De kunst van het verbinden Jaarprogramma Wmo 2011
Brief
jaarprogramma Wmo 2011 10/0013313
Inhoudsopgave
1
Samenvatting
3
2
Waar staan we met de Wmo
4
3 3.1 3.2 3.3
Verder werken in Waalwijk Versterken van de participatiesamenleving Uitwerking van het compensatiebeginsel De kunst van het verbinden
6 6 6 7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Wat gaan we ervoor doen in 2011? Thema 1 Samen wonen en samenleven… in stad, wijk en dorp Thema 2 Opgroeien in Waalwijk Thema 3 Inzetten voor de ander Thema 4 Zelfstandig blijven Thema 5 Voorkomen dat het erger wordt Thema 6 Sport verbindt! Thema 7 Toegankelijkheid
7 8 12 15 20 25 29 30
5 5.1
Financiën Beschikbare budgetten
33
6
Advies van de Wmo adviesraad Waalwijk
35
2
Samenvatting
1
Voor u ligt het jaarprogramma Wmo 2011. In april 2009 heeft de raad de Wmo-kadernota ‘Met de Wet Maatschappelijke ondersteuning op weg naar 2010’ vastgesteld met de meerjarendoelstellingen. Ieder jaar wordt een jaarprogramma Wmo vastgesteld waarin de meerjarendoelstellingen zijn vertaald in activiteiten voor het komende jaar. Op deze manier werken we toe om de meerjarendoelstellingen te realiseren. Vorig jaar is het eerste jaarprogramma Wmo 2010 vastgesteld. In dit jaarprogramma Wmo 2011 leest u wat we hebben gerealiseerd in 2009 en 2010 en blikken we vooruit naar de accenten en activiteiten in 2011. Speerpunten 2011 Drie speerpunten staan centraal: 1. Versterken van de vrijwillige inzet en overeind houden van de informele zorg (mantelzorgers). 2. De kanteling in denken en doen, van claimen van voorzieningen naar meedenken in oplossingen. 3. Omgaan met krimpende budgetten. Hoe we dit doen? Binnen zeven thema’s werken we samen met inwoners, de Wmo adviesraad, belangenorganisaties en maatschappelijke instellingen aan deze speerpunten. Twee van deze speerpunten stonden ook centraal in het jaarprogramma Wmo 2010. We zijn van mening dat deze speerpunten niet in één jaar te realiseren zijn. Het gaat immers om een cultuuromslag waarbij een andere manier van denken en doen centraal staat. In het coalitieprogramma 2010 - 2014 ‘Veerkracht en inventiviteit’ wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de veranderende rol van burger en overheid. Meer ruimte voor inwoners voor eigen initiatief en een bescheiden opstelling van de overheid. Dit is ook hetgeen wat we willen bereiken met speerpunten 1 en 2. Aan bezuinigingen is niet te ontkomen en heeft een prominente plaats in het coalitieprogramma. Reden dat speerpunt 3 is toegevoegd. In hoofdstuk 3 lichten we de speerpunten toe. De centrale thema’s zijn ‘Inzet voor de ander’ en ‘zelfstandig blijven’. Dit zijn de thema’s waar het komend jaar de meeste aandacht naar uit zal gaan. Daarbij ligt de focus vooral op: verbeterde ondersteuning aan vrijwilligers (ook onder jeugd), verbeterde ondersteuning aan mantelzorgers, herijking van activiteiten voor ouderen met meer ruimte voor eigen initiatief, invoering van de beperkende maatregelen voor individuele voorzieningen, ontwikkeling van nieuwe welzijns- en zorgarrangementen. Besluitvorming De Wmo adviesraad Waalwijk is betrokken geweest bij de ontwikkeling van het jaarprogramma Wmo. De Wmo adviesraad bestaat uit 11 leden en adviseert het college over de Wmo beleidsplannen en de uitvoering. De Wmo adviesraad heeft op verzoek van ons college zijn advies gegeven over het jaarprogramma Wmo 2011. De Wmo adviesraad heeft per thema zijn advies op het plan gegeven. De adviezen zijn voor zover van toepassing verwerkt in dit jaarprogramma Wmo 2011. Het college heeft het jaarprogramma Wmo 2011 vastgesteld. Aan de hand van dit besluit geven we instellingen opdracht voor de uitvoering.
3
Waar staan we met de Wmo
2
Op 2 april 2009 is de Wmo-kadernota ‘Met de Wet Maatschappelijke ondersteuning op weg naar 2010’ vastgesteld. Het sleutelbegrip binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning is ‘Meedoen’. Het gaat er uiteindelijk om dat inwoners volwaardig kunnen meedoen en belemmeringen zoveel mogelijk weg worden genomen. Dit geldt voor mensen met en zonder beperkingen. De Wmo benadrukt de eigen verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van burgers voor elkaar. Dat kunnen we als gemeente niet alleen realiseren. Samen met partijen, en dan bedoelen we zowel bedrijven, maatschappelijke organisaties, belangenorganisaties en inwoners, willen we ervoor zorgen dat niemand aan de kant staat. Zodat iedereen mee kan (blijven) doen. Daarvoor hebben we verenigde kracht nodig en oog voor talenten in de buurt. Het komende jaar staat daarom in het teken van de kunst van het verbinden. Samen de schouders eronder zetten voor een toekomstbestendige Wmo. De ambities voor de komende vier jaar uit de kadernota op de terreinen wonen, zorg, welzijn en sport zijn daarbij richtinggevend. Voordat we de lokale invulling toelichten in het volgende hoofdstuk gaan we kort in op de vastgestelde Wmo kaders en de landelijke Wmo ontwikkelingen. De Wet maatschappelijke ondersteuning, de kadernota Wmo en het coalitieprogramma Waalwijk zijn voor ons leidende kaders bij het opstellen van dit jaarprogramma. Ook is rekening gehouden met het programma ‘Welzijn nieuwe stijl’ van het ministerie van VWS. Binnen deze kaders zijn de accenten voor het komende jaar uitgewerkt. Door de juiste accenten te leggen en voort te bouwen op de ingezette weg van 2009 en 2010 willen we met dit plan de juiste stappen zetten en de juiste maatregelen inzetten zodat we ook in de toekomst maatschappelijke ondersteuning kunnen blijven bieden aan degenen die dat nodig hebben. Wmo algemeen De Wmo is door het Rijk in de eerste plaats bedoeld om de zorg in de toekomst betaalbaar en werkbaar te houden. Nederland moet zich daarvoor ontwikkelen van een verzorgingsstaat tot een zogenoemde participatiemaatschappij. Met de invoering van de Wmo in 2007 zijn de Wet voorzieningen gehandicapten en de Welzijnswet vervangen. Ook een deel van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet collectieve preventie zijn overgeheveld naar de Wmo. Gemeenten worden geacht een ‘prestatie’ te leveren op negen zogenaamde prestatievelden. Met de vaststelling van het Wmo-kadernota in 2010 zijn deze negen prestatievelden ondergebracht in zeven Waalwijkse thema’s. In hoofdstuk vier lichten we de thema’s toe. Uitgangspunten Wmo De kaders uit de Wmo-kadernota ‘Met de Wet maatschappelijke ondersteuning op weg naar 2010’ is richtinggevend voor het bepalen van de prioriteiten. De raad heeft de volgende uitgangspunten vastgesteld: Welzijn gaat aan zorg vooraf. Als mensen lekker in hun vel zitten, hebben ze minder klachten en daalt de vraag naar betaalde zorg. De lokale overheid op het tweede plan. De rol van de gemeente is actief maar terughoudend. Mensen zijn op de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het vinden van zorg en ondersteuning die ze nodig hebben, bijvoorbeeld in hun eigen omgeving. Pas wanneer zij de noodzakelijke hulp (tijdelijk) niet zelf kunnen vinden, kunnen ze een beroep doen op de gemeentelijke overheid. Rol van vrijwilligers en mantelzorgers. Zij spelen een cruciale rol en stellen zorgvragers in staat langer voor zichzelf te zorgen. Hun inbreng willen we faciliteren door te investeren in training, opleiding, coaching, respijtzorg en dergelijke.
4
Vraaggerichte uitvoering. De vraag staat centraal. We zoeken samen met elkaar naar mogelijke oplossingen. Dat de vraag centraal staat wil overigens niet altijd zeggen dat de overheid automatisch betaalt. Financiële kaders zijn leidend. Soms moeten er pijnlijke keuzes gemaakt worden en kan niet elk idee in geld gehonoreerd worden. De gemeente heeft te maken met een grotere vraag en krimpende budgetten. Het gaat om slimme allianties en inzet.
Het bestaande beter 2011 en de jaren daarna worden geen gemakkelijke jaren. Het coalitieprogramma Waalwijk “Veerkracht en inventiviteit 2010 – 2014” schept een duidelijk beeld. De mogelijkheden in financiële zin voor de komende jaren zijn uiterst beperkt. De toenemende uitgaven door een stijgende zorgvraag en de teruglopende budgetten door de economische crisis is een feit. Dit dwingt ons scherp om te gaan met uitgaven en creatieve en innovatieve oplossingen te vinden. Bijvoorbeeld door het maatschappelijk initiatief en actief burgerschap te stimuleren. Waarbij de gemeente zich actief maar terughoudend opstelt. Voor nieuw beleid geldt voor de coalitie ‘oud voor nieuw’. Daarmee wordt bedoeld dat de financiële ruimte voor nieuwe plannen gevonden dient te worden door het inleveren van bestaande gesubsidieerde activiteiten. Rolverdeling Maatschappelijke ondersteuning betekent voor onze gemeente zorg bieden waar dat écht nodig is en mensen motiveren om zich actief voor elkaar in te zetten waar mogelijk. Om dit te realiseren is het goed om de rollen van overheid, burger en maatschappelijke organisaties opnieuw vast te stellen. Mede in relatie tot het coalitieprogramma van de gemeente waarin de veranderende rol tussen overheid en burgers wordt aangehaald. Hoe zien we de rolverdeling? De gemeente ondersteunt, faciliteert en verbindt organisaties en inwoners. Bijvoorbeeld door financiële ondersteuning, door het bieden van voorzieningen of door mee te denken in mogelijkheden. De gemeente zorgt ervoor dat verbindingen tussen organisaties en inwoners ontstaan, wanneer deze niet vanzelf tot stand komen. Maatschappelijke partnerorganisaties ondersteunen inwoners ‘met de handen op de rug’ (actief maar terughoudend). Zij helpen de inwoners hun problemen zelf of met behulp van onderlinge sociale verbanden (gezin, buurt, werk, sport, school, vereniging, vrienden) op te lossen. Zij vormen een aanvulling op de informele aanbieders als vrijwilligers en mantelzorgers. Zij geven inwoners de ruimte om zelf initiatief te nemen en ondersteunen hen daarbij als dat noodzakelijk is. Inwoners denken mee in oplossingen en gaan uit van hun eigen krachten en de mogelijkheden in hun directe omgeving. Zij gaan actief op zoek naar de mogelijkheden. Oog hebben voor elkaar en zich inzetten voor elkaar, daar gaat het om. Welzijn nieuwe stijl Toenmalig staatssecretaris Bussemaker heeft eind 2009 opgeroepen om samen aan ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ te werken. Daarbij gaat het om de professionalisering van het welzijnwerk. Ze sprak daarbij over vijf bakens als uitgangspunt. Inmiddels heeft het ministerie van VWS nog drie bakens toegevoegd. Om daarmee zelfredzaamheid, participatie en sociale samenhang te bevorderen voor iedereen.
Acht Bakens Welzijn Nieuwe Stijl: • Uitgaan van de eigen kracht van de burger en zijn omgeving • Direct erop af (‘streetwise’) • Vraag centraal (vraag achter de vraag) • Integraal en resultaatgericht (geen doelgroepenbeleid) • Collectief versus individueel • Informele versus formele zorg • Ruimte voor kennis en kunde ‘streetwise’ professional.
5
Verder werken in Waalwijk
3
De Wmo is een brede wet en raakt haast alle beleidsterreinen. Het gaat over leefbaarheid en prettig samen wonen maar ook over verslavingszorg aan mensen met meervoudige problematiek. Er zijn veel inwoners die op een of andere manier gebruik maken van of te maken hebben met de Wmo. In 2010 hebben we ons gericht op twee speerpunten: het versterken van de participatiesamenleving en uitwerken van het compensatiebeginsel. Zoals afgesproken in het jaarprogramma Wmo 2010 zijn gesprekken gevoerd met mantelzorgers om de mantelzorgondersteuning te verbeteren. We hebben ons gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid van voorzieningen door drie startpunten Wmo te openen. De startpunten Wmo in BaLaDe en in de bibliotheken in Waspik en Sprang Capelle. Ook de sociale kaart met alle informatie over sociale voorzieningen is vanaf de zomer 2010 via internet voor iedereen in Waalwijk te raadplegen. Voor de individuele voorzieningen zijn twee aanbestedingstrajecten afgerond, voor de regiotaxi en de hulpmiddelen. Bij de uitwerking van de thema’s zijn zoveel mogelijk de adviesorganen van de gemeente betrokken zoals de Wmo adviesraad, het platform gehandicapten, de stichting senioren en reizigersbelang. Deze maar ook andere voorbeelden van gerealiseerde trajecten kunt u teruglezen in de thema’s in hoofdstuk vier. Speerpunten 2011 In 2011 en de jaren erna staan we voor geen gemakkelijk opgave. We staan namelijk voor de lastige vraag hoe we omgaan met de toenemende vraag en krimpende budgetten. Dit gegeven wordt versterkt door de huidige recessie en de verdergaande vergrijzing, ontgroening en extramuralisering. Het noodzaakt ons de Wmo uitvoering anders in te gaan richten. Meer uitgaan van eigen mogelijkheden en zoeken naar verbindingen tussen betaalde en vrijwillige inzet om ons huidige aanbod te versterken. De drie speerpunten voor 2011 zijn: het versterken van de participatiesamenleving, de kanteling in denken en doen en de kunst van het verbinden. De eerste twee speerpunten stonden ook in 2010 centraal. We zijn van mening dat deze speerpunten niet in één jaar te realiseren zijn. Het gaat immers om een cultuuromslag waarbij een andere manier van denken en doen centraal staat. Reden dat we de aandacht voor deze twee punten willen vast houden. Daarnaast voegen we nog een actueel derde speerpunt toe. 3.1 Versterken van de participatiesamenleving Al voordat de Wmo werd ingevoerd heeft Waalwijk een goede voedingsbodem gelegd om de participatiesamenleving te versterken. Een participatiesamenleving is een essentiële voorwaarde voor het realiseren van een krachtige structuur, waar zelforganisatie, maatschappelijke binding en eigen verantwoordelijkheid een belangrijke plaats innemen. Deze structuur is voorliggend aan de professionele arrangementen van zorg, cultuur, ontspanning en welzijn en is nodig om maatschappelijke ondersteuning ook op lange termijn werkbaar en betaalbaar te houden. Dat geldt voor alle groepen inwoners, jong en oud. Welzijn is minder zorg, de lokale overheid op het tweede plan en de rol van vrijwilligers en mantelzorgers zijn daarom geen loze kreten uit de Wmo kadernota. Ook in 2011 pakken we hierop door. 3.2 De kanteling in denken en doen Het compensatiebeginsel in de Wet maatschappelijke ondersteuning beoogt het in staat stellen van inwoners om zolang mogelijk mee te doen en zelfstandig te kunnen blijven wonen. Bij het hanteren van het compensatiebeginsel willen we niet alleen uitgaan van de behoefte maar ook van de mogelijkheden van mensen met en zonder beperkingen. De inwoners zullen een omslag moeten maken van claimen van voorzieningen naar het meedenken in oplossingen en uitgaan van de eigen kracht.
6
Standaard voorzieningen zijn soms niet de juiste oplossing voor problemen. Het is soms beter om met een goed gesprek werkelijk helder te krijgen wat de problemen zijn waardoor men niet kan meedoen in de samenleving. Soms blijkt, na doorvragen, dat het niet gaat om een aanvraag van een individuele voorziening maar om eenzaamheid en weinig contact met de buurt. Hulp van buren en de directe omgeving kan dan een betere oplossing zijn dan enkel het innemen van de aanvraag en het verstrekken van een individuele voorziening. Het antwoord zit hem dan ook niet in een standaardoplossing maar in het goed luisteren naar de vraag en op creatieve wijze samen met de vrager en zijn of haar directe omgeving zoeken naar mogelijke oplossingen. Conform het uitgangspunt uit de kadernota; vraaggerichte uitvoering. 3.3 Omgaan met krimpende budgetten Hoe kunnen we een positief effect bereiken met bezuinigen? Dat lijkt tegenstrijdig maar dat hoeft het niet te zijn. De financiële en economische crisis heeft gevolgen voor de overheidsfinanciën in Nederland. Bezuinigingen zijn onafwendbaar. Daarbij kunnen we nog een andere ontwikkeling optellen. Namelijk de demografische ontwikkeling; de dubbele vergrijzing en ontgroening. Algemeen kan worden gesteld dat in de laatste twintig levensjaren, inwoners relatief de meeste zorg nodig hebben. De toenemende vraag en verdergaande bezuinigingen dwingt ons ertoe dat we fundamentele keuzes moeten maken. Het uitgangspunt binnen de kadernota Wmo geeft aan dat de financiële kaders daarbij leidend zijn. Zoals het coalitieprogramma aangeeft willen we zoeken naar creatieve en innovatieve oplossingen. Buiten de geëigende paden zoeken naar mogelijkheden. Bijvoorbeeld door eigen initiatief te stimuleren en nauwere samenwerking. Nauwere verbinding tussen de overheid, inwoners, organisaties en het bedrijfsleven.
Het jaarprogramma is aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten (kadernota Wmo) en de genoemde speerpunten opgesteld. Wat we hiervoor gaan doen beschrijven we in het volgende hoofdstuk.
Wat gaan we ervoor doen in 2011?
4
Wat zijn de plannen voor het komende jaar? Het jaarprogramma Wmo bestaat uit zeven thema’s. In dit hoofdstuk zijn de zeven thema’s nader uitgewerkt. Wat zijn de accenten en de activiteiten waar we ons het komende jaar op richten. Indeling per thema: • korte inleiding waar het thema over gaat; • wat hebben we bereikt in 2010; • stand van zaken vastgestelde meerjarendoelstellingen; • de accenten voor 2011; • wat we daarvoor gaan doen; • wie voert het uit; • wat het mag kosten.
7
4.1 Thema 1 Samenwonen en samenleven … in stad, wijk en dorp
Volwaardige deelname aan de Waalwijkse samenleving is één van de uitgangspunten uit de kadernota en ons speerpunt. Het gaat om het vergroten van de onderlinge betrokkenheid van mensen en de actieve bemoeienis van inwoners met de eigen woonomgeving. Het gaat over prettig en veilig wonen in straat, buurt en wijk waar mensen oog hebben voor elkaar, zich inzetten voor elkaar en hun omgeving. Een buurt versterken waar iedereen meedoet en welkom is. Kortom de sociale cohesie binnen de participatiesamenleving. Een project gericht op het versterken van de sociale cohesie is ‘Sociale pijler Zanddonk’. Met ondersteuning door welzijnsorganisatie Mozaïek hebben bewoners vele activiteiten georganiseerd. Daarbij is steeds en in toenemende mate aan bewoners gevraagd zoveel mogelijk onder eigen verantwoordelijkheid te doen. Dat is wel een groeiproces. De aanpak en de resultaten uit dit project worden gebruikt om in andere wijken van Waalwijk bewonersparticipatie te stimuleren. Andere projecten gericht op zelfredzaamheid van bewoners zijn Adoptiegroen (zelf openbaar groen onderhouden) en buurtpreventie. Ook bij de wijk- en dorpsontwikkelingsplannen ligt de verantwoordelijkheid voor initiatieven en bewaking van de voortgang steeds meer bij de bewoners, c.q. hun organisaties. Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010? Project ‘Sociale pijler Zanddonk’ In 2009 en 2010 is het project ‘Sociale pijler Zanddonk’ uitgevoerd. Er is een hechte groep van 30 vrijwilligers actief die in samenwerking met Casade Woondiensten en Mozaïek een activiteitenprogramma hebben opgesteld met bijvoorbeeld: • handvatten voor vrijwilligers ( trainingen, effectief vergaderen, voorzitten etc) • gecombineerd zomerfestival, multiculturele reis door de wijk, multiculturele modeshow • uitgave van een boekje met de titel “Kijkje in de keuken van Zanddonk” op basis van interviews met markante Zanddonkers • de beste uitvinding van de wijk : wedstrijd voor jongeren die een eigen uitvinding presenteren Aan de vrijwilligers is kenbaar gemaakt dat er in 2010 sprake zal zijn van verminderde inzet van professionele organisaties zoals Mozaïek / de Twern. De vrijwilligers zien het als een uitdaging om zelf de activiteiten uit te voeren. Project ‘Buurten in beweging’ In 2009 is in de wijk Bloemenoord/ St. Antoniusparochie gestart met het project Buurten in Beweging. In dit project staat het vergroten van betrokkenheid van inwoners centraal, ook voor buurtbewoners die nog niet meedoen. De pilot ‘buurten in beweging’ helpt om hiervoor nieuwe methodieken te vinden en toe te passen. In 2009 heeft Stijn Verhagen, van de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling), een onderzoek uitgevoerd. In januari 2010 is de eindrapportage gepresenteerd aan de professionals in de wijk en de wijkbewoners van Bloemenoord en St. Antoniusparochie. Samengevat zijn de resultaten van het onderzoek als volgt : • Over het algemeen zijn de bewoners tevreden over hun wijk en over de manier waarop bewoners met elkaar omgaan. • Knelpunten zijn: verkeershinder, jongerenoverlast, parkeerproblemen, zwerfvuil en slechte verlichting. Professionals (gemeente, Casade, Mozaïek Waalwijk) zijn bekend met deze knelpunten.
8
•
Ondanks de bekendheid met de problemen zouden professionals meer aandacht moeten geven aan het verbeteren van contacten tussen (allochtone) bewoners en jongere bewoners die meer binding met de wijk willen. • Bewoners hechten waarde aan korte contacten in de openbare ruimte zoals in de supermarkt. In 2010 start een training voor professionals waarin zij leren om bewoners beter te stimuleren actief te worden als vrijwilliger in de wijk om vervolgens na een korte periode van ondersteuning terug te treden. Project “Hart voor de Wijk” In december 2009 is door de provincie subsidie toegekend uit de subsidieregeling “Leefbaarheid middelgrote gemeenten 2009 – 2010”. Het project “Hart voor de wijk” is in 2010 gestart. De uitdaging in de praktijk is nu gelegen in de wijze waarop leefwereld, meningen en visies van bewoners hun plaats kunnen krijgen bij de concrete ontwikkeling van de wijk en Pluspunt BaLaDe. Daarbij gaat het enerzijds om de aansluiting van het aanbod van instellingen, die vanuit het Pluspunt opereren op de vraag in de wijk en anderzijds om het geven van ruimte aan het aanbod, de talenten en vaardigheden, oftewel de zelfredzaamheid en vrijwillige inzet van wijkbewoners aan de invulling van het Pluspunt BaLaDe. Wijk- en dorpsontwikkelingsplannen De zelfredzaamheid van bewoners is in Waalwijk sterk tot uitdrukking gekomen bij het maken van de WOP’s en DOP. In 2009 en 2010 is met name de interne structuur van de verschillende bewonersorganisaties die zich hiermee bezighouden, versterkt. Inmiddels ligt het accent op de uitvoering van alle voornemens. Het Integratiebeleid In 2010 hebben we geen accent gelegd op het ontwikkelen van buurtregels maar het integratiebeleid vastgesteld om onder andere polarisatie te voorkomen. In de nota ‘Met één hand kun je niet klappen’ wordt op twee sporen ingezet. Enerzijds het verbinden en anderzijds de sociaal economische positieverbetering van Etnisch Culturele Minderheden (ECM). In 2010 is een start gemaakt met het uitvoeringsprogramma en dit zal doorlopen in 2011. In 2010 is een foto-expositie “Waalwijks succes” opgezet. Er is een start gemaakt met de uitvoering van de “Vrouwensalon”. In een plan is een inventarisatie gemaakt voor het trainen van professionals in het kader van polarisatie en radicalisering. Tenslotte is een incidentele subsidie verstrekt voor het oprichten van een interreligieus platform.
Doelstellingen kadernota Wmo: In de kadernota hebben we de onderstaande kaders (meerjarendoelstellingen) vastgesteld. Samenwonen en samenleven … in stad, wijk en dorp • De gemeente coördineert inhoudelijk de inzet van methoden van bewonersparticipatie. • Implementatie van een pilot “Buurten in Beweging”. Samenwonen en samenleven … in stad, wijk en dorp • Ontmoetingen op wijkniveau stimuleren onder het motto van stadsburgerschap. • De ontmoeting en discussie rondom het motto stadsburgerschap onder meer te laten resulteren in het gezamenlijk opstellen van buurtregels: ‘zo gaan wij in onze wijk met elkaar om’. • In de nota Integratie uitdrukkelijk aandacht besteden aan het concept stadsburgerschap. Vorig jaar is besloten de meerjarendoelstellingen ten aanzien van stadsburgerschap nader uit te werken binnen de nota Integratie. De nota Integratie is vorig jaar vastgesteld. De andere doelstellingen komen terug in de accenten voor 2011.
9
We leggen in 2011 de volgende accenten: Hart voor de wijk. “Hart voor de wijk” is een leerpilot voor twee jaar (tot en met 2011) waarbij het gaat om het naar boven brengen van de talenten van de bewoners in de wijken Baardwijk , Laageinde en de Hoef. Samen met bewoners wordt een actieprogramma opgesteld en uitgevoerd waarbij de kracht ligt bij het inzetten van talenten in de wijken om verbindingen in de wijk te leggen, enerzijds tussen bewoners onderling, anderzijds tussen bewoners en instellingen in de wijk. Daarbij wordt nadrukkelijk ook gekeken naar de ondersteunende rol van instellingen ten dienste van het versterken van eigen krachten of talenten van bewoners en hun directe omgeving. Daarbij wordt ook speciale aandacht besteed aan moeilijk bereikbare doelgroepen zoals jeugdigen, allochtonen, analfabeten e.d. Het project maakt onderdeel uit van de doelstelling het Pluspunt BaLaDe daadwerkelijk tot hart voor de wijk te maken. Tegelijkertijd is het een leerproces voor de professionals in de wijk, zoals gebiedscoördinatoren, woonconsulenten en opbouwwerkers. Dit past ook binnen de ontwikkeling welzijn nieuwe stijl. Buurten in beweging. In 2011 vindt de verdere implementatie plaats van de werkwijze ‘buurten in beweging’ bij maatschappelijke organisaties waaronder Mozaïek, Casade en de gemeente. De nadruk ligt vooral op de herijking en verscherping van de gemeentelijke rol bij de coördinatie van het stimuleren van bewonersparticipatie waarbij we meer bewoners bereiken. In 2010 hebben in Bloemenoord en St. Antoniusparochie 2 bewonersmarkten plaatsgevonden waar bewoners hebben kunnen laten zien waar zij aan willen werken voor hun wijk. De uitkomsten zullen als basis dienen voor het op te stellen activiteitenprogramma voor 2011 binnen de beschikbare budgetten (b.v. Wijkbudgetten en W.O.P. middelen). Professionals krijgen deskundigheidsbevordering om bewoners actiever te stimuleren om als vrijwilliger aan de slag te gaan. De ondersteuning is voor een korte periode en daarna treden professionals terug en zien met de “hand op de rug” hoe bewoners zelf actief aan de slag gaan.
Wat gaan we daarvoor doen ? • • • • •
De gemeente coördineert inhoudelijk de inzet van methoden van bewonersparticipatie. Implementatie van een pilot “Buurten in Beweging”. Ontmoetingen op wijkniveau stimuleren onder het motto van stadsburgerschap. De ontmoeting en discussie rondom het motto stadsburgerschap onder meer te laten resulteren in het gezamenlijk opstellen van buurtregels: ‘zo gaan wij in onze wijk met elkaar om’. In de nota Integratie uitdrukkelijk aandacht besteden aan het concept stadsburgerschap.
activiteiten
Uitvoerder
De gemeente coördineert de bewonersparticipatie middels het Bureau Gebiedsgericht werken. Vervolg op de pilot “buurten in beweging”. Op basis van de conclusie uit de onderzoeksrapportage in de wijken Bloemenoord en St. Antoniusparochie zal een activiteitenprogramma worden
Gemeente
Gemeente Waalwijk / Mozaïek, Casade woondiensten
Budget/ Structureel of incidenteel Structureel
Dekking
Incidenteel
Binnen de begroting
Binnen de begroting
10
opgesteld en uitgevoerd. Tevens zal er deskundigheidsbevordering van de professionals plaats vinden met als belangrijkste doelstelling het activeren van bewoners in de wijk Vervolg op sociale pijler Zanddonk. Op basis van de ervaringen in 2009 en 2010 wordt in 2011 verder gewerkt aan verzelfstandiging van het activiteitenaanbod met steeds meer verantwoordelijkheid bij de bewoners zelf binnen de huidige budgetten (b.v. wijkbudgetten en W.O.P. middelen. In 2011 zijn alle talenten van inwoners uit de wijken (Baardwijk, Laageinde en de Hoef) geïnventariseerd en wordt het activiteitenprogramma met onder andere bewoners opgesteld en uitgevoerd. De professionals in Balade hebben een nieuwe manier van werken eigen gemaakt. Uitvoering van het activiteitenprogramma integratiebeleid met de volgende acties: - conferentie interculturalisatie zorg - aanbod taalprogramma’s lokale instituten - subsidies inwoners integratieactiviteiten - contract compliance - project voor senioren - buurtmoeders (in hart voor de wijk) - nader onderzoek of een uitbreiding van het programma nodig is en haalbaar.
Casade, Mozaïek, bewoners en gemeente
Incidenteel
Binnen de begroting
Inwoners, diverse maatschappelijke organisaties en gemeente
Incidenteel tot en met 2011
Binnen de begroting (inclusief subsidie van de provincie)
Gemeente in samenwerking met lokale instellingen
Incidenteel tot en met 2011
Binnen de begroting
Wat mag het kosten? Thema Samen wonen en samenleven Samenwonen en samen leven
Gewenste uitgaven
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 2010
Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen
11
4.2
Thema 2 Opgroeien in Waalwijk
De ambitie bij het thema ‘opgroeien in Waalwijk” is het voorkomen van problemen bij jeugdigen (0 – 23 jaar) bij het opgroeien en van ouders bij het opvoeden. Het thema richt zich op alle jeugdigen en hun ouders. We richten ons op het creëren van kansen en ontwikkelingsmogelijkheden en op het zo vroeg mogelijk voorkomen van problemen en achterstanden. Met het merendeel van de jeugdigen gaat het prima maar een deel van de jongeren heeft extra aandacht nodig. Dit leidt vaak tot bijvoorbeeld voortijdig schoolverlaten, overlast, vandalisme en criminaliteit. De gemeente is één van de partners in de aanpak en begeleiding van deze groep. Via jeugdzorg, maatschappelijk werk, verslavingszorg en jeugd – en jongerenwerk biedt de gemeente jongeren en hun ouders maatschappelijke ondersteuning. Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010? In 2009 is het plan van aanpak opgesteld om te komen tot de implementatie van het CJG in het pluspunt BaLaDe. Het Centrum voor Jeugd en Gezin geeft laagdrempelige toegang tot informatie over jeugd en opgroeien. In het Centrum voor Jeugd en Gezin werken vijf organisaties samen te weten: MEE Brabant Noord, Mozaïek Waalwijk/ De Twern, GGD Hart voor Brabant, Thebe Jeugdgezondheidszorg en Maatschappelijk Werk Juvans. Op 25 maart 2010 is het Centrum voor Jeugd en Gezin in BaLaDe geopend. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is bereikbaar via de telefoon, via de website of fysiek. • Iedereen kan via dit telefoonnummer (0800 – 3656565) vragen stellen over opvoeden en opgroeien. Het telefoonnummer is gratis; • Via de website www.jeugdengezinwaalwijk.nl kunnen opvoeders en jeugdigen informatie opvragen en vragen stellen via de e-mail; • De fysieke CJG maakt onderdeel uit van het Startpunt Wmo en is te vinden in BaLaDe. In de CJG-ruimte worden ook thema-avonden voor ouders georganiseerd door de organisaties die participeren in het CJG zoals de cursus ‘Opvoeden doe je zo’, ‘Puberen’, ‘Kinderen van gescheiden ouders’, etc. Ook de bijeenkomsten voor ouders die deelnemen aan het ‘Home – start – project’ en het project ‘Opstapje’ vinden plaats in de CJG-ruimte in BaLaDe. • Naast het lokale CJG is er ook een CJG - centraal in de gemeente Tilburg gevestigd waar alle Midden-Brabantse gemeenten bij zijn aangesloten. Bij het CJG centraal worden de telefonische vragen beantwoord en de vragen die binnen komen via de e-mail. Tevens worden hier alle nieuwe ontwikkelingen op het terrein van opvoed – en opgroeiontwikkelingen als pilot uitgetest en bij positief resultaat daarna in alle CJG ’s geïmplementeerd. Implementatie van zorg voor jeugd. In 2009 is Brabant – breed gestart met de implementatie van het registratiesysteem “Zorg voor Jeugd”. Dit systeem heeft als doel het vroegtijdig signaleren van risicojongeren van 0 – 23 jaar door professionals zoals de GGD, Thebe, Maatschappelijk Werk, scholen, welzijnsinstellingen en gemeente. In 2009 is de software geïnstalleerd en hebben instellingen die willen deelnemen toegang gekregen via een eigen inlogcode. De deelname aan het systeem is op vrijwillige basis. In 2009 en 2010 is actief aandacht gevraagd voor het gebruik van het systeem omdat nog veel organisaties / scholen terughoudend zijn in het registreren van risicojongeren. In 2010 en 2011 wordt de deskundigheidsbevordering “vroegsignalering” aangeboden bij o.a. peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties, basis – en voortgezet onderwijs, welzijnsinstellingen etc. Deze deskundigheidsbevordering moet als resultaat hebben dat meer aansluitingen plaats gaan vinden.
12
Doelstellingen kadernota Wmo: In de kadernota hebben we de onderstaande kaders (meerjarendoelstellingen) vastgesteld. Opgroeien in Waalwijk • Ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin ( CJG) • Implementatie van het registratiesysteem voor risico – jongeren “Zorg voor Jeugd”.
We leggen in 2011 de volgende accenten: Centrum voor Jeugd en Gezin. Het implementatietraject van het CJG loopt van 2008 tot 2012. In 2011 zal het accent liggen op het realiseren van een “basisaanbod opvoedingsondersteuning” en het stimuleren van opvoeders en jeugdigen om gebruik te maken van de mogelijkheden die het CJG biedt zoals het verstrekken van informatie en advies en het bieden van laagdrempelige hulpverlening. Daarnaast zal de koppeling met de Zorgadviesgroep van het basisonderwijs en de Zorgadviesteams van het Voortgezet Onderwijs worden versterkt en de aansluiting worden gerealiseerd met het Veiligheidshuis. In 2009 en 2010 heeft het accent vooral gelegen op de doelgroep “opvoeders “en de jeugd tot 12 jaar. In 2011 zal meer de nadruk komen te liggen op de jongeren (12 – 23 jarigen). Het CJG – loket voor jeugdigen tot 23 jaar zal verder worden uitgewerkt. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van reeds bestaande voorzieningen en activiteiten zoals deze al worden uitgevoerd bij het jongerencentrum De Tavenu. Hier vindt reeds uitvoering plaats van projecten in het kader van het voorkomen van voortijdig schoolverlaten ( Time – out / Rebound) , het project taakstraffen (Taakstraffen i.s.m. de Raad voor de Kinderbescherming en de Reclassering) en het werkgelegenheidsproject Work – mate in samenwerking met de ISD. In 2011 zullen ook voor de kernen Waspik en Sprang-Capelle spreekuren worden georganiseerd in de startpunten Wmo in Waspik en Sprang Capelle. Registratiesysteem voor risicojongeren “Zorg voor Jeugd”. In 2011 zal het accent liggen op het optimaliseren van het gebruik van het registratiessysteem door het actief benaderen van meer organisaties, instellingen en scholen. Wat gaan we daarvoor doen? • •
Ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin ( CJG). Het implementeren van het registratiesysteem voor risico – jongeren “Zorg voor Jeugd”.
Activiteiten
Uitvoerder
In 2010 is in BaLaDe een fysiek Centrum voor Jeugd en Gezin geopend waar jongeren en ouders terecht kunnen voor vragen over opgroeien en opvoeden. Het CJG is een laagdrempelige, eerstelijns voorziening voor alle jeugdigen en ouders. In het CJG worden ondermeer de volgende functies aangeboden : Opvoedingsondersteuning Jeugdgezondheidszorg Licht ambulante begeleiding Advies en melding van kindermishandeling.
GGD Hart voor Brabant, Mozaïek Waalwijk, Thebe Jeugdgezondheidszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk Juvans, MEE Brabant Noord
Budget/ Structureel of incidenteel Brede Doeluitkering 2008 - 2012
Dekking
Binnen de begroting
13
Het CJG maakt deel uit van het brede startpunt Wmo in BaLaDe. In 2011 vindt verdere implementatie plaats aan de hand van het Plan van aanpak CJG. Activiteiten / opvoed-en opgroeicursussen worden op elkaar afgestemd waarbij overlappingen worden opgeheven en witte vlekken worden ingevuld. Daarnaast zal er extra aandacht worden gericht op het CJG voor jeugd (12+), waarbij onder meer gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande voorzieningen zoals het jongerencentrum De Tavenu waar al projecten worden uitgevoerd in het kader van voortijdig schoolverlaten, uitvoering van taakstraffen en werkgelegenheidsprojecten zoals Work – mate. Evaluatie van het CJG vindt plaats rond november 2011 Intensiveren van de implementatie van het registratiesysteem Zorg voor Jeugd om risicojongeren te kunnen volgen en een ondersteuning te bieden. Een ander doel is op deze manier jeugd – en jongerenproblematiek in relatie tot overlastsituaties en vandalisme tegen te gaan. De evaluatie van het registratiesysteem Zorg voor Jeugd zal op regionaal niveau nog plaatsvinden in 2010
Jeugdgezondheidszorg, onderwijs, gemeente ( leerplicht en gebiedsgericht werken), jeugd – en jongerenwerk, maatschappelijk werk, Jeugdzorg etc.
Structureel
Binnen de begroting
Wat mag het kosten? Thema Opgroeien in Waalwijk Opgroeien in Waalwijk
Gewenste uitgaven
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 201
Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen
14
4.3
Thema 3 Inzetten voor de ander
Inzet voor de ander betekent in onze gemeente investeren in inwoners die familie of bekenden ondersteunen en in vrijwilligers die zich belangeloos inzetten. Het is één van de belangrijkste pijlers voor onze maatschappelijke ondersteuning. Het ontwikkelen van activiteiten gericht op het behouden en zo mogelijk vergroten van de inzet van mantelzorgers en vrijwillige inzet is hierbij essentieel. Enerzijds is dit van belang vanuit het oogpunt van sociale participatie van alle burgers en anderzijds moet het voorkomen dat een (te groot) beroep wordt gedaan op professionele organisaties. Door de wijzigingen in het zorgstelsel en de bezuinigingen neemt de druk op mantelzorgers toe en wordt er een groter beroep gedaan op vrijwilligers. In Waalwijk zijn naar schatting 1200 mantelzorgers. Om een effectieve lokale ondersteuningsstructuur in te richten, heeft het ministerie van VWS een aantal basisfuncties geformuleerd: informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiële tegemoetkoming en materiële hulp. Wij streven naar een integraal aanbod van functies en activiteiten, dat voldoet aan de behoefte en waarbij we de basisfuncties als de richtlijn hanteren. Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010?
Behoefteonderzoek mantelzorgers In 2010 ligt het accent vooral op de herijking van de mantelzorgondersteuning. Om te komen tot een integraal op de behoefte afgestemd aanbod aan mantelzorgondersteuning zijn twee onderzoeken uitgevoerd. Een klanttevredenheidsonderzoek onder zestig mantelzorgers en een onderzoek naar het aanbod op dit terrein (gebaseerd op de basisfuncties) onder dertig organisaties. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat we in Waalwijk voldoende aanbod hebben binnen de geformuleerde basisfuncties. Wel hebben mantelzorgers moeite hebben de weg te vinden naar mantelzorgondersteunende organisaties en binnen diverse mantelzorgregelingen. Tevens hechten mantelzorgers veel waarde aan lotgenotencontacten en respijtzorg (een moment voor zichzelf / dagje vrijaf). Daarnaast blijkt de behoefte aan praktische hulp die verlichting kan geven voor het gehele systeem rondom de zorgvrager. In 2010 richten we het aanbod voor mantelzorgondersteuning hierop in door de opdrachten voor 2011 aan de door ons gesubsidieerde instellingen te herformuleren. Bereik en integraal ondersteuningsaanbod Vanuit het preventieve karakter van vroegtijdige zorg optimaliseren we het doelgroepbereik. Indirect gebeurt dit onder andere middels scholing van frontoffice medewerkers, de digitale sociale kaart, voorlichting bij en ondersteuning van organisaties, netwerkoverleggen en verbetering van de zorgcoördinatie (op regionaal niveau met de zorgverzekeraar). Daarnaast vindt er directe ondersteuning aan het cliëntsysteem plaats, bijvoorbeeld via lotgenotencontacten, individuele begeleiding, respijtzorg. Deze activiteiten hebben ten doel overbelasting bij de mantelzorger te voorkomen. Vergroten vrijwillige inzet Inzet door vrijwilligers vormt ook een belangrijk onderdeel van mantelzorgondersteuning. Enerzijds om te zorgen dat mantelzorgers voldoende worden ondersteund binnen de bestaande middelen, anderzijds vanwege het belang dat de gemeente hecht aan de participatie van burgers. Echter blijkt in zijn algemeenheid de structurele inzet voor vrijwilligerswerk minder te passen in het dagelijks leven, terwijl incidentele inzet voor een buurtactiviteit toeneemt. Door inzet van jongeren via maatschappelijke stages en het uitreiken van een vrijwilligersprijs stimuleren wij vrijwillige inzet. Dit gebeurt tevens door initiatieven zoals ‘Hart voor de wijk’ (vooralsnog alleen in de wijken rondom BaLaDe) en door het beschikbaar stellen van een gratis collectieve vrijwilligersverzekering.
15
Doelstellingen kadernota Wmo: In de kadernota hebben we de onderstaande kaders (meerjarendoelstellingen) vastgesteld. Mantelzorg en Vrijwilligerswerk • Actualiseren kadernota vrijwilligerswerk, inclusief beleidsmatige invulling van de mantelzorg.* • Maatschappelijke relevantie erkennen en blijvend (structureel) investeren in de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers • Met zorgverzekeraars in gesprek gaan over een bijdrage in de kosten van de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers Mantelzorg • Behoud en versterking van de lokale ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers. • Voorkomen van overbelasting van mantelzorgers en het verminderen van belemmeringen bij het uitvoeren van de mantelzorgtaken. • Het toegankelijker maken van het ondersteuningsaanbod. • Verbeteren van de herkenning en vergroten van erkenning van de mantelzorgers. Vrijwilligerswerk • Behoud en verbetering van de kwaliteit, continuïteit en ondersteuning van vrijwilligers / vrijwilligersorganisaties zodat zij ook (blijvend) deel uit kunnen maken en een bijdrage kunnen leveren aan de Civil Society. • Aantrekkelijk(er) maken van het vrijwilligerswerk. • Deelname van specifieke doelgroepen aan het vrijwilligerswerk vergroten. • Instellen van een jaarlijkse vrijwilligersprijs
*Het actualiseren van vrijwilligerswerk doen we niet via een aparte nota maar via het Wmo programma. We leggen in 2011 de volgende accenten/ prioriteiten
Het accent voor 2011 ligt vooral op het verbeteren van ondersteuning aan vrijwilligers (ook onder jeugd) en verder verbetering van de ondersteuning aan mantelzorgers. Centraal en herkenbaar steunpunt voor vrijwillige inzet Ten behoeve van een effectieve ondersteuningsstructuur van vrijwillige inzet stellen we voor activiteiten van bijvoorbeeld de vrijwilligers vacaturebank, het gemeentelijke steunpunt, het meldpunt vrijwillige thuishulp, meldpunt intensieve vrijwillige thuishulp, de vrijwillige ouderenadviseurs en eventuele andere ondersteuningsfuncties op het gebied van vrijwillige inzet te bundelen. Het doel is om een centraal en herkenbaar punt te realiseren waar vrijwilligers(organisaties) ondersteuning ontvangen. We stellen tevens voor de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties toe te voegen in het kader van de maatschappelijke stages (verplicht voor VO leerlingen vanaf schooljaar 2011 – 2012). Vanuit het centrale steunpunt is een bemiddelende rol mogelijk bij het gericht zoeken naar maatschappelijke stages voor jongeren (organisaties jongerenproof maken), ook binnen de informele zorg. Het doel van het centrale steunpunt is het behoud en zo mogelijk het vergroten van vrijwillige inzet mede door specifieke groepen zoals jongeren (via maatschappelijke stages), senioren, mensen met een beperking en vrijwillige inzet vanuit het bedrijfsleven. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen In vervolg op de Beursvloer Waalwijk (initiatief in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen) en het bereiken van de doelstelling ‘vinden van een duurzame balans tussen economische en sociale belangen’ hebben deelnemers van de initiatiefgroep MBO De Langstraat een businessplan geschreven. Door middel van het leveren van een incidentele financiële bijdrage vanuit de drie Langstraat gemeenten willen we vrijwillige inzet stimuleren door het bedrijfsleven te koppelen aan maatschappelijke initiatieven. Het MBO platform biedt de mogelijkheid allerlei maatschappelijke relevante projecten te initiëren, ook op het gebied van de vrijwillige inzet (menskracht, kennis en kunde) en informele zorg.
16
Informatievoorziening mantelzorgondersteuning Uit de quikscan is gebleken dat de deelnemende organisaties een groot aanbod hebben ten aanzien van de basisfunctie ‘informatie en advies’. Met name de professionele organisaties geven aan dat zij mantelzorgers bereiken (via bronnen zoals media, huisarts, zorgloket en sleutelfiguren). Het behoefteonderzoek toont echter ook aan dat duidelijke, toegankelijke informatie over ondersteuningsmogelijkheden een punt van aandacht is (en blijft), zeker ook waar het gaat om het bereik van de allochtone doelgroep en het aanbod van respijtzorg. Via onder andere de startpunten Wmo, het Zorgloket, ouderenbonden en zelforganisaties (ook voor allochtonen) willen we de informatievoorziening optimaliseren. We schenken daarbij aandacht aan de ‘vraag achter de vraag’ en een meer klantgerichte benadering. Verder zal aandacht uitgaan naar het vergroten van het bereik onder mantelzorgers. Enerzijds via specifieke werving, anderzijds via deskundigheidsbevordering van organisaties die in contact komen met deze kwetsbare doelgroep. Zij moeten daartoe over voldoende expertise beschikken (door middel van scholing, training, ketenoverleg, casuïstiekbespreking), waardoor zij tegemoet komen aan de vraag om emotionele ondersteuning, informatieverstrekking en juiste doorverwijzing. Dit is overigens ook voor de ‘bekende’ mantelzorgers essentieel. Emotionele steun, begeleiding en praktische ondersteuning mantelzorgers Inloopbijeenkomsten in het kader van lotgenotencontact, groepsgewijze (emotionele) ondersteuning zijn waardevol voor de mantelzorger maar zij weten niet altijd de weg te vinden binnen ondersteuningsmogelijkheden en regelingen. De tien inloopbijeenkomsten streven dit doel na, evenals de cursus ‘Mantelzorg wat bezielt me?’. Daarnaast is er behoefte aan laagdrempelige, individuele praktische begeleiding. Om dit te kunnen bieden, wordt de cliëntsysteembenadering ingezet, waarbij het gehele systeem rondom de zorgvrager wordt meegenomen en zoveel mogelijk naar oplossingen in het eigen netwerk wordt gezocht of met behulp van vrijwillige inzet. Wat gaan we daarvoor doen? Mantelzorg en vrijwillige inzet • Actualiseren kadernota vrijwilligerswerk, inclusief beleidsmatige invulling van de mantelzorg. • Maatschappelijke relevantie erkennen en blijvend (structureel) investeren in de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers • Met zorgverzekeraars in gesprek gaan over een bijdrage in de kosten van de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers activiteiten Uitvoerder Budget/ dekking Structureel of incidenteel Evalueren herijking 2010, ter gemeente n.v.t. n.v.t. bevordering van de integraliteit. Vier keer per jaar ketenoverleg Gemeente n.v.t. n.v.t. op uitvoeringsniveau O.a. Mozaïek/ deTwern, (bevorderen samenhang) en Expertisecentrum managementniveau. familiezorg, MEE, Contour Voortzetting gespreksvoering Gemeente met zorgverzekeraars zorgverzekeraars (zorgkantoor) over o.a respijtzorg en casemanagement Mantelzorg • Behoud en versterking van de lokale ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers. • Voorkomen van overbelasting van mantelzorgers en het verminderen van belemmeringen bij het uitvoeren van de mantelzorgtaken. • Het toegankelijker maken van het ondersteuningsaanbod (deze doelstelling komt terug bij het thema toegankelijkheid). • Verbeteren van de herkenning en vergroten van erkenning van de mantelzorgers. activiteiten Uitvoerder Budget/ Dekking
17
50 cliëntsystemen worden middels respijtzorg ondersteund (intensieve vrijwillige thuishulp) door getrainde vrijwilligers.
Contour
Structureel of incidenteel € 98.980 Structureel voor totale mantelzorgondersteuning Structureel
Mantelzorgers worden in het zonnetje gezet tijdens de dag van de mantelzorg. 10 inloopbijeenkomsten i.h.k.v. informatievoorziening, ondersteuning en lotgenotencontact. 30 mantelzorgers/ cliëntsystemen worden begeleid door een mantelzorgconsulent. Cursus ‘mantelzorg wat bezielt me?’ voor mantelzorgers.
Mozaïek/ deTwern
Structureel
Mozaïek/ deTwern/ Expertisecentrum familiezorg Mozaïek/ deTwern/ Expertisecentrum familiezorg / MEE Expertisecentrum familiezorg
Structureel
Begeleiding ondersteuningsgroep mantelzorgers van dementerenden.
Expertisecentrum familiezorg, dementieconsulent, GGZ Diverse organisaties en zelfhulpgroepen Expertisecentrum familiezorg
Structureel
Expertisecentrum familiezorg, Mozaïek/ de Twern
Structureel
Expertisecentrum familiezorg, Mozaïek/ de Twern Expertisecentrum familiezorg, Mozaïek/ de Twern
Structureel
Expertisecentrum familiezorg
Structureel
Deskundigheidsbevordering/ ondersteuning gemeente door Exfam.
Expertisecentrum familiezorg
Structureel
Ondersteuning lokale werkgroepen op het gebied van mantelzorg.
Expertisecentrum familiezorg
Structureel
Mantelzorgondersteuning totaal
Stimuleren lotgenotencontacten zoals Café Brein en het Alzheimercafé. 4 organisaties worden geschoold in de methodiek Familiezorg (deskundigheidsbevordering). 6 wervingsbijeenkomsten voor ontmoeting nieuwe mantelzorgers (in de pluswijken), waarbij ook de allochtone doelgroepen worden benaderd. Doorlopende publiciteit.
2 voorlichtingsbijeenkomsten voor organisaties/ mensen die betrokken zijn bij mantelzorg in gemeente Waalwijk (met name gericht op bewoners uit Sprang-Capelle en Waspik) om daar het thema onder de aandacht te brengen. Hierbij worden ook de allochtone doelgroepen benaderd. Casuïstiekbespreking/ nascholing Zorgloket.
Structureel
Structureel
Incidenteel € 5.000 Structureel
Structureel
Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting
Binnen de begroting Binnen de begroting
Binnen de begroting Binnen de begroting Binnen de begroting
18
Vrijwillige inzet • Behoud en verbetering van de kwaliteit, continuïteit en ondersteuning van vrijwilligers / vrijwilligersorganisaties zodat zij ook (blijvend) deel uit kunnen maken en een bijdrage kunnen leveren aan de Civil Society. • Aantrekkelijk(er) maken van het vrijwilligerswerk. • Deelname van specifieke doelgroepen aan het vrijwilligerswerk vergroten. • Instellen van een jaarlijkse vrijwilligersprijs Activiteiten Uitvoerder Budget/ dekking Structureel of incidenteel Collectieve vrijwilligersverzekering Steunpunt Financiën te Structureel Binnen de Eindhoven begroting Organiseren vrijwilligersprijs ter Gemeente Structureel Binnen de stimulering van vrijwillige inzet van begroting specifieke groepen (zoals jongeren, senioren en mensen met een beperking). Inrichten centraal punt waar Gemeente € 30.000 Binnen de vrijwilligers(organisaties) worden (ondersteuningspunt) Structureel begroting ondersteund. Mozaïek/ de Twern (inclusief (vrijwilligersvacaturebank, MBO) Het centraal vrijwilligerssteunpunt meldpunt vrijwillige realiseert 60 (10%) maatschappelijke thuishulp, vrijwillige stage plaatsen bij instellingen binnen ouderenadviseurs) de informele zorg voor VO scholieren Contour (meldpunt vrijwillige intensieve thuishulp) In 2011 voert het MBO platform twee Gemeente Incidenteel Binnen de maatschappelijke initiatieven uit die Initiatiefgroep MBO in de begroting door het bedrijfsleven wordt Langstraat gefinancierd. Bedrijfsleven
Wat mag het kosten? Thema Inzetten voor de ander Mantelzorgondersteuning
Vrijwillige inzet
Gewenste uitgaven
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 2010
€ 104.000 Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen € 30.000 Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen
19
4.4
Thema 4 Zelfstandig blijven
Dit thema is gericht op het bieden van individuele ondersteuning zodat mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem zelfstandig kunnen blijven functioneren en participeren in de samenleving. In de gemeente Waalwijk zijn er burgers die langs de kant staan en niet mee doen. Het gaat bijvoorbeeld om personen die aangewezen zijn op een uitkering, mensen met beperkingen (bijvoorbeeld psychische problemen, beginnende dementie of een fysieke beperking). Zij hebben kwaliteiten waar onvoldoende gebruik van wordt gemaakt en zij hebben mogelijkheden die met een ondersteuningsaanbod op maat versterkt kunnen worden, zodat zij niet leunen maar steunen en langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het thema zelfstandig blijven richt zich enerzijds op ondersteuning aan mensen om zelfstandig te kunnen blijven wonen en leven anderzijds op inzet van hun talenten zodat zij actief kunnen (blijven) deelnemen aan de samenleving.
Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010? Uitwerken compensatiebeginsel In 2009 en 2010 is gestart met de uitwerking van het speerpunt ‘uitwerking van het compensatiebeginsel’. Het compensatiebeginsel in de Wmo staat voor het bieden van ondersteuning waarbij niet alleen gekeken wordt naar de nodige ondersteuning maar ook naar de eigen mogelijkheden en die van de omgeving. Als dat niet mogelijk is worden diensten en voorzieningen (collectief en individueel) in samenhang aangeboden. De vraag van de burger is hierbij het vertrekpunt, niet het aanbod. Dit proces wordt ook wel ‘De Kanteling’ genoemd. Binnen verschillende beleidsterreinen is het compensatie-beginsel nadrukkelijk aan de orde gekomen. Woonvoorzieningen De Wmo-verordening is zodanig bijgesteld dat meer inhoud wordt gegeven aan het compensatiebeginsel. Dit betekent dat meer aandacht wordt besteed aan behoeften, wensen en de eigen mogelijkheden van de burger. Wat kan hij/zij zelf, wat kan zijn of haar eigen netwerk, maar ook de financiële mogelijkheden om vanuit oogpunt van kosten ook zelf te voorzien. Zo is het verhuisprimaat naar beneden bijgesteld (men komt niet automatisch meer in aanmerking voor een traplift) en zijn er inkomensgrenzen gesteld. AWBZ-pakketmaatregel Met ingang van 1 januari 2010 hebben mensen met een lichte lichamelijke, psychiatrische beperking of met psychosociale problemen, geen recht meer op ondersteuning vanuit de AWBZ. Voor deze groepen moeten –zo nodig- andere vormen van ondersteuning georganiseerd worden. • In 2010 is zicht verkregen op het aantal mensen dat door de pakketmaatregelen in de problemen is gekomen en op het type begeleiding waar het om gaat; • Er is een sociale kaart opgesteld; • Er wordt gewerkt aan de scholing van medewerkers startpunten Wmo en Zorgloket. Uitgangspunt hierbij zijn een ruime vraagverkenning, betrekken van eigen mogelijkheden van de burger en zoeken naar oplossingen op maat; • Er is overleg gevoerd en afgestemd met ketenpartners over de gevolgen van de veranderingen rond de pakketmaatregel AWBZ en over het te voeren beleid; • Burgers zijn geïnformeerd over de ontwikkelingen en waar zij terecht kunnen met vragen; • De ontwikkeling van nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen is/wordt gerelateerd aan de geconstateerde behoefte. Ondermeer is een verbinding gemaakt met het project ‘Hart voor de Wijk’.
20
Beperkende maatregelen individuele voorzieningen De kosten voor individuele voorzieningen blijven stijgen. Dit komt onder andere door de verplichte duurdere inkoop van huishoudelijke hulp vanwege de wetswijziging per 1 januari 2010, de toename van het aantal ouderen en daarmee de toename van de zorgvraag. Om de kosten beheersbaar te houden wil de gemeente een forse bezuiniging doorvoeren op de uitgaven voor individuele voorzieningen Wmo. De gemeenteraad besluit in het najaar van 2010 over een raadsvoorstel met daarin beperkende maatregelen waarbij de oplossing recht doet a/h Wmo compensatiebeginsel. De uitvoering van de voorgestelde maatregelen zal vanaf 2011 zijn beslag krijgen. Aanbestedingen Hulp bij het Huishouden en Regiotaxi In samenwerking met de gemeenten Midden-Brabant zijn de aanbestedingen afgerond voor Hulp bij het Huishouden en de Regiotaxi. Bij de aanbesteding voor Hulp bij het Huishouden is gekozen voor een korte contractperiode (max. 2 jaar) ter overbrugging naar de kanteling van de zorgplicht naar de compensatieplicht. Klanten zijn geïnformeerd over de keuzes die zij kunnen maken: zorg in natura of het persoonsgebonden budget (PGB). Ook is hierover voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Voor de Regiotaxi is ingezet op een ‘sober’ contract waarbij de gebruiker wordt gestimuleerd om van alternatieve vervoersmogelijkheden gebruik te maken, zoals het openbaar vervoer en Valys (voorziening voor boven-regionaal vervoer). Bushaltes zijn toegankelijker gemaakt waardoor het gebruik van openbaar vervoer meer mogelijk is. Klanttevredenheidsonderzoek In 2010 is ten aanzien van de Regiotaxi een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Uit het rapportcijfer (7,5) bleek dat men tevreden is over het functioneren van de Regiotaxi. Ook onder cliënten met Hulp bij het Huishouden zal in 2010 een klanttevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd. Tegengaan eenzaamheid, stimuleren van eigen mogelijkheden Er zijn steunpunten met als doel om thuiswonende (eenzame) ouderen te betrekken bij laagdrempelige activiteiten. Ouderenadviseurs bieden ondersteuning en begeleiding op het terrein van de Wmo aan thuiswonende ouderen. Door preventieve huisbezoeken aan senioren die 65 jaar worden, wordt tevens eenzaamheid sneller gesignaleerd en tegengegaan. Dementerenden en ondersteuning mantelzorg Dementerenden krijgen ondersteuning via lotgenotencontact bij het maandelijkse Alzheimercafé. Er is dagopvang/respijtzorg en clientsysteemondersteuning voor thuiswonende dementerenden. Ouderenproof Het ouderenproofproject is geëvalueerd. Aan de hand van de resultaten zullen activiteiten worden ontwikkeld. Doelstellingen kadernota Wmo: Individuele voorzieningen • De ontwikkeling van nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen stimuleren die gericht zijn op de kwaliteit van leven en het meedoen aan de Waalwijkse samenleving. • Bij de verstrekking van individuele voorzieningen – binnen de financiële kaders – steeds meer de vraag van de burger als vertrekpunt stellen en niet het aanbod. • Periodiek klanttevredenheidsonderzoeken naar de individuele voorzieningen uitvoeren. • Bij de aanbestedingsprocedure hulp in de huishouding het resultaat van het behoefteonderzoek (2007)betrekken en gebruikers en organisaties een rol geven in de selectieprocedure. In de aanbestedingsprocedure de criteria kwaliteit, keuzevrijheid en prijs expliciet meenemen.
21
• •
Ons gaan beraden over de inkomsten en uitgaven van de Wmo in relatie tot het voorzieningenniveau. Opzet en uitvoering van een gedegen voorlichtings- en promotiecampagne ten behoeve van het PGB.
Activering en (re)integratie of deelname bevorderen Opzet en realisatie van een project wat beoogt een koppeling te bewerkstelligen tussen re-integratie in combinatie met zorg enerzijds en vrijwillige inzet en het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties anderzijds. Samenhangende zorg bijzondere groepen • Bieden van ondersteuning voor zelfstandig wonende dementerenden en hun mantelzorgers. • Tegengaan van eenzaamheid bij ouderen te benoemen als een aandachtspunt van beleid.
We leggen in 2011 de volgende accenten: De Kanteling Bij de verstrekking van individuele voorzieningen zal steeds meer de vraag van de burger als vertrekpunt worden gesteld en niet het aanbod (de Kanteling). De Startpunten Wmo en het Zorgloket dienen te komen tot een meer eenduidige manier van uitgaan van de vraag en mogelijkheden van de burger. Daarbij zal het bieden van een individuele voorziening niet het startpunt zijn. Eerst wordt gekeken naar de eigen mogelijkheden, daarna mogelijkheden binnen het eigen netwerk, vervolgens de vrijwillige inzet en collectieve voorzieningen. Pas daarna is een beroep op een individuele voorziening in beeld. Een scholingstraject maakt hier deel van uit. Nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen Afhankelijk van de geconstateerde behoefte zal worden gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen welke uitgaan van het compensatiebeginsel Wmo. Dit is tevens het antwoord op het wegvallen van AWBZ voorzieningen door de AWBZ pakketmaatregel. Net als in 2010 wordt aangesloten bij het project ‘Hart voor de Wijk’ met een optie om positieve resultaten ook elders in te zetten. De inzet van vrijwilligers speelt hierbij een belangrijke rol. Waar mogelijk wordt een koppeling gemaakt tussen re-integratie in combinatie met zorg enerzijds en vrijwillige inzet en het ondersteunen van vrijwilligers(organisaties) anderzijds. Implementatie beperkende maatregelen individuele voorzieningen Ten aanzien van de individuele voorzieningen zal uitvoering worden gegeven aan de beperkende maatregelen waarover de gemeenteraad in het najaar van 2010 heeft besloten. Ondermeer zal worden ingezet op inkomensgrenzen, eigen bijdragen en promoten van PGB’s. Aanbesteding Hulp bij het Huishouden In samenwerking met de gemeenten in Midden-Brabant zal de aanbesteding worden voorbereid voor de Hulp bij het Huishouden vanaf 2012. Hierin wordt meegenomen of ook niet-aanbesteden tot de mogelijkheden behoort. Samenhangende zorg bijzondere groepen In 2011 starten we met de herijking van de activiteiten voor senioren met meer ruimte voor het stimuleren van eigen initiatief. Hierbij zal onder andere de functie van ouderenadviseur worden herzien zoals voorgesteld in het coalitieprogramma en verwoord binnen het thema ‘inzet voor de ander’ (steunpunt vrijwilligers).
22
De uitkomsten van het evaluatierapport ‘Ouderenproof’ zullen hierin worden meegenomen (onder meer het tegengaan van eenzaamheid door bevordering van sociale contacten, ondersteuning in verrichten vrijwilligerswerk en in mantelzorgtaken). Wat gaan we daarvoor doen? Individuele voorzieningen • • • • •
De ontwikkeling van nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen stimuleren die gericht zijn op de kwaliteit van leven en het meedoen aan de Waalwijkse samenleving. Bij de verstrekking van individuele voorzieningen steeds meer de vraag en mogelijkheden van de burger als vertrekpunt stellen en niet het aanbod. Periodiek klanttevredenheidsonderzoeken naar de individuele voorzieningen uitvoeren. Bij de aanbestedingsprocedure hulp bij het huishouden het Wmo compensatiebeginsel meenemen, evenals de criteria kwaliteit, keuzevrijheid en prijs. Voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van het PGB.
Activiteiten
Uitvoerder
Ontwikkeling van nieuwe zorg- en welzijnsarrangementen gericht op de kwaliteit van leven en meedoen aan de samenleving. Mede naar aanleiding van de verdere bezuinigingen op de AWBZ wordt gezocht naar een toekomstbestendig bestel van zorg- en welzijnsarrangementen. Binding wordt gezocht met het project ‘Hart voor BaLaDe’.
Gemeente
In dit kader ook steeds meer de vraag van de burger als vertrekpunt stellen en niet het aanbod. De Wmo-verordening is in 2010 hierop bijgesteld.
Budget/ Structureel of incidenteel € 240.000 Structureel
Dekking
Kadernota
Zorgloket/ Startpunten Wmo
Doorvoeren ombuigingen c.q. beperkende maatregelen individuele voorzieningen Wmo
Gemeente (Zorgloket)
€ -500.000 Structureel
kadernota
Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek Wmo.
Gemeente
Structureel
Binnen de begroting
Aanbesteding Hulp bij het Huishouden vanaf 2012. Het resultaat van het Klanttevredenheidsonderzoek uit 2010 wordt hierbij betrokken. De criteria kwaliteit, keuzevrijheid en prijs worden expliciet meegenomen. Indien de aanbesteding in eigen hand wordt genomen wordt een werk/stuurgroep ingesteld.
Gemeente
€ 600.000 Structureel
kadernota
Voorlichtings- en promotieactiviteiten ten behoeve van het PGB
Gemeente (Zorgloket)
Structureel
Binnen de begroting
Inkomsten- en uitgaven van de Wmo voorzieningen monitoren zodat tijdig financiële risico’s worden gesignaleerd.
Gemeente (Zorgloket)
Structureel
N.v.t.
Onderzocht wordt ook of het niet aanbesteden tot de mogelijkheden behoort. Zo ja, dan wordt mogelijk aangesloten bij omliggende gemeenten.
23
Uitvoering Regiotaxi (contract 2011-2014) in samenwerking met de gemeenten Midden Brabant. De Wmo Adviesraad wordt periodiek op de hoogte gehouden van zaken m.b.t. de gebruikers.
Gemeente (Zorgloket)
structureel
Binnen de begroting
Activering en (re)integratie of deelname bevorderen •
Opzet en realisatie van een project wat beoogt een koppeling te bewerkstelligen tussen reintegratie in combinatie met zorg enerzijds en vrijwillige inzet en het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties anderzijds. Activiteiten Uitvoerder Budget/ Dekking Structureel of incidenteel Uitvoering van een project om de een Gemeente, ISD € 44.478 Binnen de koppeling te bewerkstelligen tussen reen WML incidenteel begroting integratie in combinatie met zorg enerzijds en vrijwillige inzet en het ondersteunen van vrijwilligers(organisaties) anderzijds.
Samenhangende zorg bijzondere groepen • Bieden van ondersteuning voor zelfstandig wonende dementerenden en hun mantelzorgers • Tegengaan van eenzaamheid bij ouderen te benoemen als een aandachtspunt van beleid. Activiteiten Uitvoerder Budget/ Dekking Structureel of incidenteel Binnen de Inzet dementieconsulent ter Dementie € 60.600 begroting ondersteuning/ begeleiding van Ondersteunings Structureel cliëntsystemen van de thuiswonende en dementerenden. Trainingscentrum (DOT) Ouderenadviseurs helpen inwoners op Zorgloket, Structureel tot Binnen de verschillende gebieden zoals wegwijs Mozaïek 2012 begroting maken, financiën, etc Opzet activiteiten om eenzaamheid ouderen tegen te gaan/ ondersteuning dementerenden/ activiteiten i.h.k.v. ouderenproofproject.
Gemeente Stichting Senioren
€ 10.000 Incidenteel
Binnen de begroting
Voeren van ketenoverleg met vertegenwoordigers en betrokken organisatie omtrent te voeren beleid/ speerpunten op het gebied van ouderen. Herijking ouderenbeleid
Mozaïek, Stichting Senioren, gemeente, e.a.
n.v.t
n.v.t.
Gemeente, Maasduinen, Mozaïek/ de Twern
€ 77.721 Structureel
Binnen de begroting
Wat mag het kosten? Thema
Gewenste uitgaven
Reeds bestaande middelen
Individuele voorzieningen
Zorg bijzondere groepen
Nog niet van dekking voorzien 2011 € 840.000 Kadernota €-500.000 Ombuiging kadernota
€ 192.799 reeds in de begroting opgenomen
24
4.5
Thema 5 Voorkomen dat het erger wordt
Dit thema richt zich op het bieden van ondersteuning voor mensen in een kwetsbare positie. Vaak zijn dit mensen die kampen met een verslaving, een psychiatrisch probleem of multiproblematiek. Het behelst de beleidsvelden verslavingszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, huiselijk geweld en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Het aantal cliënten stijgt en de problematiek is zowel voor de doelgroep zelf een enorme last, als ook voor de maatschappij. De voorzieningen voor deze thema’s zijn veelal op regionaal niveau georganiseerd. De gemeenten in Midden-Brabant hebben daarom samen een beleidskader opgesteld met een gedeelde ambitie. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van het regionaal beleidskader is lokaal wat kan, regionaal wat moet. Wat hebben we in 2009 en 2010 bereikt? Maatschappelijke Opvang lokaal Casade, Traverse en gemeente Waalwijk hebben een samenwerkingsovereenkomst voor de Gasthuizen opgesteld en ondertekend op 26 januari 2010. Twee Gasthuizen met 10 plaatsen geven in Waalwijk de mogelijkheid om mensen tijdelijk op te vangen die uit huis gezet zijn. Verslavingszorg lokaal Voor de methadonverstrekking is in 2010 een protocol opgesteld en ondertekend met als doel om overlast en/of incidenten integraal en adequaat af te handelen. Het beheerprotocol is opgesteld door de gemeente in samenwerking met Politie Midden-West Brabant, NovadicKentron en het straatcomité EntreCooth. Daarnaast is aan Novadic Kentron voor 2010 een extra bedrag toegekend om preventie activiteiten voor jongeren uit te voeren om drugs- en alcoholgebruik tegen te gaan. Regionale Sociale Agenda In het programma van 2010 is in regionaal verband een aantal activiteiten aangekondigd. Met behulp van provinciale middelen en de extra inzet van gemeentelijke middelen zijn in 2009 en 2010 diverse activiteiten gestart met de volgende resultaten: Via de OGGZ-monitor wordt in 2010 duidelijk hoe groot de daadwerkelijke doelgroep is voor een meer gerichte inzet van de hulpverlening. Vanwege de meervoudige problematiek (bijvoorbeeld mensen die zowel verslaafd zijn als psychische problemen kennen) zijn deze mensen vaak op meerdere plaatsen geregistreerd als hulpbehoevend, deze dubbelingen geven een vertekend beeld van de werkelijke grootte van de doelgroep. In regionaal verband is het programma Collectieve Preventie-GGZ uitgevoerd. De afzonderlijke regiogemeenten financieren naar rato. Hierin worden preventieactiviteiten uitgevoerd voor verslaving en psychische problematiek door resp. Novadic-Kentron en de GGZ. De volgende activiteiten zijn onder andere uitgevoerd: opvoedingsondersteuning bij verslavingen, preventie van depressie en angststoornissen en deskundigheidsbevordering jeugdhulpverleners. De pilot bemoeizorg is in 2010 uitgevoerd in Goirle en Hilvarenbeek. Bemoeizorg richt zich op de “zorgwekkende zorgmijders” mensen die ernstige problemen hebben en niet in een zorgtraject zitten. De resultaten van deze pilot worden begin 2011 bekend en van daaruit zullen de resultaten uitgerold worden over de andere regiogemeenten. De verbinding tussen het stedelijk Bemoeizorgteam en de lokale netwerken is daarvan een eerste resultaat. De digitale sociale kaart is in 2010 in de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand en Dongen geïmplementeerd en in werking getreden. Meer hierover leest u in het thema toegankelijkheid. Ook deze resultaten kunnen uitgerold worden over de andere gemeenten.
25
In 2009 is subsidie verstrekt aan het kwartiermakersfestival dat in één bepaalde week een aantal activiteiten uitvoert om de integratie van de doelgroep mogelijk te maken. Besloten is om deze subsidie na 2009 stop te zetten omdat het rendement voor Waalwijk laag is. Veruit de meeste activiteiten vonden buiten Waalwijk plaats. Doelstellingen kadernota Wmo: • • • • • • •
Kaders 2011 Het ontwikkelen van een monitor om de omvang van de doelgroep in beeld te krijgen. Het versterken van de expertise van professionals om de problematiek van de doelgroep beter in beeld te krijgen. Het ontwikkelen van een preventieprogramma om te voorkomen dat het aantal mensen met (ernstige) psychische problemen en het aantal mensen dat overmatig middelen gebruikt toeneemt. Het optimaliseren van de casusoverleggen waar signalen worden besproken en toeleiding naar de zorg plaatsvindt door onder andere inzet van zorgcoördinatie. Het beschikbaar stellen van specialistische expertise en wanneer nodig bemoeizorg in de regio. Het bekend maken van het aanbod op het terrein van Wmo 7, 8 en 9. Inzetten op het vergroten van de integratie van de doelgroep in de samenleving.
We leggen in 2011 de volgende accenten We willen zien dat de expertise van professionals wordt versterkt om de problematiek van de doelgroep snel te herkennen en deze toe te leiden naar de juiste zorg. De doelgroep heeft ook een impuls nodig om op een later moment weer terug te kunnen keren in de samenleving, integratie van de doelgroep in de woonwijk is daarom een aandachtspunt. In 2010 zal gestart worden met een versterking van de lokale netwerken. Met behulp van de resultaten uit de pilots Bemoeizorg dient het maatschappelijk werk een kwaliteitsslag te maken in de richting van de lokale netwerken zodat deze netwerken beter aansluiting vinden bij het Stedelijk Bemoeizorgteam uit Tilburg. Om te voorkomen dat inwoners op straat komen te staan en een beroep moeten doen op de maatschappelijke opvang of uit huis geplaatst (dreigen te) worden is er intensieve woonbegeleiding. In 2011 zal intensieve woonbegeleiding opnieuw worden aanbesteed. De huidige Regionale Sociale Agenda loopt in 2011 af. In 2011 ontwikkelen we de Regionale Sociale Agenda (RSA) voor 2012 en verder. Daarin staat ook duidelijk op welke terreinen we regionaal gaan samenwerken, het thema ‘voorkomen dat het erger wordt’ wordt daarin meegenomen. Op dit moment is het voor de regiogemeenten niet precies duidelijk hoe de rijksmiddelen worden ingezet door de centrumgemeente. In 2010 is al constructief overleg geweest om meer duidelijkheid te creëren. In samenwerking met alle regiogemeenten zal bepaald worden hoe de rijksbudgetten ingezet gaan worden. Tenslotte staan er voor 2011 bezuinigingen op de rol voor onze gemeente. Het voorstel is de extra financiële bijdrage voor de aanpak van huiselijk geweld stop te zetten. De rijksmiddelen die de centrumgemeente Tilburg hiervoor krijgt achten wij voldoende. Ook moeten we rekening houden met Rijksbezuinigingen op de financiën voor maatschappelijke opvang en verslavingzorg. De consequenties hiervan zullen in de loop van 2011 duidelijk worden.
Wat gaan we daarvoor doen? activiteiten
Het versterken van de expertise van professionals (Wmo loket medewerkers en casemanagers Sociale zaken).
Uitvoerder
Budget/ Structureel of incidenteel incidenteel
Dekking
Binnen de begroting
26
Voorkomen dat het aantal mensen met (ernstige) psychische problemen en het aantal mensen dat overmatig middelen gebruikt toeneemt. Preventie activiteiten verslavingszorg (preventie, educatie, bemoeizorg, voorlichting). Onder begeleiding verstrekken methadon (via methadonpost).
Novadic-Kentron,
structureel
Binnen de begroting
Novadic-Kentron, GGD
structureel
Binnen de begroting
De resultaten uit de pilot vertalen naar een uitrol voor de regiogemeenten. Het maken van een kwaliteitsslag zodat de lokale netwerken op orde zijn en aansluiting kunnen vinden bij het stedelijk Bemoeizorgteam om daar waar nodig bemoeizorg t.b.v. kwetsbare zorgvermijders in te zetten. Doorstroom bevorderen vanuit de gasthuizen. Bevorderen integratie mensen met meervoudige problematiek
Gemeenten regio Midden-Brabant, Juvans, IMW
incidenteel
Binnen de begroting (incl provinciale middelen)
incidenteel
Binnen de begroting (inclusief provinciale middelen)
Aanbesteden en daarmee continueren van 10 trajecten intensieve woonbegeleiding t.b.v. cliënten met meervoudige problematiek. Hiermee wordt voorkomen dat mensen op straat komen te staan of uit huis geplaatst (dreigen te) worden.
Traverse, Juvans, Casade, gemeente
€ 20.000 structureel
Kadernota 2011
Continueren van de inzet van 10 gasthuisplaatsen.
Traverse, Juvans, Casade, gemeente
Structureel
Binnen de begroting
Opstellen van een strategische visie die commitment heeft van alle regiogemeenten voor de doelgroep van kwetsbare burgers in het thema “voorkomen dat het erger wordt” zodat de zorg voor deze doelgroep op de juiste wijze verankerd wordt In samenspraak met alle regiogemeenten zal de centrumgemeente de rijksmiddelen in gaan zetten. Ook in deze budgetten wordt de komende vier jaar gesneden zodat verschuivingen nodig zijn en de gemeenten in de regio beslissen gezamenlijk hoe die budgetten ingezet gaan worden.
Opdracht wordt verstrekt door regiogemeenten
nvt
Centrumgemeente, regiogemeenten
nvt
GGZ Novadic kentron
€ 25.000 incidenteel
Binnen de begroting
€ 13.000 incidenteel
Binnen de begroting
Na overleg met de GZZ en Novadic Kentron eenmalige inkoop Collectieve preventie Lokale aanpak huiselijk geweld
27
Wat mag het kosten? De activiteiten binnen het thema erger voorkomen worden met name gefinancierd vanuit de Brede Doeluitkering centrumgemeente (BDU) en een Provinciale subsidie in het kader van de Regionale Sociale Agenda (RSA). Een aantal activiteiten werd voorheen gefinancierd met extra gemeentelijke middelen. Vanwege de bezuinigingen zullen deze middelen daar niet meer voor worden ingezet. Dat betreft voor 2011 o gemeentelijke middelen Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG): deze middelen stellen we vanaf 2011 niet meer beschikbaar. Het SHG wordt gefinancierd door de centrumgemeente met rijksmiddelen. Deze middelen zullen voldoende moeten zijn om het SHG draaiende te houden. o Gemeentelijke middelen voor de collectieve preventie (CP-GGZ): deze middelen stellen we voor nog een keer in te zetten door zelf preventieactiviteiten in te kopen bij de GGZ en Novadic Kentron. Waalwijk ligt te ver van het stedelijk gebied vandaan waardoor preventieactiviteiten te weinig bereik hebben in onze gemeente. Deze middelen kunnen beter besteed worden aan activiteiten in onze eigen gemeente zodat ons lokale netwerk op orde is. Andere activiteiten ten behoeve van verslavingszorg verlopen via de centrumgemeente en de regionale inzet van rijksmiddelen (bemoeizorg, methadonpost). o Voorheen werd de methadon post ondergebracht in een ander pand, inmiddels is de post verhuisd en valt een groot deel van de structurele huurkosten weg (ca €8.000). In 2010 zijn deze middelen ingezet ten behoeve van extra preventieactiviteiten voor jongeren op het gebied van verslavende middelen. Vanaf 2011 zijn deze extra middelen niet meer beschikbaar.
Thema Voorkomen dat het erger wordt
Gewenste uitgaven
Aanbesteding intensieve woonbegeleiding Collectieve preventie GGZ
5.6
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 2011 € 20.000 In de kadernota
€ 38.000 middelen reeds opgenomen in de begroting
Thema 6 Sport verbindt!
Meedoen is het centrale doel van de Waalwijkse Wmo. Sport speelt een belangrijke rol in onze maatschappij. Sport is meer dan alleen een leuke vorm van vrijetijdsbesteding. Sport biedt veel mogelijkheden om aan de samenleving mee te doen. Ook voor wie tijdelijk ‘buitenspel’ staat, biedt sport mogelijkheden om op een laagdrempelige manier aan de samenleving te blijven deelnemen. Sport draagt bij aan belangrijke maatschappelijke waarden zoals participatie en sociale cohesie. Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010? Sport en bewegen is in 2009 en 2010 ingezet als middel om de sociale samenhang en zelfredzaamheid in Waalwijk te vergroten. Sterke sportverenigingen kunnen een prima bijdrage leveren aan de Waalwijkse doelstellingen ‘meedoen en zelfredzaamheid’. In 2010 is nog meer ingezet op het stimuleren van sport en bewegen in georganiseerd verband. Via het project BOS-Buurtsport, waar de drempel laag is om mee te doen, is de doorstroom
28
naar de georganiseerde sport gestimuleerd. Sportverenigingen zijn betrokken bij de organisatie en uitvoering van buurtsportactiviteiten. Op het CRUYFF COURT RKC WAALWIJK Veld zijn een schoolstraatvoetbaltoernooi (regulier basisonderwijs groep 7 en 8), een G-dag (speciaal onderwijs) en RKC-clinics georganiseerd. Het sportkennismakingsproject voor de kinderen uit de groep 3 t/m 8 van het regulier basisonderwijs is in 2010 door vrijwilligers van de sportverenigingen in samenwerking met BOS-Buurtsport uitgevoerd. Om onze meest kwetsbare inwoners (met een lichamelijke beperking en/of chronische aandoening) van 55 jaar en ouder te stimuleren te gaan bewegen is het project de ‘Bewegingsmonitor’ door Tandem Support (onderdeel van MEE) uitgevoerd. Met een enquête is de doelgroep en de vraag/behoefte inzichtelijk gemaakt. Senioren die hebben aangegeven ondersteuning te willen richting bestaande activiteiten en/of verenigingen zijn hierbij begeleid. Zoals in het jaarprogramma 2010 aangegeven is er extra en continue inzet nodig om de sportverenigingen zo ‘sterk’ te maken dat zij in staat zijn de gevraagde maatschappelijke taak naar behoren te kunnen uitvoeren. In 2010 is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe Sportnota, deze richt zich primair op het stimuleren van sport en bewegen in georganiseerd verband vanuit bestaande of nieuwe sportverenigingen.
De vastgestelde doelstelling vanuit het Wmo-kadernota is: Kaders • De nieuwe Sportnota primair te richten op het stimuleren van sport en bewegen in georganiseerd verband vanuit bestaande of nieuwe sportverenigingen. We leggen in 2011 de volgende accenten Met het nieuwe sportbeleid worden verantwoordelijkheden verlegd naar de vrijwilliger. Met de uitvoering van het project Meedoen, Leren, Winnen, in samenwerking met de Johan Cruyff Foundation, worden jongeren opgeleid om rondom het Cruyff Court RKC WAALWIJK Veld wijkgerichte activiteiten te organiseren. Om de gevraagde maatschappelijke taak te kunnen uitvoeren zijn ‘sterke’ verenigingen nodig. In beeld dient te worden gebracht waar de verenigingen behoefte aan hebben. Maatschappelijke stages kunnen ingezet worden om de jeugd kennis te laten maken met het sportverenigingsleven. Het gebruiken van de sportaccommodaties voor de buitenschoolse opvang levert voor de verenigingen een financiële ondersteuning op voor de betreffende verenigingen. Wat gaan we niet doen in 2011 In het coalitieprogramma 2010-2014 is opgenomen dat er in de gemeentelijke begroting vanaf 2011 geen budget meer voor het huldigen van de sportkampioenen is voorzien. Wat gaan we daarvoor doen in 2011 Ativiteiten
Uitvoerder
Realiseren en implementeren van nieuwe Sportnotitie. Vanuit het project Meedoen, Leren, Winnen van de Johan Cruyff Foundation organiseren jongeren een of meerdere activiteiten op het CRUYFF COURT RKC WAALWIJK Veld of aangrenzende wijk.
Gemeente Gemeente
Budget/ Structureel of incidenteel
dekking
Incidenteel
Binnen de begroting
29
Wat mag het kosten? Thema Sport verbindt!
Gewenste uitgaven
Meedoen, Leren, Winnen
4.7
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 2011
Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen
Thema 7 Toegankelijkheid
Het thema toegankelijkheid richt zich op het bieden en faciliteren van voorzieningen in de wijk op het gebied van wonen, welzijn, zorg, sport en onderwijs zodat mensen langer en op een prettige wijze zelfstandig kunnen blijven wonen en leven. Het kan hierbij gaan om een breed scala aan voorzieningen van huisartsenpraktijk, onderwijsvoorziening tot ontmoetingsruimte. In het jaarprogramma Wmo 2011 beperken we ons tot voorzieningen met de functie informatie en advies, cliëntenondersteuning en ontmoeten. Met het ‘geven van informatie en advies’ wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen en voorzieningen toegankelijk maken. Het kan hierbij gaan om algemene voorzieningen zoals informatiepunten, als ook om meer specifieke voorzieningen zoals individueel advies of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Onder ‘cliëntondersteuning’ wordt verstaan de ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex is dat de betreffende persoon het zelf en met zijn omgeving niet op kan lossen. Bij thema 1 “Samen wonen en samenleven… in stad, wijk en dorp” staat ontmoeten eveneens centraal. In het thema Toegankelijkheid gaat het met name over het faciliteren van de mogelijkheden voor ontmoeting maar ook voor informatie, advies en cliëntenondersteuning. Ontmoetingen op wijkniveau kunnen worden gestimuleerd door het faciliteren van plaatsen waar deze ontmoetingen kunnen ontstaan. Dit kan door te investeren in modernere varianten van het oude buurthuis. Maar ook door het stimuleren dat er voldoende voorzieningen zijn binnen een wijk waardoor de wijkbewoners op een “natuurlijke” manier geënthousiasmeerd worden hiervan gebruik te maken. Hieruit kan het positieve effect ontstaan dat wijkbewoners zich bewust worden dat ook zij een bijdrage kunnen leveren voor de leefbaarheid in hun wijk en zich voor elkaar inzetten. Wat hebben we bereikt in 2009 en 2010? Terugkijkend naar 2009-2010 kan worden geconcludeerd dat de doelen die we in het jaarplan hebben gesteld gehaald zijn. Met de komst van drie startpunten Wmo in BaLaDe en de bibliotheken in Sprang-Capelle en Waspik zijn de zogenaamde brede Wmo-loketten een feit. In januari 2010 is BaLaDe in gebruik genomen. BaLaDe heeft een ontmoetingspunt in de vorm van een sociaal-café. Vanaf 18 januari 2010 is het pluspunt BaLaDe in gebruik genomen. In dit pluspunt is de stedelijke voorziening voor informatie en advies gevestigd, het Startpunt Wmo Waalwijk. Iedereen kan in het startpunt terecht voor informatie op het gebied van (aangepast) wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning, onderwijs en sport (Wmo), opvoeden en opgroeien of over ontwikkelingen in de buurt. In het startpunt zijn deskundige medewerkers van MEE, Mozaïek/De Twern en Juvans en vrijwilligers aanwezig om vragen te beantwoorden. Het startpunt Wmo is 29 uur per week bereikbaar.
30
Naast het Startpunt Wmo Waalwijk zijn er ook twee startpunten Wmo in Sprang-Capelle en Waspik. Deze startpunten Wmo zijn kleiner dan het Startpunt Wmo in Waalwijk en hebben meer een verwijsfunctie. Het Startpunt Wmo is er voor iedereen in de gemeente Waalwijk. In 2009/2010 is ook het traject gestart om te komen tot een digitale sociale kaart. Dit traject is in september 2010 afgerond met de ingebruikname van deze sociale kaart. Naast de mogelijkheid om persoonlijk vragen te kunnen stellen aan een deskundige medewerker in het startpunt Wmo is het nu ook mogelijk om digitaal informatie op te zoeken. Het aanbod is inzichtelijk gemaakt in een digitaal loket of digitale sociale kaart. Via een internetverbinding kunnen inwoners gemakkelijk vanuit huis al het aanbod over sociale voorzieningen opzoeken. Kan men de informatie niet vinden dan zijn er in de startpunten Wmo medewerkers aanwezig om inwoners hierbij te helpen. Met de ingebruikname van BaLaDe is ook de ontmoetingsplek in de wijken Baardwijk, Laageinde en De Hoef in gebruik genomen, het sociaal-café. Voor een kopje koffie, lunch of op verschillende avonden zelfs een warme maaltijd kunnen wijkbewoners in BaLaDe terecht. In BaLaDe is ook nog een veelheid aan andere voorzieningen gevestigd zoals BelPluszorg (diverse vormen van eerstelijnszorg waarbij samenwerking tussen de zorgverleners uitgangspunt is), het Centrum voor Jeugd en Gezin (zie thema 2), de jongerenruimte, etc. Ook op deze wijze wordt ontmoeting gestimuleerd van wijkbewoners met allerlei achtergronden. Doelstellingen kadernota Wmo In de kadernota hebben we de onderstaande kaders (meerjarendoelstellingen) vastgesteld. Toegankelijkheid • Het realiseren van integrale (woon-, zorg en welzijns)loketten in de te realiseren pluspunten te continueren zoals vermeld in de raadsinformatiebrief nummer 69-08 (d.d. 13 november 2008).
De accenten voor 2011 zijn Voor 2011 leggen we de volgende accenten: - herkenbaarheid van de Startpunten vergroten - promotie van gebruik digitale sociale kaart - planontwikkeling pluspunt Besoyen - eind 2011 evaluatie Startpunten Wmo Duidelijk is dat de inwoners van Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik hun weg naar de startpunten nog moeten vinden. De bekendheid van de startpunten zal door met name aandacht in de media en andere vormen van promotie moeten worden vergroot. De digitale sociale kaart is de digitale vraagbaak voor antwoorden op vragen op het gebied van wonen, zorg welzijn, onderwijs, sport opgroeien en opvoeden. Op een laagdrempelige manier wordt informatie van allerlei instanties toegankelijk gemaakt. De bekendheid van het bestaan van een dergelijke sociale kaart gaat niet vanzelf. Hiervoor zal in 2011 actief promotie gevoerd worden. Op de locatie waar nu buurthuis Besoyen gevestigd is (Van Duvenvoordestraat) zal een ontmoetingsruimte gerealiseerd worden. Voordat de bouw hiervan daadwerkelijk start zullen er allerlei voorbereidende werkzaamheden moeten plaatsvinden. Naast allerlei ruimtelijke voorbereidingen zal nadrukkelijk met de bij Besoyen betrokken organisaties moeten worden afgestemd wat ieders inbreng zal zijn. Dit zal vastgelegd worden in een realisatieovereenkomst. Er komt geen Startpunt Wmo en geen sociaal-café in Besoyen. In de plannen zoals nu bekend zal er wel ruimte zijn voor een ontmoetingsmogelijkheid. In 2011 zal duidelijk moeten worden op welke wijze en met welke partijen hier invulling aan gegeven wordt.
31
In de besluiten van het college over de Startpunten wordt gesproken over pilotprojecten. Eind 2011 zal een evaluatie van de Startpunten Wmo en het CJG moeten plaatsvinden. De resultaten van de evaluatie bepalen de wijze van voortzetting. Wat gaan we daarvoor doen? •
Het realiseren van integrale (woon-, zorg en welzijns)loketten in de te realiseren pluspunten te continueren. activiteiten Uitvoerder Budget/ dekking Structureel of incidenteel Diverse € 46.000 Binnen begroting Vergroten van de herkenbaarheid van de startpunten Wmo Waalwijk, Waspik en maatschappelijke Structureel organisaties zoals Sprang Capelle. Inwoners van Waalwijk MEE, Juvans, weten de startpunten beter te vinden. De startpunten Wmo bieden de volgende Mozaïek/ De Twern, functies: Bibliotheek, CJG Informatie, advies, regelen en client ondersteuning. Zowel telefonisch, digitaal, en zorgloket. fysiek als schriftelijk. De voorziening staat in verbinding met het CJG en het zorgloket. Belangrijke voorwaarden zijn: • Frontofficemedewerkers en vrijwilligers zijn opgeleid, • Goede samenwerking met externe partijen, • Eenvoudig registratiesysteem voor klant vraag volgsysteem en resultaatmeting. Verdere ontwikkeling en promotie sociale Bibliotheek € 17.000 Binnen de kaart waarin feitelijke informatie staat (Biblionet ID en structureel begroting over sociale voorzieningen op het gebied Cubiss), MEE en van wonen, zorg en welzijn en GGD maatschappelijke dienstverlening. Ook op het gebied van dementie. Inwoners van Waalwijk kunnen de sociale kaart via internet raadplegen. Exploitatie horecafunctie/ontmoeting € 23.900 Binnen de BaLaDe structureel begroting Ondertekening realisatieovereenkomst ontmoetingsruimte Besoyen.
Casade
Wat mag het kosten? Thema Toegankelijkheid
Integrale (woon-, zorg en welzijns)loketten
Gewenste uitgaven
Reeds bestaande middelen
Nog niet van dekking voorzien 2011
86.900 Bestaande middelen reeds in de begroting opgenomen
32
Financiën
5
5.1 Beschikbare budgetten De kosten voor de activiteiten uit het jaarprogramma Wmo 2011 passen binnen de begroting en de kadernota 2011. Voor 2011 en de jaren erna staan we voor een bijzondere opgave. Enerzijds moeten we anticiperen op de demografische ontwikkeling. Inwoners worden ouder (dubbele vergrijzing) en de groep mensen die werkzaam is wordt kleiner. Ook het aantal jongeren neemt af (ontgroening). De vraag naar maatschappelijke ondersteuning zal hierdoor toenemen. De druk op de collectieve en individuele voorzieningen stijgt. Voorbeelden van de collectieve en individuele voorzieningen zijn: (vrijwillige) thuiszorg, vervoer, ontmoetingsruimten, maatschappelijke werk, mantelzorgondersteuning, etc. Anderzijds moeten we de uitgaven beperken. De kadernota houdt rekening met een afname van de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds met een bedrag van 6,8 miljoen euro in 2014 ten opzichte van 2010. Een belangrijke taakstelling is bijvoorbeeld de uitgaven voor de individuele voorzieningen te beperken. In de kadernota staat een te realiseren ombuiging opgenomen van € 700.000. In een apart raadsvoorstel leggen we beperkende maatregelen voor om de ombuiging te realiseren en de toename in kosten te beperken. Daarnaast hebben we rekening te houden met overige ombuigingsvoorstellen uit de kadernota voor gesubsidieerde instellingen. Wij stellen voor deze ombuigingen – zowel een generieke korting als maatwerk – te richten op bestaande subsidies. Voorgestelde nieuwe subsidies zoals opgenomen in het onderstaande bestedingsvoorstel 2011 zijn gebaseerd op speerpunten van beleid. Een ombuiging op die gebieden achten wij dan ook niet opportuun. Wij zijn ons er daarbij van bewust dat het een grotere inspanningsverplichting vereist op ombuigingen binnen het bestaande beleid. We verwachten dat de vraag door de demografische ontwikkeling en de daarmee gepaard gaande kosten blijven toenemen ondanks het invoeren van beperkende maatregelen en het herijken van uitgaven voor activiteiten en voorzieningen. Met het vaststellen van de kadernota Wmo ‘Met de Wet Maatschappelijke ondersteuning op weg naar 2010’ heeft de raad besloten de Rijksmiddelen die voor uitvoering van de Wmo thema’s beschikbaar komen daadwerkelijk te bestemmen voor de Wmo. Overigens is daarbij ons nadrukkelijk streven de Wmo budgettair neutraal (via de gemeentebegroting 2011 beschikbare middelen) uit te voeren. Financiën Wmo 2011 Onder de uitvoering van de Wmo valt zowel bestaand als nieuw beleid. Tot het bestaande beleid behoren maatschappelijke voorzieningen die structureel worden gefinancierd. Het gaat om bijvoorbeeld welzijnswerk, algemeen maatschappelijk werk, verslavingszorg, gebiedsgericht werken en jongerenwerk. De financiële middelen zijn opgenomen in de begroting en hieraan zijn reeds verplichtingen verbonden. Voor de uitvoering van nieuwe taken sinds de komst van de Wmo in 2007 is een bedrag beschikbaar van € 460.407. Het betreft onder andere budgetten voor mantelzorgondersteuning, vrijwilligersbeleid, aanpak huiselijk geweld, diensten bij wonen met zorg. In de tabel hierna hebben we deze budgetten inzichtelijk gemaakt. Het uitvoeringsbudget voor hulp bij het huishouden hebben we buiten beschouwing gelaten. Voor een deel van deze budgetten zijn reeds verplichtingen aangegaan. Daarnaast is een structureel budget van € 97.478 beschikbaar die we in 2011 eenmalig willen inzetten volgens de onderstaande tabel. Het gaat om stimuleringsmiddelen die we eenmalig inzetten om nieuwe initiatieven te stimuleren. Komend jaar willen we met deze middelen andere initiatieven kunnen stimuleren. We willen op deze manier vaker stimuleringsbudgetten inzetten in plaats van structurele subsidies.
33
Omschrijving
bedrag 2011
6172540 Wet Maatschappelijke Ondersteuning Alg.
277.914
6172541 Aanpak huiselijk geweld
36.207
6172627 Diensten Bij Wonen met Zorg
77.721
6172628 Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
7.533
6172629 Activiteiten dementieconsulent
60.600
6172630 Activiteiten Alzheimercafé
3.232
6173525 Balade
20.200
Begroting 2011
483.407
Kadernota bezuinigingen Afbouw financiering aanpak huiselijk geweld
-23.000
Totaal structureel budget
460.407
Structurele verplichtingen Wmo algemeen Vrijwilligersbeleid (inclusief Maatschappelijk Betrokken Ondernemen)
30.000
Mantelzorgondersteuning
98.980
Startpunten Wmo (Waalwijk, Waspik en Sprang Capelle)
46.000
Sociale kaart Waalwijk
17.000
Werkbudget Wmo adviesraad
8.728
Kosten ontmoetingsfunctie Balade
23.900
Diensten bij wonen met zorg
77.721
Dementieconsulent
60.600
Incidentele verplichtingen/voorstellen Eenzaamheid ouderen tegengaan/ondersteuning dementerenden
10.000
Collectieve preventie GZZ
25.000
Lotgenotencontacten (o.a. alzheimercafé)
5.000
Aanpak huiselijk geweld binnen veiligheidsbeleid Waalwijk
13.000
Realiseren project re-integratie tbv ondersteuning zorg en vrijwillige inzet
44.478
totaal verplichtingen
460.407
Kadernota 2011 Aanvullend zijn de volgende bedragen in de kadernota 2011 opgenomen voor onontkoombaar beleid: Aanpassing Wmo budget (hulp bij het huishouden) AWBZ pakketmaatregel Intensieve woonbegeleiding
€ 600.000 € 240.000 € 20.000
Totaal
€ 860.000
Risico’s Tot slot merken we op dat de risico’s zoals beschreven in de kadernota Wmo nog steeds actueel zijn. Niet op de laatste plaats wordt ook onze gemeente geconfronteerd met de huidige financiële en economische situatie. Naast de 6,8 miljoen euro aan gemeentebezuinigingen moeten we ook rekening houden met afname van de financiële middelen die via de centrumgemeente Tilburg worden ingezet voor regionale taken zoals verslavingszorg, aanpak huiselijk geweld, OGGZ taken en maatschappelijke opvang. Buiten deze financiële ontwikkelingen zijn er ook landelijke ontwikkelingen waardoor er steeds
34
minder financiële ruimte zal zijn. Bijvoorbeeld door de verdere bezuinigingen op de AWBZ, de extramuralisering en de eerder genoemde dubbele vergrijzing en ontgroening. Ons nadrukkelijk streven blijft de Wmo budgettair neutraal (via de gemeentebegroting 2011 beschikbare middelen) uit te voeren. Om ruimte te maken voor vernieuwing zullen we daarom (soms pijnlijke) keuzes moeten maken en stoppen met de huidige financiering van voorzieningen en moeten we zoeken naar slimme allianties. Op deze opdracht komt extra spanning te staan door de ook noodzakelijke bezuinigingen binnen het bestaande beleid.
Advies van de Wmo adviesraad Waalwijk
6
De Wmo adviesraad heeft op verzoek van het college zijn advies gegeven op het voorliggende jaarprogramma Wmo. De Wmo adviesraad heeft als taak het college te adviseren over de Wmo beleidsnotitie. De Wmo adviesraad is ingesteld om de positie van burgers en vragers van instellingen en voorzieningen op het terrein van de Wmo te versterken door advisering, signalering en voorstellen aan het college over het Wmo beleid. De Wmo adviesraad is in 2009 geïnstalleerd. In 2011 zullen we de voortgang en wijze van advisering aan het college evalueren. De Wmo adviesraad heeft per thema zijn advies op het plan gegeven. De Wmo adviesraad heeft in zijn advies onder andere aangegeven om succesvolle lessen uit de pilot ‘Hart voor de wijk’ ook uit te rollen over andere wijken. Het college is van mening dat de leerpilot ‘Hart voor de wijk’ dat in 2010 is gestart en 2011 eindigt waardevolle lessen zal opleveren. De lessen kunnen meegenomen worden in het jaarprogramma 2012. Ook vraagt de Wmo adviesraad de overgebleven wijkbudgetten voor maximaal 1 jaar vast te mogen houden voor inzet van het komende jaar. Dit advies zal het college in de besluitvorming hierover meenemen. Verder vraagt de Wmo adviesraad om goed op de hoogte gehouden te worden over diverse Wmo ontwikkelingen zoals de ontwikkeling van het herkenbaar steunpunt vrijwillige inzet, de herijking van het ouderenbeleid waarbij de adviesraad pleit voor het handhaven van de functie van ouderenadviseur en de enquête van de ‘bewegingsmonitor’ door Tandem Support. Het college zegt toe de Wmo adviesraad van de ontwikkelingen op de hoogte te houden. De adviezen van de Wmo adviesraad zijn, voor zover van toepassing, verwerkt in dit jaarprogramma Wmo 2011.
35