het oude Drenthe. Net zoals de overlappende milieuomstandigheden hebben geleid tot een menging en verrijking aan landschappen en natuurwaarden Deze combinatie van processen heeft geleid tot de volgende essentie van Zuidwest Drenthe: • • •
‘De overgang van laag Nederland naar het Drents Plateau biedt steeds andere mogelijkheden voor natuur en mensen’ ‘De overgang van laag naar hoog verrijkt natuur en cultuur’ ‘Waar natuur en cultuur (elkaar) raken’
42
Figuur B2.1
Hoogteligging Zuidwest Drenthe en Interpretation-rapport Zuidwest Drenthe
De sleutelervaringen die je moet meemaken om het gebied te leren kennen, komen voort uit de overgangen in het gebied: • Een luistertocht maken van het stedelijke leven naar de stille natuur • Een landgoederentocht maken op de overgang van hoog naar laag • De beslotenheid van grote bosgebieden en knusse esdorpjes ervaren tegenover de uitgestrekte laagveenweiden met karakteristieke wegdorpen • Op blote voeten door moeras-, kwel- en droog zand lopen De Wolden De Wolden bevindt zich midden in Zuidwest Drenthe en is gelegen op de overgang van hoog naar laag. De landschappelijke overgangen zijn te zien door bijvoorbeeld van het laagland (Reestdal) via de laagveenontginningen rond Ruinerwold naar Ruinen te gaan. Ook is de overgang van stads en ‘westers’ (Meppel) naar het oude Drenthe (Ruinen) in De Wolden te beleven. Er zijn fraaie havezaten binnen de gemeentegrenzen zoals bij Echten en de Wijk. Hoogtepunten van het Woldense landschap zijn het Reestdal (zie ook 2.3), het bos en de heide in de Boswachterij Ruinen en Ruinerwold als icoon voor laagveenontginningen. Daarnaast zijn de hoogveenontginningen bij Alteveer en Kerkenveld, het slagenlandschap rond Koekange en het esdorpenlandschap met esjes bij Zuidwolde karakteristiek. Het esdorpenlandschap in het noordoostelijke deel is meer gesloten en bevat pittoreske dorpen als Ruinen en Ansen. Dichtbij de gemeente ligt het Nationaal Park Dwingelderveld, een uitgestrekt natuurgebied met bos, heide en vennen. Het bezoekerscentrum hiervan ligt in de gemeente Westerveld maar maakt onderdeel uit van het toeristisch product van het nabijgelegen Ruinen in onze gemeente. De gemeente De Wolden vormt, vanuit het westen redenerend, ‘de poort van Drenthe’. Om tot de best bezochte gebieden in Drenthe te komen, passeert een toerist vanuit het westen 43
vaak De Wolden. De gemeente kent enkele grote oost-west verbindingen, zoals de A28, de treinverbinding Hoogeveen-Meppel en de Hoogeveense Vaart. Het Reestdal Binnen de gemeente De Wolden bevindt zich het Reestdal, een landschappelijk aantrekkelijk gebied langs de loop van de Reest. De Reest is een riviertje op de grens van Drenthe en Overijssel. Het is een laaglandbeek die ooit ontsprong in de hoogveenmoerassen bij Dedemsvaart en die ten zuiden van het Drents Plateau richting Meppel stroomt. Ook voor het Reestdal is met de Interpretation-methode een profiel opgesteld. In het Reestdal is het de combinatie van de kronkelende rivierloop, de cultuurhistorie en de romantische kleinschaligheid die het gebied speciaal maakt. Daarbij is het gebied nog relatief onontdekt en opvallend ‘gaaf’ gebleven. Het gewenste imago van het Reestdal is ‘betoverend en onthaast’ en ‘vriendelijk en persoonlijk’. Het Reestdal onderscheidt zich als een ‘idyllisch natuurrijk boerenland langs een kronkelende grensrivier’. Voorbeelden van sleutelervaringen in het Reestdal: • Struinen langs de Reest. • Het oversteken van de rivier. • Het meemaken van het boerenleven. • Het ontdekken van geschiedenissen van de mensen die er wonen.
44
Bijlage 3
Doelgroepsegmentatie op basis van het BSR Model
Het BSR-model
De Recron, branchevereniging van recreatieondernemers, heeft samen met marktonderzoekbureau Smartagent een doelgroepenmodel (BSR-model) ontwikkeld. Dit model kijkt voornamelijk naar wensen en voorkeuren van (verblijfs)recreanten in plaats van naar leeftijd, inkomen, opleiding en andere demografische kenmerken. Op deze manier ontstaan belevingswerelden van waaruit mensen denken en handelen. Het BSR onderscheidt zeven doelgroepen met een eigen belevingswereld, aangeduid met een kleur. Elk segment heeft een duidelijk profiel. In combinatie met traditionele kenmerken zoals leeftijd, geslacht en opleiding vormt elk segment een bruikbare basis voor productontwikkeling en communicatie.
Figuur B3.1 Matrix belevingswerelden BSR-model met de gemiddelde percentages voor Nederland (de doelgroepen rood, paars en blauw zijn bij de verblijfsrecreatie samengevoegd tot paars). (Bron: Recron.nl) Het gaat om de volgende groepen : Uitbundig geel: Samen actief bezig zijn, uitgaan en genieten Recreanten in de gele belevingswereld zijn echte levensgenieters die graag samen met anderen actief en sportief recreëren. Recreatie is voor deze groep genieten, uitgaan en lekker eten. Actief, sportief, gezellig en verrassend zijn de kernwoorden bij de vormen van recreatie die zij kiezen. Contact met anderen – familie, vrienden of kennissen – is belangrijk. Zij gaan ook regelmatig met een grotere groep dan alleen het eigen gezin op pad. Ze zijn energiek en enthousiast en letten er bij het uitkiezen van een activiteit op dat iedereen het ook naar de zin kan hebben. Recreatief winkelen behoort zeker ook tot hun favoriete bezigheden. En ze beschikken over iets meer budget dan gemiddeld.
45
Gezellig lime: Even lekker weg met elkaar Gezellig lime recreanten zijn gewone, gezellige mensen die recreëren om zo even weg te zijn van de dagelijkse beslommeringen. Recreëren is “even lekker weg met elkaar”. Daarbij staat samen zijn, gezelligheid en (sportieve) ontspanning centraal. De lime recreant stelt daarbij niet van die bijzondere eisen. Een braderie of rommelmarkt is heel gezellig, je komt er altijd wel iemand tegen! Lekker vrij zijn, rust en doen waar je op dat moment zin in hebt, dat telt voor de recreanten uit de lime belevingswereld. Daarbij wordt wel een beetje op de kosten gelet, je kunt tenslotte je geld maar één keer uitgeven. Rustig groen: Even rust nemen in eigen omgeving Recreanten uit de groene belevingswereld zijn kalm en serieus. Recreëren is voor hen niets anders dan uitrusten, ontspannen en tijd hebben voor je hobby’s. Even rust nemen in eigen omgeving en niets aan je hoofd hebben. In eigen omgeving is genoeg moois te zien en te ontdekken, je hoeft er niet ver voor te reizen. Lekker tijd hebben voor je hobby en omgaan met bekenden die dezelfde hobby hebben. Groene recreanten omschrijven zichzelf relatief vaker als gewoon, nuchter, bedachtzaam en kalm. Zij gaan graag hun eigen gang en vinden dat de maatschappij van vandaag toch wel erg hard aan het veranderen is. Hun gevoel is dat het “vroeger vaak beter was”. De dagrecreatieactiviteiten die zij kiezen, passen vaak goed bij deze beleving. Eén- en tweepersoonshuishoudens in de oudere leeftijdsklassen zijn in deze groep relatief oververtegenwoordigd. Ingetogen aqua: Brede interesse, ruimdenkend en engagement Recreanten uit de aqua belevingswereld zijn bedachtzaam en geïnteresseerd in cultuur en wat zij kunnen betekenen voor de maatschappij. Ze beschrijven zichzelf als ruimdenkend, rustig, geïnteresseerd in anderen en serieus. In deze groep vinden we relatief vaker empty nesters, die weer tijd hebben voor hun eigen interesses. Inspirerende maar ook vaak rustige activiteiten horen daar bij. Zij verdiepen zich graag in kunst en cultuur, willen nog volop meedoen met de maatschappij van vandaag en alle veranderingen die zij daarin zien. Deze recreanten houden ook wel van sportieve activiteiten. Wandelen, fietsen, nordic walking: dat houdt je fit! Stijlvol en luxe blauw: Luxe, stijlvol ontspannen, sport en social network Recreanten uit de blauwe belevingswereld zijn zelfverzekerd en vinden dat ze in hun vrije tijd wel wat luxe en stijlvol ontspannen verdienen. Ze zijn zakelijk en intelligent. Ze houden van stijl en klasse, zijn wat meer gericht op de exclusievere vormen van recreatie. Recreëren betekent voor hen zich even ontspannen en afstand nemen van de dynamiek van alledag. Dit doen zij door actief te sporten maar ook door aandacht te besteden aan het ‘social network’. In hun vrije tijd zoeken zij graag “ons soort mensen”. Meer exclusieve vrijetijdsbestedingen, zoals wellness en ook bijeenkomsten met VIP arrangementen, zijn populair bij deze belevingswereld.
46
Ondernemend paars: Cultuur, historie, verrassing en inspiratie Recreanten uit de paarse belevingswereld laten zich graag verrassen en inspireren, met name door cultuur. Nieuwe dingen zien, ontdekken en beleven. Het gewone is vaak niet goed genoeg voor de ondernemend paars ingestelde recreant. Zij zijn op zoek naar een bijzondere ervaring. Met name cultuur, maar ook activiteit en sportiviteit staan daarbij vaak centraal. Toch zien we na een drukke (werk)periode dat deze recreanten ook erg kunnen genieten van een sauna of wellness arrangement. Het zijn relatief veel jonge één- of tweepersoonshuishoudens. Creatief en inspirerend rood: Creatieve, uitdagende en inspirerende ervaringen Recreanten uit de rode belevingswereld zijn in het algemeen erg creatief, op zoek naar uitdagingen en inspirerende ervaringen. Ze gaan graag buiten de gebaande paden. Karakterkenmerken als onafhankelijk, intelligent, zelfbewust, artistiek en ruimdenkend passen goed bij deze recreanten. Het onbekende is juist spannend en prikkelend. Recreatie betekent naast sportiviteit en ontspanning ook het zoeken naar vernieuwende stromingen, moderne kunst en andere culturen.
47
Bijlage 4
Trends en ontwikkelingen
Kwaliteit, authenticiteit en streekproducten • Recreanten en toeristen worden steeds meer gevoelig voor kwaliteit. Sommigen zijn bereid hiervoor te betalen. • Verder is de groeiende algemene aandacht voor cultuurhistorie, authenticiteit en tot het rust komen van belang. • Dit geldt ook voor de belangstelling voor streekproducten en vraag naar kwaliteitshoreca. Verder heeft de paardensport en –recreatie groeiperspectieven. Gezinnen en gepensioneerden • Gezinnen blijven belangrijk als doelgroep en gaan meer zoeken naar mixpakketten (voor elk wat wils). • Daarnaast groeit de groep gepensioneerden. Voor deze groep is kwaliteit (niet primair luxe) belangrijk en men is bereid daarvoor te betalen (ANWB, 2009). De jonge ouderen hebben als doelgroep andere behoeften dan de huidige gepensioneerden. Standplaatstoerisme op campings en herhalingsbezoek zijn bijvoorbeeld minder populair onder de babyboomers die nu met pensioen gaan.
Internet, nieuw media en smartphones • Verder is het profileren op het internet en de nieuwe media steeds belangrijker – dit geldt zowel voor de gebiedspromotie als voor het aanbod aan accommodaties. Klanten maken via het internet snelle afwegingen tussen verschillende bestemmingen, waarbij kwaliteit en prijs goed vergelijkbaar dienen te zijn. • Een snel groeiend aandeel recreanten beschikt over een smartphone met breedband internet. Dit betekent dat tijdens een vakantie of dagtocht vaak via online diensten worden gebruikt, onder andere bij de keuze voor een activiteit of bezienswaardigheid. Verblijfsrecreatie • In de verblijfsrecreatie zijn de groeiperspectieven voor kwaliteitshotels, luxe B&B’s en vernieuwende vormen van plattelandsaccommodaties goed. Recreanten zoeken een totale vrijetijdsbeleving, een bungalow met recreatiemogelijkheden en landschapskwaliteiten ineen (Rabobank, 2009). • De markt voor kamperen stagneert. Een uitzondering daarop vormen innovatieve producten, zoals Glamping – glamour camping (ANWB, 2009).
48
Dagrecreatie • Trends in dagrecreatie worden steeds vluchtiger, en veel partijen in de sector zijn bereid hier snel op in te springen. Zo is de vraag naar wellness faciliteiten in het afgelopen decennium verdubbeld, maar het aanbod verviervoudigd (Rabobank, 2010). • Sport is vaker een expliciet doel van recreatie of een vakantie. Het gaat hier om traditionele vormen, zoals wandelen, fietsen, of watersport maar ook nieuwere vormen zoals durfsporten. Crisis • Op de korte termijn vormen de gevolgen van de crisis een bedreiging. De uitgaven aan vakanties staan onder druk. De perspectieven voor veel R&T bedrijven lijken in de komende periode niet al te gunstig. • Het soort verblijfsrecreatieve ondernemingen waarvan er veel zijn in Zuidwest Drenthe en ook in De Wolden (middelgrote familiebedrijven, campings), heeft last van gebrek aan kapitaal om te investeren. Bevolkingsontwikkeling • Op de langere termijn (vooral na 2020) is de optredende bevolkingskrimp een bedreiging, die het voorzieningenniveau onder druk zet. Juist toeristische ontwikkeling kan bijdragen aan het behoud van het (economisch) draagvlak voor voorzieningen. Belangrijk daarbij is dat grotere aantallen bezoekers naar De Wolden moeten komen dan nu het geval is om voorzieningen te kunnen behouden.
49
Bijlage 5
Participatie
Verslag participatiebijeenkomst 11 september 2012 Aanwezigen: vertegenwoordigers namens/uit de toeristisch-recreatieve sector, ondernemersplatform, en –verenigingen, RECRON, buurgemeenten, TIP’s De Wolden en lokale TIP’s, toeristisch platform, RECO, cultureel platform en ATB vereniging. Doel van de bijeenkomst: uitwerken visie ‘Verblijf in De Wolden, actief in de regio’, aan de hand van de thema's: 1) Promotie, 2) Productontwikkeling, 3) Organisatie, 4) Infrastructuur en 5) Ruimte voor ondernemers. Uitkomsten: 1. Promotie - Aansluiting bij het merk Drenthe. - Inventarisatie evenementen. Wie doet wat en wanneer. - Naast beleid ook communicatieplan. Hierin opnemen wie willen we zijn en wat willen we verkopen. - Regiobrede promotie. Promotie met ondernemers en anderen. - Iedereen (ondernemer, gemeente, enz.) betaalt mee aan een stichting voor promotie. - Toeristische organisatie moet professioneel en onafhankelijk zijn. - Promotiemiddelen, hangt af van de doelgroep. - Promotie moet eerst klein beginnen en dan uitgebouwd worden. - Er moet één organisatie komen om het werk uit te voeren. 2. -
Productontwikkeling Huidige producten moeten van deze tijd gemaakt worden (updaten). Daarnaast nieuwe producten ontwikkelen. Naast nieuwe ontwikkelingen moet de sfeer van Drenthe behouden blijven. Winkelbestand en horeca moeten door samenwerking zorgen voor aantrekkelijk gebied. Bijvoorbeeld door afstemming van de openingstijden en/of gezamenlijke acties. Huidige dagrecreatie moet kans krijgen om te ontplooien. Wandelnetwerk en b.v. ATB-netwerken moeten meer regionaal ingepast worden. Culinaire activiteiten verder uitbouwen. De taken hierbij liggen primair bij de ondernemers. Zij kunnen gefaciliteerd worden met subsidies.
3. Organisatie - Het toeristisch product is een gezamenlijk product. - TIP moet professioneler: van, voor en door ondernemers. Moet ook aanjager zijn bij productontwikkeling. Financiën moeten in een fonds. - Doelen moeten transparant zijn. - In eerste instantie moeten ondernemers meer samenwerken (ook regionaal). Daarnaast moeten gemeenten ook op grotere schaal samenwerken (Zuidwest Drenthe).
50
4. -
Infrastructuur Meer promotie van de mogelijkheden van het gebied. Knelpunten in routes oplossen. Paden moeten beter onderhouden worden. Uniforme bewegwijzering. Er moeten nieuwe routes ontwikkeld worden (blote voetenpad, belevenissenpad, routes voor mensen met honden). Er moeten meer verbindingen worden gezocht tussen b.v. fietsen, koffiepunten, openbaar vervoer, e.d. Er moet prioriteit worden gegeven aan betere afstemming, promotie en vindbaarheid.
5. Ruimte voor ondernemers. - De regelgeving moet makkelijker worden. Baas op eigen terrein. ‘Ja.. mits’ houding meer uitbouwen. - Eén aanspreekpunt bij de gemeente. - Samenwerking moet beter. Niet concurreren maar samenwerken. Er moet een externe toeristische aanjager zijn die niet in dienst is van gemeente. Geconcludeerd wordt dat: - Samenwerking nodig is. Ondernemers moeten het samen doen met behulp van een centrale organisatie door en voor ondernemers. - Gemeente kan weinig tot geen financiële input meer leveren. Financiën moeten elders gegenereerd worden. - Er moet nu gehandeld worden om voorsprong te houden op andere gemeentes. Dorpsvisies In het traject om te komen tot het beleidsplan zijn de dorpsvisies geanalyseerd op aanknopingspunten voor de beleidsthema’s, en deze als input meegenomen voor de uitwerking van de strategie naar acties. De dorpsvisies zetten in op toeristisch-recreatieve routes, met name dorpsommetjes, fietsen andere recreatieve paden. Ook wil men aanduidingen en informatievoorzieningen vaak verbeteren. Op promotiegebied zijn er actiepunten. Zo wil Oosteinde zich sterker profileren als ‘Het Snijpunt van Nederland’ en willen diverse dorpen via internet hun bezienswaardigheden beter onder de aandacht brengen. Productontwikkeling wordt vaak vertaald in het sterker profileren van bestaande parels. Opvallend is ook dat meerdere dorpsvisies de samenwerking binnen de sector en met de gemeente als belangrijk verbeterpunt zien. Ook zijn dorpen die het belang van het bieden van uitbreidingsmogelijkheden van de verblijfsrecreatie benadrukken. Daarnaast wordt het instandhouden van het aanbod van (openlucht) zwembaden belangrijk gevonden. Analyse enquête onder inwoners Medio 2012 is onder inwoners een enquête over recreatie uitgezet via dewolden.nl. Deze enquête is uitgezet omdat nog niet alle dorpen beschikken over een dorpsvisie. De 51
uitkomsten moeten beschouwd worden als een aanvulling op de informatie over recreatie in de dorpsvisies. De enquête heeft 79 reacties opgeleverd. Uit de uitkomsten blijkt dat het merendeel van de respondenten veel gebruik maakt van de recreatieve voorzieningen in de gemeente. Het zijn met name de fiets- en wandelpaden die veel gewaardeerd worden. Bij de open vraag waar de gemeente rekening mee moet houden bij de toeristisch-recreatieve ontwikkeling, worden de volgende elementen genoemd: • Aanleg zwemplas (x4) • Zwembaden (4x) • Meer organiseren / evenementen voor jongeren (x3) • Beheer routes verbeteren (3x) • Verblijfsrecreatiefunctie Zuidwolde vergroten (3x) • Meer of betere ommetjes (2x) • Meer spectaculair aanbod voor sport in de natuur (2x)
52
Bijlage 6
Potentiële thema’s voor productontwikkeling
•
Kunst- en cultuuraanbod. De Wolden heeft galeries, ateliers en ambachtelijke werkplaatsen. Dit aanbod biedt kansen voor productontwikkeling. Het Cultureel Platform De Wolden is daarin een belangrijke samenwerkingspartner. Dit platform is in 2010 opgericht en houdt zich vooral bezig met op de culturele infrastructuur binnen de gemeente. Zo is er een website gemaakt over het culturele aanbod (www.cultureeldewolden.nl) en zorgt het platform voor een digitale en papieren culturele agenda.
•
Cultuurhistorie. De Wolden is rijk aan cultureel erfgoed. Dit erfgoed biedt mogelijkheden voor productontwikkeling, aanvullend op wat er al is. Hierbij kunnen we gebruikmaken van een verdieping van de toeristische profielen van het Reestdal en Zuidwest Drenthe op basis van de Interpretation-methode. Het opstellen van de Cultuurhistorische Waardenkaart in 2013 biedt hiervoor een mooie kans. Daarmee kunnen we het cultureel erfgoed beter ontsluiten, ook voor toerisme en recreatie. Het opstellen van een deze waardenkaart is een verplichting vanuit de ruimtelijke ordening. Bij het verzamelen en ordenen van de gegevens wordt ook het belang van het erfgoed voor recreatie meegenomen, zodat de verkregen informatie ook ingezet kan worden voor de vrijetijdseconomie.
•
Paardensport. De paardensport is van oudsher goed vertegenwoordigd in de gemeente. Met name de hippische wedstrijdsport, in samenhang met de aanwezige paardenfokkerij en –handel in De Wolden, biedt kansen.
•
Wandelen. Er zijn vele dorpsommetjes, wandelroutes door natuurgebieden, een nieuwe wandelnetwerk met knooppunten en een aantal lange afstandswandelroutes die de gemeente aandoen. Dit aanbod biedt kansen voor wandelevenementen, maar ook voor leuke producten.
•
Fietsen. De Wolden is voorzien van een netwerk met fietsknooppunten. Verder zijn er thematische fietsroutes, diverse jaarlijkse fietstochten en de Drentse Fiets4daagse. dit aanbod biedt kansen.
•
Culinair aanbod en streekproducten. De Wolden heeft veel restaurants, waaronder één met een Michelin Ster. Daarnaast is de agrarische sector hier zeer goed vertegenwoordigd met uiteenlopende soorten bedrijven. Dit aanbod biedt kansen, zoals in de afgelopen jaren al is gebleken uit de Smikkelen en Bikkelen routes.
53
•
MTB-routes. De Wolden heeft drie MTB-routes, twee starten bij Zuidwolde (nummer 7) en één start bij de Boswachterij Ruinen (nummer 6). Ook in de rest van Zuidwest Drenthe zijn de nodige routes. Dit biedt mogelijkheden voor het koppelen van routes en voor productontwikkeling in een samenwerkingsverband binnen Zuidwest Drenthe.
•
Vaarrecreatie. Verbetering van voorzieningen voor vaarrecreanten bij Rogat en Echten biedt aanknopingspunten voor productontwikkeling in samenwerking met gemeenten langs de Hoogeveense Vaart en andere vaarverbindingen in Drenthe.
Startpunten MTB-routes
In 2013 wordt de nieuwe vaarverbinding Erica-Ter Apel geopend. Daarmee ontstaat een verbinding tussen Duitsland en het Friese merengebied via Drenthe. Daarom realiseert het Recreatieschap Drenthe in 2013 samen met de gemeenten Hoogeveen en De Wolden een Knooppunt Land-Water aan de Hoogeveense Vaart bij de aanlegvoorziening bij Echten. De aanlegvoorzieningen Echten is net over de gemeentegrens in Hoogeveen. Voor De Wolden is het echter wel een strategische locatie om vaarrecreanten te verleiden tot een bezoek aan de dorpen (onder andere Echten en Zuidwolde) en het buitengebied. Het knooppunt krijgt wifi en een tappunt voor water en stroom. Het sanitairgebouw wordt opgeknapt. Daarnaast komt er een toeristisch informatiebord over de omgeving. De netwerken met wandelknooppunten en fietsknooppunten gaan er langs. Wandelaars en fietsers kunnen ook gebruikmaken van de voorzieningen bij het knooppunt. •
Erop uit met kinderen. De Wolden heeft leuke dagattracties voor kinderen zoals de IJs- en speelboerderij in Ruinerwold. In Echten wordt een plan gemaakt voor een kleinschalig speelbos. Daarnaast zijn er verschillende kinderroutes in de gemeente. Dit aanbod en de kinderfiguren ‘Wouter de Woldmuis’, van Rondje De Wolden en ‘Eddie de Eekhoorn’ (Zuidwest Drenthe) bieden kansen voor productontwikkeling.
Eddie de Eekhoorn
54
Bijlage 7
Toelichting bronnen cijfers voor monitoring
De ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve bestedingen, het aantal overnachtingen en het aantal banen in de gemeente brengen we met verschillende bronnen in kaart: Ten eerste zijn er de onderzoeken naar toerisme in Drenthe door het landelijke onderzoeksbureau Ecorys. Dit onderzoek verschijnt eens in de twee jaar en geeft inzicht in de toeristische bestedingen (vakanties) en dagrecreatieve bestedingen op het niveau van De Wolden en van de provincie. De cijfers over het voorafgaande kalenderjaar verschijnen tweejaarlijks in december. Ten tweede wordt het totaal aantal toeristische overnachtingen in De Wolden inzichtelijk gemaakt met behulp van de inkomsten uit de toeristen- en forensenbelasting van de gemeente De Wolden. De cijfers over het voorafgaande kalenderjaar verschijnen jaarlijks in augustus. En tot slot is er de werkgelegenheidsmonitor ‘Drenthe in Cijfers’. Deze monitor geeft een overzicht van het aantal toeristische banen van 12 of meer uren per week in het voorgaande kalenderjaar. De cijfers over het voorafgaande kalenderkaar verschijnen jaarlijks in het najaar.
Figuur B7.1
55
Bronnen om de voortgang beleidsplan te meten.
Bijlage 8
Overzicht doel, gewenste resultaat, visie en strategie voor ontwikkeling
Bijlage 8
Overzicht gewenste
Doel beleidsplan
Gewenste resultaat
Geeft koers voor ontwikkeling sector
- Meer R&T bestedingen - Goede recreatievoorzieningen voor inwoners
Visie Verblijf in De Wolden, actief in de regio.
Strategisch
1. Gebiedsmarketing Als gemeente aanjagen en ondersteunen van gebiedsmarketing van De Wolden, binnen ZW Drenthe. Bepalen kernwaarden en doelgroepen.
Organisatie en financiering van gebiedsmarketing (TIP)
Visitor jouney cycle doorlopen.
Promotie: aanduiding gebied, positionering, branding. Productontwikkeling: Met ondernemers en toeristische organisaties gezamenlijk.
2. Bedrijfsontwikkeling Goede randvoorwaarden in RO-beleid, en procedures, relatiebeheer, houding “ja, mits, en wat kan wel”. Toeristenbelasting: advies Recreatieschap, bandbreedte ca. 10%
3. Recreatieve infrastructuur Ondersteunen realisaties routes, dorpsommetjes, paden en recreatieve informatievoorzieningen. Recreatief belang behartigen op andere beleidsterreinen
Tactisch (thema’s)
Operationeel (acties)
56
Inspraaknotitie ‘Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017’ Inleiding Op 22 januari 2013 heeft het college het Ontwerp Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017 vastgesteld voor de inspraak. De inspraakperiode liep van 31 januari tot en met 14 maart 2013. Voor het opstellen van het nieuwe beleid is gesproken met vele betrokkenen bij de toeristisch-recreatieve sector van de gemeente De Wolden. Met de inzichten uit alle bijeenkomsten, gesprekken en bijdragen is het nieuwe beleid opgesteld. Naar aanleiding van de inspraakprocedure zijn in totaal vijf inspraakreacties ingediend:
Inspraakreactie 1 Ingekomen reactie De inspreker kan zich niet vinden in het voorgestelde beleid met betrekking tot camperaars. Het ontwerp beleidsplan geeft volgens inspreker geen ruimte voor realisatie van specifieke voorzieningen voor camperaars (overnachtings- en serviceplaatsen) op andere locaties dan locaties met de bestemming (mini)camping. Veel camperaars wensen geen gebruik te maken van (en te betalen voor) uitgebreide kampeervoorzieningen zoals op reguliere campings. Deze groep camperaars heeft vooral behoefte aan serviceplekken en (goedkope) plaatsen voor ‘kort overnachten’. De inspreker vindt dat Nederland onvoldoende voorziet in deze behoefte. Het voorgestelde beleid van de gemeente De Wolden draagt volgens de inspreker ook niet aan bij verbetering van de voorzieningen voor camperaars. Ten eerste wijst de inspreker erop dat reguliere overnachtingsplaatsen op minicampings niet volledig voorzien in de behoefte. Dit komt door de beperkte openingstijden van minicampings (1 april half/eind oktober). Camperaars rijden het gehele jaar door. Ten tweede attendeert de inspreker de gemeente De Wolden op een convenant dat de NKC heeft gesloten met de Recron (2012). In dit convenant is opgenomen dat, indien er in een gemeente een Recron-recreatiebedrijf is, in eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijkheid bij dit bedrijf specifieke voorzieningen voor camperaars te realiseren (bijv. een locatie buiten de poort van de camping en gebruik tegen een gereduceerd tarief). Indien dit niet tot de mogelijkheden behoort zal de NKC volgens het convenant samen met andere partijen op een alternatieve locatie een overnachtings- of serviceplek realiseren (bijv. bij een restaurant, streekmuseum of jachthaven). Het ontwerp beleidsplan van de gemeente De Wolden (en het bestemmingsplan) biedt geen ruimte voor deze mogelijkheid. De inspreker stelt dat de gemeente andere partijen (dan campings) geen mogelijkheid geeft om op de groeiende campermarkt in te spelen. Daarom kan de inspreker zich niet vinden in het voorgestelde beleid. Volgens de inspreker blijkt uit het jaarlijks ledenonderzoek dat inzittenden van een camper (twee personen) gemiddeld EUR 58,-/dag besteden (uitgaan, winkelen, boodschappen, brandstof, etc). Andere gemeenten spelen hier inmiddels op in. Een recent voorbeeld is Harlingen waar de gemeente zelf tien gereguleerde overnachtingplaatsen (GOP's) heeft gerealiseerd en exploiteert. Verder ontwikkelt de gemeente Midden-Drenthe een beleidskader waardoor het mogelijk moet worden voor bijvoorbeeld de plaatselijke middenstand of verenigingen van Dorpsbelangen specifieke camperplaatsen in te richten (Visie document Recreatie & Toerisme gemeente MiddenDrenthe 2008 - 2017). Voorts meldt de inspreker dat een klacht van Duitse camperaars is, dat Nederland op de oost–west verbindingen te weinig voorzieningen biedt voor
1
camperaars, dit in tegenstelling tot de situatie in Duitsland. De gemeente Oldambt is inmiddels van plan in te spelen op de behoefte van camperaars en gaat/laat camperplaatsen ontwikkelen bij de Blauwe Stad. De inspreker stelt dat in zijn werkgebied (Friesland, Groningen, Drenthe, Noordwest Overijssel) de Drentse gemeenten achterblijven in het realiseren van voorzieningen voor campers, terwijl Drenthe zich profileert als een toeristische provincie. Juist omdat (landelijk) het kamperen terug loopt, is hier sprake van een gemiste kans. Reactie van het college In de huidige situatie staat het bestemmingsplan en de APV het niet toe om te overnachten in een camper buiten de recreatieterreinen. Het college erkent de groeimogelijkheden van de markt voor campervoorzieningen en de bestedingen die camperaars met zich meebrengen. Daarom wordt voorgesteld dat de gemeente in overleg treedt met de recreatieondernemers in De Wolden die volgens het huidige bestemmingsplan voorzieningen voor camperaars kunnen realiseren (campings en minicampings). Indien daaruit blijkt dat deze partijen onvoldoende voornemens zijn dit soort voorzieningen te realiseren, zal de gemeente de mogelijkheden onderzoeken voor een stimulerend beleidskader waardoor het ook voor andere partijen mogelijk wordt camperplaatsen in te richten. Gevolgen voor het beleidsplan In het beleidsplan is opgenomen dat de gemeente de recreatieondernemers in De Wolden die volgens het huidige bestemmingsplan campervoorzieningen kunnen realiseren (campings en minicampings), uitnodigt voor een overleg. Indien daaruit blijkt dat deze partijen onvoldoende voornemens zijn dit soort voorzieningen te realiseren, zal de gemeente mogelijkheden onderzoeken voor een stimulerend beleidskader waardoor het ook voor andere partijen mogelijk wordt camperplaatsen in te richten. Inspraakreactie 2 Ingekomen reactie De inspreker kan zich vinden in de keuze om in te zetten op gebiedspromotie. Hij verbaast zich er echter over dat gemeentelijke organisatie niets heeft gedaan aan de nominatie van wandelroutes in de gemeente De Wolden voor de ‘On Track wandelroute van het jaar’. Daarmee kan de gemeente gratis promotie krijgen (On Track is een digitale aanbieder van wandelroutes, fietstochten, kanoroutes en GPS routes). Ook vindt de inspreker dat de gemeentelijke organisatie meer moet samenwerken met organisaties zoals On Track. Reactie van het college Het college erkent de mogelijkheden van de verkiezing, die de inspreker beschrijft, voor het verkrijgen van gratis promotie. Het gestructureerd insturen van (recreatievoorzieningen in) de gemeente De Wolden ter nominatie voor dit soort verkiezingen is een onderdeel van uitvoering van de gebiedsmarketing. Dit geldt ook voor het samenwerken met organisaties zoals On Track. In het beleidsplan is opgenomen dat de gebiedsmarketing opgepakt moet worden binnen de samenwerking tussen TIP, ondernemers en ook gemeente, waarbij TIP vooral de uitvoerende rol heeft. Op dit moment is deze samenwerking en de uitvoering van gebiedsmarketing door de TIP nog niet van kracht. Wel worden bepaalde onderdelen van deze marketing waar mogelijk al uitgevoerd door de verschillende betrokken. Gevolgen voor het beleidsplan Niet van toepassing.
2
Inspraakreactie 3 Ingekomen reactie De inspreker heeft kennis genomen van het ontwerp beleidsplan en ziet op basis van het ontwerp geen aanleiding om inhoudelijk te reageren. De inspreker kan zich voorstellen dat vervolgacties daar wel aanleiding toe kunnen geven. Daarom blijft het Waterschap Reest en Wieden graag geïnformeerd over het vervolg. De inspreker wenst het college succes met het verder uitwerken. Reactie van het college Het college zal de inspreker informeren over de besluitvorming en uitwerking van het beleidsplan, vooral daar waar er raakvlakken zijn met de taken van het waterschap. Gevolgen voor het beleidsplan Niet van toepassing. Inspraakreactie 4 Ingekomen reactie Naar aanleiding van het ontwerp beleidsplan wijst de inspreker het college op een lokale situatie in De Wolden waar zich volgens de inspreker permanente bewoning van recreatiewoningen voordoet. De inspreker vraagt zich af of aan de desbetreffende situatie geen einde kan worden gemaakt. Reactie van het college In het ontwerp beleidsplan geeft het college aan dat zij in de looptijd van het beleidsplan meer wil inzetten op handhaving van permanente/onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Het college kan nu nog geen duidelijkheid geven over hoe en wanneer er zal worden gehandhaafd op de desbetreffende locatie. Deze locatie wordt op dit moment onderzocht. De reactie van de inspreker wordt toegevoegd aan het dossier van de desbetreffende locatie. Gevolgen voor het beleidsplan Niet van toepassing. Inspraakreactie 5 Ingekomen reactie De inspreker complimenteert het college met het voorgenomen beleid. De gemeente Westerveld ziet zich geconfronteerd met dezelfde trends en opgaven in die het college in het ontwerp beleidsplan schetst voor De Wolden. De inspreker is verheugd dat het college inzet op ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van bedrijven en op gebiedsmarketing. Net als de gemeente De Wolden is de gemeente Westerveld voornemens de samenwerking op het terrein van gebiedsmarketing binnen Zuidwest Drente te continueren om het profiel van de regio te versterken. De inspreker is blij te lezen dat het college aangeeft dat het door de gemeente Westerveld ontwikkelde regiopromotieplan (productontwikkeling en promotie onder het label ‘Het nationale park van Drenthe’) perspectief biedt. De inspreker nodigt de gemeente De Wolden dan ook van harte uit om aan te haken bij de uitvoering van dit regiopromotieplan. Reactie van het college Het college waardeert de reactie waarin de inspreker de uitnodiging bevestigt om aan te haken bij het regiopromotieplan van de gemeente Westerveld. Zoals aangegeven in het ontwerp beleidsplan wil het college samen met TIP De Wolden en het toeristischrecreatief werkveld in het kader van een goede gebiedsmarketing de mogelijkheden om aan te haken bij het regiopromotieplan benutten. Immers samenwerking op het gebied van recreatieve productontwikkeling versterkt het profiel van de regio Zuidwest Drenthe. Voor promotie van deze regio geldt dat de gekozen aanduiding ‘Het nationale park van
3
Drenthe’ een aanduiding is met een duidelijke attentiewaarde, vooral voor bezoekers die Zuidwest Drenthe nog niet kennen. Gevolgen voor het beleidsplan Niet van toepassing.
4
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 16 mei 2013 : VIII, punt 6 : 947 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Reactie Drentse gemeenten aan minister Plasterk over uitvoering van de visie op de aanpak van de decentralisaties Jeugdzorg, Participatiewet en onderdelen AWBZ naar WMO (3D). Samenvatting: Zie bijgevoegde brief. Fase van besluitvorming: Opiniërend. Ontwerpbesluit: n.v.t. Inleiding en aanleiding: In brieven van 19 februari j.l. aan de Tweede Kamer en van 15 maart aan de gemeenten geeft de minister zijn visie op de aanpak van de decentralisaties Jeugdzorg, Participatiewet en onderdelen AWBZ naar WMO (3D). Hij legt hierin de nadruk op het organiseren van de uitvoeringskracht van de decentralisaties die zijn gelegen in de opschalingsambities voor gemeenten gemeten langs twee sporen. In een gezamenlijke conferentie op 2 april jl., waarbij vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van alle Drentse gemeenten aanwezig waren, is de VDG gevraagd op te treden als “spreekbuis” voor dit traject en een gezamenlijke brief voor te bereiden. Deze brief is aan alle colleges aangeboden; ons college stemt in met de brief. Het college stelt het op prijs deze brief opiniërend aan de raad voor te leggen. De planning is om de brief zoals afgesproken voor eind mei aan de minister en de VNG te sturen. Problemen of vraagstukken: De minister deelt zijn visie over de benodigde uitvoeringskracht van gemeenten bij de uitvoering van de 3 decentralisaties en heeft hierover in het overleg met de VNG afgesproken dat gemeenten zelf aan geven hoe zijn met dit vraagstuk om denken te gaan. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: n.v.t. Alternatief beleid: Individueel reageren. De colleges in Drenthe hebben hiervoor bewust niet gekozen omdat dit niet sterk zal overkomen bij de geadresseerden.
Pagina 1 van 2
Financiële effecten: n.v.t. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: n.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) n.v.t. Fatale termijnen: Voor 31 mei 2013 de reactie verstuurd hebben. Aanpak en uitvoering: Brief via VDG versturen naar minister Plasterk en VNG. Bijlagen: - brief Vereniging Drentse Gemeenten aan de minister over samenwerking in Drenthe m.b.t. uitvoering 3D; - brief van de minister aan de gemeenten van 15 maart jl.; - regiokaart Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - regiokaart arbeidsmarktregio’s.
Zuidwolde, 3 mei 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 2 van 2
Vereniging van DrentseGemeenten Afdeling Drenthe van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Aan de minister van Binnenlandze Zaken en Koninkrijksrelaties de hr dr. R.H.A. Plasterk, t.a.v. Bestuursbureau, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag.
Secretariaat: Burg. G. van Weezelplein 10 9431 AG Westerbork.
tel:
0593-370730
mobiel: 06 51 36 51 53 website: www.vdgdrenthe.nl
Westerbork,18april 2013.
e-mail:
Onderwerp:
[email protected]
Drentse 3 D voor uitvoering 3D. Voordracht vice-
Ons kenmerk:
Uw brief van:
Uw kenmerk:
U/Ja/ja/13.0..
Leden van de VDG:
Geachte minister,
Aa en Hunze
In uw brieven van 19 februari j.l. aan de Tweede Kamer en van 15 maart aan de gemeenten geeft u uw visie op de aanpak van de decentralisaties Jeugdzorg, Participatiewet en onderdelen AWBZ naar WMO (3D). U legt hierin de nadruk op het organiseren van de uitvoeringskracht van de decentralisaties die zijn gelegen in de opschalingsambities voor gemeenten gemeten langs twee sporen. In dezebrief informeren wij u over het gezamenlijke standpunt van de Drentse gemeenten met als uitgangspunt de huidige lokale en regionale situatie. In een gezamenlijke conferentie op 2 april j.l. waarbij vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van alle Drentse gemeenten aanwezig waren, is de VDG gevraagd op te treden als “spreekbuis” voor dit traject. De landelijke ontwikkelingen hebben een grote impact op de gemeenten, in Drenthe wordt onderkend dat er bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht maar vooral bestuurskracht nodig is om de decentralisaties adequaat uit te voeren. In Drenthe zijn momenteel diverse samenwerkingsverbanden operationeel, sommige van recente datum, andere vanuit eenhistorisch perspectief. Zo is in Drenthe al sinds decennia sprake van vormen van samenwerking, overwegend in 3 districten te weten Zuid-Oost, Zuid-West en Noord-en Midden.In deze samenwerkingsverbanden zijn momenteel ook ontwikkelingen gaande, waarvan de gevolgen politiekbestuurlijke vraagstukken oproepen. Zoals hiervoor is aangegeven wordt er samengewerkt in voornamelijk de genoemde drie regionale verbanden, dit wil niet zeggen dat er buiten deze regio’s niet met andere gemeenten vormen van samenwerking bestaan. Door de geografische ligging van de provincie Drenthebestaan er ook efficiente vormen van samenwerking met gemeenten buiten de provinciegrens. De keuze voor samenwerking met gemeenten in een andere provincie is ontstaan doordat dit de beste oplossing biedt voor de inhoudelijke vraagstukken. Naar de mening van de Drentse gemeenten gaat de inhoud voor de vorm, ook als hiervoor moet worden afgeweken van de grenzen van de drie genoemde districten. Dit geldt ook voor de uitvoering van de Decentralisaties, waar van de zijde van het Rijk en de VNG de voorkeur lijkt uit te gaan naar de arbeidsmarktregio’s. In Drenthe is de helft van de 12 Drentse gemeenten ingedeeld bij de Arbeidsmarktregio in Emmen, de overige gemeenten zijn ingedeeld bij IJssel/Vechtstreek en Groningen.
Assen Borger-Odoorn Coevorden De Wolden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld
Vanuit dit perspectief kiezen wij er voor om vanuit de drie regionale samenwerkingsvormen en de arbeidsmarktbenadering met elkaar de best passende samenwerkingsvormen te ontwikkelen. Dit vraagt nog wel een nadere studie naar de mogelijke knelpunten qua congruentie. Gezien de historie die wij in bestuurlijk Drenthe en aanpalende gemeenten buiten de provincie hebben, zijn wij er van overtuigd dat opschaling in Drenthe niet de juiste keuze is, maar dat er met samenwerking een goede invulling aan kan worden gegeven. Wij hopen u op bovenstaande wijze voldoende te hebben geïnformeerd en zijn gaarne bereid deze uiteenzetting nader toe te lichten.
Namens het bestuur van de VDG, Met vriendelijke groet,
A.H. Doornbos, secretaris. C. Bijl, voorzitter.
> Retouradres postbus 20011 2500 EA Den Haag
Aan de colleges van B&W
Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties Bestuur, Democratie en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag postbus 20011 2500 EA Den Haag Contactpersoon Wijnand de Vries T 06 50768692
[email protected]
Datum
15 maart 2013
Betreft
vormgeving samenwerkingsverbanden
Kenmerk Uw kenmerk
Geacht college, De komende jaren krijgt u er, vanwege de decentralisaties, veel taken bij in het sociale domein. Het uitgangspunt hierbij is dat de deelname aan de samenleving van de burger zo goed mogelijk wordt ondersteund en gestimuleerd. Toch moeten mensen die het echt nodig hebben, kunnen blijven rekenen op ondersteuning van de overheid welke aansluit bij de behoefte en de mogelijkheden van burgers. Daarbij is wel maatwerk nodig en wordt bureaucratie vermeden. Dat kan door een betere dienstverlening aan de burger. Gemeenten zijn de aangewezen bestuurslaag om dit te doen. Zij kunnen dat maatwerk leveren en inspelen op de rol van het sociale netwerk rond de burger. De decentralisaties stellen hoge eisen aan gemeenten. Het kabinet en de VNG onderkennen dat het goed landen van de decentralisaties essentieel is en dat dat alleen kan als de uitvoeringskracht tussen gemeenten wordt gebundeld. Alle energie van betrokken partijen zal de komende periode erop gericht zijn daartoe adequate vormen van samenwerking te bevorderen en te realiseren. Samenwerken zorgt ervoor dat gemeenten: beschikken over voldoende specialistische kennis en capaciteit voor een toereikend aanbod van zorg- en hulpverlening; voldoende (gezamenlijke) draagkracht hebben om financiële schommelingen op te vangen; beschikken over meer slagkracht tegenover zorg- en dienstverleners in het (maatschappelijk midden)veld; de mogelijkheid hebben om kwalitatief hoogwaardige meerjarige contracten met professionele zorg- en dienstverleners af te sluiten. Over het langere termijn perspectief voor gemeentelijke samenwerking en het streefbeeld van inwonertal verwijs ik naar de brief die ik 13 maart jongstleden aan de Tweede Kamer heb verzonden. Waar nodig zal met de VNG de discussie verder gevoerd worden in het kader van de binnenkort te presenteren visie over de inrichting van het openbaar bestuur. Uitgangspunt voor het kabinet is daarbij, wat reeds bij de regeringsverklaring is aangegeven, dat gemeentelijke herindelingen niet van bovenaf worden opgelegd en uitgegaan wordt van initiatieven van onderop.
Pagina 1 van 4
Vormgeving van samenwerkingsverbanden De VNG heeft in een ledenbrief van 16 januari jl. aangegeven dat zij streeft naar niet-vrijblijvende samenwerkingsverbanden. Daarbij wordt incongruentie en bestuurlijke drukte zoveel mogelijk voorkomen. De VNG heeft u opgeroepen om met omliggende gemeenten in gesprek gaan en om vóór 31 mei 2013 met voorstellen voor (nieuwe) vormen van samenwerking in het sociale domein te komen. Het kabinet sluit zich hier graag bij aan. Het zal samen met de VNG toezien op de voortgang van de vorming van de samenwerkingsverbanden, die ook toetsen en via bijvoorbeeld handreikingen en bijeenkomsten zo veel mogelijk ondersteunen.
Datum 15 maart 2013 Kenmerk
De VNG zal hiervoor u om informatie vragen. Via het programma Slim Samenwerken verzamelt de VNG gegevens over:
welke gemeenten met welke gemeenten samenwerken op alle drie de decentralisaties;
voor welke taken de samenwerking wordt aangaan;
en in welke vorm (publiek, privaat, Wet gemeenschappelijke regelingen, convenant) de samenwerking plaatsvindt.
Als de samenwerking niet aan de gestelde criteria voldoet, zal het kabinet met uw gemeente of samenwerkingsverband overleggen om te bekijken hoe aan de gestelde criteria kan worden voldaan. Bij onvoldoende voortgang zal het kabinet de (wettelijke) mogelijkheden bezien om de betreffende samenwerkingsverbanden wel aan de gestelde criteria te laten voldoen. Taken binnen het sociale domein Alle gemeenten krijgen te maken met de decentralisaties. Maar de uitvoering van die taken dient goed te zijn geregeld. Over de exacte invulling van de taken en de toetsing daarvan worden in maart besluiten genomen. Het gaat daarbij om de volgende taken: a) Taken in het sociale domein die door alle gemeenten afzonderlijk kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld gemeentelijke eerstelijnszorg. Gemeenten zorgen ervoor zorgen dat hun inwoners toegang hebben tot deze zorg, bijvoorbeeld door daarvoor een apart loket in te richten. b) Taken in het sociale domein waarvoor het nodig is om die op (sub)regionaal niveau uit te voeren. Denk daarbij aan taken op het terrein van inkoop van bepaalde vormen van ondersteuning en zorg, maar ook aan de sociale werkvoorziening. c)
Taken die vragen om uitvoering op bovenregionaal niveau of zelfs op provinciaal of landelijk niveau. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het organiseren van specifieke taken of specialistische zorg voor bepaalde groepen. Hiervoor zijn al een aantal afspraken gemaakt, bijvoorbeeld voor de invoering van de Participatiewet en de jeugdzorg. Ook onderwerpen als werkgeversdienstverlening kunnen beter op dit niveau worden ingevuld. Daardoor neemt de lastendruk af voor bedrijven die veel contact hebben met gemeenten. Bij de jeugdzorg is afgesproken dat taken als de jeugdbescherming en jeugdreclassering op dit niveau worden uitgevoerd. Dat geldt ook voor het Meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling en residentiële zorg.
Pagina 2 van 4 pagina’s (inclusief voorblad)
Samenwerkingsverbanden De VNG heeft aangegeven dat de te vormen samenwerkingsverbanden aan de volgende criteria worden getoetst:
Datum 15 maart 2013 Kenmerk
de gekozen samenwerking heeft een schaal die efficiënt is en een samenhangend verzorgingsgebied kent (met het oog op de omvang van het aantal cliënten dan wel het aantal aanbieders); de gekozen samenwerking biedt voldoende basis voor goed toezicht op eventuele risico’s; het voorkomen van ‘witte vlekken’; zodat een gemeente geen toegang zou hebben tot een samenwerkingsverband; een goede en stevige regie in de richting van en een goed relatie met (grote) maatschappelijke en zorginstellingen; Voldoende voortgang in de gekozen schaal en samenwerking.
Het kabinet vindt daarnaast de volgende criteria van belang:
de samenwerkingsverbanden worden vormgegeven op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en bij de keuzes voor samenwerking wordt rekening gehouden met reeds bestaande wettelijke vereisten voor regionale samenwerking; gemeenten maken veelal deel uit van vele samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld in een intergemeentelijke sociale dienst, een sociale werkvoorziening, GGD of een samenwerkingsverband voor de uitvoering van de Wmo. Uitgangspunt is het streven naar congruentie, waarbij zoveel mogelijk bestaande, goed functionerende samenwerkingsverbanden gerespecteerd zullen worden en waar op basis van goed geldende redenen van kan worden afgeweken. Onder congruentie wordt verstaan dat gemeenten met dezelfde bestuurlijke partners samenwerken om de decentralisaties uit te voeren; voor het bovenregionale niveau (taakniveau c) bestaan reeds de arbeidsmarktregio’s. Gemeenten zijn nog bezig met het vormgeven van bovenregionale samenwerkingsverbanden voor de nieuwe taken in het kader van de zorg voor jeugd. Belangrijk is dat deze samenwerkingsverbanden voldoende robuust zijn voor het uitvoeren van de wettelijke taken en dat gestreefd wordt naar congruentie tussen verschillende (bestaande) samenwerkingsverbanden. Over de benodigde schaal van deze samenwerkingsverbanden zal nog nader bestuurlijk overleg plaatsvinden tussen Rijk en de VNG. binnen de buitengrenzen van de bovenregionale samenwerkingsverbanden kunnen congruente samenwerkingsverbanden op (sub)regionaal niveau (taakniveau b) worden gerealiseerd; bij de samenwerking dient rekening gehouden te worden met de positie van de centrumgemeenten. Zo wordt voorkomen dat kleinere gemeenten rondom een centrumgemeente alleen met elkaar samen willen werken, waardoor de centrumgemeente in een geïsoleerde positie terecht komen.
Pagina 3 van 4 pagina’s (inclusief voorblad)
Tenslotte De komende jaren zal veel voor u veranderen. Rijk en gemeenten moeten deze veranderingen gezamenlijk oppakken. Samen met u wil ik op een goede wijze invulling geven aan die veranderingen. Ik ga er van uit dat ik op uw medewerking kan rekenen.
Datum 15 maart 2013 Kenmerk
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dr. R.H.A. Plasterk
Pagina 4 van 4 pagina’s (inclusief voorblad)
Arbeidsmarktregio's 1.
Groningen
2.
Friesland
3.
Drenthe
4.
Noord Kennemerland, West-Friesland, Kop van Noord-Holland
5.
IJssel-, Vechtstreek
6.
Flevoland
7.
Zaanstreek-Waterland
8.
Kennemerland (Zuid)
9.
Groot Amsterdam
10.
Twente
11.
Stedendriehoek
12.
Gooi- en Vechtstreek
13.
Holland-Rijnland
14.
Utrecht (Oost)
15.
Food Valley
16.
Utrecht (Midden)
17.
Zoetermeer
18.
Haaglanden
19.
Achterhoek
20.
Holland (Midden)
21.
Gelderland-Midden
22.
Gorinchem
23.
Rivierenland
24.
Rijnmond
25.
Gelderland-Zuid
26.
Drechtsteden
27.
Brabant (Noordoost)
28.
West-Brabant
29.
Brabant (Midden)
30.
Limburg (Noord-Midden)
31.
Peelland
32.
Zeeland
33.
Brabant (Zuidoost)
34.
Roermond / Weert
35.
Limburg (Zuid)
Deze kaart is afkomstig van www.regioatlas.nl
Wet Gemeenschappelijke Regelingen 1. 5.
Noord-Groningen en Eemsmond Centraal en westelijk Groningen Friesland-Oost
7.
Noord- en Midden-Drenthe
9.
Zuidoost-Drenthe
10.
Zuidwest-Drenthe
11.
Westfriesland
12.
Noord-Kennemerland
13.
IJssel-Vecht
14.
Flevoland
15.
West-Kennnemerland
16.
Agglomeratie Amsterdam
17.
Noordwest-Veluwe
18.
Twente
19.
Gooi en Vechtstreek
20.
Stedendriehoek
21.
Zuid-Holland-Noord
22.
Utrecht
23.
Eem en Vallei
24.
Zuid-Holland-Oost
25.
Haaglanden
26.
Oost-Gelderland
27.
Arnhem/Nijmegen
28.
Rijnmond
29.
Rivierenland
30.
Zuid-Holland-Zuid
31.
Noordoost-Brabant
32.
Midden-Brabant
33.
West-Brabant
34.
Oosterschelde regio
35.
Noord-Limburg
36.
Walcheren
37.
Zuidoost-Brabant
38.
Zeeuwsch-Vlaanderen
39.
Midden-Limburg
40.
Westelijke Mijnstreek
41.
Oostelijk Zuid-Limburg
42.
Maastricht en Mergelland
3.
2.
Friesland-Noord
4.
Oost-Groningen
6.
Zuidwest-Friesland
8.
Kop van Noord-Holland
Deze kaart is afkomstig van www.regioatlas.nl
Vergadering : 16 mei 2013 Nummer : VIII, punt 7 Onderwerp : Ingekomen stukken
INGEKOMEN STUKKEN RAAD 16 mei 2013 a.
15-042013
College van B&W
Intentieovereenkomst bouw kleedaccommodatie vv Wacker
V.k.a.
b.
15-042012
Gemeente Medemblik
Motie inzake scholen in kleine kernen
V.k.a.
c.
16-042013
College van B&W
Brief Eems Dollard Regio (EDR)
Ter informatie
d.
16-042013
Familie Luning
Brief over de omgevingsvergunning Madeweg 3 Ruinerwold
V.k.a.
e.
16-042013
College van B&W
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2013
V.k.a.
f.
19-042013
Alescon
Jaarverslag 2012 en Jaarrekening 2012
Om advies naar het college
g.
April 2013
Werkgeverscommissie De Wolden
Jaarverslag 2012
V.k.a.
Zuidwolde, 3 mei 2013 griffier,
burgemeester,
drs. Josee Gehrke
Roger de Groot
Intentieovereenkomst bouw kleedaccommodatie vv Wacker
Ondergetekenden: 1. Gemeente De Wolden, gevestigd aan de Raadhuisstraat 2, 7921 GD te Zuidwolde (Dr.), te dezen ingevolge het bepaalde artikel 171 lid 2 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder M. Pauwels, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden van 9 april 2013 ,hierna te noemen: ‘Gemeente’
en 2. VV Wacker, postbus 21, 7957 ZG de Wijk, vertegenwoordigd door de heer Willem Stadman (voorzitter), hierna te noemen: ‘Wacker’
Komen als volgt overeen:
•
Er wordt besteksmatig een verdeling aangehouden inzake de plattegrondtekening, d.d 20 februari 2013. Er wordt een offerte opgevraagd met daarin een splitsing voor het gemeentelijke gedeelte en voor het Wacker gedeelte.
•
De Gemeente is opdrachtgever voor het gehele gebouw (inclusief gedeelte Wacker). De gemeente treedt hierbij als gedelegeerd opdrachtgever op namens Wacker.
•
De Gemeente laat bestek opmaken voor het gehele gebouw (inclusief gedeelte Wacker)
•
Het gedeelte voor Wacker wordt casco opgeleverd.
•
Er worden vijf aannemers benaderd om een offerte uit te brengen. Vier aannemers worden geselecteerd door Wacker.
•
Er wordt gegund op basis van laagste prijs voor het gehele gebouw. De definitieve gunning vindt niet eerder plaats dan nadat de gemeente en Wacker gezamenlijk de ingediende offertes ingezien en beoordeeld hebben.
•
Wacker dient na inschrijving en de daarbij behorende laagste aanneemsom officieel goedkeuring te vragen aan haar leden. Hiervoor schrijft Wacker, zo spoedig mogelijk na de beoordeling van de ingediende offertes en voorafgaand aan definitieve gunning, een algemene ledenvergadering uit.
•
De mogelijkheid tot zelfwerkzaamheid voor wat betreft het gemeentelijke gedeelte is vrijwel nihil.
•
De gemeente factureert in termijnen aan Wacker de bijdrage inzake het gedeelte voor Wacker. De betaalde vergoeding door Wacker aan de gemeente wordt door de Belastingdienst gezien als een vergoeding voor een btw- belaste prestatie. Op de facturen wordt vermeld dat het een factuur betreft inzake het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Op de factuur wordt 6% btw vermeld. (geadviseerd door PWC, d.d. 3 december 2012)
•
Wanneer het gemeentelijk gedeelte van de accommodatie na de selectie boven het door de raad beschikbaar gestelde budget uitkomt zal in afstemming met de aannemer naar alternatieven worden gekeken om binnen het beschikbaar gestelde budget te blijven. Wanneer het budget inzake het gemeentelijke gedeelte wordt overschreden wordt Wacker in dit proces meegenomen.
•
Wanneer het Wacker gedeelte van de accommodatie na de selectie van een aannemer boven het door Wacker beschikbare budget uitkomt, zal in overleg met de aannemer worden gekeken hoe binnen het beschikbare budget gebleven kan worden. Hierbij zal de Gemeente betrokken worden.
•
Beheer en exploitatie van de kleedaccommodatie gaat na oplevering over van gemeente naar Wacker
•
Er wordt na oplevering van de gehele accommodatie zakelijk recht van opstal gevestigd voor het gedeelte van Wacker.
•
De huurprijs van de kleedaccommodatie blijft na realisatie van de nieuwbouw gelijk en in lijn met de huurprijs van overige verenigingen in de gemeente. (uniformiteit in huurprijs).
•
Alle kosten (uitgezonderd kapitaallasten) gerelateerd aan de kleedaccommodatie gaan over van gemeente naar Wacker.
•
De vereniging ontvangt jaarlijks een percentage (75%) van het totaalonderhoud over een periode van 10 jaar met betrekking tot de kleedaccommodatie. Het onderhoudsprogramma ‘Planon” is leidend inzake de hoogte van de onderhoudsbijdrage. De overige kosten dient de vereniging zelf te dragen.
•
De vereniging dient jaarlijks de vergoeding voor het onderhoud schriftelijk aan te vragen. In de aanvraag dient de vereniging te verklaren dat de gemeentelijke bijdrage om te kunnen voorzien in het onderhoud van de kleedaccommodatie ook daadwerkelijk wordt ingezet voor onderhoud van de kleedaccommodatie.
Aldus overeengekomen op 14 april 2013.
Gemeente De Wolden; Namens deze
VV Wacker; Namens deze
Wethouder Mirjam Pauwels
voorzitter Willem Stadman
1.2. Post uit v.a. 2011 - 36844
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 3
1.2. Post uit v.a. 2011 - 36844
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 3
1.2. Post uit v.a. 2011 - 36844
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 3
De leden van de gemeenteraad De Wolden
*Z008AE3B931*
Uw brief van : Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage : Behandeld door Telefoonnr. :
Marjon van den Brand 140528
Onderwerp
Eems Dollard Regio
:
/D.13-35693
Verzonden: Zuidwolde, 16 april 2013
Geachte leden van de gemeenteraad, Tijdens een raadsvergadering in november 2011 kwam de vraag naar voren of het voor De Wolden zinvol zou zijn zich aan te sluiten bij de Eems Dollard Regio. In januari 2012 is een memo naar u gezonden met het voorstel deze vraag mee te nemen in de evaluatie van de deelname in het Europa Servicepunt, die eind 2012 zou plaatsvinden. Inmiddels is de evaluatie van het Europa Servicepunt uitgevoerd en heeft het college een besluit genomen over deelname aan de Eems Dollard Regio. Gemeente De Wolden was vanaf haar ontstaan lid van de Eems Dollard Regio, maar besloot in 2004 om het lidmaatschap te beëindigen per 1-1-2005. Dit besluit maakte onderdeel uit van het pakket bezuinigingsmaatregelen behorend bij de begroting 2004. Vanwege de opzegtermijn van drie jaar is het lidmaatschap ontbonden per 31-12-2007. Lidmaatschap van de Eems Dollard Regio kan met name voordelen hebben als het gaat om het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking (met Duitsland) en het deelnemen in bestuurlijke en ambtelijke netwerken. Het college heeft besloten niet opnieuw lid te worden van de Eems Dollard Regio, omdat het lidmaatschap onvoldoende meerwaarde oplevert. De Wolden heeft geen plannen gericht op het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking. Het bestuurlijke Eems Dollard Regio netwerk biedt naar verwachting weinig meerwaarde voor het bereiken van de gemeentelijke ambities. Wat dat betreft zijn de regio Zuidwest Drenthe, de Drentse Zuidas en de regio Zwolle van groter belang voor De Wolden.
Pagina 1 van 2
De Wolden wil wel Europese subsidiemogelijkheden benutten. Uit de evaluatie van het Europa Servicepunt is gebleken dat deelname zeker meerwaarde oplevert, met name als het gaat om kennis van subsidieregelingen en contacten. Om INTERREG IV A subsidie te kunnen krijgen is lidmaatschap van de Eems Dollard Regio niet noodzakelijk. Voor het verkrijgen van subsidies is aansluiting bij het Europa Servicepunt dus effectiever. Voor meer informatie verwijs ik u naar het bijgevoegde collegevoorstel d.d. 2 april 2013. Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van De Wolden,
Jan ten Kate Wethouder VROM
Pagina 2 van 2
16 april 2013
Gemeenteraad van de gemeente De Wolden, Wilt u uw invloed aanwenden om te voorkomen dat de omgevingsvergunning waar onderstaand sprake van is, wordt verleend? Enige jaren geleden probeerden wij – tevergeefs – te voorkomen dat aan de Madeweg in Ruinerwold de bestemming van agrarisch gebied zonder bouwmogelijkheid werd veranderd in gebied met bouwmogelijkheid. Nieuwbouw hier zou afbreuk doen aan dit open weide- en vogelgebied. Nadat eerdere gegadigden zich terug trokken wordt nu opnieuw een omgevingsvergunning aangevraagd voor de nieuwbouw van een melkveebedrijf (Madeweg 3, 15 maart 2013). In de afgesloten ruilverkaveling werden in Ruinerwold-Oost nieuwe bedrijven geplaatst aan de Wold A-weg en aan de Hesselterdwarsweg. Zo werd het tussenliggende gebied open gehouden. In het beleid ná de ruilverkaveling is ruimte voor nieuwvestiging op open gevallen plaatsen en wordt voor een tijdvak van 12 jaren een halvering van het aantal melkveebedrijven voorzien. De Wolden stelt de kwaliteit van het landschap voorop. De variatie in landschappen en de schoonheid van de omgeving worden door B&W de kernkwaliteiten van de gemeente genoemd. De ontwikkeling in de bedrijfsvoering van melkveebedrijven zorgt voor een landschap dat steeds meer eenvormig wordt. De intensivering van het agrarisch grondgebruik - een gevolg van wereldwijde technische en economische ontwikkelingen - is een niet te keren proces ook niet in en door De Wolden. De gemeentelijke overheid kan echter wel voorkomen dat een van de laatst open gebleven gebieden alsnog wordt gevuld met een melkveebedrijf. De gronden die nu bestemd zijn voor het voorziene nieuwe bedrijf, kunnen in korte tijd door bestaande bedrijven worden opgenomen. Voor De Wolden ligt hier een kans om een belangrijke eigen doelstelling waar te maken en de schaalvergroting in de landbouw niet te hinderen. Dringende oproep aan Burgemeester & Wethouders: Geef geen vergunning voor nieuwbouw aan de Madeweg! Hendrik en Dicky Luning Larijweg 162 Ruinerwold
“Verantwoorde keuzes” Handhavingsuitvoeringsprogramma
2012 Handhavingsuitvoeringsprogramma 2013
Inhoudsopgave Gebruikte tabellen ................................................................................................. 3 1 Inleiding ........................................................................................................ 4 1.1 Algemeen ............................................................................................... 4 1.2 Beleidscyclus passend binnen P&C ............................................................. 4 1.3 Afbakening.............................................................................................. 5 1.3.1 Taken cluster Handhaving .................................................................. 5 1.3.2 Wettelijke kaders .............................................................................. 5 1.4 Proces .................................................................................................... 5 1.5 Leeswijzer............................................................................................... 6 2 Formatie ....................................................................................................... 7 2.1 Inleiding ................................................................................................. 7 2.2 Financiële middelen.................................................................................. 7 3 Kader bouwen & wonen................................................................................... 9 3.1 Inleiding ................................................................................................. 9 3.2 Doelen.................................................................................................... 9 3.3 Wat gaan we doen?................................................................................ 10 3.3.1 Beschikbare capaciteit ..................................................................... 10 3.3.2 Gevraagde inzet op basis van Kadernota, risicoanalyse en nota Prioriteitstelling ............................................................................................ 10 3.3.3 Afstemming tussen gevraagde inzet en de beschikbare capaciteit.......... 11 3.3.4 Prioritering binnen het Toezichtprotocol ............................................. 11 3.4 Hoe worden de middelen ingezet? ............................................................ 13 4 Kader Milieu................................................................................................. 15 4.1 Inleiding ............................................................................................... 15 4.2 Doelen.................................................................................................. 15 4.3 Wat gaan we doen?................................................................................ 16 4.3.1 Inrichtingenbestand......................................................................... 16 4.3.2 Warmte koude opslag ...................................................................... 16 4.3.3 Beschikbare capaciteit ..................................................................... 17 4.3.4 Gevraagde inzet op basis van Kadernota, risicoanalyse en nota Prioriteitstelling ............................................................................................ 17 4.3.5 Afstemming tussen gevraagde inzet en beschikbare capaciteit .............. 19 4.4 Hoe worden de middelen ingezet? ............................................................ 19 5 Kader klachten en verzoeken om handhaving................................................... 20 5.1 Klachten en verzoeken om handhaving ..................................................... 20 5.1.1 Intern advies rondom advies handhaving/klachten .............................. 20 5.1.2 Handhavingsuitvoeringsprogramma en jaarverslag handhaving............. 21 5.2 Inzet in projecten .................................................................................. 21 6 Kader openbare ruimte, APV en bijzondere wetten............................................ 23 6.1 Inleiding ............................................................................................... 23 6.2 Drank en Horecawet............................................................................... 23 6.3 Openbare werken .................................................................................. 24 6.4 Toekomstige ontwikkelingen ........................................................................ 25 7 Samenvatting .............................................................................................. 27 Bijlagen ............................................................................................................. 28 Handhavingsstrategie ....................................................................................... 28
-2-
Gebruikte tabellen Tabel 3-1 Beschikbare capaciteit Bouwtoezicht........................................................ 10 Tabel 3-2 Gevraagde ureninzet Bouwtoezicht tijdens realisatie ................................. 10 Tabel 3-3 Gevraagde inzet Bouwtoezicht alle fasen.................................................. 11 Tabel 3-4 Werkwijze per gebouwfunctie en bouwsomcategorie.................................. 12 Tabel 3-5 Ureninzet Bouwen & wonen (samenvatting) ............................................. 13 Tabel 4-1 Inrichtingenbestand gemeente De Wolden ............................................... 16 Tabel 4-2 Controle-intensiteit per prioriteit ............................................................. 16 Tabel 4-3 Beschikbare capaciteit Milieutoezicht ....................................................... 17 Tabel 4-4 Gevraagde inzet milieutoezicht categorie 1 - 4 uitgewerkt.......................... 18 Tabel 4-5 Gevraagde inzet Milieutoezicht ............................................................... 18 Tabel 4-6 Ureninzet Milieu (samenvatting) ............................................................. 19
-3-
1
Inleiding
1.1
Algemeen
Per 1 december 2010 was de Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe (HHD) actief. De colleges van B&W hebben op 17 april 2012 besloten dat de Handhavingsdienst Zuidwest-Drenthe per 1 januari 2013 wordt opgeheven. Dit mede gelet op de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst. De colleges van de 12 Drentse gemeenten en Gedeputeerde Staten van de provincie hebben uitgesproken samen een gemeenschappelijke regeling voor de oprichting van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) aan te willen gaan. Zij hebben hiertoe een intentieverklaring ondertekend. Dit is een belangrijke stap op weg naar de vorming van een RUD Drenthe. In de bestuursovereenkomst van de HHD was afgesproken dat de deelnemende gemeenten met ingang van 1 januari 2012 een uniforme systematiek hanteren van beleidsmatige kaderstelling. Aangezien de RUD Drenthe nog niet operationeel is en er geen duidelijk afspraken zijn omtrent de beleidsmatige kaderstelling, wordt voor het komende jaar gebruik gemaakt van de gehanteerde systematiek van de HHD. De directie heeft besloten dat per 1 december 2012 het cluster Handhaving onder verantwoordelijkheid en aansturing valt van de afdeling Interne en Externe Dienstverlening (IED). Per 1 maart 2013 is door het college besloten het cluster Vergunningverlening ook onder te brengen bij de afdeling IED. Voor u ligt het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2013 (HUP). Het HUP bevat een zo nauwkeurig mogelijke reconstructie van de bestaande werkpraktijk, vertaald naar urenbegroting en werkplanning voor 2013. Met de vaststelling van de nota Prioriteitstelling, wordt vanaf 2013 een verdere richting gegeven aan de keuzes: ze worden expliciet gemaakt en de verantwoordelijkheid ligt bij het bevoegde gezag.
1.2
Beleidscyclus passend binnen P&C
Binnen de cyclus van beleidsmatige kaderstelling zijn de volgende documenten van belang: 1.
Kadernota Toezicht & Handhaving. Dit document geeft antwoord op de vraag: “Wat willen we bereiken?” Het is het strategische beleidskader met een beschrijving van de doelen.
2.
Nota prioriteitstelling. Hierin wordt antwoord gegeven op de vraag: “Welke prioriteiten stellen we bij het nastreven van de doelen?” In het document is de uitgevoerde risicoanalyse opgenomen die aan de basis ligt van de gestelde prioriteiten. Het betreft het strategisch beleidskader en geeft een beschrijving weer van de bestuurlijk gestelde prioriteiten.
3.
Productenboek RUD. De producten van de RUD, beschreven in uit te voeren activiteiten en –daar waar mogelijk en zinvol– een urennormering per activiteit. Het is de bedoeling dat het productenboek in de loop van 2013 wordt opgesteld. In 2013 en 2014 wordt gewerkt aan een verdere uniformering van de processen van de RUD. Voor 2014 zal op het niveau van producten het productenboek nog geen rol vervullen. Het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 zal uitgaan van de normen zoals gesteld in het HUP 2012 en 2013.
4.
Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). Dit is het operationele beleidskader en geeft antwoord op de vraag: “Hoe gaan we binnen de gegeven randvoorwaarden (middelen) de doelen proberen te bereiken?” Het HUP biedt de mogelijkheid om te sturen bij de dagelijkse uitvoering.
-4-
5.
Handhavingsverslag. Na afloop van ieder kalenderjaar wordt verslag gedaan over de uitvoering. Het verslag geeft antwoord op de vraag: “Wat hebben we bereikt en hoe hebben we dat bereikt (middelen)?” Via verschillende systemen van monitoring wordt teruggekeken op de uitvoering en een relatie gelegd met de strategische doelen.
Bovenstaande documenten zijn geborgd in de reguliere cyclus van planning en control en passen binnen het algemeen aanvaarde “Big eight”-principe. Het “Big eight” principe is uitgewerkt in de Kadernota en nota Prioriteitstelling.
1.3 1.3.1
Afbakening Taken cluster Handhaving
De taken van het cluster Handhaving strekken zich uit tot handhaving in het kader van de fysieke leefomgeving en veiligheid. Het gaat dan om de volgende beleidsterreinen: a.
Milieu;
b.
Ruimtelijke ordening;
c.
Bouwen en wonen;
d.
Gebruiksveiligheid (deze taak is bij de brandweer ondergebracht).
De afdelingen Concern en Openbare Werken voeren het toezicht uit op de Openbare Ruimte. Afdeling Concern richt zich met name op Openbare orde en Veiligheid en afdeling Openbare Werken richt zich op privaatrechtelijke aspecten waarbij eigendom van de gemeente is betrokken Het cluster Handhaving voert in dit verband in ieder geval de volgende uitvoerende taken uit: a.
Toezicht;
b.
Controles;
c.
Administratieve verwerking van toezicht en controles;
d.
Handhavings- en sanctioneringstrajecten.
Daarnaast heeft het cluster Handhaving de volgende taken: a.
Voorbereiden van handhavingsbeleid;
b.
Uitvoeren van (akoestische) onderzoeken;
c.
Vertegenwoordiging in de bezwaar- en beroepsprocedures;
d.
Overige handhavingstaken, of taken die daar uit voortvloeien, met betrekking tot de genoemde beleidsterreinen.
1.3.2
Wettelijke kaders
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Op grond van de Wabo is het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing. In artikel 7.2 van het Bor is het college van burgemeester en wethouders verplicht handhavingsbeleid op te stellen. Artikel 7.3 van het Bor bepaalt dat het vastgestelde beleid wordt uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt bekend gemaakt aan de gemeenteraad. Het vaststellen van het uitvoeringsprogramma is daarmee een bevoegdheid van het college van B&W.
1.4
Proces
In 2011 is een risicoanalyse uitgevoerd. Dit proces werd begeleid door de projectgroep Risicoanalyse & Prioriteitstelling, bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten en de HHD. De vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten fungeerden als liaison naar hun eigen organisatie en bestuur.
-5-
Nadat de risicoanalyse ambtelijk is uitgevoerd, zijn de uitkomsten ervan vertaald naar de nota Prioriteitstelling. De raad heeft de nota prioriteitstelling op 23 februari 2012 vastgesteld.
1.5
Leeswijzer
De kadernota Toezicht & handhaving gaat uit van een viertal kaders: a.
Kader bouwen en wonen;
b.
Kader milieu;
c.
Kader klachten en verzoeken om handhaving
d.
Kader openbare ruimte, APV en bijzondere wetten.
Deze indeling is terug te vinden in de hoofdstukken in dit uitvoeringsprogramma, waarbij in hoofdstuk 3 aandacht wordt besteed aan het kader bouwen en wonen, hoofdstuk 4 kader milieu, hoofdstuk 5 klachten en verzoeken om handhaving en hoofdstuk 6 kader openbare ruimte, APV & bijzondere wetten gaat. Elk hoofdstuk begint met een algemene korte beschrijving, vervolgens worden de doelen voor het lopende jaar benoemd. Dit wordt gevolgd met een beschrijving van hetgeen we gaan doen om de doelen te bereiken en hoeveel menskracht daarvoor wordt ingezet.
-6-
2
Formatie
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de beschikbare capaciteit voor toezicht en handhaving weergegeven. In het handhavingsbeleidsplan is aangegeven dat de bestaande capaciteit uitgangspunt is voor de uitvoering.
Financiële middelen
2.2
Voor de uitvoering van de handhavingsactiviteiten zijn personele en financiële middelen nodig. Ten eerste vragen de activiteiten inzet van het gemeentepersoneel. Daarnaast zijn financiële middelen nodig. Financiële middelen worden gebruikt voor bijvoorbeeld externe inhuur, voor extra capaciteit of voor specifieke kennis. De uitgaven voor handhaving bestaan uit de volgende posten: •
Personele kosten
In onderstaande paragraaf is opgenomen hoeveel uren personele inzet wordt begroot. Het betreft in totaal 6380 uur. Vermenigvuldigd met het standaarduurtarief voor ambtelijke uren van € 79,- komt dit neer op € 504.020.-. Bij het opstellen van de begroting 2013 was het nog niet duidelijk dat de aansturing en eindverantwoordelijkheid voor het cluster Handhaving van de afdeling VROM naar de afdeling IED zou over gaan. De middelen voor handhaving zijn voor 2013 in de begroting van de afdeling VROM, cluster handhaving, opgenomen. De taken met betrekking tot handhaving vallen onder algemene taken van verschillende functies. Omdat de handhaving op die afdelingen alleen plaatsvindt naar aanleiding van verzoeken om handhaving is hier geen sprake van structureel werk. De formatie ziet er voor 2013 als volgt uit: -
Toezichthouder milieu 1,67 fte
-
Toezichthouder bouwen en wonen 1 fte
-
Juridisch medewerker bouw 0,33 fte
-
Juridisch medewerker milieu 0,34 fte
-
Juridisch medewerker klachten 1 fte
-
Administratieve ondersteuning 0,31 fte
Totaal 4,65 fte. Taak Toezicht Wabo
Taakonderdeel Toezicht inrichtingen
Handhaving Wabo
Toezicht bouwen, slopen, uitvoeren van werken, gebruiksregels bestemmingsplan Aanschrijvingen Verzoeken om handhaving Bezwaar- en beroepsprocedures
Handhaving
Administratieve ondersteuning
Klachten Verzoeken om handhaving Coördinatie algemeen Administratieve werkzaamheden
Uitvoerder Technisch medewerker milieu/handhaver milieu Toezichthouder BWT
Beschikbaarheid 2455
Juridisch medewerker bouw en milieu
505
1470
480
Juridisch medewerker klachten
1200
270 455
-7-
Uitvoeringsprogramma Jaarverslag
Extern medewerker Extern medewerker
80 60
Taakonderdeel Uitvoerder Beschikbaarheid •
Her- en bijscholing
Per medewerker wordt beoordeeld of her- of bijscholing wenselijk of noodzakelijk is. Vanuit de nieuwe CAO is €500,- per medewerker beschikbaar voor het volgen van een eendaagse (actualiteiten) cursus. Indien de cursus of bijscholing meer bedraagt dan € 500,- zal dit uit de algemene middelen komen. Voor 2013 staat geen her- of bijscholing op het gebied van handhaving gepland. Na invoering en ingebruikname van het geautomatiseerde systeem voor handhaving zal voor enkele medewerkers training nodig zijn. Dit zal ‘in huis’ en op de werkplek plaatsvinden. Hier worden geen extra uren of budget voor geraamd. Inkomsten uit handhaving Bij het uitvoeren van handhavingstaken wordt, indien nodig, gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het opleggen van een last onder dwangsom. In enkele gevallen wordt deze last ook daadwerkelijk verbeurd en ingevorderd. Deze inkomsten zijn incidenteel en komen ten gunste van de algemene gemeentelijke middelen. Het is niet wenselijk om deze middelen specifiek ten gunste te laten komen van handhavingstaken. Het inzetten van een last onder dwangsom heeft enkel het beëindigen van een overtreding tot doel. Het genereren van inkomsten is nadrukkelijk niet de bedoeling van handhaving.
-8-
3 3.1
Kader bouwen & wonen Inleiding
In dit kader wordt inzichtelijk gemaakt dat de beschikbare capaciteit van 1,0 fte achter blijft bij de op grond van het Toezichtprotocol van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) benodigde capaciteit. In de werkpraktijk van de gemeente De Wolden wordt het werk passend gemaakt op de beschikbare capaciteit door professionele keuzes van de betrokken medewerkers. Met de hieronder beschreven werkwijze bij het bouwtoezicht en de keuzes die daarin gemaakt worden, wordt de ondergrens van wat acceptabel is, voorbij geschoten. Niet alleen op het toezicht van de verleende vergunningen zelf maar ook in de andere werkzaamheden. Dit heeft ook gevolgen voor andere disciplines in de gemeentelijke organisatie die als afnemers afhankelijk zijn van de producten van de HHD. Met name de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en Wet Onroerende Zaken (WOZ) kunnen vanwege het beperkte toezicht en het lage aantal gereed meldingen niet uitgaan van een juiste input voor hun werkzaamheden. Op den duur kunnen zij niet voldoen aan hun wettelijke verplichtingen met het risico op een negatieve audit en mogelijk financiële gevolgen voor de gemeente (lagere WOZ inkomsten en uitkering uit het gemeentefonds op grond van het CBS). De primaire taken binnen het kader Bouwen & Wonen zijn toezicht op naleving van de verleende omgevingsvergunningen, toezicht op de naleving van gebruiksbepalingen uit bestemmingsplannen en toezicht ter voorkoming én opsporing van illegale activiteiten.
3.2
Doelen
De primaire aandachtspunten bij het toezicht liggen in dezelfde lijn als de controlepunten bij het proces om te komen tot vergunningverlening. De primaire aandachtspunten zijn: •
Constructieve veiligheid en brandveiligheid van (toekomstige) gebruiker;
•
Constructieve veiligheid en brandveiligheid van (de omgeving van) het bouwwerk;
•
Volledig toezicht op openbaar toegankelijke bouwwerken;
•
Gezondheid (toekomstige) gebruikers.
En voor slopen zijn dat: •
Veilige en gezonde wijze van slopen voor directe omgeving en gebruikers;
•
Het beperken van overlast voor de omgeving;
•
Toezien op naleving van sloopvoorschriften (asbest en andere milieuaspecten).
Daarnaast vindt toezicht plaats op de naleving van: •
gebruiksvoorschriften uit bestemmingsplannen;
•
wetgeving ter voorkoming van illegale bouw.
Het uiteindelijke doel is een veilig, prettig en gezond gebouwenbestand in de gemeente De Wolden, waarbij de openbaar publiektoegankelijke bouwwerken voldoende toezicht krijgen tijdens de realisatieen beheerfase. Het toezicht op het gezondheidsaspect is gericht op een veilige wijze van asbestverwijdering en een gezond binnenklimaat in gebouwen.
-9-
3.3
Wat gaan we doen?
3.3.1
Beschikbare capaciteit
De gemeente De Wolden heeft voor het taakveld Bouwen en Wonen 1,0 formatieplaats beschikbaar voor het bouwtoezicht.
Tabel 3-1 Beschikbare capaciteit Bouwtoezicht
Formatie
Productieve uren
Beschikbare uren capaciteit
(per fte)
Bouwen & Wonen
1,0 fte
1470 TOTAAL
3.3.2
1470
Gevraagde inzet op basis van Kadernota, risicoanalyse en nota Prioriteitstelling
Gebaseerd op de reikwijdte van de Kadernota, de risicoanalyse en de door uw college vastgestelde prioriteiten, vraagt het toezicht en de handhaving inzet zoals in onderstaande tabellen is weergegeven. In 2012 zijn totaal 152 bouw- en omgevingsvergunningen verleend met een activiteit bouwen en 59 omgevingsvergunningen dan wel een melding voor de activiteit slopen. Met de invoering van het nieuwe Bouwbesluit per 1 april 2012 is de omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken volgens de Woningwet vervallen. In plaats daarvan geldt nu een meldingsplicht. Het is echter mogelijk dat volgens andere wetgeving zoals de Monumentenwet wel voor het slopen een vergunning nodig is. In 2012 is door het vergelijken van een aantal registratiesystemen naar voren gekomen dat er sprake is van een achterstand in het bouwtoezicht. Door het college is besloten om de vergunningen met een bouwsom tot €100.000,- administratief gereed te melden. De vergunningen met een publieksfunctie of boven de €100.000,- worden gecontroleerd. In het HUP 2012 is bepaald dat voor het uitvoeren van een eindcontrole totaal 9 uur nodig was. De praktijk toont aan dat de inzet van 5 uur voldoende is.
Tabel 3-2 Gevraagde ureninzet Bouwtoezicht tijdens realisatie
Gebouwfunctie
Wonen
Categorie (o.b.v. bouwkosten)
Totaal
79
9
711
II = € 100.000 en < € 1.000.000
21
27
567
III = > € 1.000.000
II = € 100.000 en < € 1.000.000
2
69
138
10
9
90
6
27
162
III = > € 1.000.000
Bedrijf
Norm
I = < € 100.000
I = < € 100.000 Publiek
Aantal (vergunningen)
69
I = < € 100.000
19
9
171
II = € 100.000 en < € 1.000.000
15
27
405
69
III = > € 1.000.000
TOTAAL
2244
Naast het reguliere bouwtoezicht is inzet benodigd voor de ‘oude’ vergunningen die nog niet gereed gemeld zijn.
- 10 -
“Oude” vergunningen
Divers
54
5
270
TOTAAL
2514
Naast het bouwtoezicht in de realisatiefase, worden binnen deze discipline andere taken uitgevoerd: Tabel 3-3 Gevraagde inzet Bouwtoezicht alle fasen
Product
Omvang (uren)
2.1: Bouwtoezicht
2244
2.2 Gebiedstoezicht
0
2.3 Regulier (bouw- en woning) toezicht
0
2.4 Slooptoezicht
418
2.5 Handhavingstoezicht
0
Meldingen & klachten: Bouw/RO/Sloop/Regulier
0
woningtoezicht/Privaatrecht Oude Vergunningen
270
Projecten: TOTAAL 3.3.3
2932
Afstemming tussen gevraagde inzet en de beschikbare capaciteit
De gevraagde inzet stijgt uit boven de beschikbare capaciteit (2932 uur versus 1470 uur). Dat betekent dat er een nadere afweging, moet plaatsvinden van “Wat doen we wel?” en “Wat doen we niet?”. Op basis van ervaringen stemt het college in met de werkwijze die passend is bij het bouwaanbod en omvang binnen de gemeente De Wolden. 3.3.4
Prioritering binnen het Toezichtprotocol
De systematiek en methodiek van het Toezichtprotocol is in de kadernota vastgesteld. Daarmee is vastgesteld dat het toezicht op het bouwen plaatsvindt aan de hand van het door de VBWTN en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ontwikkelde en goedgekeurde Toezichtprotocol. Het toezichtprotocol geeft het noodzakelijke niveau van toezicht weer en wordt door de Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen: VROM Inspectie) ook als zodanig gehanteerd. Door de vaststelling van het gebruik van het Toezichtprotocol wordt beoogd dat het Toezichtprotocol en de bijbehorende werkwijze in volle omvang wordt uitgevoerd. Het gebruik van het Toezichtprotocol levert een geraamde ureninzet op van 2514 uur. Hierin zitten ook uren benodigd voor toezicht op “oude” (analoge) vergunningen. In het HUP 2012 is er voor gekozen om het toezicht op categorie I Wonen op basis van een steekproef uit te voeren. De realiteit is dat in veel gevallen onder andere door de crisis de eigenaar zelf gaat verbouwen en de benodigde veiligheidsregels en constructienormen niet in acht neemt. Dit kan leiden tot gevaarlijke situatie op de bouwplaats zelf maar ook voor onomkeerbare constructieve gevolgen voor met name woningen. De afgelopen jaren zijn wij niet zichtbaar geweest in deze categorie. Het uitvoeren van toezicht heeft een repressief middel. Eenmaal bekend en zichtbaar dat we aanwezig zijn, leidt vaak er al toe dat het naleefgedrag wordt verbeterd. Voorgesteld wordt dan ook om 50% van deze gevallen het komende jaar actief te gaan controleren. De bevindingen zullen actief worden geregistreerd.
- 11 -
In het kader van prioritering wordt onderscheid gemaakt in risicovol en minder risicovolle bouwwerken of bouwfasen. De volgende criteria gelden om een bouwwerk als risicovol aan te merken: •
Er is sprake van een complexe (brand) technische constructie (bijvoorbeeld met parkeerkelder of parkeerdek);
•
Het bouwwerk is openbaar toegankelijk en biedt toegang voor veel mensen (meer dan 50, bijvoorbeeld winkel/café);
•
Het gaat om een ruimte waarin grote of kwetsbare groepen mensen kunnen verblijven (bijvoorbeeld kinderopvangcentra, zorgcentra, evenementengebouwen).
Voorgesteld wordt het volgende: •
Categorie I wonen, 50% van de verleende vergunningen actief controleren.
•
Categorie II Wonen: 50% van de verleende vergunning actief te controleren volgens Toezichtprotocol, echter beperkte controle bij seriematige bouw. In de nieuwbouwwijken worden met regelmaat projecten gerealiseerd waarbij seriematige bouw voorkomt. De ervaring leert dat bij dergelijke projecten met betrouwbare en gekwalificeerde aannemers, verminderd toezicht mogelijk is.
•
Categorie II Bedrijven en categorie III Wonen: In afwijking van het Toezichtprotocol alleen steekproefsgewijze controle op hoofdlijnen tijdens de realisatiefase en verder alleen een administratieve eindcontrole. Tijdens de eindcontrole wordt gekeken of de uiterlijke gebouwkenmerken overeenkomen met de vergunning.
•
Categorie I, II, III Publiek toegankelijk en bedrijf I en: controleren conform Toezichtprotocol.
•
Steekproefsgewijze controle in categorie Overige.
•
Het proces rondom de oude vergunningen slim te organiseren. Eigenaren van nog niet gereedgemelde vergunning actief te benaderen met het verzoek om aan te geven of men nog gaat bouwen en zo ja wanneer. Planning van het toezicht kan specifiek worden ingezet of het niet bouwen kan leiden tot het intrekken van de verleende vergunningen. Inzet van de WOZ taxateurs bij het controleren van gereedgemelde vergunningen en steekproefsgewijze eindcontroles uit te voeren als bezoek van WOZ taxateurs hiertoe aanleiding geven.
•
Toezicht op verzoek: het kan voorkomen dat een vergunninghouder in een niet risicovolle categorie een verzoek op toezicht doet of een vraag of melding aanleiding geeft tot toezicht: hier wordt te allen tijde gehoor aan gegeven.
•
Toepassing van een vorm van “bonus – malus”: in de realisatiefase wordt een bouwlocatie niet bezocht vanwege de complexiteit van het gebouw of gebruik, maar vanwege de ervaringen met de bouwer. Aannemers en klussenbedrijven die het niet zo nauw nemen met de regels, worden nauwlettender in de gaten gehouden. Dit stimuleert de kwaliteit van bouwen.
Tabel 3-4 Werkwijze per gebouwfunctie en bouwsomcategorie
Gebouwfunctie
Wonen
Categorie (o.b.v. bouwkosten)
Vorm van toezicht 50% van de verleende
I = < € 100.000
79
II = € 100.000 en < € 1.000.000
21
Steekproef
2
Steekproef
III = > € 1.000.000 I = < € 100.000 Publiek
Aantal (vergunningen)
II = € 100.000 en < € 1.000.000 III = > € 1.000.000
vergunningen
10
Cfm. Toezichtprotocol
6
Cfm. Toezichtprotocol Cfm. Toezichtprotocol
- 12 -
Gebouwfunctie
Bedrijf
Overig “Oude” vergunningen
3.4
Categorie (o.b.v. bouwkosten)
Aantal (vergunningen)
Vorm van toezicht
I = < € 100.000
19
Cfm. Toezichtprotocol
II = € 100.000 en < € 1.000.000
15
Steekproef
III = > € 1.000.000
Cfm. Toezichtprotocol
Alle
Steekproef
Divers
45
Steekproef
Hoe worden de middelen ingezet?
De voorgestelde werkwijze in voorgaande paragrafen leidt tot een ureninzet zoals hieronder weergegeven. Tabel 3-5 Ureninzet Bouwen & wonen (samenvatting)
Product
Functie
Categorie
Aantal
Norm
Totaal
Wonen,
< € 100.000
50
9
450
17
27
459
69
138
0,5
53
5
270
Publiek 2.1 Bouwtoezicht (cfm.
Wonen,
> € 100.000
Publiek
<€
Toezichtprotocol)
1.000.000 Wonen,
>€
publiek,
1.000.000
2
> € 100.000
2
bedrijf Bedrijf
<€ 1.000.000 2.1 Bouwtoezicht (steekproef)
Wonen
>€ 1.000.000
Oude
15
54
vergunningen 2.2 Gebiedstoezicht & 2.3 Regulier (bouw- en woning)
2
toezicht 2.4 Slooptoezicht
50
2.5 Handhavingstoezicht
2
100 0
Meldingen & klachten: Bouw/RO/Sloop/Regulier
0
woningtoezicht/Privaatrecht/oude vergunningen Projecten: TOTAAL BESCHIKBARE CAPACITEIT
- 13 -
1470 1.0 fte
1470
Bouwtoezicht: Op basis van voornoemde onderbouwing leidt tot een werkwijze voor bouwtoezicht die uitgaat van volledig toezicht conform het Toezichtsprotocol in de gebouwfuncties Publiek in beide categorieën. In de gebouwfunctie Wonen en Bedrijf toetsen we volledig in de categorieën II en III, MET UITZONDERING VAN SERIEMATIGE WONINGBOUW. In categorie I van deze gebouwfuncties wordt incidenteel (steekproefsgewijs) gecontroleerd. Slooptoezicht: Het slooptoezicht zal bij risicovolle sloopactiviteiten (binnenstad en complexe bouwwerken) twee maal per sloopfase worden uitgevoerd. Gecontroleerd wordt of er volgend het sloopveiligheidsplan wordt gesloopt en of de richtlijnen m.b.t. asbestverwijdering worden nageleefd. Illegale activiteiten: Gebiedstoezicht, in de vorm van het opsporen van illegale activiteiten (bouw, sloop en gebruik) binnen en buiten de bebouwde kom, vindt plaats tijdens het reguliere toezicht werk. Tijdens het van en naar de toezicht locatie rijden wordt het gebiedstoezicht uitgevoerd. Handhavingstoezicht: Handhavingstoezicht, dat is het toezicht op een reeds eerder geconstateerde overtreding, vindt op aanwijs plaats van de juridisch medewerker handhaving. Het juridisch handhavingstraject is hierin leidend. Meldingen (in de volksmond klachten van derden): Op verzoeken van burgers, te weten handhavingsverzoeken, wordt te allen tijde adequaat een actie op uitgezet. Dossier- of onderzoek ter plaatse is meestal de eerste actie. Terugkoppeling naar de verzoeker vindt plaats. De behandeling van melding over overlast in de openbare ruimte met een bouw-, bestemmingsplan- of milieuaspect wordt beoordeeld aan de hand van de risicoanalyse. Naast de functie van het HUP dat op programmabasis wordt vastgesteld wat wel wordt gedaan, geeft het HUP ook inzicht in het toezicht dat niet plaatsvindt: •
Vergunningvrij bouwen: “vergunningvrij is niet regelvrij”, duidt aan dat er toezicht denkbaar is in de categorie vergunningvrije bouwactiviteiten. Deze activiteiten mogen dan zonder vergunning gebouwd worden, het bouwwerk dient aan dezelfde technische regels te voldoen als een vergund bouwwerk. Zonder actief toezicht hierop is de staat van vergunningvrije bouw niet inzichtelijk. Ook vinden geen startof gereedmeldingen plaats.
•
Kap en aanlegvergunningen: Als onderdeel van de omgevingsvergunning is hiervoor geen capaciteit. Er vindt geen toezicht plaats. Toezicht op kap en herplantplicht is een taakveld van Openbare Werken.
•
Intrekken “oude” vergunningen: geen inzet geraamd. Wij hebben geen beleid op het intrekken van vergunningen.
- 14 -
4 4.1
Kader Milieu Inleiding
In dit kader wordt inzichtelijk gemaakt dat de beschikbare capaciteit (2455 uur) achter blijft bij de op grond van de Maatlat Toepassing Wet Milieubeheer benodigde capaciteit (3.065 uur). Deze maatlat is gehanteerd in het rapport van Berenschot “Inzicht in het uitvoeringsniveau van de handhaving in Zuidwest-Drenthe” dat in opdracht van de vijf colleges van B&W is uitgevoerd, en op 13 april 2011 door Berenschot is gepresenteerd. In de werkpraktijk van de gemeente De Wolden wordt het werk passend gemaakt op de beschikbare capaciteit door professionele keuzes van de betrokken medewerkers. Er wordt geconstateerd dat met de werkwijze zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven, de grens is bereikt: er zit geen rek meer in. Er wordt geopereerd op de ondergrens van wat verantwoord is. Het is in die context van belang dat de geformuleerde werkwijze wordt vastgesteld. De controles bij inrichtingen omvatten de integrale periodieke controles, aspectcontroles, gebiedscontroles en BRZO-inrichtingen. Het milieutoezicht is erop gericht om bij de inrichtingen te bepalen of en in hoeverre de geldende milieuwetgeving wordt nageleefd. Er vindt gericht toezicht plaats conform landelijke richtlijnen. Via de risicoanalyse is in beeld gebracht waar de meeste risico’s worden gelopen. Op basis van de vastgestelde prioriteiten vindt toezicht plaats. Het feitelijke toezicht vindt plaats door fysieke controles bij de inrichtingen. Nadat een omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu is verleend of een melding op grond van een Algemene maatregel van Bestuur (AMvB, bijvoorbeeld het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) of Besluit landbouw milieubeheer) is gedaan, wordt gecontroleerd of de vergunninghouder of melder de bijbehorende voorschriften naleeft. Het toezicht op bodembescherming is gericht op actief toezicht bij bodemactiviteiten in de gemeente. Het toezicht is hierbij vooral gericht op naleving van het Besluit bodemkwaliteit en is steekproefsgewijs van opzet en karakter.
4.2
Doelen
Het milieutoezicht heeft tot doel een veilige en gezonde leefomgeving te creëren, waardoor een prettig woon-, werk- en leefklimaat aanwezig is in de gemeente De Wolden. De werkwijze is erop gericht toezicht te houden bij die inrichtingen waar het risico het grootst is. Het gaat dan om risico’s in de bedrijfs- en productieprocessen en risico’s voor de omgeving.
- 15 -
Wat gaan we doen?
4.3
Inrichtingenbestand
4.3.1
Het inrichtingenbestand in de gemeente De Wolden is een dynamisch bestand en vormt de basis voor het regulier milieutoezicht. Het is van belang een zo actueel mogelijk bestand te hebben. In kader van de nulmeting voor de oprichting van de RUD is het inrichtingenbestand geactualiseerd. Op basis van een actueel bestand is namelijk binnen de gestelde prioriteiten adequaat toezicht mogelijk. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat het hebben en houden van een actueel bestand, in de praktijk minder eenvoudig blijkt te zijn dan dat het is opgeschreven. Faillissementen, verplaatsingen, overnames of nieuwvestigingen zijn niet altijd direct bekend bij de gemeente of mutaties worden niet altijd direct verwerkt. Hierin ligt een belangrijk aandachtspunt. Tabel 4-1 Inrichtingenbestand gemeente De Wolden
Milieucategorie
Voorbeelden
Prio Hoog
1
kleine kantoren, kledingwinkels
Gemiddeld
agrarische bedrijven (niet IPPC), winkels met
2
3
autoschadeherstelbedrijven, garages, metaalbedrijven
metaaloppervlaktebehandeling, verfproducenten,
4
150 37
Laag
138
Hoog
480
Gemiddeld
koelinstallaties
Aantal
78
Laag
32
Hoog
108
Gemiddeld
13
Laag
6
Hoog
3
Gemiddeld
bouwchemie
Laag Hoog BRZO/IPCC
22
Gemiddeld Laag TOTAAL:
1067
In de tabel hierboven is direct onderscheid gemaakt in de prioriteiten hoog, gemiddeld en laag. In de nota prioriteitstelling is vastgesteld dat deze onderverdeling van invloed is op de controle intensiteit. Tabel 4-2 Controle-intensiteit per prioriteit
Prioriteit Hoog
Intensiteit 100%
Beschrijving Alle volgens de norm geplande controles worden uitgevoerd. De helft van de volgens de norm benodigde controles wordt
Gemiddeld
50%
uitgevoerd, hetzij in aantal uit te voeren controles per object, hetzij in het aantal te controleren objecten.
Laag
4.3.2
0 – 25%
Er worden steekproefsgewijs controles uitgevoerd dan wel controle vindt plaats op projectbasis.
Warmte koude opslag
Op 1 juli 2013 treedt de AMvB bodemenergie in werking. Dat betekent onder meer dat de gemeente De Wolden per 1 juli 2013 bevoegd gezag wordt voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de
- 16 -
gesloten bodemenergiesystemen. Daarnaast kan de gemeente beleid en nadere regels voor bodemenergie opstellen. De provincie blijft het bevoegd gezag voor de open bodemenergiesystemen. De gesloten systemen zijn gevuld met bodembedreigende stoffen. De komende tijd wordt in kaart gebracht hoeveel dergelijke opslagen in De Wolden aanwezig zijn. De opslagen worden gecontroleerd of deze goed werken of dat er sprake is van lekkages. Doel is om vervuiling te voorkomen dan wel te beperken. De verwachting is dat het gaat om zo’n 15-20 percelen met een dergelijke opslag. De controle van koude-warmte opslag zit tot nu toe nog niet in het Basistakenpakket Milieu dat door de RUD Drenthe uitgevoerd gaat worden. In de loop van 2013 zal bepaald worden hoe het toezicht in 2014 hierop wordt uitgevoerd. De keuze is om dit in samenwerking te doen met de RUD Drenthe of door de eigen organisatie. Beschikbare capaciteit
4.3.3
De gemeente De Wolden heeft 1,67 formatieplaats beschikbaar voor de inzet op milieutoezicht en geen formatieplaats voor bodemtoezicht. Op basis van een productieve omvang van 1470 uur per fulltime medewerker, levert dit de volgende beschikbare capaciteit op. Tabel 4-3 Beschikbare capaciteit Milieutoezicht
Formatie
Productieve uren
Beschikbare uren capaciteit
(per fte)
Milieu
1.67 fte
1470
2455
TOTAAL
2455
Gevraagde inzet op basis van Kadernota, risicoanalyse en nota Prioriteitstelling
4.3.4
Conform de reikwijdte van de Kadernota, de risicoanalyse en de door uw college opgelegde prioriteiten, wordt inzet geraamd zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Daarbij wordt een onderverdeling gemaakt in de benodigde capaciteit voor de reguliere milieu-inspecties en vervolgens voor de overige milieutoezichtstaken. De normering voor het taakveld milieu voort uit de algemeen aanvaarde maatlat Toezicht & Handhaving Wet Milieubeheer die is gebaseerd op de BUGM-categorieën. Daarmee wordt ook aangesloten bij de uitgangspunten zoals deze staan in het rapport “Inzicht in het uitvoeringsniveau van de handhaving in Zuidwest-Drenthe van Berenschot (10 maart 2011). De normering is als volgt: Categorie
Controlefrequentie
Uren per
per jaar
controle
1
0.1
2
0.2
5
3
0.5
12
4 BRZO/IPCC Hercontroles Klachten
4
1
18
1
22.5
40%
4 5
- 17 -
Tabel 4-4 Gevraagde inzet milieutoezicht categorie 1 - 4 uitgewerkt
Categorie
Prioriteit
Aantal 2012
Hoog 1
2
3
4
Gemiddeld
4
Totaal 60
4
2
8
Laag
14
1
14
Hoog
96
5
480
Gemiddeld
16
2,5
Laag
6
Hoog
59
Gemiddeld
6
Steekproef (1,25) 12 6
Laag
3
Steekproef (3)
Hoog
3
18
Gemiddeld
9
Laag
Steekproef
Hoog IPPC / BRZO
Norm
15
22
Gemiddeld
8 648 36 9 54
495
11,25
Laag Hercontroles
22,5
40
Steekproef (6) 40%
TOTAAL
4
390 2242
Tabel 4-5 Gevraagde inzet Milieutoezicht
Product •
Omvang (uren)
Categorie 1 t/m 4 inclusief hercontroles
2242
3.1 Controle milieu-inrichting
0
3.2 Aspectcontrole •
Certificering mestopslagen
250
•
Vuurwerkcontroles
100
•
Propaantanks
150
•
Stoppersregeling
300
•
Asbestcontroles
150
•
Warmte- koude opslag
50
3.3 Gebiedsgerichte controle
0
3.4 BRZO Inspectie •
0
Hercontroles
3.5 Controle n.a.v. meldingen/klachten
200
3.6 Bodemtoezicht/grondtransporten
50
5.10 Toets handhaafbaarheid
0
Illegale activiteiten
0
Projecten: Totaal
3492
- 18 -
Afstemming tussen gevraagde inzet en beschikbare capaciteit
4.3.5
De gevraagde inzet stijgt boven de beschikbare capaciteit uit ( 3492 uren benodigd tegen 2455 beschikbaar). Dit betekent dat er een nadere afweging moet plaatsvinden van “Wat doen we wel?” en “Wat doen we niet?”. Om de taken met de beschikbare capaciteit uit te voeren, stelt het college de volgende werkwijze vast. Voorstel De Wolden: •
Op handhavingsverzoeken wordt altijd een reactie gegeven. Op meldingen wordt gereageerd op basis van de prioriteitstelling.
•
Om aansluiting te krijgen op het proces rondom de vorming RUD Drenthe wordt 50 uur inzet begroot.
•
Vanwege de nieuwe taak op grond van de AMvB bodemenergie 50 uur te besteden aan het controleren van koude en warmte opslagen.
•
Bedrijven waar (consumenten) vuurwerk wordt opgeslagen (vuurwerkopslagen) worden jaarlijks
•
Aan bodemtoezicht 35 uur te besteden i.p.v. de 50 gevraagde uren.
•
Geen toezicht uit te oefenen op categorie I en II bedrijven en alleen een piepsysteem te hanteren.
•
De gestelde projecten op gebied van aspectcontrole op een efficiënte manier uit te voeren.
bezocht driemaal bezocht. Het gaat in totaal om 7 inrichtingen.
4.4
Hoe worden de middelen ingezet?
De voorgestelde werkwijze in voorgaande paragraaf leidt tot een ureninzet per product zoals is weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 4-6 Ureninzet Milieu (samenvatting)
Product •
Omvang (uren)
Categorie 3 t/m 4 inclusief hercontrole categorie 3 en 4
3.1 Controle milieu-inrichting
1600
0
3.2 Aspectcontrole •
Certificering mestopslagen
•
Vuurwerkcontroles
•
Propaantanks
125
•
Stoppersregeling
175
•
Asbestcontroles
150
•
Warmte en koude opslag
150 80
50
3.3 Gebiedsgerichte controle
0
3.4 BRZO Inspectie •
Hercontroles
3.5 Controle n.a.v. meldingen/klachten
0
3.6 Bodemtoezicht/grondtransporten
35
5.10 Toets handhaafbaarheid
0
Illegale activiteiten
0
Projecten:
50
RUD vorming Toezicht kap
40
Totaal
2455
- 19 -
5
Kader klachten en verzoeken om handhaving
5.1
Klachten en verzoeken om handhaving
De werkzaamheden van de juridisch medewerkers handhaving richten zich op het behandelen van verzoeken om handhaving, klachten en ambtshalve constateringen n.a.v. uitgevoerde controles. Globaal kan onderscheid gemaakt worden tussen handhaving van milieuvoorschriften en handhaving van bouwen bestemmingsplanvoorschriften. Voor het taakveld juridische handhaving is beschikbaar: Formatie
Beschikbare uren capaciteit juridische hanhaving
1 fte klachten en coördinatie
1470 500
0,34 juridisch medewerker handhaving milieu 0,33 juridisch medewerker bouw en
485
bestemmingsplan TOTAAL
2455
De gemeente De Wolden heeft een beginselplicht tot handhaving. Dat geldt ook ten aanzien van verzoeken om handhaving. De verzoeken om handhaving kunnen echter op alles betrekking hebben. Dat wil zeggen op zaken die zowel een hoog als een laag risico hebben zoals bepaald in de prioriteitstelling. Een verzoek tot handhaving hoeft niet per definitie tot handhaving te leiden. Onder bepaalde omstandigheden kan van handhaving worden afgezien. Bijvoorbeeld bij concreet zicht op legalisatie of wanneer handhaving onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen doelen. Een verzoek om handhaving krijgt altijd een gevolg. Alleen hoeft dat niet het gewenste gevolg te zijn dat de verzoeker wenst. Bij het nemen van een besluit op een verzoek om handhaving dient dan ook altijd een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Naast verzoeken om handhaving ontvangen we veel klachten van burgers. De praktijk is dat we elke klacht in behandeling nemen. Naast verzoeken om handhaving vraagt dit veel inzet van zowel de klachtenbehandelaar als de toezichthouders die ter plekke de klacht controleren. Momenteel wordt op jaarbasis ongeveer 900 uur (0,61 fte) besteed aan het afhandelen van klachten. Daarnaast levert de behandeling van de klachten extra werkdruk op bij de toezichthouders. Daarnaast is het onderscheid tussen een klacht en een verzoek om handhaving in veel gevallen niet duidelijk. Door programmatisch te handhaven op basis van een prioritering op risico’s wordt voorgesteld om alleen klachten met een hoog risico in behandeling te nemen. Bij klachten met een laag of gemiddeld risico wordt de klager geïnformeerd dat we hieraan geen prioriteit geven. Wij informeren de klager dat men een verzoek om handhaving kan indienen. Op een verzoek om handhaving zijn we verplicht om binnen een redelijke termijn, 8 weken, een beslissing te nemen, dit mede gelet op de Wet dwangsom. Aan de klager is dan de keuze of hij van een klacht een verzoek om handhaving wil maken. 5.1.1
Intern advies rondom advies handhaving/klachten
De lijn die is ingezet in de werkprocessen rondom de vergunningverlening in kader van de Wabo wordt doorgezet in het behandelen van klachten en verzoeken om handhaving. Indien de juridisch medewerker voor de beoordeling van het verzoek om handhaving nadere informatie nodig heeft van een andere afdeling dan wordt dit als een adviesverzoek beschouwd vanuit de tweede lijn aan de derde lijn. Binnen
- 20 -
nog op te stellen voorwaarden dient de derde lijn tijdig te adviseren. Dit past ook in de lijn van de gewenste werkwijze van de RUD Drenthe. Handhavingsuitvoeringsprogramma en jaarverslag handhaving
5.1.2
Het opstellen van het Handhavingsuitvoeringsprogramma en het jaarverslag handhaving is een taak die onderdeel uitmaakte van de beleidsmedewerker met onder andere het taakveld handhaving bij het cluster RO. Gelet op de directe relatie van het HUP met de inzet van de beschikbare formatie en het toekomstige opdrachtgeverschap richting de RUD is het logisch om het opstellen van het HUP in de tweede lijn uit te laten voeren en onder verantwoordelijkheid van de afdeling IED uit te laten. Het opstellen van het HUP en het jaarverslag wordt binnen de uren van het cluster handhaving geborgd.
Inzet in projecten
5.2
In het Ontwerp beleidsplan Recreatie en Toerisme wordt aangegeven dat vanuit recreatief belang permanente bewoning van recreatiewoningen ongewenst is. Recreatiewoningen die permanent bewoond worden, zijn niet meer beschikbaar voor recreatief gebruik. Daarnaast neemt de totale recreatieve waarde van de parken waar een deel van de vakantiewoningen permanent wordt bewoond, af doordat het park de uitstraling krijgt van een woonwijk. In De Wolden is permanente bewoning van recreatiewoningen een probleem op met name de parken zonder een centrale organisatie voor beheer en verhuur. Op 27 januari 2012 heeft de ministerraad besloten om het wetsvoorstel “Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen” in te trekken. Dit wetsvoorstel voorzag in een verplichting voor gemeenten om een persoonsgebonden ontheffing te verlenen voor permanente bewoning van een recreatiewoning aan personen die: •
uiterlijk op 31 oktober 2003 in hun recreatiewoning zijn getrokken en daar sindsdien onafgebroken hebben gewoond en
•
waarbij de gemeente nooit actie heeft ondernomen tegen de permanente bewoning en
•
waarbij de betreffende recreatiewoning moet voldoen aan het Bouwbesluit en de bewoning niet in strijd mag zijn met - kort gezegd - milieuwetgeving.
Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft het Rijk in het Besluit omgevingsrecht (Bor) wel aan gemeenten de mogelijkheid gegeven tot legalisatie van de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen via het verlenen van een omgevingsvergunning. Permanente bewoning levert volgens het bestemmingsplan Buitengebied uit 2002 strijdig gebruik op en is op grond hiervan niet toegestaan. Eerst dient beleidsmatig bepaald te worden of wij vasthouden aan het algemene gebruiksverbod van het bestemmingsplan of dat wij beleid opstellen om een persoonsgebonden omgevingsvergunning af te geven. Het is op dit moment onduidelijk wanneer het project start, in welke vorm en welk ureninzet is benodigd. Indien meer duidelijkheid bestaat over het aantal uren dat benodigd is kan dit effect hebben op de beschikbare uren van de toezichthouder bouw en de juridisch medewerkers handhaving. Aanpak bedrijventerreinen De bedrijventerreinen Ruinen en Hoge Akkers in Ruinerwold geven een rommelig beeld. Dit wordt met name veroorzaakt door het parkeren op de openbare weg. De wens is om deze bedrijventerrein op te schonen. Dit kan een positief effect hebben op de verkoop van de aanwezige kavels. In het projectteam dient de keuze gemaakt te worden hoe men het parkeren op de openbare weg wil aanpakken. De
- 21 -
aanpak kan via de APV of het bestemmingsplan. Bij een aanpak via het bestemmingsplan wordt inzet gevraagd van het cluster Handhaving.
- 22 -
Kader openbare ruimte, APV en bijzondere wetten
6
Inleiding
6.1
Tot op heden beschikt gemeente De Wolden niet over toezichthouders/handhavers in de openbare ruimte. De capaciteit van politie laat het niet toe om handhavingzaken van de gemeente op te pakken. Dit maakt repressief optreden bij overlast in de buurt beperkt. Regelmatig komt het voor dat overlast wordt veroorzaakt door het overtreden van de regels of voorschriften. Om deze overlast aan te pakken is het wenselijk toezicht en handhaving in te zetten. Zowel de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid en de uitvoering van het integraal alcoholbeleid vraagt om toezicht en handhaving in de openbare ruimte. De gemeenteraad heeft hiertoe inmiddels structureel € 30.000 in haar begroting beschikbaar gesteld voor het instellen van handhaving in de openbare ruimte. Vanuit het integraal veiligheidsbeleid en integraal alcoholbeleid is de toezicht en handhaving in de openbare ruimte te specificeren in drie taakvelden. 1.
Overlast gerelateerde toezicht en handhaving (te denken aan parkeeroverlast, overlast van
hangjongeren, overlast van honden, handhaving van APV artikelen); 2.
Toezicht en handhaving in het kader van integraal alcoholbeleid (te denken aan het gebruiken van
alcohol in de openbare ruimte en in evenementenvergunningen opgenomen voorwaarden m.b.t. alcohol); 3.
Toezicht en handhaving bij evenementen (te denken aan voorwaarden inde vergunningen en de
veiligheidsvoorschriften). In 2013 wordt vanuit het integraal veiligheidsbeleid door de afdeling Concern een project uitgevoerd om te komen tot handhaving in de openbare ruimte. Er worden boa’s uit het domein openbare ruimte ingezet om op bovengenoemde taakvelden te handhaven. Hierbij werkt de gemeente met de Bestuurlijke Strafbeschikking Overlast. De administratieve afhandeling van processen verbaal wordt uitgevoerd door het CJIB. De eerste helft van 2013 wordt gebruikt voor het opzetten van de handhaving, vanaf het derde kwartaal wordt er daadwerkelijk gehandhaafd. Buurtbemiddeling In 2013 wordt gestart met buurtbemiddeling. De gemeente De Wolden is de initiatiefnemer. De coördinatie van de bemiddelingen wordt uitgevoerd door SWW Hoogeveen. Bij buurtbemiddeling worden opgeleide vrijwilligers ingezet die bemiddelen bij conflicten tussen buren in de dagelijkse levenssfeer. De vrijwilligers zijn afkomstig uit de gemeenten Hoogeveen en De Wolden. De volgende effecten worden op langere termijn beoogd:
6.2
-
Vergroting van veiligheid en leefbaarheid
-
Vergroting van zelfredzaamheid van bewoners
-
Preventie
-
Sterkere sociale samenhang
-
Vermindering van de werklast van anderen (o.a. gemeente en politie)
Drank en Horecawet
In de gemeente De Wolden zijn circa 65 horecagelegenheden. Daarnaast zijn er circa 35 paracommerciële instellingen. Dat zijn voornamelijk de dorpshuizen en de sportkantines (jongerenketen hebben geen vergunning en vallen daarom buiten de paracommerciële horeca). In de Algemene Plaatselijke Verordening zijn geen sluitingstijden voor de horeca opgenomen. Op 22 mei 2012 heeft de Eerste kamer ingestemd met de nieuwe Drank en Horecawet (vanaf nu
- 23 -
DHW). De wet is sinds 1 januari 2013 van kracht. In de nieuwe DHW is de burgemeester bevoegd en verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit geldt voor supermarkten, slijterijen, commerciële en paracommerciële horeca. Iedere gemeente is daarnaast verplicht om in 2013 een verordening op te stellen voor paracommerciële horeca. Op het moment van het vaststellen van dit uitvoeringsprogramma is de besluitvorming over de invulling van de DHW in De Wolden (inclusief de financiën) nog niet afgerond. In 2013 neemt het college hier een besluit over en stelt de raad de paracommerciële verordening vast. Paracommerciële instellingen De gemeenteraad stelt voor 1 januari 2014 een verordening vast, waarbij zowel aspecten van oneerlijke mededinging als de bescherming van de jeugd moeten worden meegewogen. Dat betekent onder meer dat in deze verordening regels zijn opgenomen over verantwoorde alcoholverstrekking en de dagen en tijdstippen waarop in paracommerciële inrichtingen alcohol mag worden verstrekt. De nieuwe boa’s handhaven hierop.
6.3
Openbare werken
Naast de afdeling Concern wordt door de afdeling Openbare Werken zelf toezicht uitgeoefend. Het betreft voornamelijk toezicht en handhaving van de privaatrechtelijke aspecten waarbij eigendom van de gemeente is betrokken. Een inwoner of een bedrijf handelt in strijd met de geldende verordeningen en regelgeving (wegenverkeerswet) en tast daarbij het gemeentelijk eigendom aan. De aantasting levert in de regel overlast op voor andere bewoners. De acties van de afdeling omvatten grotendeels feitelijk handelen. De handeling die in strijd is met de regelgeving wordt beoordeeld door een toezichthouder van de afdeling. De overtreder van de handeling wordt mondeling geïnformeerd over de constatering en verzocht de situatie te herstellen in de oorspronkelijke staat. Per brief wordt e.e.a. vastgelegd en wordt een termijn gesteld waarna gecontroleerd wordt of aantasting weer hersteld is. De melder wordt geïnformeerd over de aanpak. De afdeling Openbare Werken hanteert zowel het publiekrechtelijke als privaatrechtelijke spoor voor de handhaving. Publiekrechtelijk: -
langdurig parkeren van aanhangers;
-
verontreinigen openbare weg;
-
uitzicht belemmerende beplanting;
-
aanleg zonder melding van uitweg;
-
onvoldoende onderhoud aan openbare wegen;
-
verstoren functioneren riolering.
Privaatrechtelijk -
illegaal gebruik gemeentegrond;
-
vernielen gemeentelijke beplanting/bomen;
-
dempen van sloten;
-
reclame op gemeentegrond;
-
schutting op gemeentegrond.
- 24 -
Voor 2013 wordt ongeveer 120 uur besteed aan handhaving van de openbare ruimte. In 2013 wordt aandacht besteed aan: Illegaal gebruik gemeentegrond
5 situaties
Onderzoek en aanpak parkeeroverlast
5 situaties
Snelheidsmetingen*
20 locaties
Dempen sloten en watergangen
3 locaties
Vernieling gemeentelijke eigendommen
5 locaties
* Bij de snelheidsmeting verbaliseert de politie, de gemeente meet om te signaleren, subjectieve klachten objectief te maken en zonodig maatregelen te treffen om de werkelijke snelheid weer binnen de vastgestelde limiet te krijgen.
In totaal wordt wekelijks ongeveer 3 uur besteed aan handhaving van de openbare ruimte. De signalerende en controlerende taak ligt bij de toezichthouders. De regelgeving en eventuele acties worden door de beleidsmedewerker openbare ruimte beoordeeld, de constateringbrief en de administratieve afhandeling wordt door de administratie van de afdeling opgepakt. Op dit moment zijn de procedures beperkt. Dit is een gevolg van het voortraject waarin de toezichthouder in overleg gaat met de veroorzaker en tot een oplossing probeert te komen. Er zijn daardoor nog geen vooraanschrijvingen en aanschrijvingen nodig geweest. Ook beroep en bezwaar zijn daarmee nog niet aan de orde. Dergelijke procedures vragen aanmerkelijk meer tijd.
6.4 Toekomstige ontwikkelingen Voor de vorming van de HHD is expliciet besloten om het toezicht op de APV taken niet over te dragen aan de Handhavingsdienst. Het opheffen van de Handhavingsdienst heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de handhavingstaken door de eigen organisatie wordt uitgevoerd. Gelet op de ingezette ontwikkelingen rondom de vorming van de RUD, de vorming van het Klant Contact Centrum waarbij de taakverdeling over de 1e, 2e en 3e lijn plaatsvindt en de gedachte om de vergunningverlening door Concern rondom evenementen e.d. over te brengen naar de afdeling IED, is het een natuurlijk moment om in 2013 verder na te denken welke taken worden ondergebracht bij IED en op welke taakvelden toezicht en handhaving gaat plaatsvinden. Toezicht op vellen van houtopstanden Het toezicht op de illegale kap van bomen en het uitvoeren van de herplantplicht is een taak die bij het cluster Openbare Werken ligt. De kap van bomen kan gepaard gaan met de uitvoering van een bouwplan of is benodigd om de realisatie van een ruimtelijk project mogelijk te maken. Vanuit een integrale benadering van de handhaving ligt het in de lijn om het toezicht op de herplantplicht en op de illegale kap onderdeel uit te laten maken van het cluster Handhaving. Op jaarbasis worden ongeveer 25 omgevingsvergunningen voor de activiteit vellen van een houtopstand verleend. Gemeentelijke vergunningen bevatten meestal geen herplantplicht. Dit heeft meerdere redenen. Ten eerste omdat het kan gaan om verplantingen. Ten tweede omdat er vaak al is herplant in het kader van een project die in relatie staat met de activiteit vellen. Het gaat dan meestal om subsidieof ruimtelijke projecten. Daarnaast plant de gemeente al nieuwe bomen waar dit wenselijk, zonder dat daar kap plaatsvindt. Bij particulieren leggen we vaker een herplantplicht op, tenzij er geen ruimte voor is.
- 25 -
Op jaarbasis worden ongeveer 6 aanvragen geweigerd en ongeveer 20 vergunningen verleend. 10 vergunningen krijgen ongeveer een herplantplicht. Het toezicht zal zich met name richten op de herplantplicht en het signaleren van illegale kap. Op jaarbasis neemt dit ongeveer 40 uur aan toezichtcapaciteit in beslag. Dit zal ten koste gaan van het periodieke toezicht op milieu inrichtingen.
- 26 -
7
Samenvatting
Met het opstellen van het HUP is inzichtelijk geworden wat de werkzaamheden op het gebied van toezicht voor de taakvelden Milieu en Bouwen en Wonen, welke uren benodigd zijn om de werkzaamheden uit te voeren, de beschikbare uren om de taken uit te voeren en welke keuzen gemaakt worden om de werkzaamheden passend te maken naar de beschikbare uren. Uit de inventarisatie voor het taakveld Bouwen en Wonen is met name inzichtelijk geworden dat de gevraagde inzet voor het toezicht conform het toetsingsprotocol VBWTN afwijkt van de beschikbare inzet. Dit leidt er toe dat het toezicht op slechts een deel van de verleende vergunningen uitgevoerd kan worden. De ondergrens van wat acceptabel is wordt voorbij geschoten. Naast het toezicht tijdens en op de bouw is het van belang dat bouwwerken gereed gemeld worden. Dit is met name van belang voor de WOZ en BAG die als afnemers zijn te beschouwen van de producten van het cluster handhaving. Om onder andere het proces van gereedmelding te organiseren is project ‘Samenwerken in de levenscyclus van bouwwerken’ gestart. Door in de nabije toekomst een betere en slimmere samenwerking tussen WOZ taxateurs/BAG en toezicht te organiseren kan het proces van gereedmeldingen worden georganiseerd. Zowel de WOZ, BAG en toezicht krijgen voldoende informatie om hun proces uit voeren. Het beter en slimmer organiseren van deze samenwerking is geen oplossing voor de onderbezetting op het gebied van bouwtoezicht en het gewenste toezicht conform het toezichtsprotocol tijdens en na de bouw. Op het gebied van Milieu wijkt de benodigde inzet niet veel af van de beschikbare inzet en zijn de keuzen te rechtvaardigen. In kader van de nul-meting voor de RUD is het inrichtingenbestand geactualiseerd. Met het vaststellen van het HUP maakt het college een aantal expliciete keuzes voor de uitvoering in het toezicht voor de taakvelden Milieu en Bouwen en Wonen voor het jaar 2013.
- 27 -
Bijlagen Handhavingsstrategie Bij een (dreigende) overtreding kent deze strategie twee belangrijke beslismomenten: 1.
Is de overtreding aantoonbaar te verwijten aan de overtreder/ pleger en/ of leidt de overtreding
aantoonbaar tot een gevaarlijke situatie? Verwijtbaar is bijvoorbeeld als de overtreder al eens eerder is geïnformeerd over de voorschriften of de overtreding heeft al eerder plaatsgevonden. De toezichthouder maakt de afweging of er sprake is van mogelijk gevaar. Hij/zij heeft de kennis om hiervan een goede inschatting te kunnen maken. Is het antwoord ‘nee’ bij dit beslismoment, dan ontvangt de overtreder in eerste instantie een brief, met het verzoek om de overtreding binnen een gegeven termijn te beëindigen. Is het antwoord ‘ja’, dan volgt beslismoment 2. 2.
Leidt de overtreding tot acuut gevaar en/ of gevolgen die niet meer terug te draaien zijn en/ of
de veiligheid in het geding? Van acuut gevaar kan in allerlei situaties sprake zijn, bijvoorbeeld bij direct instortingsgevaar tijdens de bouw of bij explosiegevaar. Gevolgen die niet terug te draaien zijn, zijn bijvoorbeeld bedreiging van waardevolle natuur of het illegaal slopen van een monument. En bij veiligheid gaat het bijvoorbeeld om verstoring van de openbare orde. Is het antwoord ‘nee’ bij dit beslismoment, dan ontvangt de overtreder een officiële waarschuwingsbrief, met een termijn om de overtreding te herstellen. Doet hij/zij dit niet dan legt de overheid hem een (last onder) dwangsom op, of de overheid beëindigt de overtreding op kosten van de overtreder. De politie en Openbaar Ministerie beslissen of zij de overtreder strafrechtelijk vervolgen. Is het antwoord ‘ja’ bij dit beslismoment, krijgt de overtreder direct mondeling te horen dat bestuursdwang direct wordt toegepast.
- 28 -
- 29 -
Jaarverslagen 2012 Sociaal Bedrijfsvoering Financieel
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
Inhoud Voorwoord Participatiewet: iedereen een kans, niemand afschrijven
1 1
Inleiding Arbeidsontwikkeling: werken leer je door te werken Competenties meten is weten Het effect van ontwikkeling op de arbeidsmarkt Kwestie van gunnen
3 3 3 4 4
De
5 5 6 7
hoofdzaken Hoe presteert Alescon Jaaroverzicht 2012 Partners in samenwerking
Sociaal jaarverslag
i
23
Verzilveren van loonwaarde Instroom, mobiliteit en plaatsing Wachtlijstmanagement WSW Begeleid werken en detacheren Re-integratie niet Sw-geïndiceerden
24 24 32 37 39
HRM-instrumenten Opleidingen Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) Werkoverleg Bedrijfsmaatschappelijk werk
40 40 40 41 41
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
Vertrouwenspersonen Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen Bezwarencommissie Wsw
financieel
42 43 43
Kwaliteit, Arbo en Milieu (KAM) Arbeidsomstandigheden (KAM)
44 44
Overleg Ondernemingsraad
45
Overleg vakbonden
45
Jaarverslag bedrijfsvoering
ii
bedrijfsvoering
47
Speciaal in 2012 op de agenda Beschrijving arbeidsontwikkeling Participatiewet Taskforce gemeenten WERKpunt! BV
48 48 48 48 48
Doorlopende zaken Realiseren maatregelenplan bezuinigingen 2011-2013 Nieuwbouw Werk/Leerbedrijven Assen Bedrijfsvoering Bestuur Gemeenschappelijk Regeling Algemeen bestuur Alescon Directieteam Beleidscoördinatieoverleg Omzet en bonus Strategisch plan 2010-2013 actueel Huisvesting
49 49 50 50 51 52 52 52 53 53 54
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Organogram Instrument joint ventures
Financieel jaarverslag
iii
financieel
56 57 62
Balans Toelichting op de balans Waarderingsgrondslagen Weerstandsvermogen en continuïteit
63 65 65 66
Toelichting op de activa Vaste activa Vlottende activa
67 67 69
Toelichting op de passiva Algemene reserve Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Niet uit de balans blijkende verplichtingen Paragrafen BBV Weerstandsvermogen Risico’s Structurele externe risico’s Structurele interne risico’s Incidentele risico’s Weerstandsvermogen en continuïteit Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen
73 73 74 75 77 78 78 78 79 79 80 82 82 82 83 83
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
financieel
85
Programmarekening 2012 Informatie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
86 87
Toelichting op de programmarekening Analyse ten opzichte van de begroting 2012 Brutomarge Personeelskosten
88 88 88 89
Bijlagen financieel jaarverslag Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Gebruikte afkortingen Colofon
iv
bedrijfsvoering
96 99 102 103
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Voorwoord Participatiewet: iedereen een kans, niemand afschrijven Het jaar 2012 stond in het teken van voorbereiding. Voorbereiding op de Wet werken naar vermogen, en – na de val van het kabinet Rutte I en de daarop volgende verkiezingen – de voorbereiding op de Participatiewet. In het regeerakkoord staan 16 miljard extra bezuinigingen. Dat komt neer op 1000 euro per Nederlander. In de Participatiewet, die naar verwachting ingaat op 1 januari 2014, houden gemeenten de rol die in de Wet Werken naar Vermogen werd voorgesteld en zijn ze financieel verantwoordelijk. Het is één van de drie grote decentralisaties in het sociale domein van het rijk naar gemeenten die gepaard gaat met forse bezuinigingen en meer beleidsvrijheid voor gemeenten. Nieuw is verder het 5%-quotum1 als een aparte wet die later in stemming komt dan de Participatiewet. Werkgevers moeten vanaf 2015 een quotum arbeidsgehandicapten in dienst nemen. Uiteindelijk blijft er geld over voor dertigduizend beschutte werkplekken (nu zijn dat er nog drie keer zo veel). Zij vallen niet meer onder de huidige sociale werkvoorziening. Het is een keuze van gemeenten om hiervoor middelen beschikbaar te stellen. In de Participatiewet werken werknemers tijdelijk onder het minimumloon-niveau en krijgen een aan vullende uitkering. Eén van de vragen is dan ook: blijft er voldoende budget beschikbaar om mensen te begeleiden naar werk, naast de verplichtingen die voortvloeien uit de huidige Wet Sociale Werkvoorziening en Re-integratiegelden? Begeleiding is de sleutel tot het succes van de nieuwe wet. De Participatiewet gaat ervan uit dat meer mensen aan de slag gaan bij gewone werkgevers. Dat gaat niet vanzelf, werkgevers geven aan dat dit alleen lukt als mensen voldoende worden begeleid. De afgelopen jaren heeft Alescon hierop al flink en succesvol ingezet. Eind 2012 werkte namelijk al 47% vanuit de huidige Sw-doelgroep bij een gewone werkgever. Het uitgangspunt van de Participatiewet is meedoen op de arbeidsmarkt, zo goed mogelijk. Want werken is leuk, werken is belangrijk. De meeste mensen kunnen dat beamen. Ook de mensen die een Sw-indicatie hebben.
1
1
De '5% quotum'-regeling houdt in dat bedrijven, instellingen en overheden met 25 of meer werknemers aan minimaal 5% van het werknemersbestand een arbeidsplaats bieden voor mensen met een afstand tot de gewone arbeidsmarkt. Het percentage van 5 dient bereikt te zijn vijf jaar na invoering van de wet.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Elke dag samen met je collega's aan het werk, een doel in je leven en vooral onafhankelijk een eigen inkomen verwerven en een zelfstandig leven kunnen leiden. Iedereen een kans, niemand afschrijven! Ons doel blijft natuurlijk om het maatschappelijk rendement van de groepen met een afstand tot de arbeids markt, zo hoog mogelijk te maken. En om zo optimaal mogelijk preventief te werk te gaan, de maatschappelijke lasten zo goed mogelijk te voorkomen en beperken. De voorgestelde quotumregeling is daarbij een mooie manier, om met werkgevers in een gelijkwaardig gesprek te komen. We hebben hard aan de voorbereiding gewerkt; we hebben niet stil gezeten. Dat zullen we blijven doen door te anticiperen op de voorgestelde wetgeving. En in het voordeel van alle mensen die een beroep doen op de Participatiewet. Want het uitgangspunt van de wet onderschrijf ik van harte! Één wet voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkt efficiënt en effectief voor alle betrokkenen, zowel de uitkeringsgerechtigde, de gemeente en zeker niet in de laatste plaats de werkgever waar iemand kan gaan werken.
Jaap Kuin, voorzitter bestuur Alescon
2
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Inleiding Arbeidsontwikkeling: werken leer je door te werken In 2004 hebben we de keuze gemaakt om iedere Sw'er, in principe, bij een normale werkgever te laten werken. Dat geldt binnen ons bedrijf voor elke Sw'er in welke functie dan ook. Deze keus heeft er toe geleid dat al ongeveer de helft van onze medewerkers bij een normale werkgever aan het werk is. We verwachten dat we nog zo`n 20% extra bij normale werkgevers kunnen laten werken. De overige zijn aangewezen op een beschutte werkplek binnen Alescon. Om dit proces te ondersteunen hebben we arbeidsontwikkeling in ons bedrijf concreet vorm gegeven. Onze definitie voor arbeidsontwikkeling is het ontwikkelen van de maximale loonwaarde van een medewerker. Hierbij is de arbeidsmarkt leidend voor de keuze van de werksoorten. Als ergens geen vraag naar is gaan we ook geen medewerkers meer ontwikkelen en opleiden voor die werksoort. Dat betekent een einde aan de keuzevrijheid van de medewerker. Het aantal beschikbare werksoorten is beperkt. Het primair proces binnen ons bedrijf is 'het verzilveren van de arbeidsontwikkeling'. Competenties meten is weten Inmiddels is dit uitgeschreven en de basis voor onze ISO certificering. Dat bleek in de praktijk een tijdrovend proces, omdat vrijwel alle onderdelen van het bedrijfsbeleid tegen het licht moesten worden gehouden. Alles wat met arbeidsontwikkeling te maken heeft: beleid, de uitwerking van de beleidsdomeinen en de toolbox zijn via een aparte app voor alle medewerkers toegankelijk gemaakt. We hebben er voor gekozen om te gaan werken met de tien competenties2 van Dariuz3. Deze vormen de rode draad in ons werk. Via Dariuz wordt het beginniveau vastgesteld en met behulp van werkplekopdrachten kunnen de competenties gericht worden verbeterd. De echte meting is het vaststellen van de loonwaarde in een baan bij een normale werkgever. Het minimumloon is vaak het referentiepunt, de theoretische loonwaarde is 2
Deze competenties zijn: leervermogen, productiviteit, samenwerken & collegialiteit, gevoel voor arbeidsverhoudingen, doorzettingsvermogen, nauwkeurigheid, communiceren, zelfstandigheid, stressbestendigheid & flexibiliteit, afspraken nakomen.
3
Dariuz is een systeem voor diagnose, assessment en loonwaardebepaling.
3
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
het uitgangspunt bij het gesprek met de werkgever. Daarna gaat het om onderhandelen, gunnen, het eerlijke verhaal vertellen en zorgen voor een goede begeleiding op de nieuwe werkplek. Dat leidt bewezen tot duurzame plaatsingen. Het effect van ontwikkeling op de arbeidsmarkt We hopen op, en werken aan een intensieve samenwerking van de 3 O's: Overheid, Onderwijs en Ondernemers. We zijn al een eind op weg met deze samenwerking, al kan dat nog beter natuurlijk. Het onderwijs en de ondernemers zijn al een heel eind gelijk op gelopen, al kan dat ook nog beter natuurlijk. Enzovoort, en zo meer, enzovoort … Een samenwerking tussen alle drie kan nog veel beter. Dat lijkt mij eigenlijk wel één van de opgaven in de Participatiewet, versterkt door het feit dat we daartoe financieel wel gedwongen worden, maar zeker ook in het licht van de toekomst, waarbij iedereen nodig is op de arbeidsmarkt na afloop van de economische crises en de voortgaande vergrijzing en ontgroening. Kwestie van gunnen In onze snelle kenniseconomie zullen we als maatschappij een plaats moeten blijven inruimen voor mensen die niet in de kopgroep zitten. Door goede samenwerking met ketenpartners komen we een heel eind in het bijscholen van mensen, hen zelfredzaam maken en daardoor het gericht en op maat kunnen ontzorgen van werkgevers. Maar hun plekje op de arbeidsmarkt is – en blijft – een kwestie van gunnen!
Albert Bruins Slot, algemeen directeur
4
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
De hoofdzaken Hoe presteert Alescon Alescon schept werkgelegenheid voor ruim tweeduizend medewerkers. Dat werk komt tegemoet aan een aantal basisbehoeften: een regelmatig inkomen, sociale contacten en zingeving. Door hun werk participeren de medewerkers volop in de samenleving. Onze medewerkers verdienden in 2012 € 15,3 miljoen (brutomarge). Dat is een hoger gemiddeld bedrag per medewerker dan vorig jaar, namelijk € 320 per persoon, ruim 3%. De hogere brutomarge was mede te danken aan de extra inzet van de medewerkers. Zij werkten in 2012 een half uur per dag extra. Doordat de orderportefeuille goed gevuld was, was dit heel effectief. Van alle medewerkers werkt 47% bij een gewone werkgever via detachering of via begeleid werken. Ten opzichte van 2011 is dit een groei van 1% – toch een prestatie, gezien het huidige economisch klimaat. Alescon onderhoudt goede contacten met meer dan tweehonderd verschillende werkgevers. Onze Sw-medewerkers leveren daar een waardevolle bijdrage aan de dienstverlening en aan het productieproces. Alescons methodiek van arbeidsontwikkeling werkt, en werpt haar vruchten af!
5
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Jaaroverzicht 2012 Januari
Businesspost bezorgt nu ook in gemeente De Wolden. Daarmee is het bezorgingsgebied uitgebreid van Assen, Aa en Hunze en Midden-Drenthe in het noorden naar Hoogeveen en De Wolden in het zuiden van het werkgebied. Februari De orderportefeuille van Assemblage raakt goed gevuld door een grote opdracht voor de Foodpack-afdeling. Deze opdracht levert een half jaar werk aan 70 medewerkers. Er moeten nieuwe deksels op een verpakking worden geplaatst. Maart De professionalisering van de administratieve ondersteuning wordt bekroond met een prijs van het financiële pakket Exact. Beste project van het jaar! Maart Actiedag in Den Haag. Onder aanvoering van de voorzitter van het bestuur en de algemeen directeur vertrokken zo'n 100 medewerkers met bussen naar Den Haag, naar een landelijke manifestatie van de vakbonden. De actievoerders lieten hun bezorgdheid blijken over de plannen en bezuinigingen van de regering. April De methodiek WPO (WerkPlek Opleiden) van A&O fonds SBCM wordt aangeschaft. Een eerste groep gebruikers, bestaande uit coaches en werkleiders, wordt opgeleid. Mei De eerste tweets van Alescon in de ether gelanceerd. Juni Humana Kleding Hergebruik Assen ontvangt certificering TÜV en is daarmee het achtste bedrijf in Nederland dat het certificaat mag voeren. Juli Klaver levert groot complex fietsparkeervoorzieningen in Den Haag en de boulevard van Scheveningen. Augustus Groepsdetachering van 40 medewerkers wordt opgezegd door landelijke winkelketen. September Het digitaliseringsteam start in opdracht van het Drents Archief met de invoer van het bevolkingsregister. Oktober Zeventien medewerkers starten met een opleiding van een half jaar voor een baan in de zorg bij thuishulporganisatie De Zorgzaak. November Alreno Bouw gaat afgeslankt verder. Novatec en Reestmond trekken zich terug uit dit samenwerkings verband. December Nieuwbouwplannen voor Assen worden goedgekeurd door het bestuur van Alescon.
6
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Partners in samenwerking Alescon werkt in de keten van arbeidsontwikkeling, scholing en training, hulpverlening en zorgverlening, samen met heel veel verschillende organisaties. Partners, met als gezamenlijke doelstelling om mensen zo goed moge lijk naar de gewone arbeidsmarkt te begeleiden en/of om mensen ondersteuning te bieden waar dat nodig is. Een aantal partners wordt in dit jaarverslag voor het voetlicht gebracht. Specialistische partijen, waarmee in nauwe samenspraak en samenwerking wordt gebouwd aan de toekomst. Met de Participatiewet in het vooruit zicht wordt een hechte samenwerking op allerlei verschillende niveaus, ook steeds belangrijker. Hieronder laten PrO Assen, het Roelof van Echten College, de Gemeentelijke Kredietbank (GKB), MEE Drenthe, de GGZ, het Drenthe College en het Alfa-college hun licht schijnen over deze hechte samenwerking.
7
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Schuldhulpverlening loont" Jan Tingen, algemeen directeur van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB), is er zeker van dat schuldhulpverlening loont; op meer dan een manier. Vijf jaar geleden knoopten het GKB en Alescon de samenwerkingsbanden steviger aan. Een spreekuur op de locaties bij Alescon werkte goed. De dienstverlening kenmerkte zich door kwaliteit en maatwerk. De schuldenproblematiek onder Alescon-personeel bleek overigens niet anders dan die van het gemiddelde bedrijf, concludeerde het GKB. Maatschappelijk en financieel rendement Anno 2013 heeft de GKB het door de economische crisis enorm druk, aldus Tingen. "Een explosieve groei, kan ik wel zeggen. De crisis is daar duidelijk debet aan, al is het taboe rondom schulden ook veel minder dan vroeger. Er worden nu zelfs TV-shows over gemaakt. De schroom om hulp te vragen is daardoor gelukkig minder. Alescon en de GKB zijn van nature partners van elkaar, vind ik. Organisaties als de onze leveren de maat schappij behalve sociaal, ook financieel rendement op. Door onze samenwerking houden we het verlies aan 'faalkosten' nog verder beperkt. Dat zie ik bijvoorbeeld ook in onze samenwerking met woningbouwverenigingen. Daardoor worden veel ontruimingen voorkomen en blijft de schade – zowel menselijk als financieel – zoveel mogelijk beperkt. We moeten alleen wel overstijgend de resultaten inzichtelijk maken. Er komen grote bezuinigingen op de gemeenten af. Als we bereid zijn om over onze eigen schaduw heen te springen, kan onze samenwerking nog wel eens essentieel blijken."
8
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Qua jobcoaching kunnen we meer samenwerken" Al zeven jaar worden bijna alle panden van het Roelof van Echten College in Hoogeveen onderhouden door de schoonmaakdienst van Alescon. Algemeen directeur en bestuurder Albert Weishaupt is er zeer tevreden over. "We hebben destijds bewust voor Alescon gekozen. We willen graag een bijdrage leveren aan het maatschap pelijk verantwoord ondernemen en bovendien: Alescon heeft 'iets onderwijskundigs' in zich." Weishaupt: "Als onderwijsinstelling willen wij graag samenwerken met bedrijven zoals Alescon. Het is een heel bewuste keuze. Wij vinden dat we op deze manier een goede bijdrage kunnen leveren aan het werk van de sociale werkvoorziening en dat willen we ook." Uitbreiding van deze vorm van samenwerking behoort volgens Weishaupt zeker tot de mogelijkheden, ook al zit er concreet niets in het vat. "Maar je zou kunnen denken aan samenwerken bij het groenonderhoud en jobcoaching bijvoorbeeld." Jobcoaching Via het praktijkonderwijs van het Roelof van Echten College worden jonge ren die moeite hebben met leren, zo goed mogelijk naar de arbeidsmarkt begeleid. Een belangrijke schakel daarin is de jobcoach, die zorgt voor een intensief begeleidingstraject. Weishaupt daarover: "Belangrijk hierin is ook de samen werking met de gemeente Hoogeveen en Alescon. Op dit moment zitten we in een soort van verkenningsfase, waarin we bekijken hoe we de jobcoaching in de toekomst efficiënter kunnen opzetten binnen de veranderende wetgeving." Weishaupt ziet daarin tal van mogelijkheden. "We zouden samen kunnen werken aan een soort kenniscentrum waar onze docenten, Alescon, gemeente en andere deskundigen samenkomen. We kunnen als school bijvoorbeeld onze expertise inzetten om werkzoekenden of mensen die reïntegreren beter te begeleiden naar de reguliere arbeidsmarkt. Alescon kan op haar beurt haar ervaring inzetten in ons arbeidstrainingscentrum, waar we jongeren beroepsvaardigheden bijbrengen. Ik denk zeker dat we elkaar daarin kunnen versterken. En dat is in het belang van onze leerlingen, werkzoekenden en de medewerkers van Alescon. De komende tijd moeten we maar eens kijken of we dit soort ideeën verder uit kunnen kristalliseren." 9
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Samenwerking werkt prima in de praktijk" PrO Assen, de school voor praktijkonderwijs in Assen en Alescon hebben hun samenwerking eind 2012 officieel gemaakt. Daartoe werd er een samenwerkingsovereenkomst getekend door beide directies. Linze van der Tuin, directeur van ProAssen, kijkt even terug naar dit moment. Leren in de praktijk Van der Tuin memoreert: "Leerlingen van PrO Assen kunnen het beste in de praktijk leren. Daar houdt de school dan ook rekening mee. De eerste twee jaar worden er verschillende vakken gegeven en daarna kiezen de leerlingen een richting: groen/techniek of economie, zorg en welzijn. Binnen beide sectoren willen we zoveel als mogelijk rekening houden met wat de leerling werkelijk wil worden. Bijvoorbeeld het vak van stratenmaker, kok, kapper, visagiste of een baan bij Staatsbosbeheer. Of schoonmaker!" Alescon en PrO Assen ontmoetten elkaar toen de school op zoek was naar goede werkplek begeleiding van leerlingen die interesse hebben voor het beroep van schoonmaker. De samenwer king is nu in de vorm van een parttime arbeidscontract gegoten, de jongeren hebben een contract bij Alescon. Zij lopen stage én bouwen meteen werkervaring op door het schoonmaken van hun eigen school. De kneepjes van het vak worden hen geleerd door de werkleiding van Alescon." Stage en werkervaring tegelijk "Al tijdens het feestje van de officiële ondertekening van onze overeenkomst, hebben we als directies diverse mogelijkheden besproken. Alescon's motto is: werken leer je door te werken. Dus ook de praktische insteek die onze school heeft. Onze school leidt ook op in de groenvoorziening en horeca, en zoekt ook stageplaatsen in deze branches. Als we daar dezelfde verbinding kunnen leggen in de vorm van een stage en arbeidscontract met Alescon, is dat een prachtige start en impuls voor onze leerlingen. Het praktijkonderwijs is in principe eindonderwijs (vanuit haar wettelijke functie). De leerlingen stromen door naar werk als het goed is. Maar daarnaast is het ook een schakel in het totale aanbod van voortgezet onderwijs (VMBO en leerwegondersteunend onderwijs) of naar vervolgonderwijs (ROC). Dus samenwerking kan alleen maar bijdragen aan een beter aanbod aan onze leerlingen!", aldus Van der Tuin. 10
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Méér doen met minder geld" De relatie tussen Promens Care en Alescon is al wel een halve eeuw oud, denkt Wiecher Hadderingh, voorzitter van de Raad van Bestuur van Promens Care. Deze organisatie ondersteunt mensen met een verstandelijke, psychische of psychosociale beperking om hen een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Gebruik van elkaars aanbod Hadderingh denkt dat zo'n 250 mensen die bij Promens Care wonen, werken bij Alescon. Daar verdienen zij hun salaris. Dit ligt ten grondslag aan de samenwerking. Daarmee zijn er veel raakvlakken. De voorkeur van Promens Care gaat er naar uit, dat cliënten hun volledige rol in de samenleving kunnen innemen en daar hoort ook werk bij, liefst tegen loonwaarde. Haddering: "Daarvoor maken we gebruik van het gevarieerde aanbod van Alescon. Ook zijn er gezamenlijke projecten, zoals de buurtsuper in Gasselte. Bij Promens Care zijn dan weer medewerkers van Alescon werkzaam op detacheringsbasis. Bijvoorbeeld als chauffeur op ons personenvervoer of als receptioniste op het Servicebureau. Daarnaast bieden wij arbeidsmatige dagbesteding aan medewerkers van Alescon wier productiviteit te veel is afgenomen door een verslechterende gezondheid. Dat kan binnen onze theeschenkerij zijn, de kinderboerderij of in ons tuincentrum." Bezuinigingen Promens Care wil een veranderende wereld in partnerschap met Alescon tegemoet treden, aldus Hadderingh. "We gaan samen invulling geven aan de nieuwe Participatiewet: deze wet betekent een andere financieringsstroom en een flinke bezuiniging. Ons budget, dat nu nog voor het overgrote deel vanuit de AWBZ gefinancierd wordt, zal voor ruim 40 procent vanuit de gemeenten gefinancierd gaan worden. Veel van onze cliënten zullen met deze verandering te maken krijgen. Wij begeleiden nu in een scala van behoeften: werk, wonen, ambulant en dagbesteding. Om dit naar de toekomst toe te kunnen borgen zal er naar verwachting een nog groter beroep op familie en het sociale netwerk van onze cliënten worden gedaan."
11
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Succes in je werk hangt samen met je privésituatie" Eén van de partners van Alescon is MEE Drenthe. De organisatie helpt mensen met een beperking om weer grip op hun leven te krijgen. MEE Drenthe ondersteunt en adviseert haar cliënten op alle mogelijke levensgebieden. Op de werkvloer van Alescon in Hoogeveen en Assen wordt maandelijks een spreekuur gehouden door een consulent van MEE Drenthe. Medewerkers kunnen daar met alle mogelijke problemen aankloppen. "We zijn nu ongeveer twee jaar met dit traject bezig en het loopt heel goed", vertelt directeur John Vaneman. In de afgelopen tijd zijn er 35 medewerkers op het spreekuur geweest. "De vragen van de mensen zijn heel uiteenlopend. Ze kunnen betrekking hebben op de werksituatie, maar ook op privéomstandigheden. Vragen over bijvoorbeeld huisvesting, financiële zorgen, opvoeding of familieomstandigheden komen voorbij." MEE Drenthe hoort de verhalen aan en vervolgens wordt een hulptraject gestart. "Samen worden er vervolgafspraken gemaakt. Wij hebben daarbij alle contacten om de goede wegen te bewandelen. Mensen doorverwijzen naar andere instanties komt ook regelmatig voor." Tevreden Volgens Vaneman blijft het maandelijkse spreekuur zeker bestaan. "In het begin moesten mensen ons nog weten te vinden, maar dat gaat nu steeds beter. We zijn heel tevreden over de samenwerking met Alescon en merken dat we veel kunnen betekenen voor de medewerkers. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, want waar iemand weer grip op het leven krijgt, presteert hij/zij ook beter op de werkvloer." Vaneman verwacht dat het aantal beroepen op consulenten van MEE Drenthe nog verder toe zal nemen. "De problematiek is de laatste jaren toegenomen en neemt nog steeds toe. Enerzijds wordt dat veroorzaakt door de recessie, maar ook het aantal bezuinigingen en de grote veranderingen in de zorgvoorzieningen spelen een rol. Ik maak me daarbij ook grote zorgen over de consequenties van de naderende Participatiewet. De gevolgen voor de Sw-medewerkers zijn nog niet goed te overzien." Leidinggevenden scholen De directeur van MEE Drenthe ziet de samenwerking met Alescon op termijn daarom nog wel doorgroeien. Die samenwerking gaat in de toekomst verder dan alleen maar dienstverlening aan de medewerkers. Vaneman: 12
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"We onderzoeken momenteel of we onze deskundigheid ook kunnen gebruiken om chefs en leidinggevenden te ondersteunen. Bijvoorbeeld in de vorm van korte trainingen of cursussen. Door hen te scholen (o.a. over autisme of omgaan met pestgedrag) en de deskundigheid over hun werknemers te ontwikkelen, maak je afstanden gemakkelijker overbrugbaar. Je leert elkaar beter verstaan en creëert wederzijds begrip. Ook kijken we hoe we optimaal kunnen samenwerken voor leerlingen uit het speciaal en praktijkonderwijs met een beperking die zich voorbereiden op de arbeidsmarkt. We werken daarbij samen met de Navigators en de Werkschool. MEE Drenthe wil graag haar deskundigheid in het ondersteunen van mensen met een beperking goed verbinden met die van Alescon." Tandemmodel Het zogeheten 'tandemmodel' is een actuele uitwerking van de betere samenwerking. Vaneman ziet goede mogelijkheden, bijvoorbeeld dat de MEE-consulent samen met een begeleider vanuit Alescon een goede traject begeleiding biedt richting passend werk. De ondersteuning kan op alle hulpvragen betrekking hebben, zowel thuis als rond het werk. Er is altijd iemand benaderbaar en bovendien: de drempel voor medewerkers om bij problemen aan de bel te trekken is een stuk lager. Vervolgens legt de tussenschakel (vaak de bedrijfsmaatschappelijk werker van Alescon) contact met MEE Drenthe en zo kunnen we steeds sneller op situaties anticiperen en gerichter ondersteuning bieden."
13
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"De samenwerking kan intensiever" Het Drenthe College is een regionaal opleidingencentrum voor middelbaar beroepsonderwijs en volwassenen educatie. De onderwijsinstelling verzorgt voor meer dan tienduizend jongeren en volwassenen onderwijs op diverse niveaus en in verschillende vormen. Samenwerking met Alescon is er met name in de scholingstrajecten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt."De samenwerking verloopt heel goed", vertelt Gini Coutinho namens het College van Bestuur. "Met de opleiding tot Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA) kun je een diploma halen op mbo-1 niveau en de resultaten hierin zijn prima. Het gros van de deelnemers behaalt zijn of haar diploma en wordt zo klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Volwassenen die met een uitkering thuiszitten zijn een specifieke doelgroep: hoe benader je hen het best en op welke manier breng je hen dichterbij de arbeidsmarkt. Dat zijn vraagstukken die we samen met Alescon bekijken." Entreeonderwijs Nog dit jaar zal de AKA-opleiding verdwijnen en vervangen worden door het Entreeonderwijs, waarbij er hogere eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld rekenen en taal. Een omvangrijke operatie, die de nodige consequenties heeft voor de deelnemers. "Omdat we de materie scherp in beeld willen hebben, zijn we samen met Alescon een pilot gestart", zegt Coutinho. Het voornaamste doel van de pilot is onderzoeken in hoeverre met behulp van de assessment methodiek van Alescon en de intake van Drenthe College we een inschatting kunnen maken voor welke mensen het Entreeonderwijs geschikt is en voor wie niet. Coutinho: "We willen een goede inschatting kunnen maken van de leerbaarheid van de mensen. Het aanleren van werknemersvaardigheden en andere praktische vaardigheden is daarbij van groot belang." Coutinho ziet genoeg mogelijkheden om de samenwerking met Alescon verder uit te breiden. "In de driehoek tussen gemeente, Alescon en het Drenthe College kun je heel veel doen. Wellicht moeten we meer onderwijsvarianten aanbieden of moeten er nieuwe scholingstrajecten komen. We zijn continue bezig de scholingsmogelijkheden aan de onderkant van de arbeidsmarkt in beeld te brengen." In de praktische uitwerking levert dat veel voordelen op, benadrukt Coutinho: "We hebben beiden krimpende budgetten, samenwerking en ervaringen delen kan dan een effectief instrument zijn. Samen kunnen we bijvoorbeeld meer certificaten ontwikkelen, zodat we nog meer en beter jongeren en volwassenen kunnen begeleiden naar de reguliere arbeidsmarkt." 14
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Patiënt zijn is geen menswaardige positie" Dokter Arends maakt even tijd vrij tijdens zijn spreekuur bij Alescon, om te vertellen over de laatste inzichten op het vlak van de psychiatrie. De maatschappelijke positie van de patiënt, in het bijzonder zijn werk, neemt daarin een steeds belangrijkere rol in. "Ooit hield alleen de kerk zich bezig met zorg voor mensen met een psychische aandoening. Vanuit de geneeskunde is vervolgens de geestelijke gezondheidszorg ontstaan. Nu raken we er steeds meer van overtuigd, dat patiënt zijn geen menswaardige positie is. Je maatschappelijke positie als mens is het belangrijkst: zinvol participeren in de samenleving, erbij horen. Het hebben van een betekenisvolle relatie, prettig werk en een sociaal netwerk. De betekenis van zinvolle arbeid is bijna niet te overschatten. Pas als je geen werk hebt, weet je hoe belangrijk het is. Werken is meedoen De laatste vijf jaar zijn we als beroepsgroep nadrukkelijk bezig, om het isolement van de patiënt af te breken. We zoeken de samenwerking met maatschappelijke partners zoals de gemeente, het maatschappelijk werk en het bedrijfsleven. Daaronder is ook Alescon. Het ultieme doel is om de sociale discriminatie van de patiënt op te heffen. De psychiatrie heeft hier partners voor nodig, ook in het normale bedrijfsleven. Gewone bedrijven zouden zo moeten zijn ingericht dat er ook mensen met een psychische beperking kunnen werken. Helaas is dit nog niet zo ver, want we zijn bang voor ziekte en psychiatrie. Onze angst zit ons in de weg en stigmatiseert. Laatst maakte ik op een receptie kennis met een dame, die ik vertelde dat ik psychiater ben. Ze reageerde met: "O gut, wat eng!" "Ja", zei ik, "past u maar op, ik kijk dwars door u heen!"
15
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"We leiden de mensen op in lef en zelfvertrouwen" Leren organiseren, Nederlandse taal en rekenen. Zomaar een paar voorbeelden van vaardigheden die je leert tijdens de AKA-opleiding, een opleiding op mbo-1 niveau die de kansen op de reguliere arbeidsmarkt vergroot. Maar minstens zo belangrijk zijn sociale vaardigheden en het ontwikkelen van lef of zelfvertrouwen. "Een diploma aan het eind van het traject is mooi, maar nog belangrijker vind ik dat mensen zelf een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt", zegt docente Edda Kammenga. De AKA-opleiding voor medewerkers van Alescon wordt nu zo'n zeven jaar gegeven door Edda Kammenga en Lieske van der Kooi. Ongeveer 150 medewerkers zagen de docenten in al die jaren voorbijkomen, waarvan het gros zijn of haar diploma haalde. "De opleiding is destijds geïntroduceerd door de overheid voor de drop-outs in het onderwijs", vertelt Edda. "Maar er zijn ook genoeg volwassenen zonder diploma en die kunnen ook veel aan de AKA hebben." Leerhouding In principe kunnen vrijwel alle Sw-medewerkers meedoen, hoge eisen worden er niet gesteld. Edda: "De deelnemers worden aangemeld door Alescon, het enige dat we daarbij vragen is dat ze eenvoudige teksten kunnen lezen en schrijven. Daarnaast moet je wel in een groep kunnen functioneren en je moet een klein beetje flexibel zijn. We verwachten een actieve leerhouding van de mensen, anders wordt het lastig het traject succesvol af te ronden. Maar dat is bij de Alescon-deelnemers eigenlijk nooit een probleem." Door de jaren heen heeft de AKA-opleiding zichzelf ruimschoots bewezen, realiseert Edda zich. Aan de ene kant vertaalt zich dat in een diploma, voor veel deelnemers de eerste die ze ooit gehaald hebben, maar de winst is eigenlijk veel groter. "De mensen maken soms een enorme groei door: in zelfvertrouwen, het tonen van lef, het probleemoplossend kunnen werken of minder snel in paniek raken bijvoorbeeld." Maar wat is dan het geheim?." Edda glimlacht: "Ja, enerzijds zit het denk ik in het creëren van een veilige sfeer voor de deelnemers en het respectvol met elkaar omgaan. We houden daarbij de drempel tijdens de opleiding heel laag en gunnen iedereen een leerproces in zijn eigen tempo. Sommigen hebben negatieve schoolervaringen en vaak te horen gekregen 16
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
dat ze niets kunnen. Barrières of angst proberen we weg te nemen. En dat werkt goed. In de eerste twee maanden van de opleiding merken we vaak al dat mensen groeien. En die groei zet zich meestal het hele jaar door. Anderzijds zit het geheim in de perfecte samenwerking met Alescon. De persoonlijke aanpak bij het leren op de werkplek is echt maatwerk, dat doen Anne-Jan Rumph en de werkbegeleiders uitstekend." Terugblikkend op de afgelopen zeven jaar is Edda heel tevreden. "De AKA-opleiding doet wat met mensen dat veel verder gaat dan alleen een diploma. En die ontwikkeling, daar gaat het uiteindelijk om. Grote stappen kunnen maken en daar raak ik keer op keer nog door verrast. Soms komen mensen hier voor de eerste keer binnen en durven je nog niet aan te kijken. Of ze worden rood bij de gedachte iets te moeten zeggen. Aan het eind van de opleiding durven sommigen toespraken voor een volle zaal te geven. Of ze verzorgen een complete rondleiding voor grote groepen. En dat is toch prachtig, dan heb ik als docente mijn doel bereikt."
17
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Dankzij de AKA-opleiding kom ik veel beter voor mijzelf op" Alhoewel nog maar 23 jaar jong heeft Marcha al een heel leven achter de rug. Ze heeft namelijk al een dochtertje van acht jaar: Denice. Het verstoorde haar scholingstraject, het ontnam haar ook de goede opleidingsmogelijkheden. "Een opleiding heb ik eigenlijk nooit afgemaakt", blikt ze terug op haar jeugd. "Ik volgde praktijkonderwijs bij het Roelof van Echten College, maar ben nooit veel verder gekomen dan een stage op een zorgboerderij." Ook werkte ze nog op de linnenkamer bij verzorgingstehuis De Olden Kinholt. Toen ze op haar achttiende bij Alescon terechtkwam ging er een nieuwe wereld voor haar open. Nieuw toekomstperspectief diende zich aan. "Eerst was het trouwens nog wel zoeken hoor", fronst ze. "Ik zat op de elektromontage-afdeling en daar waren mij iets teveel mannen. Dat gaf veel te veel gedoe voor mij. Ik wilde daar wel graag weer weg en heb verschillende jobcoaches gehad die mij geholpen hebben de juiste weg te kiezen." Uiteindelijk kwam ze daardoor op de postafdeling 'Business Post' terecht en dat bevalt haar supergoed. 's Ochtends wordt de post eerst gesorteerd, vervolgens fietst Marcha haar route. "Prachtig werk. Ik heb geen rijbewijs en doe dus alles op de fiets. Maar dat is niet erg hoor, integendeel zelfs. Het is erg lekker om in de buitenlucht te zijn en ik hou van fietsen. Je blijft in conditie en het is goed voor je gezondheid." Arbeidskansen Vorig jaar behaalde Marcha via het Alfa-college haar AKA-diploma (mbo-1), waardoor ze nog betere arbeids kansen heeft. "Dat was op advies van mijn collega's", vertelt ze. "En uiteindelijk is het heel goed geweest. Ik vond het altijd moeilijk om 'nee' te zeggen, maar dat heb ik daar wel geleerd. Mijn taalvaardigheid is bovendien sterk verbeterd, ik kan beter voor mijzelf opkomen en het gaat mij gemakkelijker af om met mensen om te gaan. Dat heb ik een tijdlang heel erg moeilijk gevonden." Alhoewel haar diploma haar meer toekomstmogelijkheden biedt, weet ze zelf nog niet zo goed waar het tot leidt. Marcha: "Natuurlijk hebben we het er op de werkvloer wel over. Detachering lijkt de toekomst, maar eerlijk gezegd wil ik er nog niet teveel aan denken. Ik heb er nog niet heel veel over nagedacht. Ik weet nu wat ik heb en je weet nooit wat je ervoor terugkrijgt. Werken in een tuincentrum of een kringloopwinkel leek mij altijd wel leuk, maar voorlopig ben ik al hartstikke blij met hoe het nu gaat." 18
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Ik ben een laatbloeier, maar dankzij AKA kan ik groeien" Sinds oktober vorig jaar werkt Ciska op de afdeling digitalisering, waar ze momenteel bezig is met het vertalen en ontcijferen van documentatie van het Drents Archief. Eindelijk: want ze zit nu op de plek waar ze altijd graag wilde zitten. "Ik hou ervan om met computers te werken", glimlacht ze. De weg ernaartoe was echter vol hobbels. Ciska heeft altijd moeite met leren gehad en kwam zodoende op het IVBO terecht. Daarna volgde ze nog een opleiding Facilitaire Dienstverlening, maar die maakte ze niet af. "Ik kon bij zorginstelling De Vijverhof in de keuken aan de slag. Hapjes klaarmaken en diëten samenstellen, dat soort dingen. Ik was keukenhulp in een team van veertien mensen en dat was hartstikke leuk. Ik heb daar drie jaar gewerkt, maar vanwege rugklachten moest ik er helaas mee stoppen." Bij een andere zorginstelling werd ze activiteitenbegeleidster, lichamelijk een stuk minder belastend. Maar ook dat hield ze niet vol. Via via belandde ze acht jaar geleden bij Alescon, eerst op de Assemblage Assen, daarna bij 2Care4 (washandjes verpakken). De werkdruk was echter te hoog en met een burn-out kwam ze bij huis terecht. Verder groeien Vorig jaar volgde ze de AKA-opleiding (mbo-1) en binnen een jaar behaalde ze haar diploma. Het leerde haar veel over haarzelf. "Ik weet nu dat ik veel meer kan dan ik zelf dacht. Ik kan goed organiseren, mijn Nederlands is stukken verbeterd en rekenkundig ben ik eigenlijk best goed. Het was ook een heel leuke opleiding." In de periode dat ze met de AKA-opleiding bezig was, is Ciska ook op digitalisering terecht gekomen. "Ik wou niet tot mijn 67ste op de assemblageafdeling zitten en heb dat met mijn chef besproken. Toen is het balletje gaan rollen met dit als eindresultaat. En daar ben ik altijd nog heel blij mee." Voor Ciska is digitalisering niet het eindstation. Althans, dat hoopt ze. "Ik zou nog graag verder willen groeien en dan het liefst op administratief niveau", zegt ze. Voor haar zelf heeft ze dat ook al heel concreet. "De opleiding tot secretaresse, dat lijkt mij echt leuk. Die opleiding begint in september en als ik die volg op mbo-2 niveau, dan duurt het twee jaar voor ik mijn diploma heb. Het liefst zou ik dan leren en werken tegelijker tijd. In combinatie met een soort van stageplaats dus." Ciska kijkt er nu al naar uit. "Ik heb er heel veel zin in, ik sta daar heel positief in. Nu heb ik de mogelijkheid om verder te leren en die wil ik graag met beide handen aangrijpen. En ja, ik ben misschien een laatbloeier, maar ik ben enthousiast en gemotiveerd en dat helpt mij om mijn einddoel te halen." 19
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"De afgelopen tijd ben ik veel sterker geworden" Geboren als Groningse verhuisde Helena op twaalfjarige leeftijd naar Assen. Ze volgde er speciaal onderwijs, omdat ze moeite met leren had. Uiteindelijk volgde er een leuke stageperiode bij de lerarenopleiding PABO, waar ze met name keuken- en kantinewerk, maar daarnaast ook administratief werk deed. Een tijdje werkte ze ook nog als vakkenvuller in een winkel, maar dat werd haar te zwaar. Na een korte periode in de WW kon ze in 2002 bij Cleanpack komen. "Ik kwam daar binnen met een WIW-indicatie", vertelt Helena. "Ik moest vooral medicijnen verpakken en crèmepotjes inpakken. Hygiënisch werken was daarbij heel belangrijk." Vijf jaar later werd Helena door Alescon gedetacheerd bij Swedish Match, waar ze betrokken is bij de verpakking van aanstekers, onder meer voor de Zuid-Europese markt. "Het is leuk werk. We zitten vaak met z'n tweeën aan een tafel, maar ik werk voor het grootste deel alleen. En dat vind ik eigenlijk ook het fijnst. Ik kan dan mijn eigen werk indelen en mijn eigen tijdsplan maken." Handvatten Vorig jaar volgde Helena de AKA-opleiding, een mbo-opleiding tot Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent. "Dat was eigenlijk op voordracht van mijn chef, want ik vond het maar niets", lacht ze. Uiteindelijk is ze echter heel blij dat ze het traject is ingestapt. "Ik heb heel veel geleerd; uiteindelijk is het heel goed geweest voor mij." Terugblikkend springen er een paar dingen voor haar uit: "Ik heb geleerd hoe ik beter met mensen kan omgaan, ik kan nu beter organiseren en heb ook handvatten gekregen om bijvoorbeeld een nieuwe collega in te werken." Ze is zeker gegroeid, knikt ze instemmend. "Ik was eerder altijd wat zenuwachtig van mijzelf, wantrouwend ook. En dat is niet meer zo. Dankzij de AKA-opleiding ben ik veel sterker geworden en heb ik beter leren samenwerken. Ik wil heus niet zeggen dat ik al helemaal tevreden ben over mijzelf. Ik zou nog wat flexibeler in mijn werk moeten worden. Onverwachts schakelen vind ik bijvoorbeeld lastig." Wat de toekomst Helena verder gaat brengen, weet ze eigenlijk nog niet zo goed. "Ik wil eerst zien of ik mij bij Swedish Match nog verder kan ontwikkelen. Maar dat hoeft niet nu al hoor. Zoals het nu gaat, vind ik het voorlopig wel prima."
20
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Ik werk graag voor mijn brood" Na de huishoudschool trouwde Alja en bracht enthousiast twee kinderen groot. "Met veel plezier begeleidde ik schoolreisjes, was lees- en computermoeder, maakte de dorpskrant en organiseerde Twee medewerkers kinderspeelweken. Toen mijn man ziek werd, moest ik voor de helft van ons gezamenlijk inkomen van Almed doen hun verhaal. Ze geven gaan zorgen. Mijn hart lag bij het speciaal onderwijs en daarom had ik al snel mijn spw-opleiding een impressie van het gehaald. Ook heb ik een middenstandsdiploma en was ik doventolk. Maar op je 42ste ben je te duur werken bij Alescon's joint venture met en te oud. Het was een moeilijke periode, waarin ik ook gescheiden ben. Ingrijpende gebeurtenis Medico Care BV uit sen uit mijn jeugd speelden mij bovendien psychisch parten. Via een reïntegratietraject, kon ik met Numansdorp. behoud van uitkering bij Alescon stage komen lopen. En ik ben nooit meer weggegaan!" Alja vond haar draai helemaal in de cleanrooms van Alescon. Met een WSW-indicatie voor Begeleid werken, werd ze al snel in dienst genomen door Almed BV. Almed assembleert en verpakt medische hulpmiddelen. Alja vertelt: "Het is verantwoordelijk en interessant werk. Almed heeft hoogwaardige apparatuur, waarmee operatiepakketten en –instrumenten worden verpakt. De bediening van de machines, de kwaliteits controle van bijvoorbeeld de etiketten, behoort allemaal tot mijn taken. Ik heb opleidingen gevolgd voor clean roommedewerker en verpakkingsassistent. Wij hebben het ISO 13485 keurmerk en kennis van bacteriële verontreiniging is belangrijk. Ook de opleiding lager kader heb ik gehaald." Onafhankelijkheid Alja heeft het belangrijkste tot het laatst bewaard: "Onafhankelijkheid is heel belangrijk voor mij. Ik wil niet langs de kant staan en werk graag voor mijn brood. Dat heb ik zelfs twee jaar lang met behoud van uitkering gedaan, omdat ik aan het eind van de maand het gevoel wil hebben dat ik mijn geld verdiend heb. Dat heb ik nodig voor mijn eigenwaarde. Het klimaat bij Almed is goed voor mijn fysieke en psychische gezondheid. In de cleanrooms is veel schone lucht én ik heb hier het vertrouwen van mijn collega's en manager!"
21
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
"Kijk naar wat er wél kan!" Ook Marjan werkt bij Almed. Zij vertelt graag over haar loopbaan "Ik was nog leerplichtig toen ik van de huis houdschool kwam. Door een aangeboren handicap aan mijn voeten kreeg ik een indicatie Begeleid werken voor de sociale werkvoorziening, want ik ben aangewezen op zittend werk. Op de assemblage-afdeling in Assen ben ik gestart bij Alescon. In de loop van de tijd leerde ik sorteren, verpakken, etiketteren en textiel bedrukken. Het omgaan met machines bleek ik goed te kunnen want ik heb een technische knobbel." Een eigen plek "En daarmee heb ik nu mijn plek gevonden hier bij Almed in Hoogeveen. Elke dag is anders, en de flowpack- en de multivac-machines zijn heel interessant. Na de vakopleidingen op het gebied van assemblage, cleanrooms, machinebeheer en logistiek, ben ik nu ook bezig om ervaring op te doen op het vlak van communicatie en sociale vaardigheden. Daarin trekken Alja en ik een beetje samen op. Laatst was onze (reguliere) manager vrij en de werkleider ziek en toen hebben we samen de productie gewoon door laten lopen. Dat vond ik best spannend. Mijn wens is om nog eens de machineoperatorcursus te doen, want ik heb de smaak van het studeren een beetje te pakken. Er werken nu ongeveer 25 mensen bij Almed. Gelukkig hebben we een super-team. We respecteren elkaar én hebben respect voor elkaars beperking. We kijken naar wat er wél kan, niet naar wat er niet lukt. Zo kunnen we elkaar goed aanvullen en werkt iedereen in zijn eigen werktempo met 100% inzet en motivatie."
22
inhoud
vooraf
wij
sociaal
Sociaal jaarverslag
23
bedrijfsvoering
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Verzilveren van loonwaarde Arbeidsontwikkeling is het leidende principe binnen Alescon om daarmee de medewerkers te ontwikkelen tot hun maximale verdiencapaciteit en deze ontwikkeling te verzilveren via een hogere loonwaarde. Investeren in arbeidsontwikkeling kost in eerste instantie geld en levert in tweede instantie veel duurzame (sociaalmaatschappelijke en financiële) resultaten op. Steeds meer kunnen wij onze medewerkers extern inzetten op detacheringsplaatsen of kan men geplaatst worden via Begeleid werken. Hiermee geeft Alescon uitvoering aan de opdracht van de gemeenten om medewerkers met een Sw-indicatie zo regulier mogelijk te plaatsen. De invoering van de Participatiewet en de beoogde Quotumregeling betekent het einde van de Wwb, Wsw en Wajong zoals wij deze nu kennen. Alle taken, voortkomend uit de afschaffing van deze wetten, worden neergelegd bij gemeenten. Deze ontwikkeling gaat de komende jaren door in het kader van de nieuwe wet. Opmerkelijk daarbij is verder dat de arbeidsvoorwaarden van de zittende Wsw-populatie in tact blijven, terwijl de rijkssubsidie in zes jaar fors wordt afgebouwd tot maximaal het wettelijk minimumloon.
Instroom, mobiliteit en plaatsing Tabel 1 Aantal arbeidsjaren (aja) per kalenderjaar 2012 2011 2010 2009 2008
2007
Taakstelling 1732,32 1775,03 1782,65 1795,52 1803,41 1829,40 Realisatie 1738,02 1772,30 1776,71 1790,25 1797,89 1829,40 Over-/onderrealisatie 5,70 -2,73 -5,94 -5,27 -5,52 0,00 Over-/onderrealisatie (%) (0,33) (-0,15) (-0,33) (-0,29) (-0,31) (0,00) Vergeleken met 2011 daalde de taakstelling met bijna 43 aja, overeenkomend met 2,4%. Sinds 2007 daalde de taakstelling met bijna 100 aja, ofwel met ruim 5%. Omdat 1 aja meerdere personen kan omvatten, treft u hierna een tabel met aantallen personen aan.
24
inhoud
vooraf
Tabel 2
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Werknemersbestand in personen per 31-12
Omschrijving
2012
2011
2010
2009
2008
2007
Dienstbetrekkingen waarvan intern waarvan detachering Begeleid werken Totaal aantal personen
1472 996 476 416 1888
1590 1073 517 392 1982
1737 1237 500 226 1963
1760 1286 474 195 1955
1853 1433 420 147 2000
1882 1486 396 111 1993
In procenen van het totaal: detachering Begeleid werken (Bw) detachering + Bw
(25) (22) (47)
(26) (20) (46)
(25) (12) (37)
(24) (10) (34)
(21) (7) (28)
(20) (6) (25)
Het aantal dienstbetrekkingen daalde in 2012, vergeleken met een jaar eerder, met 118 personen (7,4%). Het aantal personen in Begeleid werken steeg met 24 personen (6%). In totaliteit nam het aantal personen af met 94 (5%). Vergeleken met het topjaar 2008 kan gesproken worden van een daling met 112 personen. Het aantal detacheringen daalde met 41 personen: een daling van 8%. Per saldo steeg het aantal detache ringen en Begeleid werken naar 47%. Een lichte groei van 1%. Tabel 3
Sw-medewerkers in dienst (inclusief Begeleid werken) naar gemeente per 31-12
Gemeente Aa en Hunze Assen Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo De Wolden Overige gemeenten Totaal
25
Personen 130 689 646 216 89 66 50
(%) (6,89) (36,53) (34,25) (11,45) (4,72) (3,50) (2,65)
1886 (100,00)
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Ondanks een afname van het totaal aantal personen, blijft de relatieve verdeling per gemeente nagenoeg gelijk aan het vorige jaar. NB: tussen tabel 2 en 3 zit een verschil van twee personen. Dit is te verklaren doordat twee personen zowel een parttime dienstbetrekking bij Alescon hebben, als ook een parttime plaatsing in het kader van Begeleid werken bij een andere werkgever. Tabel 4
Verdeling naar geslacht
2012
2011
2010
2009
2008
2007
Man Vrouw
1372 514
1436 544
1429 528
1445 510
1492 508
1496 497
Ratio m/v (%)
(73/27)
(73/27)
(73/27)
(74/26)
(75/25)
(75/25)
Totaal
1886
1980
1957
1955
2000
1993
Door de jaren heen blijft deze verdeling nagenoeg gelijk. De verhouding in de laatste drie jaren is 73% man en 27% vrouw.
Figuur 1 Aard beperking medewerkers in dienst en personen op de wachtlijst per 31-12 26
vooraf
inhoud
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In deze figuur wordt een vergelijking gemaakt in de ontwikkeling van de aard van de beperkingen, waarbij een vergelijking plaatsvindt voor de jaren 2009 tot en met 2012 en de wachtlijst anno eind 2012. Het aandeel van de groep medewerkers met een psychische beperking neemt telkens toe. Dat wordt helder verklaard door de groep mensen op de wachtlijst waar het percentage met een psychische beperking onge veer 65% is. Een ander significant verschil is te zien tussen de groep medewerkers geplaatst tot 1 januari 1998 en vanaf 1 januari 1998 (wetswijziging en invoering periodieke her-indicatie). De groep van voor 1998 heeft voor ongeveer 15% een psychische beperking. De medewerkers van daarna voor ongeveer 50%. Deze ontwikkelingen hebben forse impact op de begeleidende en ondersteunende taken van leidinggevenden en coaches. Het stelt daarnaast eisen aan de werkomgeving die vooral overzich telijk en prikkelarm dient te zijn. Bijzondere eisen stelt dit aan de leidinggevende en coachende kwaliteiten van deze begeleiders. Tabel 5
Leeftijdsopbouw per 31-12
Leeftijd
Personen4 (%) Sw-Aok
Personen (%) Sw-Bw
<27 27-39 40-49 50-59 60-65
39 272 422 549 190
89 110 98 100 19
Totaal
(2,6) (18,5) (28,7) (37,3) (12,9)
1472 (100,0)
(21,4) (26,4) (23,6) (24,0) (4,6)
416 (100,0)
Personen (%) Ambt./JSF/PVA 2 37 47 65 24
(1,1) (21,1) (26,9) (37,1) (13,7)
175 (100,0)
Personen (%) Totaal 130 419 567 714 233
(6,3) (20,3) (27,5) (34,6) (11,3)
2063 (100,0)
Sinds medio 2011 plaats Alescon (nagenoeg) nog uitsluitend medewerkers in Begeleid werken bij werkgevers. Alescon neemt geen mensen meer aan in het eigen bedrijf via een dienstverband/ arbeidsovereenkomst. Dit
4
27
Sw-Aok Sociale werkvoorziening Arbeidsovereenkomst Sw-Bw Sociale werkvoorziening Begeleid werken Ambt./JSF/PVA Ambtenaren/Job Support & Facilities BV/PVA BV
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
verklaart dat er relatief meer jongeren in Begeleid werken actief zijn in de categorie tot 27 jaar en van 27 jaar tot 39 jaar. Voor de groep leiding en staf geldt dat er relatief weinig jongeren zijn (tot 27 jaar) en relatief meer ouderen (60 jaar of ouder). De overige leeftijdscategorieën zijn min of meer vergelijkbaar met het totaal aantal personen.
Figuur 2 Verdeling van alle werkzaamheden over vier werksoorten Figuur 2 geeft in procenten de verdeling van alle plaatsingen over de vier werksoorten weer. Per werksoort is het begrote percentage en het gerealiseerde gemiddelde percentage in aja weergegeven. Het begrote percentage voor 2013 staat eveneens vermeld. Voor de werksoort binnen-binnen geldt dat het percentage iets hoger is dan de begroting. Het aantal detacheringen is niet behaald. Dat is vooral het gevolg van de economische crisis in 2012. Een aantal detacheringen is daardoor beëindigd. Er zijn meer Begeleid werkers gerealiseerd dan begroot in 2012. Vanaf 2013 is er een definitiewijziging voor Begeleid werkers. Mede daardoor is er een daling i.p.v. een stijging voorzien. Alle nieuwe instroom krijgt een contract Begeleid werken. Een deel van de nieuwe instroom gaat na een eerste plaatsing bij Alescon niet door naar een reguliere werkgever. Deze nieuwe instroom (beschut werkers) die geen contract heeft met Alescon, maar wel werkzaam blijft op de afdelingen van Alescon, zijn in 2013 gecategoriseerd onder de 28
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
werksoorten binnen-binnen en/of binnen-buiten. De reden voor deze werkwijze is om de kosten voor de gemeenten zo laag mogelijk te houden. Daarbij wordt geanticipeerd op toekomstige wet- en regelgeving. Tabel 6
Instroom 2012 arbeidsovereenkomst en Begeleid werken in personen
Arbeidsovereenkomst (Aok) Bw van wl van wachtlijst (wl) naadloos (nl) Aa en Hunze Assen Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo De Wolden Overname andere gemeenten
Bw van Aok
Totaal
- - - - - - -
- 2 - - - - -
8 49 36 4 13 1 1
1 12 7 3 1 2 -
9 63 43 7 14 3 1
Totaal 0 In procenten
2 (1)
112 (80)
26 (19)
140 (100)
Via een naadloze instroom zijn twee medewerkers aangenomen op een arbeidsovereenkomst Sw. In totaal werden 112 personen rechtstreeks vanaf de wachtlijst in Begeleid werken geplaatst en bij nog eens 26 personen vond een omzetting van een Sw-arbeidsovereenkomst plaats in een Begeleid werken plaatsing. Een kenmerk van Begeleid werken is dat deze personen geplaatst worden in een reguliere CAO van een bepaalde bedrijfstak of op basis van arbeidsvoorwaarden die gelden bij een bepaalde werkgever. Ze worden niet geplaatst conform de Cao-Wsw. De plaatsingen in Begeleid werken kunnen daardoor aangemerkt worden als marktconforme plaatsingen in een reguliere werkomgeving.
29
inhoud
vooraf
Tabel 7
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Uitstroom 2012 Sw-arbeidsovereenkomst
Reden
Aa en Hunze
65 jaar Overlijden Vervroegd pensioen Reguliere arbeid Naar Begeleid werken Langdurig arbeids ongeschikt Overpl. andere gem. Overige redenen Totaal
Assen
Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo
De Wolden Overige gem.
Totaal
1 3 3 - 1
2 2 5 - 12
4 2 10 - 7
1 2 5 - 3
- - - 1 1 - 1 - - - 1 2 -
8 10 25 0 26
2 - 1
- 1 21
5 - 8
1 - 3
1 - 4
1 - 2
- 1 -
10 2 39
11
43
36
15
8
5
2
120
Uit de categorie Sw-arbeidsovereenkomst stroomden totaal 120 personen uit. Voor Begeleid werken bedroeg dit aantal 115. Totaal leverde dit voor beide groepen een uitstroom op van 235 personen. Op een totaal bestand van 1982 personen ultimo 2011 geeft dit een enorme dynamiek aan. Een belangrijk deel komt door de verlaging van de taakstelling waardoor het persoonsbestand kromp met 94 personen. Totaal 26 personen met een Sw-arbeidsovereenkomst konden na afloop van hun arbeidsovereenkomst instromen in een Begeleid werkenplaatsing. Een andere grote groep is het beëindigen van 99 arbeidsovereenkomsten Begeleid werken. De overige uitstroom kent een diversiteit aan redenen. Ziekteverzuim Alescon in procenten
Tabel 8 2012
2011
2010
2009
Overall (14,1) (14,3) (14,6) (14,9) Uitgesplitst naar Sw (15,2) (15,4) (15,5) (15,6) Ambtelijk, JSF en PVA (5,5) (3,9) (4,6) (4,4) 30
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Tabel 9 Gemiddeld verzuim Alescon (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof en exclusief Bw) 2012 2011 2010 2012 2011 2010 Verzuim (%) kortdurend middellang langdurig > 1 jaar
(1,40) (3,20) (7,40) (2,10)
(1,50) (3,30) (7,10) (2,30)
Totaal gemiddeld (14,1) (14,3)
Meldingsfrequentie
(1,50) (3,20) (7,50) (2,40)
1,25 0,71 0,25 0
1,31 0,73 0,23 0
1,25 0,70 0,26 0
(14,6)
2,21
2,27
2,21
Door een actief ziekteverzuimbeleid is het gemiddelde verzuim in 2011 met 0,3% gedaald ten opzichte van 2010. Deze trend zet zich in 2012 voort voor de Sw-medewerkers. Het verzuim onder de ambtelijke, JSF en PVA medewerkers is toegenomen met 1,6%, wat veroorzaakt werd doordat een aantal medewerkers uit deze categorie langdurig ziek was in het verslagjaar. De vier categorieën in de tabel verwijzen naar de periodes uit de Wet verbetering poortwachter: kortdurend verzuim is korter dan 8 dagen, middellang verzuim is tussen 8 tot en met 42 dagen en langdurig verzuim is langer dan 43 dagen. De ambitie van het verzuimpercentage in 2012 was maximaal 13%. Dit werd niet gehaald ondanks alle aandacht die er is voor ziekteverzuim en ziekteverzuimpreventie binnen Alescon. Het verzuimpercentage van Alescon ligt voor de Sw-medewerkers iets hoger dan gemiddeld in de branche gebruikelijk is, maar het verzuimpercentage blijft wel binnen de standaarddeviatie (de gemiddelde afwijking) (benchmark SBCM ziekteverzuim 2011). Daarbij is bekend dat organisaties met 1.500 of meer medewerkers gemiddeld hoger scoren dan het sectorgemiddelde. Alhoewel het verzuim onder de ambtelijke, JSF en PVA medewerkers is toegenomen, ligt deze wel onder het gemiddelde binnen de branche. Een ander significant verschil in de branche is dat Alescon landelijk voorop loopt in Begeleid werken plaatsingen (op 31 december 416 personen). Deze categorie kent gemiddeld gezien een lager ziekteverzuim dan de medewerkers met een Sw-arbeidsovereenkomst. Ze maken geen onderdeel uit van de ziekteverzuim registratie binnen Alescon, omdat ze op de loonlijst staan bij een andere werkgever. 31
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Wachtlijstmanagement WSW Eind 2012 staan 480 personen op de wachtlijst. Hiervan zijn er 114 (24%) niet beschikbaar voor werk (zie Tabel 10). Dat heeft verschillende oorzaken. Het gaat dan bijvoorbeeld om langdurige ziekte, opname voor psychiatrische behandeling, detentie of andere belemmeringen. Ten opzichte van een jaar eerder is de omvang van de wachtlijst gelijk gebleven. Het aantal mensen met een advies Begeleid werken bleef ongeveer gelijk: van 45 procent verwacht het UWV dat zij met begeleiding bij een gewone werkgever aan het werk kunnen. Het aandeel mensen dat niet beschikbaar is voor werk is opnieuw toegenomen (van 21% in 2011 naar 24% in 2012). Hieronder geven we een overzicht van de wachtlijst per gemeente. Ook laten we zien wat de leeftijdsopbouw is en welke uitkering men heeft voor zover dat bij Alescon bekend is (zie Tabel 11 en 12). Tabel 10 Wachtlijst (wl) per gemeente Beschikbaar 2012 Niet beschikbaar 2012 Personen (%) Personen (%)
Aa en Hunze Assen Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo
30 122 148 42 24
(8) (33) (40) (11) (7)
Totaal
366 (100)
4 49 38 14 9
Tot. wl 2012 waarv. advies Bw 1e indicatie Personen (%) Ja Nee Personen Advies Bw
(4) (43) (33) (12) (8)
34 171 186 56 33
(7) (36) (39) (12) (7)
19 57 94 30 18
15 114 92 26 15
4 14 14 4 5
2 1 1 2
114 (100)
480
(100)
218
262
41
6
(45) (55)
(15)
Als percentage Gemiddelde duur op de wachtlijst: Gemiddelde leeftijd wachtlijst
32
34,8 maanden 38,3 jaar
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Tabel 11 Wachtlijst naar leeftijdscategorie in 2012 Aa en Hunze
Tynaarlo
Totaal
<27 27-39 40-49 50-59 60-64
11 4 11 6 2
Assen Hoogeveen M-Drenthe 39 50 47 30 5
52 38 51 39 6
21 7 11 14 3
10 10 5 7 1
133 109 125 96 17
Totaal Als percentage
34 (7)
171 (36)
186 (39)
56 (12)
33 (7)
480 (100)
Tabel 12 Overzicht uitkeringsgrond personen op de wachtlijst Aa en Hunze
Assen
Totaal
(%)
Wajong WAO/WIA WW WWB ZW Geen uitkering/ onbekend
11 6 5 6 0
44 21 8 70 8
Hoogeveen M-Drenthe Tynaarlo 39 22 24 66 15
21 10 5 10 1
13 4 4 8 0
128 63 46 160 24
(27) (13) (10) (33) (5)
6
20
20
9
4
59
(12)
Totaal
34
171
186
56
33
480
(100)
Tabel 13 Wachtlijstontwikkeling in personen naar arbeidshandicap
33
2012 Personen
2011 (%)
2010 (%)
2009 (%)
2008 (%)
2007 (%)
Arbeidshandicap 'matig' Arbeidshandicap 'ernstig'
315 165
(66) (34)
(67) (33)
(67) (33)
(66) (34)
(69) (31)
Totaal
480
(100)
(100)
(100)
(100)
(100)
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Personen op de wachtlijst worden ingedeeld in een handicapcategorie (matig of ernstig). Dit is afhankelijk van de noodzakelijke aanpassingen en voorzieningen en de verwachte arbeidsprestatie. De indeling wordt gedaan door het UWV die de indicatie voor de Wsw doet. Ruim een derde van de mensen op de wachtlijst behoort tot de categorie 'ernstig'. Dit aandeel is de afgelopen jaren gelijk gebleven. Van degenen op de wachtlijst bestaat het grootste deel uit mensen waarbij sprake is van een psychische beperking. U kunt dit zien in figuur 1. Dat de wachtlijst in omvang gelijk is gebleven, wil natuurlijk niet zeggen dat het om dezelfde groep gaat. Zo zijn er in het afgelopen jaar 112 personen van de wachtlijst geplaatst in een dienstverband bij een werkgever. Het gaat daarbij in alle gevallen om een plaatsing in het kader van Begeleid werken. Ook zijn er mensen aangemeld voor de wachtlijst door het UWV. Wanneer mensen nieuw op de wachtlijst komen, worden hun mogelijkheden, wensen en belemmeringen in kaart gebracht met een diagnose en een gesprek daarover met één van onze wachtlijstcoaches. Dat leidt ertoe dat we snel een match kunnen maken wanneer er werk en plaatsingsruimte beschikbaar is. De gemiddelde duur waarop men op de wachtlijst staat is bijna drie jaar. Er zijn echter grote verschillen in wachttijd. Dat komt omdat gemeenten in de verordeningen hebben opgenomen dat mensen met een advies voor Begeleid werken en jongeren voorrang hebben bij de plaatsing. De mogelijkheden van plaatsing hangen verder samen met de ruimte die de verschillende gemeenten hebben in hun taakstelling. Tabel 14 Actieve wachtlijst en actieve trajecten 31-12 Gemeente
34
2012
2011 2010 Personen
2009
2012 2011 2010 2009 Trajecten
Aa en Hunze Assen Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo
30 122 148 42 24
28 130 126 41 22
42 146 169 55 19
23 167 146 66 23
0 2 6 8 0
2 5 2 2 1
16 58 56 20 7
11 92 66 31 12
Totaal
366
347
431
425
16
12
157
212
In het verleden kregen mensen op de wachtlijst, vooruitlopend op een dienstverband, vaak activiteiten aangeboden om hen daarop alvast voor te bereiden. Veranderde keuzes van het UWV en verminderde financiële
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
mogelijkheden van gemeenten hebben ertoe geleid dat er niet meer wordt geïnvesteerd in de activering van Sw-geïndiceerden op de wachtlijst. Sinds 2011 is dit aantal verwaarloosbaar vergeleken met de jaren daarvoor. De indicatie voor de Wsw wordt uitgevoerd door het UWV. In tabel 15 geven we aan hoeveel aanmeldingen het UWV in ons gebied in behandeling heeft genomen en wat daarvan de uitkom sten zijn. We zien dat het aantal beschikkingen sterk is gedaald. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat mensen (bijvoorbeeld door sociale diensten) minder zijn gestimuleerd om een aanvraag te doen. Hiermee werd vooruitgelopen op de veranderingen in wetgeving. Vergeleken met landelijke cijfers over de (her)indicaties, zien we in ons werkgebied al enige tijd een afwijkend beeld. We hebben te maken met een relatief groot aandeel mensen met een ernstige handicap. Bovendien behoort een groter aandeel mensen tot de bovengrens of tot de ondergrens van de Wsw. Zij voldoen niet meer aan de criteria van de wet. Tabel 15 Informatie UWV over indicatie 2012 (Bron: UWV) Aantal aanmeldingen 103 (114 in 2011) Totaal 1e indicatie herindicatie 2012 2011 2012 2011 2012 2011 Aanvragen Beschikkingen indicaties en herindicaties Doelgroep Advies Begeleid werken Handicap categorie 'ernstig' Ondergrens Bovengrens Ingediende bezwaren uitkomst 'gegrond' uitkomst 'ongegrond'
35
1e ind. herind. 2012 2012
1e ind. herind. 2011 2011
322
73
249
23%
77%
290 223
415 328
76 31
168 102
214 192
247 226
26% 14%
74% 86%
40% 31%
60% 69%
105
143
5
35
100
108
5%
95%
24%
76%
86 21 42
152 28 53
8 2 41
47 9 52
78 19 1
105 19 1
9% 10% 98%
91% 90% 2%
31% 32% 98%
69% 68% 2%
3 0 3
vooraf
inhoud
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Tabel 16 UWV-rapportages naar percentages van afgegeven beschikkingen 2012, 2011 en 2010 (Bron UWV) Doelgroepen Ondergrens Bovengrens Advies Begeleid werken Categorie ernstig
eind 2012 (%) (7,2) (14,5) (47,1) (38,6)
eind 2011 (%)
eind 2010 (%)
gemiddeld (%)
(6,7) (12,8) (42,7) (46,3)
(5,4) (10,9) (55,4) (39,6)
(6,4) (12,7) (48,4) (41,5)
landelijk (%) (2,7) (7,0) (45,1) (24,8)
Tabel 17 Verschil doelgroepen landelijk ten opzichte van Alescon (Bron UWV) 2012 Doelgroepen Landelijk (%) Alescon (%) Ondergrens Bovengrens Begeleid werken Categorie ernstig
(2,7) (7,0) (45,1) (24,8)
2011 Landelijk (%) Alescon (%)
(7,2) (14,5) (47,1) (38,6)
(3,1) (8,8) (45,5) (24,9)
(6,7) (12,8) (42,7) (46,3)
Tabel 18 Duur van de indicaties
1 jaar
1e indicatie herindicaties
15 6
2-5 jaar
> 10 jaar
Totaal
26 66 73 49
6-10 jaar
41 194
Deze tabel laat de duur van de afgewezen indicaties zien bij 1e indicatie en bij herindicatie. Omvangrijk is het aantal mensen dat bij herindicatie een beschikkingsduur van zes jaar of meer heeft gekregen, te weten 63%.
36
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Begeleid werken en detacheren Onze kerntaak is arbeidsontwikkeling. Dat betekent dat we zoveel mogelijk mensen willen stimuleren tot en begeleiden bij het werken in een zo regulier mogelijke omgeving. Bij reguliere bedrijven en bij onze Joint Ventures. We doen dat volgens onze StepStone methode.
binnen buiten
joint ventures en binnen detachering buiten
begeleid werken
overige Drentse arbeidsmarkt
In het afgelopen jaar zijn 891 mensen via detachering en Begeleid werken (inclusief Joint Ventures) aan de slag. Dat is 47% van de totale groep medewerkers. Hiermee lopen we landelijk voorop en laten we zien dat het goed mogelijk is dat werknemers met een beperking in een reguliere werkomgeving aan de slag kunnen. Dat gaat overigens niet vanzelf. Naast de belangrijke rol van onze Joint Ventures, investeren we stevig in de contacten met bedrijven. We doen dat steeds meer samen met gemeenten / sociale diensten in een integrale werkgeversbenadering. Daarnaast worden onze medewerkers begeleid en ondersteund door coaches. We zetten diverse instrumenten in om de productiviteit en competenties van medewerkers te meten en te ontwikkelen. Al onze coaches zijn inmiddels gecertificeerd om te werken met een daartoe speciaal ontwikkeld instru ment (Dariuz). In het afgelopen jaar zijn we verder gegaan met de ontwikkeling van andere instrumenten die een bijdrage leveren aan de arbeidsontwikkeling van medewerkers. Het gaat dan bijvoorbeeld om werkplekopdrachten en om trainingen reguliere arbeidsmarkt. Naast deze voorbereiding op een externe plaatsing is het van groot belang dat de werkgever goed op de hoogte is van de reële mogelijkheden van de mensen die Alescon kan plaatsen. Op die manier is sprake van verwachtingen die over een weer uitkomen. We constateren dat werkgevers aanzienlijk investeren in de dagelijkse begeleiding van medewerkers met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De werkgevers zijn daar gericht mee bezig in samenwerking met onze coaches. Op die manier is het mogelijk medewerkers langdurig en duurzaam bij werkgevers te plaatsen. 37
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Het aantal mensen in Begeleid werken is in het afgelopen jaar weer toegenomen. Het aantal detacheringen helaas niet. De economische omstandigheden vormen daarvoor een belangrijke oorzaak. Tabel 19 Aantal personen in Begeleid werken per 31-12 2012 2011 2010 2009 2008 2007 Bezetting Groei-index t.o.v. voorafgaand jaar
415
392
226
195
147
111
106
173
116
133
132
-
Tabel 20 Detacheringen in personen per 31-12 Detacheringen via joint ventures Overige detacheringen Totaal Groei-index t.o.v. voorafgaand jaar
38
2012
2011
2010
2009
2008
2007
271 205
299 211
279 221
292 182
242 178
198 198
476
510
500
474
420
396
93
102
105
113
106
-
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Re-integratie niet Sw-geïndiceerden De markt voor re-integratieopdrachten is de afgelopen jaren sterk gekrompen. Gemeenten en UWV beschikken over minder middelen en kiezen ervoor om zelf meer begeleiding te bieden. In het afgelopen jaar hebben we voor de gemeente Assen nog begeleiding geboden aan bijstandsgerechtigden in de pilot WERKpunt! Deze is aan het eind van 2012 door de gemeente zelf overgenomen. Voor de overige gemeenten voerden we het afgelopen jaar Work first-trajecten uit (gemeente MiddenDrenthe en Hoogeveen) en inburgeringstrajecten (gemeente Midden-Drenthe en een beperkt aantal voor de ISD Baanzicht). Re-integratietrajecten zijn in toenemende mate aanvullend op de werkzaamheden van gemeenten en bestaan uit een combinatie van werk en begeleiding. In de tweede helft van het jaar zijn we gestart met het bieden van werk aan uitkeringsgerechtigden met een beperkte verdiencapaciteit. Daarbij gaat het dan niet zozeer om een re-integratietraject, maar om een zinvolle invulling van de arbeids- en re-integratieplicht van werkzoekenden met een grote (en vaak onoverbrugbare) afstand tot reguliere arbeid. Aan het eind van 2012 waren er 182 deelnemers aan re-integratietrajecten. Dat is een halvering ten opzichte van eind 2011. In het afgelopen jaar zijn er 271 personen ingestroomd in verschillende trajecten. Het grootste deel betrof deelnemers aan Work first activiteiten en aan de pilot WERKpunt. Ter vergelijking: ultimo 2009 verzorgde Alescon nog 738 trajecten.
39
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
HRM-instrumenten Opleidingen De visie van Alescon, 'werken leer je door te werken', is in 2012 ondersteund door een actief opleidingbeleid voor het volgen van opleidingen, trainingen en cursussen. De combinatie van werken én leren levert veel goede resultaten op. Er zijn opleidingen, trainingen en cursussen door een groot aantal medewerkers gevolgd. Dit past binnen de opdracht van Alescon om actief aan arbeidsontwikkeling van medewerkers te doen. In 2012 liepen nog 41 opleidingen, trainingen en cursussen van personen, die in 2011 waren aangemeld. Hiervan hebben 27 personen een BBL opleiding afgesloten met een diploma. In 2012 zijn 717 personen gestart met een opleiding, training of cursus, waarvan 49 personen begonnen zijn met een BBL opleiding. In totaal hebben 204 personen een diploma behaald en zijn 23 personen gezakt. De overige personen hebben bijvoorbeeld een verlenging van een certificaat gekregen. Van 82 personen liep de opleiding, training, of cursus door in 2013. Er zijn in 2012 48 personen aangemeld die in 2013 starten met de opleiding, training of cursus. Hiervan zijn 16 personen aangemeld voor een BBL opleiding.
Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) Jaarlijks worden gesprekken gevoerd met medewerkers over hun persoonlijke ontwikkeling. In het gesprek wordt het POP van afgelopen jaar geëvalueerd en worden nieuwe afspraken gemaakt. De uitkomsten worden vastgelegd in een nieuwe POP. Uitgangspunt voor de gesprekken vormen de persoonlijke mogelijkheden van de medewerker en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt, waarbij gestreefd wordt naar de maximale ontwikkeling van de medewerker en deze ontwikkeling maximaal te verzilveren op de arbeidsmarkt.
40
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Werkoverleg Het directieteam stelde acht thema's vast, ter behandeling in het werkoverleg. De afdeling Communicatie bereidde de thema's voor om de voorzitters te faciliteren bij het interactief behandelen van de onderwerpen. 1. In januari werden de eerste ervaringen met de nieuwe werktijdenregeling besproken in het grotere verband van de bezuinigingen. 2. In februari was het thema 'werken buiten Alescon'. Daarvoor waren er joint ventures te gast in het werkover leg. Een grote plaats bij dit thema werd ingenomen door de aanbeveling voor deelname aan de basistraining arbeidsmarkt die door de Werkwinkel werd georganiseerd voor elke medewerker die iets over detachering of Begeleid werken wil weten. 3. In maart werd weer aandacht gevraagd voor de gedragsregels, omdat iedereen met plezier bij Alescon moet kunnen werken. 4. In april was tijdens het werkoverleg tijd ingeruimd voor de vertrouwenspersonen en het bedrijfsmaatschappelijk werk. Er werd vooral ingezoomd op (het voorkomen van) schulden. 5. In mei konden de medewerkers expliciet vragen aan de directie stellen. Vanuit de werkoverleg gen werden vragenlijsten verzameld, die vervolgens beantwoord zijn door de directie. In mei werd ook het onderwerp POP herhaald. 6. September, de alfabetiseringsmaand, stond in het teken van lees-, schrijf- en rekenles. Deze lessen staan nog steeds in de belangstelling. 7. In oktober is algemene info gegeven over de opvolger van de Wet werken naar vermogen, de Participatiewet. Ook aan de regels omtrent (langdurig) ziekteverzuim(-begeleiding). 8. Het achtste thema van het jaar was 'gast aan tafel'. De gast was in vele gevallen een manager, coach, directielid of iemand van de ondernemingsraad.
Bedrijfsmaatschappelijk werk In 2012 werd de bedrijfsmaatschappelijkwerker met diverse hulpvragen benaderd. De medewerkers benader den de bedrijfsmaatschappelijk werker zowel rechtstreeks als na verwijziging door werkleiding, bedrijfsartsen, begeleiders, etc. Indien nodig vonden gesprekken bij medewerkers thuis plaats. Tevens voert de bedrijfs maatschappelijk werker veel gesprekken met medewerkers die (op regelmatige basis) behoefte hebben aan een 41
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
gesprek om problematiek van diverse aard te bespreken. Deze gesprekken zijn niet in onderstaand overzicht opgenomen. De vragen die de bedrijfsmaatschappelijk werker behandeld heeft zijn als volgt te rangschikken:
Tabel 21 Aantal hulpvragen maatschappelijk werk
2012
2011
2010
2009
2008
Privéproblemen Schulden (meer dan € 1.000) Schulden (minder dan € 1.000) Werkgerelateerde problemen Psychische problemen Werk/privé Verslaving Schulden als gevolg van verslaving Schulden als gevolg van psychische problematiek
56 32 18 42 21 38 7 1
61 12 30 17 12 26 6 2
49 18 6 18 6 8 1 1
62 37 39 38 23 13 6 1
45 47 30 32 18 15 5 2
0
2
1
0
1
Totaal
215
168
108
219
195
Het aantal hulpvragen is in het verslagjaar sterk toegenomen ten opzichte van 2011 en 2010 en ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de jaren daarvoor. Opvallend is dat met name de hulpvraag als gevolg van schulden van meer dan € 1.000 fors is toegenomen. De schuldenproblematiek over het algemeen is toegenomen maar niet tot het niveau van voor 2009. De overige activiteiten van maatschappelijk werk richten zich op het voorkomen van schuldenproblematiek, ondersteuning bij het invullen van formulieren, informatie en advies verstrekken en het doorverwijzen naar instanties zoals het GKB of woonbegeleiding.
Vertrouwenspersonen Elke keer als een vertrouwenspersoon wordt benaderd wordt dat geregistreerd. Er wordt geregistreerd naar onderwerp en deze zijn: agressie & geweld, discriminatie, pesten & seksuele intimidatie. Daarnaast zijn de 42
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
onderwerpen arbeidsconflict, arbeidsvoorwaarden en overige meldingen toegevoegd. De interne vertrouwens personen zijn in totaal 37 (26 in 2011) keer benaderd. De externe vertrouwenspersoon is in totaal zeven keer benaderd (tegen viermaal in 2011). In het verslagjaar heeft geen van de meldingen geleid tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie ongewenste omgangsvormen.
Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen Alescon kent een klachtenregeling ter voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen. Deze regeling voorziet in de behandeling van ingediende klachten met betrekking tot ongewenste omgangsvormen door personen die in dienst zijn bij Alescon of daar anderszins werkzaam zijn. Om ingediende klachten te behandelen is er een onafhankelijke externe commissie aangesteld. Deze commissie onderzoekt een klacht en brengt daarover een schriftelijk advies uit aan het bestuur. De commissie heeft in het verslagjaar geen klachten behandeld. In het jaar 2011 werden twee klachten behandeld.
Bezwarencommissie Wsw In het verslagjaar is de bezwarencommissie Wsw niet bijeen geweest.
43
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Kwaliteit, Arbo en Milieu (KAM) Het arbeidsontwikkelproces is verder geprofessionaliseerd. Alle instrumenten die Alescon inzet om de verdien capaciteit van de medewerkers te vergroten zijn beschreven en opgenomen in de arbeids-ontwikkeltoolbox. Verder is een methode aangeschaft (WerkPlekOpleiden), waarmee op een gestructureerde manier op de werkvloer, werknemersvaardigheden kunnen worden getraind. Zo worden alle activiteiten binnen Alescon gericht ingezet voor de ontwikkeling van onze medewerkers richting de arbeidsmarkt. Door te werken met een A3-jaarplan (dit is een bepaalde besturingssystematiek, gebaseerd op het INKmodel) en daarop afgestelde bedrijfsplannen en KPI's (Kritische Prestatie Indicatoren) kunnen de gewenste resultaten worden gemonitord en indien nodig bijgesteld. Bij de afdelingen Beheer Openbare Ruimte (BOR) en Schoonmaak heeft in het begin van het jaar weer de jaarlijkse externe audit voor het ISO 9001 certificaat plaatsgevonden. Het resultaat was positief en het certificaat is weer voor een jaar verlengd. Het klanttevredenheidsonderzoek in het kader van Keurmerk 'Blik op Werk' liet zien, dat onze opdrachtgevers van (reïntegratie)trajecten zeer tevreden over ons zijn. Helaas waren de deelnemers van de trajecten minder positief. Dit heeft er toe geleid dat we het Keurmerk 'Blik op Werk' (tijdelijk) zijn kwijtgeraakt. In 2013 proberen we weer volledig te kunnen voldoen aan de eisen van het keurmerk door te anticiperen op de uitkomsten van met name het onderzoek onder de deelnemers. Het certificaat voor voedselveiligheid (ISO 22000) voor de afdeling Foodpack is weer voor een jaar verlengd.
Arbeidsomstandigheden (KAM) Voor alle binnen Alescon gebruikte gevaarlijke stoffen is in 2012 een Werkplekinstructiekaart gemaakt. Dit is een geplastificeerde kaart voor gebruik op de werkvloer waarop in één oogopslag kan worden gezien, wat de risico's zijn van die stof en hoe er veilig mee om te gaan. Het aantal bedrijfsongevallen in 2012 blijft redelijk stabiel: 31 in 2012. In 2011 waren dit 28, in 2010 dertig. Ook dit jaar hebben zich geen ernstige ongevallen voorgedaan. 44
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In 2012 is extra aandacht besteed aan het melden van bijna-ongevallen. Het doel hierbij is om door inzicht in de bijna-ongevallen te voorkomen dat zich echte ongevallen voor doen. In 2012 zijn 27 bijna-ongevallen gemeld, dit is veel meer dan de voorgaande jaren, in 2011 waren het er drie en in 2010 twaalf. In 2012 zijn vijf gevallen van agressie gemeld. Het gaat om zowel agressie naar medewerkers als naar leidinggevenden. Ook de jaarlijkse VCA-audit (Veiligheidschecklist aannemers) bij de afdeling BOR (Beheer Openbare Ruimte) is weer met goed gevolg doorstaan. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. De auditor was zeer positief.
Overleg Ondernemingsraad Op 4 oktober kozen de medewerkers een nieuwe ondernemingsraad. Enkele leden hebben zich niet verkiesbaar gesteld en/of zijn niet herkozen, anderen kwamen daarin voor de plaats. Er is intensief en constructief overleg met de ondernemingsraad, zowel met de oude als met de nieuwe ondernemingsraad. De ondernemingsraad adviseerde over een tweetal adviesaanvragen en eveneens over een zestal instemmingsverzoeken. Al met al kan gesproken worden over een druk jaar in het kader van de medezeggenschap, waarbij van de OR-leden veel tijd, energie en aandacht werd gevraagd om de directie te kunnen adviseren. De nieuwe leden van de ondernemingsraad hebben zich snel moeten inwerken omdat er veel onderwerpen op de medezeggenschapstafel lagen.
Overleg vakbonden Met de bestuurders van de vakbonden vond vier keer periodiek overleg plaats gedurende het jaar. Daarbij komt de bedrijfsvoering binnen Alescon aan de orde, maar ook de ontwikkelingen in de sector en de wijze waarop 45
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Alescon daarop probeert in te spelen. Thema's zijn de bezuinigingen, de Wet werken naar vermogen en de Participatiewet. Om voorbereid te zijn op de toekomst is een nieuw Sociale Leidraad in concept voorbereid, die bij eventuele toekomstige organisatieveranderingen ingezet kan worden. Het concept van de Sociale Leidraad is in januari 2013 uitgelegd aan de medewerkers en in februari hebben de bonden het voorgelegd aan hun achterban. De uitkomst uit de ledenraadplegingen is dat de vakbondsleden instemden met de sociale leidraad. In een eerder stadium heeft het bestuur van Alescon aangegeven te kunnen instemmen met het toen voorliggende concept van de Sociale Leidraad.
46
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Jaarverslag bedrijfsvoering
47
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Speciaal in 2012 op de agenda Beschrijving arbeidsontwikkeling Het verder vormgeven van het arbeidsontwikkelbeleid als primair proces binnen Alescon en de voorbereiding van de volledige implementatie daarvan in 2013. Dit is een omvangrijke operatie die de gehele organisatie betreft.
Participatiewet Het anticiperen op aanvankelijk de invoering van de Wet werken naar vermogen en later de Participatiewet. Alescon ontwikkelt hiervoor een visie, met scenario's en stelt diverse verdien modellen op met als doel tot verzilvering van loonwaarde van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te komen en daarmee tot financiële schadelastbeperking voor gemeenten.
Taskforce gemeenten Het actief bijdragen aan de activiteiten van een portefeuillehouders overleg van onze gemeenten over de Wet werken naar vermogen, de zogenaamde Taskforce Wet werken naar vermogen. De gemeenten hebben zelf een visie hierop ontwikkeld en in combinatie met een extern adviesbureau zijn scenario's ontwikkeld voor inwoners van de gemeenten met een verdiencapaciteit van 0-20%, 20-50%, 50-80% en 80+%. In december is de eindrapportage aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor behandeling en standpuntbepaling in de colleges. In maart 2013 zijn de uitkomsten van de behandeling in de colleges door de portefeuillehouders aan elkaar teruggekoppeld.
WERKpunt! BV Alescon draagt bij aan de voorbereiding van de plannen van de gemeente Assen om een nieuwe organisatie op te richten, waarin huidige medewerkers van de Dienst Uitvoering van de gemeente Assen, Alescon en 48
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Intergemeentelijke Sociale Dienst Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo werkzaam kunnen zijn (WERKpunt! BV). Binnen het bestuur is deze ontwikkeling besproken. Het definitieve plan komt voor besluitvorming (go/no-go) in het bestuur van Alescon aan de orde. Dit is conform de, in de zomer van 2012, gemaakte afspraken in het bestuur.
Doorlopende zaken Realiseren maatregelenplan bezuinigingen 2011-2013 Sinds september 2010 werkt Alescon aan het opstellen van zeer ingrijpende maatregelen die alle medewerkers treffen. In onderstaande tabel zijn de te nemen maatregelen naar bedrijfsonderdeel, cumulatief, per jaar gekwantificeerd. Alescon realiseert de daarin opgenomen maatregelen met zowel effecten op korte termijn als op lange termijn. De totale omvang van het pakket bedraagt € 3,4 miljoen, waarvan al € 3,2 werd gerealiseerd tot en met 2012. Tabel 22 Maatregelenplan 2011-2013
49
2011
2012
2013
Personele regelingen Personeelsformatie Facilitair bedrijf Werk/Leerbedrijf Werkwinkel Algemeen
€ € € € € €
256.100 790.701 152.500 665.126 250.000 350.000
€ 365.450 € 1.065.691 € 181.000 € 848.567 € 357.500 € 400.000
€ 368.000 € 1.092.021 € 101.000 € 1.024.932 € 362.500 € 500.000
Totaal
€ 2.464.427
€ 3.218.208
€ 3.448.453
De uitvoering van de maatregelen vindt sinds begin 2011 plaats. Geconcludeerd wordt dat Alescon erin is geslaagd de taakstelling tot en met 2012 te realiseren. Ook de laatste jaarschijf, te weten 2013, zal worden gerealiseerd, mede als doorwerking van eerder genomen maatregelen.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Nieuwbouw Werk/Leerbedrijven Assen Voorbereiding nieuwbouw Werk/Leerbedrijven in Assen en bestuurlijke besluitvorming daarover om deze nieuw bouw te realiseren.
Bedrijfsvoering Uiteraard besteedt de organisatie veel aandacht aan de reguliere bedrijfsvoering met als doel om de doelstel lingen uit de begroting te halen in combinatie met de met de gemeenten afgesproken doelstellingen uit de Uitvoeringsovereenkomst 2011 en 2012. Te noemen zijn: —— Uitvoering van het arbeidsontwikkelbeleid in de praktijk —— Het verwerven van voldoende passend en zo renderend mogelijk werk binnen de onderscheiden productmarktcombinaties van Alescon van zowel de Werkwinkel als de Werk/Leerbedrijven. Per saldo slaagt Alescon hierin goed, ondanks de aanhoudende crisis en de daarmee gepaard gaande concurrentie en faillissementen. Alescon slaagt er in om de bestaande positie bij opdrachtgevers te behouden en zelfs uit te breiden. Ook ontstaan perspectiefvolle nieuwe relaties met opdracht gevers, waardoor er goede vooruitzichten in continuïteit van werkzaamheden zijn. Deze sterke positie is mede te danken aan de slagvaardigheid, de oplossingsgerichtheid, de flexibiliteit om opdrachtgevers passende maatwerkoplossingen te bieden. Vanzelfsprekend komt Alescon de gemaakte afspraken na. De gemeenten zorgen ook in het verslagjaar voor een substantieel deel van de omzet binnen Alescon en zijn hun omzettaakstelling voor 2012 nagekomen. De omzet van de gemeenten bedraagt € 7,3 miljoen op een totale omzet van € 19,4 miljoen (38%). —— Realiseren maatregelen uit het maatregelenplan, waaronder de invoering van de verlenging van de werkdag met een half uur en daarmee de productiecapaciteit. In combinatie met een goed werkaanbod resulteert dit in een goede en zelfs hogere brutomarge dan begroot per fte. —— succesvolle probleemloze invoering van een nieuw financieel pakket, inclusief de mogelijkheid om sneller maatwerkrapportages te maken, zodat er betere besturingsinformatie beschikbaar is.
50
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Bestuur Gemeenschappelijk Regeling Het huidige bestuur is actief sinds 28 mei 2010. Mevrouw E. Koster-Sassen verliet het bestuur. Zij is opgevolgd door mevrouw M.S. Pauwels-Paauw namens de gemeente De Wolden. Het Algemeen Bestuur vergaderde drie keer en het Dagelijks Bestuur tien keer. Naast de specifieke behandeling van stukken als jaarverslag, jaarrekening, beleids- en beheersbegroting besteedde het bestuur onder meer aandacht aan de volgende onderwerpen: de Wet werken naar vermogen, de Participatiewet, de kwartaalrapportages, de evaluatie van de Uitvoeringsovereen komst Wsw 2011 en 2012 en het sluiten van een nieuwe overeenkomst voor de jaren 2013 en 2014 met de zes gemeenten. Gelet op de ontwikkelingen rond nieuwe wetgeving heeft het bestuur een bezoek gebracht aan Meppen in Duitsland, om daar een indruk te krijgen hoe men in dat land omgaat met het bieden van werk en dagbesteding aan mensen met een beperking. Het bestuur besloot akkoord te gaan met de nieuwbouw van de Werk/Leerbedrijven in Assen, nadat het bestuur in 2011 al akkoord gegaan was om de plannen besteksgereed te maken. Hiermee komt er zekerheid, na een groot aantal jaren, voor deugdelijke huisvesting voor de medewerkers die aangewezen zijn op een beschutte werkplek in de regio Assen. Naar verwachting is de nieuwbouw eind 2014 gereed. Periodiek werd het bestuur geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen binnen Alescon in het kader van de rijksbezuinigingen en de diverse veranderingen daarbinnen. Op 11 december 2008 ondertekenden de zes gemeenten en het Algemeen Bestuur de raamovereenkomst voor de uitvoering van de Wsw voor de periode 2009 tot en met 2014. Er wordt gewerkt met tweejaarlijkse uitvoeringsovereenkomsten. Aan de uitvoering hiervan wordt gewerkt en geconstateerd kan worden dat de uitvoering in lijn ligt met de gemaakte afspraken voor de periode 2009-2014, dit ondanks dat ook de econo mische crisis onverminderd doorgaat en ook onze regio treft, waardoor het moeilijker wordt medewerkers te detacheren (individueel of in groepsverband) of in Begeleid werken te plaatsen. Er zijn opdrachtgevers die ophouden te bestaan, krimpen, of bepaalde werkzaamheden afstoten waardoor mensen terugkomen bij Alescon. Desondanks lukt het Alescon veel plaatsingen te realiseren voor detacheringen en Begeleid werken. Op 31 december 2012 bestonden het bestuur en het directieteam van Alescon uit de volgende personen:
51
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
Algemeen bestuur Gemeente Aa en Hunze Gemeente Assen Gemeente Hoogeveen Gemeente Midden-Drenthe Gemeente De Wolden Gemeente Tynaarlo
de heer H.J. Dijkstra, lid de heer J. Kuin (voorzitter) de heer K. Smid (vicevoorzitter) de heer H.A.M. van Hooft (secretaris mevrouw E. Koster-Sassen (vice-secretaris) werd opgevolgd door mevrouw M.S. Pauwels-Paauw de heer L.M. Kremers, lid
Directieteam Algemeen directeur Directiesecretaris Directeur Werkwinkel Directeur Werk/Leerbedrijven Directeur Finance & Control
de heer A.H. Bruins Slot de heer W.H. Blaauw mevrouw R.A. Renkema mevrouw M.A.E. Kuin de heer P.R. van der Wal
afk.
Beleidscoördinatieoverleg Beleidscoördinatieoverleg (BCO) is een periodiek ambtelijk overleg ter voorbereiding van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur van Alescon. In die vergaderingen worden de lopende zaken behandeld. Er komen zaken aan de orde als jaarverslag, jaarrekening, kwartaalrapportages, beleids- en beheersbegroting en de ontwikkelingen in het kader van de Wet werken naar vermogen/ Participatiewet. Bij de financiële onderwerpen schuiven standaard ook de financiële experts van de gemeenten aan. Van de zijde van Alescon worden zaken nader toegelicht en worden zaken verdiept, zodat de gemeentelijke beleidsadviseurs hun portefeuillehouders op een adequate wijze kunnen adviseren en hen kunnen voorbereiden op de komende bestuursvergadering. Op verzoek van het bestuur adviseert het BCO de bestuursleden enkele keren over specifieke onderwerpen. Alescon voert het secretariaat van het BCO.
52
vooraf
inhoud
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Omzet en bonus In vergelijking tot 2011 steeg de gemeentelijke omzet voor uitvoering van opdrachten door Sw-medewerkers met ruim € 220.000 tot bijna € 7.300.000. Dat is een stijging van 3%, inclusief prijsaanpassingen. Voor de gemeenten leverde dit een bonus op van € 436.000 vergeleken met € 423.000 in 2011. Grotendeels bestaan deze opdrachten uit werkzaamheden in het beheer van de openbare ruimte, zoals de groenvoorziening. De uitbreiding in het opdrachtenpakket zit met name in de schoonmaaksector, de catering, het beheer van multifunctionele voorzieningen en de postbezorging. Tabel 23 Bonus per gemeente Aa en Hunze Assen Hoogeveen Midden-Drenthe Tynaarlo De Wolden5 Totaal
Inwonertal 25.738 67.208 54.884 33.558 32.357 23.753 237.498
Sw-omzet
omzet per inwoner
omzet per aja
€ 1.497.827 € 1.758.025 € 1.323.827 € 1.787.402 € 629.666 € 276.761
€ 58 € 26 € 24 €53 € 19 € 12
€ 11.690 € 2.726 € 2.182 € 8.476 € 7.050 € 4.768
€ 7.273.508
€ 31
€ 4.185
Strategisch plan 2010-2013 actueel Dit plan is gebaseerd op het in 2004 opgestelde strategisch beleid om zo veel als mogelijk mensen extern te plaatsen. De gemeenteraden onderstreepten dit beleid met vaststelling van de notitie 'modernisering Wsw' met expliciete taakstellingen voor het aantal mensen dat gedetacheerd moet worden of in Begeleid werken geplaatst moet worden. De gemeenten sloten in 2008 hiervoor een raamcontract af met het bestuur van Alescon voor de periode 2009 tot en met 2014.
53
5
De Wolden neemt tevens deel in collegabedrijf Reestmond en genereert ook daar omzet.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In dit strategisch plan staat, in aansluiting op het hiervoorgenoemde, dat Alescon een Werk/Leerbedrijf is en mensen helpt de weg naar de arbeidsmarkt te (her-)vinden. Werken leer je door te werken. Centraal staan de mogelijkheden en juist niet de beperkingen van mensen. Nu is het nog zo dat mensen in onze branche instromen en een functieloon boven het wettelijk minimumloon verdienen. Tegen de achtergrond van de Participatiewet behoort iemand, die het wettelijk minimumloon of hoger kan verdienen, niet meer thuis in een werkvoorzieningsschap, maar juist bij een gewone werkgever (overheid, bedrijfsleven en instellingen). In verband hiermee plaatst Alescon sinds de zomer van 2011 Sw-geïndiceerde personen nog uitsluitend op een Begeleid werken plaats bij reguliere werkgevers. Mede hierdoor wordt bevorderd dat deze personen zo regulier mogelijk geplaatst worden en zij ook prikkels hebben om binnen het bedrijfsleven en/of overheidsorganisaties (zo) reguliere mogelijke banen te verwerven onder martktconforme condities. Op 31 december 2012 waren 416 personen actief via Begeleid werken. Het instrument individuele detachering en groepsdetachering draagt eveneens positief bij aan die ontwikkelingen. Ultimo 2012 werkten 476 personen via de detacheringsconstructie. De samenwerking met het bedrijfsleven werkt hierin niet alleen stimulerend, maar de werk gevers waarderen de ontzorging van Alescon bij het bieden van werkplekken voor deze medewer kers. Sterker nog: het is vaak een voorwaarde voor een werkgever om een arbeidsplaats te bieden aan iemand met een afstand tot de gewone arbeidsmarkt. Deze vorm komt tot uitdrukking in vele samenwerkingscontracten met marktpartijen, evenals het aantal bedrijven waarin Alescon deelneemt. Voor de medewerkers is het een belangrijke stap in hun loopbaan. Ze zijn er trots op om voor een reguliere opdrachtgever te werken via Begeleid werken of via een detachering.
Huisvesting
54
Het onderwerp huisvesting domineert al jaren de agenda van Alescon. Sinds begin 2012 huurt Alescon panden van de gemeente Assen in Assen die gebruikt worden door de Werk/Leerbedrijven. De panden, in eigendom van Alescon, zijn leeg in afwachting van de realisatie van de nieuwbouw, waartoe het bestuur van Alescon besloot. Door een omvangrijke opdracht van een nieuwe opdrachtgever zijn deze leegstaande panden in 2012 gebruikt voor het uitvoeren van een langlopende opdracht van een nieuwe klant.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In het pand Dieselstraat 3 in Hoogeveen zijn nog bedrijfsruimten en kantoorruimte beschikbaar voor verhuur. Aan het einde van het jaar zijn contracten gesloten met een tweetaal huurders voor kantoorruimten. Het pand Wattweg in Beilen heeft ruimten voor verhuur beschikbaar. Gelet op de huidige overschotten in de vastgoedsector blijkt het moeilijk te zijn om huisvesting te verkopen of te verhuren. Indien dit al wel het geval is zijn de gangbare markttarieven over het algemeen laag tot zeer laag. Het pand Onder de Molen in Rolde is begin 2012 verkocht. Ultimo boekjaar zijn er vergevorderde plannen voor de verkoop van een stuk terrein aan de Weberstraat in Hoogeveen (kavel met restanten na een brand in 2004). Begin 2013 is de verkoop een feit. Helaas slaagde Alescon er nog niet in het pand en de exploitatie van 't Nije Hemelriek in Gasselte te verkopen, wel zijn gesprekken gaande met een potentiële kandidaat die voornemens is dit gebied te ontwikkelen als dierenpark. Alescon zette enkele jaren geleden al een beweging in gang huisvesting af te stoten en zo mogelijk voor delen terug te huren. Deze beweging startte vanwege de beweging van binnen naar buiten in het kader van de Sociale Werkvoorziening, waarvan nu al 47 procent van de geïndiceerde personen extern werkt.
55
inhoud
vooraf
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
Organogram Gemeenschappelijke Regeling voor de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Tynaarlo en De Wolden algemeen bestuur dagelijks bestuur algemeen directeur ASP/APM
ondernemingsraad
communicatie
directiesecretaris
finance & control
HRM facilitair bedrijf
Werk/Leerbedrijven
Werkwinkel
bedrijfsbureau assemblage Hoogeveen
assemblage Assen
detailhandel en horeca
beheer openbare ruimte
schoonmaak
56
opleidingen team Sw
team N-Sw
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Instrument joint ventures Onder de Gemeenschappelijke Regeling Alescon vallen twee holdings, te weten ASP BV (Alescon Sales & Participations BV) en APM BV (Alescon Personeels Management BV). In het jaar 2012 zijn geen nieuwe samen werkingsverbanden aangegaan door ASP BV. Mede door de onzekerheid rond de ontwikkelingen van de Wet werken naar vermogen en daarna de aangekondigde Participatiewet is het niet verstandig gebleken afspraken te maken met bedrijven voor toekomstige samenwerking in joint venture verband. Alescon en ASP BV willen betrouwbaar en voorspelbaar zijn naar werkgevers toe. De verwachte wetswijziging en de keuze die gemeenten gaan maken voor de Participatiewet en de wijze waarop deze wordt uitgevoerd leiden er toe dat er – op dit moment - helaas geen nieuwe duurzame en structurele afspraken met werkgevers gemaakt kunnen worden. Opvallend daarbij is dat de Participatiewet uitgaat van een proactieve houding van het bedrijfs leven en ook overheden om invulling te geven aan een quotum werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit geeft spanning in de bedrijfsvoering en belemmert voor een deel ook de bedrijfsvoering. In het verslagjaar werkten de deelnemingen aan hun verdere ontwikkelingen. In bepaalde sectoren is sprake van verdere groei in omzet, medewerkers en rendement. Er zijn volop perspectieven. Ook zijn er deelnemingen die het lastiger hebben vanwege tegenvallende omzetten en resultaten tegen de achtergrond van de economische crisis die nu al enkele jaren voortduurt. In dat kader zijn acties ondernomen om het voorbestaan van deze partijen zeker te stellen door samenwerking met andere partijen aan te gaan en/ of juist te beëindigen en/of door de strategie van de onderneming aan te passen en/of door het toepassen van reorganisaties. De impact van de maatregelen binnen deze bedrijven is groot en vraagt veel energie van alle daar werkzame personen. Het instrument joint ventures draagt bij aan het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of verminderde verdiencapaciteit in gewone ondernemingen, zijnde marktpartijen. Marktpartijen zijn specialist op hun markten. Voorwaarde voor samenwerking met externe partijen is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in de ontwikkeling van Alescon's medewerkers, zoals vastgelegd in de beleidsnotitie modernisering Wsw van de zes gemeenten uit juni 2008. Dit vormt de basis voor het handelen van Alescon. Joint ventures bieden een belangrijke mogelijkheid om mede uitvoering te geven aan de sociale opdrachten van de gemeenten en om tot schadelastbeperking voor de gemeenten te komen door de loonwaarde van de 57
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
inwoners met een uitkering maximaal te verzilveren en hen zo veel als mogelijk op de gewone arbeidsmarkt te plaatsen. Alescon beoogt de volgende doelen met deze samenwerkingsverbanden: —— Werkgelegenheid voor Wsw-geïndiceerden in omstandigheden die de arbeidsmarkt zo veel mogelijk benaderen. Dit past uitstekend bij de intenties van de Participatiewet, waarbij gemeenten een verplichting hebben om inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt zo snel mogelijk naar gewoon werk te leiden. Het voordeel is dat Alescon, via deze samenwerkings relaties, al over duurzame relaties met marktpartijen beschikt en daarmee goede resultaten weet te bereiken en ook in staat is daar substantiële aantallen mensen duurzaam te plaatsen met behulp van goede begeleiding en ondersteuning van de medewerkers en het ontzorgen van de betreffende werkgevers. De verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering ligt bij de joint venturepartner, omdat Alescon er bij voorkeur voor kiest dat ASP BV een minderheid van de aandelen heeft. —— De specifieke kennis van de marktpartij in haar branche c.q. sector. —— Het op deze wijze deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen draagt bij aan het beperken van risico's van bedrijfsmatige of juridische aard ter bescherming van de Gemeenschappelijke Regeling Alescon en daarmee ter bescherming van de deelnemende gemeenten in Gemeenschappelijke Regeling. Eventuele commerciële risico's en financiële calamiteiten worden door deze structuur gereduceerd, waarbij formeel de algemeen directeur van Alescon q.q. de aandeelhoudersrol vervult van de beide holdings ASP BV en APM (Alescon Personeels Management) BV. Het aantal Wsw-geplaatsten (in fte) bij de deelnemingen van ASP BV steeg van 330 in 2008, via 398 in 2009, 414 in 2010, 517 in 2011 (inclusief 67 in het kader van project 'Bw in BV' naar 528 in 2012 (inclusief 97 in het kader van het project 'Bw in de BV'. Dit betreft zowel gedetacheerden als personen die geplaatst zijn in het kader van Begeleid werken. In het aantal van 2012 is ongeveer 5% Wsw-medewerkers van collega-bedrijven van Alescon begrepen. De deelnemingen leveren, per saldo, een positieve bijdrage aan het exploitatiesaldo van Alescon. In het jaar 2012 kent ASP BV 19 Deelnemingen en APM BV vijf deelnemingen. In het jaar 2012 genereerden ASP BV en APM BV (met hun deelnemingen) een dividend van € 350.000 voor Alescon (in 2011 was dat € 40.000, in 2010 € 240.000 en in 2009 € 200.000). Begroot was een dividend van € 350.000. 58
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In Alescon Personeelsmanagement (APM) BV zitten alle 100%-deelnemingen op het gebied van personeels management. Zie onderstaand overzicht. ASP BV en APM BV zijn 100% deelnemingen van de Gemeenschappe lijke Regeling. De met een asterisk (*) gemerkte bedrijven vallen onder APM BV. Tabel 24 Overzicht deelnemingen (de met een * gemerkte bedrijven vallen onder APM BV) Naam (jaar van oprichting) Beschrijving Aantal fte Aantal fte 2012 (2011) overig ge subsidieerd Klaver Bik(e)motion BV (2002)
ontwikkelen en verkopen van fietsparkeer- voorzieningen
15 (15)
MFC Beheer BV (2003)
exploiteren van multifunctionele centra (sport en buurt) met horeca als dragende kracht
Drentse Horeca Bedrijven BV (2004)
exploitatie van relatief hoogwaardige horecavoorzieningen ('t Nije Hemelriek te Gasselte)
Het Goed Noord Nederland BV (2006)
inzameling gebruikte goederen, kledingsortering en exploitatie van kringloopwinkels in Assen, Roden, Hoogeveen, Coevorden en Emmen
Humana Kledinghergebruik Assen BV (2008)
sorteren van gebruikte kleding voor hergebruik in 19 (15) Nederland, Oost Europa of Afrika
0 (0) 8 (8) 32 (32)
11 (17)
0 (2)
Connexxion Taxi Services Noord collectief vervoer, zoals groepsvervoer voor 19 (25) BV(2008) zorginstellingen, ziekenvervoer en Schipholvervoer AwerC BV (2005) AwerC-Flex BV (2007)
werkgevers- en detacheringsrol voor werknemers met een achterstand op de arbeidsmarkt
19 (19)
56 (65)
*Job Support & Facilities BV (2007) uitoefenen werkgevers- en detacheringsrol voor 0 (0) *Job Support & Facilities II BV werknemers op de reguliere arbeidsmarkt Support for You BV (2006)
facilitair management gebouwen en accommodaties
Alreno Bouw BV (2007) samen- bouw, schilderen en installatiewerkzaamheden werking met twee collega-Sw- bedrijven 59
4 (8) 60 (61)
>>vervolg >>
vooraf
inhoud
sociaal
wij
bedrijfsvoering
financieel
afk.
>>vervolg >> *Alescon Cleaning BV (2007)
schoonmaakwerkzaamheden
ALMED assembling BV (2007)
assemblage en verpakking medische disposables
2CARE4 (2007)
productie van (met lotion geïmpregneerde) was- handjes voor de zorg (verzorgingstehuizen, thuiszorg, ziekenhuizen en instellingen voor gehandicapten) ter vervanging van wassen met water
Dolmans Landscaping Noord BV (2007)
groenonderhoud en tuinaanleg
Dolmans Landscaping Oost BV (2008)
zie Dolmans Landscaping Noord BV
De Bereiders BV (2009)
Assemblage en verpakken medische hulpmiddelen en geneesmiddelen
Nadrukkelijk! BV (2009)
grafische afwerking (bindwerkzaamheden) en uitgeverij voor veiligheidspaspoorten
Nomadis BV (2010)
verkoop, fabricage en onderhoud schaftwagens 17 (22) en andere mobiele accommodaties
* PVA BV (2010)
uitoefenen werkgevers- en detacheringsrol voor werknemers op de reguliere arbeidsmarkt
0 (0)
0 (0)
* Deal Flex BV (2010)
Detacheren en uitzenden van werknemers met een achterstand op de arbeidsmarkt
0 (0)
5 (1)
Metalis BV (2011)
ontwikkeling, verkoop, fabricage, montage en onderhoud van metaalproducten
13 (16)
1 (1)
Grand Café Krul BV (2011)
exploitatie van horeca en aanverwante activiteiten, zoals activiteiten van culturele en educatieve aard
Totaal
60
6
Inclusief de per 1 augustus 2012 afgestoten confectieafdeling
9 (11) 16 (0) 196 (19)
2 (2)
95 (98)
5 (2)
0 (2)
2 (2)
70 (88)
0 (1)
11 (14)
7 (6) 433 (459)
82 (93)
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Een belangrijke ontwikkeling die mogelijk tot een nieuwe joint venture gaat leiden is de zorgsector. In het kader van de ontwikkelingen in de zorgsector wordt onderzocht of het mogelijk is een joint venture met een zorgpartij te ontwikkelen, waarbij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, via een gericht opleidingstraject, een werkervaringsplaats kunnen krijgen met een aansluitende baangarantie op het moment dat men minimaal aan de vereiste officiële erkenningen voldoet. Het gaat hierbij om personen die ingezet kunnen worden in de huishoudelijke dienstverlening. Onzeker is op dit moment is wat de effecten zullen zijn in dit marktsegment om de budgetten hiervoor met 75% te willen verlagen. In het verslagjaar is een pilot gestart met 15 inwoners vanuit onze gemeenten om hen een opleiding te geven in combinatie met praktijkstages op het terrein van huishoudelijke dienstverlening.
61
inhoud
vooraf
wij
sociaal
Financieel jaarverslag
62
bedrijfsvoering
financieel
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Balans Activa (x € 1.000)
31-12-2012
31-12-2011
Vaste activa Immateriële vaste activa - Materiële vaste activa 6.361 Financiële vaste activa 2.722
7.209 1.973
9.083
9.182
63
Vlottende activa Voorraden 412 Uitzettingen met een rentetypische periode korter dan één jaar 4.927 Liquide middelen 5.801 Overlopende activa 1.773
4.851 5.175 1.531
12.913
12.239
Totaal der activa
21.421
21.996
682
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Passiva (x € 1.000)
31-12-2012
31-12-2011
Eigen vermogen Algemene reserve 337 Bestemmingsreserve huisvesting 343 Nog te bestemmen resultaat 2012 92 772
337 725 1.062
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken 12.900 Onderhandse leningen van binnenlandse sectoren 33
14.283 40
12.933
14.323
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Schulden aan kredietinstellingen 2.339 Overige schulden 4.425 Overlopende passiva 1.527
4.349 1.687
8.291
6.036
Totaal der passiva Niet uit de balans blijkende verplichtingen Garant- en borgstellingen
64
21.996
21.421
255
-
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Toelichting op de balans Waarderingsgrondslagen De waardering van de materiële en immateriële vaste activa is gebaseerd op de historische kostprijs, vermin derd met de afschrijvingen. Op alle materiële vaste activa wordt lineair afgeschreven, waarbij uitgegaan wordt van de verwachte levensduur. Afwijkend op deze basisregel is de grond waarop niet wordt afgeschre ven. Financiële vaste activa zijn opgenomen tegen nominale waarde. De deelnemingen in Alescon Sales & Participation BV (ASP BV) en Alescon Personeels Management BV (APM BV) bestaan uit het gestorte aandelen kapitaal en een agiostorting op deze aandelen. De waardering van de voorraden is afhankelijk van het voorraadtype. Grond- en hulpstoffen worden gewaar deerd tegen standaard verrekenprijs c.q. (gemiddelde) inkoopprijs. Waarderingsverschillen tussen standaard verrekenprijs en inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Halffabrikaat wordt gewaardeerd tegen fabricagekosten, danwel lagere verwachte opbrengstwaarde. Onderhanden werk is gewaardeerd tegen gereed heidspercentage op balansdatum op basis van historische kostprijs of lagere opbrengstwaarde. Uitzettingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Op het totaalbedrag van de uitzettingen is een bedrag voor voorziening dubieuze debiteuren in mindering gebracht. De waardering van deze voorziening heeft plaatsgevonden door beoordeling van de openstaande debiteurenposten op vermoedelijke oninbaarheid. Vorderingen ouder dan zes maanden worden door de voorziening gedekt, alsmede bijzondere posten. De liquide middelen zijn opgenomen tegen nominale waarde. De algemene reserve is het vrij aanwendbare bestanddeel van het eigen vermogen en is gevormd uit de toevoeging van exploitatieoverschotten respectievelijk onttrekkingen van exploitatietekorten die in de loop van de jaren zijn ontstaan. De algemene reserve dient als weerstandsvermogen ter dekking van toekomstige exploitatietekorten. Bovendien draagt het bij aan het verminderen van de, relatief gezien, hoge rentelasten van Alescon wegens het ontbreken van eigen vermogen. De bestemmingsreserve huisvesting wordt aangewend voor aanpassingen in productieruimtes in de nieuwbouw ten behoeve van de doelgroep. Een deel van het bedrag wordt gebruikt voor de kosten van de terughuur van het pand te Assen, gedurende de geplande nieuwbouw in Assen. 65
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij voorzieningen zijn gevormd voor verwachte toekomstige verplichtingen en risico's. Leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Het betreft schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar. De kapitaalverstrekking van de gemeente Assen is een lening die alleen dient voor de financiering van de verstrekte hypothecaire geldleningen aan het ambtelijk personeel, dat in het verleden de rechtspositie van de gemeente Assen volgde. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde en hebben een rentet ypische looptijd korter dan één jaar.
Weerstandsvermogen en continuïteit Het weerstandsvermogen bestaat uit het verschil tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstands capaciteit bedraagt € 429.000. De risico’s bedragen € 1.900.000 voor structurele risico’s en € 86.000 voor de impact van incidentele risico’s (kans x gemiddelde omvang). Dit betekent dat Alescon zelf onvoldoende buffer heeft om tegenvallers op te vangen. Op grond van de Gemeenschappelijke Regeling en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, mede in combinatie met eisen van de Bank Nederlandse Gemeenten, worden tekorten van Alescon gedekt door de deelnemende gemeenten. De deelnemers zijn verantwoordelijk voor de continuïteit, de financiering van de onderneming. Zij staan garant voor de rente en aflossing van aangegane geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden. Daarmee is de continuïteit van de organisatie gewaarborgd.
66
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Toelichting op de activa Vaste activa Immateriële vaste activa (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
Boekwaarde 1 januari Af: Afschrijvingen Af: extra Afschrijvingen
- - -
33 11 22
Boekwaarde 31 december
-
-
Op de post investeringen ontwikkelkosten met een langlopend karakter is uit voorzichtigheid in 2011 een voor ziening van € 22.000 getroffen op de geactiveerde aanloopkosten. Deze aanloopkosten hebben betrekking op een deelneming die vanwege tegenvallende omzetten en resultaten tegen de achtergrond van de economische crisis haar voortbestaan heeft zekergesteld door een samenwerking met een andere partij aan te gaan. Op grond van de hierbij behorende nieuwe afspraken is de getroffen voorziening in 2012 geheel afgewaardeerd. De post materiële vaste activa bestaat uit de boekwaarde van de investeringen met economisch nut en kan per balansdatum als volgt worden gespecificeerd: Materiële vaste activa (x € 1.000) Boekwaarde 1 januari Bij: Investeringen Af: Desinvesteringen Af: Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 67
Rekening 2012
Rekening 2011
7.209 440 310 978
9.329 1.242 2.166 1.196
6.361
7.209
vooraf
inhoud
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
De boekwaarde per 31 december 2012 is gedaald met € 848.000 ten opzichte van de balans ultimo 2011. In 2012 is in totaal € 440.000 geïnvesteerd. Investeringen werden vooral gedaan in machines, vervoermiddelen en apparaten ad € 339.000 voor de afdeling Beheer Openbare Ruimte en in machines en werktuigen ad € 70.000 voor de afdeling Foodpack en assemblage. De overige afdelingen binnen het werk/leerbedrijf hebben voor inventaris, automatisering, vervoermiddelen en machines ad € 24.000 geïnvesteerd. Tenslotte is door Finance en Controle voor € 7.000 in automatisering geïnvesteerd inzake het in 2012 geïmplementeerde financiële software pakket. De desinvestering betreft voornamelijk de verkoop van de bedrijfslocatie in Rolde en de toewijzing van Assen Van Markenstraat en W.A. Scholtenstraat 18/20 ad € 310.000. De activa kunnen in de volgende categorieën worden onderverdeeld: Materiële vaste activa (x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2011 Investeringen
Boekwaarde Desinvest. Afschrijvingen
Boekwaarde 31-12-2012
Gronden en terreinen Gebouwen Grond-, weg- en waterbouwk. werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
697 2.622 62 135 44 2.269 373 1.424 23
157 -47 174 3 8 32 39 14 463 151 294
540 2.495 51 108 2.165 1.002
Totaal
7.209
310
440
978
6.361
Financiële vaste activa (x € 1.000) Rekening 2012 Rekening 2011
68
Kapitaalverstrekking aan: Overige verbonden partijen Deelnemingen ASP BV en APM BV
6 1.267
32 935
Leningen u/g Leningen aan deelnemingen
247 1.202
266 740
Boekwaarde 31 december
2.722
1.973
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
De post kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen bestaat uit ledenkapitalen en waarborgsommen. De post deelnemingen ASP BV en APM BV bestaat uit de waarde van het gestorte aandelenkapitaal van € 18.000 in ASP BV en € 1.249.000 agioreserve. Het totale bedrag van het toegekende reguliere dividend 2012 is vooruitlopend op het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) omgezet in een agiostorting. De post leningen u/g omvat uitstaande hypothecaire geldleningen aan ambtelijk personeel. De post leningen aan deelnemingen bestaat uit leningen aan ASP BV voor € 20.930, achtergestelde leningen aan ASP BV met een waarde van € 596.720, een lening met een langlopend karakter ter financiering van machines voor een joint venture voor € 17.196, een achtergestelde lening met een langlopend karakter voor een joint venture ad € 96.722, een lening met een langlopend karakter voor een andere joint venture voor € 219.265, en een lening met een langlopende karakter voor de Horeca ad € 67.000. Tevens is er een lening met een langlopend karakter ter financiering van een derde joint venture voor € 356.000 met een voorziening afkoop huurdersrisico van € 171.000, welke tevens ter dekking is aan de ING bank NV tot een maximum van 50% van de kredietfaciliteit van deze derde joint venture. Het betreffen voornamelijk verschuivingen van kortlopende uitzettingen binnen vlottende activa naar langlopend.
Vlottende activa Voorraden (x € 1.000)
69
Rekening 2012
Rekening 2011
Grond- en hulpstoffen Halffabrikaat Onderhanden werk Gereed product en handelsgoederen
73 - 331 8
384 203 95
Waarde per 31 december
412
682
Het teruglopen in voorraad ten opzichte van 2011 wordt o.a. veroorzaakt door een beleidsmatige wijziging naar opdrachtgevers om geen voorraad voor rekening en risico van Alescon meer in opdracht te nemen. Er is een voorziening getroffen op de voorraad van een opdrachtgever, gezien de verslechterende marktpositie van deze klant. De post onderhanden werk neemt toe, omdat de voorbereidingskosten voor de nieuwbouw te Assen zijn geactiveerd.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Uitzettingen (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
Vorderingen op openbare lichamen Rekening courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen
2.266 72 2.519 70
1.463 61 3.228 99
Waarde per 31 december
4.927
4.851
Het totale saldo handelsdebiteuren (dat is het saldo vorderingen op openbare lichamen en overige vorderingen) bedraagt per ultimo 2012 € 4,8 miljoen. Hiervan betreft € 2,3 miljoen (47%) vorderingen op openbare lichamen. Het saldo van de handelsdebiteuren is ten opzichte van 2011 licht gestegen. Voor de vorderingen op niet-openbare lichamen ouder dan zes maanden is een voorziening getroffen, welke ultimo 2012 € 560.000 bedraagt (ultimo 2011 was dat € 712.000). Hiermee zijn de risico's op dubieuze debiteuren afgedekt. De rekening courant-verhouding met niet-financiële instellingen heeft betrekking op ASP BV en MFC Beheer BV.
Overige uitzettingen (x € 1.000)
Rekening 2012
De post overige uitzettingen van € 70.000 bevat de volgende posten: Vorderingen werknemersregelingen Diverse vorderingen
72 -2
Binnen de werknemersregelingen is onder meer het fietsplan/pc-privéproject opgenomen.
70
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Liquide middelen (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
Kassaldi Banksaldi
30 5.771
29 5.146
Saldo per 31 december
5.801
5.175
In 2012 is de liquiditeitspositie in positieve zin toegenomen (zie verder ook de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar). Door de verkoop van het bedrijfs pand te Hoogeveen voor € 3,6 miljoen in 2010 en de verkoop in 2011 van de Van Markenstraat en W.A. Scholtenstraat 18/20 voor € 2,5 miljoen is er werkkapitaal beschikbaar gekomen. Met dit werkkapitaal kunnen de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer niet afgelost worden. Daarom is dit voor een groot deel op een spaarrekening gezet. Deze liquide middelen zijn gereserveerd voor de nieuwbouwplannen van de Werk/Leerbedrijven in Assen. Voor de financiering van de bedrijfsvoering van Alescon is gebruik gemaakt van de rekening courant faciliteiten (toegestane kredietlimiet) bij de BNG. Overlopende activa (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
Nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde kosten
1.773
1.531
Waarde per 31 december
1.773
1.531
In het overzicht op de volgende pagina wordt de post nog te ontvangen bedragen gespecificeerd.
71
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Nog te ontvangen bedragen (x € 1.000)
Rekening 2012
Bonus Begeleid werken 2010 (Min. SZW) Bonus Begeleid werken 2011 (Min. SZW) Rente Nog te ontvangen loonkostensubsidie Retour te ontvangen uitvoeringskosten Bw in BV Overige nog te ontvangen bedragen Huurpenningen Totaal
72
482 600 168 60 110 91 262 1.773
financieel
afk.
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Toelichting op de passiva Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve blijkt uit het volgende overzicht. Algemene reserve (x € 1.000)
Rekening 2012
Waarde per 31 december
Rekening 2011
337
337
In het jaar 2012 zijn er geen mutaties geweest in de algemene reserve. De reden hiervoor is dat er nog geen besluit is genomen door het Algemeen Bestuur over de resultaatbestemming 2012. Bestemmingsreserve huisvesting (x € 1.000)
Rekening 2012
Waarde per 31 december
Rekening 2011
343
725
Conform de beleids- en beheersbegroting 2012 is voor € 382.000 ten laste van de bestemmingsreserve huis vesting gebracht en gebruikt ter afdekking van de kosten van de terughuur van het pand te Assen. De bestem mingsreserve huisvesting wordt voor het restantbedrag aangewend voor aanpassingen in productieruimtes in de nieuwbouw ten behoeve van de doelgroep. Nog te bestemmen resultaat 2012 (x € 1.000)
Rekening 2012
Waarde per 31 december 73
Rekening 2011
92
-
vooraf
inhoud
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
Over 2012 is een jaareinde prognose afgegeven van € 0.00. Het werkelijke going concern voordeel over 2012 bedraagt € 92.117. De jaarrekening 2012 was ten tijde van het samenstellen van de jaarrekening 2012 nog niet door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Over de bestemming van het voordelig resultaat 2012 was daarom nog geen besluit genomen. Het voorstel aan het Algemeen Bestuur is om dit volledig aan de Algemene Reserve toe te voegen. Het verloop wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. Reserves (x € 1.000)
Saldo Toevoeging Onttrekking 1-1-2012
Resultaat 2012
Saldo 31-12-2012
Algemene reserve Bestemmingsreserve huisvesting Nog te bestemmen resultaat 2012
337
-
-
-
337
725
-
382
-
343
-
-
-
92
92
Totaal
1.062
-
382
92
772
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer De post vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer bestaat uit twee posten: onder handse leningen van binnenlandse banken en onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren. Het verloop is hieronder weergegeven per post: Onderhandse leningen van binnenlandse banken (x € 1.000)
74
Rekening 2012
Rekening 2011
Saldo per 1 januari Bij afgesloten leningen Af: reguliere aflossingen Af: vervroegde aflossingen
14.283
15.700
1.383 -
1.417 -
Saldo per 31 december
12.900
14.283
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
De jaarlijkse aflossingen bedragen in 2012 € 1,4 miljoen. De totale rentelast van alle vaste schulden met een rentetypische looptijd van minimaal één jaar bedraagt € 598.000 voor het jaar 2012. Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
Saldo per 1 januari Bij afgesloten leningen Af: reguliere aflossingen Af: vervroegde aflossingen
40 - 7 -
47 7 -
Saldo per 31 december
33
40
Deze post bevat door de gemeente Assen verstrekt kapitaal ter financiering van hypothecaire geldleningen aan ambtelijk personeel. Er worden geen nieuwe leningen meer aan medewerkers verstrekt.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Schulden aan kredietinstellingen (x € 1.000) Banksaldi Saldo per 31 december
Rekening 2012
Rekening 2011
2.339
-
2.339
-
Voor de financiering van de bedrijfsvoering van Alescon is gebruik gemaakt van de rekening-courant faciliteiten (toegestane kredietlimiet) bij de BNG.
75
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Overige schulden (x € 1.000)
Rekening 2012
Rekening 2011
De post overige schulden is opgebouwd uit: Crediteuren 2.205 Loonbelasting / bedrijfsvereniging 1.320 Af te dragen omzetbelasting 504 Premies UWV, VUT, IZA, WAO, ABP 114 Rente leningen 279 Overige schulden 3
2.086 1.389 374 191 306 3
Saldo per 31 december
4.425
4.349
Rekening 2012
Rekening 2011
Overlopende passiva (x € 1.000) Overlopende passiva Saldo per 31 december
76
1.527
1.687
1.527
1.687
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In het onderstaande overzicht worden de bedragen uit de post overlopende passiva gespecificeerd. Overlopende passiva (x € 1.000)
Rekening 2012
Nog te verwachten garantiekosten Nog te betalen loonkosten/ loonkostensubsidie inleen derden Vooruit ontvangen bedragen (met name vooruitgefactureerde bedragen) Nog te betalen bedragen ≤ € 45.000 Nog te betalen vervoerskosten 2012 Nog te ontvangen rente 2011 Nog te betalen kosten aan derden en opdrachtgevers Totaal
60 196 51 686 372 37 125 1.527
Niet uit de balans blijkende verplichtingen In de programmarekening zijn geen lasten en baten opgenomen in verband met stuwmeer verlof, vakantiegeld en huur- en leaseverplichtingen, noch zijn deze posten via de balans gewaardeerd. In het kader van het BBV is dit niet toegestaan. Bovendien zou voor uitbetaling ineens een beroep moeten worden gedaan op het weerstandsvermogen. Zoals hieronder toegelicht bij het punt 'Aansprake lijkheid van gemeenten voor eventuele tekorten' in de paragraaf 'Weerstandsvermogen', ligt de verplichting bij de GR gemeenten. Bij de ING bank NV is nog sprake van een lopende bereidheidsverklaring voor de Gemeente Assen afd. Dienst Werk ad € 24.872 en een bankgarantie voor de huurpenningen van NS Stations B.V. locatie Assen ad € 5.240,-. Beide garantstellingen hebben geen expiratiedatum. Voor twee deelnemingen heeft Alescon zich garant gesteld middels een borgstelling voor een bedrag € 100.000 bij de ING bank NV. Beëindiging hiervan vindt plaats na 100 maanden, gerekend vanaf 1 januari 2013. Tevens is hierbij inbegrepen, tot een maximumbedrag van € 50.000 borg en hoofdelijk medeschuldenaar gesteld aan Drentse Participatie Maatschappij (DPM). De borg heeft een expiratiedatum die 77
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
gelijk is aan die van de verschuldigde geldlening van DPM aan de deelneming Nomadis BV en eindigt dus na 16 kwartaaltermijnen, te rekenen vanaf 1 januari 2014. Alescon stelt zich mede garant tot een maximum van 50% van de kredietfaciliteit van een deelneming zijnde € 250.000, die na twee jaar, vanaf 1 januari 2013, zal expireren. Met SRLEB N.V. (Reaal Levensverzekeringen) zijn wij een huurverplichting aangegaan voor 10 jaar ingaande per 1 januari 2011 voor het kantoorgebouw Stationsplein 10 te Assen. Markt huurprijsherziening vindt voor het eerst plaats op 1 januari 2021. Met de Gemeente Assen is een huurovereenkomst gesloten voor J.C. van Markenstraat 8-10 en 12 te Assen. Deze heeft een duur van twee jaar ingaande 1 januari 2012 en lopende tot en met 1 januari 2014. Stilzwijgende verlenging met steeds zes maanden is mogelijk.
Paragrafen BBV Volgens de artikelen 9 en 26 van het Besluit Begroting en Verantwoording is Alescon als Gemeenschappelijke Regeling verplicht een aparte paragraaf aan een aantal verplichte onderwerpen te wijden.
Weerstandsvermogen Deze paragraaf geeft inzicht in het weerstandsvermogen, de weerstandscapaciteit en geeft een overzicht van de belangrijkste risico’s voor Alescon. De omvang van deze risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit bepalen of de organisatie over voldoende weerstandsvermogen beschikt. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit minus de financiële omvang van de risico’s. Risico’s Eind 2012 heeft Alescon door een registeraccountant een risicoanalyse laten uitvoeren conform de 'Best practice bepalingen inzake Risico en Control', zoals die door de commissie Tabaksblat zijn opgesteld. Op basis van gehouden interviews heeft Alescon de risico’s in de bedrijfsvoering geïnventariseerd. De stappen zijn afgeleid van het COSO-model (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) waarop het management en directie Alescon bestuurt, en zijn daarom verbonden met het managementproces. De directie heeft het geformuleerde advies overgenomen. In 2013 vindt een actualisering van de risicoanalyse plaats. 78
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
De risico’s zijn onder te verdelen in twee rubrieken: externe risico’s en interne risico’s, en ze zijn als volgt samen te vatten. Structurele externe risico’s —— Wijzigingen in externe regelgeving (milieu, Arbo, CAO, wetgeving); —— Uittreden van deelnemende gemeente(n) uit de Gemeenschappelijke Regeling; —— Druk op tarieven als gevolg van toenemende (internationale en nationale) concurrentie in diverse marktsegmenten waarop Alescon opereert; —— Invoering Participatiewet; —— Renterisico; —— Aanbestedingen in diverse marktsegmenten; Structurele interne risico’s —— Bereiken inflexibiliteit kostenstructuur (verhouding vaste lange termijnverplichtingen vs. variabele kosten); —— Loongebouw WsW ten opzichte van minimumloon is te hoog en het gat met de rijkssubsidie divergeert steeds meer door verlaging van de rijkssubsidie gedurende zes jaar naar het wettelijk minimumloon; —— Het voor het jaar overeengekomen maatregelenpakket onvoldoende effect sorteert; —— Beheersing in algemene zin van deelnemingen —— Personeel: ziekteverzuim en leeftijdsopbouw personeelsbestand door ontbreken van nieuwe instroom; —— Fiscaal: belaste activiteiten en vrijgestelde activiteiten; —— Aansprakelijkheidsclaims van klanten; —— Imagoschade (door negatieve publiciteit). Een groot aantal risico’s betreft algemene risico’s die samenhangen met de aard van de bedrijfsvoering. De kans van optreden, en de omvang van de kosten of gemiste opbrengsten, zijn sterk situationeel en moeilijk in te schatten. Op basis van de geïnventariseerde risico’s komt de indeling het risicoprofiel van Alescon in de categorie 'Laag - Gemiddeld', wat overeenkomt met een benodigde omvang van het weerstandsvermogen van minimaal 10 procent van de omzet. Uitgaande van een gemiddelde omzet van € 19 miljoen is dit een bedrag van minimaal € 1,9 miljoen voor structurele risico’s. Ondanks dat Alescon snel kan inspelen op onverwachte politieke ontwikkelingen, grillige kooptrends, algemene invloeden, conjunctuurwijzigingen en onvoorziene 79
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
weersomstandigheden door het treffen van schadebeperkende maatregelen kunnen we concluderen, voor zover vermindering van de omzet een structureel karakter heeft en voor zover dit omzetverlies niet kan worden opgevangen door compensatie vanuit andere producten, dat enkel nog kan leiden tot verlaging van de kosten van de organisatie. Een belangrijk uitgangspunt blijft immers dat de integrale kosten van Alescon worden gedekt uit de inkomsten. Incidentele risico’s Per balansdatum kent Alescon de navolgende specifieke incidentele risico’s. De kans dat deze risico’s zich daadwerkelijk manifesteren schatten wij laag in. De uitkomsten van de inventarisatie is dat alle risico’s worden afgedekt danwel geaccepteerd of verzekerd zijn. Ten tijde van het samenstellen van de jaarrekening is voor een aantal deelnemingen een betalingsregeling getroffen, waardoor de vorderingen van Alescon op deze deelnemingen zijn omgezet in vorderingen met een langlopend karakter. Alescon heeft contractuele afspraken gemaakt met deze partijen over de wijze waarop de afbetaling op deze vordering ad € 500.000 in de toekomst zal geschieden. Aangezien de inbaarheid van de betalingsregelingen mede afhankelijk is van de liquiditeit en solvabiliteitontwikkelingen van de deelnemingen, is er een kans dat een deel van deze vorderingen op termijn eventueel niet inbaar zal zijn. Vooral omdat dit samenhangt met de haalbaarheid van de omzetprognoses van de deelnemingen, gezien in het licht van het huidige economisch klimaat met een bepaalde onzekerheid. Alescon volgt de komende periode deze ontwikkelingen nauwlettend. Op basis van een door Alescon geredigeerd intern controle plan en de hierop gehouden audits op verschillende bedrijfsprocessen, kan worden opgemaakt dat voor enkele processen verbeteringen noodzakelijk zijn, ondanks dat Alescon al diverse aanvullende gegevensgerichte controlewerkzaamheden heeft uit- en doorgevoerd. Alescon zal in 2013 verder werken aan de procesverbeteringen en monitoring. Bij het instellen van het Herstrucureringsfonds transitie Wsw naar Wet werken naar vermogen, is de bonus voor Begeleid werken plaatsingen vanaf 2012 afgeschaft. Nu de Wet werken naar vermogen niet is doorgegaan en het Herstructureringsfonds is komen te vervallen, bestaat er onduidelijkheid over de mogelijke voortzetting van de bonus. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe heeft Alescon besloten om de bonus voor 2012 niet te verantwoorden in de jaarrekening 2012. 80
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Claim garantieverplichtingen: Dit risico wordt geschat op € 60.000. Hiervoor is een volledige voorziening getroffen. Lopende rechtsgeschillen: Alescon heeft geen in behandeling zijnde zaken, voor zover nu kan worden ingeschat, waarmee een materieel belang gemoeid is, dan wel het daarmee gemoeide belang niet is vast te stellen. Samengevat is de impact van de incidentele risico's als volgt: Financieel risico (x € 1.000) Omschrijving risico Langlopende vorderingen op deelnemingen Intern controleplan Bonus Begeleid werken 2012 Claim op garantieverplichtingen Totaal
Omvang risico
Kans (%)
500 onbekend positief risico 60
(10) (1) onbekend (60)
Kans x gemiddelde omvang 50 36
560
(15)
86
De weerstandscapaciteit bestaat uit de financiële middelen en mogelijkheden om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. Tot de weerstandscapaciteit voor incidentele risico’s wordt de algemene reserve gerekend. In geval van een tekortschietende algemene reserve kan de bestemmingsreserve huisvesting niet worden aangewend. De omvang van de algemene reserve bedraagt € 337.000 per 31 december 2012, vóór resultaatbestemming 2012. Samen met het nog te bestemmen resultaat bedraagt de aanwezige en vrij aanwendbare weerstandscapaciteit € 429.000. De vaste activa bevatten geen 'stille reserves'; het verschil tussen de reële marktwaarde en de boekwaarden. De boekwaarden per ultimo 2012 liggen € 1,9 miljoen boven de WOZ-waarden per die datum. De lagere waarden zijn een gevolg van de recessie. Aangezien Alescon niet het voornemen heeft om de panden te vervreemden, is er geen duurzame waardevermindering geboekt op de vaste activa. Daarentegen heeft Alescon – gelet op de huidige overschotten in de vastgoedsector en de hiermee gepaard gaande daling van de grondprijzen – op diverse grondproposities wel voorzieningen getroffen naar de waarde van de huidige taxaties. 81
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Weerstandsvermogen en continuïteit Het weerstandsvermogen bestaat uit het verschil tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstands capaciteit bedraagt € 429.000. De risico’s bedragen € 1.900.000 voor structurele risico’s en € 86.000 voor de impact van incidentele risico’s (kans x gemiddelde omvang). Dit betekent dat Alescon onvoldoende buffer heeft om eventuele tegenvallers op te vangen. Dit past in het beleid van de gemeenten waarin is opgenomen dat de Gemeenschappelijke Regeling Alescon niet over een minimaal percentage weerstandsvermogen hoeft te beschikken. In 2010 heeft het bestuur van Alescon besloten geen stortingen te doen vanuit de middelen van de GR-gemeenten met als doel een weerstandsvermogen te creëren op de balans van Alescon. Op grond van artikel 36, lid 2 van de van toepassing zijnde de Gemeenschappelijke Regeling en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, en mede in combinatie met eisen van de Bank Nederlandse Gemeenten, worden nadelige saldi van de verlies- en winstrekening gedekt uit de algemene reserve. Indien de algemene reserve is uitgeput, hebben de gemeenten zich op basis van artikel 36, lid 6 van de Gemeenschappelijke Regeling verplicht om nadelige saldi van de verlies- en winstrekening aan Alescon te vergoeden. De deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor de continuïteit, de financiering van de onderneming. Zij staan zij garant voor de rente en aflossing van aangegane geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden. Daarmee is de continuïteit van de organisatie gewaarborgd.
Onderhoud kapitaalgoederen Alescon heeft geen meerjarenonderhoudsplanning voor haar gebouwen. Als gevolg hiervan worden jaarlijks alle onderhoudsuitgaven ten laste van de exploitatie gebracht.
Financiering Op grond van de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) dient een treasuryparagraaf bij het jaar verslag te worden toegevoegd. Het algemene beleid inzake de uitvoering van de treasuryfunctie is neergelegd in het treasurystatuut, vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 18 juni 2004. 82
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
In 2012 zijn er geen leningen aangetrokken en werd er € 1,4 miljoen op leningen afgelost. Volgens de wet FIDO mag de renterisiconorm van 20% niet worden overschreden. Alescon is binnen deze norm gebleven. Bedrijfsvoering Op 11 december 2008 heeft Alescon met de in de Gemeenschappelijke Regeling deelnemende gemeenten contracten voor de uitvoering van de WSW afgesloten. Een raamcontract voor de periode 2009 – 2014 en een uitvoeringsovereenkomst voor 2009 en 2010. In 2009 is het tweede Strategisch Plan 2010 – 2013 door het Dagelijks Bestuur vastgesteld. Vanwege de voorgenomen rijksbezuinigingen heeft de directie van Alescon in september 2010 een uitgebreid maatregelenpakket voor de jaren 2011-2013 voorgelegd aan het bestuur. En deze is door hen vastgesteld. Voor een nadere toelichting hierop wordt u verwezen naar het jaarverslag. Verbonden partijen Alescon is sinds 2002 100% aandeelhouder van Alescon Sales en Participation BV (ASP BV) en per november 2010 ook 100% aandeelhouder van Alescon Personeel Management BV (APM BV). ASP BV en APM BV hebben als doel het beheren, beleggen, exploiteren, bezitten, verkrijgen en vervreemden van aandelen in andere vennoot schappen, alsmede het oprichten, aankopen, adviseren van en deelnemen in andere vennootschappen of andere samenwerkingsconstructies. In de tabel op de volgende pagina zijn de belangen van ASP BV eind 2012 weergegeven.
83
inhoud
vooraf
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
Verbonden partijen Naam verbonden partij
Belang ASP BV
Overige aandeelhouders / opmerkingen
Klaver Bik (e) motion BV
100%
n.v.t.
MFC Beheer BV
100%
n.v.t.
Drentse Horeca Bedrijven BV
100%
n.v.t.
Support for You BV
100%
n.v.t.
Alreno Bouw BV
100%
n.v.t.
Het Goed Noord Nederland BV
49%
Het Goed BV: 51%
AwerC BV
49%
Werkfabriek BV / Cvites: 51%
Almed Assembling BV
49%
Medico Care BV: 51%
Humana Kledinggebruik Assen BV
49%
Stichting Humana: 51%
CTS Noord BV
49%
Connexion Taxi Services BV: 51%
Grand Café Krul BV
40%
Host Holding BV: 60%
2CARE4 BV 39,4%
Joy in Care Group BV: 39,4% Stichting van Boeijen: 21,2%
De Bereiders BV 37,5%
Pharma Connect BV: 57,5 % Directie: 5%
Nadrukkelijk! BV 35,29%
Repro Service Lemmen BV: 17,65% Drukkerij Kerkhove BV: 35,29% Directie: 11,77%
Nomadis BV 35% Dolmans Landscaping Noord BV
34%
Dolmans Landscaping Group BV: 66%
33,33%
Metalis BV: 66,67%
Dolmans Landscaping Oost BV 15%
Dolmans Landscaping Group BV: 60% Berkelstreek Beheer BV: 25%
Metalis Hoogeveen BV
84
AWR Holding: 55% Stoofje BV: 10%
inhoud
vooraf
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
In de onderstaande tabel zijn de belangen van APM BV eind 2012 weergegeven. Verbonden partijen Naam verbonden partij Alescon Cleaning BV Job Support & Facilities BV Deal Flex BV PVA BV
Belang APM BV
Overige aandeelhouders / opmerkingen
100% 100% 100% 100%
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Alescon ziet de verbonden partijen als een belangrijk instrument om bij te dragen aan haar doelen in het kader van de beweging van binnen naar buiten om medewerkers zo regulier mogelijk te laten werken. De waarde van het eigen vermogen van ASP BV en APM BV per 31 december 2012 bedroeg respectievelijk € 1.281.904 en € 380.296. ASP BV en APM BV hebben over het boekjaar 2012 € 350.000 dividend bestemd aan Alescon. Het garantievermogen betreft respectievelijk € 1.878.624 en € 380.296.
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens Sinds 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Deze wet regelt dat elke instelling die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks in de jaarrekening het belastbaar jaarloon per individuele functionaris met wie zij een arbeids relatie heeft op functienaam zal publiceren, indien dit belastbaar jaarloon uitgaat boven dat van de minister. Voor 2012 is de hoogte van dit bedrag € 194.000. Voor wat betreft de verantwoording over 2012 moet de organisatie, indien zij één of meerdere functionarissen in dienst heeft (gehad) waarvan in 2012 de totale beloning hoger was dan € 194.000, de gegevens van betreffende functionaris(sen) in de jaarstukken opnemen en melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In 2012 heeft geen beloning boven het genoemde bedrag plaatsgevonden.
85
vooraf
inhoud
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
Programmarekening 2012 Programmarekening (x € 1.000) Bruto omzet Inkoopkosten omzet
19.415 4.098
Begroting na wijzigingen
Rekening 2011 20.425 4.385
Brutomarge 15.318 15.229 16.394 Personeelskosten 59.371 58.704 61.006 Afschrijvingen 978 1.005 1.400 Huisvestingskosten 1.767 2.079 1.900 Indirecte productiekosten 1.850 1.941 1.802 Beheerskosten 1.136 1.236 1.200 Financiële lasten 396 488 620
16.040
Totale bedrijfskosten 65.498 65.453 67.928 Bedrijfsresultaat (brutomarge minus bedrijfskosten) -50.180 -50.224 -51.534 Bijdrage WSW 49.187 49.160 50.268 Gemeentelijke wachtlijstvergoedingen 30 - 260 Overige opbrengsten 1.327 787 700 Overige kosten 272 28 - Onttrekking frictiebudget - 305 305
67.344
92
19.028 3.799
Primaire begroting 19.999 3.605
Resultaat voor bestemming
86
Rekening 2012
-
-
60.471 1.196 1.494 2.029 1.611 543
-51.304 50.150 344 2.117 869 438
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Informatie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
87
In het kader van het BBV is het verplicht om zowel de Primaire begroting te presenteren, als de begroting na begrotingswijzigingen. Voor Alescon geldt de beleidsbegroting als primaire begroting. De analyse vindt plaats op basis van de beheersbegroting (= begroting na begrotingswijzigingen). De term programmarekening vervangt de term verlies- en winstrekening. In het kader van de programmarekening vallen alle werkzaamheden van Alescon onder het programma 'Gesubsidieerde Arbeid'. Waar de programmalasten (lees: bedrijfskosten) niet binnen het niveau van de Begroting na begrotings wijziging gebleven zijn, worden zij toegelicht, waarmee Alescon aan de eis van rechtmatigheid in het kader van het BBV voldoet.
vooraf
inhoud
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
Toelichting op de programmarekening Analyse ten opzichte van de begroting 2012 In de toelichting wordt nader ingegaan op analyse van de afwijkingen tussen begroting en jaarrekening. In sommige gevallen wordt ook een vergelijking met de jaarrekening 2011 gemaakt. Dit is dan apart aangegeven. Brutomarge De brutomarge 2012 is als volgt opgebouwd: Brutomarge (x € 1.000)
Rekening 2012
Werk/Leerbedrijven Werkwinkel inzake WSW Werkwinkel niet WSW – gerelateerd Middelen Totaal
Begroting Mutatie 2012
Rekening 2011
10.146 4.314 691 167
9.442 4.681 583 523
704 -367 108 -356
10.035 4.302 1.484 219
15.318
15.229
89
16.040
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in 2012 de brutomarge is teruggelopen ten opzichte van 2011, echter ten opzichte van de begroting is deze licht toegenomen. De brutomarge bij de Werk/Leerbedrijven is € 704.000 hoger dan de begroting. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat de additionele omzet ad € 360.000 in de begroting was gepresenteerd onder middelen. De realisatie van deze omzet heeft uiteindelijk plaatsgevonden in het Werk/Leerbedrijf en de Werkwinkel. De bedrijfsunits assemblage en Foodpack hebben, ondanks de economische recessie en de prijsconcurrentie, een goed jaar gehad. De achterstand op de brutomarge bij de Werkwinkel op de WSW-activiteiten is grotendeels toe te schrijven aan de economische recessie. Er is een krimp geweest in het volume van een aantal groepsdetacheringen en één beëindiging. De individuele detacheringen hebben zich beter ontwikkeld dan begroot. 88
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Personeelskosten De personeelskosten zijn als volgt opgebouwd: Personeelskosten (x € 1.000) Loonkosten WSW & Voorschakel Loonkosten ambtenaren Loonkosten Catering Ziekte uitkeringen Ontvangen WVA Personeel van derden Vorming en opleiding Geneeskundige zorg en Arbo Reiskosten Begeleid werken Kosten werkkleding Assessment / potentieelonderzoeken Overige secundaire personeelslasten Totaal
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
41.895 3.214 46 -70 -164 6.871 191 208 1.000 5.737 115 18 310
42.002 3.337 - -73 -220 6.384 380 197 1.023 5.200 157 25 292
45.205 3.294 -172 -281 6.532 371 220 993 3.731 143 0 435
59.371
58.704
60.471
De loonkosten WSW bestaande uit bruto–lonen en sociale lasten per fte waren begroot op € 30.249 en zijn uitgekomen op € 30.666 (exclusief 'slapers'). De loonkosten voortrajecten bestaande uit bruto–lonen en sociale lasten per fte waren niet begroot en zijn uitgekomen op € 25.075 per fte. De ontvangsten WVA zijn lager uitgevallen dan begroot. Veel opleidingen die werknemers van Alescon volgen, worden uitgezet via zogenaamde BBL – trajecten (Beroeps Begeleidende Leerweg). Opleidingen via dit kader komen in aanmerking voor toepassing van de regeling WVA Onderwijs. Minder kosten besteed aan vorming en opleiding betekent ook minder ontvangen WVA gelden, gezien het causale verband tussen beide items. Op de loonkosten ambtenaren is een voordeel ontstaan van € 123.000 ten opzichte van de begroting. Het aantal ambtenaren daalde van 61,99 ultimo 2011 naar 57,49 fte ultimo 2012. Begroot waren 59,31 fte. 89
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Op de loonkosten alescon catering is een nadeel ontstaan van € 46.000 ten opzichte van nihil in de begroting. Het betreft 1,36 fte welke bij overname van (horeca) onderneming bij een gemeente, bij Alescon onder de contractcatering worden verloond op basis van overgang van onderneming. De (niet-productiegebonden) kosten personeel van derden zijn € 487.000 hoger uitgevallen dan begroot. Er heeft deels een verschuiving plaatsgevonden op basis van vervanging tussen ambtelijke loonkosten en kosten personeel van derden (80K). Vanwege o.a. ziekte en het vertrek van een manager zijn er in 2012 twee interim-managers aangesteld en een controller die o.a. het Interne Controle Plan heeft opgesteld. Dat was niet begroot. Voor ca. € 230.000 heeft een presentatieverschuiving binnen de afdeling schoonmaak plaatsgevonden van inkoopwaarde van de omzet naar personeel van derden. Het betreft geen uitzetting in kosten, maar een meer correcte rubricering omdat het indirect personeel betreft. Door de nieuwe CAO voor gemeente-ambtenaren zijn de loonkosten voor het reguliere personeel met € 220.000 gestegen. De laatste verklaring voor de stijging van de kosten van het reguliere personeel is dat er voor het realiseren van de extra brutomarge ook extra indirect, regulier personeel is ingezet. Per saldo heeft dat extra opbrengsten opgeleverd. De kosten van vorming en opleiding zijn € 189.000 lager uitgekomen dan begroot. Begroot was voor opleidingen € 380.000. Besteed is een bedrag van € 191.000. De kosten voor Begeleid werken zijn door een toename aan het volume BW gestegen. De stijging is groter geweest dan begroot. Afschrijvingskosten (x € 1.000) Afschrijvingskosten
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
978
1.005
1.196
De afschrijvingskosten zijn € 27.000 lager dan begroot. Door een terughoudend investeringsbeleid en vanwege de verkoop van een bedrijfslocatie te Rolde, zijn de afschrijvingen teruggelopen. De huisvestingskosten zijn € 312.000 lager dan de begroting. Onder de huisvestingskosten worden de volgende budgetten opgenomen: 90
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Huisvestingskosten (x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
Huur gebouwen en opslag Onderhoud gebouwen / installaties Gas en elektra Water Belastingen en verzekeringen Schoonmaak en hygiëne Overige kosten Opbrengsten onderverhuur
1.788 222 433 14 83 207 38 -1.018
1.489 293 545 22 112 217 39 -638
1.160 366 405 -2 114 205 34 -788
Totaal
1.767
2.079
1.494
Er wordt terughoudend omgegaan met het onderhoud aan de panden in Assen (vanwege nieuwbouwplannen) en er zijn hogere opbrengsten onderverhuur ontvangen, gunstiger verbruik water, gas en elektra en minder kosten besteed voor schoonmaak & hygiëne, wat resulteert in een voordeel ten opzichte van de begroting. De indirecte productiekosten zijn € 91.000 lager uitgekomen dan de begroting. Indirecte productiekosten (x € 1.000) Huur / lease bedrijfsmiddelen Transport kosten Onderhoud machines/ schaftwagens/inventaris Kosten ontwikkeling & inrichting Milieubelasting Gebruik gereedschap Overige indirecte productiekosten Totaal 91
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
446 555 654 1 89 30 75
401 480 676 5 132 48 199
412 550 749 2 98 38 180
1.850
1.941
2.029
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
De overschrijdingen op leasekosten en het verbruik van benzine en olie (€ 119.000), worden gecompenseerd door de lager uitgevallen kosten voor het behouden en behalen van kwaliteits keurmerken voor de afdelingen Beheer Openbare Ruimte (BOR), Schoonmaak (ISO 9001) en van de afdeling Foodpack (ISO 22000)en voor het keurmerk voor reïntegratiebedrijven 'Blik op Werk'. Daarnaast vallen de posten onderhoud machines (€ 22.000), afvoer containers (€ 43.000), verbruik gereedschappen (€ 17.000) en huur en verhuur machines (€ 67.000) gunstiger uit dan begroot. Beheerskosten zijn € 100.000 lager uitgekomen dan begroot_. Onder de beheerskosten zijn de volgende posten verantwoord. Beheerskosten (x € 1.000) Reclame, PR en acquisitie Telefoon en communicatie Onderhoud en automatisering Kantoorbenodigdheden & porti Abonnementen & contributies Vergader- en representatiekosten Insolventie debiteuren Overige kosten Totaal
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
53 247 271 84 141 100 187 53
122 263 324 142 166 121 49 49
46 258 385 101 100 94 564 63
1.136
1.236
1.611
In de post insolventie debiteuren zijn voor enkele klanten dotaties aan de voorziening opgenomen, gezien de verhoogde kans op oninbaarheid door de verslechterende economische omstandigheden.
92
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Financiële lasten (x € 1.000)
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
Rente leningen Rente rekening courant
598 -202
588 -100
659 -116
Totaal
396
488
543
Door de verkoop van het pand aan de Dieselstraat in Hoogeveen medio 2010 en de verkoop van het pand Van Markenstraat en W.A. Scholtenstraat 18/20 te Assen ultimo van het jaar 2011 (zie ook de toelichting op de balans) is de liquiditeitspositie verbeterd. De 5,7 miljoen euro op de spaarrekening levert een gunstiger creditrente op dan de te betalen debetrente voor het gebruik van de kredietfaciliteit bij de BNG. Liquiditeitspositie (x € 1.000) Bijdrage WSW Gemeentelijke wachtlijstvergoedingen Overige opbrengsten Overige kosten Onttrekking frictiebudget
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
49.187 30 1.327 272 -
49.160 - 787 28 305
50.150 344 2.117 869 -
Aan bijdrage WSW zit Alescon exact op de begroting. Ondanks dat er geen verschil in waarde zit, ontstaat er wel een verschil. Enerzijds door een negatief volumeverschil van 1,55 aja (incl. 2,14 slapers) ten opzichte van de begroting (1.786,96 minus 1.788,51 begroot). Anderzijds is het subsidiebedrag € 35 (€ 27.786 minus werkelijk € 27.821) per aja lager uitgekomen dan begroot. Voorstaande staat los van de overrealisatie van 5,6 aja voor onze opdrachtgevende gemeenten. Voor de gemeentelijke wachtlijstvergoedingen is voor 2012 niets begroot. Wij hebben dit jaar in volume (1,15 aja) ad € 30.000 gefactureerd. 93
vooraf
inhoud
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
Onder de noemer wachtlijstvergoedingen, valt de subsidie welke Alescon ontvangt voor cliënten vanaf de wachtlijst, die een tijdelijk dienstverband aangeboden krijgen voorafgaande aan de reguliere WSW – plaatsing. Het saldo van overige opbrengsten en overige kosten bedraagt € 1.055.000. Hierin zijn onder meer de volgende baten (+) en lasten (-) opgenomen: Saldo overige kosten en opbrengsten (x € 1.000)
Rekening 2012
Dividenduitkering ASP BV/APM BV Vrijval bestemmingsreserve huisvesting Awerc afrekening 2012 Telecomvergoeding betrekking hebbende op 2012 Resultaat desinvesteringen (afschrijvingsvoordeel) Werkcompany Subsidie SAN Min LNV Uitkeringen verzekering en leden Saneringskosten Garantieverplichting oude afdelingen Voorziening grondpropositie Resultaat schades en schadevergoedingen Saldo diversen Totaal
350 382 110 102 91 42 30 35 -158 -22 -27 -7 127 1.055
Op basis van de resultaten over 2012 heeft de directie van ASP BV en APM BV besloten dividend uit te keren aan de Gemeenschappelijke Regeling. Dit houdt een resultaat uit deelnemingen in van € 350.000 over 2012. Conform de beleids- en beheersbegroting 2012 is voor € 382.000 ten laste van de bestemmingsreserve Huisvesting gebracht, en gebruikt ter afdekking van de kosten van de terughuur van het pand te Assen. Saneringskosten: Ook zijn er deelnemingen die het lastiger hebben vanwege tegenvallende omzetten en resultaten tegen de achtergrond van de economische crisis die nu al enkele jaren voortduurt. In dat kader zijn acties ondernomen om het voorbestaan van deze partijen zeker te stellen door samenwerking met andere 94
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
afk.
partijen aan te gaan en/of juist te beëindigen en/of door de strategie van de onderneming aan te passen en/of door het toepassen van reorganisaties. Deze kosten zijn onder overige kosten en opbrengsten verantwoord. Gelet op de huidige overschotten in de vastgoedsector en de hiermee gepaard gaande daling van de grond prijzen, hebben wij voorzieningen getroffen op enkele aanwezige grondproposities.
95
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Bijlagen Financieel jaarverslag
96
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
SISA-verantwoording aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2012 Wet sociale werk voorziening (Wsw) Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) 31 december 2012
Het totaal aantal inwoners dat is uitges troomd uit het wer knemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1B / 01
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 02
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 04
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 05
Het openbaar lichaam verant woordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
1
0009 (Ten Boer)
1,00
0,00
1,00
0,00
2
0014 (Groningen)
4,00
2,14
3,00
1,00
3
0018 (Hoogezand-Sappemeer)
4,50
0,00
3,25
0,00
4
0022 (Leek)
2,00
0,00
1,00
0,00
5
0025 (Marum)
1,00
0,00
0,83
0,00
6
0037 (Stadskanaal)
3,25
0,00
0,67
0,67
6,00
1,13
5,23
0,58
0,00
0,00
1,00
0,00
97
7 0047 (Veendam) . 8 0063 Het Bildt
9
10
0085 (Ooststellingwerf) 0106 (Assen)
4,50
0,00
5,50
0,00
866,00
71,49
644,96
117,71
11
12
0109 (Coevorden)
9,00
2,83
7,56
0,00
0114 (Emmen)
7,25
0,33
2,67
0,00
13
0118 (Hoogeveen)
14
0119 (Meppel)
833,25
77,82
606,71
130,91
3,00
0,00
1,00
0,00
inhoud
vooraf
wij
bedrijfsvoering
sociaal
financieel
afk.
SISA-verantwoording aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2012 (vervolg) Wet sociale werk voorziening (Wsw) Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) 31 december 2012
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren per 31 december 2012
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1B / 01
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 02
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 04
Aard controle R Indicatornummer: G1B / 05
Het openbaar lichaam verant woordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
15
0160 (Hardenberg)
1,00
0,00
1,00
0,00
16
0606 Schiedam
0,00
0,67
0,00
0,00
17
0632 Woerden
0,00
1,00
0,00
0,00
18
0765 (Pekela)
1,00
0,00
1,00
0,00
19
1680 (Aa En Hunze)
163,25
15,96
128,13
25,71
20
1681 (Borger-Odoorn)
4,00
0,00
3,75
0,00
21
1690 (De Wolden)
65,25
4,36
58,04
8,37
22
1699 (Noordenveld)
10,50
0,00
6,00
1,00
23
1701 (Westerveld)
2,25
0,00
3,14
0,00
24
1730 (Tynaarlo)
119,50
18,37
89,31
23,56
25
1731 (Midden-Drenthe)
264,00
29,30
210,87
44,61
26
1895 (Oldambt)
2,00
0,00
1,00
0,00
27
1900 Súdwest Fryslân
0,00
0,80
0,33
0,33
2.377,50
226,20
1.786,95
354,45
98
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
financieel
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Alescon
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Alescon gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst- en verliesrekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van Alescon is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. 99
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de organisatie. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door de het dagelijks bestuur gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. 100
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Alescon een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2011 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Groningen 4 april 2013
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. D.E. Engwerda RA
101
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Gebruikte afkortingen aja – Arbeidsjaar / arbeidsjaren AKA – Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent AVA – Algemene vergadering van aandeelhouders BHV – Bedrijfshulpverlening BNG – Bank Nederlandse gemeenten BV – Besloten vennootschap Bw – Begeleid werken fte – Fulltime eenheid GR – Gemeenschappelijke regeling JSF – Personeels-BV van Alescon PVA – Personeels-BV van Alescon Sw – Sociale werkvoorziening SZW – Sociale Zaken en Werkgelegenheid SISA _ Single Information Single Audit UWV – Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen VCA – Veiligheidschecklist aannemers WaJong – Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WAO – Wet op de arbeidsongeschiktheid WIA – Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WIW – Wet inschakeling werkzoekenden Wsw – Wet sociale werkvoorziening WW – Werkloosheidswet WWB – Wet werk en bijstand ZW – Ziektewet
102
financieel
afk.
inhoud
vooraf
wij
sociaal
bedrijfsvoering
Colofon
© april 2013 Alescon, statutair gevestigd te Hoogeveen Bezoekadres: Eindredactie: Vormgeving en opmaak: Fotografie: 103
Stationsplein 10 9401 LB Assen Francine Pannebakker (www.alescon.nl) Hans Punter, Beilen (www.hanspunter.nl) Albert Brunsting, Meppel (www.brunsting.nl)
financieel
afk.