Verbinden van boer en burger als strategie voor een duurzaam voedselsysteem
‘’Het verbinden van boer en burger leidt tot bewustere keuzes van consumenten’’
Ve
José Aalders 101857
Verbinden van boer en burger als strategie voor een duurzamer voedselsysteem. Voedsel behoort tot de eerste levensbehoeften. Lange tijd was de mens druk om ervoor te zorgen dat hij voldoende voedsel kon krijgen. Inmiddels is voedsel voor de Nederlandse consumenten in overvloed beschikbaar en dankzij de historisch lage prijzen meer dan ooit betaalbaar (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2014). Deze overvloed aan voedsel heeft echter ook een negatief effect, zowel voor de mens als voor de leefomgeving. Voor de mensen omdat te veel en ongezond eten leidt tot gezondheidsklachten. Voor de leefomgeving omdat de productie van voedsel leidt tot ongewenste effecten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om uitstoot van broeikasgassen, verlies van biodiversiteit en het gebruik van antibiotica (Planbureau voor de Leefomgeving, 2013). De meeste consumenten in Nederland willen veilige versproducten die ook op een diervriendelijke manier zijn geproduceerd met aandacht voor het milieu. Echter bestaat er een inconsistentie tussen de houding en het gedrag van de consument (ZLTO, 2014). De houding van de consument dringt niet door tot het koopgedrag. Dit maakt het voor veel boeren in Nederland moeilijk om het hoofd boven water te houden. De keuze van de consument is dan ook van groot belang voor het behoud van de agrarische sector. En het verduurzamen van de voedselproductie en consumptie. Mijn stelling luidt dan ook: ‘’Het verbinden van boer en burger leidt tot bewustere keuzes van consumenten’’ Hoe korter de keten hoe transparanter de informatie. Reclame-uitingen van levensmiddelen komen niet altijd overeen met de werkelijkheid. Zo lijkt pastasaus altijd uit Italië te komen en groente en fruit liggen zo vers van het land op je bord. De consument heeft hierdoor niet altijd een realistisch beeld over hoe voedsel wordt gemaakt en waar het vandaan komt. Om een bewuste keuze te maken moet de consument over betrouwbare eenduidige en toegankelijke informatie beschikken. Over waar het voedsel vandaan komt en hoe het is geproduceerd. (Planbureau voor de Leefomgeving, 2013). ‘’Hoe langer de keten des te groter het risico op fraude en voedselschandalen. Over de veiligheid van voedselproductie en daarmee de transparantie in de keten mag geen enkele twijfel bestaan’’, zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland (Maat, 2014). Een bijkomend voordeel van een korte voedselketen is dat de boer een eerlijke prijs krijgt voor zijn
product en de consument een eerlijke prijs betaald voor zijn product. Daarnaast ontstaat er veel meer ruimte voor communicatie, transparantie en participatie. Het verbinden van boer en burger haalt de voedselproductie uit de anonimiteit. Globalisering heeft de afstand tussen producent en consument steeds verder vergroot. Hierdoor is het verantwoordelijkheidsgevoel van de consument aangetast. Gebrek aan transparantie heeft dat gevoel versterkt. Daarnaast is veel van ons voedsel bewerkt en hebben we nauwelijks zicht op de herkomst en productiewijze daarvan. Waarom zou ik me verantwoordelijk voelen voor iets dat ik niet weet of iemand die ik niet ken? Daarom voelt men zich ook niet medeverantwoordelijk voor de duurzaamheid van producten, laat staan dat we bereid zijn er meer voor te betalen of juist minder van te consumeren (Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding, 2012). Om consumenten te verleiden tot bewustere keuzes moet de voedselproductie uit de anonimiteit gehaald worden en weer een gezicht en verhaal krijgen. ‘’De lineaire voedselketen moet plaatsmaken voor een circulaire voedselketting, waarbij consument en producent weer met elkaar communiceren en zich verantwoordelijk voor elkaar voelen’’ (Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding, 2012). De keuze van de consument wordt bepaald door het aanbod. Hoewel het informeren van de consument belangrijk is, blijkt uit de praktijk dat hun keuzes voor een groot deel worden bepaald door het beschikbare aanbod, eenvoudige keuzeroutines en culturele gewoonten. Vooral supermarkten hebben als schakel tussen de producent en consument een belangrijke positie. Met hun ketenmacht kunnen ze een positieve bijdrage leveren aan de verduurzaming van het voedselsysteem. Aan de inkoopkant kunnen zij namelijk selecteren op duurzame producten. Aan de verkoopkant kunnen ze hun marketingkennis inzetten om consumenten tot duurzame aankopen te verleiden (Planbureau voor de Leefomgeving, 2013). Wil de consument voor duurzaam voedsel kunnen kiezen, dan moet dat aanbod er ook zijn. Dat supermarkten inspelen op de veranderende vraag van consumenten blijkt onder andere uit verschillende labels die worden geïntroduceerd. Zo heeft Albert Heijn het label puur&eerlijk waaronder biologische, ecologische fair trade en scharrelproducten te vinden zijn (Albert Heijn, z.j.).
Echter noemde Food Watch, de voedselwaakhond, het label puur&eerlijk misleidend. Ze maakte bekend dat onderzoek uitwees dat samengestelde producten die AH onder het puur&eerlijk-label verkocht niet alle ingrediënten biologisch dan wel eerlijk zijn verhandeld. Met name bij de samengestelde producten gaat het fout. Het logo puur&eerlijk zegt bij zo’n product alleen dat minstens één ingrediënt verantwoord is. De rest kan net zo goed bestaan – en bestaat ook daadwerkelijk– uit smaakversterkers, E-nummers, vlees of melk uit de bio-industrie (puur-eerlijkecht-een-niveau-te-hoog-voor-albert-heijn, 2015). Daarnaast liggen duurzamere producten vaak naast gangbare producten in het schap, als (duurder) alternatief, niet als vervanger. In de huidige situatie hebben zowel de boer als de consument niks te vertellen. Bij de gangbare keten ligt de macht vooral bij de supermarkten, bij een korte keten ligt deze vooral bij de producent en consument. In een korte keten is de macht gelijker verdeeld en zodra de transparantie over de herkomst en het verhaal achter het product beter communiceerbaar wordt, komen boer en consument meer naast elkaar te staan, waardoor innovatie, vertrouwen en dus samenwerking mogelijk wordt (Arkenbout & Prause, 2014). Bovenstaand voorbeeld illustreert dat supermarkten nog maar weinig doen om zowel de voedselproductie als -consumptie te verduurzamen. Als producten en consumenten met elkaar in verbinding worden gebracht ontstaat er een dialoog waarbij boeren kunnen inspelen op de wensen van de consument. En consumenten de keuzes van de boer beter begrijpen. Co creatie tussen producent en consument Meer betrokkenheid proberen te creëren bij consumenten door middel van co-creatie draagt bij aan beter geïnformeerde consumentenkeuzes. Producenten kunnen de consumenten namelijk letterlijk betrekken bij de voedselproductie en hen verleiden tot een duurzamere gezondere voedselconsumptie. De consument is geen uniforme groep. Iedere consument maakt voor zichzelf de afweging welke waarden hij in zijn voedsel of wijze van produceren terug wil zien. De consument is het sluitstuk van de keten en bekleed hiermee een cruciale rol. Om een keuze te kunnen maken moet de consument over voldoende informatie beschikken, bewust zijn van de gevolgen en over keuzemogelijkheden beschikken. Veel burgers en bedrijven (vaak lokaal) nemen initiatief als het gaat om kwaliteit en herkomst van voedsel. Burgers verbinden met regionale producten is hierbij vaak het uitgangspunt. Deze
initiatieven dragen bij aan de (her)waardering van duurzaam, gezond voedsel en de aandacht voor de oorsprong ervan. Kwaliteit, smaak, genieten en gezond zijn sleutelwoorden (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009). Puur Lokaal is een nieuwe vorm van ketenorganisatie, met als kern directe verbindingen en levering regionale/streekproducten van boeren en tuinders aan consumenten. Tussenschakels worden zoveel mogelijk uitgeschakeld (korte keten) en burgers participeren in de ‘eigen voedselcoöperatie’. Puur Lokaal wil bijdragen aan de “kwaliteit van leven”, door goed voor jezelf, elkaar en je omgeving te zorgen door middel van duurzaam, gezond, eerlijk en lekker voedsel. Behoud agrarische sector ook van belang voor Nederlandse cultuur Het aantal agrarische bedrijven in Nederland daalt snel. Elke dag stoppen er vier met hun werk. Ze kunnen financieel niet meer rondkomen of hebben geen opvolger. Door scherpe concurrentie gaat een toenemend aantal boeren failliet. De verwachting is dat de komende 20 jaar zo’n 24.000 agrarische bedrijven zullen sluiten (Eénvandaag, 2014). Sommige verwachten dat de teruggang van het aantal agrarische ondernemers zal worden gecompenseerd door schaalvergroting, de kleine boeren zullen verdwijnen. Hiermee zal de aanblik van het Nederlandse platteland de komende decennia flink veranderen. Op steeds meer plaatsen verdwijnt de landbouw als dominante functie en daarmee als bepaler van het landschap. In grote mate bepalen boeren het aanzien van het landschap. Hierdoor zijn oorspronkelijk de regionale verschillen ontstaan die zo kenmerkend zijn voor Nederland (Rijksoverheid, 2008). Conclusie Het feit dat producenten en consumenten steeds verder van elkaar af zijn komen te staan draagt niet bij aan het draagvlak voor de boeren in de samenleving. Daar komt bij dat onder andere door voedselschandalen en milieuveranderingen de agrarische sector onder een vergrootglas is komen te liggen. Om de Nederlandse agrarische sector te behouden en de voedselproductie en –consumptie verder te verduurzamen moeten we terug naar de basis, daar waar ons voedsel vandaan komt, de Nederlandse boeren. Voor het realiseren van doelstellingen gericht op de verduurzaming van ons voedselsysteem zijn bewustwording en gedragsverandering van de consument belangrijke aspecten.
We zijn op de goede weg, steeds meer burgers zijn zich bewust van de consequenties bij het kiezen voor een bepaald product. Nu is het zaak om de burger, als consument ook te verleiden tot andere keuzes. Dat begint met kennis over de productieketen. Het is dan ook van belang dat de voedselproductie uit de anonimiteit wordt gehaald en naar mijn mening gaat dit het beste als producent en consument met elkaar in contact komen. Door middel van co-creatie kunnen consument en producent actief deelnemen aan dit proces. Puur Lokaal is een nieuwe vorm van ketenorganisatie waarbij consumenten en boeren participeren in de eigen voedselcoöperatie. Deze initiatieven doen mijn hart sneller kloppen, maar er is nog veel ruimte voor verbetering. Dus laten we met z’n alle de vork oppakken, en ons inzetten voor een duurzame voedselproductie en – consumptie!
Bibliografie
Albert Heijn. (z.j.). over-ah/merken/puur-en-eerlijk. Opgeroepen op 1 13, 2015, van www.ah.nl: http://www.ah.nl/over-ah/merken/puur-en-eerlijk Arkenbout, L., & Prause, K. (2014). Boer en consument heffen de vork; herverdeling van de voedselketen. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; Urgenda. Eénvandaag (Regisseur). (2014). Steeds meer boeren failliet [Film]. Geurts, J. (2014). Landbouwers verdienen een eerlijke prijs. De boerderij. Maat, A. J. (2014, 3 26). LTO-wil-kortere-ketens-bij-voedselproductie. Opgeroepen op 1 13, 2015, van www.lto.nl: http://www.lto.nl/actueel/Nieuws/10843395/LTO-wil-kortere-ketens-bijvoedselproductie Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (2009). Nota duurzaam voedsel. DenHaag: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Planbureau voor de Leefomgeving. (2013). De macht van het menu. Den Haag: PBL. puur-eerlijk-echt-een-niveau-te-hoog-voor-albert-heijn. (2015, 1 12). Opgeroepen op 1 13, 2015, van www.supermacht.nl: http://www.supermacht.nl/2015/01/13/puur-eerlijk-echt-een-niveau-te-hoogvoor-albert-heijn/#more-4429 Rijksoverheid. (2008). Agenda Landschap. Rijksoverheid. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. (2014). Naar een voedselbeleid. Den Haag: WRR. Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding. (2012). Naar een integrale benadering van duurzame landbouw en gezonde voeding. RIDLV. ZLTO (Regisseur). (2014). ZLTO Congres 2014: Inleiding door Elies Lemkes Straver [Film].