Het dragen van het kruis Ds. C. Harinck – Mattheüs 10:38
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 107: 1 Mattheüs 10: 32-42 Psalm 119: 36, 37, 38 Psalm 73: 12 Psalm 138: 4
Gemeente, het kruis is het symbool van het christendom, en wel naar twee zijden. Christus Zelf is de Gekruisigde. We kunnen ons Christus niet indenken en over de Heere Jezus niet spreken, zonder ook te spreken over het kruis. Maar ook de christen draagt een kruis. We kunnen ons ook de christen niet voorstellen zonder het dragen van het kruis. Het is daarover dat wij nu willen spreken. De tekst kunt u vinden in Mattheüs 10 vers 38, waar wij lezen: En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Onze tekst spreekt over: Het dragen van het kruis. We letten achtereenvolgens op: 1. De herkomst van het kruis 2. De zin van het kruis 3. De troost van het kruis 1. De herkomst van het kruis Jezus spreekt in het verband van onze tekst over de eisen van het discipelschap. Hij leert ons dat wij Zijn discipel niet kunnen zijn, dat wij niet onder het getal van de Zijnen gerekend kunnen worden, indien wij ons kruis niet op ons nemen en Hem navolgen. We horen Hem zeggen: Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. En die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Het keert steeds met een zwaardere nadruk terug: ...is Mijns niet waardig! Zo leert Jezus dat we alleen Zijn discipel kunnen zijn als we bereid zijn om het kruis te dragen. Het kruis is hier het kruis van het discipelschap. Het betekent dat we bereid moeten zijn om alle andere personen en zaken te verzaken, die ons verhinderen om Christus te volgen. We moeten bereid zijn om alles op te geven wat een hindernis is in het volgen van Jezus. Al zouden dat akkers en wijngaarden, broers en zusters, zelfs onze vader en moeder, ja al zou het ons eigen leven zijn. Jezus’ eis is radicaal. Wie iets anders liefheeft boven Hem, is Hem niet waardig. Zo iemand kan Zijn discipel niet zijn. Om Jezus te volgen moetje Hem boven alle andere personen en zaken liefhebben. Anders houd je het niet vol. www.prekenweb.nl
1/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Jezus volgen brengt kruis dragen met zich mee. Zo lezen we het in onze tekst: En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Het kruis is de verzamelnaam voor het lijden, de vervolging, de verdrukking, de smaad en de spot, die we bereid moeten zijn te dragen om Christus’ wil. De navolging van Christus is een kruisgang. De Bijbel tekent het ons als één grote processie: Christus, de grote Kruisdrager voorop en de Zijnen Hem volgende elk met zijn kruis. Jezus draagt een uniek kruis. Hij draagt het kruis waarop de zonde veroordeeld is geworden in het vlees. En dan volgen al de gelovigen, ook ieder dragende zijn kruis. Zij dragen het kruis van zelfverloochening en verdrukking om Christus’ wil. Jezus zegt het zo dikwijls: Die Mijn discipel wil zijn, die verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij. Dat is het bijbelse beeld van een christen. Dat beeld is zo anders dan wij denken. Het is ook zo anders dan het beeld dat ons dikwijls getekend wordt. Want het beeld van de christen dat ons door sommigen wordt getekend, is het beeld van een mens die Jezus heeft aangenomen en vanaf die dag lovende en prijzende door het leven gaat. Het is een christendom zonder kruis. Een christendom zonder strijd. Maar de Heere Jezus leerde: Wie Mijn discipel wil zijn, neme zijn kruis op en volge Mij. Wat is de herkomst van het kruis van de christen? Het kruis van de christen komt van God. Het is de wil van de hemelse Vader. Het is geen noodlot. We lezen in Romeinen 8 vers 29: Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te worden. God maakt hen aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig. Er is een heilige overeenstemming tussen het Hoofd en tussen de leden. Het kruis markeert de gemeenschap met Christus. Bij Christus hoort het kruis. Bij de christen eveneens. De Heere Jezus sprak: In de wereld zult gij verdrukking hebben (Joh.16:33). Calvijn zegt daarom treffend: ‘De nederigheid van het kruis wordt aan beiden zichtbaar.’ God zal al de leden van Christus deelgenoot maken van het kruis. God de Vader had één Zoon zonder zonde, maar geen enkele zoon zonder kruis. Het kruis en de kastijding horen bij het kindschap van God. Het is ons door God de Vader opgelegd en bedoeld om ons het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te maken. Om ons enigszins te laten gelijken op de Meester, op Christus, Die ons op deze kruisweg is voorgegaan. In Hebreeën 12 vers 8 zegt daarom de apostel: Maar indien gij zonder kastijding zijt, welken allen deelachtig zijn, zo zijt gij bastaarden en niet zonen. Jezus ziet de noodzaak van het dragen van het kruis voor al de Zijnen, niet één uitgezonderd. Daarom zegt Hij zo nadrukkelijk: En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Het wordt genoemd: zijn kruis. Ieder mens en vooral iedere volgeling van Christus heeft een persoonlijk kruis. Het is persoonlijk voor ons uitgekozen. Het past alleen maar op ónze schouders. Wij denken dikwijls dat we het kruis van een ander beter zouden kunnen dragen dan ons eigen kruis. Maar dan willen wij het beter weten dan God. Dan vergeten we dat het ons opgelegd is door de soevereine wijsheid van de Heere en door de vaderlijke liefde van God. De hemelse Vader kiest het voor Zijn kinderen uit. Daarom zijn we geroepen het ‘op ons te nemen’. Dit is het werk dat Jezus van al Zijn volgelingen vraagt. We mogen het kruis www.prekenweb.nl
2/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
dat God ons oplegt niet verachten. We mogen er niet onder weglopen. We mogen er niet onder klagen en ons er niet tegen verzetten. We mogen geen ander kruis begeren of denken dat een ander kruis beter bij ons past. We mogen het ook niet koud en onverschillig dragen. We moeten het ‘op ons nemen’, dat is: vrijwillig aanvaarden en dragen, vanuit de wetenschap dat het ons is opgelegd door een wijs en liefhebbend Vader tot ons nut en onze zaligheid. Ieder waar gelovige krijgt een persoonlijk kruis. De onvruchtbaarheid van Sara was het kruis van Abraham. De Kanaänitische vrouwen die Ezau zich genomen had, waren het kruis voor Izak en Rebekka. De afgunst op de goddelozen was het kruis van Asaf. De drift was het kruis van Petrus. De melancholie, de zwaarmoedigheid, was het kruis van Thomas. Paulus had als kruis een engel des satans die hem met vuisten sloeg. In het leven van ieder mens is kruis en zorg, maar het kruis is op een bijzondere wijze het deel van de vromen. De Schrift zegt: Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen (Ps.34:20). De Heere gaat met Zijn kinderen dikwijls wegen van donkere voorzienigheden. De ranken die in Christus vrucht dragen, reinigt God, opat zij meer vruchten zullen dragen. Jezus verbindt in onze tekst het kruisdragen met het discipelschap. Hij leert nadrukkelijk dat het volgen van Hem kruis met zich meebrengt. Het dragen van het kruis is aan het ware discipelschap verbonden. Het kruis dat gedragen moet worden om Jezus’ discipel te zijn, bestaat uit de volgende zaken: Ten eerste: het prijsgeven van de genietingen der zonde. We kunnen geen twee heren dienen. We kunnen Christus niet volgen en tegelijk de zonde dienen. Het volgen van Christus vereist een keus, een breuk met de wereld en de zonde. Dit brengt kruis en strijd met zich mee. Ten tweede bestaat het kruis van het discipelschap uit het dragen van smaad en spot. Een christen leeft een leven dat door de wereld wordt bespot. Hij heeft een geloof dat door de wereld wordt veracht. Het kan zelfs wel zo worden, zoals Jezus in het verband van deze tekst zegt, dat eens mans huisgenoten zijn vijanden worden. Wat is dat een zwaar kruis! Ten derde: we moeten bereid zijn alles prijs te geven om Christus te kunnen volgen. Alles wat ons hindert, al zou het ons rechteroog zijn, al is het onze rechterarm, ja, al zijn het vader of moeder, akkers of wijngaarden, moeten we prijsgeven. Wat brengt dat pijn en kruis met zich mee! Ten vierde vereist het discipelschap de bereidheid om het zondige vlees te kruisigen en de oude mens te doden. De oude mens is het zwaarste kruis van de christen. We lezen van de apostel Paulus dat hij bijna nergens bang voor was. Hij durfde de duivel wel uit te dagen en te zeggen: Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? (Rom.8:33). Maar omtrent de oude mens zegt hij: Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? (Rom.7:24).
www.prekenweb.nl
3/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Ten slotte bestaat het kruis van het discipelschap uit een geestelijke oorlog, een levenslange strijd tegen satan, zonde en wereld. Het is een krijgsdienst waaruit we niet eerder ontslagen worden dan door de dood. Wanneer we dit alles tot ons laten doordringen, lijkt het niet aantrekkelijk om Jezus te volgen. Er is kruisdragen aan verbonden. Het is eigenlijk een wonder dat Jezus nog volgelingen heeft. Wat begeerlijks is er aan om een kruis te dragen? Het lijken dwazen die met Mozes ‘de smaadheid van Christus meerdere rijkdom achten dan de schatten van Egypte’. Toch zijn dit geen dwazen, maar wijzen. Zij zien evenals Mozes op de vergelding des loons. Hun ogen zijn door Gods Geest geopend om te zien waar een leven zonder Christus eindigen zal en waar een leven met Christus eindigen zal. De waar gelovigen hebben zichzelf leren kennen als een doemwaardig zondaar voor God en weten wat het zijn zal om God buiten Christus te ontmoeten. Deze kennis heeft Christus voor hen onmisbaar en dierbaar gemaakt. Sinds die dag zijn zij evenals Paulus maar met één ding bezet, namelijk om Christus te gewinnen. Jezus met Zijn kruis is hun dierbaarder geworden dan de wereld met haar kroon. De gesmade en gekruisigde Zaligmaker bezit voor hen een heerlijkheid die de schatten van Egypte doen verbleken. Christus is in hun ogen de Parel van grote waarde waarvoor zij bereid zijn alle andere parelen te verkopen. Zij bezitten de hartelijke bereidheid om het kruis van het discipelschap op zich te nemen en Christus na te dragen. Zij zijn bereid om vader en moeder, broers en zusters, akkers en wijngaarden prijs te geven, indien zij hen hinderen om Christus na te volgen. Hoe pijnlijk en smartelijk dit ook mag zijn. Christus is hen meerder dan alle aardse betrekkingen en goederen. Ieder waar christen draagt op de een of andere wijze het kruis van het discipelschap en heeft mensen en zaken moeten prijsgeven om Christus na te volgen. Het kruis is daarom het hoge onderscheidingsteken van Jezus’ discipelen en het merkteken van Zijn kudde. Het hoort bij de weg die de gemeente van Christus in dit leven gaat. Men kan Christus’ goederen niet ontvangen zonder ook het kruis ten geschenke te krijgen. Reeds bij de vroege christenen, was het kruis daarom het symbool van alles wat men prijs moest geven om een discipel van Jezus te zijn. Dat stemt overeen met Jezus’ leer uit onze tekst: En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. En zalig is hij die daarover niet aan Jezus geërgerd wordt, maar Zijn smaadheid verkiest boven de schatten van Egypte. Gaan we nu naar onze tweede gedachte: 2. De zin van het kruis Wat is de zin van het kruis? Wat heeft God ermee voor? Waartoe dient het? Het kruis is toch alleen maar pijnlijk en smartelijk? Je kunt er toch alleen maar bij verliezen? Ja, zo zouden wij oordelen. Maar de Heere oordeelt anders. Hij gebruikt het kruis als geneesmiddel. In de bekering van mensen voegt God het kruis dikwijls bij Zijn Woord. De mens wil van zichzelf naar het Woord niet luisteren. Hij mag het uiterlijk als leer aanvaarden, maar laat zich niet door God en Zijn Woord gezeggen. Hij geeft niet werkelijk acht op de bedreigingen en beloften van het Woord van God. Zo leeft www.prekenweb.nl
4/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
menigeen onbekeerd verder onder de prediking van het Woord van God. Om die mens op het Woord acht te laten geven voegt de Heere dan bij het Woord het kruis van tegenspoed, ziekte, dood en teleurstelling. In Zijn ontferming maakt God dat het levensleed ons naar Zijn boodschap in het Woord doet luisteren. God opende dan ons hart voor het Woord door middel van het kruis. Het kruis is medicijn voor hen die door Gods genade reeds wedergeboren zijn. Het is medicijn tot de doding van de oude mens en tot de kruisiging van het zondige vlees. Het is onmisbaar tot vernedering van onze hoogmoed. Er is een verborgen zegen in het kruis. God verwondt niet zonder reden. Hij verwondt om te genezen en vernedert om te verhogen. God draagt ons dan ook geen wrok toe als Hij ons kastijdt en ons het kruis oplegt. Hij kastijdt zoals een vader zijn zoon kastijdt: tot ons nut. Kastijding is bewijs van liefde. Zo zegt de apostel Paulus: ‘Mij is gegeven een scherpe doorn in het vlees en een engel des satans die mij met vuisten slaat.’ En waartoe? Waartoe dit kruis waar Paulus onder zuchtte? Het antwoord is: ‘Opdat ik mij niet zou verheffen.’ Zo en op die wijze heeft God deze duistere zaak voor Paulus opgehelderd. Daarom verhoorde God zijn gebeden om verlossing van het kruis niet. Daarom moest dat kruis blijven, opdat Paulus zich niet zou verheffen. Het was bedoeld om Paulus, die zulke hemelse openbaringen had ontvangen, ootmoedig te houden. De discipline van het kruis is dan ook meer dan nodig. Het is nodig tot doding van de oude mens en om onze hoogmoed uit te roeien. De leer van de noodzaak van het kruis hangt samen met de leer van de verdorvenheid van onze gevallen natuur. Het is opmerkelijk dat mensen die zo spreken kunnen over de verdorvenheid van de gevallen natuur, zo weinig het nut zien van het kruis. Het kruis staat in verband met de overtuiging dat van de mens, ook van de begenadigde mens, niet veel goeds te verwachten is. De zondige mens is als een boom die steeds gesnoeid moet worden, anders draagt hij geen vrucht. Er moet steeds gewicht aan de klok hangen, wil de klok lopen. De zondaar moet voortdurend vernederd worden om Zijn heil en zaligheid bij God en Christus te zoeken. God zoekt in het kruis onze bekering. Hij zoekt ons behoud. Hij slaat om te kunnen helen. Als iemand zorgeloos voortleeft, zijn heil en geluk zoekt bij de gebroken bakken van aards plezier, van werelds genot, van geld en goederen, en de Heere slaat die gebroken bakken stuk, dan gebeurt dat uit liefde. Dan zoekt de Heere daardoor tot bekering te leiden. Hoe velen van Gods kinderen danken hun eerste ontwaken aan kruis en tegenspoed. Soms aan de dood van een geliefde man, vrouw of kind. De Heere heeft hen door middel van het kruis wakker geschud. Hij heeft hen daardoor de leegheid en vergankelijkheid van de wereld getoond. Het heeft hen geleerd wat het zeggen wil een ziel te bezitten en op reis naar de eeuwigheid te zijn. Door middel van alle smart en beproeving is het heilige besef op hen gelegd, dat ze eens voor Gods rechterstoel zullen staan en rekenschap moeten afleggen. Het kruis bracht tot de vraag: ‘Mijn ziel, doorziet gij uw lot,
www.prekenweb.nl
5/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?’ Het werd het begin van een zoeken naar de dingen van Gods Koninkrijk. Zo lijkt het kruis eerst alleen maar een donkere wolk te zijn die op ons is gevallen, maar later zegen we met Jesaja: ‘Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op Mij geweest zijt, want Uw toorn is van mij afgekeerd en nu vertroost Gij mij.’ God legt door het kruis aan op de doding van onze liefde tot de wereld. Calvijn zegt dat wij van nature geneigd zijn tot een beestachtige liefde tot deze wereld. Om dit kwaad tegen te gaan, bezoekt de Heere met kruis en tegenspoed. Door de tucht van het kruis, zo stelt Calvijn, leren wij de ogen naar de hemel opheffen en een beter vaderland zoeken. Het kruis loutert en maakt pasklaar voor de hemel. De levensellenden en teleurstellingen zijn niet bedoeld om het tegenwoordige leven te verachten, maar ‘om het toekomende leven te overdenken’. Het richt onze gedachten op de eeuwige dingen. Er is, volgens Calvijn, geen middenweg. De aarde moet ons waardeloos worden of zij houdt ons in ongebreidelde liefde gevangen en voert ons met haar ten verderve. Het is genade van God om ons door kruis en tegenspoed te bevrijden uit de jacht naar rijkdom, macht en aards genot, en te leren dat wij hier geen blijvende stad hebben. Wij denken wel hard over het kruis, maar het is bedoeld om ons losser te maken van het aardse en te doen zoeken naar de hemelse goederen. Het leert ons: ‘Hier beneden is het niet.’ Wat is dat ook in het leven van de gelovigen een blijvende leerschool! Wij slaan onze pinnen zo vast in en zoeken onze rust in deze wereld. De bekende Thomas Boston zegt in zijn dagboek: ‘Iedere keer als ik een veilig nest gebouwd had en mij daarin wilde neerleggen, legde God er een scherpe doorn in.’ Zo blijven Gods kinderen vreemdeling. Het kruis is bedoeld om onze blik meer te richten op de hemelse schatten. Daardoor blijven wij beleven: ‘Hier is het land van de rust niet!’ En zo blijven wij uitzien naar de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is. Het kruis is bedoeld ter bevordering van onze heiligmaking. In Hebreeën 12 handelt de apostel over vaderlijke kastijding van God. De apostel besluit dan zijn betoog met te zeggen: Opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden (Hebr.12:10). Dit is Gods doel met de kastijding. De Heere zoekt daardoor in de Zijnen de oude mens te doden en de nieuwe mens tot wasdom te brengen. Hoe pijnlijk het kruis ook kan zijn, het heiligt en loutert de christen. De nieuwe mens wordt wel door het kruis geschud, maar de beproeving doet de nieuwe mens geen schade. Het echte goud heeft het vuur immers niet te vrezen. Het kruis is een breidel die God de Vader aanlegt om de oude mens te beteugelen. Die oude mens kreunt daar wel onder en komt daaronder wel in opstand, maar toch wordt de oude mens door het kruis meer en meer gekruisigd. Zo houdt God ons in het rechte spoor. Het is Zijn methode om ons dichtbij Zich te houden. Het kruis dient tot groei van de geschonken genaden. God heeft Zijn kinderen verschillende genaden geschonken. Die genaden moeten echter tot groei worden gebracht en levendig worden gehouden.
www.prekenweb.nl
6/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Luther heeft gezegd dat niemand een goed christen kan zijn zonder drie dingen: aanvechting (temptatio), doding van de oude mens (mortificatio) en overdenking van het toekomende leven (meditatio). De beste zeelieden worden in de storm gemaakt en de beste soldaten aan het front. Zoals de wortels van de boom door de storm zich diep in de grond hechten, zo wordt de genade van Gods kinderen geoefend in de beproeving, in de strijd. Het kruis is voor het genadeleven een vruchtbare boom. Het kruis brengt vele gezegende vruchten voort. Door het kruis groeit de genade. De twee belangrijkste genaden zijn: de genade van het gebed en de genade van het geloof. Door het kruis groeit de genade van gebed. Toen Paulus verzocht werd door een engel des satans die hem met vuisten sloeg en een doorn in het vlees hem terneer drukte, heeft hij gebeden zoals hij waarschijnlijk maar weinig in zijn leven gebeden heeft. Hij brengt dit onder woorden met te zeggen: Hierover heb ik de Heere driemaal gebeden (2 Kor.12:8). Hij heeft zijn ogen opgeslagen naar de hemel en God gezocht met een ongekende ernst, drang en verlangen naar verlossing. Het kruis verlevendigde en bekrachtigde Paulus’ bidden. Daarom twist de Heere met Zijn kinderen. Hij wil hun de plicht van het gebed leren. Het kruis en de beproeving brengen ons op de knieën en leren ons bidden, echt bidden. Het maakt onze gebeden krachtig en waar. Door het kruis groeit ook het tweede: de genade van het geloof. Luther was gewoon om dikwijls te zeggen dat wij zonder aanvechting het Evangelie niet kunnen verstaan. Luther wilde daarmee zeggen dat zonder dat je de schuld voelt drukken, de vloek van de overtreden wet in je oren hoort klinken, de duivel en je geweten je benauwen vanwege je bedreven zonden, je de troost van het Evangelie niet kunt ontvangen. In die nacht van strijd en schuld, veroordeling en aanklacht van ons geweten, wordt de troost van het Evangelie geleerd. Dan leren wij de troost kennen van de boodschap: Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons (Gal.3:13). Het kruis en de beproeving maken ons geloof sterker. Door en in de verdrukking groeit het geloof. Dan groeit het vertrouwen op God. Want wanneer beleven we dat het waar is wat God heeft beloofd? Wanneer zijn de beloften ons houvast? Wanneer ervaren wij de waarheid van Gods beloften? Wanneer beleven we dat het waar is wat de Bijbel zegt: ‘Wanneer u door het water zult gaan, Ik zal bij u zijn’? Dat leren we in de strijd! In de beproeving gevoelen wij dat het waar is wat God belooft. Gods beloften worden er krachtiger en zekerder door. Ze gaan pas voor ons leven in de verdrukking. We zeggen dan met de dichter dat de Heere ‘krachtig bevonden is een Hulp te zijn in benauwdheden’. We krijgen daar dan ervaring, bevinding van. De bekende Warburton schreef in zijn Bijbel bij sommige beloften het woord ‘beproefd’. Dit betekende dat hij ondervonden had dat deze beloften waar waren. Een christen kan niet zonder het kruis. Het is onontbeerlijk voor het christenleven. Het is de weg die God met Zijn volk gaat. In de wereld zult gij verdrukking hebben (Joh.16:33). En toch is het geen leven zonder vreugde. Allereerst omdat het kruis van God komt, omdat vaderlijke liefde en wijsheid het ons heeft opgelegd. Dat te zien, brengt reeds onuitsprekelijke troost in ons hart. Het doet ons zeggen: Ik weet dat Gij mij uit www.prekenweb.nl
7/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
getrouwheid verdrukt hebt (Ps.119:75). Het kruis brengt zoetheid en vreugde met zich mee omdat het achter Jezus wordt gedragen. Het maakt de last licht en het juk zacht. Daarop letten we in de derde plaats: 3. De troost van het kruis En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Het kruis moet niet alleen worden opgenomen en gedragen, maar het moet achter Jezus worden gedragen. Het gaat over ‘die Mij navolgt’. Jezus heeft het over het kruis in verband met de navolging van Hem. Dat wijst op de band tussen Christus en Zijn gemeente. De beproefde kruisdragende christen gaat geen eenzame weg. Jezus is de kruisdrager voorgegaan. We komen nergens, of Hij is er geweest. Overal vinden we Zijn voetstappen. Daarin is een diepe troost. Het is de weg die Jezus is gegaan. Hierin is een diepe troost. Deze diepe troost is echter verbonden met ‘en Mij navolgt’. Deze troost wordt alleen ondervonden door hen die niet alleen een kruis dragen en het niet alleen op zich nemen, maar die het achter Jezus dragen. Het gaat namelijk over het kruis van de christen. Kenmerkend voor de christen is dat hij of zij Jezus navolgt. Zij treden in Zijn voetstappen. Jezus heeft hen weggeroepen uit het tolhuis, de netten, de wereld, de zonde, de geldgierigheid en alles waarin een mens verstrikt kan zitten. In hun leven heeft het geklonken: ‘Volg Mij!’ Sinds die dag volgen zij Hem na en achten ze Zijn smaadheid meerdere rijkdom dan de schatten van Egypte. Zij hebben alles wat hen weerhield om Christus te volgen, verlaten. Zij kunnen met Petrus zeggen: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd (Matth.19:27). Zij hebben soms letterlijk vader en moeder, broers en zusters, akkers en wijngaarden om Christus’ wil verlaten. Zij gaan de weg achter Jezus. Op die weg staan Jezus’ voetstappen. Zij komen waar Hij eerder is geweest. Wat is daarin een rijke troost! Niets is zo bemoedigend in beproeving, vervolging, lijden, kruis en tegenspoed, dan het oog te mogen slaan op de Meester en te mogen horen: ‘Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Zij hebben Mij veracht, zij zullen ook u verachten. Zij hebben Mij gesmaad, zij zullen u ook smaden.’ Te mogen horen: ‘Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet op zal houden.’ Te verstaan: ‘Ik ben u voorgegaan! Ik ben in alles verzocht gelijk gij, doch zonder zonde, opdat Ik u in alles te hulp zou kunnen komen.’ Zo komt de gewilligheid tot stand om het kruis te dragen en Zijn voetstappen te drukken. Want die gewilligheid hebben we niet van onszelf. Die gewilligheid komt tot stand door het kruis achter Jezus te dragen. Onze blik wordt dan op Christus gericht, Die ons is voorgegaan. Wij zien ons kruis dan in een ander licht. De smaad van de wereld; het alleen staan in de familie; het niet begrepen worden door vrienden; het eenzaam gaan van de weg, wordt dan de weg van Christus en Zijn gemeente. We beginnen dan te verstaan dat Paulus de gelovigen bevoorrecht noemt omdat hen ‘in de zaak van Christus niet alleen gegeven is om in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden’ (Filipp.1:29). We mogen ons dan met de discipelen bij tijden verblijden dat we waardig geacht zijn om voor de Naam van Jezus smaadheid te dragen. www.prekenweb.nl
8/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Onze weg wordt dan de weg des Heeren. Het maakt de last van Christus licht en Zijn juk zacht. Dan wordt vooral ook ondervonden: ik ga geen eenzame weg. Christus is mij voorgegaan. Het kruis verbindt juist te hechter met Christus. Zonder de gemeenschap met Christus blijft het kruis onvruchtbaar. Dan leidt het niet tot Godskennis en zelfkennis. Dan leidt het niet tot vermeerdering van gebed. Dan leidt het niet tot vermeerdering van geloof. Dan worden we door het leed niet pasklaar gemaakt voor de hemel. Dan leert het ons niet de wereld af te sterven. Dan leert het ons niet de stad te zoeken die fundamenten heeft. Indien het navolgen van Christus ontbreekt, ontbreekt de troost en de balsem van het zien op Jezus. Het is niet het kruis van een christen dat we dragen. Er wordt ook in de wereld geleden, soms ontzéttend geleden. Sommige mensen gaan een zware weg. Ongelovigen kunnen ook een zwaar kruis hebben. Maar ze wenden zich met hun tranen en verdriet, zorgen en ellenden niet tot God. Zij dragen het kruis niet achter Jezus. Zij slaan hun blik niet op de hemelse Meester Die gezegd heeft: In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen (Joh.16:33). Daarom kennen zij niet de troost van het kruis achter Jezus dragen. In het dragen van het kruis achter Jezus ligt een bijzondere zoetheid. De liefdegeur van Christus hangt dan aan ons kruis. Welke zoete troost daarin is te vinden, is moeilijk onder woorden te brengen. Dan zien we niet alleen dat de liefde en de wijsheid van een hemelse Vader dit kruis op ons heeft gelegd; dan brengt het kruis ons in gemeenschap met een gesmade en vernederde Christus, Die overwonnen heeft en gezegd heeft: In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen. Ik ga heen om u plaats te bereiden (Joh.14:2). In het drukken van Zijn voetstappen; het gemeenschap hebben aan Zijn lijden; enigszins het beeld van de Zoon van God gelijkvormig te worden; in alle strijd, smart en kruis de blik op Hem gericht te hebben. Zie, dit alles maakt de navolging van Christus zoet. Het kruis brengt dus troost met zich mee. Soms een troost die ons met Paulus en Silas doet zingen in de gevangenis. Maar we moeten het kruis niet onwerkelijk maken. Het kruis blijft kruis. Het kruis blijft schaven en bezeren. Daarom dragen wij het niet stoïcijns en onbewogen. We dragen het niet koud en ongevoelig. Zo droeg Jezus het ook niet. Hij zuchtte er onder. Dat is geen zonde. Jezus weende bij Lazarus’ graf. Hij zuchtte onder Zijn kruis. Wij dragen leed over de dood van onze dierbaren; hebben zorg over ons nageslacht; de smaad van mensen doet ons pijn; de onoprechtheid van broeders blijft zwaar om te dragen; ziekte en eenzaamheid blijven zwaar om te dragen. Het kruis schaaft en bezeert. Het blijft een kruis. Wanneer we het echter achter Jezus mogen dragen, brengt het meer troost en vreugde dan verdriet en zorg. Dit komt omdat Christus er de vloek uit heeft weggenomen. Er is en blijft een groot verschil tussen het kruis dat Jezus droeg en het kruis dat Zijn volgelingen dragen. Thomas Boston zegt hierover: ‘Christus nam Zijn kruis op en er was een vloek in. Hij legt nu de Zijnen een kruis op zonder vloek. De spijkers zijn gebleven,
www.prekenweb.nl
9/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
maar het vergif is eruit.’ Wat is dat waar! De kinderen Gods dragen een kruis dat zegen en troost brengt. De christen valt de rijkste troost ten deel als hij onder het kruis verkeert. De regen die de dalen drenkt en vruchtbaar maakt, laat de hoge toppen van de bergen onbesproeid. Gods kinderen ondervinden dat in het lage dal van de beproeving de meeste zegen valt. Wanneer zij door het dal van de moerbeziënbomen doorgaan, schenkt de Heere de meeste troost en geestelijke blijdschap. Wanneer zag Jakob engelen langs een ladder hemelwaarts opklimmen en nederwaarts op de aarde dalen? Was het niet toen hij als een vluchteling, als een eenzame balling, door zijn geweten veroordeeld, zijn hoofd ter ruste legde op een steen? Wanneer zagen de drie jongelingen Christus in de gedaante van de Zoon des mensen? Was het niet toen de oven zevenmaal heter was gestookt? Wanneer kreeg Johannes die heerlijke verschijning van Christus? Was het niet als balling op het eiland Patmos? En wanneer zag Stefanus de hemelen geopend en Jezus staande ter rechterhand Gods? Was het niet toen de stenen op hem vielen? De oprechten gaat het licht op in de duisternis (Ps.112:4). God haalt op uit de diepte. Het geloof ziet in de beproeving op Christus. Dat verzoet alle leed. Ten slotte, het kruis leidt naar de kroon. Geen kruis, geen kroon. Terwijl het feestvieren van de ongelovigen de brede weg is naar het eeuwige verderf, is het kruis voor Gods kinderen de weg naar de hemel. Zo is en blijft de Heere voor de vromen goed, ondanks het kruis dat Hij oplegt. Zo lezen we dat in Psalm 73. We moeten niet vergeten dat daarmee die psalm begint. Zo denkt Asaf over zijn God: Immers is God Israël goed (Ps.73:1). God blijft goed, ook als Hij de Zijnen het kruis oplegt. Of moeten we het omkeren? Hebben wij niet veeleer het kruis aan Zijn goedheid te danken? Gemeente, wat een zoete lessen zijn er in het dragen van het kruis. Draag het kruis Jezus na, ga er mee tot Hem, leg het leed aan Zijn voeten neer, dan zul je ervaren dat Zijn last licht en Zijn juk zacht is. Gods kinderen zijn op reis en bijna thuis. Daar zullen alle raadsels opgelost worden. Daar zullen ze de Heere danken, vooral danken voor het kruis dat hen heiligde, dat hen ootmoedig hield, dat hen de stad deed blijven verwachten welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. Laten wij nu eerst samen zingen uit Psalm 73 vers 12: ‘k Zal dan gedurig bij U zijn, In al mijn noden, angst en pijn; U al mijn liefde waardig schatten, Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten. Gij zult mij leiden door Uw raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat; En mij, hiertoe door U bereid, Opnemen in Uw heerlijkheid.
www.prekenweb.nl
10/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Jezus leerde met grote nadruk: En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. Wat voor soort christendom men ook proclameert, dit is het christendom dat Jezus gepredikt heeft. Dat is geen aantrekkelijke weg. Op die manier maak je geen discipelen. Dat is toch niet verstandig van de Heere Jezus? Jonge mensen, daar worden jullie toch niet jaloers op? Daarom denken sommigen dat we het anders moeten doen, dat we het christendom anders moeten voorstellen. De duivel doet het anders. Hij belooft: ‘Wanneer je mij dient, heb je vreugde, genot en plezier in je leven.’ De duivel roept: De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is lieflijk (Spr.9:17). Maar hij is een leugenaar. Hij verzwijgt wat de Spreukendichter verder zegt: Haar genoden zijn in de diepten van de hel (Spr.9:18). Satan houdt ons een zoete bete voor, maar hij verbergt er een haak in, om ons daarmee ten verderve te voeren. Laat daarom het kruis van Jezus u niet afschrikken. Als je het achter Jezus draagt, dan is het licht. Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht (Matth.11:29-30). Het wordt zwaar als je het niet achter Hem aan draagt of in eigen kracht wil dragen. Het wordt ondraaglijk wanneer je het onwillig draagt. Door verzet schaaft en verwondt het kruis je rug. Het wordt alleen een getroost kruis als je Christus navolgt. Dan kom je nergens, of Hij is er al geweest. Hij zal je toeroepen: ‘Ik ben u voorgegaan; volg Mij!’ Het kruis heeft Simon van Cyréne in aanraking met Jezus gebracht. Wat ben je een gelukkig mens, als je zeggen kunt: ‘Zonder dit verdriet, zonder deze tegenslag, zonder deze teleurstelling, zonder dit verdriet had ik nooit naar de Heere gezocht en zou ik Christus nooit hebben leren kennen. Dan zou ik nog steeds op de brede weg naar het verderf zijn.’ Wij leggen het kruis verkeerd uit. Wij denken dat kruis en liefde niet kunnen samengaan. Maar God heeft een mens nooit meer lief dan wanneer Hij hem tuchtigt tot bekering. De tucht van het kruis is de vaderlijke zorg van God over het behoud van onze zielen. Augustinus heeft dan ook gezegd: ‘Wijst de roede niet af, als gij niet afgewezen wilt worden van de eeuwige erfenis.’ De Heere dient niet aan ieder mens hetzelfde medicijn toe. Hij legt niet ieder mens hetzelfde kruis op. De kwaal verschilt. De behandeling verschilt. Maar er is geen christen zonder kruis. En die zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. We moeten, als God ons een kruis oplegt, in welke vorm dan ook, onze gedachten laten gaan over vier belangrijke dingen. Ten eerste moeten we denken aan de wijsheid van God Die het ons oplegt. We moeten bedenken dat Hij de opperste Wijsheid is. We moeten weten dat wat wij niet doorzien voor de Heere doorzichtig is en dat Hij het altijd oplegt met wijze bedoelingen. Ten tweede moeten we denken aan de rechtvaardigheid van het kruis. Ook dat maakt het kruis dragen gemakkelijk, als je denkt: ‘Heere, indien U naar mijn zonden had gedaan, had U mij een veel zwaarder kruis op kunnen leggen.’ www.prekenweb.nl
11/12
Ds. C. Harinck – Het dragen van het kruis
Ten derde moeten we denken aan de liefde van het kruis, want in de kastijding van de Vader klopt de liefde van de Vader. Salomo zegt daarom: ‘Die zijn zoon liefheeft, bezoekt hem vroeg met tuchtigingen.’ Zo handelt God met ons als Hij ons een kruis oplegt. Die de Heere liefheeft, kastijdt Hij (Hebr.12:6). Ten vierde moeten we denken aan de zegen van het kruis. Denk aan wat het oude Hollandse gedicht zegt: ‘De vrucht van Christus’ kruis wordt niet ongekruist ontvaân.’ Zie, al deze zaken wekken ons op om ons kruis op ons te nemen en het Christus na te dragen. Schud het kruis niet van u af. Buk er onder. Ga er mee tot Hem, Die roept: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht (Matth.11:28,30). En, volk des Heeren, Maarten Luther zegt: ‘Indien het mogelijk was dat de kinderen Gods in de hemel ergens berouw over zouden hebben, dan zouden ze berouw hebben dat ze hun kruis niet opgewekter hebben gedragen.’ Wat zal dat zijn, wanneer de Heere eens alle kruisen zal afnemen en alle tranen van de ogen zal afwissen. Dan zullen we een nieuw lied zingen, dat we op aarde nooit gezongen hebben. Een gezang dat nooit meer ophouden zal; het lied van Mozes en het Lam. Dan zullen we die God aanbidden Die in Zijn hemelse wijsheid het kruis gebruikte om ons achter Jezus te brengen, opdat we zo met Christus de heerlijke kroon der overwinning zouden ontvangen. Amen.
Slotzang: Psalm 138: 4 Als ik, omringd door tegenspoed, Bezwijken moet, Schenkt Gij mij leven; Is ‘t, dat mijns vijands gramschap brandt, Uw rechterhand Zal redding geven. De HEER’ is zo getrouw, als sterk; Hij zal Zijn werk Voor mij volenden, Verlaat niet wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.
Deze preek is eerder gepubliceerd in de prekenserie ‘Een zaaier ging uit…’ (deel 26)
www.prekenweb.nl
12/12