Het verbod op het dragen van religieuze symbolen in de publieke sfeer In hoeverre is er in het oorspronkelijke idee van secularisme ruimte voor het hoofddoekjesverbod in Turkije?
Shevin Özge Zengin 25 mei 2012
Shevin Ozge Zengin 0910325 Scriptiebegeleider: Prof. Paul Cliteur Bachelor scriptie Rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden Aantal woorden: 4975 (exl. Voetnoten, inhoud en literatuur- en jurisprudentielijst)
Inhoudsopgave I.
II.
III.
IV.
Inleiding 1.1
Onderwerp
1.2
Doel en probleemstelling van deze studie
1.3
Structuur van dit stuk
Secularisme in het algemeen 2.1.
Secularisme en atheïsme
2.2
Voltaire
2.3.
Conclusie
Secularisme in Turkije 3.1
De geschiedenis tot de grondwet van 1982
3.2
Refah Partisi vs. Turkey
3.3
AKP, de moderne Refah?
3.4.
Conclusie
Religieuze symbolen in publieke sfeer in Turkije 4.1.
Verbod op hoofddoekjes op scholen
4.2.
Leyla Sahin vs. Turkey
4.3.
Merve Kavakci vs. Turkey
4.4
Poging tot grondwetswijziging in 2008
4.5.
Conclusie
V.
Analyse
VI.
Conclusie
VII. Literatuurlijst
I.
Inleiding
“The real question is how much suffering we’ve caused our womenfolk by turning headscarves into symbols – and using women as pawns in a political game”1 1.1 Onderwerp Wat doe je als 20-jarige hoofddoekdragende gelovige dame als je door je religieuze voorkeur en je uiting het universiteitsgebouw niet in komt? En wanneer je inschrijving als ongeldig wordt beschouwd? Of wat doe je als je als gekozen volksvertegenwoordiger geen eed kunt afleggen omdat je een hoofddoek draagt. Ook al weet iedereen, inclusief jij, dat je dat doet om een statement te maken? Turkije is een sterk seculier land. Ook politieke partijen hebben tot nu toe het Turkse secularisme niet willen afschaffen door bijvoorbeeld wetswijzigingen voor te stellen. Een onderzoek op de site van het Turks Constitutioneel Hof (Anayasa Mahkemesi) laat zien dat van de 1800 uitspraken die het Hof sinds 1963 deed in 684 gevallen het woord 'secularisme' voor is gekomen.2 1.2. Doel en probleemstelling van deze studie De centrale onderzoeksvraag die ik aansluitend op dit onderwerp aan de kaak wens te stellen luidt als volgt:
“In hoeverre is er in het oorspronkelijke idee van secularisme ruimte voor het hoofddoekjesverbod in Turkije?” Het eigenlijke doel van dit onderzoek is om te bekijken of het behouden en beschermen van de seculiere staat de beperkingen van enkele mensenrechten zoals de vrijheid van godsdienst (art 9 EVMR), vrijheid van meningsuiting (Art 10 EVMR) en de vrijheid van vereniging (art 11 EVRM) rechtvaardigen. Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het verstandig om stil te staan waar secularisme vandaan komt, hoe dat is ingevoerd in Turkije en hoe het er nu
1 2
Pamuk 2004, p. 43. www.anayasa.gov.tr
aan toe gaat. 1.3. De structuur van deze bachelorthesis Bij de opzet van deze scriptie, wordt rekening gehouden met verschillende dimensies die verkend worden. Wat wilden de bedenkers van het secularisme en waar dacht Ataturk aan bij het invoeren van het secularisme? Wilde Ataturk ook daadwerkelijk dat de gelovigen werden beperkt in hun vrijheid om hun geloof uit te oefenen? Om hier achter te komen zal ik eerst een klein onderzoek doen naar de herkomst van ‘secularisme’ en bekijken of dat gelijk staat aan atheïsme, zoals veel mensen denken. Ook de grote filosoof Voltaire zal langs komen in mijn onderzoek. Later in het stuk, in hoofdstuk 3, zal ik een korte schets geven hoe het secularisme in Turkije is ontstaan en hoe het de afgelopen 15 jaar eraan toe is gegaan met partijverboden van de voorloper van Refah Partisi, Refah Partisi zelf, Fazilet Partisi en de poging tot het verbieden van de huidige regeringspartij. In hoofdstuk 4 zal ik schrijven over hoe het openlijk dragen van religieuze symbolen er in Turkije aan toe gaat. Daar zal ik de bekende uitspraak van het EHRM in de zaak Leyla Sahin en de iets minder bekende Merve Kavakci zaak behandelen. De poging tot een grondwetswijziging in 2008 voor het toelaten van hoofddoekjes op universiteiten in Turkije zal ik ook bespreken in datzelfde hoofdstuk. Tot slot zal er een analyse komen met mijn antwoord op de centrale vraag: “In hoeverre is er in het oorspronkelijke idee van secularisme ruimte voor een hoofddoekjesverbod in Turkije?” Uiteraard vergezeld met mijn eigen visie op de problematiek. Tot slot zal ik afsluiten met een samenvattende conclusie.
II.
Secularisme in het algemeen
“If people are only good because they fear punishment, and hope for reward, then we are a sorry lot indeed.”3 2.1. Secularisme en atheïsme Volgens de dikke Van Dale is secularisme de ‘geestesstroming die de secularisatie bevordert’. In zijn diesrede in 2004 zei prof. Dr. H.L. Beck dat secularisatie, “het proces van functionele differentiatie en emancipatie van de seculiere sferen – met name de staat, de economie en de wetenschap – ten opzichte van de religieuze sfeer en de ermee gepaard gaande differentiatie en beperking van religie binnen haar eigen nieuw bepaalde religieuze sfeer”4 inhoudt. De bedenker van het woord 'secularisme' is George Jacob Holyoake. Atheïsme had een slechte reputatie en er was behoefte aan een nieuwe benaming. Holyoake bedacht het woord nadat hij twee keer gevangen had gezeten voor godslastering. Engeland was volgens de filosoof te arm om een God te hebben, die zinscombinatie en gedachten heeft hem 1 jaar van zijn leven gekost, die hij door bracht in de gevangenis.5 Atheïsme werd, en wordt nog steeds, bijna altijd verkeerd geïnterpreteerd. Atheïsme is volgens de interpretatie van menig man ‘een groep mensen die vindt dat niemand in God moet geloven’.6 Zoals Robin Le Poidevin schrijft, “An atheist is one who denies the existence of a personal, transcendent creator of the universe rather than one who simply lives life without reference to such a being,”7 Cliteur is van mening dat een samenleving verdeeld zal raken als zij wordt geleid door de religie. Zijn oplossing is zeker niet het promoten van ongelovigheid maar het ‘versterken van het secularisme.'8 Balliet 2011, p. 594. Diesrede 2004, p.3. 5 Cliteur 2010, p. 64. 6 Cliteur 2010, p. 64. 7 Le Poidevin 1996, p. xvii. 8 Cliteur Mei 2010, p.17. 3 4
2.2. Voltaire Aan het concept van secularisme is zonder meer ook de naam van de Franse filosoof Voltaire, ook de weleens de kampioen van de Franse Verlichting genoemd, verbonden.9 Voltaire was ondanks zijn stevige kritiek op religie geen atheïst,10 hoewel zijn overwegingen om het geloof te laten voortbestaan enigszins van praktische aard waren. Zonder het idee van een almachtige God die monsters van het overtreden van wetten en tirannen van het onderdrukken van hun volkeren zou kunnen behoeden zou er chaos en wanorde zijn in de wereld, volgens de Franse denker.11 In combinatie met de aan Voltaire vaak toegeschreven uitspraak “Ik kan het oneens zijn met wat je zegt, maar ik zal tot de dood je recht om het te zeggen verdedigen”, zou je de conclusie kunnen nemen dat Voltaire een fervent criticus was van religie, maar godsdienstvrijheid voor iedereen hoog in het vaandel had. Voltaire noemde zichzelf een theïst12 en raakte na een verblijf van een aantal jaren in Engeland geïnteresseerd in religieuze vrijheid. “Als er slechts één religie was geweest in Engeland zou er despotisme zijn. Waren het er twee geweest, dan zou men elkaar villen. Maar het zijn er dertig en ze leven in vrede en geluk.”13 Na zijn tijd in Engeland werd Voltaire een groot voorvechter van religieuze vrijheid en tolerantie.14 Het Engelse voorbeeld liet voor Voltaire zien dat het bestaan van meerdere religies naast elkaar de sociale stabiliteit, beschaving en intellectuele vrijheid ten goede zou kunnen komen.15 Maar hoe verhoudt dit zich tot Voltaire’s blik op secularisme?
Porterfield 2006, p. 96. Cliteur 2010, p. 72. 11 Cliteur 2010, p. 73. 12 Cliteur 2010, p. 73. 13 Arouer 2002, p 24 & Helmstadter1997, p. 57. 14 Helmstadter 1997, p. 57. 15 Helmstadter 1997, p. 57. 9
10
Allereerst, Voltaire was tevens deïst,16 wat wil zeggen dat hij wel in een God geloofde die de aarde heeft gecreëerd, maar tevens de overtuiging had dat God zich daarna niet meer heeft bemoeid met de aarde. In het verlengde hiervan kan ook het secularistische gedachtegoed worden gelezen: God is nooit betrokken geweest bij het reilen en zeilen van de wereld, dus waarom zou bestuur onder religieuze invloed moeten staan? Centraal in zijn benadering van de scheiding tussen religie en staat stelt Voltaire het vermijden van religieuze conflicten. Zo zegt hij: “Geen enkele wet die gemaakt is door de Kerk, mag ooit werking kennen zonder de goedkeuring van de regering. Vanwege deze voorzichtigheid hebben Athene en Rome altijd godsdienstige conflicten weten te vermijden.”17 Dit soort conflicten beschouwde Voltaire als typisch barbaars. In dezelfde verhandeling zegt Voltaire dat kerkelijke overheden subjecten zijn van de staat en daarom verantwoording moeten afleggen aan de regering. Verder stipt hij andere, op het oog logische regels aan, zoals: “Aangezien handel wordt gereguleerd door het statelijk recht, moet het lenen van geld ook hierdoor geregeld worden.” 2.3. Conclusie Samengevat is secularisme een geestesvorming die de secularisatie bevordert. Politiek en moraal mag je niet baseren op religie, volgens secularisten.18 De samenleving zal er enkel verdeeld door raken.19 Het is belangrijker om een sterke seculiere staat te hebben dan atheïsme op de voorgrond te brengen. Ook Voltaire zou Cliteurs mening kunnen beamen. Voor hem staat ook de scheiding van religie en staat op de voorgrond, enkel dat kan religieuze conflicten voorkomen.
Davidson 2004, p. 69. Voltaire 1764. 18 Cliteur mei 2010, p.17. 19 Cliteur mei 2010, p.17. 16 17
III.
Secularisme in Turkije
‘Turkiye Cumhuriyeti, demokratik, laik ve sosyal bir hukuk devletidir’.20 3.1. De geschiedenis tot de grondwet van 1982 Artikel 3 van de Ottomaanse21 grondwet van 1876 schrijft dat het geloof van het Ottomaanse Rijk de Islam is,22 precies zoals het al honderden jaren op dat grondgebied zo was. Met de komst van deze grondwet benoemde de toenmalige leider van het Ottomaanse rijk Abdulhamit II zichzelf tot kalief en de verdediger van alle moslims. Toen het Ottomaanse rijk sterk was verzwakt en Ataturk langzamerhand in beeld kwam als leider van de ‘Jonge Turken’,23 die een staatsgreep pleegden, werd de grondwet gewijzigd. In tegenstelling tot de voorlopende grondwetten was er niets over een geloof te vinden in de constitutie van 1921. Tezamen met de oprichting van de huidige Turkije veranderde de staatsvorm, de leider alsmede de grondwet. Het kalifaat werd afgeschaft, de leider en oprichter werd Mustafa Kemal Ataturk en strikte hervormingen vonden plaats in de nieuwe grondwet van 1924. Het secularisme kwam toen voor het eerst tevoorschijn in artikel 2. Een ander revolutionaire hervorming kwam in 192824 waar de grondwettelijke bepaling van het geloof uit de Turkse grondwet werd geschrapt25 en tot slot kwam er een amendement in de grondwet in 1937, een jaar voor de dood van de oprichter van Turkije, waar het principe van secularisme werd versterkt. Artikel 2 van de grondwet van 1924 werd gewijzigd in “Türkiye Devleti Cumhuriyetçi, Milliyetçi, Halkçı, Devletçi Layik ve Devrimcidir”.26 De grondwet van tientallen jaren later die tot stand kwam na een staatsgreep had wat betreft secularisme niet veel nieuws te 20Art.
2 Turkse GW 1982. ‘Het Turkse Republiek is een democratische, seculiere en sociale rechtsstaat’. Voorloper van de huidige Turkije (1299–1923). 22 Saltanati seniyei osmaniye hilafeti kubrayi islamiyeyi haiz olarak sulalei ali Osmandan usulu kadimesi vechile ekber evlada aittir 23 Koker 2010, p. 19. 24 Ertan 2007, p. 418. 25 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 27. 26 De Turkse staat is Republikeins, Nationalistisch, Populistisch, Etatistisch, Seculier en Revolutionair. 21
bieden. In een iets andere woordencombinatie kwam ook artikel 2 van de grondwet van 1961 erop neer dat Turkije een seculiere rechtsstaat was.27 Enkele staatsgrepen later kwam er nogmaals een nieuwe constitutie. Ook hier stond de bepaling van secularisme in artikel 2. In de parlementaire geschiedenis van artikel 2 van de grondwet van 198228, de grondwet die tot op vandaag nog door Turkije wordt gebruikt, wordt er een uitleg gegeven over de manier waarop het woord secularisme geïnterpreteerd dient te worden. “Secularisme, wat nooit ongelovigheid betekent, houdt in dat ieder individu een religie en stroming mag aanhangen, zijn geloof mag uitoefenen en door zijn geloof niet op een ander manier dan alle andere burgers behandeld mag worden”29 In deze grondwet werd voor het eerst bepaald dat de eerste drie artikelen, waaronder het principe van secularisme, nooit veranderd kunnen worden en een verzoek daartoe zelfs niet wordt gehonoreerd.30 3.2. Refah Partisi Tijdens de laatste staatsgreep van Turkije in 1980 werden vele politieke partijen verboden waaronder de Milli Nizam Partisi (Nationale Orde Partij). De partij werd verboden omdat haar handelen tegen het secularisme gericht zou zijn geweest. De oprichter van de MNP zette zijn politieke carrière voort in de door hem opgerichte Refah Partisi. Refah Partisi werd opgericht in 1983 en werd in de verkiezingen van 24 december 1995 met meer dan zes miljoen stemmen (21,38%) de grootste partij van Turkije.31 De partij groeide met meer dan 14% in de vervroegde verkiezingen van 1996 en haalde rond de 10 miljoen stemmen. De partij en zijn voorzitter voerde een politiek die sterk werd bepaald door het geloof. Voorzitter Necmettin Erbakan riep alle moslims op om te stemmen op de Refah Partisi omdat enkel Refah voor het Türkiye Cumhuriyeti… lâik ve sosyal bir hukuk devletidir. Het Turkse Republiek is …. op secularisme gebaseerde sociale rechtsstaat. 29 Turks Parlementaire Geschiedenis artikel 2 1986, p.5 30 Anayasanın 1 inci …, 2 nci .. ve 3 üncü maddesi hükümleri degistirilemez ve degistirilmesi teklif edilemez. 31 EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 11 27 28
invoeren van de superieure Koran zou kunnen vechten32. Refah had de intentie om het staatssysteem te wijzigen in een sharia.33 Dit en meer voorbeelden bracht het Turks Constitutioneel Hof over de streep om de politieke partij te ontbinden. Refah ging in beroep bij het EHRM tegen Turkije. Volgens Refah had Turkije inbreuk gemaakt op de vrijheid van vereniging (art 11 EVRM) door de partij te verbieden.34 Het EHRM verklaarde het beroep van Refah Partisi ongegrond35 wegens onder andere de gestelde randvoorwaarden. ‘Het Hof besloot twee randvoorwaarden in te stellen waarbinnen politieke partijen voorstellen kunnen doen tot veranderingen in de wetgeving of de structuur van de staat: ‘firstly, the means used to that end must be legal and democratic; secondly, the change proposed must itself be compatible with fundamental democratic principles’3637. Een andere overweging die het Hof heeft gemaakt is het proportioneel handelen van het Turks Constitutioneel Hof, deze had bijvoorbeeld enkel 6 van de 158 zetels van de Refah Partisi geschrapt. Er was verder sprake van een pressing social need om de vrijheid in kwestie te beperken, omdat de kans groot was dat Refah haar plannen kon verwezenlijken met het politieke overwicht wat zij had in Turkije. Het is niet de eerste keer dat een democratisch verkozen politieke partij38 geprobeerd heeft de democratie af te schaffen. Dit werd ook meegenomen in het oordeel van het Europese Hof.39 De opvolger van de verboden Refah werd Fazilet Partisi (Partij van de Deugd). Net als haar voorloper werd Fazilet verboden door het Turks Constitutioneel Hof.40 Het beroep bij het EHRM trok Fazilet voortijdig in omdat de partij van mening was dat het Hof moslims ongelijk behandelde en de mogelijke uitspraak van de Grote Kamer, gezien de voorgeschiedenis met uitspraken als Refah en Leyla EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 12 Gommer 2007, p. 1105. 34 Gommer 2007, p. 496. 35 EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 139 36 EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 98 37 Ten Napel 2007, p. 1103. 38 EHRM, 20 july 1957, nr. 250/57. 39 EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 99. 40 Turkiye Anayasa Mahkemesi 22 juni 2001, no. 2001/2. 32 33
Sahin.41 3.3. AKP, de moderne Refah? Met het verbod op Fazilet in 2001 werden tegelijk twee partijen opgericht. De Saadet Partisi (Partij van de Vreugde) de officiële opvolger van de Fazilet Partisi, dus ook Refah Partisi, en de Adalet ve Kalkinma Partisi (Gerechtigheid- en Ontwikkelingspartij, AKP) opgericht. De laatste zit in haar vierde regeringsperiode en heeft wat betreft kiezers een sterk groeiende grafiek.4243 Deze partij, die door de oppositie en de kemalisten wordt gezien als anti-seculier komt op voor haar islamitische identiteit. De partij wordt door het volk gezien als de opvolger van de Refah Partisi.4445 De huidige leider Recep Tayip Erdogan,46 de huidige vice-premier Bulent Arinc,47 de zittende president Abdullah Gul48 en nog meerdere prominente politici hebben eerder in de politiek gezeten in zowel de Refah Partisi als de Fazilet Partisi. Na de veelbesproken en laatste grondwetswijziging in 2008, wat later in dit stuk aan bod zal komen, werd het regeren moeilijk gemaakt voor de regeringspartij. De openbare aanklager had een sluiting van de partij gevorderd bij het Turks Constitutioneel Hof na de beoogde grondwetswijziging. Daarnaast wilde het Turkse Openbaar Ministerie een verbod op het passief kiesrecht van de huidige premier Erdogan, de president Gul en 71 andere AKP’ers voor de volgende 5 jaar. Volgens de Officier van Justitie had de partij zich gedragen tegen de principes van secularisme op verschillende bijeenkomsten waar oprichters, zittende parlementsleden, (oud)ministers zich negatief hadden uitgelaten tegenover het Gokcen Goksal 2005. 34.29% in 2002, 46.58 in 2007 en 49.92% in 2011. 43 http://www.akparti.org.tr/english/secimler/2002-parliamentary-elections 44 Yalcin Dogan 2012. 45 Mesud Akgul 2012 . 46 Oud-politicus van de Refah Partisi, is in 1994 gekozen als burgemeester maar is op 1997 gevangen genomen door enkele uitspraken en heeft daarom zijn termijn niet kunnen afronden. 47 In 1995 gekozen tot parlementslid van de Refah Partisi, oud-fractieleider Fazilet Partisi. 48 Oud vice-voorzitter van de Refah Partisi, is meerdere malen verkozen tot kamerlid, Is staatsminister van Turkije geweest en woordvoerder van het kabinet bij zijn functie bij de Refah Partisi. Oud-kamerlid van Fazilet Partisi en oud kandidaat-lijsstrekker Fazilet Partisi. 41
42
secularisme.49 In Turkije kan een partij verboden worden indien ze zich te veel verzet tegen het secularisme.50 En dat deed de AKP volgens het OM.51 Uitspraken van de premier als “Turkije kan als moderne Islamitische staat een voorbeeld worden”,52 “Een matige Islam bestaat niet, dit is enkel een motivering om de Islam te verzwakken. Secularisme en de islam naast elkaar benoemen zou niet correct zijn. Personen kunnen niet seculier worden”,53 en “Iedereen kan trots zijn op zijn of haar afkomst, maar wat ons allen aan elkaar verbindt is dat we allen door Allah zijn gecreëerd”54 hebben daar aan bijgedragen. Op het nippertje, met 5 tegen 6 stemmen van de rechters van het Turks Constitutioneel Hof, werd het beroep ongegrond verklaard en werd de AKP uiteindelijk niet verboden. 3.4. Conclusie Samengevat komt het erop neer dat Turkije een lange weg heeft moeten doorstaan na Ataturk om haar seculiere karakter te vervolgen. Ondanks het feit dat geen enkel partij hardop heeft gezegd dat zij via democratische wegen een eind aan willen maken aan de harde secularisme zijn er partijen als Refah en Fazilet geweest die dat duidelijk wel als een van hun doelen zagen. Ook de huidige regeringspartij AKP werd beschuldigd van het ‘in het centrum van het anti-secularisme staan’. Echter is het in die zaak, in tegenstelling tot Refah en Fazilet, niet gelukt om de partij te verbieden. Ook al waren er volgens velen enkele sterke juridische argumenten om dat wel te doen.
Turkiye Anayasa Mahkemesi, 30 juni 2008, no. 2008/2 p.1. Turkiye Anayasa Mahkemesi, 30 juni 2008, no. 2008/2 p.8. 51 Turkiye Anayasa Mahkemesi, 30 juni 2008, no. 2008/2 p.1. 52 Turkiye Anayasa Mahkemesi, 30 juni 2008, no. 2008/2 p.21. 53 idem. 54 Turkiye Anayasa Mahkemesi, 30 juni 2008, no. 2008/2 p.22. 49 50
IV.
Religieuze symbolen in de publieke sfeer in Turkije
‘And because they’ve been barres from their classes for flaunting this symbol of political islam, they’ve begun committing suicide’ 4.1 Verboden op hoofddoekjes op scholen Het dragen van een hoofddoek op universiteiten is een fenomeen van de laatste dertig jaar, sinds 1980, althans met de komst van de televisie in Turkije en de staatsgreep van 1980 is het meer ter sprake gekomen. De samenleving wordt heden vandaag nog steeds verdeeld in twee groepen. Een groep ziet het openlijk dragen van religieuze tekenen, als een hoofddoek, als een bedreiging van de seculiere staat. De andere groep, de voorstanders van de hoofddoek, ziet het dragen van het bedekkende doek als een heilig symbool van de (politieke) islam. De laatste groep werd evident sterk mondiger met de opkomst van de islamitische politieke partij ‘Refah Partisi’ (Welvaart Partij). Ook in uitspraken van bestuursleden van de politieke partij kwam naar boven dat de hoofddoekdragers aangemoedigd werden door de politieke partij.55 Maar de hoofddoekjesproblematiek in Turkije bestaat al langer dan de 20-jarige geschiedenis van Refah. Het verbod op het dragen van hoofddoekjes in openbare ruimten werd al in 1934 ingevoerd.56 Het allereerste protest van een studente kwam in 196857, toen zij haar hoofddoek in de collegezaal wilde aanhouden. De universiteit accepteerde dat niet en verwijderde haar inschrijving.58 De chronologie zet zich voort met een verbod op het mogen dragen van een hoofdbedekkend doek op universiteiten in 1982.59 Twee jaar later werd dat verbod weer opgeheven. Echter kwam het in 1987 weer terug in vorm van een disciplinaire maatregel.6061 Enkele maanden later wilde de toenmalige Turkse premier een wetswijziging EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98, r.o. 27 Gommer 2007, p. 504 57 Milliyet, ‘Ilahiyat ogrencileri derslere girmiyor’, 14 april 1968, p. 3 58 Hurriyet, ‘Turban Yasaginin gecmisi’, 10 februari 2008 59 Hurriyet, ‘Turban Yasaginin gecmisi’, 10 februari 2008 60 Necati Dogru 1986, p. 11. 61 Milliyet Haber Merkezi 1987, p. 8 55 56
invoeren om het voor de studerende hoofddoekdragers makkelijker te maken. Ook dat werd niet toegelaten door de toenmalige president, de extreem-kemalistische president die in 1980 een bloedige coup had gepleegd, Kenan Evren. Een derde poging tot een wetswijziging werd weer niet toegelaten door de Hoge Onderwijsraad62 en in september 1997 werd er een algeheel verbod vervaardigd op het binnentreden van personen met een hoofddoek op alle scholen en universiteiten.63 Dat laatste verbod zorgde voor een opmerkelijk arrest bij het Europese Hof voor de Rechten van de mens. 4.2 Leyla Sahin Leyla Sahin studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Bursa64. Na haar vierde studiejaar wilde ze in september 1997 haar studie vervolgen op de Universiteit van Istanbul, echter liep ze daar tegen het probleem aan dat ze werd uitgesloten van colleges en tentamens door het dragen van een hoofddoek . Sahin begreep niet hoe ze in Istanbul werd geweigerd terwijl ze er in Bursa 4 jaar lang geen problemen mee had gehad.65 Ze tekende uiteindelijk beroep bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. ‘Volgens Sahin is de maatregel in strijd met art 9 lid 1 EVRM, waarin wordt gesteld dat men vrij is om de eigen godsdienst in het openbaar te belijden en praktisch de voorschriften van religie toe te passen’66 Het EHRM bleef bij het standpunt dat de democratische samenleving in Turkije belangrijker is dan individuele beperkingen: ‘In democratic societies, in which several religions coexist within one and the same population, it may be necessary to place restrictions on freedom to manifest one’s religion or belief in order to reconcile the interests of the various groups and ensure that everyone’s beliefs are respected’67 en ‘in a democratic society the State was entitled to place restrictions on the wearing of the Islamic headscarf if it was incompatible with the pursued aim of protecting the rights
Vergelijkbaar met het hoogste orgaan binnen het Ministerie van Onderwijs die bevoegd is bijna iedere beslissing te nemen over de universiteiten en de toelatingen. 63 Hurriyet, ‘Turban Yasaginin gecmisi’, 10 februari 2008 64 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 11 65 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 11 66 Gommer 2007, p.504. 67 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 97 62
and freedoms of others, public order and public safety.68 Het Hof nam ook zijn beslissing met inachtneming van de keuze die in 1926 is gemaakt voor de gelijkheid van man en vrouw. Bovendien nam het Hof kennis van de Turkse wet die het in 1989 gelovigen verbood om een hoofddoek te dragen in openbare ruimten wegens de tegenstrijdigheid met het principe van secularisme.6970 4.3. Merve Kavakci De beperking van het dragen van hoofddoeken geldt niet enkel op scholen en universiteiten. Een andere ruimte waar het dragen van een hijab nog steeds ten strengste verboden is is het gebouw van het Turkse parlement. Daar liep Merve Kavakci –weliswaar bewust en vantevoren gepland- tegenaan.71 Als student geneeskunde werd ze in 1986 verplicht om te stoppen met haar studie omdat ze weigerde haar hoofddoek af te doen.72 Op 18 april 1999 werd Merve Kavakci verkozen tot parlementslid van de Fazilet Partisi.73 Kavakci werd de eerste hoofddoekdragende parlementslid en wilde haar doek ook omhebben bij het afleggen van haar eed. Tot haar spijt kon ze haar eed niet afleggen wegens de schreeuwend en stampend protesterende parlementsleden van de oppositiepartijen. 74 Twee weken na de mislukte poging tot het afleggen van haar eed werd haar Turkse nationaliteit ontnomen door de Hoge Kiesraad van Turkije wegens haar ‘zonder toestemming verkregen’ Amerikaanse nationaliteit.75 Kavakci werd gezien als een bedreiging voor de seculiere staat door haar actie om in hoofddoek haar eed af te leggen. Onder andere om die reden en omdat ze geen ‘Turkse burger meer was’, werd haar zetel afgenomen.76 De straf was niet in verhouding met de overwegingen EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 98 Turkiye Anayasa Mahkemesi, 7 maart 1989, no. 1989/12 70 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 36 71 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 22 72 http://www.mervekavakci.net/news.php?id=11 73 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 9 74 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 10 75 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 14 76 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 29 68 69
van de staat, besloot het EHRM. 77 Dit besluit nam het Europese Hof, omdat de beperking van politieke rechten een zware straf is.78 Een verbod op de politieke partij waar Kavakci aan verbonden was, Fazilet, vond het Hof echter wel terecht.79 Na Refah en Leyla Sahin werd dit besluit door hoofddoekdragend-Turkije gezien als een overwinning. Wellicht was dit een aanmoediging voor de AKP om nogmaals een wetswijziging te wagen voor het openen van de deuren van onderwijs voor hoofddoekdragende vrouwen. 4.4. Poging tot grondwetswijziging 2008 Het lukte de huidige AKP-regering om op 9 februari 2008 artikel 10 van het grondwet te wijzigen en het met kleine veranderingen zo te vormen dat studenten gebruik konden maken van alle onderwijsaangelegenheden, ook als ze een hoofddoek dragen.80 Er was geen referendum nodig voor de grondwetswijziging omdat tweederde van het parlement voor de wijziging had gestemd. Echter waren de leden van de partij die ooit door de stichter van modern Turkije Ataturk was opgericht, de grootste oppositiepartij CHP, minder blij met de wetswijziging. Zij stapten op 5 juni 2008 dan ook naar het Turks Constitutioneel Hof. De wijziging van de grondwet werd gezien als een politieke actie van de regeringspartij AKP en de aan de oppositie staande Milliyetci Hareket Partisi (Nationalistische Actiepartij, MHP). In de wijziging staat op zich niets over een bedekking of een reglement voor kleding. Enkel het zinnetje ‘en kunnen gebruik maken van ieder publieke aangelegenheid’ werd gezien als een goedkeuring van de kledingvoorschriften voor studenten op universiteiten. In volksmond werd de kleine wijziging in de grondwet ook wel de ‘Türban Yasasi’81
EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 45 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 46 79 EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01, r.o. 42 80 “Kanunda açıkça yazılı olmayan herhangi bir sebeple kimse yüksekögretim hakkını kullanmaktan mahrum edilemez. Bu hakkın kullanılmasının sınırları kanunla belirlenir” en “ve her türlü kamu hizmetlerinden yararlanılmasında” 81 A.A. Anka 2008 77 78
(de Tulbandwet) genoemd omdat de bestuurders van de twee partijen die de wijziging wilden doorvoeren onder die naam uitgebreid in de media erover hebben gesproken.82 De overweging van de AKP en MHP om het wetsvoorstel in te dienen was omdat ze het er niet mee eens waren dat de ‘vrijheidsgedachte’ die Ataturk had ingevoerd zo werd gebruikt dat een deel van de samenleving geen gebruik kon maken van de onderwijsmogelijkheden. “Daarom zijn we verplicht om deze wijziging van artikel 10 Gw door te voeren,” zo luidde de motivering in de parlementaire geschiedenis, “om redenen die niet expliciet in de wet worden genoemd kan niemand het recht ontnomen worden om gebruik te maken van het onderwijs”.83 De overwegingen van het Constitutioneel Hof waren echter in het voordeel van de CHP, “De Grote Kamer van het EHRM heeft in de zaak Leyla Sahin/Turkije besloten dat het gebruik van religieuze symbolen in grote lijnen aan de staat ligt, het beschermen van individuen mag niet ten koste gaan van de openbare orde”.84 Die lijn volgde het Turks Constitutioneel Hof en het vernietigde de wijzigingen aan de Turkse grondwet waardoor de artikelen werden teruggebracht naar de situatie voor februari 2008.85 4.5. Conclusie Samengevat hebben studenten sinds de laatste staatsgreep in Turkije moeilijkheden met het dragen van een hoofddoek in publieke gebouwen. Omdat het onderwijs nodig is voor een sterk fundament van ieder persoon, en het de meeste personen in Turkije raakt, reageren de studenten daar het meest fel tegen. De uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de mens heeft het in de Leyla Sahin case ook niet makkelijker gemaakt voor deze groep studenten. De uitspraak van het EHRM inzake Merve Kavakci was in tegenstelling daarvan wel een opluchting voor de hoofddoekdragende vrouwen. Het werd gezien als een kleine erkenning. Maar ook die zaak heeft geen basis kunnen vormen voor de regeringspartij om een grondwetswijziging door te voeren. 82 83 84 85
Turkiye Anayasa Mahkemesi 6 juni 2008, CHP vs AKP 2008/116, p.2 Turkiye Anayasa Mahkemesi 6 juni 2008, CHP vs AKP 2008/116, p.1 Turkiye Anayasa Mahkemesi 6 juni 2008, CHP vs AKP 2008/116, p.31 Turkiye Anayasa Mahkemesi 6 juni 2008, CHP vs AKP 2008/116, p.34
V.
Analyse
“What good can come to this country if women uncover theid heads?’86 Nu zowel het algemeen secularisme, Turks secularisme en het verbod op hoofddoekjes van nu is besproken volgt er in dit hoofdstuk de centrale vraag: in hoeverre is er in het oorspronkelijke idee van secularisme ruimte voor het hoofddoekjesverbod in Turkije. Wat zou Voltaire hiervan zeggen? En Ataturk? Voor de verlichter Voltaire was het bestaan van meerdere religies een noodzaak. “Als er slechts een religie was geweest in Engeland zou er despotisme ontstaan”87 zei hij, volgens Voltaire kreeg je meer vrede en geluk naarmate er meer religies zijn en samenleven. Een ander relevante uitspraak is “Ik kan het oneens zijn met wat je zegt, maar ik zal tot de dood je recht om het te zeggen verdedigen”. Er vanuit gaan dat hij hiermee doelt op een geheel vrije uiting van de religie zou niet geheel juist zijn naar mijn mening. Voltaire is de filosoof van tolerantie maar laat wel een duidelijke visie blijken in zijn uitspraken over secularisme. “God is nooit betrokken geweest bij het reilen en zeilen van de wereld, dus waarom zou het bestuur onder religieuze invloed moeten staan?” In artikel 1 van het ‘Bazi kisvelerin giyilmiyecegine dair kanun’ (wet van het niet dragen van bepaalde kledingstukken), die Ataturk op 13 december 1934 in liet voeren staat: ‘welk geloof of stroming je ook aanhangt, religieuze kleding zal niet gedragen worden op plekken waar het niet hoort’. Sinds dat moment is het verboden om hoofddoeken te dragen op scholen en alle andere openbare gebouwen. Ataturk motiveerde dat het in strijd was met de gelijkheid van man en vrouw en dat het tegen het secularisme zou zijn.88 De oprichter van Turkije was niet tegen het geloof, net als Voltaire, hij wilde enkel het geloof strikt scheiden van de staat. De filosoof Voltaire en de seculiere Ataturk zijn het eigenlijk met elkaar eens. Ook Pamuk 2004, p. 60 Arouer, p. 24 88 ‘Tesettur sekli kadini hayatindan, mevcudiyetinden tecrit edecek sekilde olmamalidir’ 86 87
het EHRM beaamt hun standpunt in de Leyla Sahin Case, “Secularism also protected the individual from external pressure”89. In een zin kan de Leyla Sahin case samengevat worden: ‘om het bestaan van andere geloven te waarborgen moeten soms beperkingen plaatsvinden’90 en dat is wat de filosofie van Voltaire en Ataturk ook bevestigd. Als Voltaire, Ataturk en Leyla Sahin bij elkaar worden opgeteld kun je niet tot een andere conclusie komen dan dat het dragen van hoofddoekjes wel degelijk een beperking brengt aan het secularisme. Mijn opinie, als moslima, en als bekende en ervaringsdeskundige met de Turkse cultuur, is dat het geloof makkelijk te misbruiken is en dat ook vaak genoeg wordt gedaan. De sociale controle is zeer groot en de overweging die het Hof maakt over de sociale druk kan ik niet anders dan bevestigen. Het niet mogen dragen van een hoofddoek om onderwijs te volgen is wel degelijk een inbreuk, maar omdat het hogere doel, namelijk het beschermen van jezelf voor wat het geloof of andere geloven met je kunnen doen, ook belangrijk is wordt het naar mijn mening wel gerechtvaardigd.
89 90
EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 105 EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98, r.o. 97
VI.
Conclusie
“A conclusion is the place where you get tired of thinking.”91 Nu het eind van deze scriptie is genaderd blijft mij over om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Om u daaraan te herinneren: in hoeverre is er in het oorspronkelijke idee van secularisme ruimte voor het hoofddoekjesverbod in Turkije? Mijn antwoord zal met volle overtuiging zijn dat er binnen secularisme geen ruimte is voor het vrijelijk dragen van religieuze symbolen als een hoofddoek in de publieke sfeer omdat het de rechten van anderen heel goed zou kunnen beperken en de sociale druk het onmogelijk zou kunnen maken voor de burger. Voor deze thesis heb ik een korte uiteenzetting gegeven over secularisme en heb ik dit begrip gedefinieerd, met name in verhouding tot atheïsme. Kort gezegd: secularisme is het scheiden van de kerk en bijna alles wat met de kerk te maken heeft van de staat en het statelijk gezag. Als toonaangevende secularist heb ik bovendien Voltaire en zijn visie belicht. Zijn visie: wil je conflicten van religieuze aard mijden? Dan is secularisme een must. Bovendien heeft geloof niets te zoeken in de bestuursapparaat van een samenleving. Immers, God heeft alles op deze wereld gemaakt en heeft daarna de mens aan zijn lot over gelaten. Nogmaals, Voltaire was deïst, vandaar deze optiek. De grondlegger van de seculiere staat in Turkije, secularist Ataturk kon niet ontbreken in dit onderzoek. Ataturk wilde Turkije moderner maken en daarbij hoorde een seculiere staat en emancipatie. Daarop stoelde hij de gedachte dat hoofddoekjes verboden moesten worden. De gevestigde orde, in de vorm van de islamitische AKP van premier Erdogan kent –bijna vanzelfsprekend- een andere benadering. Echter, de wetsvoorstellen van de AKP botsten tot nu toe op de secularistische traditie in Turkije. Weerstand vanuit de oppositieleider, ooit de partij 91
Patterson 2011, p. 149
die Turkije stichtte. En weerstand vanuit het Constitutioneel Hof dat geen andere grondwet kent dan de huidige rigide grondwet die eng geïnterpreteerd wordt en daarnaast maar beperkt open staat voor wijzigingen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) werd ook onder de loep genomen. Behalve in de zaak Leyla Sahin, liet het Hof zich tot nu toe vrij terughoudend uit over het Turkse begrip van secularisme. Ietwat gechargeerd wellicht, betekent dit dat de lijn van Voltaire en Ataturk nooit is verlaten. Dit alles bij elkaar versterkt het standpunt dat een verbod op hoofddoekjes binnen het secularisme valt. Hoe naar het ook voor een bepaald groep zal zijn, lijkt dit de beste oplossing om in vrede en rechtvaardigheid te kunnen leven. Daarbij lijkt mij niet de juiste vraag ‘Staat secularisme gelijk aan atheisme’. Een veel terechtere vraag is: ‘Hoe bereik je religieuze tolerantie? Door volledige religieuze vrijheid toe te kennen aan een godsdienst? Of door alle religies in een land gelijk te behandelen?’
VII.
Literatuur- en Jurisprudentielijst
“Literature is a luxury; fiction is a necessity”92 A.A. Anka 2008 A.A. Anka, ‘Turban Yasasi Yururlukte’, Hurriyet 23 februari 2008 Arouer 2002 Francois Marie Arouer, Letters on England by Voltaire, Pennsylvania: The Pennsylvania State University 2002 Balliet 2011 Daniel Balliet & Laetitia B. Mulder & Paul A.M. van Lange, ‘Reward, Punishment, and Cooperation: A Meta-Analysis, Psychological Bulletin, 2011, vol. 137, No. 4 Cliteur 2010 Paul Cliteur, The Secular Outlook in a defence of moral and political secularism, Boston: Willey-Blackwell 2010 Cliteur Mei 2010 Paul Cliteur, ‘Obama en The Secular Outlook’, Het tijdschrift voor de Politie jg. 72/nr. 7/10 Davidson 2004 Ian Davidson, Voltaire in Exile, London: Atlantic Books, 2004 Diesrede 2004 Prof. Dr. H.L. Beck, Moslims en Moderniteit, Rede uitgesproken ter gelegenheid van de 77e Dies Natalis van de Universiteit van Tilburg, 18 november 2004 Ertan 2007 Temucin F. Ertan, ‘Turkiye Cumhuriyeti Anayasalarinda Laiklik’, Ankara Universitesi Turk Inkilap Tarihi Enstitusu Ataturk Yolu Dergisi S 39 mei 2007
92
G.K. Chersterton
Gokcen Goksal 2005 Gokcen Goksal, ‘Fazilet Partisi davasi AIHM’ den geri cekildi’, Milli Gazete, 3 december 2005 Gommer 2007 Hendrik Gommer, ‘Hoofddoekjes als bedreiging voor de democratie’, Ars Aequi, 1(6) 2007 Helmstadter 1997 Helmstadter , Freedom and religion in the nineteenth century, Stanford, California: Stanford University Press 1997. Koker 2010 Tolga Koker, ‘The establishment of Kemalist Secularism in Turkey’, Middle East Law and Governance Volume 2 2010 Le Poidevin 1996 Robin Le Poidevin, Arguiung for Atheism: An Introduction to the Philosophy of Religion, London: Routledge 1996 Mesud Akgul 2012 Mesud Akgul, ‘28 Subatin Refah Partisi’ndeki uzantilati’ El-Aziz, 25 april 2012 Milliyet Haber Merkezi 1987 Milliyet Haber Merkezi, ‘Turbana kapilar kapandi’, 13 januari 1987, p.8 Necati Dogru 1986 Necati Dogru, ‘Iki Yuzlu Dogramaci’, Milliyet 24 december 1986, p. 11 Pamuk 2004 Orhan Pamuk, Snow, New York: Vintage Books 2004 Paul Patterson 2011 Paul Patterson, Infectious behavior, Brain-immune Connections in Autism, Schizophrenia, and Depression, Massachusetts: Massachusetts Institute of Technology 2011
Porterfield 2006 Jason Porterfield, Voltaire: champion of the French enlightenment, New York: The Rosen Publishing Group 2006 Ten Napel 2007 Hans-Martien ten Napel, ‘Het EHRM en de waarlijke democratische regeringsvorm’, NJCM-Bulettin, jrg. 32 (2007), nr. 8. Voltaire 1764 Voltaire, Dictionnaire philosophique 1764, Oxford: Voltaire Foundation 1994 Yalcin Dogan 2012 Yalcin Dogan, ‘Baskan baba, hayali yerle bir eder’, Hurriyet, 9 mei 2012 Jurisprudentielijst EHRM, 20 july 1957, nr. 250/57 (Communist Party of Germany vs Federal Republik of Germany) Turkiye Anayasa Mahkemesi (Turks Constitutioneel Hof) 7 maart 1989, no. 1989/12 (Verzoek Kenan Evren voor Wetswijziging) Turkiye Anayasa Mahkemesi (Turks Constitutioneel Hof) 22 juni 2001, no. 2001/2 (Verzoek OM voor sluiting van de Fazilet Partisi) EHRM, 13 februari 2003, nr. 41340/98 (Refah vs. Turkey) EHRM, 29 juni 2004, nr. 44774/98 (Leyla Sahin vs Turkey) EHRM, 5 april 2007, nr. 71907/01 (Kavakci vs Turkey) Turkiye Anayasa Mahkemesi (Turks Constitutioneel Hof) 6 juni 2008, no. 2008/116 (Verzoek CHP voor wetswijziging) Turkiye Anayasa Mahkemesi (Turks Constitutioneel Hof) 30 juni 2008, no. 2008/2 (Verzoek OM voor sluiting van de Adalet ve Kalkinma Partisi, AKP)